NL9002610A - Werkwijze voor het vormen van de rand van een houder van thermoplastisch kunststofmateriaal en inrichting voor het toepassen van deze werkwijze. - Google Patents

Werkwijze voor het vormen van de rand van een houder van thermoplastisch kunststofmateriaal en inrichting voor het toepassen van deze werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL9002610A
NL9002610A NL9002610A NL9002610A NL9002610A NL 9002610 A NL9002610 A NL 9002610A NL 9002610 A NL9002610 A NL 9002610A NL 9002610 A NL9002610 A NL 9002610A NL 9002610 A NL9002610 A NL 9002610A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
containers
container
receiving
heating
rollers
Prior art date
Application number
NL9002610A
Other languages
English (en)
Original Assignee
O M V Spa Officine Meccaniche
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by O M V Spa Officine Meccaniche filed Critical O M V Spa Officine Meccaniche
Publication of NL9002610A publication Critical patent/NL9002610A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C53/00Shaping by bending, folding, twisting, straightening or flattening; Apparatus therefor
    • B29C53/02Bending or folding
    • B29C53/04Bending or folding of plates or sheets
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C57/00Shaping of tube ends, e.g. flanging, belling or closing; Apparatus therefor, e.g. collapsible mandrels
    • B29C57/12Rim rolling

Description

Titel: Werkwijze voor het vormen van de rand van een houder van thermoplastisch kunststofmateriaal en inrichting voor het toepassen van deze werkwijze.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vormen van de rand van een houder van een thermoplastisch kunststofmateriaal, welke houder aan de bovenzijde open is, en eindigt in een buitenste naar boven gebogen en zich naar beneden uitstrekkende flens en een inrichting voor het toepassen van deze werkwijze.
Werkwijze voor het voorzien van een rand aan houders van thermoplastisch kunststofmateriaal, welke houders aan de bovenzijde open zijn en eindigen in een buitenflens, gebaseerd op de deformatie van deze flens, welke tot een zodanige temperatuur wordt verhit, dat het materiaal plastisch wordt gemaakt, door middel van een aantal schroeven zonder eind, die schroefdraden met variabele dwarsdoorsneden bezitten, zijn bekend uit de Britse octrooischriften nrs. 951.242 en 1.101.031. Door deze inrichtingen wordt de flens gedeformeerd en tot de gewenste vorm afgerond door een aantal randonderdelen, die t.o.v. de houder, waaraan een rand moet worden gemaakt, roteren.
Bij deze processen vormt het verhitten van de flens een integraal deel van de randvormingscyclus en in het geval, dat de randvervaardigingsonderdelen tot stilstand worden gebracht, blijft een aantal houders opgesloten tussen de kanalen, welke worden gevormd door de verwarmingsrollen, die in verband met hun hoge temperatuur snel een smelten van de flenzen van de ingevangen houders veroorzaken, met bezwaren die een gevolg zijn van de aanwezigheid van gesmolten materiaal tussen de schroefdraden van de genoemde rollen.
In deze situatie is het nodig de machine gedurende een lange periode te laten stilstaan opdat de ingevangen houders kunnen worden verwijderd en de van schroefdraad voorziene rollen kunnen worden gereinigd.
Er treedt een verder verlies aan tijd op wanneer de van schroefdraad voorziene rollen weer op hun juiste temperatuur moeten worden gebracht voordat de randvorming wordt hervat.
Bij de bovengenoemde randvormingsprocessen kan de band, welke buigt en de flens afrondt zijn juiste funktie niet vervullen wanneer de dikte van de flens bepaalde waarden overschrijdt.
Bij bandrandvorminrichtingen drukt elk randvormings-onderdeel de flens radiaal samen in de kontaktpunten tussen de flens en de randvormingsrollen, waardoor het lastig is de diameter van de mond van de houder volmaakt cirkelvormig en de dikte van de verkregen rand konstant te houden.
De genoemde randvormingsprocessen bieden houders, bijvoorbeeld van kristallijn polystyreen, geen weerstand aan de torsie, welke een gevolg is van de rotatie van de houder t.o.v. de band. Deze torsie veroorzaakt spanningen, welke leiden tot een samenklappen van het betreffende materiaal. Bij houders van polypropeen bijvoorbeeld maakt de randbewerking een gemakkelijk ontrollen van de rand mogelijk omdat deze laatste niet voldoende is gestabiliseerd bij het verlaten van de inrichting.
Een eerste doel van de uitvinding is het mogelijk te maken houders van kristallijn polystyreen, polypropeen e.d. van een rand te voorzien, terwijl de tekortkomingen van de bekende randvormingsprocessen worden geëlimineerd.
Het doel van de uitvinding wordt bereikt op een wijze, als beschreven in het kenmerkende gedeelte van conclusie 1 en 2. In wezen omvat het proces voor de randvorming de volgende stappen, welke cyclisch kunnen worden herhaald: - het toevoeren vanuit één of meer stapels houders, - het verhitten van de flerts teneinde het mogelijk te maken, dat de rand wordt gevormd, - het optillen van ten minste de bovenste houder van de stapel ten opzichte van de resterende houders, - het verwijderen van de bovenste houder van de resterende houders in de stapel, - het positioneren van de bovenste houders in opnemende vormen, welke de genoemde houders coaxiaal ten opzichte van hun longitudinale hartlijnen vasthouden, - het vormen en uiteindelijk stabiliseren van de rand door een drukkracht, die over de gehele omtrek van de verhitte flens wordt uitgeoefend door de uitstekende en opnemende vormen te sluiten, - het uitdrijven van de van een rand voorziene houders uit de opnemende vormen naar ten minste één stapel kanaal, - het normaal of geforceerd koelen van de opnemende vorm voordat daarin weer een houder wordt geplaatst, - waarbij de eerste vier trappen van de anderen kunnen worden gescheiden en tevens werkzaam zijn wanneer de anderen worden onderbroken, zodat een keuze kan worden gemaakt tussen het voortzetten van het verschaffen van verhitte flenzen, terwijl een reactivering van de andere trappen wordt afgewacht en het houderverhittingsgebied volledig wordt geledigd, in beide gevallen onder terugwinnen van houders met verhitte flenzen, die niet aan een randvorming zijn onderworpen.
De machine omvat op zijn beurt een inrichting voor het toevoeren van houders uit stapels van, van een flens voorziene houders, organen om de flenzen te verhitten, organen om de bovenste houders van elke stapel te verwijderen, organen om de houders in de opnemende vormen te positioneren, organen voor het uiteindelijk vormen en stabiliseren van de randen, organen voor het uitdrijven en opstapelen, organen om van een rand voorziene houders uit de opnemende vormen te nemen en deze af te voeren naar een stapelkanaal.
Het voornaamste voordeel, dat zich voordoet bij de werkwijze volgens de uitvinding en de inrichting, waarmede de werkwijze wordt uitgevoerd, is een gevolg van het feit, dat het ook mogelijk is houders van kristallijn polystyreen, polypropeen en soortgelijké materialen van een rand te voorzien.
Een ander voordeel is een gevolg van het feit dat de werkwijze en de inrichting het mogelijk maken houders met een volmaakt cirkelvormige mond en met een rand met konstante hoogte en dikte te vervaardigen.
Een ander voordeel is een gevolg van het feit, dat wanneer speciale kunststofmaterialen worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld normale polystyrenen, de flensverhittings-temperatuur onder waarden kan worden gehouden, die bij bekende processen worden toegepast, terwijl in het geval van polystyreen met grote stootvastheid, welk materiaal gewoonlijk wordt gebruikt voor de vervaardiging van bekers voor drank, de randvorming kan plaatsvinden zonder een verhitting van de flens, waardoor derhalve een aanzienlijke energiebesparing en reduktie van de vervaardigingskosten optreedt.
Een ander voordeel is een gevolg van het feit, dat de eerste vier trappen van het proces van de rest kunnen worden gescheiden, zodat in het geval van een fout of een obstructie in de vormpost uit de organen, welke de eerste vier trappen realiseren, de houders kunnen worden teruggewonnen, waardoor wordt vermeden dat deze worden ingevangen en oververhit, met alle bezwaren daarvan, zonder dat derhalve de toevoer en verhitting moet worden onderbroken. Wanneer eenmaal de reparatiewerkzaamheden in de randvormingspost zijn voltooid, kan de randvorming onmiddellijk worden hervat, waarbij de organen, welke de eerste vier trappen realiseren, in de normale bedrijfsposities daarvan worden teruggevoerd.
De uitvinding zal onderstaand nader worden tóegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont: fig. 1 een gedeeltelijk onderbroken dwarsdoorsnede van een inrichting volgens de uitvinding met een toevoer-, ver-hittings- en afwendbare afvoereenheid, welke in de cyclus zijn geïncorporeerd; fig. 2 een gedeeltelijk onderbroken dwarsdoorsnede van de inrichting volgens fig, 1 waarbij de toevoer-, verhittings-en afvoereenheid ten opzichte van de cyclus zijn geïsoleerd; fig. 3 een gedeeltelijk onderbroken dwarsdoorsnede, loodrecht op de voortbewegingsinrichting van de houders, van de verwarmingsinrichting van de inrichting volgens fig. 1; fig. 4 een gedeeltelijke dwarsdoorsnede over de lijn IV-IV van fig. 3; fig. 5 een gedeeltelijk onderbroken en vergrote dwarsdoorsnede van een detail van fig. 4; fig. 6 een vooraanzicht van de plaat, welke de opnemende vormen in een inrichting volgens de uitvinding ondersteunt; fig. 7 een gedeeltelijk onderbroken dwarsdoorsnede van een uitstekende vorm en een opnemende vorm, welke open zijn waarbij een beker voor randvorming is gepositioneerd; fig. 8 een soortgelijke afbeelding als de bovenstaande, waarbij de vormen zijn gesloten en de beker van een rand is voorzien; en fig. 9 een gedeeltelijk onderbroken dwarsdoorsnede van de luchtblaasinrichting om bekers tussen de opnemende vormen te positioneren.
Wanneer men zich voor ogen houdt, dat identieke verwijzingen in de figuren overeenkomen met identieke of equivalente onderdelen, blijkt uit fig. 1, dat daarin een toevoerinrichting is afgebeeld, die in hoofdzaak bestaat uit een transportband 30, welke op rollen 30' en 30'' is gemonteerd, waarvan 30' de aandrijfrol is, welke zich bij de mond van de inrichting waarmede de werkzame volgens de uitvinding wordt gerealiseerd, bevindt.
Stapels bekers 27 worden op deze band ondersteund en worden vanaf deze band tussen trechters 29 gedrukt, die elke stapel bekers 27 naar een inrichting voeren, waarin de flenzen van de bekers worden verhit.
Een verwarmingsinrichting omvat stellen rollen 22, 22', 22'', die roteerbaar worden ondersteund door middel van een beweegbaar gestel 25, voorzien van koppen 24, 24', en aangedreven door een motor door middel van geschikte organen om de beweging over te dragen, zoals bijvoorbeeld banden, kettingen of tandwielen, die in de tekening niet zijn afgedeeld. De rollen in elk stel zijn van een uitwendige schroefdraad voorzien en wel zodanig, dat deze een schroef zonder eind vormen, waarbij de schroefdraad een konstante spoed en dwarsdoorsnede heeft, zoals blijkt uit de figuren 4 en 5, en wel met een vlakke top 38 en een wortel 37 met vlakke bodem. De spoed van deze schroefdraden is groter dan de stapel spoed van de bekers27, die zich op de band 30 bevinden.
Ofschoon niet weergegeven in de tekening kan de spoed van deze schroefdraden identiek zijn aan die van de stapeling van de bekers 27 en toenemen in het eindgedeelte van de stellen rollen teneinde ten minste de bovenste houder 1 af te scheiden van een stapel van resterende houders, teneinde bij te dragen tot het verwijderen van de bovenste houder aan het eind van de verhittingstrap.
Zoals uit fig. 5 blijkt, bezit de holte 37 van de schroef zodanige afmetingen, dat daarin de flens 35, die van een rand moet worden voorzien, kan worden ondergebracht, waardoor de bekers een voor een worden opgenomen en ten opzichte van de anderen in de stapel worden verwijderd.
Elke cylinder 22, 22', 221' is bevestigd aan een thermokoppel 28, dat in staat is om de gehele rol aan het buitenoppervlak daarvan te verhitten. De hoeveelheid warmte, welke wordt toegevoerd is tevens voldoende om de flens van de bekers te verhitten, welke uit polypropeen of andere complexe kunststofmaterialen kunnen zijn vervaardigd, die bij middelmatige temperaturen niet voldoende deformeerbaar zijn.
Zoals blijkt uit fig. 3, zijn de hartlijnen van de rollen bij deze stellen symmetrisch gelegen en wel op een afstand van elkaar, die kan worden ingesteld door middel van heugelregulators 32 en op een zodanige wijze, dat de drie stapels bekers 21 zijn gecentreerd. De rotatie van de verhittingscylinders 22, 22', 22'' veroorzaakt, dat de gehele beker om zijn eigen longitudinale hartlijn roteert, zodat het kontaktpunt tussen de schroefdraden van de drie rollen en de flens 35 van de beker continu verandert, en derhalve de gehele flens tegen de tijd, dat de beker de schroef zonder eind verlaat, is verhit.
Zoals blijkt uit fig. 9, worden bekers 21 aan de afvoer van de uit van schroefdraad voorziene rollen bestaande verwarmingsinrichting verwijderd door middel van een straal van samengeperste lucht uit drie mondstukken 36, die evenwijdig aan de longitudinale hartlijn van de bekers, die van een rand moeten worden voorzien, zijn opgesteld en zijn verbonden met een luchtcompressor, die in de tekening niet is afgebeeld. De druk van de lucht in de mondstukken is minimaal, doordat de bekers reeds zijn gescheiden van de rest, welke nog steeds wordt verhit. Deze luchtstralen worden radiaal en in de voortbewegingsrichting, aangegeven door de pijl 20 in fig. 4 zodanig gericht, dat zij zich uitstrekken in de ruimte, welke de bovenste houder 21 van de andere houders, welke worden verhit, scheidt, waardoor binnen de basis van de beker een grotere druk wordt opgewekt dan die, welke aan de buitenzijde van deze basis werkzaam is. Onder invloed van deze luchtdruk treden de bekers 21 de opnemende vormen 49 van de rand-vormingsinrichting binnen, welke, zoals blijkt uit de fig. 1 en 2, uit twee platen 40 en 41 bestaat.
De cirkelvormige plaat 40 ondersteunt 12 opnemende vormen, terwijl de plaat 41 drie uitstekende vormen 50 ondersteunt.
De opnemende vormen 49 zijn in groepen van drie langs de zijden van een vierkant verdeeld, waarvan het midden samenvalt met de rotatie hartlijn van de genoemde plaat. Aan de bovenzijde van het vierkant liggen de drie posities 42 voor het invoeren in de opnemende vormen en aan de rechterzijde bevinden zich de drie posities 43 voor het vormen van de rand, terwijl bij de basis de drie posities 44 voor het verwijderen aanwezig zijn, en aan de linkerzijde tenslotte de drie posities 45 van de opnemende vormen aanwezig zijn, die steeds leeg blijven en door natuurlijk of geforceerd verlies van de warmte, die tijdens het vormen en stabiliseren van de rand is geabsorbeerd, worden gekoeld.
Door middel van een continue reeks van partiële rotaties over een kwartomwenteling van de plaat 40, die op de as 54 is gedrukt, en welke door middel van een steun 53 is verbonden met een reduktietandwielmechanisme 60, dat wordt aangedreven door een motor, die niet is afgebeeld, wordt elk stel opnemende vormen cyclisch over de verschillende posities naar de positie 43 gevoerd om de rand tegenover een stel van uitstekende vormen 50 te vormen. De genoemde uitstekende vormen bewegen zich op een wisselende wijze langs hun eigen aixale richting, en worden aangedreven door een excenterinriehting 26, via een verbindingsstaaf 55 van instelbare lengte, waarvan een uiteinde is bevestigd aan een pen 57, en door middel van steunen 58 van de plaat 41, welke de uitstekende vormen 50 ondersteunt. Deze steunen 58 glijden tussen geleidingen 59, die integraal zijn met het stationaire gestel 23, dat tevens het beweegbare gestel 24, 24', 25 ondersteunt.
Binnen, en stroomafwaarts ten opzichte van de vormvlakken, is, zoals blijkt uit de fig. 7 en 9, elke opnemende vorm voorzien van een afdichtonderdeel 46, bestaande uit een ring met een elastisch deformeerbare lip 47, die naar het inwendige van de vorm steekt. Wanneer in de rustpositie de minimale omtrek van deze lip iets kleiner is dan die van het overeenkomstige gedeelte van het glas, waartegen de afdichting tot stand wordt gebracht, neemt deze in de belaste toestand dezelfde afmeting aan als de omtrek van het gedeelte van het glas, waarmede het kontakt maakt.
De beker 21, die een in hoofdzaak afgeknot-, kegelvormige configuratie heeft, en welke wordt aangedreven door de luchtstromen uit de mondstukken 36, treedt de opnemende vorm binnen en wordt als weergegeven in fig. 7 gepositioneerd d.w.z. met een uiteinde 35' van de flens 35 bijna in kontakt met het profiel 48 van de opnemende vorm.
De ring 46 te zamen met de lip 47 houdt de beker op zijn plaats gedurende de stap, waarbij de plaat 40 roteert, en waarbij de bekers uit de afleverpositie 42 naar de vorm- posities 43 en vervolgens hieruit naar de uitstootposities 44 worden overgedragen.
Teneinde te beletten, dat de bekers ongewenste posities tijdens de positioneertrap innemen en de inrichting aan de afvoer van het flensverwarmingsgebied belemmeren, zijn drie leidrollen 39, die een juiste laterale beweging van de bekers verzekeren, aanwezig, welke rollen integraal zijn met de plaat 24 van het beweegbare gestel 25, dat zowel de toevoer-inrichting als de flensverwarmingsinrichting ondersteunt.
Wanneer eenmaal drie bekers 21 tussen de opnemende vormen 49 zijn gepositioneerd, welke zich op de plaats 42 bevinden, voert de plaat 40 een eerste kwartomwenteling uit, waardoor de vormen en de overeenkomstige bekers naar de positie 43 worden overgedragen en het stel van lege vormen 49 uit de positie 45 naar 42 Wordt bewogen.
Het sluiten van de uitstekende vormen 50 op de opnemende vormen 49 vindt plaats wanneer de opnemende vormen zich in de positie 43 bevinden en veroorzaakt een mechanische deformatie van de flenzen door samendrukking, terwijl een verder stel van bovenste bekers 27 wordt opgesteld in vormen 49, die de positie 42 hebben bereikt.
De uitstekende vormen 50 met de ringvormige holten 50' daarvan, zie fig. 7 en 8, drukken het gebogen gedeelte naar de bovenzijde van de flens 35 en veroorzaken, dat de bekers 27 zich axiaal tussen de openingen in de opnemende vormen 49 voortbewegen. Wanneer de bekers zich in de openingen van de lip van de vorm bewegen, neemt de omtrek 47 in diameter toe en bezit deze een maximale diameter wanneer de bekers zich niet langer voortbewegen. Tijdens deze invoer van bekers 27 in de opnemende vormen wordt de flens 35, waarvan de buitenrand van het uitsteeksel 35' in aanraking is met het profiel 48 van de opnemende vorm 49, belast door de ringvormige afschuining 49* van het profiel 48 van de opnemende vorm en door samendrukking, welke wordt uitgeoefend door de ringvormige holten 50' van de uitstekende vorm, waardoor deze naar binnen buigt om de eindpositie aan te nemen, welke is weergegeven in fig. 8, waarbij de vormen 49 en 50, als aangegeven, eveneens zijn gesloten.
Uit het bovenstaande zal het duidelijk zijn, dat het gecombineerde drukeffect, dat in hoofdzaak wordt uitgeoefend door de ringvormige holte 50' en door de afschuining 49’, over het gehele buitenoppervlak van de flens 35 gelijktijdig aanwezig is. Als gevolg daarvan treedt een sterk koeleffect, op dat tenslotte de gehele rand stabiliseert, over het volle oppervlak van de flens op.
De diameter van de mond van een houder, waarvan de rand is verkregen, zoals boven is beschreven, moet nauwkeurig overeenkomen met de diameter, welke wordt opgelegd door de uitstekende vorm met de ringvormige holte 50' daarvan, terwijl de hoogte van deze rand niet kan verschillen van die, welke wordt opgelegd door de uitstekende en opnemende vormen, die op elkaar sluiten, zoals blijkt uit fig. 8.
Deze kenmerken van dimensionale homogeniteit in houders, die op de bovenbeschreven wijze van een rand zijn voorzien, zijn van bijzonder belang wanneer de houders bijvoorbeeld bekers moeten worden gebruikt bij drankverdeel-inrichtingen omdat zij bijdragen tot het afleveren van de bekers, die in de verdeelinrichtingen zijn opgestapeld, zonder dat een kans op klemraken bestaat. Hetzelfde geldt voor houders, bijvoorbeeld potjes, die yoghurt e.d. bevatten, die bij automatische vul- en afdichtinrichtingen woiden toegepast.
Bij de in de Britse octrooischriften nrs. 951.242 en 1.101.031 beschreven randvormingsinrichtingen vinden de druk-en koelhandelen, welke worden uitgevoerd bij de flenzen van de houders, slechts plaats door middel van een rolkontakt in de kontaktpunten tussen de van schroefdraad voorziene rollen en flenzen, met derhalve een begrensde invloed. Anderzijds vinden volgens de uitvinding het afkoelen, uitgeoefend op de houders, plaats als gevolg van een bijna statisch kontakt over het gehele oppervlak van elke flens, in hoofdzaak overeenkomende met de vormoppervlakken van de uitstekende en opnemende vormen, welke effekten veel beter zijn dan die, welke worden verschaft bij de standaardtechniek.
Praktische proeven hebben aangetoond, dat een gelijktijdige samendrukking over het gehele oppervlak van de flens het mogelijk maakt, flenzen met een aanzienlijke dikte van een rand te voorzien, zelfs wanneer zij zijn vervaardigd uit materialen, die bijzonder bestendig zijn tegen een bewerking, en welke niet kunnen worden gewalst onder gebruik van randvormingsonderdelen met van schroefdraad voorziene rollen.
Wanneer de randvorming is voltooid, worden de vormen 49 en 50 geopend, teneinde het mogelijk te maken, dat de vormen 49 vanuit de posities 43 naar 44 worden bewogen door middel van een verdere kwartomwenteling van de plaat 40.
Terwijl de vormen 49 in de posities 44 blijven, stoot een uitstootinrichting, die in het algemeen met 51 is aangegeven, de van een rand voorziene houders 34 uit de vormen 49, doordat deze uit de ringen 46 worden gedrukt, waarvan de lippen 47 elastisch naar de oorspronkelijke vormen daarvan terugkeren, gereed om nieuwe bekers voor een daarop volgende randvormingscyclus op te nemen. De uitstootinrichting 51 veroorzaakt dan dat de van een rand voorziene houder 47 stapel kanalen binnentreden teneinde daarna naar een opzamelplaats te worden gezonden.
Ofschoon dit niet is weergegeven in de tekening, kan de afdichtring 46 worden vervangen door een aantal ringvormige sectoren met dezelfde funktie als de gehele ring, zonder buiten het kader van mogelijke uitvoeringsvormen volgens de uitvinding uit te gaan.
Een verdere rotatie over 90° van de plaat 40 brengt de vorm 49, welke is vrijgemaakt van de van een rand voorziene houders, in de posities 45. Wanneer de vormen 49 in de posities 45 zijn, kunnen zij, ofschoon dit niet in de tekening is weergegeven, gemakkelijk worden onderworpen aan een geforceerde koeling bijvoorbeeld door middel van stralen koude lucht, wanneer bepaalde bedrijfsomstandigheden dit vereisen.
Een verdere rotatie over 90° van de plaat 40 doet de vormen 49 naar de posities 42 waarvan zij zijn uitgegaan, terugkeren en terwijl de vormen in deze posities blijven, worden nieuwe houders 21 gepositioneerd voor het inleiden van een nieuwe randvormingscyclus,
Bij de in de figuren 1 en 2 afgebeelde inrichting volgens de uitvinding worden organen, die de eerste vier trappen van het proces uitvoeren, op een beweegbaar gestel 25 ondersteund, aan de koppen 24 en 24' waarvan de verwarmings-rollen 22, 22', 22'' zijn bevestigd door middel van verwijderbare bouten 31, 33, terwijl achter de kop 24' van het beweegbare gestel 25 de toevoerinrichting 30, 30', 30". is gemonteerd. Dit gestel 25 kan door bekende organen uit de in fig. 1 afgebeelde normale bedrijfspositie om een hartlijn 52 worden bewogen om de in fig. 2 afgebeelde positie aan te nemen.
De door de pijl 20 in fig. 1 aangegeven toevoerrichting verandert dan in de door de pijl 20' in fig. 2 aangegeven richting, waardoor bekers 21, welke de verwarmingskanalen 22, 22', 22" verlaten, door de luchtstromen uit de mondstukken 36 op de plaat 40 worden gedrukt.
Ten gevolge van het vermogen van de toevoer- en verwarmingseenheid om om de hartlijn 52 te roteren, kunnen de trappen van toevoeren, verwarmen en verwijderen van de bovenste houders 21 van de resterende randvormingstrappen worden gescheiden. Op deze wijze kunnen indien kleine fouten in de randvormingsinrichting optreden, de genoemde trappen in bedrijf worden gehouden, terwijl de randvormingsinrichting tot stilstand wordt gebracht. In dit geval worden de voorwerpen, welke van een rand moeten worden voorzien, welke voorwerpen zich ondertussen door het verwarmingsgebied blijven bewegen, afgevoerd naar een geschikte terugwinhouder, of treden zij stapelkanalen binnen, welke in de tekening niet zijn weergegeven. Dit maakt het tevens mogelijk de flenstemperatuur van de glazen, welke van een rand moeten worden voorzien, binnen zodanige waarden te houden, dat de daarop volgende randvormingstrap onmiddellijk nadat de fout is hersteld, tijdens korte stilstand kan worden hervat.
In het geval van een langdurige stilstand, die bijvoorbeeld een gevolg is van fouten, die niet onmiddellijk kunnen worden hersteld, wordt de toevoer naar de rand-verwarmingsinrichting uitgeschakeld, terwijl de zich tussen de verwarmingsrollen bevindende voorwerpen zich blijven voortbewegen. Op deze wijze worden de rollen volledig geledigd en worden de zich in de verwarmingsinrichting bevindende voorwerpen teruggewonnen.
Het is duidelijk, dat bij een praktische realisatie van het proces alle consumptieve varianten van de inrichting als binnen het kader van de uitvinding vallende dienen te worden beschouwd, inclusief die, welke nodig zijn voor het omranden van de flenzen van houders met een vierkante of rechthoekige mond.

Claims (8)

1. Werkwijze voor het vormen van de rand van houders van een thermoplastisch kunststofmateriaal, welke houders aan de bovenzijde open zijn en eindigen in een buitenste flens, die naar boven is geboven en zich naar beneden uitstrekt, met het kenmerk, dat de werkwijze de volgende trappen omvat, die cyclisch kunnen worden herhaald: het toevoeren uit één of meer stapels houders, het verhitten van de flens teneinde het mogelijk te maken de rand te vormen, het verplaatsen van ten minste de bovenste houder uit elke stapel ten opzichte van de resterende houders, het verwijderen van de bovenste houder ten opzichte van de resterende houders in een stapel, het positioneren van deze laatste in een opnemende vorm, welke de houder coaxiaal ten opzichte van de longitudinale hartlijn daarvan houdt, het vormen en uiteindelijk stabiliseren van de rand door een samendrukking over de volle afmeting van de verhitte flens door het sluiten van de uitstekende en opnemende vormen, het uitdrijven van van een rand voorziene houders uit de opnemende houders naar ten minste één stapel kanaal, het langs natuurlijke of geforceerde weg koelen van de opnemende houder voordat daarin weer een houder voor een daarop volgende randvorming wordt geplaatst, waarbij de eerste vier trappen ten opzichte van de andere trappen kunnen worden ontkoppeld en tevens funktioneren wanneer de anderen worden onderbroken, waardoor derhalve een keuze wordt geboden tussen het voortzetten van het verschaffen van verhitte flenzen, terwijl wordt gewacht op een heractivering van de andere trappen, of het volledig ledigen van het houderverhittings-gebied, waarbij de niet van een rand voorziene houders met verhitte flenzen in beide gevallen worden teruggewonnen.
2. Inrichting voor het realiseren van de werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt door een inrichting om uit stapels (27) houders (21) met flenzen (35) toe te voeren, organen om de flenzen te verhitten, organen om de bovenste houders van elke stapel te verwijderen, organen om de genoemde houders in opnemende vormen (49) te positioneren, organen voor het uiteindelijk vormen en stabiliseren van de randen (35’) en organen (51) voor het uitdrijven en opstapelen voor het verwijderen van van een rand voorziene houders (34) uit de vormen en het afvoeren daarvan naar een stapelkanaal.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de inrichting voor het toevoeren van houders (21) met flenzen (35) uit stapels (27) is voorzien van een gestel (23, 24, 25,) dat op een scharnierbare wijze ten minste drie rollen (22, 22', 221 ') ondersteunt, die van een uitwendige schroefdraad zijn voorzien en schroeven zonder eind vormen, een motor om de rollen te bewegen, waarbij de inrichting (28) voor het verhitten van de flenzen bestaat uit een thermokoppelstelsel, dat aan de rollen (22, 22', 221 1) is bevestigd en waarbij de inrichting voor het verwijderen van de bovenste houders en voor het positioneren daarvan in de opnemende vormen (49) bestaat uit een drukluchtstelsel, dat is verbonden met ten minste twee mondstukken (36) die evenwijdig aan de longitudinale hartlijn van de houders, welke worden verhit, zijn opgesteld, waarbij de luchtstromen uit deze mondstukken radiaal en in de richting van de opnemende vormen (49) zijn georiënteerd teneinde de ruimte tussen de bovenste houder (21) en de andere houders in een stapel binnen te treden door een druk aan de binnenzijde van de voet van de houder (21) op te wekken, welke druk groter is dan de druk, welke aan de buitenzijde van de basis werkzaam is, teneinde de houder in de opnemende vorm te drukken.
4. Inrichting volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat de organen voor het vormen van de randen bestaande uit een intermitterend roteerbare plaat (40), welke ten minste een opnemende vorm (49) ondersteunt, die inwendig en stroom afwaarts ten opzichte van de vormvlakken is voorzien van een onderdeel (46) om het gedeelte van het houderlichaam af te dichten, een plaat (41), welke axiaal en afwisselend kan worden verplaatst, welke plaat ten minste een uitstekende vorm (50) ondersteunt, welke sluitend in een opnemende vorm past wanneer de plaat (40) tot stilstand komt, en organen om de platen (40, 41) te bewegen.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het afdichtonderdeel (46) bestaat uit een ring, welke zich bij het achterste gedeelte van de opnemende vorm (49) bevindt en naar het inwendige daarvan steekt, welke ring is voorzien van een elastisch deformeerbare lip (47), die in de ruststand een minimale omtrek heeft, die iets kleiner is dan die van het overeenkomstige gedeelte van de houder, waarmede de afdichting tot stand moet worden gebracht, terwijl in de belaste toestand de lip de omtreksafmetingen van het gedeelte van de houder, waarmede de lip in aanraking is, aanneemt.
6. Inrichting volgens conclusie 5 met kenmerk, dat het afdichtonderdeel bestaat uit een aantal ringvormige sectoren, die naar het inwendige van de vorm steken en elk zijn voorzien van een elastisch deformeerbare lip.
7. Inrichting volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat de toevoer- en verhittingsorganen en de organen voor het verwijderen van de bovenste houders van de stapels van de resterende inrichtingen kunnen worden ontkoppeld, zodat de gewenste temperatuur van de verhittingsrollen kan worden onderhouden en gewijzigd en de houders, welke het verhit-tingsgebied verlaten, kunnen worden teruggewonnen, zonder dat de toevoer van houders aan het verhittingsgebied wordt onderbroken, of slechts houders tussen de verhittingsrollen worden onderbroken, waarbij de toevoer van houders naar het verhittingsgebied wordt onderbroken.
8. Inrichting volgens conclusie 7 met het kenmerk, dat de eenheid bestaande uit de transportband en de van schroeven voorziene rollen scharnierbaar kan worden geroteerd om een hartlijn, welke zich bij het distale deel van de rollen bevindt en loodrecht op de voortbeweging van de houders, welke van een rand moeten worden voorzien, staat, en waarbij de genoemde eenheid actief blijft terwijl de inrichting voor het vormen van de randen wordt gedeactiveerd, en de houders met de verhitte flenzen naar een terugwininrichting worden afgevoerd.
NL9002610A 1989-12-18 1990-11-29 Werkwijze voor het vormen van de rand van een houder van thermoplastisch kunststofmateriaal en inrichting voor het toepassen van deze werkwijze. NL9002610A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
IT08500889A IT1236862B (it) 1989-12-18 1989-12-18 Procedimento per la formazione del bordo di contenitori in materiale sintetico termoplastico, aperti verso l'alto e terminanti con una flangia esterna inarcata verso l'alto ed estendentesi verso il basso e macchina che lo realizza
IT8500889 1989-12-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9002610A true NL9002610A (nl) 1991-07-16

Family

ID=11326911

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9002610A NL9002610A (nl) 1989-12-18 1990-11-29 Werkwijze voor het vormen van de rand van een houder van thermoplastisch kunststofmateriaal en inrichting voor het toepassen van deze werkwijze.

Country Status (22)

Country Link
US (1) US5118277A (nl)
JP (1) JP2537702B2 (nl)
KR (1) KR910011425A (nl)
AR (1) AR246207A1 (nl)
AT (1) AT401637B (nl)
AU (1) AU633781B2 (nl)
BE (1) BE1005526A3 (nl)
BR (1) BR9006095A (nl)
CA (1) CA2031798A1 (nl)
CH (1) CH680777A5 (nl)
DE (1) DE4030833A1 (nl)
DK (1) DK169022B1 (nl)
ES (1) ES2025927A6 (nl)
FI (1) FI98716C (nl)
FR (1) FR2655946B1 (nl)
GB (1) GB2239209B (nl)
IT (1) IT1236862B (nl)
LU (1) LU87848A1 (nl)
NL (1) NL9002610A (nl)
NO (1) NO178756C (nl)
PT (1) PT94947B (nl)
SE (1) SE9003686L (nl)

Families Citing this family (19)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
IT1257010B (it) * 1992-02-03 1996-01-05 Omv Spa Procedimento ed apparecchiatura per la termoformatura e l'impilamento di oggetti cavi con fondello a partire da materiale termoplastico in nastro.
US5919496A (en) * 1992-10-28 1999-07-06 Isap O.M.V. Group Spa Flanging apparatus particularly for hollow articles obtained by thermoforming sheet material
IT1262775B (it) * 1993-01-12 1996-07-04 Isap Omv Group Spa Testa di prelievo e trasferimento di oggetti cavi, particolarmente perapparecchiature termoformatrici
IT1289111B1 (it) * 1996-05-28 1998-09-25 Isap Omv Group Spa Apparecchiatura di prelievo e lavorazione di oggetti termoformati da una macchina termoformatrice
US6164949A (en) * 1998-12-02 2000-12-26 Brown Machine, Llc. Adjustable curling screw mechanism for a lip rolling machine
US6093010A (en) * 1998-12-02 2000-07-25 Brown Machine, Llc Lip rolling machine with improved oven mounting and adjustable guide rods
US6261504B1 (en) * 1999-08-30 2001-07-17 Pactiv Corporation Form keys and method for thermoforming undercuts in foam parts
US6814564B2 (en) 1999-08-30 2004-11-09 Pactiv Corporation Mold with fluid driven form keys
DE19942874C2 (de) * 1999-09-08 2001-10-31 Illig Maschinenbau Adolf Formwerkzeug zum Herstellen von Behältern aus einer erwärmten thermoplastischen Kunststoffolie und Behälter
US7175410B1 (en) 2001-09-28 2007-02-13 Solo Cup Operating Corporation Apparatus for forming rolled lips on thermoplastic containers
US6719552B1 (en) 2001-09-28 2004-04-13 Solo Cup Company Apparatus for forming rolled lips on thermoplastic containers
US6737003B1 (en) 2001-09-28 2004-05-18 Solo Cup Company Method of forming rolled lips on thermoplastic containers
DE10251197C5 (de) * 2002-11-04 2008-06-19 Erhard Jahnen Verfahren zum Bördeln von runden Gefäßen
EP1510463A1 (fr) * 2003-08-26 2005-03-02 RPC Tedeco Gizeh Récipient avec rebord roulé
US7124910B2 (en) * 2003-09-19 2006-10-24 Pactiv Corporation Leak-resistant polymeric foam containers
KR101284911B1 (ko) 2011-11-21 2013-07-10 주식회사 진서 일회용 용기의 이물질 제거 장치
KR101148202B1 (ko) * 2011-11-21 2012-06-07 주식회사 진서 롤러 및 기어를 이용한 일회용 용기의 가변형 이물질 제거 장치
ES2848175T3 (es) 2015-08-31 2021-08-05 Converter Mfg Llc Artículo termoplástico conformado con bordes lisos
WO2020219526A1 (en) * 2019-04-22 2020-10-29 Converter Manufacturing, Llc Reciprocating ram-based methods for forming thermoplastic articles having smooth edges

Family Cites Families (23)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1479316B2 (de) * 1960-08-09 1970-10-15 Illinois Tool Works Inc., Chicago, 111. (V.St.A.) Verfahren und Vorrichtung zum Umbördeln des oberen Randes eines dünnwandigen, oben offenen Behälters aus thermoplastischem Kunststoff
US3271503A (en) * 1961-05-08 1966-09-06 Monsanto Co Method and apparatus for forming plastic articles
US3183291A (en) * 1961-07-24 1965-05-11 Continental Can Co Rim shaping apparatus for plastic containers and method
DE1286292B (de) * 1962-06-19 1969-01-02 Thiel Alfons W Verfahren und Vorrichtung zum Herstellen von duennwandigen Kunststoffartikeln mit umgeboerdeltem Rand abgerundeten Querschnitts
DE1291470B (de) * 1962-08-20 1969-03-27 Illinois Tool Works Verfahren und Vorrichtung zum Zufoerdern von Behaeltern in eine Schraubenwalzen-Einrollstation
US3348266A (en) * 1963-08-30 1967-10-24 Brown Machine Co Of Michigan Plastic article rim forming apparatus
US3358331A (en) * 1964-03-09 1967-12-19 Haveg Industries Inc Container lip rolling machine
GB1101031A (en) * 1964-05-11 1968-01-31 Haveg Industries Inc Improved method and apparatus for forming lips on containers
US3339005A (en) * 1964-05-11 1967-08-29 Brown Machine Co Of Michigan Lip curling method and machine
NL6600152A (nl) * 1965-01-21 1966-07-22
DE1704045A1 (de) * 1967-09-30 1971-05-06 Reiner Fischer Vorrichtung zum Umboerdeln des Randes von oben offenen Bechern
US3548457A (en) * 1968-07-23 1970-12-22 Monsanto Co Rim curling apparatus
US3579737A (en) * 1968-10-15 1971-05-25 American Can Co Brim curling apparatus
US3632274A (en) * 1969-11-25 1972-01-04 American Can Co Brim-curling apparatus
US3689183A (en) * 1971-02-19 1972-09-05 Owens Illinois Inc Automated retractable conveyor
US3914102A (en) * 1974-09-16 1975-10-21 Gaylord William Brown Apparatus for folding container rims
US3920373A (en) * 1974-09-16 1975-11-18 Gaylord William Brown Lip folding apparatus
IT1071029B (it) * 1976-12-06 1985-04-02 O M V Spa Off Mec Dispositivo automatico di estrazione da una stazione di impilatura di pile di oggetti cavi finiti,termoformati da un foglio di materiale plastico
US4207761A (en) * 1978-12-06 1980-06-17 Weyerhaeuser Company Apparatus for flanging can bodies
US4241848A (en) * 1978-12-27 1980-12-30 Phillips Petroleum Company Container processing apparatus
US4453998A (en) * 1980-12-23 1984-06-12 Maryland Cup Corporation Method and apparatus for producing finished foam plastic containers
US4391768A (en) * 1981-03-23 1983-07-05 Leesona Corporation Methods and apparatus for curling lips about the open mouths of stacked thermoplastic containers
US4534927A (en) * 1982-08-31 1985-08-13 Sekisui Kaseihin Kogyo Kabushiki Kaisha Method and apparatus for manufacturing cups having a lip

Also Published As

Publication number Publication date
NO178756B (no) 1996-02-19
DK275690D0 (da) 1990-11-20
PT94947A (pt) 1992-03-31
GB9016948D0 (en) 1990-09-19
FR2655946B1 (fr) 1993-12-03
SE9003686L (sv) 1991-06-19
FI905884A0 (fi) 1990-11-29
DK275690A (da) 1991-06-19
AU633781B2 (en) 1993-02-04
DE4030833A1 (de) 1991-06-20
GB2239209B (en) 1993-06-02
PT94947B (pt) 1997-11-28
JP2537702B2 (ja) 1996-09-25
IT1236862B (it) 1993-04-22
IT8985008A1 (it) 1991-06-22
NO178756C (no) 1996-05-29
AU6807590A (en) 1991-06-20
AR246207A1 (es) 1994-07-29
FI98716B (fi) 1997-04-30
NO905019L (no) 1991-06-19
AT401637B (de) 1996-10-25
JPH03261536A (ja) 1991-11-21
IT8985008A0 (it) 1989-12-22
DE4030833C2 (nl) 1993-07-29
DK169022B1 (da) 1994-08-01
ATA236590A (de) 1996-03-15
FI905884A (fi) 1991-06-19
SE9003686D0 (sv) 1990-11-20
US5118277A (en) 1992-06-02
FI98716C (fi) 1997-08-11
NO905019D0 (no) 1990-11-20
CA2031798A1 (en) 1991-06-19
BR9006095A (pt) 1991-09-24
CH680777A5 (nl) 1992-11-13
ES2025927A6 (es) 1992-04-01
LU87848A1 (fr) 1991-05-07
KR910011425A (ko) 1991-08-07
BE1005526A3 (fr) 1993-09-28
GB2239209A (en) 1991-06-26
FR2655946A1 (fr) 1991-06-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9002610A (nl) Werkwijze voor het vormen van de rand van een houder van thermoplastisch kunststofmateriaal en inrichting voor het toepassen van deze werkwijze.
US6976836B2 (en) Biaxial stretch blow molding method and apparatus for wide-mouthed containers
SU1083901A3 (ru) Установка дл изготовлени полых изделий из полимерных материалов
US5651235A (en) Packaging method and apparatus
AU598918B2 (en) Forming thermoplastic web material
JP4573175B2 (ja) 圧縮成形機にドロップを強制挿入する方法及び装置並びに成形金型追従式ドロップ供給方法及び装置
US7101170B2 (en) Take-out device for rotary blow molding machine
US4440702A (en) Method and apparatus for making thin-walled plastic articles
CN112719418A (zh) 化妆品管件切管设备
US3605192A (en) Continuous motion container molding machine
US3234594A (en) Apparatus for forming plastic containers
US4832592A (en) Hollow article forming apparatus
JPS6119417B2 (nl)
US3235638A (en) Method for forming plastic containers
US8162654B2 (en) Apparatus for feeding resin
US20140010906A1 (en) Compression-forming system
RU2186683C1 (ru) Экструзионно-раздувная формовочная машина
US3816585A (en) Continuous motion container molding method
JP7374213B2 (ja) 容器の分注部の製造方法および製造装置、並びに容器の分注部
EP1058614B1 (en) Thermoforming process and apparatus
EP0227703A1 (en) Process and apparatus for the manufacture of shaped articles or pieces from a sheet of orientable plastic material
CN110997277A (zh) 用于通过吹塑来制造塑料制品的机器
CN112809543A (zh) 化妆品管件抛光设备