NL9301282A - Aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting. - Google Patents

Aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL9301282A
NL9301282A NL9301282A NL9301282A NL9301282A NL 9301282 A NL9301282 A NL 9301282A NL 9301282 A NL9301282 A NL 9301282A NL 9301282 A NL9301282 A NL 9301282A NL 9301282 A NL9301282 A NL 9301282A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
carrier
vehicle
support
longitudinal
coupling device
Prior art date
Application number
NL9301282A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Cartec Gmbh Automobiltech
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cartec Gmbh Automobiltech filed Critical Cartec Gmbh Automobiltech
Publication of NL9301282A publication Critical patent/NL9301282A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R9/00Supplementary fittings on vehicle exterior for carrying loads, e.g. luggage, sports gear or the like
    • B60R9/06Supplementary fittings on vehicle exterior for carrying loads, e.g. luggage, sports gear or the like at vehicle front or rear

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Fittings On The Vehicle Exterior For Carrying Loads, And Devices For Holding Or Mounting Articles (AREA)

Description

Aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting in het bijzonder voor personenauto's waarbij een voorbij de achterzijde in de richting van de langsas van het voertuig uitstekende bevestigingsinrichting met tenminste een verlengingselement in het achtergebied aan te brengen is, waarbij op de verlengingselementen dwars ten opzichte van de langsas van het voertuig een drager aangebracht is, die dient voor het opnemen van rijwielen, vracht enz.
Een dergelijke aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting is bekend uit EP-A-0.037-599· Op een trekhaakkoppeling van een personenauto, die een kogelkop en een daarop aangesloten koppelingshals omvat, is een aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting bevestigd. De kogelkop wordt door een aan de achterzijde aan te brengen gelaste kogelkopopname omvat en met een spanschroef geborgd tegen naar boven bewegen. Om de koppelingshals wordt een klem gespannen bevestigd en vast met de kogelkopopname verbonden.
Bij het uit het midden belasten van de aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting bestaat het gevaar dat deze zijdelings draait en de belasting niet meer op gewaarborgde wijze vastgehouden wordt. Eveneens kan door draaien de aan de achterzijde aan te brengen draaignrichting in aanraking komen met de weg en daardoor afbreken of beschadigd worden. Dit gevaar bestaat in hoofdzaak bij extreme wegomstandigheden, bijvoorbeeld bij spoorwegovergangen. Bij het over de rails rijden wordt een zeer aanzienlijke deining opgewekt, hetgeen tot grote belastingen leidt.
Het is het doel van de uitvinding in een aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting van het hierboven genoemde soort te voorzien, die op gewaarborgde wijze aan te brengen is en daarbij eenvoudig hanteerbaar is.
Dit doel van de uitvinding wordt verwezenlijkt doordat ten minste een, bij het voertuig aangebrachte, in de richting van de voertuighoogte op afstand van de bevestigingsplaats of -plaatsen van de bevestigings-richting liggende koppelingsinrichting aanwezig is, waaraan ten minste een steunstijl te bevestigen is, doordat de steunstijl met de van de koppelingsinrichting afgekeerd eindgebied met het verlengingselement en/of de drager te verbinden is, en doordat de drager daarbij op ten minste twee in dwarsrichting ten opzichte van elkaar verplaatste plaatsen van het voertuig bevestigd is.
Met de steunstijl wordt ondersteuning van de drager in verticale richting verkregen, terwijl door de bevestiging op ten minste twee in dwarsrichting verplaatste plaatsen van het voertuig verdraaien uitgesloten wordt. Daarbij handhaaft de drager eveneens bij grote belastingen zijn positie stabiel, ook indien bijvoorbeeld belastingen uit het midden op de drager aangrijpen.
Indien tussen de drager resp. het verlengingselement en de steunstijl een grote hoek gevormd wordt, dan zijn via de drager grote belastingen op te nemen en in de steunstijl af te voeren.
De aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting is gemakkelijk te hanteren en met weinig eenvoudig uitvoerbare handgrepen aan het voertuig te bevestigen.
Een van voordeel zijnde uitvoering van de aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting wordt gekenmerkt doordat het verlengingselement een profielrail is, die in een langsdrager van het voertuig te schuiven is of deze omvat en doordat de profielrail met de langsdrager te verbinden is. De verbinding met de langsdragers als dragende carrosseriedelen maakt het mogelijk aanzienlijke krachten via de drager in te voeren.
Een gewaarborgde bevestiging van de bevestigingsinrichting wordt verwezenlijkt doordat het verlengingselement aan de langsdrager geschroefd is of daaraan gelast is.
Op van voordeel zijnde wijze is de bevestigingsinrichting aan de bodem van het voertuig aangebracht. Dan is er bijvoorbeeld in voorzien dat de koppelingsinrichting voor de steunstijl aan de langsdrager van het voertuig verticaal naar beneden stekend bevestigd is.
Om de drager snel en met weinig handgrepen aan de bevestigingsinrichting te kunnen bevestigen, is er in voorzien dat de drager via een snelsluiting of een schroefverbinding losneembaar met het verlengingselement verbindbaar is.
Een uitvoering van een aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting wordt gekenmerkt doordat de koppelingsinrichting een lip met een opening omvat, waarin een op de steunstijl aangebrachte pen te brengen is en met een splitpen of een schroefverbinding te bevestigen is, of dat omgekeerd de opening in de steunstijl en de pen bij de koppelingsinrichting aangebracht is. Zo is de steunstijl eenvoudig aan te brengen resp. te verwijderen. Indien een schroefverbinding voor de borging van de steunstijl aan de lip aanwezig is, dan wordt op van voordeel zijnde wijze een zelfborgende moer gebruikt.
Om de aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting gemakkelijk te laden en te lossen, is er in voorzien dat de drager via een scharnier-mechanisme ten minste gedeeltelijk naar het oppervlak van de weg naar beneden te brengen is of wegklapbaar is.
Indien het voertuig van een trekhaak voorzien is, dan wordt er in voorzien dat de koppelingsinrichting een deel, bijvoorbeeld een kogelkop-opname omvat, die aan een trekhaak bevestigbaar is. Zo kan de aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting aanzienlijke belastingen opnemen. In dit geval is het van voordeel indien er eveneens in voorzien is dat de koppelingsinrichting een aanzetdeel omvat, en waarmee deze in de langsdrager van het voertuig te schuiven is of deze omvat, dat de koppelingsinrichting aan de langsdrager bevestigbaar is.
Een mogelijkheid om de steunstijl snel en eenvoudig van de koppelingsinrichting los te nemen of daarmee te verbinden wordt verwezenlijkt doordat met de koppelingsinrichting een ten minste een lipdragende adap-terhuls losneembaar te verbinden is en dat de steunstijlen met de lippen verbindbaar zijn.
Om naast de kofferruimte van het voertuig nog in verdere opslagruimte te voorzien, wordt er in voorzien op de drager bevestigingsopnames voor de bevestiging van een houder aan te brengen.
Bij enkele uitvoeringen is het dan van voordeel indien er in voorzien is dat de houder afsluitbaar en waterdicht is.
Een van voordeel zijnde uitvoeringsvariant wordt gekenmerkt doordat op de drager bevestigingsinrichtingen te bevestigen zijn, waaraan rijwielen of dergelijke bevestigbaar zijn. Zo kunnen bijvoorbeeld sporttoestellen eenvoudig en gemakkelijk met het voertuig meegenomen worden.
Indien het op de drager getransporteerde voorwerp de verlichtingsin-richting van het voertuig of het kenteken van het voertuig bedekt, dan is er uit overwegingen van verkeersveiligheid in voorzien dat op de drager op de zijde die van de achterzijde van het voertuig afgekeerd is een eenheid bevestigbaar is, die een verlichtingsinrichting en/of een voer-tuigkenteken draagt.
Een uitvoering van een aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting wordt gekenmerkt doordat via aan de drager aangebrachte verstel-inrichtingen een aanpassing van de drager aan verschillende soorten voertuig mogelijk is.
De uitvinding wordt hieronder aan de hand van in de tekening afge-beelde uitvoeringsvoorbeelden voor aan de achterzijde aan te brengen draaginrichtingen nader verduidelijkt. Daarbij toont: fig. 1 de achterzijde van een personenauto in zijaanzicht met een op de langsdragers bevestigde aan de achterzijde aan te brengen draaginrich- ting, fig. 2 een detailtekening van de verbinding langsdrager-bevesti-gingsinrichting volgens fig. 1, fig. 3 in zijaanzicht de achterzijde van een personenauto met een trekhaak en een aan de achterzijde aan te brengen draaginrich ting, en fig. 4 de personenauto volgens fig. 3 in bovenaanzicht.
In fig. 1 is de achterzijde van een personenauto 10 afgebeeld. In het gebied van de bodem van de personenauto 10 is in een langsdrager 20 een als profielrail uitgevoerd verlengingselement 30 geschoven. Aan de onderzijde van de langsdrager 20 zijn twee evenwijdig aan elkaar staande hulsen 62 aangebracht, die via een koppelingsinrichting 33 niet elkaar verbonden zijn. In beide hulsen 22 is steeds een bevestigingsschroef 36 aangebracht en door overeenkomstige openingen van de langsdrager 20 en van het verlengingselement 30 gestoken. Op het verlengingselement 30 zijn twee als moeren uitgevoerde schroefopnames 37 gelast, waarin de bevesti-gingsschroeven 36 geschroefd zijn. De koppelingsinrichting 33 heeft bij het eindgebied daarvan, dat naar de achterzijde van de personenauto 10 toegekeerd is, een boring 35· Het eindgebied wordt door een op een steun-Stijl 40 aangebrachte vorkkop 63 omvat. In de benen van de vorkkop 63 zijn boringen aangebracht, die in lijn liggend met de boring 35 van de koppelingsinrichting 33 gericht zijn, zodat een pen in te brengen is. De pen wordt bijvoorbeeld via een splitpen gewaarborgd vastgehouden zodat de steunstijl 40 gewaarborgd bevestigd is. Bij het einde van de steunstijl 40, dat van de bevestigingsinrichting 33 afgekeerd is, is een verdere vorkkop 63 aangebracht. De vorkkop 63 is met een bij een drager 50 aangebrachte lip 64 verbonden.
Op het verlengingselement 30 is, zoals eveneens in fig. 2 afgebeeld, een van schroefdraad voorziene huls 31 gelast, waarbij de hartlijn van de schroefdraadopname in de richting van de langsas van het voertuig gericht is. Het naar de achterzijde van de personenauto 10 toegekeerde einde van de schroefdraadopname is tot een conische opname 60 verbreed. In deze opname 60 is een bij een huls 39 aangebrachte conus 61 gecentreerd geplaatst. In de huls 39 is een bevestigingsschroef 32 geleid en in de schroefdraadopname van de schroefdraadhuls 31 geschroefd. Op de huls 39 is een steunschijf 37 gelast, die als aanslag voor een rechthoekvormige dwarsstijl 51 van de drager 50 dient. De dwarsstijl 51 wordt door een haaks deel 53 omvat. Het haakse deel 53 is van een boring voorzien, zodat deze op de bevestigingsschroef 32 axiaal tegen de dwarsstijl 51 via een knevelmoer verstelbaar is. De drager 50 wordt bijgevolg bij de voorzijde daarvan via de bevestigingsschroef 32 aan het verlengingselement 30 bevestigd. Aan de achterzijde wordt de drager 50 via de in het haakse deel aangebrachte steunstijl ondersteund, zodat grote belastingen eveneens op het aan de achterzijde liggende · einde van de drager 50 getransporteerd kunnen worden.
Om de drager 50 naar het wegoppervlak weg te kunnen klappen, wordt de knevelmoer 38 losgenomen. Zo geeft het haakse deel 53 de dwarsstijl 51 vrij, zodat deze zich kan verdraaien. Vervolgens kan de steunstijl 40 aan de drager 50 losgenomen worden, zodat deze naar beneden weg te klappen is. Om ook bij beladen drager 50 eenvoudig wegklappen mogelijk te maken, is het eveneens mogelijk een in de tekening niet afgebeelde poot uit te klappen. Dan kan de drager 50 bij de knevelmoer 38 losgenomen worden en de steunstijl 40 verwijderd worden, zodat de drager 50 thans op de poot steunt. Zo kan de drager 50 gemakkelijk, bijvoorbeeld eveneens met een naar achteren uitklapbare hefboomverlenging naar het oppervlak van de rijbaan neergelaten worden. Om de steunstijl 40 zonder speling te spannen, is deze bijvoorbeeld eveneens in tweeën gedeeld. De beide delen zijn dan via een schroefdraad met elkaar verbonden, zodat langsverstelling mogelijk is. De kop van de bevestigingsschroef 32 is als handgreep uitgevoerd zodat afgezien kan worden van gebruik van een gereedschap.
In fig. 3 is als verder uitvoeringsvoorbeeld een aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting voor een personenauto 10 met een trekhaak 80 afgebeeld. Op de drager 50 is een kogelopname 81 aangebracht, die de kogelkop van de trekhaak 80 omvat en aangrijpt. In de langsdrager 20 is een als profielrail gevormde koppelingsinrichting 33 geschoven en via twee bevestigingsschroeven 36 daarmee verbonden. Aan de van de langsdrager 20 afgekeerde zijde van de profielrail is een van schroefdraad voorziene huls 81 met een schroef draadopname gelast. In een schroef opname van een adapterhuls 88 is een bevestigingsschroef 32 geleid en in de schroef-draadopname van de schroefdraadhuls 81 geschroefd. De adapterhuls 88 heeft twee ten opzichte van elkaar over 180° verplaatste lippen 3^, waarin steeds een boring 35 aangebracht is. In de boring 35 is steeds een steunstijl 40 bevestigd. De vrije einden van de steunstijlen 40 zijn met de drager 50 verbonden.
In fig. 4 is de aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting volgens fig. 3 in bovenaanzicht afgebeeld. De drager 50 bestaat uit dwars- 51 en langsstijlen 52 die bij de einden daarvan met elkaar tot een frame-achtig draaggestel verbonden zijn. Op de kogelkop van de trekhaak 8θ is de kogelopname 82 geplaatst en vergrendeld. Met de kogelkopopname 82 is een verlengingselement 30 verbonden, dat met het vrije einde daarvan met de achterste dwarsstijl 51 verbonden is. Verdere dwars- en/of langsstijlen 51» 52 kunnen aanwezig zijn.
Zoals bovendien uit fig. 4 blijkt zijn bij beide zijden van de personenauto 10 koppelingsinrichtingen 33 voor steunstijlen 40 bevestigd, zodat in het totaal vier steunstijlen 40 de draagfunctie van de drager 50 bevorderen.
In fig. 1 is een aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting met een steunstijl 40 afgebeeld. Het is echter eveneens denkbaar aan beide zijden aan de langsdragers 20 van een voertuig koppelingsinrichtingen 33 voor steunstijlen 40 aan te brengen. Deze steunstijlen zijn dan bijvoorbeeld met de vrije einden daarvan met de onderhavige aan de achterzijde liggende einden van de langsstijlen 52 van de drager 50 verbonden.
Het aanbrengen van de bevestigingsinrichting en van de koppelingsin-richting 33 voor de steunstijlen aan het voertuig is op van voordeel zijnde wijze eveneens bij elk ander dragend deel van de voertuigcarrosse-rie mogelijk. Uit optische overwegingen bestaat een beperking tot het gebied bij de bodem van het voertuig. Als voorbeeld worden hier als be-vestigingsplaatsen de schokdemper, de bevestigingsplaatsen voor de bumpers of de schokbrekers, het sleepoog enz. genoemd.

Claims (15)

1. Aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting in het bijzonder voor personenauto's waarbij een voorbij de achterzijde in de richting van de langsas van het voertuig uitstekende bevestigingsrichting met tenminste een verlengingselement in het achtergebied aan te brengen is, waarbij op de verlengingselementen dwars ten opzichte van de langsas van het voertuig een drager aangebracht is, die dient voor het opnemen van rijwielen, vracht enz,, met het kenmerk, dat ten minste een, bij het voertuig (10) aangebrachte, in de richting van de voertuighoogte op afstand van de bevestigingsplaats of plaatsen van de bevestigingsrichting liggende koppelingsinrichting (33) aanwezig is, waaraan ten minste een steunstijl (40) te bevestigen is, dat de steunstijl (40) met het van de koppelingsinrichting (33) afgekeerde eindgebied met het verlengingselement (30) en/of de drager (50) te verbinden is, en dat de drager (50) daarbij op ten minste twee in dwarsrichting ten opzichte van elkaar verplaatste plaatsen van het voertuig bevestigd is.
2. Aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verlengingselement (30) een pro-fielrail is, die in een langsdrager (20) van het voertuig te schuiven is of deze omvat en dat de profielrail met de langsdrager (20) te verbinden is.
3· Aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het verlengingselement (30) aan de langsdrager (20) geschroefd is of gelast is.
4. Aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de koppelingsinrichting (33) voor de steunstijl (40) aan de langsdrager (20) van het voertuig (10) loodrecht naar beneden stekend bevestigd is.
5· Aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de drager (50) met een snelsluiting of een schroefverbinding losneembaar te verbinden is met het verlengingselement (30).
6. Aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de koppelingsinrichting (33) een lip (34) met een opening (35) omvat, waarin een op de steunstijl (40) aangebrachte pen te brengen is en met een splitpen of een schroefverbinding te bevestigen is, of dat omgekeerd de opening op de steunstijl (40) aangebracht is en de pen op de koppelingsinrichting (33) aangebracht is.
7· Aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de drager (50) via een schamiermechanisme ten minste gedeeltelijk naar het rijbaanoppervlak naar beneden te brengen is of weg te klappen is.
8. Aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bevestigingsinrich-ting een deel, bijvoorbeeld een kogelkopopname (61) omvat die op een trekhaak (60) bevestigbaar is.
9· Aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de koppelingsinrich-ting (33) een aanzetdeel omvat, waarmee deze in de langsdrager (20) van het voertuig (10) te schuiven is of deze omvat, en dat de koppelingsin-richting (33) aan de langsdrager bevestigbaar is.
10. Aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat met de koppelingsin-richting (33) een ten minste een lip (34) dragende adapterhuls (88) losneembaar verbindbaar is, en dat met de lippen (34) steunstijlen (40) verbindbaar zijn.
11. Aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op de drager (50) bevestigingsopnames voor de bevestiging van een houder aangebracht zijn.
12. Aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de houder afsluitbaar en waterdicht is.
13. Aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op de drager (50) bevestigingsinrichtingen te bevestigen zijn, waaraan rijwielen of dergelijke bevestigbaar zijn.
14. Aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting volgens één van de conclusies 1 tot en met 13, met het kenmerk, dat op de drager (50) aan de zijde, die van de achterzijde van het voertuig (10) afgekeerd is, een eenheid bevestigbaar is, die een verlichtingsinrichting en/of een voertuigkenteken draagt.
15. Aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting volgens één van de conclusies 1 tot en met 14, met het kenmerk, dat via aan de drager (50) aangebrachte verstelinrichtingen aanpassingen van de drager (50) aan verschillende soorten voertuigen mogelijk is.
NL9301282A 1993-07-02 1993-07-21 Aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting. NL9301282A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19934322016 DE4322016C2 (de) 1993-07-02 1993-07-02 Anhängerkupplungsungebundene Hecktragvorrichtung
DE4322016 1993-07-02

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9301282A true NL9301282A (nl) 1995-02-01

Family

ID=6491771

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9301282A NL9301282A (nl) 1993-07-02 1993-07-21 Aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP0636515A1 (nl)
DE (1) DE4322016C2 (nl)
FR (1) FR2708540B1 (nl)
NL (1) NL9301282A (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19647896A1 (de) 1996-11-20 1998-05-28 Klaus Doerr Hecktragvorrichtung für Kraftfahrzeuge
DE102007014618A1 (de) * 2007-03-23 2008-09-25 Westfalia-Automotive Gmbh Lastenträger für ein Kraftfahrzeug
EP1972500B2 (de) * 2007-03-23 2018-12-05 WESTFALIA - Automotive GmbH Lastenträger für ein Kraftfahrzeug
DE102007015603B4 (de) * 2007-03-29 2024-05-02 Westfalia-Automotive Gmbh Lastenträger für ein Kraftfahrzeug
DE102011106869A1 (de) * 2011-07-07 2013-01-10 Westfalia-Automotive Gmbh Lastenträgervorrichtung, vorzugsweise für einen Personenkraftwagen
DE102018126594B4 (de) * 2018-10-25 2022-08-04 Dr. Ing. H.C. F. Porsche Aktiengesellschaft Heckträgeranordnung für ein Kraftfahrzeug
IT202000009124A1 (it) * 2020-04-27 2021-10-27 Claudio Sola Accessorio portabiciclette per autoveicolo
DE102020128870B4 (de) 2020-11-03 2024-03-07 Dr. Ing. H.C. F. Porsche Aktiengesellschaft Anbauvorrichtung für ein Kraftfahrzeug mit zwei Abschleppösenaufnahmen

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE8121942U1 (de) * 1982-10-07 Gratzer, Claus, 5000 Köln "Vorrichtung zur Transporthalterung von Zweirad-Fahrzeugen an Kraftfahrzeugen"
BE371941A (nl) *
BE415624A (nl) *
DE486676C (de) * 1927-10-28 1929-11-28 Gustave Ollivier Mit einem Gepaecktraeger vereinigter Halter fuer Ersatzraeder von Kraftfahrzeugen
US3690526A (en) * 1971-01-07 1972-09-12 Albert A Rundel Luggage carrier
GB8620410D0 (en) * 1986-08-21 1986-10-01 Philpott J Luggage carrier
US4934894A (en) * 1987-06-22 1990-06-19 White Ralph H Personal vehicle carrier mounted on an automobile
DE8709912U1 (nl) * 1987-07-18 1987-09-10 Eimertenbrink, Helmut, 4971 Huellhorst, De
ZA893561B (en) * 1989-05-12 1990-01-31 Paul Cocks Andrew Carrier for a motor vehicle
US4989765A (en) * 1989-10-27 1991-02-05 Huebner Jerry J Vehicular carrier apparatus
FR2659611B1 (fr) * 1990-03-16 1994-10-28 Roger Lecoq Dispositif porte-charge adaptable sur l'attelage a rotule d'un vehicule.
DE4010577A1 (de) * 1990-04-02 1990-09-27 Helmuth Landgraf Heckfahrradtraeger am pkw auf anhaengerkupplung
DE4131854A1 (de) * 1991-09-25 1993-04-01 Heinz Dr Hasselmann Tragvorrichtung
DE4213216C1 (nl) * 1992-04-22 1993-06-17 Mercedes-Benz Aktiengesellschaft, 7000 Stuttgart, De
DE9211316U1 (nl) * 1992-08-22 1992-11-12 Braasch, Hans, 4133 Neukirchen-Vluyn, De

Also Published As

Publication number Publication date
EP0636515A1 (de) 1995-02-01
DE4322016C2 (de) 1996-10-17
DE4322016A1 (de) 1995-01-12
FR2708540B1 (fr) 1996-09-27
FR2708540A1 (fr) 1995-02-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4640658A (en) Demountable carrier for mounting on vehicles
US4635835A (en) Carrier apparatus for all terrain vehicle
US4938399A (en) Article carrier
US5842615A (en) Vehicle rack system
US6129371A (en) Dual level hitch
US5476203A (en) Bicycle crank shaft support carrier
US5836493A (en) Vehicular mount for cargo carrier
US20010030216A1 (en) Carrier rack for vehicle
WO1993009975A1 (en) Load carrier
US11148735B2 (en) Fifth wheel conversion hitch mounting system
US5741038A (en) Apparatus for extending effective dimensions of truck bed
NL9301282A (nl) Aan de achterzijde aan te brengen draaginrichting.
US5836494A (en) Vehicular cargo carrier assembly
US5501481A (en) Motor home towing and carrying apparatus and method
EP0522072B1 (en) Arrangement on a vehicle
NL8702358A (nl) Drager voor het demontabel bevestigen aan een trekhaakinrichting.
NL2003130C2 (nl) Rollatordrager.
NL1011191C2 (nl) Koppelinrichting.
GB2260111A (en) Vehicle luggage attachment for tow hitch
US20230001992A1 (en) Integrated hitch mounting system
US9908476B2 (en) Vehicle hitch assembly for suspension support of an accessory
CN114030424A (zh) 多用途适应性挂接安装式负载支撑系统
US10641301B2 (en) Bicycle mount device and method
GB2271093A (en) A carrier for mounting on a vehicle
US20080251556A1 (en) Vehicle hitch assembly for suspension support of an accessory

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed