NL9001023A

NL9001023A - Inrichting voor het wikkelen van een voedselomhulling rond een voedselkern.

Info

Publication number: NL9001023A
Application number: NL9001023A
Authority: NL
Original assignee: Bamach Bv
Priority date: 1990-04-27
Filing date: 1990-04-27
Publication date: 1991-11-18
Also published as: EP0454202A1; DE69102733D1; EP0454202B1; DE69102733T2

Description

Inrichting voor het wikkelen van een voedselomhulling rond een voedselkern.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het wikkelen van een omhulling in de vorm van een plakvormig of velvormig voedingsmiddel rondom een in hoofdzaak cilindervormige kern gevormd door een ander voedingsmiddel/ waarbij de inrichting bestaat uit een eindloze transportband die over geleidingsrollen en omkeerrollen verplaatsbaar is voor het transporteren van de omhulling en de daarop geplaatste kern.

De uitvinding beoogt in het bijzonder het machinaal vervaardigen van vleesvinken, dat wil zeggen een kern van een voedingsmiddel/ zoals gehakt vlees in een omhulling in de vorm van een velvormig of plakvormig voedingsmiddel, zoals een vleesproduct. Het toepassen van een transportband voor het machinaal aanbrengen van een omhulling rondom een kern voor het bereiden van vleesvinken is bekend, maar daarbij wordt de omhulling gerold. Voor dit rollen is voldoende wrijving tussen de omhulling en de transportband noodzakelijk. Echter kan die wrijving bijvoorbeeld door ijsafzetting op de transportband vanuit de bevroren omhulling onvoldoende zijn. Bovendien kan de transportband door vochtafzetting onvoldoende greep op de omhulling bieden. Ook kan de omhulling te stijf zijn om gerold te worden. Tenslotte kan de omhulling bestaan uit een plak vlees gesneden van een door stukken vlees samen te persen gevormd brok vlees, zodat de plak vlees door gebrek aan natuurlijke samenhang gemakkelijk in stukken uiteen kan vallen.

Om deze problemen op te heffen voorziet de uitvinding in een inrichting van de in de aanhef aangegeven soort waarbij een eerste frame met tenminste iin daarop gemonteerde eerste gelei-dingsrol uit een normale stand, waarbij de transportband in hoofdzaak gestrekt voorbij de eerste geleidingsrol en een eerste paar omkeerrollen reikt, naar een stand, waarbij de eerste geleidingsrol boven een voorafgaand aan het eerste paar omkeerrollen reikend deel van de transportband is gelegen, en terugzwenkbaar is en waarbij tegelijkertijd een tweede frame met tenminste één daarop gemonteer de tweede geleidingsrol uit een normale stand, waarbij de tweede geleidingsrol onder een vanaf een tweede omkeerrol reikend deel van de transportband is gelegen, naar een stand, waarbij de transportband in hoofdzaak gestrekt voorbij de tweede geleidingsrol aan de omkeerrol reikt, en terug zwenkbaar is.

Bij voorkeur is de uitgevonden inrichting gekenmerkt doordat tenminste het eerste paar omkeerrollen, de beide frames met elk hun geleidingsrollen en de tweede omkeerrol zodanig zijn opgesteld dat tijdens het gelijktijdig zwenken van de beide frames uit hun normale stand naar hun zwenkstand en bij in hun gezwenkte stand gelegen frames de spanning in de transportband tenminste in hoofdzaak gelijk blijft aan de spanning in de transportband bij in hun normale stand gelegen frames.

Een verdere belangrijke uitvoeringsvorm van de uitgevonden inrichting is gekenmerkt doordat de diameter van het eerste paar omkeerrollen zodanig aangepast is aan de diameter van de voedselkern plus de dikte van de voedselomhulling, dat de omhulling voldoende strak om de kern wikkelbaar is.

Ook de bijgaande overige conclusies 3, 4, 5 en 7 geven belangrijke kenmerken en resultaten van de uitvinding aan.

De uitvinding zal nader worden aangeduid in de volgende beschrijving bij de bijgaande tekeningen van een voorkeursuitvoering van de uitgevonden inrichting.

Hierbij toont: figuur 1 een schematisch zij-aanzicht van de uitgevonden inrichting in de stand voor het aanvangen van het wikkelen van een omhulling om de kern; figuur 2 een bovenaanzicht van de inrichting met een kern en een omhulling volgens figuur 1; figuur 3 een aanzicht als volgens figuur 1, waarbij echter elk der beide frames zich bevindt in zijn stand tussen de aanvangsstand volgens figuur 1 en de wikkelstand volgens figuur 4; figuur 4 een zij-aanzicht als volgens figuur 1 en 3, waarbij echter elk der beide frames zich bevindt in zijn stand tijdens het om de kern wikkelen van de omhulling; figuur 5 een aanzicht als volgens figuren 1, 3 en 4 waarbij elk der beide frames weer teruggezwenkt is naar zijn stand volgens figuur 1 omdat het om de kern wikkelen van de onthulling voltooid is.

De in de tekening aangegeven uitgevonden inrichting dient om een omhulling 1 rondom een kern 2 te wikkelen. Daarbij kan de kern 2 eventueel een in hoofdzaak cilindervormig lichaam van bijvoorbeeld gehakt vlees zijn, terwijl de omhulling plakvormig of velvormig is en bijvoorbeeld van vlees is. Echter kan de kern aanvankelijk een hoopje voedsel zijn dat tijdens het wikkelen tot een cilinder wordt gevormd. De kern van gehakt vlees vormt met de daaromheen gewikkelde plak vlees een vleesvink. Het is echter duidelijk dat de kern en de omhulling van andere voedingsmaterialen kunnen zijn bij toepassen van de uitgevonden inrichting.

Het getekende uitvoeringsvoorbeeld van de uitgevonden inrichting omvat een eindloze transportband 3 waarvan slechts het rechter einde in de bijgaande tekening is aangegeven omdat de uitvinding uitsluitend op dat einde gericht is.

De transportband 3 loopt volgens figuur 1 naar rechts over een draagrol 12, gevolgd door op een eerste frame 13 bevestigde derde en eerste geleidingsrollen 6 respectievelijk 5 en onder langs een eerste paar omkeerrollen 7, een eindrol 11, op een tweede frame 14 bevestigde vierde en tweede geleidingsrollen 8 respectievelijk 9 en tenslotte een tweede omkeerrol 10.

De beide frames 13 en 14 zijn uit hun standen volgens figuur 1 gelijktijdig omhoog zwenkbaar naar hun standen volgens figuur 4, waarbij figuur 3 duidelijkheidshalve een tussenstand tijdens dat zwenken aangeeft. Nadat het wikkelen van de omhulling 1 om de kern 2 op de in figuur 4 aangegeven wijze voltooid is, worden de beide frames 13 en 14 weer teruggezwenkt naar hun in figuur 5 aangegeven normale stand die overeenkomt met hun standen volgens figuur 1. Het is mogelijk om de frames 13 en 14 mechanisch te koppelen.

Het voltooide eindproduct, dus de kern 2 met de daaromheen gewikkelde omhulling 1 wordt door de transportband 3 bij in de normale stand volgens figuur 5 teruggezwenkte frames 13 en 14 overgedragen aan de afvoertransporteur 4 die daartoe tegenover de eindrol 11 van de transportband 3 is gelegen.

Bij voorkeur is het eerste frame 13 zwenkbaar om de as door het eerste paar omkeerrollen 7 en daarbij is het tweede frame 14 bij voorkeur zwenkbaar om de as van de tweede omkeerrol 10. De middelen waarmee de frames 13 en 14 zwenkbaar zijn, vormen geen deel van de uitvinding maar kunnen bijvoorbeeld een zuiger en cilinderstelsel zijn.

De transportband 3 vormt bij de omhooggezwenkte stand van de beide frames 13 en 14 volgens figuur 4 een lus vanaf de steunrol 12 via het eerste paar omkeerrollen 7 tot de eerste ge-leidingsrol 5. Doordat tegelijkertijd het tweede frame 14 door omhoog zwenken de lengte van de baan van de transportband 3 evenveel verkort als die lengte wordt verlengd door de lus in de transportband 3 bij het omhooggezwenkte eerste frame 13, blijft de spanning in de transportband 3 bij de normale in figuur 1 aangegeven stand van de frames 13 en 14 in hoofdzaak gelijk tijdens het zwenken van de frames en bij de omhooggezwenkte stand van de frames volgens figuur 4.

Door deze in hoofdzaak gelijkblijvende spanning in de transportband 3 wordt geen rek op de omhulling 1 uitgeoefend, zodat de omhulling niet in stukken uit elkaar wordt getrokken. Dit is van belang wanneer de omhulling 1 bestaat uit een plak vlees gevormd door samenpersen van stukken vlees of anders gesneden van een door stukken vlees samen te persen gevormd brok vlees, zodat de plak vlees door gebrek aan natuurlijke samenhang gemakkelijk in stukken uiteen kan vallen.

Door de juiste spanning in de transportband 3 en door de juiste verhouding tussen de diameter van het eerste paar omkeerrollen 7 enerzijds en de diameter van de kern 2 plus de dikte van de omhulling 1 anderzijds is de strakheid waarmee de omhulling rond de kern 2 gewikkeld wordt, regelbaar in de gewenste mate.

Doordat de omhulling 1 gedurende het wikkelen nagenoeg volledig met de transportband 3 in aanraking blijft, zal de omhulling minder gemakkelijk ten opzichte van de transportband 3 schuiven dan bij rollen van de omhulling rondom de kern 2 het geval zou zijn.

De transportband 3 kan naar keuze continu of intermitterend, zoals af gestemd op fasen in het wikkelproces, in beweging zijn.

Claims

1. Inrichting voor het wikkelen van een omhulling (1) in de vorm van een plakvormig of velvormig voedingsmiddel rondom een in hoofdzaak cilindervormige kern (2) gevormd door een ander voedingsmiddel/ waarbij de inrichting bestaat uit een eindloze transportband (3) die over geleidingsrollen en omkeerrollen verplaatsbaar is voor het transporteren van de omhulling (1) en de daarop geplaatste kern (2), gekenmerkt doordat een eerste frame (13) met tenminste een daarop gemonteerde eerste geleidingsrol (5) uit een normale stand, waarbij de transportband (3) in hoofdzaak gestrekt voorbij de eerste geleidingsrol (5) en een eerste paar omkeerrollen (7) reikt, naar een stand, waarbij de eerste geleidingsrol (5) boven een voorafgaand aan het eerste paar omkeerrollen (7) reikend deel van de transportband (3) is gelegen, en terug zwenk-baar is en waarbij tegelijkertijd een tweede frame (14) met tenminste één daarop gemonteerde tweede geleidingsrol (9) uit een normale stand, waarbij de tweede geleidingsrol (9) onder een vanaf een tweede omkeerrol (10) reikend deel van de transportband (3) is gelegen, naar een stand, waarbij de transportband (3) in hoofdzaak gestrekt voorbij de tweede geleidingsrol (9) en de tweede omkeerrol (10) reikt en terug zwenkbaar is.

2. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat tenminste het eerste paar omkeerrollen (7), de beide frames (13, 14) met elk hun geleidingsrollen (5, 6 en 8, 9) en de tweede omkeerrol (10) zodanig zijn opgesteld dat tijdens het gelijktijdig zwenken van de beide frames uit hun normale stand naar hun zwenk-stand en bij in hun gezwenkte stand gelegen frames (13, 14) de spanning in de transportband (3) tenminste in hoofdzaak gelijk blijft aan de spanning in de transportband bij in hun normale stand gelegen frames (13, 14).

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat het eerste frame (13) voorzien is van een derde ge-leidingsrol (6) voor het geleiden van de transportband (3) voorbij het eerste paar omkeerrollen (7) bij gezwenkte stand van het frame (13).

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat het tweede frame (14) voorzien is van een vierde geleidingsrol (8) voor het geleiden van de transportband (3) voorbij de tweede omkeerrol (10) bij normale stand van het frame (14).

5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een zodanig tegenover het einde van een afvoertransporteur (4) gelegen eindrol (11) voor de transportband (3), dat bij normale stand van de beide frames (13, 14) de transportband (3) het voltooide voedselproduct (1, 2) overdraagt aan de afvoertransporteur (4).

6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de diameter van het eerste paar omkeerrollen (7) zodanig aangepast is aan de diameter van de voedsel-kern (2) plus de dikte van de voedselomhulling (1), dat de omhulling (1) voldoende strak om de kern (2) wikkelbaar is.

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt, doordat bij het aanvoeren, het wikkelen en het afvoeren de transportband (3) naar keuze continu of op fasen in het wikkelproces afgestemd intermitterend in beweging kan zijn.

8. Voedselproduct vervaardigd door toepassen van de inrichting volgens één der voorgaande conclusies.