NL9200993A - Inrichting voor het tot een vooraf bepaalde vorm verkleinen van schilbare produkten, zoals aardappelen. - Google Patents

Description

Inrichting voor het tot een vooraf bepaalde vorm verkleinen van schilbare produkten, zoals aardappelen

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het tot een vooraf bepaalde vorm verkleinen van schilbare produkten, zoals aardappelen, bestaande uit tenminste een paar naast elkaar gelegen roteerbaar aangedreven af-neemelementen, waarvan het buitenoppervlak ten minste een insnoering vertoont zodanig, dat twee tegenover elkaar gelegen insnoeringen een doorlaatopening tussen de elementen door voor het verkleinde produkt vormen.

Een bekende inrichting is uitgevoerd met een tweetal parallel naast elkaar opgestelde rollen, zodat een rij doorlaatopeningen naast elkaar wordt gevormd. Door de produkten, bijvoorbeeld aardappelen, aan de bovenzijde op de roterende rollen te storten zal door het oppervlak van de elementen een hoeveelheid materiaal van het te verkleinen produkt worden afgenomen, waardoor deze tot een bol moet worden verkleind. Het is bekend om bij walselementen voorzien van een slijplaag, zoals carborundum, de insnoeringen te maken met cirkelvormige doorlaatopening. In praktijk blijkt dit niet te voldoen, omdat de produkten ovaalvormig worden weggeslepen ten gevolge van de omtrekssnelheidsver-schillen van de naast elkaar gelegen dwarsdoorsneden van de afneemelementen, waardoor het produkt niet vrij kan rondtollen, hetgeen een voorwaarde is voor de alzijdige afname van materiaal.

De uitvinding beoogt bovengenoemd bezwaar te ondervangen en verschaft daartoe een inrichting die zich onderscheidt doordat het oppervlak van althans een element is voorzien van een ruw slijpoppervlak, waarbij de insnoering zodanig is gevormd, dat in bovenaanzicht gezien de doorlaatopening in rotatieasrichting langgerekt is. Deze langgerekte doorlaatopening kan ovaalvormig zijn, waarbij proefonder vindelijk is vastgesteld dat de afgenomen produkten zuiver kogel- respectievelijk bolvormig zijn.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting voor het tot een vooraf bepaalde vorm verkleinen van schilbare produkten, zoals aardappelen, bestaande uit tenminste een paar naast elkaar gelegen roteerbaar aangedreven afneemelementen, waarvan het buitenoppervlak ten minste een insnoering vertoont zodanig, dat twee tegenover elkaar gelegen insnoeringen een doorlaatopening tussen de elementen door voor het verkleinde produkt vormen, waarbij het bekend is elk afneemelement te voorzien van een ruw slijpoppervlak, bijvoorbeeld in de vorm van carborundum. Het bezwaar van een dergelijk oppervlak is dat deze gemakkelijk kan vollopen met afgenomen materiaal van het produkt, waardoor de slijp-werking achteruit gaat.

De uitvinding beoogt bovengenoemd bezwaar te ondervangen doordat elk afneemelement volgens de uitvinding is voorzien van mesvormige uitsteeksels teneinde het produkt te schillen. Dankzij de mesvormige uitsteeksels vindt een snijdende werking op het oppervlak van het produkt plaats, waarbij elk mesvormig uitsteeksel een klein stuk van het oppervlak van het produkt afsnijdt.

In een uitvoeringsvorm is de doorlaatopening in bovenaanzicht gezien rond gevormd wanneer gebruik wordt gemaakt van de mesvormige uitsteeksels.

Volgens de uitvinding kunnen diverse uitvoeringsvormen van mesvormige uitsteeksels toepasbaar zijn, welke zich bij voorkeur uitstrekken tussen twee op afstand van elkaar gelegen schijfvormige organen. De mesvormige uitsteeksels kunnen bijvoorbeeld omtrekstanden van naast elkaar gelegen bladen van verschillende diameters zijn.

Bovengenoemde en andere kenmerken van de uitvinding zullen nader worden toegelicht in de hieronderstaande figuurbeschrijving van een aantal uitvoeringsvoorbeelden. In de tekening toont: fig. 1 een perspectivisch schematisch aanzicht van de inrichting volgens de uitvinding met gedeeltelijk weggebroken delen, fig. 2 een bovenaanzicht van een gedeelte van de walsrollen volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding, fig. 3 en 4 een met fig. 2 overeenkomend bovenaanzicht respectievelijk axiale staande doorsnede van een tweede uitvoeringsvorm van de walselementen volgens de uitvinding, fig. 5 en 6 telkens een met fig. 2 overeenkomend bovenaanzicht van een tweetal varianten van de walselementen volgens de uitvinding.

De in fig. 1 getoonde inrichting bestaat in hoofdzaak uit een tweetal parallel aan elkaar aangebrachte walsen 1, 2 welke aan weerseinden in niet-getoonde lagers draaibaar zijn opgehangen in een willekeurig gestel (niet getoond). Boven de walsen is een voorraadbak 3 aangebracht voor het opnemen van de te verkleinen produkten, bijvoorbeeld aardappelen. De walsrollen 1, 2 zijn volgens de uitvinding aangedreven, waartoe de assen 4 van de walsrollen 1, 2 elk zijn voorzien van een tandwiel 5, welke beide zijn aangedreven door een gemeenschappelijk tandwiel 6. Het tandwiel 6 is verbonden met een aandrijving, bijvoorbeeld elektromotor. De diameter van de tandwielen 5 van de ene walsrol 1 ten opzichte van de andere walsrol 2 kan verschillend zijn, teneinde een ongelijke omtrekssnelheid van de walsrollen 1, 2 te bewerkstelligen.

Volgens de uitvinding is het manteloppervlak van de walsrollen 1, 2 althans voorzien van ten minste een insnoering 7, zie fig. 2, welke insnoering aansluit op een schijfvormig orgaan 8, dat zich over de lengte van de walsrollen 1, 2 kan herhalen, teneinde meerdere insnoeringen 7 naast elkaar te krijgen. De walsrollen 1 en 2 zijn zodanig ten opzichte van elkaar gesteld dat de insnoeringen 7 tegenover elkaar liggen, zodat een doorgaande opening 9 wordt gevormd.

De insnoering 7 is zodanig gevormd dat de doorlaat-opening 9 langgerekt is en waarvan de grootste afmeting zich uitstrekt in de asrichting van de walsrollen 1, 2.

De in fig. 1 en 2 getoonde uitvoering is voorzien van walsrollen 1, 2 welke althans bij de insnoeringen zijn bedekt met een slijplaag, bijvoorbeeld van carborundum, maar het is ook mogelijk het omtreksoppervlak van de schijfvormige organen 8 van een carborundumlaag te voorzien.

De werking van de hierboven beschreven inrichting is als volgt.

Bij het aanbrengen van produkten in de voorraadbak 3 en het doen roteren van de walsrollen 1, 2 zullen de produkten ten gevolge van de slijpende werking van de carborundumlaag bij de insnoering 7 worden afgenomen zodanig, dat het produkt tevens gaat tollen ten gevolge van de roterende werking, bij voorkeur met ongelijke omtrekssnelheid van de walsrollen 1, 2, zodat als resultaat de produkten een bolvormig karakter krijgen, zie P in fig. 1. Zodra het produkt de juiste afmeting heeft bereikt, aangegeven met de onderbroken lijn 10 in fig. 2, zal deze door de doorlaatopening 9 naar beneden vallen.

Proefondervindelijk is vastgesteld dat de ovaalvormige opening 9 een rond produkt P oplevert aangezien het af te slijpen produkt met deze insnoeringsvorm 7 een grotere vrijheid van tollen ondervindt en daardoor gelijkmatig rondom wordt afgenomen, hetgeen leidt tot het ronde produkt aangegeven met de lijn 10. De vorm 7 is zelfcentrerend.

Fig. 3 en 4 tonen een uitvoeringsvorm, waarbij de insnoering 7 in het manteloppervlak van de walsrollen 1, 2 wordt verkregen door het aanbrengen van cirkelvormig gebogen messtroken 11, welke zich in radiale zin uitstrekken, zie fig. 4. Deze messtroken steken boven het oppervlak van het materiaal van de wals 1, 2 uit en vormen zodoende messen, welke materiaal van het te verkleinen produkt afsnijden. Het is gebleken dat in deze uitvoeringsvorm de insnoering wel halfcirkelvormig kan zijn, zodat de doorlaatopening 9 tussen de walsrollen 1, 2 een cirkelvorm kan krijgen. Dankzij de snijdende werking wordt een bolvormig produkt P verkregen.

Fig. 5 toont een uitvoeringsvorm, waarbij tussen de schijfvormige organen 8 een aantal zaagbladen naast elkaar staan opgesteld, welke zaagbladen 12 aan de omtrek kunnen zijn voorzien van mesvormige vertandingen. Bovendien is de diameter van de zaagbladen 12 onderling zodanig verschillend dat opnieuw een insnoeringsvorm 7 kan worden bereikt, welke uiteindelijk cirkelvormig, ovaalvormig of zelfs diabolovormig, zie de vergrote middelste schijf, kan zijn. Ook hier vindt een snijdende bewerking op het materiaal van het produkt plaats en geen slijpende bewerking.

Fig. 6 toont een uitvoeringsvorm, waarbij op de schijfvormige organen 8 een aantal pennen in een cirkelvormige gestalte zijn opgesteld. De pennen, welke het dichtst bij de rotatieas 1, 2 zijn gelegen zijn het langst, terwijl de pennen naar de buitenomtrek van de schijven toe qua lengte afnemen.

De uiteinden van de pennen 13 zijn voorzien van snijvormige vlakken, welke weer een snijdende werking op het materiaal van het produkt uitoefenen. Door de lengte van de pennen 13 zodanig te variëren kan een cirkelvormig doorgaand gat 9 worden bereikt, maar evengoed een ovaalvormig gat volgens fig. 2.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, zo is het mogelijk om af te wijken van cirkel- of ovaalvormige openingen, teneinde elk gewenst produkt met een rotatievorm te krijgen, bijvoorbeeld diabolovorm.

Claims (9)

1. Inrichting voor het tot een vooraf bepaalde vorm verkleinen van schilbare produkten, zoals aardappelen, bestaande uit tenminste een paar naast elkaar gelegen roteerbaar aangedreven afneemelementen, waarvan het buitenoppervlak ten minste een insnoering vertoont zodanig, dat twee tegenover elkaar gelegen insnoeringen een doorlaatope-ning tussen de elementen door voor het verkleinde produkt vormen, met het kenmerk, dat het oppervlak van althans een element is voorzien van een ruw slijpoppervlak, waarbij de insnoering zodanig is gevormd, dat in bovenaanzicht gezien de doorlaatopening in rotatieasrichting langgerekt is.

2. Inrichting voor het tot een vooraf bepaalde vorm verkleinen van schilbare produkten, zoals aardappelen, bestaande uit tenminste een paar naast elkaar gelegen roteerbaar aangedreven afneemelementen, waarvan het buitenoppervlak ten minste een insnoering vertoont zodanig, dat twee tegenover elkaar gelegen insnoeringen een doorlaatopening tussen de elementen door voor het verkleinde produkt vormen, waarbij het bekend is elk afneemelement te voorzien van een ruw slijp-oppervlak, bijvoorbeeld in de vorm van carborundum, met het kenmerk, dat elk afneemelement is voorzien van mesvormige uitsteeksels teneinde het produkt te schillen.

3. inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de doorlaatopening in bovenaanzicht gezien rond is.

4. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het element is opgebouwd uit twee op afstand van elkaar liggende schijfvormige organen, waartussen zich de mesvormige uitsteeksels uitstrekken.

5. Inrichting volgens conclusie 2-4, met hét kenmerk, dat de mesvormige uitsteeksels zijn gevormd door tanden op naast elkaar gelegen zaagbladen van verschillende diameters.

6. Inrichting volgens conclusie 2-4, met het kenmerk, dat de mesvormige uitsteeksels zijn gevormd door pennen, welke zich vanaf het schijfvormig orgaan parallel aan de rotatieas uitstrekken en een verlopende lengte hebben.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een aantal elementen naast elkaar is opgesteld ter verkrijging van een walsrol.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de elementen respectievelijk de wals-rollen zijn aangedreven in gelijke rotatiezin.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de omtrekssnelheid van de elementen respectievelijk walsrollen ongelijk is.