NL9200998A - Draagkolom alsmede gevelplaat te gebruiken in combinatie met die draagkolom. - Google Patents

Description

Draagkolom alsmede gevelplaat te gebruiken in combinatie met die draagkolom.

De uitvinding heeft betrekking op een draagkolom waaraan een betonnen gevel wordt gekoppeld en die deze gevel draagt met de verdiepingsvloeren en nabij die verdiepingsvloeren van bevestigingsmiddelen is voorzien voor verbinding tussen die draagkolom en de betonconstructie.

Een dergelijke draagkolom is in de stand der techniek algemeen bekend. Voor het vervaardigen van deze prefa-betongevelconstructies worden twee soorten gevelplaten gebruikt. Een eerste soort is met verhoudingsgewijs kleine openingen voor ramen en dergelijke, welke openingen zich in ieder geval niet over de gehele lengte van de gevelplaat uitstrekken. Daardoor kan de gevelplaat zelfdragend worden uitgevoerd en eveneens het gewicht van de verdiepingsvloeren opnemen. Bij dergelijke constructies is geen draagkolom noodzakelijk. Zodra echter openingen in de gevelplaat zich over een dusdanige lengte daarvan uitstrekken, dat deze gevelplaat niet meer in staat is de verticale belasting van de ene verdieping naar de andere verdieping, resp. de bodem, over te brengen is het noodzakelijk draagkolommen te plaatsen. In de stand der techniek zijn allerlei constructies voor draagkolommen bekend en in het algemeen omvatten deze de toepassing van een I-profiel of dergelijke waaraan de gevelplaat gehangen wordt en onder de vloerelementen van uitsteeksels voorzien wordt (bijvoorbeeld door lassen) voor bevestiging aan de betonnen constructie. Ter afwerking wordt vaak de ruimte tussen de flenzen en het lijf van het I-profiel volgestort. Omdat de uitsteeksels bevestigd aan het I-profiel grote krachten dienen op te nemen, moet de bevestiging aan het I-profiel eveneens aan hoge eisen voldoen. D.w.z. dat met verhoudingsgewijs dikwan-dig materiaal gewerkt moet worden, hetgeen de kosten van een dergelijke constructie aanzienlijk verhoogt. Door de aanwezigheid van de bevestigingsmiddelen onder de vloer, en met name bij verdiepingsvloeren in het plafond, ontstaat een onesthetisch geheel en moeten bijzondere maatregelen genomen worden om deze bevestigingsconstructies uit het zicht te brengen.

Het doel van de onderhavige uitvinding is in een goedkoper te verwezenlijken constructie met draagkolom te voorzien, waarbij de nadelen van het onesthetische aanzicht grotendeels worden weggenomen.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven draagkolom verwezenlijkt doordat de kolom een kokerprofiel is, en de bevestigingsmiddelen een de omtrek van het kokerprofiel tenminste gedeeltelijk opnemende manchet omvatten, waarbij de manchet van bevestigingsuitsteeksels is voorzien en de wanddikte van de manchet groter is dan die van het kokerprofiel. Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag dat de door de draagkolom op te nemen krachten het niet noodzakelijk maken daarvoor een dikwandig materiaal toe te passen. Een dikwandig materiaal is slechts vereist om de lasverbinding nabij de hoeken van kokerprofiel aan de bevestigingsuitsteeksels te verwezenlijken. Omdat thans volgens de uitvinding deze bevestigingsuitsteeksels aan de manchet met grotere wanddikte bevestigd zijn en de manchet zich over tenminste een groot deel van de omtrek van het kokerprofiel uitstrekt en daaraan moet worden bevestigd, kan met een geringere wanddikte volstaan worden. Daardoor kunnen de kosten aanzienlijk afnemen. Eveneens is het met deze constructie mogelijk de manchet binnen de dikte van de verdiepingsvloer aan te brengen. Daardoor zal na het verwezenlijken van de constructie de bevestiging tussen kokerprofiel en gevelplaten resp. vloerelementen niet meer zichtbaar zijn. Het uiterlijk van het kokerprofiel voldoet reeds aan alle eisen, zodat uitwendig geen nadere afwerking noodzakelijk is. Door het gebruik van dergelijke draagkolommen is het mogelijk zeer nauwkeurig te werken, d.w.z. dat indien eenmaal alle maten uitgezet zijn het niet noodzakelijk is om bij elke verdiepingsvloer de maatvoering nogmaals geheel te controleren. Met de constructie volgens de uitvinding is het door eenvoudige aanpassingen aan de manchet mogelijk verschillende constructies toe te passen.

De bevestigingsuitsteeksels kunnen allerlei delen omvatten voor bevestiging aan zowel de gevelwand, de vloerplaten als een om de vloerplaten aangebrachte trekbandverankering. Voor de gevelplaten kunnen dragers aangebracht worden die zijn voorzien van een horizontaal vlak. Bovendien kunnen zich verticaal uitstrekkende lippen aanwezig zijn met een aan de bovenzijde gelegen invoeropening begrensd tussen die lippen en de manchet resp. het kokerprofiel waarbij de afstand tussen de lippen en de manchet vanaf de opening naar beneden toe afneemt. In een dergelijke opening kan een met metalen plaat, eventueel kontralip, die in het bijzonder is aangebracht in een uitsparing van de gevelplaat ingevoerd worden. Op deze wijze worden gevelplaat en draagkolom ten opzichte van elkaar gecentreerd en vastgetrokken.

Om het kokerprofiel verder te verstevigen en in het bijzonder in noodzakelijke brandveiligheid te voorzien, is dit volgens een voorkeursuitvoering inwendig voorzien van een wapening en gevuld met mortel. Vanzelfsprekend vindt in ieder geval het vullen van mortel pas plaats na het plaatsen van de draagkolom. Daar de constructie van de manchet binnen de dikte van de vloer c.q. aanstorting door mortel wordt omgeven, is deze tevens van de noodzakelijke brandveiligheid voorzien. Om direkt contact tussen de manchet resp. het kokerprofiel en de gevel te vermijden, is daartussen een elastisch meegevende band aangebracht. Gezien de dunwandi-ge constructie van het kokerprofiel is het mogelijk dit uit koud gewalst staalmateriaal te vervaardigen.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een gevelplaat die in het bijzonder aangepast is aan de hierboven beschreven draagkolom. Meer in het bijzonder heeft deze gevelplaat nabij tenminste een begrenzingsrand een uitsparing voor verbinding met de manchet. Eveneens kan de gevelplaat nabij die uitsparing voorzien zijn van een als zodanig bekende draagrand voor verdiepingsvloerelementen.

De uitvinding wordt hieronder aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld nader verduidelijkt. Daarbij tonen:

Fig. 1 in perspectivisch aanzicht een manchet volgens de uitvinding;

Fig. 2 in aanzicht van binnenaf perspectivisch en gedeeltelijk opengewerkt een betonconstructie met draagkolom en manchet volgens de onderhavige uitvinding;

Fig. 3 de constructie volgens fig. 2 gedeeltelijk opengewerkt van buitenaf gezien;

Fig. k een detail van de verbinding tussen manchet/kolom en gevelplaat; en fig. 5 koppeling van twee draagkolommen volgens de uitvinding in perspectivisch aanzicht.

In fig. 1 is de manchet volgens de uitvinding in zijn geheel met 1 aangegeven. Deze manchet bestaat uit een huls 2. Huls 2 bestaat uit een dikwandig staalmateriaal. Daaraan zijn verticale lippen 9 bevestigd alsmede horizontale dragers 8 en opnamen 10 (zie fig. 2). Opnamen 10 zijn voorzien van openingen 3- In fig. 2 is de manchet getoond, welke is bevestigd aan een kolom 5· Kolom 5 is een dunwandig kokerprofiel. Bevestiging vindt plaats door lassen. Door het verhoudingsgewijs grote oppervlak bestaat een groot gebied waartussen de lasverbinding tussen kolom 5 en manchet 1 verwezenlijkt kan worden. Daarbij is het niet noodzakelijk uitsluitend ter plaatse van de dragers 8 of lippen 9 of opnamen 10 een lasrups te leggen, zoals in de stand der techniek noodzakelijk was, maar kan bevestiging langs een groter omtreksdeel plaatsvinden. Daardoor kan met een dunwandig kokerprofiel 5 worden volstaan. In fig. 2 zijn bovendien een gevel 6 afgebeeld bestaande uit gevelplaten 13 elk voorzien van een draagrand 15. Bovendien zijn enkele vloerelementen 7 afgebeeld. Ge- velplaten 13 zijn voorzien van uitsparingen 14 die geplaatst moeten worden op dragers 8. Opnamen 10 zijn geschikt voor het opnemen van een slecht gedeeltelijk aangegeven trekbandverankering 4, die zich om de gehele constructie uitstrekt om deze verder te verstevigen. Vanaf de manchet strekt zich een in de later vol te storten vloerconstructie op te nemen verdere wapeningsstaaf 17 uit. In fig. 3 is de constructie volgens fig. 2 vanaf de buitenzijde weergegeven. Daaruit blijkt bovendien dat tussen de manchet/draagkolom en de gevelplaat een laag meegevend kunst-stofmateriaal 12 is aangebracht. Over de gehele constructie heen wordt een glasvezel versterkt bitumenweefsel 18 aangebracht zodat in een gesloten constructie voorzien wordt. Bovendien worden om een binnenklimaat te creëren dergelijke gevelplaten in het algemeen afgewerkt met verdere daarvoor geplaatste constructies. Een detail van de lippen 9 in aangrij-ping met gevelplaat 13 is in fig.4 afgebeeld. Daaruit blijkt, dat in gevelplaat 13 een stalen plaat 16 ingestort is met een kontralip 20. Deze stalen plaat 16 beweegt met de contralip bij het monteren in de opening begrensd tussen de lippen 9 en de draagkolom 5.

Hoewel de draagkolom volgens de uitvinding elke lengte kan hebben, is deze volgens een voorkeursuitvoering uitgevoerd voor meerdere verdiepingsvloeren. Indien een gebouw hoger is, is het noodzakelijk een dergelijke draagkolom te verlengen. Dit kan plaatsvinden door de in fig. 5 getoonde constructie. Daarbij is in het kokerprofiel een hulpstuk 20 aangebracht, dat in het bovenliggende kokerprofiel schuift. Door het op elkaar plaatsen van de verschillende draagkolommen 5 kan een doorgaand geheel worden verkregen. Eventueel kan de manchet aan de onderzijde aan het onderste draagkolom worden vastgelast.

Na het plaatsen van de draagkolom of -kolommen wordt een wapening ingebracht. Eventueel kan deze wapening vooraf worden ingebracht, In ieder geval wordt na het plaatsen van de kokerprofielen mortel in de ko-kerprofielen gestort om deze de noodzakelijke brandwerendheid en verdere stijfheid te geven.

Bij de constructie volgens de onderhavige uitvinding vindt verbinding tussen de draagkolom en de gevelplaten resp. vloerelementen plaats door constructiedelen waarvan de positie zeer nauwkeurig te bepalen is. Daardoor is het niet noodzakelijk bij elke verdiepingsvloer alle maten volledig nauwkeurig te bepalen. Daardoor kan een grote tijdbesparing worden verkregen. Bevestiging van de manchet aan het kokerprofiel kan in de werkplaats plaatsvinden, zodat lassen onder optimale omstandigheden kan worden verkregen. Daardoor kan de las een optimale sterkte hebben.

Eveneens is het door het gebruik van een afzonderlijke manchet mogelijk deze uit een hoogwaardiger staal te vervaardigen dan het kokerprofiel en in serieproduktie te vervaardigen.

Voor het optrekken van een betonconstructie en de draagkolom volgens de uitvinding is het na het op de bodem aanbrengen van de kokerprofielen volgens de uitvinding op eenvoudige wijze mogelijk de verschillende ge-velplaten en vloerelementen aan te brengen. Daarbij kan in een hoog tempo een aantal verdiepingen worden geconstrueerd/samengesteld.

Hoewel hierboven de uitvinding aan de hand van een voorkeursuitvoering uiteengezet is, moet begrepen worden, dat daaraan talrijke wijzigingen zijn aan te brengen zonder buiten het bereik van de onderhavige aanvrage te geraken, zoals beschreven in de bijgevoegde conclusies. Zo kan het kokerprofiel elke polygonale veelhoek omvatten of zelfs rond zijn in dwarsdoorsnede.

Claims (12)

1. Draagkolom waaraan een betonnen gevel wordt gekoppeld en deze deze gevel draagt met de verdiepingsvloeren en nabij die verdiepingsvloeren van bevestigingsmiddelen voozien voor verbinding tussen die draagkolom en de betonconstructie, met het kenmerk, dat de draagkolom een kokerprofiel is, en de bevestigingsmiddelen een de omtrek van het koker-profiel tenminste gedeeltelijk opnemende manchet (1) omvatten, waarbij de manchet van bevestigingsuitsteeksels (8,9) is voorzien en de wanddikte van de manchet groter is dan die van het kokerprofiel.

2. Draagkolom volgens conclusie 1, waarbij de manchet in de dikte van de verdiepingsvloer is aangebracht.

3. Draagkolom volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsuitsteeksels dragers (8) omvatten voorzien van een horizontaal vlak voor het steunen van de gevel.

4. Draagkolom volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsuitsteeksels opnamen (10) voor een trekbandverankering (k) omvatten.

5. Draagkolom volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsuitsteeksels zich in hoofdzaak verticaal uitstrekkende lippen (9) omvatten met een aan de bovenzijde gelegen invoeropening (11) begrensd tussen die lippen en de manchet/het kokerprofiel, waarbij de afstand tussen de lippen en de manchet/het kokerprofiel vanaf de opening naar beneden toe afneemt.

6. Draagkolom volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het kokerprofiel inwendig is voorzien van wapening en met mortel gevuld is.

7. Draagkolom volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij tenminste tussen de manchet/het kokerprofiel en de gevel een elastisch meegevende band (12) is aangebracht.

8. Draagkolom volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het kokerprofiel een koud gewalst staalmateriaal omvat.

9. Gevelplaat te gebruiken in combinatie met de draagkolom volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende nabij ten minste een begren-zingsrand een uitsparing (14) voor verbinding met de manchet.

10. Gevelplaat volgens conclusie 9 nabij die uitsparing voorzien van een draagrand (15) voor verdiepingsvloerelementen.

11. Gevelplaat volgens conclusie 9 of 10, waarbij in de uitsparing (14) een metalen plaat (16) is aangebracht ter aangrijping tussen de lippen en de manchet.

12. Gevelplaat volgens conclusie 11, waarbij plaat (16) van contra-lip (20) is voorzien.