NL9300403A - Postrouteringssysteem. - Google Patents
Postrouteringssysteem. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9300403A NL9300403A NL9300403A NL9300403A NL9300403A NL 9300403 A NL9300403 A NL 9300403A NL 9300403 A NL9300403 A NL 9300403A NL 9300403 A NL9300403 A NL 9300403A NL 9300403 A NL9300403 A NL 9300403A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- routing
- input
- output system
- machine
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B07—SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS; SORTING
- B07C—POSTAL SORTING; SORTING INDIVIDUAL ARTICLES, OR BULK MATERIAL FIT TO BE SORTED PIECE-MEAL, e.g. BY PICKING
- B07C3/00—Sorting according to destination
Landscapes
- Sorting Of Articles (AREA)
Description
POSTROUTERINGSSYSTEEM
Waar nodig wordt de inhoud van de Europese octrooiaanvrage EP92200444.5 en de Europese octrooiaanvrage EP92201486.5, beide ten name van aanvraagster, geacht deel uit te maken van de onderhavige aanvrage.
A. ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een postrouteringssysteem omvattende een invoersysteem (1), een postaal transmissiesysteem (2) en een uitvoersysteem (3), waarbij het invoersysteem is voorzien van invoermiddelen (4) voor het invoeren van poststukken, aftastmiddelen (5) voor het aftasten van op de poststukken fysiek aangebrachte adresseerinformatie zoals postcode en adres van bestemming, en het converteren daarvan in electronische of optische replica’s, een identificatiecode-generator (6) voor het aan elk ingevoerd poststuk en overeenkomstige replica toekennen van een identificatiecode en middelen (7) voor het op elk poststuk aanbrengen van een dergelijke identificatiecode in machine-leesbare vorm, waarbij het invoersysteem conversiemiddelen (8) omvat of daarmee is verbonden voor het converteren van de genoemde replica’s in machine-leesbare besturingscodes en waarbij zowel het invoersysteem als het uitvoersysteem is voorzien van routeringsmiddelen (10) voor het onder besturing van dergelijke machine-leesbare besturingscodes routeren van de poststukken naar de plaats van bestemming. Een dergelijk systeem is bekend uit Europese octrooiaanvrage EP92200444.5 ten name van aanvraagster. In die aanvrage worden met name de mogelijkheden behandeld die electronische besturingscodes bieden, namelijk het kunnen muteren of aanvullen ervan, teneinde poststukken op afstand te kunnen manipuleren en bijvoorbeeld te bewerkstelligen dat een poststuk op een ander adres wordt af geleverd dan de oorspronkelijke adresseerinformatie aangeeft, of dat het poststuk wordt afgeleverd in een bepaalde tijdsperiode. De onderhavige uitvinding beoogt een betere doorloop van de te routeren poststukken door het routeringssysteem te garanderen. Daarbij beoogt de uitvinding het percentage van poststukken waarvan de adresseerinformatie niet automatisch kan worden geconverteerd, de "rejects", te verminderen.
B. SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
De uitvinding berust op het inzicht dat voor die gevallen dat aan de zijde van het invoersysteem de adresgegevens van de poststukken niet machinaal en in korte tijd kunnen worden geconverteerd in een volledige besturingscodes (in electronische of optische, dan wel in ’barcode’-vorm), er kan worden volstaan met een onvolledige besturingscode, mits die wel in staat is om de eerste routeringsstap, de routeringsmiddelen van het invoersysteem, correct aan te sturen. Als die besturingscode voldoende is om het poststuk door middel van de routeringsmiddelen van het invoersysteem in de goede hoofdrichting (naar het juiste uitvoersysteem) te sturen, kan de informatie, die (pas na geruime tijd) nodig is om de routeringsmiddelen in het uitvoersysteem aan te sturen, worden nagezonden of zelfs in dat uitvoersysteem zelf worden gegenereerd aan de hand van de "ruwe" informatie (de originele adresseerinformatie of een replica daarvan) die door het invoersysteem naar het uitvoersysteem wordt gezonden. Met andere woorden berust uitvinding op het inzicht dat in het invoersysteem zo min mogelijk verwerkingstijd moet worden gebruikt voor het genereren van besturingscodes die pas in een later stadium, namelijk in het uitvoersysteem behoeven te worden gebruikt en die, daar het verzenden van het poststuk toch immers geruime tijd duurt, beter gedurende die tijd van verzending kan worden gegenereerd. Een verdere overweging waarop de onderstaand gepresenteerde uitvinding berust is dat de huidige transmis-sietechnieken van electronische of optische signalen het mogelijk maken om de voor het automatisch routeren van poststukken nodige bewerkingen, in het bijzonder het uit de originele adresinformatie van de poststukken of uit electronische of optische replica’s daarvan afleiden van machine-verwerkbare besturingscodes, gedistribueerd in tijd of plaats uit te voeren. Een verder voordeel daarbij is dat de bezetting van de conversieorganen meer gelijkmatig en flexibel kan worden verdeeld over de verschillende punten in het invoersysteem en het uitvoersysteem waar die conversie vereist is. Ook kan conversie, met name handmatige conversie van "moeilijke" postadressen (bijvoorbeeld zonder postcodes) worden uitbesteed aan "thuiswerkers".
De uitvinding omvat dus een postrouteringssysteem omvattende een invoersysteem (1), een postaal transmissiesysteem (2) en een uitvoersysteem (3), waarbij het invoersysteem is voorzien van invoermiddelen (4) voor het invoeren van poststukken, aftastmiddelen (5) voor het aftasten van op de poststukken fysiek aangebrachte adresseerinformatie zoals postcode en adres van bestemming, en het converteren daarvan in electronische of optische replica’s, een identificatiecode-generator (6) voor het aan elk ingevoerd poststuk en overeenkomstige replica toekennen van een identificatiecode en middelen (7) voor het op elk poststuk aanbrengen van een dergelijke identificatiecode in machine-leesbare vorm, waarbij het invoersysteem conversiemiddelen (8) omvat of daarmee is verbonden voor het converteren van de genoemde replica’s in machine-leesbare besturingscodes en waarbij zowel het invoersysteem als het uitvoersysteem is voorzien van routeringsmiddelen (10) voor het onder besturing van dergelijke machine-leesbare besturingscodes routeren van de poststukken naar de plaats van bestemming, waarbij volgens de uitvinding dat het uitvoersysteem een verificatieorgaan (11) omvat voor het verifiëren van de van invoerzijde afkomstige machine-leesbare besturingscodes op geschiktheid en compleetheid voor besturing van de routeringsmiddelen aan bestem-mingszijde, alsmede conversiemiddelen (8) voor het converteren van de genoemde, op de poststukken fysiek aangebrachte adresseerinformatie dan wel een replica daarvan, in machine-leesbare besturingscodes in het geval dat de van het invoersysteem naar het uitvoersysteem overgedragen machine-leesbare besturingscodes ontbreken of ongeschikt blijken te zijn voor het besturen van de routeringsmiddelen van het uitvoersysteem.
Nader uitgewerkt omvat het postrouteringssysteem volgens de uitvinding bij voorkeur transmissiemiddelen (12) voor het overdragen van de genoemde replica’s van het invoersysteem naar het uitvoersysteem, alsmede een uitvoersysteem dat eveneens conversiemiddelen (8) omvat voor het, tenminste in het geval dat de van het invoersysteem afkomstige machine-leesbare besturingscodes ontbreken of ongeschikt voor het besturen van routeringsmiddelen van het uitvoersysteem blijken te zijn, converteren van dergelijke overgedragen replica’s, of een gedeelte daarvan, in machine-leesbare besturingscodes voor het besturen van die routeringsmiddelen van het uitvoersysteem.
Bij voorkeur wordt het postrouteringssysteem erdoor gekenmerkt dat de genoemde conversiemiddelen worden gevormd door een netwerk (13) waarop een aantal conversieorganen (8) van verschillende soort zijn aangesloten, naar wier ingangen de genoemde replica’s van de originele, op de poststukken aangebrachte adresseerinformatie worden overgedragen via dat netwerk en wier uitgangssignalen, eveneens via datzelfde netwerk, worden aangeboden aan een interpretatie-orgaan (14) dat uit de uitgangssignalen van die verschillende conversieorganen de meest waarschijnlijke machine-leesbare bestu- ringscode afleidt en dit naar de achterliggende routeringsmiddelen afgeeft.
Het feit dat zowel de invoersystemen als de uitvoersystemen conversieor-ganen omvatten -namelijk in invoersysteem voor het genereren van de besturingsinformatie voor tenminste de routeringsmiddelen binnen dat invoersysteem en in het uitvoersysteem voor het zonodig genereren van aanvullende besturingsinformatie voor de routeringsmiddelen van het uitgangssysteem-- maakt het bij uitstek mogelijk dat het invoersysteem en het uitvoersysteem in hoofdzaak identiek zijn en beide de genoemde invoermiddelen omvatten, de genoemde aftastmiddelen, de genoemde idenficatiecode-printer, de genoemde conversiemiddelen, het genoemde interpretatieorgaan, het genoemde verificatieorgaan, en de genoemde routeringsmiddelen.
Nader uitgewerkt, wordt er bij voorkeur in voorzien dat, in het invoersysteem (1) of in het uitvoersysteem (3), de poststukken via verschillende, fysiek gescheiden kanalen (a...n) worden ingevoerd en dat elk kanaal is voorzien van de genoemde aftastmiddelen (5) voor het aftasten van op de poststukken aangebrachte adresseerinformatie en het converteren ervan in replica’s van die adresseerinformatie, terwijl de aldus gevormde replica’s, afkomstig van alle invoerkanalen via het genoemde netwerk worden aangeboden aan de verschillende conversieorganen.
Behalve dat de uitvinding -het tenminste (door conversie van de adresseerinformatie) genereren van het meest significante deel van de besturingscode aan invoerzijde en het pas daarna genereren van dat deel van de besturingscode dat nodig is voor de routering aan uitvoerzijde- toepasbaar is voor relatief moeilijk verwerkbare poststukken en rejects, ondersteunt de onderhavige uitvinding ook een andere postverwerkingpoiitiek, namelijk die waarbij in het invoersysteem van alle poststukken alleen het meest significante deel van de besturingscode -het deel dat nodig is voor de aansturing van de route-ringsmiddelen aan invoerzijde- wordt gegenereerd. Op deze wijze wordt voor alle poststukken de conversietijd aan invoerzijde geminimaliseerd en wordt niet, zoals in het voorgaande, slechts de verwerkingstijd (wachttijd) van de relatief moeilijk converteerbare poststukken binnen de perken gehouden. Het deel van de besturingscode dat pas gebruikt wordt aan uitvoerzijde, moet dan worden geconverteerd als het poststuk naar het door het meest significante deel van de besturingscode bepaalde uitvoersysteem onderweg is. Het resultaat is dat bij het verwerken van alle poststukken, aan invoerzijde de conversietijd minimaal is en voor het genereren van de voor het uitvoersysteem van belang zijnde besturingscodes een grote vrijheid in de tijd is, waardoor de capaciteitsbehoefte aan conversiemiddelen minimaal is. Gebruikmakend van deze verwerkingspolitiek, omvat de uitvinding dus een postrouteringssysteem als in de aanhef aangeduid, dat erdoor wordt gekenmerkt dat het invoersysteem (1) conversiemiddelen (8) omvat of daarmee is verbonden voor het converteren van de genoemde replica’s in machineleesbare besturingscodes voor het uitsluitend aansturen van de route-ringsmiddelen (10) in dat invoersysteem, terwijl het uitvoersysteem (3) eveneens conversiemiddelen (8) omvat of daarmee is verbonden, voor het converteren van de op de poststukken fysiek aangebrachte adresseerinformatie dan wel een replica daarvan, in machine-leesbare besturingscodes voor het besturen van de routeringsmiddelen (10) van het uitvoersysteem.
Verder is het mogelijk om de conversieorganen van de verschillende invoer-/uitvoersystemen met elkaar te verbinden tot één conversie-"pool" waardoor de conversiecapaciteit van het totale postrouteringssysteem over de verschillende invoer-/uitvoersystemen optimaal kan worden gealloceerd.
C. UITVOERINGSVOORBEELDEN
Figuur 1 toont een voorkeursuitvoering van een postrouteringssysteem volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont nadere uitwerking van het invoersysteem van het postrouteringssysteem uit figuur 1.
Figuur 1 toont een postrouteringssysteem dat gevormd wordt door drie hoofdonderdelen, te weten een invoerssysteem 1, een (postaal) transmissiesysteem 2 en een uitvoersysteem 3. De essentie van de uitvinding is gelegen in het invoersysteem en het uitvoersysteem. Deze systemen kunnen, zoals verder bij figuur 2 zal worden besproken, in hoofdzaak gelijk aan elkaar zijn, daar de meeste functies zowel bij de invoerverwerking als bij de uitvoerverwerking gebruikt worden.
Het invoersysteem 1 wordt gevormd door een invoerorgaan 4 dat is aangesloten op het "postale collectie systeem", gevormd door brievenbussen, postbussen en lokale postkantoren waardoor brieven en andere poststukken aan het postrouteringssysteem worden aangeboden. Op het postale transmissiesysteem 2 zijn verschillende invoer- en uitvoersystemen aangesloten. In de praktijk kan een invoersysteem 1 als uitvoersysteem 3 worden gebruikt en andersom. De invoersystemen en uitvoersystemen zijn ondergebracht in zogeheten "HUBs", grote postale ’verwerkingsfabrieken", waarin per etmaal vele miljoenen poststukken worden verwerkt (in Nederland thans ca. 17 miljoen poststukken per etmaal). De ingaande poststroom wordt ontvangen door het invoerorgaan 4 dat de poststukken doorzendt naar een aftastorgaan 5, in de huidige praktijk een videocamera met bijhorende apparatuur, die van de adresinformatie op de poststukken, in het bijzonder de postcode maar ook van eventuele verdere bestemmings-, verwerkings- of afzendercodes, een electronische, gedigitaliseerde replica maakt. Het is te voorzien dat in plaats van een electronische replica, ook een optische replica mogelijk is, die bijvoorbeeld op een optische geheugenplaat kan worden opgeslagen en die via een optisch netwerk kan worden getransporteerd. Aan elk poststuk wordt een unieke identificatiecode toegekend, die zowel op het poststuk wordt aangebracht, geprint door een printer 7, als ook als "label" wordt toegevoegd aan de genoemde replica, zodat elke replica kan worden gekoppeld aan het bijhorende poststuk. De poststukken worden vervolgens tijdelijk gebufferd in een buffer 9, alvorens ze door een routeringsorgaan 10, in de praktijk een of meer automatische postsorteermachines, naar een bepaalde hoofdbestemming -een bepaald uitvoersysteem- worden gerouteerd. De digitale replica’s worden via een breedbandig "local area network" (LAN) 13 aan een aantal conversieorganen 8 toegevoerd. Deze conversieorganen 8 dienen ervoor om de digitale videobeelden om te zetten in besturingscodes die geschikt zijn voor het aansturen van het routeringsorgaan 10 van het invoersysteem 1. De besturingscodes behoeven niet persé reeds geschikt te zijn voor het besturen van routeringsorgaan 10 in het uitvoersysteem 3. In het geval de adres-seerinformatie (met name de postcode) op de poststukken in bijvoorbeeld OCR-karakters is aangebracht, kunnen deze gemakkelijk en snel worden omgezet in een (digitale) besturingscode. Het omzetten van in normaal typeschrift aangebracht adressen kost wat meer verwerkingstijd, terwijl handgeschreven adressen doorgaans grotendeels handmatig zullen moeten verwerkt. Overigens worden thans methoden en hulpmiddelen ontwikkeld om ook handgeschreven postcodes machinaal te laten converteren, onder meer door het toepassen -bij briefpost- van detectiecodes, zoals "postcodekaders", voor het machinaal detecteren van de plaats en de inhoud van de postcodes (zie aanvrage dat het invoersysteem (1) conversiemiddelen (8) omvat of daarmee is verbonden voor het converteren van de genoemde replica’s in machine-leesbare besturingscodes voor het uitsluitend aansturen van de route-ringsmiddelen (10) in dat invoersysteem, terwijl het uitvoersysteem (3) eveneens conversiemiddelen (S) omvat of daarmee is verbonden, voor het converteren van de op de poststukken fysiek aangebrachte adresseerinformatie dan wel een replica daarvan, in machine-leesbare besturingscodes voor het besturen van de routeringsmiddelen (10) van het uitvoersysteem ten name van aanvraagster). De "moeilijkste" adressen zijn die adressen waarbij de postcode ontbreekt (de postcode vormt immers de belangrijkste informatie voor het postrouteringsproces. De conversie van deze adresinformatie moet handmatig gebeuren en kost veel tijd. De conversieorganen 8 bestaan uit verschillende soorten, namelijk een of meer voor het converteren van OCR-karakters, een of meer voor het omzetten van typeschrift, een of meer voor het omzetten van handgeschreven karakters binnen een "postcodekader", een of meer voor het omzetten van handgeschreven karakters zonder "postcodekader" en een of meer voor het omzetten van "moeilijke adressen", de adressen waarbij de postcodes geheel ontbreken; deze laatste soort wordt op dit moment gevormd door codeerstations die handmatig worden bediend. Al deze soorten conversieorganen zijn op het LAN 13 aangesloten. De electronische replica wordt aan alle conversieorganen aangeboden, echter niet aan de codeerstations; aan deze codeerstations worden alleen de replica’s aangeboden die door de overige conversieorganen 8 geen bruikbaar resultaat opleveren ("rejects"). Of een conversieresultaat al dan niet bruikbaar is, wordt onderzocht door een interpretatieorgaan 14 dat via het LAN 13 met elk conversieorgaan 8 is verbonden. Dat interpretatieorgaan 14 dient als besturingsorgaan voor het conversieproces. Pas als het conversieresultaat voldoet aan zekere kriteria, wordt dat conversieresultaat, een electronische (of, indien het LAN een optische LAN is, een optische) besturingscode, via het LAN naar het routeringsorgaan 10 gezonden. De beoordelingskriteria die het interpretatieorgaan 14 hanteert zijn bijvoorbeeld: de resulterende besturingscode moet voldoen aan een formeel vereiste, zoals eerst een reeks van vier cijfers, dan een spatie en daarna een reeks van twee letters. Aangezien (in Nederland) de linkse cijfers de meest significante code-elementen zijn, wordt het interpretatieorgaan 14 bij voorkeur zo ingesteld dat indien reeds de linker twee code-elementen uit cijfers bestaan, de besturingscode reeds aan het routeringsorgaan 10 (van het invoersysteem) wordt doorgegeven, daar dat orgaan aan die eerste twee code-elementen reeds genoeg heeft om het poststuk naar het juiste uitvoersysteem te routeren. Overigens wordt aan de conversieorganen 8 doorgaans een zekere tijd gegeven om de toegevoerde replica’s te converteren, een tijd die in veel gevallen voldoende is om de volledige postcode te converteren. Het interpretatieorgaan 13 vergelijkt tevens de conversieresultaten van de verschillende conversieorganen 8 en is bijvoorbeeld zo ingesteld dat een conversieresultaat eerst dan wordt goedgekeurd indien er tenminste twee conversieorganen zijn die hetzelfde conversieresultaat geven, betrekking hebbende op het gehele postcode, dan wel op de eerste twee code-elementen. Een andere mogelijkheid is dat het interpretatieorgaan uit de conversieresultaten van verschillende conversieor-gaan, ook indien zij van elkaar verschillen, toch de meest waarschijnlijke postcode afleidt, bijvoorbeeld wanneer een aantal conversieorganen dezelfde eerste drie code-elementen af geven en een paar andere conversieorganen dezelfde laatste drie code-elementen; het interpretatieorgaan 13 zal dan als meest waarschijnlijke postcode een besturingscode kiezen die gevormd wordt door de eerste drie code-elementen waarover de eerstgenoemde conversieorganen het eens waren en de laatste drie code-elementen waarover de laatstgenoemde conversieorganen het met elkaar eens waren.
De aldus gegenereerde besturingscodes worden zowel aan het routeringsor-gaan 10 overgedragen als via het WAN 12 aan het uitvoersysteem. Op dit WAN 12 zijn overigens ook nog een aantal conversieorganen 8 aangesloten, namelijk een aantal door operators bediende codeerstations, die met name dus die replica’s verwerken die door het interpretatieorgaan 14 af gekeurd werden, de rejects. Indien de eerste twee code-elementen, nodig voor de besturing van het routeringsorgaan 10 van het invoersysteem, door het interpretatieorgaan 14 werden goedgekeurd, maar de verdere code-elementen niet, kan het bijbehorende poststuk door het routeringsorgaan 10 naar het juiste uitvoersysteem 3 worden gerouteerd en wordt het poststuk aldus via het postale transmissiesysteem 2 naar het uitvoersysteem 3 overgedragen. Het postale transmissiesysteem 2 wordt gevormd door een vervoerssysteem, bestaande uit containers, vrachtwagens, treinen etc.
Het uitvoersysteem 3 omvat, evenals het invoersysteem 1, een invoerorgaan 4, een aftastorgaan 5, conversieorganen 8, een buffer 9 en een routeringsorgaan 10. Evenals in het invoersysteem 1, zijn de conversieorganen 8 via een LAN 13 met het aftastorgaan 5 verbonden en is verder het routeringsorgaan 10 eveneens op dat LAN 13 aangesloten. Verder is het LAN 13 aangesloten op het WAN 12 (Wide Area Network), waardoor van het invoersysteem 1 de besturingscodes van de naar het uitvoersysteem 3 verzonden poststukken worden overgedragen. Verder is op het LAN een verificatieorgaan 11 aangesloten voor het verifiëren van de compleetheid en geldigheid van de ontvangen besturingscodes en voor het zonodig --via de conversieorganen 8 van het uitvoersysteem 3 aanvullend of corrigerend converteren van de replica’s van de ontvangen poststukken. Deze replica’s kunnen (opnieuw) door het aftastorgaan 5 van het uitvoersysteem 3 worden gegenereerd of, evenals de besturingscodes, via het WAN 12 naar het uitvoersysteem 3 zijn over- gedragen.
Opgemerkt zij, dat het mogelijk is om de besturingscodes die in het invoersysteem 1 worden gegenereerd (door de conversieorganen 8) ook op het poststuk worden aangebracht door middel van printer 7, die dan dus zowel de identificatiecode als het conversieresultaat, de besturingscode, op het poststuk afdrukt; in dat geval is het niet persé nodig de besturingscode ook nog in electronische vorm (of bij een optisch LAN in optische vorm) over te dragen. In beide gevallen wordt de besturingscode in machine-leesbare vorm gegenereerd en eerst naar het routeringsorgaan 10 van het invoersysteem 1 en daarna naar het uitvoersysteem 3 overgedragen. De besturingscode wordt in het ene geval dus, geprint op het poststuk zelf, via het postale transmissiesysteem 2 naar het uitvoersysteem 3 overgedragen, in het andere geval, waarvan in het voorgaande werd en het navolgende wordt uitgegaan, als electronisch of optisch codesignaal via het WAN 12.
Aan de zijde van het uitvoersysteem 3 wordt het poststuk via het invoeror-gaan 4 aan het aftastorgaan 5 aangeboden. Dit aftastorgaan 5 detecteert de in het invoersysteem 1 op het poststuk aangebrachte identificatiecode. Indien de besturingscode op het poststuk zelf is aangebracht, detecteert het aftastorgaan tevens die besturingscode. Indien de besturingscode in het invoersysteem 1 in een electronische (of optische) besturingscode is omgezet, wordt in het uitvoersysteem 3 de door het aftastorgaan 5 gedetecteerde identificatiecode door het verificatieorgaan 11 gebruikt om (in een niet getekende database) de bij het poststuk behorende besturingscode -die door systeem 1, via het WAN 12, naar het uitvoersysteem 3 werd overgedragen- op te zoeken. Van die besturingscode kan dus, indien aan invoerzijde de verwerkingstijd ontbrak om een complete correcte besturingscode te verkrijgen -bijvoorbeeld doordat onder de conversieorganen slechts overeenstemming was over de eerste twee code- elementen van de besturingscode en de adresseerinformatie derhalve handmatig verder moest worden geconverteerd— het gedeelte dat voor het aan-sturen van het routeringsorgaan 10 aan invoerzijde niet persé nodig was, gedurende de tijd dat het poststuk via het postale transmissiesysteem naar het uitvoersysteem 3 onderweg was, geconverteerd (i.c. handmatig) en naar het uitvoersysteem overgedragen zijn. Het verificatieorgaan 11 onderzoekt of de overgedragen besturingscode correct is voor het besturen van het routeringsorgaan 10 van het uitvoersysteem 3. Terwijl in het invoersysteem 1 de correctheid van het meest significante deel van de besturingscode van belang was -en desnoods daarmee kon worden volstaan voor het aansturen van het routeringsorgaan 10 aldaar- is in het uitvoersysteem de correctheid van het minst significante deel van de besturingscode van belang, daar dat deel het routeringsorgaan 10 -bestaande uit een of meer sorteermachines voor het op stadswijk of zelfs straat sorteren van de poststukken- van het uitvoersysteem 3 moet aansturen. Indien het verificatieorgaan 11 concludeert dat de besturingscode van een poststuk niet correct is, wordt een actie gestart voor het opnieuw genereren van de besturingscode. Dat kan geschieden op basis van de originele adresinformatie op het poststuk zelf, of op basis van de replica die -gekoppeld aan de identificatiecode van het poststuk- van de zijde van het invoersysteem 1 naar het uitvoersysteem 3 werd overgedragen. Indien die replica niet werd overgedragen, moet in het uitvoersysteem 3, door middel van het aftastorgaan 5, een nieuwe replica worden gemaakt. Hetzij de overgedragen replica, hetzij de nieuw gemaakte replica, wordt via het LAN 13 van het uitvoersysteem 3 aangeboden aan de conversieorganen 8 van het uitvoersysteem 3. Op dezelfde wijze als in het invoersysteem het geval was, worden door de conversieorganen 8 van de replica’s besturingscodes afgeleid, die vervolgens aan het routeringsorgaan 10 worden aangeboden, waarna het routeringsorgaan 10 de in de buffer 9 opgeslagen poststukken "bevrijdt" en verder routeert. Opgemerkt wordt dat ook voor de conversie van replica’s aan het uitvoersysteem 3 gebruik kan worden gemaakt van op de WAN 12 aangesloten conversieorganen 8 (bijvoorbeeld "thuiswerkers"). Het is zelfs mogelijk om de conversieorganen 8 van het invoersysteem 1 te gebruiken voor de conversie in het uitvoersysteem 3 en ook, andersom, de conversieorganen 8 van het uitvoersysteem 3 voor de conversie in het invoersysteem 1.
De verwerking van poststukken is een cyclisch proces met een cyclustijd van een etmaal. In de praktijk wordt zoveel mogelijk van de apparatuur van het invoersysteem 1 voor een bepaald gedeelte van een etmaal gebruikt als invoersysteem en voor het een ander gedeelte van dat etmaal als uitvoersysteem.
Figuur 2 toont een nadere uitwerking van het systeem 1 zoals dat hierboven als invoersysteem is gepresenteerd. Dat systeem is zowel als invoersysteem als als uitvoersysteem te gebruiken en kan, zoals reeds aangeduid, tijdens een eerste gedeelte van de verwerkingscyclus als invoersysteem 1 worden gebruikt voor aan het postale transmissiesysteem aan te bieden post en tijdens een tweede gedeelte van de verwerkingscyclus als uitvoersysteem 3 voor door het postale transmissiesysteem af gegeven post. Het systeem wordt gevormd door al de systeemdelen die reeds in het voorgaande zijn behandeld, met uitzondering van een besturingsorgaan 16, dat dient voor coördinatie van de werking van de verschillende systeemcomponenten. Vanuit het postale collectie systeem wordt via een aantal invoerkanalen a...n een stroom poststukken aan het systeem toegevoerd. Elk kanaal is voorzien van invoer-organen 4, aftastorganen 5, printers 7 en buffers 9. Al die organen zijn aangesloten op het LAN 13 en worden -via dat LAN 13- bestuurd door het besturingsorgaan 16. Aan elk poststuk wordt vanuit een identificatiecode- generator 6 een unieke identificatiecode toegekend, die door een printer 7 op het poststuk wordt af gedrukt. Door de aftastorganen 5 worden replica’s gemaakt die via het LAN 13 (en via het WAN 12) aan de conversieorganen 8 worden aangeboden. De door de conversieorganen gegenereerde bestu-ringscodes worden door het interpretatieorgaan 14 onderzocht op correctheid en vervolgens aan het routeringsorgaan 10 overgedragen. De identificatiecodes, replica’s en besturingscodes worden via het LAN 13 en het WAN 12 naar het (niet getekende) uitvoersysteem overgedragen. Doordat -via het LAN 13- de conversieorganen 8 zijn aangesloten op de aftastorganen van alle n in-voerkanalen, wordt een optimale inzet van de conversieorganen verkregen en de gemiddelde doorlooptijd geminimaliseerd. Als het systeem uit figuur 2 wordt gebruikt als uitvoersysteem, wordt de stroom poststukken -afkomstig van verschillende invoersystemen 1, aangevoerd via het postale transmissiesysteem 2- via de invoerkanaien a...n aan het systeem toegevoerd en via de invoerorganen aan de aftastorganen 5 aangeboden, waar de opgedrukte identificatiecodes worden gelezen en aan het verificatieorgaan 11 doorgegeven, welk orgaan uit een database -waarin de naar het uitvoersysteem 3 overgedragen besturingscodes zijn opgeslagen— de bij de identificatiecodes behorende besturingscodes opzoekt en onderzoekt op geschiktheid om het achterliggende routeringsorgaan 10 aan te sturen. Niet-correcte besturingscodes worden alsnog gegenereerd door middel van herconversie van de eveneens in de database opgeslagen of nieuw-aangemaakte replica’s. Correctheid van die nieuw-gegenereerde besturingscodes wordt bewaakt door het interpretatieorgaan 14.
In het voorgaande is ervan uitgegaan dat er aan invoerzijde naar wordt gestreefd om, waar mogelijk, volledige en correcte besturingscodes -geconverteerde postcodes- te genereren. Een andere verwerkingspolitiek is echter dat in het invoersysteem opzettelijk alleen dat (meest significante) deel van de besturingscode wordt gegenereerd dat absoluut nodig is voor de aansturing van het routeringsorgaan 10 aan invoerzijde. Deze werkwijze minimaliseert dus de conversietijd aan invoerzijde voor alle poststukken en niet alleen, zoals in het voorgaande werd gesuggereerd, de relatief moeilijk converteerbare poststukken. De rest van de postcode, het deel dat pas van belang is aan uitvoerzijde, moet dan worden geconverteerd als het poststuk, dat door het invoersysteem 1 reeds naar het juiste uitvoersysteem 3 gerouteerd is, naar dat uitvoersysteem 3 onderweg is. Dit betekent dat er voor het genereren van de voor het uitvoersysteem van belang zijnde besturingscodes van de (alle) poststukken een grote vrijheid in de tijd is, waardoor belastingspieken in het gebruik van de conversieorganen zo veel mogelijk worden vermeden en er in feite voor het verwerken van de poststromen, een minimale capaci-teitsbehoefte aan conversieorganen (en -voor handmatige verwerking- operators) is. Verder is het daarbij heel goed mogelijk om de LANs 13 en de WANs 12 met elkaar te verbinden (deze zijn in feite alle conversieorganen van de verschillende invoer-/uitvoersystemen en zijn, als hierboven uiteengezet, technisch gelijk aan elkaar) -met andere woorden, alle conversieorganen S kunnen één "pool" vormen, de benodigde conversiecapaciteit over alle conversieorganen 8 van alle tot het postrouteringssysteem behorende invoer-/uitvoersystemen (HUBs) optimaal te alloceren.
D. REFERENTIES
Europese octrooiaanvrage EP92200444.5 Europese octrooiaanvrage EP92201486.5
Claims (7)
1. Postrouteringssysteem omvattende een invoersysteem (1), een postaal transmissiesysteem (2) en een uitvoersysteem (3), waarbij het invoersysteem is voorzien van invoermiddelen (4) voor het invoeren van poststukken, aftast-middelen (5) voor het aftasten van op de poststukken fysiek aangebrachte adresseerinformatie zoals postcode en adres van bestemming, en het converteren daarvan in electronische of optische replica’s, een identificatiecode-generator (6) voor het aan elk ingevoerd poststuk en overeenkomstige replica toekennen van een identificatiecode en middelen (7) voor het op elk poststuk aanbrengen van een dergelijke identificatiecode in machine-leesbare vorm, waarbij het invoersysteem conversiemiddelen (8) omvat of daarmee is verbonden voor het converteren van de genoemde replica’s in machine-leesbare be-sturingscodes en waarbij zowel het invoersysteem als het uitvoersysteem is voorzien van routeringsmiddelen (10) voor het onder besturing van dergelijke machine-leesbare besturingscodes routeren van de poststukken naar de plaats van bestemming, met het kenmerk dat het uitvoersysteem een verificatieorgaan (11) omvat voor het verifiëren van de van invoerzijde afkomstige machine-leesbare besturingscodes op geschiktheid en compleetheid voor besturing van de routeringsmiddelen aan bestemmingszijde, alsmede conversiemiddelen (8) voor het converteren van de genoemde, op de poststukken fysiek aangebrachte adresseerinformatie dan wel een replica daarvan, in machine-leesbare besturingscodes in het geval dat de van het invoersysteem naar het uitvoersysteem overgedragen machine-leesbare besturingscodes ontbreken of ongeschikt blijken te zijn voor het besturen van de routeringsmiddelen van het uitvoersysteem.
2. Postrouteringssysteem volgens conclusie 1, gekenmerkt door transmissiemiddelen (12) voor het overdragen van de genoemde replica’s van het invoersysteem naar het uitvoersysteem, alsmede een uitvoersysteem dat eveneens conversiemiddelen (8) omvat voor het, tenminste in het geval dat de van het invoersysteem afkomstige machine-leesbare besturingscodes ontbreken of ongeschikt voor het besturen van routeringsmiddelen van het uitvoersysteem blijken te zijn, converteren van dergelijke overgedragen replica’s, of een gedeelte daarvan, in machine-leesbare besturingscodes voor het besturen van die routeringsmiddelen van het uitvoersysteem.
3. Postrouteringssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de genoemde conversiemiddelen worden gevormd door een netwerk (13) waarop een aantal conversieorganen (8) van verschillende soort zijn aangesloten, naar wier ingangen de genoemde replica’s van de originele, op de poststukken aangebrachte adresseerinformatie worden overgedragen via dat netwerk en wier uitgangssignalen, eveneens via datzelfde netwerk, worden aangeboden aan een interpretatie-orgaan (14) dat uit de uitgangssignalen van die verschillende conversieorganen de meest waarschijnlijke machine-leesbare bestu-ringscode afleidt en dit naar de achterliggende routeringsmiddelen afgeeft.
4. Postrouteringssysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk dat het invoersysteem en het uitvoersysteem in hoofdzaak identiek zijn en beide de genoemde invoermiddelen omvatten, de genoemde aftastmiddelen, de genoemde idenficatiecode-printer, de genoemde conversiemiddelen, het genoemde interpretatieorgaan, het genoemde verificatieorgaan, en de genoemde routeringsmiddelen.
5. Postrouteringssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat, in het invoersysteem (1) of in het uitvoersysteem (3), de poststukken via verschillende, fysiek gescheiden kanalen (a...n) worden ingevoerd en dat elk kanaal is voorzien van de genoemde aftastmiddelen (5) voor het aftasten van op de poststukken aangebrachte adresseerinformatie en het converteren ervan in replica’s van die adresseerinformatie, terwijl de aldus gevormde replica’s, afkomstig van alle invoerkanalen via het genoemde netwerk worden aangeboden aan de verschillende conversieorganen.
6. Postrouteringssysteem omvattende een invoersysteem (1), een postaal transmissiesysteem (2) en een uitvoersysteem (3), waarbij het invoersysteem is voorzien van invoermiddelen (4) voor het invoeren van poststukken, aftast-middelen (5) voor het aftasten van op de poststukken fysiek aangebrachte adresseerinformatie zoals postcode en adres van bestemming, en het converteren daarvan in electronische of optische replica’s, een identificatiecode-generator (6) voor het aan elk ingevoerd poststuk en overeenkomstige replica toekennen van een identificatiecode en middelen (7) voor het op elk poststuk aanbrengen van een dergelijke identificatiecode in machine-leesbare vorm, waarbij het invoersysteem conversiemiddelen (8) omvat of daarmee is verbonden voor het converteren van de genoemde replica’s in machine-leesbare be-sturingscodes en waarbij zowel het invoersysteem als het uitvoersysteem is voorzien van routeringsmiddelen (10) voor het onder besturing van dergelijke machine-leesbare besturingscodes routeren van de poststukken naar de plaats van bestemming, met het kenmerk dat het invoersysteem (1) conversiemiddelen (8) omvat of daarmee is verbonden voor het converteren van de genoemde replica’s in machine-leesbare besturingscodes voor het uitsluitend aansturen van de routeringsmiddelen (10) in dat invoersysteem, terwijl het uitvoersysteem (3) eveneens conversiemiddelen (8) omvat of daarmee is verbonden, voor het converteren van de op de poststukken fysiek aangebrachte adresseerinformatie dan wel een replica daarvan, in machineleesbare besturingscodes voor het besturen van de routeringsmiddelen (10) van het uitvoersysteem.
7. Postrouteringssysteem volgens conclusie 1 of 6, met het kenmerk dat de genoemde conversiemiddelen (8) voor het invoersysteem en de conver-siemiddelen (8) voor het uitvoersysteem met het invoersysteem en het uit-voersysteem zijn verbonden door middel van een electrisch of optisch trans-missienetwerk (12,13).
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9300403A NL9300403A (nl) | 1993-03-05 | 1993-03-05 | Postrouteringssysteem. |
EP94200381A EP0613731A1 (en) | 1993-03-05 | 1994-02-14 | Mail routing system |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9300403 | 1993-03-05 | ||
NL9300403A NL9300403A (nl) | 1993-03-05 | 1993-03-05 | Postrouteringssysteem. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9300403A true NL9300403A (nl) | 1994-10-03 |
Family
ID=19862139
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9300403A NL9300403A (nl) | 1993-03-05 | 1993-03-05 | Postrouteringssysteem. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0613731A1 (nl) |
NL (1) | NL9300403A (nl) |
Families Citing this family (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1001862C2 (nl) * | 1995-12-08 | 1997-06-10 | Nederland Ptt | Werkwijze voor het verzamelend en distributief verwerken van poststuk- ken. |
ATE265899T1 (de) * | 1998-06-29 | 2004-05-15 | Crisplant As | Verfahren und system zur verarbeitung von poststücken |
EP1129792A1 (fr) * | 2000-03-03 | 2001-09-05 | Akatech Sa | Procédé permettant d'optimiser la gestion d'envois postaux et installation pour sa mise en oeuvre |
FR2807349B1 (fr) * | 2000-04-05 | 2004-09-24 | Mannesman Dematic Postal Autom | Suppression d'erreurs d'adressage dans un processus de tri, acheminement et distribution du courrier a l'aide de codes client sur les articles de courrier |
FR2807348B1 (fr) * | 2000-04-05 | 2004-02-13 | Mannesmann Dematic Postal Automation Sa | Suppression d'erreurs d'adressage dans un processus de tri, acheminement et distribution du courrier a l'aide de codes client sur les articles de courrier |
EP2017791A1 (de) * | 2007-07-10 | 2009-01-21 | Deutsche Post AG | Verfahren, Vorrichtung und Logistiksystem zum Befördern einer Postsendung |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO1990012660A1 (fr) * | 1989-04-27 | 1990-11-01 | Bertin & Cie | Procede et systeme de tri d'objets portant des inscriptions, tels que des objets postaux, des cheques, des mandats |
EP0424728A2 (en) * | 1989-10-24 | 1991-05-02 | International Business Machines Corporation | System and method for deferred processing of OCR scanned mail |
-
1993
- 1993-03-05 NL NL9300403A patent/NL9300403A/nl not_active Application Discontinuation
-
1994
- 1994-02-14 EP EP94200381A patent/EP0613731A1/en not_active Withdrawn
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO1990012660A1 (fr) * | 1989-04-27 | 1990-11-01 | Bertin & Cie | Procede et systeme de tri d'objets portant des inscriptions, tels que des objets postaux, des cheques, des mandats |
EP0424728A2 (en) * | 1989-10-24 | 1991-05-02 | International Business Machines Corporation | System and method for deferred processing of OCR scanned mail |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP0613731A1 (en) | 1994-09-07 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US8121344B2 (en) | System and method for routing imaged documents | |
US6292709B1 (en) | Method and device for online processing of forwarding mail | |
US5667078A (en) | Apparatus and method of mail sorting | |
US9381544B2 (en) | Apparatus and methods for identifying and processing mail using an identification code | |
JP3641494B2 (ja) | アドレス情報が付与された送付物の分類識別方法及び装置 | |
US6894243B1 (en) | Identification coder reader and method for reading an identification code from a mailpiece | |
JP3740168B2 (ja) | 郵便物の処理方法 | |
US20020029202A1 (en) | System and methods for unified routing of mailpieces and processing sender notifications | |
US20080300717A1 (en) | Apparatus and methods for processing mailpiece information by an identification code server | |
JPH03137975A (ja) | 配達物処理方法及びシステム | |
US7081595B1 (en) | Apparatus and methods for processing mailpiece information in a mail processing device using sorter application software | |
WO2007053678A2 (en) | Method and system for image processing based on product type in a universal coding system | |
JP5297470B2 (ja) | 郵便物の署名の検査スペースの最適管理を含む郵便物選別方法 | |
NL9100300A (nl) | Postrouteringssysteem. | |
NL9300403A (nl) | Postrouteringssysteem. | |
CZ70395A3 (en) | Enhanced processing of postal consignments scanned by an optical recognition of characters and a system for making the same | |
JP2004532735A (ja) | 自動区分装置による送付物の仕分け方法 | |
US6570115B1 (en) | Method for sorting mail | |
KR20010064264A (ko) | 반송 우편물의 자동 처리시스템 및 방법 | |
JP2005521136A (ja) | 送付物の宛先を読み取る方法および装置 | |
US9697408B2 (en) | System and method for real-time address correction | |
JPH09192609A (ja) | 宛名認識装置、郵便物区分装置及び郵便物処理システム | |
JP2006095386A (ja) | 配達物処理装置と配達物処理方法 | |
JP2005152776A (ja) | 宛先認識装置と紙葉類処理システム | |
JP2868930B2 (ja) | 郵便物処理装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BI | The patent application has been withdrawn | ||
BI | The patent application has been withdrawn |