NL9000060A - Beeldweergeefinrichting van het dunne type. - Google Patents
Beeldweergeefinrichting van het dunne type. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9000060A NL9000060A NL9000060A NL9000060A NL9000060A NL 9000060 A NL9000060 A NL 9000060A NL 9000060 A NL9000060 A NL 9000060A NL 9000060 A NL9000060 A NL 9000060A NL 9000060 A NL9000060 A NL 9000060A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- electron
- walls
- electrodes
- screen
- electrons
- Prior art date
Links
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01J—ELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
- H01J29/00—Details of cathode-ray tubes or of electron-beam tubes of the types covered by group H01J31/00
- H01J29/02—Electrodes; Screens; Mounting, supporting, spacing or insulating thereof
-
- G—PHYSICS
- G09—EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
- G09G—ARRANGEMENTS OR CIRCUITS FOR CONTROL OF INDICATING DEVICES USING STATIC MEANS TO PRESENT VARIABLE INFORMATION
- G09G1/00—Control arrangements or circuits, of interest only in connection with cathode-ray tube indicators; General aspects or details, e.g. selection emphasis on particular characters, dashed line or dotted line generation; Preprocessing of data
- G09G1/20—Control arrangements or circuits, of interest only in connection with cathode-ray tube indicators; General aspects or details, e.g. selection emphasis on particular characters, dashed line or dotted line generation; Preprocessing of data using multi-beam tubes
-
- G—PHYSICS
- G09—EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
- G09G—ARRANGEMENTS OR CIRCUITS FOR CONTROL OF INDICATING DEVICES USING STATIC MEANS TO PRESENT VARIABLE INFORMATION
- G09G3/00—Control arrangements or circuits, of interest only in connection with visual indicators other than cathode-ray tubes
- G09G3/20—Control arrangements or circuits, of interest only in connection with visual indicators other than cathode-ray tubes for presentation of an assembly of a number of characters, e.g. a page, by composing the assembly by combination of individual elements arranged in a matrix no fixed position being assigned to or needed to be assigned to the individual characters or partial characters
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01J—ELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
- H01J29/00—Details of cathode-ray tubes or of electron-beam tubes of the types covered by group H01J31/00
- H01J29/02—Electrodes; Screens; Mounting, supporting, spacing or insulating thereof
- H01J29/028—Mounting or supporting arrangements for flat panel cathode ray tubes, e.g. spacers particularly relating to electrodes
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01J—ELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
- H01J29/00—Details of cathode-ray tubes or of electron-beam tubes of the types covered by group H01J31/00
- H01J29/02—Electrodes; Screens; Mounting, supporting, spacing or insulating thereof
- H01J29/08—Electrodes intimately associated with a screen on or from which an image or pattern is formed, picked-up, converted or stored, e.g. backing-plates for storage tubes or collecting secondary electrons
- H01J29/085—Anode plates, e.g. for screens of flat panel displays
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01J—ELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
- H01J29/00—Details of cathode-ray tubes or of electron-beam tubes of the types covered by group H01J31/00
- H01J29/46—Arrangements of electrodes and associated parts for generating or controlling the ray or beam, e.g. electron-optical arrangement
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01J—ELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
- H01J31/00—Cathode ray tubes; Electron beam tubes
- H01J31/08—Cathode ray tubes; Electron beam tubes having a screen on or from which an image or pattern is formed, picked up, converted, or stored
- H01J31/10—Image or pattern display tubes, i.e. having electrical input and optical output; Flying-spot tubes for scanning purposes
- H01J31/12—Image or pattern display tubes, i.e. having electrical input and optical output; Flying-spot tubes for scanning purposes with luminescent screen
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01J—ELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
- H01J31/00—Cathode ray tubes; Electron beam tubes
- H01J31/08—Cathode ray tubes; Electron beam tubes having a screen on or from which an image or pattern is formed, picked up, converted, or stored
- H01J31/10—Image or pattern display tubes, i.e. having electrical input and optical output; Flying-spot tubes for scanning purposes
- H01J31/12—Image or pattern display tubes, i.e. having electrical input and optical output; Flying-spot tubes for scanning purposes with luminescent screen
- H01J31/123—Flat display tubes
- H01J31/124—Flat display tubes using electron beam scanning
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04N—PICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
- H04N5/00—Details of television systems
- H04N5/66—Transforming electric information into light information
- H04N5/70—Circuit details for electroluminescent devices
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04N—PICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
- H04N9/00—Details of colour television systems
- H04N9/12—Picture reproducers
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01J—ELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
- H01J2329/00—Electron emission display panels, e.g. field emission display panels
- H01J2329/86—Vessels
- H01J2329/8625—Spacing members
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01J—ELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
- H01J2329/00—Electron emission display panels, e.g. field emission display panels
- H01J2329/86—Vessels
- H01J2329/8625—Spacing members
- H01J2329/863—Spacing members characterised by the form or structure
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01J—ELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
- H01J2329/00—Electron emission display panels, e.g. field emission display panels
- H01J2329/86—Vessels
- H01J2329/8625—Spacing members
- H01J2329/8645—Spacing members with coatings on the lateral surfaces thereof
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Multimedia (AREA)
- Signal Processing (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Theoretical Computer Science (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Computer Hardware Design (AREA)
- Radar, Positioning & Navigation (AREA)
- Remote Sensing (AREA)
- Cathode-Ray Tubes And Fluorescent Screens For Display (AREA)
- Devices For Indicating Variable Information By Combining Individual Elements (AREA)
- Liquid Crystal (AREA)
- Image-Pickup Tubes, Image-Amplification Tubes, And Storage Tubes (AREA)
- Measuring Pulse, Heart Rate, Blood Pressure Or Blood Flow (AREA)
Description
De uitvinding heeft betrekking op een beeldweergeefin-richting met een vacuümomhulling voor het weergeven van uit punten opgebouwde beelden op een luminescerend scherm, en heeft in het bijzonder betrekking op een dunne beeldweergeefinrichting (d.w.z. een beeldweergeefinrichting met een geringe "front to back dimension") die zich duidelijk onderscheidt van de weergeefinrichtingen volgens de stand van de techniek,
Typische stand van de techniek benaderingen van beeldweer-geefinrichtingen van het dunne type betreffen inrichtingen met een doorzichtige frontplaat (face plate) op de binnenzijde waarvan een fosforpatroon is aangebracht dat aan één zijde voorzien is van een . elektrisch geleidende laag (tezamen ook wel luminescerend scherm genoemd). Wanneer (m.b.v. video informatie gestuurde) elektronen het luminescerende scherm treffen wordt een visueel beeld gevormd dat via de voorzijde van de voorplaat zichtbaar is. De voorplaat kan vlak zijn, of desgewenst gebogen (b.v. sferisch of cylindrisch).
Bij een eerste categorie van beeldweergeefinrichtingen van het dunne type zijn op een van het luminescerende scherm verwijderde plaats binnen de beeldweergeefinrichting een aantal thermisch verhitte draadkathodes in een vlak evenwijdig aan het scherm aangebracht die verantwoordelijk zijn voor het produceren van de benodigde elektronen.
De geproduceerde elektronen kunnen aanwezig zijn in de vorm van een elektronenwolk. Om bij een dergelijke inrichting de elektronen op specifieke plaatsen van het luminescerende scherm te laten invallen voor het vormen van een beeld moet de benodigde elektronenstroom uit de wolk worden getrokken. Hiervoor is een stapeling van adresseerelektroden, (een bufferelektrode), focuseerelektroden en, in sommige gevallen, afbuigmiddelen, nodig. Een probleem van dergelijke beeldweergeefinrichtingen is tot nu toe dat ze visuele helderheidsvariaties vertonen.
Een andere categorie van beeldweergeefinrichtingen van het dunne type maakt gebruik van enkelvoudige of meervoudige ol alrf rnnenhnnrtöl c rl i «> aanvanlrol i -ïk ïn ωοτοη ovonun "irl ï rr aan hpf- vlak va n het beeldscherm lopen en uiteindelijk naar het beeldscherm toe gebogen worden om hetzij direct, hetzij door middel van bijvoorbeeld een selectieroosterstructuur gewenste gebieden van het luminescerende scherm te adresseren, (Met de uitdrukking elektronenbundel wordt bedoeld dat de banen van de elektronen in de bundel nagenoeg evenwijdig zijn, Of slechts een geringe hoek met elkaar maken, en dat er een hoofdrichting is waarin de elektronen zich bewegen.) Bij de bovengenoemde inrichtingen zijn o.a. ingewikkelde elektron-optische constructies nodig.
Beeldweergeefinrichtingen van het enkelvoudig bundeltype hebben bovendien, en zeker als ze iets grotere schermformaten hebben, meestal een gecompliceerde (kanaalplaat) elektronenvermenigvuldiger van het matrix type nodig,
Een uitgebreider overzicht van de nadelen van stand van de techniek beeldweergeefinrichtingen van het dunne type kan men in EP-A 213 839 vinden.
Gezien het voorafgaande is het een doel van de uitvinding om een beeldweergeefinrichting van het dunne type te verschaffen die in aanzienlijke mate vrij is van nadelen van de békende inrichtingen.
Een beeldweergeefinrichting met een vacuümomhulling voor het weergeven van uit p|nten opgebouwde beelden op een 1uaiinesOereiP SChera bevat daartoe volgens de uitvinding een aantal naast ^kaa^: gelegen middele| voor het produceren van elektronen, lokale el^tro^eall^Ldihi^en (in het |ngels: *ductsH) yan elektrisch isolerend materiaal ervoor elektronentransport geschikte secundaire emissiecoëf|iciënt voor het transporteren van geproduceerde el^tr<^èn M de vorm van el^ktronehstromen over onderling evenwijdige tyajectén ko|te af stand v^i het luminescerende scherm, en middelen om elke elektr*enstroom op vootaf bepaalde (in het bijzonder op^nyc^gen^e) plaatsen aan -gijn leiding te onttrekken en naar het ltpine^er^ïe scherm toe te versnellen voor het produceren van een uit punten ®^e«)uwd/ beeld. >> * *—r ; 7- . - . .L 1 .
benadering volgens de uitvinding voor het verschaffen van ee#bee|öwc^Ïf6efinricht|ng van het dimne type berust op de on1^ekJ^ng:r;;.dat elektronentr^isport mogelijk blijkt te zijn in een door wanden fah.glek^eisoh isoler|nd materiaal (bijvoorbeeld glas) orageven langwerpige;geëvacueerde holte (z.g. koker) indien (door het aanleggen van^een/efei^ri^h^potentiaalverschil overde uiteinden van de koker) in; de lengterichting van de koker een elektrisch veld van voldoende sterkte wordt gerealiseerd. De omstandigheden (veldsterkte E, elektrische weerstand van de wanden, secundaire emissiecoëfficiënt δ van de wanden) kunnen zoals hierna zal worden uiteengezet zo gekozen worden dat een constante vacuümstroom in de koker gaat lopen. Om het een elektronenstroom mogelijk te maken op gewenste (opeenvolgende) plaatsen de koker in de richting van het luminescerende scherm te verlaten kan de naar het luminescerende scherm gekeerde kokerwand worden voorzien van een rij openingen met elektrodes die met een eerste (positieve) elektrische spanning bekrachtigbaar zijn om via een opening een elektronenstroom uit de koker te trekken, of met een tweede elektrische spanning bekrachtigbaar zijn indien lokaal géén elektronen uit de koker getrokken moeten worden.
Het bovenstaande inzicht is toegepast in een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding die gekenmerkt wordt, doordat de elektronenleidingen gevormd worden door langwerpige, door wanden van elektrisch isolerend materiaal met een secundaire emissiecoëfficiënt δ omgeven holtes, waarbij de wanden zijn voorzien van elektrodemiddelen voor het aanleggen van een elektrisch veld met een veldsterkte E in de lengterichting van de holtes en waarbij de naar het luminescerende scherm gekeerde wand van elke holte voorzien is van een aantal openingen, een en ander zodanig, dat alle openingen tesamen een rijen- en kolommenarrangement vormen. Hierbij hebben δ en E waarden die elektronentransport door de holtes mogelijk maken. De hiermee te bereiken voordelen zullen in het volgende nader worden toegelicht.
Voor het opwekken van door het vacuüm in de elektronenleidingen heen te transporteren elektronenstromen kan gebruik worden gemaakt van een aan (een rand van) het luminescerend scherm evenwijdig arrangement van een aantal elektronenemitters. Hiervoor zijn zowel thermische kathodes als koude kathodes, zoals veldemitters, geschikt.
In het kader van de uitvinding zijn verschillende wijzen van transporteren van elektronen door het vacuüm mogelijk. Er kan uitsluitend geleiding van elektronen plaatsvinden. Of er kan in combinatie met elektronengeleiding elektronenversterking over een deel (i.h.b. het begin gedeelte) of de gehele leidinglengte plaatsvinden. In
A A
het geval dat in de elektrooenleidingen versterking optreedt, behoeven de.emifcteié/elk, naar weinig stroom (bijvoorbeeld in de orde van nano- • ....... --i·-·: ·. ..'ij.,.. - ..... ...... . s ampères) te leveren. Het emitter arrangement kan bijvoorbeeld uit één rij bestaan die geplaatst is op de bodem van een smalle hoge doos waarvan één van de hoofdvlakken het weergeefpaneel vormt. Op . alterngtii^. wijze kan het fitter arrangement n onderling evenwijdige rijen ^va^en die, op zodanf^é afstanden van de doosbodem geplaatst zijn dat de dpot/hen in bedrijf geproduceerde elektronenstronen tezamen de hele höbgt^van het weergee^paneel bestrijken. (In het speciale geval n = 1 wordt in dit geval het emitter arrangement halverwege de bodem en de top geplaatst.) Het voordeel van dit alternatief is, zoals nog nader zal worden uiteengezet, dat het maximale potentiaalverschil nodig voor het opwekken van het elektrische veld dat voor elektronengeleiding nodig is klelngr tan zijn dan bij plaatsing van één emitter arrangement op de bodem; ; Mie door emitter» opgewekte elektronenstromen moeten in de elefetroi^ngéleiders over tenminste een deel van de hoogte van de doos in de richting van de bovenrand of van de benedenrand van het luminescerende scherm geleid worden.
De elektronenemitters kunnen binnen de elektronenleiding waarmee ze samenwerken geplaatst zijn, maar bevinden zich bij voorkeur elk aan de buitenzijde van een uiteinde van een elektronenleiding waar ze mee samenwerken.
Door tussen een emitter en het uiteinde van een daarmee samenwerkengle elektronenleiding een voldoend groot positief spanningsverschil aan te leggen, worden door de emitter geëmitteerde elektronen a$aar de elektroneèleiding versneld, waarna ze in de elektrénenleiding door wandièteractie secundaire elektronen genereren.
Een kas zodanig ing|steld worden dat een constante vacuümstroggi door de betreffende elektronenleiding gaat lopen.
{„/ i|in dé bhitenzi jdefvan de wanden met de openingen kan een rijenarjrangnésmenfc van elektrodes aangebracht zijn voor elektrèèenttanspert en/of (b#eld)lijnselectie. D.w.z. dat door het toevoeren van (lineair) oplopende spanningen aan de elektrodes het voor elektrenentéansport benodigde axiale elektrische veld kan worden opgewekt en/door het toevoeren van een geschikte spanningpuls de J>S 1 im •VM.M.Abï.T “iiiew Λ A *% JWrA. A « aa*5' tr « I «A J A V. AU UaX. >9a elektronenstromen al of niet mogelijk te maken elk door hun opening van een rij hun elektronenleiding te verlaten. Elektronen die uit een elektronenleiding worden getrokken, worden naar het luminescerende scherm doorversneld door een voldoend groot spanningsverschil tussen de elektronenleidingen en het scherm aan te brengen, b.v. een verschil van 3 kV. De afstand tot het scherm kan zeer klein zijn, zodat de spot klein blijft. Lokalisatie van naar het scherm versnelde individuele elektronenbundels kan worden gerealiseerd door een elektronenbundelloka-lisatie structuur in de vorm van een wafelstructuur van wanden tussen de elektronenleidingen en het luminescerende scherm aan te brengen, of -eenvoudiger- een spacerplaat met met de extractie openingen in de elektronenleidingen coaxiale openingen.
Om ongewenste spontane emissie van elektronen naar het scherm, wat tot luminescentie op niet gewenste plaatsen aanleiding zou kunnen geven, te voorkomen kan het van voordeel zijn om de elektroden van het elektrodenarrangement in elektrisch isolerend materiaal te begraven.
Om het kontrast van het geproduceerde beeld te verbeteren kunnen de elektroden van het elektrodenarrangement dubbel worden uitgevoerd. Hiertoe kan b.v. een kunststof folie (b.v. een kapton folie) worden gebruikt aan beide zijden van een elektroden patroon is voorzien, welke elektrodenpatronen met elkaar corresponderen.
Om oplading van de wanden van de lokalisatie structuur te voorkomen kan de lokalisatiestructuur een aantal, de weg van iedere individuele elektronenbundel omsluitende, holle elektrodemiddelen, die elektrisch met de elektroden van het elektroden arrangement verbonden zijn, omvatten. Deze elektrodemiddelen kunnen zelfdragende cilindervormige of konusvormige metalen onderdelen zijn, of op de binnenzijde van een holle, isolerende hulpstructuur opgedampte metallische lagen. Wanneer de bovengenoemde elektrodemiddelen tweedelig worden uitgevoerd, kunnen ze, zoals nog nader zal worden uiteengezet, door ze apart te bekrachtigen voor kleurselectie worden gebruikt. B.v. kunnen ze uit twee evenwijdige, eventueel voor alle openingen van een rij gemeenschappelijke, platen bestaan.
Ten behoeve van een uniform elektronentransport in de elektronenleidingen worden de elektroden van het elektrodenarrangement aan (ongeveer lineair) toenemende spanningen gelegd.
0¾ er van verze ker4 te zijn dat de elektronen uitsluitend dé&c d§; el.i^trcaiénleidingen Werlaten waar het, door het toevoeren van een go^tieve apanningsphls aan een selectie elektrode gewenst is, is:het ifan gelang <m middelei te verschaffen die er voor zorgen dat het (lineaire) verloop van het in de lengterichting van de elektronengeleiders opgewekte elektrische (transport) veld zo uniform . mogelijk is. Een hiervoor geschikte mogelijkheid is het aanbrengen van een hoog-ohaige weerstandslaag op tenminste één wand van elke koker die een elektronenleiding vormt. B.v. op de voor- en/of achterwand, of op de beide zijwanden. Deze weerstandslaag kan eventueel een meanderpatroon hebben voor het verhogen van de weerstand.
er tijdens het,transport door de elektronenleidingen een aan|al..'^lektronen te hog^i snelheden zou krijgen, zou dat tot kontra#ver|ies-kunnen leiden. Te hoge snelheden kunnen optreden door elasti^|ie,^Dt&|ng^i met de wanden (back scattering), of doordat elektrc^ëh^dié met een lage-ίsnelheid starten, niet met de wanden in kontakt komEn eö onderweg stöeds meer energie opdoen. Om dit te i "'U#.· i·-.·'!-'' - - ’ v " voorkomen ktonea de elektronünleidingen b.v. voorzien worden van geometrische obstakels, of van middelen om een elektrisch veld met een component dwars op de lengteas van de leidingen te produceren. Deze middelen kunnen uitgevoerd zijn voor het verschaffen van een (ongeveer lineair) oplopende potentiaal over de van het scherm afgekeerde (achter)wand en een eveneens (lineair) oplopende, doch lagere, potentiaal over de naar het scherm toegekeerde (voor)wand.
De achterwand potentiaal kan zeer goed worden gedefinieerd d.m.v. een op de achterwand aangebrachte wèerstandslaag, maar een alternatief is het gebruik van de achterwand oplading welke ontstaat tijdens en door transport # elektronen. De voorwand potentiaal kan b.v. worden ingesteld dóór in de elektroèenleidingen aan de schermzijde een aantal evenwijdige, b.v, stripvormige, elektrodes aan te brengen die in bedrijf op een lineair oplopende potentiaal gezet worden. Deze elektrodes kunnen tevens foordeel dienen voor selektie van een (beeld)lijn door er b.v. gaten |n aan tè brengen en ze te verbinden met een schakeling voor het verschaffen van een (positieve) selectiespanning.
Verder kunnen deze elektrodes, om dezelfde redenen als de eerder beschreven selectie elektrodes dubbel zijn uitgevoerd en/of van zich naar lift scherm uitstrekkende, met de gaten coaxiale, elektrode middelen voorzien.
Een belangrijk aspect van de uitvinding is, dat de elektronengeleiders tevens als vacuümondersteuning (kunnen) dienen, waardoor vóór- en achterwand van de inventieve beeldweergeefinrichting relatief dun kunnen zijn ten opzichte van die van bekende beeldweergeefinrichtingen van het dunne type (totale dikte b.v. < 10 mm). Een uitvoeringsvorm wordt in dit verband gekenmerkt, doordat voor laterale lokalisatie van de geproduceerde elektronen een aantal evenwijdige schotten van elektrisch isolerend materiaal is aangebracht die tevens als vacuümondersteuning dienen.
Een verdere uitvoeringsvorm wordt in dit verband gekenmerkt, doordat de beeldweergeefinrichting is voorzien van een centrale plaat van elektrisch, isolerend materiaal waarbij één hoofdvlak voorzien is van een aantal door wanden gescheiden eerste groeven, welke wanden de genoemde schotten vormen, en waarbij het andere hoofdvlak voorzien is van een aantal zich dwars op de eerste groeven uitstrekkende tweede groeven. De eerste en tweede groeven kunnen elkaar snijden, waarbij op de snijpunten de openingen voor het onttrekken van de elektronen gevormd worden. Op alternatieve wijze kunnen de eerste en tweede groeven elkaar kruisen, waarbij de plaat op de kruispunten van de eerste en tweede groeven doorboord wordt voor het vormen van de genoemde openingen.
Enige uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding zullen nader worden uiteengezet aan de hand van de tekening.
Hierin is
Figuur 1 een schematisch, perspectivisch aanzicht, gedeeltelijk weggebroken, van een deel van een constructie van een beeldweergeefinrichting volgens de uitvinding waarvan de onderdelen niet op schaal getoond worden,
Figuur 1A stelt een zijaanzicht van de constructie van fig, 1 voor;
Figuur 1B toont schematisch en in doorsnede een mogelijke modulaire opbouw van een beeldweergeefinrichting volgens de uitvinding;
Figuur 1C toont een (selectie)elektroden arrangement, te gebruiken in de constructie van fig. 1;
Figuren 2A en 2B tonen schematisch en in doorsnede twee typen elektronenleidingen, te gebruiken in de constructie van Fig. 1;
. . » XN A
Figuur 3 toont een "horizontale" dwarsdoorsnede door een deel v4» ed» coföstiöuctie van het type van Fig. 1;
Figuren 4, 5, 6 en 7 tonen "verticale* doorsneden door elektrohenElidiagett van met de constructie van fig. 1 vergelijkbare coBetr^tié|; F|guur 6 toont een verticale doorsnede door een elektr^senljliding van een alternatief voor de constructie van fig. t;
Figuur 9 toont schematisch de in de constructie van fig.
8 in bedrijl gebruikte spanningen, en . Figuur 10 stelt eet grafiek voor waarin van een voor de uitviniMn^ gehikt7 wandmatefiaal de secundaire emissiecoëfficiênt δ alÈk fue^bjte^Van #e primaire ijdektronenenergie Ep is uitgezet; en
Ifeuur 11: toont ee® "verticale" doorsnede door een deel van ee^cónftructie van het type van Fig. 1 die geschikt is voor het weerge^h;;,v^ k^eurenbeeldenv - Figuur 1 toont een &eeldweergeefinrichting 1 van het dunne type üset een paneel (venster) 3 en een daar tegenover gelegen achterwand 4. Nabij een wand 2 die paneel 3 en achterwand 4 met elkaar verbindt is een kathode arrangement 5, bijvoorbeeld een lijnkathode die door middel van elektrodes in een aantal, bijvoorbeeld 600, kathodes voorziet, of een dergelijk aantal separate elektrodes, geplaatst.
Deze laatsten behoeven ieder b.v. een stroom van slechts nanoampères (afhankelijk van versterking) te leveren zodat vele types (koude dan wel thermische) kathodes bruikbaar zijn. De kathodes kunnen gezamenlijk geschakeld worden, of apart. Hun emissie kan konstant zijn, of regelbaar.
In het volgende zullen, met verwijzing naar resp. Fig.
2Af 2B en Fig, 8, drie hoofduitvoeringen van het principe waar de uitvinding op is gebaseerd achtereenvolgens besproken worden, nl.: a) elektronentransport met versterking in een koker; b) elektronentransport zonder versterking in een koker; en c) elektronentransport over een wand.
Bij uitvoeringsvorm a. is boven het kathodearrangement 5 een rij elektronenleidingen die gevormd worden door kokers 6, 6', 6", ... enz. geplaatst, dit geval één koker per kathode.. Deze kokers hebben holtes ', 11", omgevende wanden die gemaakt zi jn van materiaal dat voor het doel van de uitvinding een geschikte elektrische weerstand heeft, (b.v. keramisch materiaal, glas, kunststof -al of niet gecoat-), en die over een bepaald gebied van primaire elektronen energieën een secundaire emissiecoëfficiënt δ > 1 hebben. De elektrische weerstand van het wandmateriaal dient zo groot te zijn dat bij een potentiaalverschil in de orde van honderd tot enkele honderden Volts per cm, nodig voor het elektronentransport, er zo weinig mogelijk stroom (bij voorkeur minder dan b.v. 10 mA) in totaal in de wanden gaat lopen. De "voor"-wanden van de kokers kunnen door een gezamenlijke centrale plaat 10 gevormd worden. De "achter"-wanden van de kokers kunnen door de achterwand 4 van de beeldweergeefinrichting gevormd worden. De achterwand kan b.v. een substraat zijn met een oppervlak waarin een aantal evenwijdige verticale, holtes gevormd is en de centrale plaat 10 een vlakke plaat. Op alternatieve wijze kan de centrale plaat 10, zoals getoond in fig. 1B, een (b.v. voorgevormde) plaat zijn, waarin kruisende kanalen aan weerszijden zijn aangebracht, en de achterwand 4 een vlakke plaat.
Over alle kokers tesamen wordt in de lengterichting 1 een spanning in de orde van enkele honderden Volts per cm (b.v. 200 V/cm) aangelegd voor het produceren van het benodigde axiale elektrische veld. Door tussen de rij 5 van kathodes en de kokers 6, 6', 6" een spanning in de orde van 100 V (grootte van de spanning afhankelijk van de omstandigheden), aan te brengen worden elektronen vanuit de kathodes naar de kokers versneld, waarna ze in de kokers de wanden treffen en secundaire elektronen genereren. De gegenereerde secundaire elektronen worden ook weer versneld en genereren nieuwe elektronen. Dit gaat door totdat verzadiging optreedt. (Deze verzadiging kan ruimteladingsverzadi-ging zijn en/of ontstaan door veldvervorming). Vanaf het verzadigingspunt zal een constante vacuümstroom door de desbetreffende koker lopen (Fig. 2a).
In het hierboven gegeven voorbeeld van uitvoeringsvorm a. zijn de omstandigheden zodanig, b.v. doordat de kokerwanden een bepaalde behandeling hebben ondergaan om ze een verhoogde secundaire emissie te geven, of doordat op de kokerwanden aparte dunne lagen met een hoge secundaire emissie zijn aangebracht, dat in de kokers zowel elektronentransport als elektronenmultiplicatie optreedt. Het blijkt echter verrassenderwijs mogelijk te zijn om de omstandigheden zodanig te kiezen $at uitsluitend elektronen transport optreedt. (Uitvoeringsvorm b.}. Dit be^ft o.a. tot voordeel- dat het aan te leggen potentiaalverschil over de kekers aanzienlijk kleiner kan zijn, hetgeen ..........lijs!::'"Ei >:&i. ' . - .>?. .
van groot belang is voor de elektrische aansturing van de beeldweergeefinrichting. Hierdoor wordt ook het verbruikte vermogen aanzienlijk kleiner, hetgeen nog versterkt wordt door het feit dat een minimale stroom in de wanden loopt. Bovendien is de werking in dit geval niet van verzadigingseffecten afhankelijk. De stroom is in hoge benadering over de gehele kokerlengte constant: de stroom aan het begin van de koker is gelijk aan die aan het eind van de koker (Fig. 2b).
Uitvoeringsvorm b. berust op het inzicht dat vacuüm elektronentransport binnen kokers met wanden van elektrisch isolerend materiaal mogelijk is indien in de lengterichting van de koker een elektrisch veld van voldoende grootte wordt aangelegd. Een dergelijk veld bewerkstelligt een zekere energieverdeling en ruimtelijke verdeling van elektronen die de koker zijn binnen geschoten, zodanig dat de effectieve secundaire emissiecoëfficiënt van de wanden van de koker in bedrijf gemiddeld gelijk aan 1 wordt. Onder deze omstandigheden zal (gemiddeld) voor elk binnenkomend elektron er één vertrekken, li i Ί|| jllll ί '| ~ k ·. - met andere woorden de elektri^nenstroom is overal in de koker constant en bij benader|ng gelijk aan de stroom welke binnenkomt. Indien het wand materiaal hqogohmig genoeg ig (hetgeen voor alle in aanmerking komende onbehandelde glas soorten, alsook voor kapton, pertinax en keramische materialen, Jiet geval is) dam kunnen de wanden van de koker geen netto stroom le?^n of opnemen waardoor deze stroom zelfs tot in hoge benadering gelijk is aan de binnenkomende stroom. Indien het elektrisch veld groterfgemaakt^ wordt dan de minimum waarde die nodig is om 5eff =1 te^rijgen, dan gebfurt het volgende. Zodra öe^f iets groter J[an t is dan laadt de wand inhomogeen positief op (vanwege de zeer garing geleiding kan deze lading niet af gevoerd worden). Hierdoor zullen de elektronen 'gemiddeld eerder de wand bereiken dan in afwezigheid ./van deze positieve lading, met andere woorden: de gemiddelde energieyopgÉnomen uit bet elektrische veld in de lengterichting wordt kleiner zödèt zich èen toestand met = 1 instelt. Dit is een gunstig aspect omdat de precieze waarde van het veld niet belangrijk is, zolang deze maar groter is dan het eerder genoemde minimum.
Een ander voordeel is het volgende, In het voorbeeld van uitvoeringsvorm a. werd uitgegaan van elektronenmultiplicatie (öeff > 1). De waarde van δ kan echter over de lengte van de koker, en van koker tot koker, variëren. Een uniform beeld op het luminescerende scherm kan alleen dan verkregen worden indien de ruimteladingsbegrenzing van de stroomsterktes voldoende constant en reproduceerbaar is. In de uitvoeringsvorm zonder versterking (5e£f * 1) is de elektronenstroom in de koker constant, en via meten en terugkoppelen dan wel via stroomsturing ook van koker tot koker zeer goed gelijk te maken zodat uniformiteit gewaarborgd is.
In de kokerwanden 10 die naar het luminescerende scherm 7, dat op de binnenwand van het paneel 3 is aangebracht, gekeerd zijn (zie figuur 1A) zijn gaten 8, 8', 8," ... enz. aangebracht. Er kan een gating structuur aanwezig zijn om bij gebruik van niet afzonderlijk aangestuurde kathodes een stroom van elektronen uit een gewenst gat te "trekken". Bij voorkeur worden er echter individueel aangestuurde kathodes gebruikt in combinatie met door een selectiespanning te bekrachtigen van openingen voorziene selectie elektrodes 9, 9", 9"', ... die aanwezig zijn tussen de kokers en het scherm 7. Deze selectie-elektrodes 9, 9", 9"' ... worden beeldlijngewijs uitgevoerd, b.v. op de in fig. 1C getoonde manier (elektrodes met met de gaten 8, 8', 8", ... coaxiale openingen.) De openingen in de elektrodes zullen i.h.a. tenminste even groot zijn als de gaten 8, 8', 8", ... In het geval dat ze groter zijn wordt het uitlijnen vergemakkelijkt. Door matrix aansturing van de individuele kathodes en de selectie-elektrodes 9, 9', 9'' ... kunnen gewenste plaatsen op het scherm 7 geadresseerd worden. Aan de selectie-elektrodes 9, 9', 9'' ... worden nagenoeg lineair oplopende (vanaf de kathode zijde gezien) spanningen toegevoerd. Als een beeldlijn geactiveerd moet worden, d.w.z. als via openingen van een rij openingen elektronen aan de erachter lopende, kolomsgewijs gearrangeerde elektronenstromen onttrokken moeten worden dan wordt een pulsvormige spanning Δϋ opgeteld bij de lokale spanning. Gezien het feit dat de elektronen in de kokers ten gevolge van de botsingen met de wanden een relatief lage snelheid hebben kan Δϋ betrekkelijk laag zijn (in de orde van 100V). In dit geval wordt een spanningsverschil Va over de totale kokerhoogte genomen dat net te
Q
klein is om elektronen uit openingen te trekken. Door een positieve lijnselectie puls van de juiste grootte toe te voeren lukt dat dan juist wel.
Fig. 3, die een "horizontale" doorsnede is door een deel van de in Fig. 1 getoonde constructie, toont aan de hand van pijlen dat elektronen die door selectie elektrode 9 uit via een opening 8 een door kokerwanden ontgeven elektronêngeleiderholte 11 worden getrokken, naar het luminescereude scherm 7 loorversneld worden waar aldus één beeldijn tegelijk geschreven kan worden. De video informatie kan bijyöOBtótóïjS is de vorm van j^lsbreeite modulatie toegevoerd worden.
met ee^n elektrcèenleiding samenwerkende kathode korter, of V:';f.r *:% \ '. v' '^Λ·Λλ;·Υ' ·· ψ\·'· ~ ;{·.·.·= ¢-: : ,· ·. -langer .· ,· Voor! het produceren van een witte pixel kan in dit ge|gli'-d| kathode b.v. defhels lijntijd aanstaan. Een alternatief is i , dat |tltijd de hel| lijntijd aanstaat, maar dat het emissi^v^u wordt gestuurd^ De via opening 8 onttrokken elektr^^^oom kan opgesloten zijn tussen "horizontale" wanden 12 (Fig. ,#.-^>f tussen "vertifcale" wanden 13, (Fig. 3} die tegelijkertijd voor d^^ijiln&te vacüümonderfteuning zorgen. Een alternatief is het gebruik van‘een de^uimte tuisen het scherm 7 en de centrale plaat 10 vullende spacerplaat (aanged^id met verwijzingscijfer "13" in figuur 3) die van openingen is voorzien die coaxiaal zijn met, en groter dan, de openingen 8, 8', 8" ... en bij voorkeur rotatiesymmietrisch zijn. Door de totale vacuüm ondersteuning kunnen voor- en achterwand dun zijn (<. 1 mm) en dus de beeldweergeefinrichting zelf licht van gewicht.
Tevens kan de buitenafmeting dwars op het scherm (de diepte) van de beeldweergeefinrichting zeer gering zijn. Zelfs voor scherm maten van / .
1 m2 is een diepte van b.v. 1 cm mogelijk.
Verdere voordelen zijn: - er behoeven geen kleurzuiverheidsproblemen te zijn; - er behoeven geen problemen met back-scattering vanaf het luminescerende scherm te zijn; - het elektronentransport werkt al bij een relatief slecht vacuüm (beneden ongeveer 10 Torr), dus de kathodes bepalen de - gee^tmpei^ijke elektronenogiitiek nodig; - geen :®tré|ge eisen aan de jöechanische toleranties.
‘ ^ elektrische spataiag over de kokers nodig voor elektr|f;^n01eiding in de kofcerholtes neemt toe met de lengte van de kokers;iiÖ£z& spanning kan edüter gereduceerd worden door een f lijnarrangement van emitters 21 niet op de "bodem" van de weergeefinrichting (zoals in Fig. 1) te plaatsen, doch b.v. in het midden. Men kan dan eerst een Spanningsverschil van bijvoorbeeld 3 kV tussen het midden van de kokers en hun top aanbrengen om de elektronenstroom “omhoog" te trekken en vervolgens eenzelfde spanningsverschil tussen het midden en de bodem om de elektronenstroom "naar beneden" te trekken, i.p.v. een spanningsverschil van 6 kV over de hele hoogte in het geval dat de emitters op de "bodem" van de weergeefinrichting zijn geplaatst.
Figuur 3 toont een horizontale doorsnede door een constructie van het in fig. 1 getoonde type, door een rij gaten 8 ... in de centrale plaat 10.
Bij het selekteren van een (video) lijn wordt een positieve spanningspuls op de desbetreffende selektie elektrode (9) gezet. Om zeker te zijn dat de elektronen uitsluitend daar de kokerholtes verlaten moet deze puls een relatief grote amplitude hebben: orde 300 V, hetgeen weliswaar verwezenlijkt kan worden, maar dit leidt tot een dure schakeling. De precieze grootte van deze amplitude hangt ook nog af van de mate van door de gaten doorgrijpen ("Durchgriff") van de hoogspanning tussen het scherm 7 en de elektrodes 9, ____
Het bovenstaande probleem ontstaat wanneer het transport van de elektronen onvoldoende gescheiden is va de lijn-selektie. De scheiding kan worden verbeterd door een hoogohmige weerstandslaag (aangeduid met verwijzingscijfer "30" in figuren 4 en 7 en met "48" in figuur 9 aan te brengen op de achterwand 4 of op de zijwanden van de kokerholten (11) waarin het (verticale) transport van elektronen plaats vindt. De spanningsval over deze laag verzorgt het voor het transport benodigde elektrische veld Ey. Als de spanning op een selektie-elektrode bijv. 50 V lager wordt gemaakt dan de lokale weerstandslaag potentiaal zullen de elektronen de kanalen daar niet verlaten maar verder getransporteerd worden. Een positieve puls van bijvoorbeeld 100 V (weer afhankelijk van "Durchgriff") is dan genoeg om een beeldlijn te selekteren.
In plaats van een weerstandslaag 30, 48 kunnen eventueel discrete elektrisch geleidende strippen gebruikt worden. In geval van een
O
weerstandslaag moet men denken aan een weerstand van ongeveer 10 a 10^ ö over de hoogte van de laag. Om dit te bereiken kan in de laag eventueel een meanderpatroon worden uitgespaard. Om er voor te zorgen dat alïeen rëlek"trorien uit een gewenst gat worden getrokken is het van voordeel oil de elektrodes 9f; 9% zoals in fig. 4 getoond, dubbel uit te;Voe^ên, b.v. door elektrisch geleidende sporen of strippen aan weerszijden van een kaptonfolie 32 aan te brengen.
Qè afstand S tussek selektie-elektrodes 9, ... en luwine^per^d scherm 7 is bi|yoorbeeld 2 mm (zie fig. 5).. Zonder de aanwezigheid van elektronenb&ndels is dit voldoende om bijv. 3 kV versnelspanhing aan te kunnen leggen. Echter, in vol bedrijf worden de wanden/13 €$|e de kokerholten 11 op afstand van het scherm houden positief afgeladen,' zodanig Sat deze spanning veel dichter bij dê elektrodes komt. Dit geeft soms aanleiding tot veldemissie vanaf de elektrodes 9, 9', ... naar het scherm 7, hetgeen ongewenst luminesceren kan veroorzaken.
Voor dit probleem zijn er b.v. de volgende oplossingen: a. de selektie-elektrodes 9, ... in elektrisch isolerend materiaal 31 begraven zie fig. 5, b. de wanden 13 afschermen van secundaire elektronen m.b.v. met de extractie openingen 8 coaxiale, in het getoonde geval cilindervormige, elektrodes 33 welke op de potentiaal van de selektie-elektrodes 9, ... staan, zie fig. 6. Een bijkomend voordeel is de positieve lenswerking van het geheel. Voor een goede werking is het van belang dat de elektrodes 33 over een substantieel deel van hun oppervlak vrij liggen van de wanden 13, waardoor deze a.h.w. "afyjschaduwd" worden. In plaats van zelfdragende metalen elektrodes 33 l^me|> eventueel holle, kunststof onderdelen met de op de binn$nz||de opgedampte me|aallagen gebruikt worden. In fig. 6 zijn bij wijst van voorbeeld oèk enkele afmetingen in mm aangegeven.
F|jguur 6 toont een .verticale doorsnede door een constructie; van het in fig. 4 getoonde type, door een kokerholte 11. Kokerholte j1 wordt begrensd door een achterwand 4 en een centrale plaat 10 met.^peirj^gen- 8. De centrale plaat 10 kan, i.hvb. in het geval dat hij de f|jg. 1B getoonde structuur met kruisende kanalen aan weerszijden heeft, van kunststof (b.v. teflon) zijn vervaardigd; aan de buitenzijde hiervan is een eerste kaptonfolie 32, dik 50 pm a 100 pm, met geleidende sporen 9, 9', ... aan de kant van de centrale plaat 10 geplaatst; alsmede een tweede kapton folie 34, dik 50 pm a 100 pm met geleidende sporen 9A en 9Ά, ... aan de van de centrale plaat 10 afgekeerde zijde. Cilinder-vormige hulpelektroden 33, 33' ... van b.v. CuNi, dikte cilinderwand 0,1 mm, bodemdikte bijv. 0.05 mm, met gaten 1.0 0 of 1.2 φ (bij 1.2 φ geen bodem) zijn tussen spacerwanden 12 geplaatst.
De hulpelektrodes 33, kunnen b.v. uit doorboorde metaalstrippen gevormd zijn, waai bij om de boringen busjes zijn aangebracht, b.v. door galvanisch aangroeien. Eventueel kunnen de hulpelektrodes 33 tevens, door er de juiste spanning op te zetten, voor het selecteren van (beeld)lijnen gebruikt worden. De selectie elektrodes 9, 9', ... en 9A, 9Ά, ... kunnen dan vervallen. Een alternatief is om, zoals in Fig. 7 getoond, bij gebruik van dubbele selectie-elektrodes de naar het scherm gekeerde representanten hiervan met de cilindervormige hulpelektrodes te combineren. Voor het selecteren van een lijn kan b.v. op de "bussen" 35 van een rij een positieve selectiepuls gezet worden terwijl op de bussen van een aangrenzende, eerdere rij een tegenspanning (b.v. 200 V) gezet, wordt. Hiermee wordt voorkomen dat elektronen uit niet-geselecteerde gaten getrokken, en naar het scherm versneld, worden.
Bij de hiervoor beschreven constructies vindt het elektronen transport plaats in kokers met wanden die geheel van elektrisch isolerend materiaal (met geschikte secundaire emissie coëfficiënt) zijn gemaakt met daarin aan de scherm-kant (kleine) gaten. Direkt aan de buitenzijde van deze gaten bevinden zich elektrodes welke, behalve in het geval dat er een hoogohmige weerstandslaag is aangebracht voor het transport van de elektronen zorgen en tevens voor het selekteren van de aktieve video-lijn. Om het kontrast te verbeteren kunnen de selektie elektrodes dubbel zijn uitgevoerd. Een en ander maakt de mechanische constructie relatief gecompliceerd. Bovendien kan het bij deze constructies een probleem zijn dat een aantal elektronen tijdens het transport grote snelheden kan krijgen hetgeen bijv. contrast verlies kan veroorzaken.
Een mogelijkheid om het laatstgenoemde probleem aan te pakken is het plaatsen van geometrische obstakels in de kokers, welke voorkomen dat elektronen in een keer door naar grote snelheden versneld kunnen worden. Dit maakt echter de constructie nog iets moeilijker. De volgende uitvoeringsvorm (uitvoeringsvorm c) geeft een andere oplossing voor het genoemde probleem en leidt als groot bijkomend voordeel tot een eenvoudiger mechanische constructie.
Aan de hand van fig. 8, die weer een "verticale" doorsnede toont, wordt het idee geïllustreerd om het elektronen transport te doen plaatsvinden via "hoppen" over de achterwand 4.
Hiertoe worden aan de zijde van het scherm 7 in de kokerholtes 11 elektrodes 46, 46', ... aangebracht, zie fig, 8. Deze elektrodes worden op een lineair oplopende potentiaal gezet welke echter lager is dan de overliggende potentiaal op de achterwand 4. Deze achterwand potentiaal kan m.b.v. een daarop aangebrachte hoogohmige weerstandslaag worden ingesteld maar het is ook mogelijk om gebruik te maken van de achter-wand-oplading welke ontstaat tijdens en door het transport van de elektronen. In de elektrodes 46, 46', ... zijn relatief grote gaten aangebracht waaromheen "bussen" 47, 47', ... kunnen zijn aangebracht om opladingsproblemen in de ruimte tussen de spacerwanden 13 te voorkomen.
Door op de gewenste elektroden 46 een positieve pulsspanning van voldoende grootte te zetten wordt bereikt dat de elektronen op die plaats de kokerholtes 11 verlaten en doorversneld worden naar het scherm 7. Tussen de door wanden 49 gescheiden holtes 11 en het scherm 7 kan ' I , ·.#% b.v. ee|| ^h^lve^ige spacerstructuur, waarvan de horizontale wanden 12 in fig;^:z^:ht|har, zijn, aai^ebracht zijn. Ih de openingen van deze r •*I5* ;·'·«· ' i. . · .···:·. ' ï wafelstguctfBr kunnen op eenvoudige wijze de bussen 47, 47', ____met de el^trdlki.'ipy · · ♦ aangg&xracht worden, . i hÉbérale lokalisatie van de elektronenstromen kan zoals hierbov®0ti.;^Gh£Vven bereikt 'worden door verticale tussenschotten tussen de welk^ tevens pis vacuöm ondersteuning dienen, maar latera3|# l^tli^itie kan eventueel'.ook via elektrische middelen bereikt worden;;i"¥. v^ dooi geschikte potentialen aan verticale elektrisch geleidejhd^ -|jpQren öp de achterwand aan te leggen. De noodzaak om in de geheel ^spl^ende céntrale pjjaat kleine gaten te moeten maken is bij de Figr·»: 8 ièsits^uetie vervallen,; Hiervoor in de plaats komt het maken van gróte gèatëftpm dunne metalen'elektrodes, hetgeen veel gemakkelijker is. ’’ Wèl m6V|en ^ g^ten.in deze |lektrodes onderling goed gelijk zijn.
Echter ji een^ifde eJLs geldt $1 voor de gaten in het schaduwmasker van de huidigó^>E^·^;«ri--'..daa?ï;is'dat probleem al goed en goedkoop opgelost.
De naar:-dé &hterwahd gerichte component van de elektrische kracht op de , s-_ Ai , · _ , elektrca&ea pporkomt bij de Fig. 8 constructie dat teveel elektronen grote s^elfi^en krijgen, dus :het kontrast zal beter zijn.
Ter toelichting van het gebruik van de Fig. 8 constructie dient fig. 9 waarin een in dit geval van een hoog-ohmige weerstandslaag 48 voorzien deel van de achterwand 4 is aangegeven waar tegenover een aantal doorboorde elektrodes 47, 47' ... is geplaatst.
' Over het getoonde deel van de achterwand 4 staat b.v. in bedrijf een spanningsverschil van 200 V, de spanning verloopt van 500 V aan de bovenzijde naar 300 V aan de onderzijde. De hoog-ohmige weerstandslaag 48 zorgt ervoor dat het spanningsverloop zeer gedefinieerd is. Zo'n laag op de achterwand kan ook bij de Fig. 1 constructie van voordeel zijn.
Over de tegenover het deel van de achterwand 4 geplaatste groep selectie-elektroden 46, 46', ... staat een zelfde spanningsverschil van 200 V, echter met dien verstande, dat zich tegenover een plaats op de achterwand met een spanning van 500 V een selectie elektrode bevindt waarop een lager (in dit geval 100 V lagere) spanning staat, enz. Door b.v. aan de selectie elektrode die op 300 V staat een zodanige spanningspuls toe te voeren dat de spanning voldoende hoger wordt dan op het tegenoverliggende deel van de achterwand, kunnen de over de achterwand van de holte 11 "hoppende" elektronen ter plaatse van de opening van de selectie elektrode in kwestie naar buiten worden getrokken. Voor het scannen van lijnen evenwijdig aan de rijen van openingen dienen in dit geval dus spanning toevoerende middelen voor het achtereenvolgens toevoeren van een selectie spanningspuls aan de selectie elektrodes. Voor het selecteren van punten op een gescande beeldlijn kunnen middelen aanwezig zijn voor het individueel moduleren van de emissie van de holtes 11 samenwerkende emitters.
Een werkwijze om de hoog-ohmige weerstandslaag te maken is de volgende:
Een glasplaat wordt bedekt met een homogene poederlaag, bestaande uit glasemaille deeltjes en IU1O2 deeltjes of soortgelijke deeltjes.
Eventueel wordt deze poederlaag een meander configuratie gegeven, b.v. d.m.v. krassen, zeefdrukken of fotolithografie; daarna wordt de glasplaat met poederlaag zolang gestookt totdat de weerstandslaag de gewenste weerstandswaarde heeft bereikt. Een dergelijke weerstandslaag kan ook als spanningsdeler waarmee de selectie elektrodes verbonden zijn gebruikt worden.
De voor de wanden van de elektronenleidingen te gebruiken materialen moeten een hoge elektrische weerstand hebben en tenminste over een zeker gebied Ej - Ejj van primaire elektronenenergieën Ep een secundaire emissiecoëfficiënt δ > 1, zie Fig. 10. Bij voorkeur is Ej zo laag mogelijk, b.v. één of enkele malen 10 eV.
O.a. glas (Ej is ongeveer 30 eV), keramiek, pertinax, kapton voldoen aan deze eis.
De elektrische weerstand hangt er van af of men naast bundelgeleiding ook versterking (over een deel van of over de totale lengte van) de elektronenleidingen wenst, en hoeveel stroom er i.v.m. het te dissperen vermogen, in totaal in de wanden mag gaan lopen.
De voorkeur heeft uiteraard de modus met alleen bundelgeleiding. De elektrische weerstand kan dan in het gebied van c -ir 10 tot 10IJ liggen. Als alternatief kan tenminste het kathodezijdige gedeelte van de elektronenleidingen een relatief lage weerstand hebben, b.v. in het gebied van 10 KC tot 100 M2 om daar versterking mogelijk te maken. Bij de bovengenoemde waarden zijn de benodigde vermogens niet hoger dan 100 W.
In een bepaald geval werd in een koker van loodglas met een lengte van 17 cm en een boring van 1 mm diameter (elektrische IC ’ 1 .
weerstand > 10 J Q) elektronentransport gerealiseerd door het aanleggen van een elektrische spanning van 3,5 kV over de uiteinden.
Verder wordt opgemerkt, dat de wanden uit een elektrisch isolerend materiaal kunnen bestaan dat zowel een constructieve functie als een secundaire emissiefunctie vervult. Op alternatieve wijze kunnen ze uit een elektrisch isolerend materiaal dat een constructieve functie vervult (b.v. een kunststof) bestaan op welk materiaal een laag is aangebracht die een secundaire emissiefunctie vervult (b.v. kwarts of glas of keramisch materiaal zoals MgO).
In het voorgaande is er van uitgegaan dat het luminescerende scherm 7 (Fig. 1A) een aantal evenwijdige, b.v. door schotten 12 gescheiden, gebieden van lurainescerend materiaal bevat. In het g£$jal fp e^n monochrome beeldweergeefinrichting luminesceren deze gehiedeüi aÉte is dezelfde k^eur. In het geval van een kleuren beeldperg^finrichting is het praktisch om ieder van de hiervoor genoemde gpiecten in drie s#-gebieden op te delen die resp. rood, groen en.blaipii^inenceren. Om deze sub-gebieden aan te sturen kan de beseldp^tg^finrichting zodanig uitgevoerd zijn dat elk sub-gebied saü6enw^kt^et een rij extractie openingen. D.w.z. dat het aantal extractie openingen in verticale richting drie keer zo groot is als in het geval van een monochrome beeldweergeefinrichting. Een alternatief wordt aan de hand van Fig. 11 toegelicht. De daar getoonde constructie is zodanig dat steeds een triplet van rood, groen en blauw luminescerende sub-gebieden 50, 51, 52 die op de binnenwand van een glazen paneel 53 zijn aangebracht samenwerkt met één extractie opening 54. In de ruimte 55 waarin een uit opi-ning 54 getrokken elektronenstroom naar de luminescerende subgebieden 50, 51, 52 toe worden versneld zijn aan weerszijden van de opening 54 zich evenwijdig aan de gebieden 50, 51 en 52 uitstrekkende (b.v. plaatvormige) elektrodes 56 en 56' aangebracht. Deze (horizontale) elektrodes kunnen b.v. voor alle openingen van een rij gemeenschappelijk zijn. Door de elektrodes 56 en 56' afzonderlijk te bekrachtigen kan een elektronenstroom worden beïnvloed om of op subgebied 50, of op subgebied 51, óf op subgebied 52 te vallen. Men kan de beeldweergeefinrichting in dit geval zodanig bedrijven dat per beeldlijn drie afzonderlijke scans worden uitgevoerd, elk met een 3 maal hogere frequentie als de normale scanfrequentie, onder behoud van de standaard beeldfrequentie.
Claims (15)
1. Beeldweergeefinrichting met een vacuümomhulling voor het weergeven van uit punten opgebouwde beelden op een luminescerend scherm, bevattende een aantal naast elkaar gelegen middelen voor het producerenjyan elektronen, lokale elektronenleidingen van elektrisch iséleréhd ï^teriaai met een voor elektronentransport geschikte *··.' ·.. ν'- 'Sri 4···· ·' '·' ' -rv - secunda^£e^mi£®iecoèfficiënt voor het door vacuüm transporteren . van geproduceerde elektronen in de vorm van elektronenstroraen over onderling.evenwijdige trajecten op korte afstand van het luminescerende sc*emi^i#ddele& om elke ^Lektronenstroom op vooraf bepaalde plaatsen aan zi|h .l#di hé te onttrekken en naar het luminescerende scherm toe te ver sneden |foor het produce#n van een uit punten opgebouwd beeld. Inlichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middeienivoor het opwekken van elektronen een aan het luminescerende scherm eve^ijdig lijnarranc^ment van een aantal elektronenemitters bevatten. W -···. ..·
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de emissie van elke elektronènemitter individueel moduleerbaar is.
4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de elektronenleidingen gevormd worden door langwerpige, door wanden van elektrisch isolerend materiaal met een secundaire emissiecoéfficiënt δ omgeven holtes, waarbij de wanden zijn voorzien van elektrodenmiddelen voor het aanleggen van een elektrisch veld met een veldsterkte E in de lengterichting van de holtes en waarbij de naar het luminescerende scherm gekeerde wand van elke holte voorzien is van een aantal openingen, een en ander zodanig, dat alle openingen tesamen een rijenen kolommenarrangement vormen.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat aan de buitenzijde van de wanden met de openingen een rijenarrangement van elektrodes aangebracht is voor elektronentransport en/of beeldlijnselectie.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de elektroden van het elektroden arrangement in elektrisch isolerend materiaal zijn begraven.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het elektrodenarrangement dubbel is uitgevoerd.
8. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het kenmerk dat tussen het elektrodenarrangement en het scherm een elektronenbundellokalisatie structuur is geplaatst.
9. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de lokalisatiestructuur een aantal, de weg van iedere individuele elektronenbundel omsluitende, holle elektrodemiddelen omvat die elektrisch met de elektrodes van het elektrode arrangement verbonden zijn.
10. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de elektronenleidingen voorzien zijn van middelen om de er in opgewekte axiale elektrische velden te uniformeren.
11. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de elektronenleidingen voorzien zijn van middelen om een elektrisch veld met een component dwars op de lengteas van de leidingen te produceren.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de genoemde middelen uitgevoerd zijn voor het verschaffen van een oplopende potentiaal over de van het scherm afgekeerde wanden van de leidingen en een eveneens oplopende, doch lagere, potentiaal over de naar het scherm toegekeerde wanden.
13. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat in de elektronenleidingen aan hun schermzijde een aantal evenwijdige elektrodes zijn geplaatst zijn voor het bij verbinding met een eerste schakeling verschaffen van de oplopende, lagere, potentiaal.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de genoemde elektrodes van gaten zijn voorzien en verbindbaar zijn met een tweede schakeling voor het verschaffen van een selectiespanning.
15. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat voor laterale lokalisatie van de elektronenstromen een aantal evenwijdige schotten van elektrisch isolerend materiaal is aangebracht, die tevens als vacuümondersteuning dienen.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat hij is voorzien van een centrale plaat van elektrisch isolerend materiaal, waarbij één hoofdvlak voorzien is van een aantal door wanden gescheiden eerste groeven, welke wanden de genoemde schotten vormen, en waarbij het andere hoofdvlak voorzien is van een aantal zich dwars op de eerste groeven uitstrekkende tweede groeven.
Priority Applications (24)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9000060A NL9000060A (nl) | 1989-06-01 | 1990-01-10 | Beeldweergeefinrichting van het dunne type. |
BR909002533A BR9002533A (pt) | 1989-06-01 | 1990-05-29 | Dispositivo de exibicao de imagem |
SU904830101A RU2095879C1 (ru) | 1989-06-01 | 1990-05-29 | Устройство отображения плоского типа |
ES90201364T ES2086361T3 (es) | 1989-06-01 | 1990-05-29 | Dispositivo de reproduccion de imagen de tipo fino. |
AT90201364T ATE135492T1 (de) | 1989-06-01 | 1990-05-29 | Bildwiedergabeanordnung vom dünnen typ |
CN90103227A CN1027933C (zh) | 1989-06-01 | 1990-05-29 | 薄型图象显示装置 |
EP90201364A EP0400750B1 (en) | 1989-06-01 | 1990-05-29 | Thin type picture display device |
DE69025800T DE69025800T2 (de) | 1989-06-01 | 1990-05-29 | Bildwiedergabeanordnung vom dünnen Typ |
KR1019900007824A KR100238742B1 (ko) | 1989-06-01 | 1990-05-30 | 진공 봉입체를 갖는 화상 표시 장치 |
SI9011067A SI9011067A (sl) | 1989-06-01 | 1990-05-31 | Tanka slikovna prikazovalna naprava |
YU106790A YU47679B (sh) | 1989-06-01 | 1990-05-31 | Tanak uređaj za prikazivanje slika |
AU56160/90A AU647738B2 (en) | 1989-06-01 | 1990-05-31 | Thin-type picture display device |
JP2145254A JP3009706B2 (ja) | 1989-06-01 | 1990-06-01 | 薄型画像表示装置 |
NL9001266A NL9001266A (nl) | 1990-01-10 | 1990-06-05 | Beeldweergeefinrichting van het dunne type. |
ES90203471T ES2086365T3 (es) | 1990-01-10 | 1990-12-21 | Dispositivo de reproduccion de imagen de tipo fino. |
EP90203471A EP0436997B1 (en) | 1990-01-10 | 1990-12-21 | Thin-type picture display device |
DE69026233T DE69026233T2 (de) | 1990-01-10 | 1990-12-21 | Bildwiedergabeanordnung vom dünnen Typ |
CN91100134A CN1082242C (zh) | 1990-01-10 | 1991-01-07 | 薄型图象显示器 |
KR1019910000152A KR910014989A (ko) | 1990-01-10 | 1991-01-08 | 박막-형 화상 디스플레이 장치 |
JP3012772A JP3068653B2 (ja) | 1990-01-10 | 1991-01-09 | 薄型画像表示装置 |
US07/830,951 US5313136A (en) | 1989-06-01 | 1992-02-06 | Thin-type picture display device |
US08/053,980 US5347199A (en) | 1990-01-10 | 1993-04-26 | Thin-type picture display device with means for effecting electron transport by secondard emission |
US08/060,330 US5557296A (en) | 1989-06-01 | 1993-05-11 | Flat-panel type picture display device with insulating electron-propagation ducts |
US08/210,962 US5442253A (en) | 1989-01-06 | 1994-03-21 | Thin-type picture display device |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8901391A NL8901391A (nl) | 1989-06-01 | 1989-06-01 | Beeldweergeefinrichting van het dunne type. |
NL9000060 | 1990-01-10 | ||
NL9000060A NL9000060A (nl) | 1989-06-01 | 1990-01-10 | Beeldweergeefinrichting van het dunne type. |
NL8901391 | 1990-01-10 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9000060A true NL9000060A (nl) | 1991-01-02 |
Family
ID=26646535
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9000060A NL9000060A (nl) | 1989-01-06 | 1990-01-10 | Beeldweergeefinrichting van het dunne type. |
Country Status (13)
Country | Link |
---|---|
US (2) | US5313136A (nl) |
EP (1) | EP0400750B1 (nl) |
JP (1) | JP3009706B2 (nl) |
KR (1) | KR100238742B1 (nl) |
CN (1) | CN1027933C (nl) |
AT (1) | ATE135492T1 (nl) |
AU (1) | AU647738B2 (nl) |
BR (1) | BR9002533A (nl) |
DE (1) | DE69025800T2 (nl) |
ES (1) | ES2086361T3 (nl) |
NL (1) | NL9000060A (nl) |
RU (1) | RU2095879C1 (nl) |
YU (1) | YU47679B (nl) |
Families Citing this family (46)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5675212A (en) * | 1992-04-10 | 1997-10-07 | Candescent Technologies Corporation | Spacer structures for use in flat panel displays and methods for forming same |
US5614781A (en) * | 1992-04-10 | 1997-03-25 | Candescent Technologies Corporation | Structure and operation of high voltage supports |
NL9000060A (nl) * | 1989-06-01 | 1991-01-02 | Philips Nv | Beeldweergeefinrichting van het dunne type. |
US5557296A (en) * | 1989-06-01 | 1996-09-17 | U.S. Philips Corporation | Flat-panel type picture display device with insulating electron-propagation ducts |
US5347199A (en) * | 1990-01-10 | 1994-09-13 | U.S. Philips Corporation | Thin-type picture display device with means for effecting electron transport by secondard emission |
BE1007259A3 (nl) * | 1993-07-01 | 1995-05-02 | Philips Electronics Nv | Weergeefinrichting voorzien van een weergeefeenheid van een flat panel type. |
US5489815A (en) * | 1990-05-24 | 1996-02-06 | U.S. Philips Corporation | Flat-panel type picture display device with electron transport ducts and a double selection structure |
NL9002643A (nl) * | 1990-12-03 | 1992-07-01 | Philips Nv | Beeldweergeefinrichting van het dunne type. |
US6188178B1 (en) * | 1990-05-24 | 2001-02-13 | U.S. Philips Corporation | Flat-panel picture display device with spacer means adjacent the display screen |
US5625253A (en) * | 1990-05-24 | 1997-04-29 | U.S. Philips Corporation | Flat-panel type picture display device |
US5903094A (en) * | 1990-05-24 | 1999-05-11 | U.S. Philips Corporation | Flat-panel type picture display device with electron propagation ducts |
US5621271A (en) * | 1990-05-24 | 1997-04-15 | U.S. Philips Corporation | Display device of the flat-panel type comprising an electron transport duct and a segmented filament |
US5986627A (en) * | 1990-05-24 | 1999-11-16 | U.S. Philips Corporation | Flat-panel type picture display device with electron propagation ducts |
US5525873A (en) * | 1990-05-24 | 1996-06-11 | U.S. Philips Corporation | Picture display device comprising a flat-panel type display unit |
US5701134A (en) * | 1990-05-24 | 1997-12-23 | U.S. Philips Corporation | Picture display device with uniformity correction of electron supply |
EP0550104A2 (en) * | 1992-01-03 | 1993-07-07 | Koninklijke Philips Electronics N.V. | Picture display device comprising a flat-panel type display unit |
US5721468A (en) * | 1992-02-06 | 1998-02-24 | U.S. Philips Corporation | Flat-panel type picture display device with electron propagation ducts |
MY108815A (en) * | 1992-03-12 | 1996-11-30 | Philips Nv | Flat-panel type picture display device |
DE69325123T2 (de) * | 1992-03-23 | 1999-11-18 | Koninkl Philips Electronics Nv | Verfahren zum Herstellen einer Platte aus einem elektrisch isolierenden Material mit einem Muster von Löchern oder Hohlräumen zum Gebrauch in Wiedergabeanordungen |
US5424605A (en) * | 1992-04-10 | 1995-06-13 | Silicon Video Corporation | Self supporting flat video display |
US5477105A (en) * | 1992-04-10 | 1995-12-19 | Silicon Video Corporation | Structure of light-emitting device with raised black matrix for use in optical devices such as flat-panel cathode-ray tubes |
PL299743A1 (en) * | 1992-07-23 | 1994-01-24 | Koninkl Philips Electronics Nv | Imaging apparatus provided with electrons propagation channels |
JPH0777949A (ja) * | 1993-05-28 | 1995-03-20 | Philips Electron Nv | 画像表示装置及び画像表示装置で使用される選択駆動回路及び集積駆動回路 |
US5598054A (en) * | 1993-06-02 | 1997-01-28 | U.S. Philips Corporation | Display device of the flat-panel type comprising an electron transport duct and a segmented filament |
CN1111924A (zh) * | 1993-06-08 | 1995-11-15 | 菲利浦电子有限公司 | 平板型图象显示装置 |
BE1007610A3 (nl) | 1993-10-11 | 1995-08-22 | Philips Electronics Nv | Werkwijze voor het stroomloos aanbrengen van een metaalpatroon op een elektrisch isolerend substraat. |
JPH08511904A (ja) * | 1994-04-08 | 1996-12-10 | フィリップス エレクトロニクス ネムローゼ フェンノートシャップ | 表示装置 |
JPH09500491A (ja) * | 1994-05-11 | 1997-01-14 | フィリップス エレクトロニクス ネムローゼ フェンノートシャップ | 薄型パネル画像表示装置 |
EP0719446B1 (en) * | 1994-07-18 | 2003-02-19 | Koninklijke Philips Electronics N.V. | Thin-panel picture display device |
EP0700752B1 (en) * | 1994-09-06 | 1998-08-19 | Koninklijke Philips Electronics N.V. | Method of patterning a coating on a substrate |
JPH09505415A (ja) * | 1994-09-07 | 1997-05-27 | フィリップス エレクトロニクス ネムローゼ フェンノートシャップ | 色表示装置 |
KR100387314B1 (ko) * | 1994-10-31 | 2003-08-21 | 코닌클리케 필립스 일렉트로닉스 엔.브이. | 내부진공써포트및배기접속부가구비된화상디스플레이장치 |
WO1996026514A1 (en) * | 1995-02-23 | 1996-08-29 | Philips Electronics N.V. | Picture display device |
JPH11500859A (ja) * | 1995-11-08 | 1999-01-19 | フィリップス エレクトロニクス ネムローゼ フェンノートシャップ | 線状ゲッタを備えた真空管 |
DE69616757T2 (de) * | 1995-12-06 | 2002-08-01 | Koninkl Philips Electronics Nv | Verfahren zur herstellung eines mit metalloxid beschichteten glassubstrates und ein glassubstrat für eine elektronische anzeige |
DE69610906T2 (de) * | 1996-01-15 | 2001-04-26 | Koninkl Philips Electronics Nv | Dünnpaneelanzeigevorrichtung |
JPH11503561A (ja) * | 1996-02-09 | 1999-03-26 | フィリップス エレクトロニクス ネムローゼ フェンノートシャップ | 薄型表示装置 |
US5835342A (en) * | 1996-03-05 | 1998-11-10 | Hunte; Stanley G. | Computer desktop-keyboard cover with built-in monitor screen and wrist support accessory |
US5781406A (en) * | 1996-03-05 | 1998-07-14 | Hunte; Stanley G. | Computer desktop keyboard cover with built-in monitor screen & wrist-support accessory |
KR19990028801A (ko) * | 1996-05-10 | 1999-04-15 | 엠. 제이. 엠. 반캄 | 플레이트 스택의 고착 방법, 플레이트 스택, 플레이트 스택을구비한 박형 디스플레이 장치 |
US6049165A (en) * | 1996-07-17 | 2000-04-11 | Candescent Technologies Corporation | Structure and fabrication of flat panel display with specially arranged spacer |
DE69815220T2 (de) * | 1997-01-20 | 2004-04-08 | Koninklijke Philips Electronics N.V. | Anzeigevorrichtung |
US6004830A (en) * | 1998-02-09 | 1999-12-21 | Advanced Vision Technologies, Inc. | Fabrication process for confined electron field emission device |
US6414428B1 (en) | 1998-07-07 | 2002-07-02 | Candescent Technologies Corporation | Flat-panel display with intensity control to reduce light-centroid shifting |
JP3768937B2 (ja) | 2001-09-10 | 2006-04-19 | キヤノン株式会社 | 電子放出素子、電子源及び画像表示装置の製造方法 |
US20050253837A1 (en) * | 2002-07-09 | 2005-11-17 | Koninklijke Philips Electronics N.V. | Matrix display device |
Family Cites Families (14)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
SU79108A1 (ru) * | 1948-01-05 | 1948-11-30 | А.П. Духнин | Способ подъема и опускани буровой вышки |
US4028582A (en) * | 1975-09-22 | 1977-06-07 | Rca Corporation | Guided beam flat display device |
US4069439A (en) * | 1977-02-02 | 1978-01-17 | Rca Corporation | Flat panel display with beam injection cleanup |
US4298819A (en) * | 1980-03-28 | 1981-11-03 | Rca Corporation | Beam Clean up structure for flat panel display devices |
DE3112200A1 (de) * | 1981-03-27 | 1982-10-14 | Siemens AG, 1000 Berlin und 8000 München | Flache bildwiedergaberoehre und ihre verwendung |
GB2110465A (en) * | 1981-11-09 | 1983-06-15 | Philips Electronic Associated | Flat panel display tube |
GB2143078A (en) * | 1983-07-08 | 1985-01-30 | Philips Electronic Associated | Cathode ray tube with electron multiplier |
US4622497A (en) * | 1984-03-09 | 1986-11-11 | Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. | Flat type cathode ray tube |
US4563613A (en) * | 1984-05-01 | 1986-01-07 | Xerox Corporation | Gated grid structure for a vacuum fluorescent printing device |
US4752721A (en) * | 1984-09-12 | 1988-06-21 | Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. | Charged particle beam deflector and flat CRT using the same |
US4719388A (en) * | 1985-08-13 | 1988-01-12 | Source Technology Corporation | Flat electron control device utilizing a uniform space-charge cloud of free electrons as a virtual cathode |
GB2213632A (en) * | 1987-12-11 | 1989-08-16 | Philips Electronic Associated | Flat cathode ray tube display apparatus |
GB2215962A (en) * | 1988-03-23 | 1989-09-27 | Philips Electronic Associated | Flat crt with stepped deflection and interlace |
NL9000060A (nl) * | 1989-06-01 | 1991-01-02 | Philips Nv | Beeldweergeefinrichting van het dunne type. |
-
1990
- 1990-01-10 NL NL9000060A patent/NL9000060A/nl not_active Application Discontinuation
- 1990-05-29 CN CN90103227A patent/CN1027933C/zh not_active Expired - Fee Related
- 1990-05-29 EP EP90201364A patent/EP0400750B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1990-05-29 BR BR909002533A patent/BR9002533A/pt not_active IP Right Cessation
- 1990-05-29 AT AT90201364T patent/ATE135492T1/de not_active IP Right Cessation
- 1990-05-29 DE DE69025800T patent/DE69025800T2/de not_active Expired - Fee Related
- 1990-05-29 ES ES90201364T patent/ES2086361T3/es not_active Expired - Lifetime
- 1990-05-29 RU SU904830101A patent/RU2095879C1/ru active
- 1990-05-30 KR KR1019900007824A patent/KR100238742B1/ko not_active IP Right Cessation
- 1990-05-31 AU AU56160/90A patent/AU647738B2/en not_active Ceased
- 1990-05-31 YU YU106790A patent/YU47679B/sh unknown
- 1990-06-01 JP JP2145254A patent/JP3009706B2/ja not_active Expired - Fee Related
-
1992
- 1992-02-06 US US07/830,951 patent/US5313136A/en not_active Expired - Fee Related
-
1994
- 1994-03-21 US US08/210,962 patent/US5442253A/en not_active Expired - Fee Related
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
ES2086361T3 (es) | 1996-07-01 |
EP0400750A1 (en) | 1990-12-05 |
US5313136A (en) | 1994-05-17 |
KR910001848A (ko) | 1991-01-31 |
AU647738B2 (en) | 1994-03-31 |
YU47679B (sh) | 1996-01-08 |
ATE135492T1 (de) | 1996-03-15 |
AU5616090A (en) | 1990-12-06 |
CN1027933C (zh) | 1995-03-15 |
DE69025800T2 (de) | 1996-09-19 |
YU106790A (sh) | 1994-09-09 |
EP0400750B1 (en) | 1996-03-13 |
BR9002533A (pt) | 1991-08-13 |
KR100238742B1 (ko) | 2000-01-15 |
US5442253A (en) | 1995-08-15 |
CN1048276A (zh) | 1991-01-02 |
JPH0329246A (ja) | 1991-02-07 |
DE69025800D1 (de) | 1996-04-18 |
RU2095879C1 (ru) | 1997-11-10 |
JP3009706B2 (ja) | 2000-02-14 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL9000060A (nl) | Beeldweergeefinrichting van het dunne type. | |
JP3068653B2 (ja) | 薄型画像表示装置 | |
KR950010036B1 (ko) | 평면 영상 디스플레이장치 | |
JP3110086B2 (ja) | 薄型画像表示装置 | |
US5347199A (en) | Thin-type picture display device with means for effecting electron transport by secondard emission | |
US5386175A (en) | Thin-type picture display device | |
EP0464938B1 (en) | Thin-type picture display device | |
US5959397A (en) | Flat-panel type picture display device | |
JP3139800B2 (ja) | フラットパネル画像表示装置 | |
JPS61234183A (ja) | フラツトスクリ−ンcrtの走査方式 | |
US6188178B1 (en) | Flat-panel picture display device with spacer means adjacent the display screen | |
CA1298608C (en) | Flat picture-reproducing device | |
EP0560434A1 (en) | Flat-panel type picture display device | |
US5598054A (en) | Display device of the flat-panel type comprising an electron transport duct and a segmented filament | |
KR100545713B1 (ko) | 플랫 브라운관 구조체 | |
US5621271A (en) | Display device of the flat-panel type comprising an electron transport duct and a segmented filament | |
NL9001266A (nl) | Beeldweergeefinrichting van het dunne type. | |
NL8901391A (nl) | Beeldweergeefinrichting van het dunne type. | |
EP0933800A2 (en) | Cyclotron displays | |
JPS6221218B2 (nl) | ||
NL9002566A (nl) | Beeldweergeefinrichting van het dunne type. | |
SI9011067A (sl) | Tanka slikovna prikazovalna naprava | |
JPS61181044A (ja) | 平板型画像表示装置 | |
JPS59112552A (ja) | 画像表示装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BV | The patent application has lapsed |