NL9402128A - Samenstel voor het over beperkte hoek om een as verdraaibaar ondersteunen van een in axiale richting geborgd draagelement. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Samenstel voor het over beperkte hoek om een as verdraaibaar ondersteunen van een in axialerichting geborgd draagelement.

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel voor hetover een beperkte hoek om een as verdraaibaar ondersteunen vaneen in axiale richting geborgd draagelement voorzien met eendeze as opnemende boring.

Op velerlei gebied bestaat er behoefte aan een dergelijksamenstel, en in het bijzonder aan een dergelijk samenstel dateen zogenaamde "blinde" montage van een eerste deel aan eentweede deel mogelijk maakt. Meer in het bijzonder wordt daarbijgedacht aan een toepassing waarbij het tweede deel de as draagten het eerste deel niet zichtbare komponenten van het samenstelwaarbij het koppelen van het eerste deel aan het tweede deelmoet kunnen plaatsvinden door het eenvoudig opsteken van dekomponenten van het samenstel op de as waarna door verdraaiingde borging van de delen ten opzichte van elkaar is verzekerd.Voorbeelden daarvan zijn - zoals nog zal worden toegelicht - tevinden in de montage van accessoires in motorvoertuigen.

Dit doel wordt bereikt doordat in de boring een in radialeen in axiale richting verlopende langssleuf uitmondt, hetdraagelement is opgesloten tussen een eerste, met een eersteradiaal eindvlak ervan samenwerkende axiale aanslag en een, meteen tweede radiaal eindvlak ervan samenwerkende, op axialeafstand van de eerste aanslag radiaal uit de as uitstekende enin de langssleuf passende eerste aanslagpen, en het draagelementaan de zijde van dit tweede eindvlak een eindstuk draagt mettwee op een cirkelboog op afstand van elkaar gelegen, van hetbinnenvlak van het eindstuk uitgaande, naar het tweede eindvlakgerichte en voor het begrenzen van de rotatiehoek van hetelement met de eerste aanslagpen samenwerkende aanslagvlakken.

Voor het completeren van het samenstel behoeft slechts hetdraagelement op de as te worden gestoken in de stand waarin deeerste aanslagpen de langsgleuf kan passeren waarna door ver¬draaiing van het draagelement ten opzichte van de as het draag- element is opgesloten tussen de eerste axiale aanslag en deeerste aanslagpen; daarna wordt het eindstuk op het elementaangebracht waarbij de daaraan aanwezige, met de eerste aanslag-pin samenwerkende aanslagvlakken de mogelijke rotatiehoekbegrenzen.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van dit samenstel is zodanigdat het draagelement een centraal, de asboring met de langssleufbevattend lijfdeel omvat met aan weerskanten daarvan in axialerichting een daarmee coaxiale, door de buitenwand van hetdraagelement omsloten opneemruimte, waarvan de eerste, door heteerste radiale eindvlak van het lijfdeel en de buitenwand vanhet element bepaalde opneemruimte een tegen het draagelementaanliggende aanslagschijf opneemt waarvan het van het draagele¬ment afgekeerde radiale eindvlak samenwerkt met een radiaal uitde as uitstekende, de eerste axiale aanslag vormende tweedeaanslagpen, en het tweede radiale eindvlak van het lijfdeelsamenwerkt met de eerste aanslagpen, een en ander zodanig dat decombinatie van draagelement en aanslagschijf tussen de beideaanslagpennen is opgesloten, terwijl de tweede opneemruimte heteindstuk opneemt. Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel tekunnen worden geconstrueerd uit eenvoudig gevormde, bijvoorbeelddoor spuitgieten vervaardigde komponenten.

De onverdraaibaarheid van het eindstuk ten opzichte van hetdraagelement wordt bij voorkeur gerealiseerd doordat in hetlijfdeel van het draagelement een axiale opneemopening isgevormd ter opname van de axiaal uit het binnenvlak van heteindstuk uitstekende borgnok.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening.Hierin is:

Fig. 1 een schematisch perspectivisch aanzicht, in uiteen¬genomen vorm, van een compleet samenstel volgens de uitvinding;

Fig. 2 een langsdoorsnede door dit samenstel;

Fig. 3 een aanzicht van het eindstuk daarvan in de richtingvan de pijlen III-III in fig. 2;

Fig. 4 een aanzicht van het draagelement daarvan in derichting van de pijlen IV-IV in fig. 2;

Fig. 5 een perspectivische, schematische, afbeelding van een hoofdsteun van een voertuigzitting voorzien van twee weg-draaibare zijstukken, elk gedragen door een samenstel volgens deuitvinding;

Fig. 6 een dwarsdoorsnede door een zijstuk volgens fig. 5met het daarin opgenomen samenstel.

De figuren tonen een as 2 waarop door middel van een samen¬stel volgens de uitvinding een nog nader toe te lichten kon-struktiedeel 4, dat over een beperkte hoek verdraaibaar en inaxiale richting geborgd moet zijn, draagt. Dit konstruktiedeel 4is - zoals in het bijzonder de figuren 1 en 2 tonen - via eenlas 6 verbonden met het buitenoppervlak 8 van een draagelement10 dat deel uitmaakt van het samenstel volgens de uitvinding.Dit draagelement 10 heeft een centraal inwendig cylindrischlijf deel 12 met daarin een boring 14 waarin de as 2 passend kanworden opgenomen, en twee aan weerskanten daarvan gelegencylindrische, opneemruimten 15a, 15b. In het lijf deel 2 is eenover de gehele axiale lengte ervan verlopende, in de centraleboring 12 ervan uitmondende langssleuf gevormd die bestaat uittwee delen: het radiaal betrekkelijk lange sleufdeel 16a en hetradiaal wat kortere sleufdeel 16b, - zie i.h.b. fig. 4.

Voorts is in het lijfdeel 12 een, in axiale richtingverlopende holte 18 gevormd die in de getekende uitvoerings¬vorm - waarin het element 10 ten opzichte van het middendwars-vlak ervan symmetrisch is - een doorlopende holte is. Dit isechter, zoals uit het volgende zal blijken, niet strikt noodza¬kelijk.

De beide ruimten 15a, 15b van het element 10 zijn afgeslo¬ten: de rechter ruimte 15b door een getrapte aanslagschijf 20 ende linker ruimte 15a een, eveneens getrapt, eindstuk 22. Hetbuitenvlak van de aanslagschijf 20 heeft een cylindrischeverdieping 24 - zie in het bijzonder fig. 2.

Door de as 2 zijn twee aanslagpennen gestoken waarvan derechter, aangegeven met 26, in de geassembleerde toestandaanligt tegen het radiale binnenvlak 28 van de cylindrischeverdieping 24 in de rechter aanslagschijf 20 en de linker, 30,in de geassembleerde toestand aanligt tegen het linker radialeeindvlak 32 van het lijfdeel 12. Deze geassembleerde toestand wordt bereikt door, wanneer op de as 2 de aanslagpen 26 isaangebracht met de pen 26 in contact met de schijf 20, vanaf hetlinkeraseinde 2a de aanslagschijf 20 op de as te schuiven endaarna de aanslagpen 30 in de as aan te brengen. Daarmee wordteen halffabrikaat verkregen dat het draagelement 10 kan opnemendoor de axiale sleuven 16a, 16b in lijn te brengen met de uit deas 2 uitstekende delen van de aanslagpen 30 en het draagelement10 zover over de as te verschuiven dat het aanligt tegen de aan¬slagschi jf 20 die weer een aanslag vindt tegen de pen 26. Deonderlinge afmetingen en afstanden zijn nu zodanig gekozen dathet lijf deel 12 van het draagelement 12 dan, na een kleinehoekverdraaiing, in axiale richting is geborgd tussen enerzijdsde aanslagschi jf 20 en anderzijds de aanslagpen 30, die, zoalsgezegd, samenwerkt met het radiale eindvlak 32 van het lijfdeel12.

In de ruimte 15b kan een - gestreeptgetekende - veerring 17zijn aangebracht waarmee speling wordt opgenomen en een gedefi¬nieerde wrijving wordt verkregen.

Daarmee is uiteraard nog geen begrenzing van de mogelijkeverdraaiingshoek van het draagelement 10 rond de as 2 verkregen.Deze begrenzing wordt in deze uitvoeringsvorm gerealiseerd doormiddel van aanslagen aan het eindstuk 22.

Dit eindstuk 22 dat klemmend is aangebracht in de linker¬zijde van het element 10, draagt aan het naar de opneemruimte15a gekeerde eindvlak 34 ervan een axiaal uitstekende deelcir¬kelvormige rug 36 waarvan de eindvlakken 38a, 38b aanslagvlakkenvoor de pen 32 vormen en daarmee de hoek ot bepalen, waarover hetelement 10 ten opzichte van de as 2 kan verdraaien - zie fig. 3.Het is duidelijk dat in plaats van een doorlopende rug 36 ooktwee aparte, uit het vlak 34 uitstekende, nokken kunnen wordentoegepast.

Uiteraard is het voor het eenduidig begrenzen van de ver-draaiingshoek van het draagelement 10 noodzakelijk dat heteindstuk 22 niet ten opzichte van het draagelement 10 kanverdraaien. In de getekende uitvoeringsvorm wordt dit gereali¬seerd doordat uit de rug 36 een tweede axiale nok 40 uitsteektdie passend is opgesloten binnen de holte 18 in het lijf deel 12 van het element 10 - zie de figuren 3 en 4.

Aldus wordt in de geassembleerde toestand der delen zoweleen borging in axiale richting van het dragerelement als eenbegrenzing van de rotatiehoek daarvan rond de as 2 verkregen.

Het in het voorgaande beschreven samenstel is in hetbijzonder geschikt te worden toegepast in al die gevallen waarineen bepaald konstruktiedeel over een beperkte hoek verdraaibaarmet een ander konstruktiedeel moet worden gekoppeld en daarbijeen "blinde montage" gewenst is. Toepassingen in de voertuigbouwzijn het opklapbaar bevestigen van een armleuning, van eenconsoledeksel, en van hoofdsteunzijstukken. Deze laatste toepas¬sing wordt toegelicht aan de hand van de figuren 5 en 6.

Figuur 5 toont schematisch een motorvoertuigrugleuing 50met een hoofdsteun 52 die twee, aan weerskanten daarvan gelegenzijstukken ("oren") 54a, 54b heeft. Deze zijn, zoals voor hetdeel 54a met de streeplijnen 56a aangegeven, in de richting vande pijlen 58a, 58b ten opzichte van de hoofdsteun 52 verdraai¬baar. Dit verbetert het comfort van de gebruiker merkbaar: hijkan zijn hoofd tegen de oren "afsteunen".

Figuur 6 toont hoe in deze vulling 56 van het "oor" 54areeds bij de fabricage daarvan in de schuimvulling 56 hetdraagelement 10 met de stang 4 die ter verbetering van de veran¬kering aan het einde de als spuitgegoten deel uitgevoerdeverdikking 4a heeft. In de ruimte die dit draagelement 10opneemt is tevens reeds het eindstuk 22 opgenomen dat ook geheelis omsloten door de bekleding 58. De as 2 van het samenstel isvast of, ter verhoging van de veiligheid flexibel, verankerd inhet centrale hoofdsteundeel 52. Deze as 2 is reeds voorzien vande beide pennen 26 en 30, en van de aanslagschijf 20.

De montage van de oren aan de hoofdsteun is buitengewooneenvoudig en snel uitvoerbaar: het "oor" wordt geplaatst in destand waarin de pen 30 in lijn ligt met de langssleuven 16a, 16ben in deze stand kan het lijf deel 12 over de as 2 worden gescho¬ven totdat de in fig. 2 getekende toestand is bereikt. Daarnabehoeft men nog slechts het "oor" 54a met het daarin opgeslotendragerelement 10 terug te draaien en het eindstuk 22 zodanig inhet dragerelement 10 te drukken dat de nok 40 in de uitsparing 18 valt - de delen zijn dan in de juiste onderlinge stand zijngebracht en de montage is voltooid.

De figuren tonen een uitvoeringsvorm van as 2 en eindstuk22 waarin de as 2 met het einde 2a gedeeltelijk is opgenomen ineen centraal blind gat 23 in het eindstuk 22 wat weliswaar leidttot een betere verankering van het eindstuk 22 met een veiligeconstructie zonder uitstekende delen doch niet strikt noodzake¬lijk is.

Claims (7)

1. Samenstel voor het over een beperkte hoek om een as ver¬draaibaar ondersteunen van een in axiale richting geborgddraagelement, met een deze as opnemende boring, met het kenmerk,dat in deze boring een in radiale en in axiale richting verlo¬pende langssleuf uitmondt, het draagelement is opgesloten tusseneen eerste, met een eerste radiaal eindvlak ervan samenwerkendeaxiale aanslag en een, met een tweede radiaal eindvlak ervansamenwerkende, op axiale afstand van de eerste aanslag radiaaluit de as uitstekende en in de langssleuf passende eersteaanslagpen, en het draagelement aan de zijde van dit tweedeeindvlak een eindstuk draagt met twee op een cirkelboog opafstand van elkaar gelegen, van het binnenvlak van het eindstukuitgaande, naar het tweede eindvlak gerichte en voor het begren¬zen van de rotatiehoek van het element met de eerste aanslagpensamenwerkende aanslagvlakken.

2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat hetdraagelement een centraal, de asboring met de langssleuf bevat¬tend lijfdeel omvat met aan weerskanten daarvan in axialerichting een daarmee coaxiale, door de buitenwand van hetdraagelement omsloten opneemruimte, waarvan de eerste, door heteerste radiale eindvlak van het lijfdeel en de buitenwand vanhet element bepaalde opneemruimte een tegen het draagelementaanliggende aanslagschijf opneemt waarvan het van het draagele¬ment afgekeerde radiale eindvlak samenwerkt met een radiaal uitde as uitstekende, de eerste axiale aanslag vormende tweedeaanslagpen, en het tweede radiale eindvlak van het lijfdeelsamenwerkt met de eerste aanslagpen, een en ander zodanig dat decombinatie van draagelement en aanslagschijf tussen de beideaanslagpennen is opgesloten, terwijl de tweede opneemruimte heteindstuk opneemt.

3. Samenstel volgens conclusie 1-2, met het kenmerk, dat inhet lijf deel van het draagelement een axiale opneemopening isgevormd ter opname van een axiaal uit het binnenvlak van het eindstuk uitstekende borgnok.

4. Samenstel volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dattussen het eerste radiale eindvlak van het lijfdeel en hetdaartegenover gelegen radiale eindvlak van de aanslagschijf eenin axiale richting werkzaam veerelement is opgenomen.

5. Hoofdsteunsamenstel van een voertuigzetel, gekenmerkt dooreen centraal deel en tenminste een, via een samenstel volgensconclusies 1-4 gedragen, daarnaast gelegen en over een beperktehoek verdraaibaar met het centrale deel verbonden zijdeel.

6. Hoofdsteunsamenstel volgens conclusie 5, met het kenmerk,dat de as van het dragersamenstel flexibel met de hoofdsteundra-ger is verbonden.

7. Hoofdsteunelement volgens conclusies 5-6, met het kenmerk,dat het draagelement in de vulling van het zijelement is inge¬bed.