NL8901549A - Voertuig voor het in staande toestand opnemen en afzetten van houders. - Google Patents

Description

Voertuig voor het in staande toestand opnemen en afzetten van houders.

De uitvinding heeft betrekking op een voertuig voor het in staande toestand opnemen en afzetten van houders en voor het in op het gestel van het voertuig liggende stand vervoeren daarvan, als aangegeven in de aanhef van bijgaande conclusie 1.

Zulke voertuigen zijn in de praktijk bekend. Zij dienen vooral voor het opnemen en afzetten van mortelsilo's, die onderaan de eigenlijke silo tussen steunpoten daarvoor een meng- en afgeefinrichting voor de mortel hebben. Zulke silo's worden met de mortelcomponenten gevuld, door het voertuig opgenomen en liggend vervoerd naar de bouwplaats, waar zij door de kipbrug rechtop geplaatst en afgezet worden.

De uitvinding beoogt zulke voertuigen te verbeteren, vooral ten aanzien van het bruikbaar maken daarvan voor het opnemen en afgeven van anders gevormde mortelsilo's en van andere houders, ook zulke, die met hun lengterichting altijd in liggende stand moeten blijven.

Hiertoe is een voertuig als in de aanhef bedoeld volgens de uitvinding gekenmerkt door de kenmerken van het kenmerkende deel van bijgaande conclusie 1.

De haken kunnen dan weggeklapt worden en de kabels of dergelijke kunnen dan op allerlei andere houders aangrijpen, onder hetzij rechtop zetten van de kipbrug, hetzij, voor altijd met hun lengterichting liggende houders, onder het slechts weinig schuinstellen van de kipbrug.

Opgemerkt wordt, dat het bekend is voertuigen voor het opnemen en afzetten van houders van twee lieren te voorzien, elk aan één zijde van het voertuig en bijvoorbeeld door een gemeenschappelijke motor via een differentieel aangedreven, met lierkabels daarop, die op allerlei soorten houders kunnen aangrijpen, direct of via een wagentje in de kipbrug, dat bijvoorbeeld een dwarsstang met grijpers draagt, die in de onderste zogenaamde corner castings van een zogenaamde zeecontainer kunnen grijpen. De kabels kunnen dan op het wagentje aangrijpen om dit met of zonder container langs de kipbrug te verplaatsen. Dit is bijvoorbeeld bekend uit Europees octrooi nr. 151.635.

Bij toepassing van de uitvinding kunnen de kabels met hun einde elk op een haak aangrijpen of op een wagentje in de kipbrug, dat de haken draagt, maar afzonderlijk aangrijpen van elke kabel op een haak verdient de voorkeur, omdat ook bij maat- en standafwijkingen dan op beide haken dezelfde kracht kan worden uitgeoefend. Nog beter is om de haken elk te voorzien van een kabelschijf, waarom een kabel is geslagen, die vandaar naar een vast punt aan een opstand aan de kipbrug loopt, waardoor de kracht op de houder tweemaal zo groot kan zijn als de kracht in de kabel en bij goede stand der delen de zwenkbare haken door de kabels tot tegen de omtrek van de houder, silo of dergelijke, worden getrokken.

De haken hebben daarbij dan enige zwenkmogelijkheid, ook in axiale standen langs de kipbrug, waarin zij niet geheel tot onder het draagvlak daarvan kunnen wegzwenken.

De uitvinding betreft ook een nadere uitwerking van deze principes, zoals in de volgende figuurbeschrijving en de toegevoegde tekeningen en in bijgaande afhankelijke conclusies aangegeven.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van die tekeningen. Daarin is:

Fig. 1 een enigszins schematisch zijaanzicht van een voertuig volgens de uitvinding met op te nemen mortelsilo en geheel geheven kipbrug;

Fig. 2 eenzelfde aanzicht van dit voertuig van fig. 1 met op het voertuig liggend opgenomen silo;

Fig. 3 een gedeeltelijk zijaanzicht van dit voertuig met geheven kipbrug bij het opnemen van een ander type silo;

Fig. 4 een gedeeltelijk zijaanzicht van dit voertuig bij het opnemen van een "liggende" houder;

Fig. 5 een detailaanzicht en dwarsdoorsnede volgens de lijn V-V in fig. 2;

Fig. 6 een afzonderlijk zijaanzicht van een geleidingsbuis voor een haak, doch zonder haak;

Fig. 7 een doorsnede daardoor volgens de lijn VII-VII in fig. 6 met haak;

Fig. 8, 9 en 10 schematische zijaanzichten van de situatie, resp. overeenkomend met fig. 1 en 2, fig. 4 en een niet nader in andere figuren gedetailleerde mogelijkheid als genoemd voor het opnemen van zogenaamde zeecontainers.

Het getekende voertuig heeft aan het achtereinde van het gestel 1 een horizontale dwarse scharnieras 2, waaraan een kipbrug 3 is bevestigd, die door middelen 4 t.o.v. het gestel 1 kan worden geheven, weer neergelaten en vastgehouden, dit alles zoals op zichzelf bekend. De ‘ scharnieras 2 kan ook rollen dragen ter geleiding en ondersteuning van op te nemen en af te zetten houders.

De kipbrug 3 heeft aan het vooreinde een opstand 3 en heeft nabij die ODStand aan elke ziide een lier 6. welke lieren vrii van elkaar worden aangedreven of, via een gemeenschappelijke motor, onder tussenplaatsing van een differentieel. Op elke liertrommel 6 bevindt zich een kabel 7. die aan het andere einde een sok of oog 8 heeft. De opstand 5 heeft een aanhaakpunt 9 voor die sok 8.

Ter weerszijden van de kipbrug 3 bevindt zich een buis 10, gedetailleerd in fig. 6 en 7. waarin een stang 11 verschuifbaar en draaibaar is, welke stang een haak 12 draagt. In buis 10 bevindt zich een langssleuf 13, die zo breed is dat de daardoor reikende haak 12 enige zwenkmogelijkheid daarin heeft, en die aan het achtereinde verwijd is in een deel 13', zodat de haak 12 draain tot de stand 12' van fig. 7 neerwaarts kan zwenken.

Elke haak 12 draagt een kabelschijf 14, hetzij aan een schalm of direct daartegen aangebracht (fig. 2 en fig. 5).

Een op te nemen mortelsilo 15 heeft bovenaan twee kassen 16, waarin de haken 12 passen.

De kipbrug heeft nabij het midden een opstand 17 aan een vast daarmee verbonden arm 18, die scharnierend in de kipbrug is aangebracht, welk scharnierpunt ontgrendelbaar is, zodat het na ontgrendelen verschuivend geleid kan worden in de kipbrug, terwijl een aan die opstand 17 en aan de brug scharnierend bevestigde arm 19 de opstand vasthoudt.

Een wagentje 20, in de kipbrug vrij verrijdbaar, draagt een gekromd steunvlak voor de op te nemen silo en wordt in zijn achterste stand tegengehouden door een aanslag 21 in de kipbrug.

De werking van deze inrichting is de volgende: Met de haken 12 in de stand van fig. 1 wordt de kipbrug 3 geheven tot de in fig. 1 getekende stand, bij voorkeur iets voorbij de vertikale stand. Het voertuig wordt achterwaarts gereden tot de twee haken 12 praktisch tegen de wand van de silo 15 elk recht onder een kas 16 liggen. De kipbrug wordt door de silo in de vertikale stand gedrukt (waartoe het hydraulische systeem 4 deze vrijlaat). De onderwand van de silo 15 rust nu tegen het wagentje 20. Nu worden de lieren 6 aangedreven om de kabels 7 in te korten, waardoor de haken 12 in de kassen 16 grijpen. Door de bewegingsvrijheid tussen de liertrommels worden zij even sterk opwaarts in die kassen 16 gedrukt en nu tillen zij bij voortgaande bediening der lieren de silo 15 over enige afstand op. Het wagentje 20 beweegt daarbij mee omhoog. De silo 15 wordt aldus tot tegen de opstand 17 gedrukt.

Nu wordt de kipbrug verzwenkt naar de horizontale stand op het voertuig (fig. 2). Desgewenst kunnen niet getekende extra steunen onder teeren de noten van de silo worden aanerebracht. met de hand of door hydraulisch of mechanisch zwenken of verschuiven, en kunnen gewenste vergrendelingen worden aangebracht.

Neerwaarts tot op de grond uitgeschoven achterste steunpoten 22, bij het opnemen van de silo op de grond neergelaten, worden geheven. De silo kan nu naar elke gewenste plaats worden gebracht, alwaar deze door omgekeerde handelingen als beschreven kan worden afgezet.

In fig. 3 is getekend hoe ditzelfde voertuig een anders uitgevoerde staande silo 23 kan opnemen doordat de kabels 7 om een buis of bus 25 worden geleid en met hun eindoog 8 elk aan een haak 2k aan elke zijde van de silo worden gehaakt. Deze silo heeft aan één zijde twee doorlopende kolommen 26, die aan het ondereinde geleidingen 27 hebben. Door wangen 28 verwijderbaar en vrij draaibaar op de einden van scharnieras 2 aan te brengen, wordt een geleiding van de silo aan het ondereinde verkregen. De wangen 28 grijpen met rollen in of achter de geleidingen 27. Deze silo kan aldus worden gekanteld, onder enige heffing door de kabels 7 voordat het kantelen begint.

De haken 12 zijn hier weggezwenkt tot onder het steunvlak van de kipbrug 3· Dit kan door eigen gewicht geschieden. Worden immers de kabels 7 van de schijven 14 verwijderd als de haken in de achterste stand staan, dan zullen zij, in de wijdere sleufdelen 13' van hun buis 10 liggend, door eigen gewicht neerwaarts zwenken tot in de stand van fig. 3 (stand 12' in fig. 7).

In fig. k is aangegeven hoe een steeds liggend te gebruiken houder 29 kan worden opgenomen door de ogen 8 aan de kabels 7 aan haken 30 onderaan de onderlangsbalken van de houder te haken. Rollen op de as 2 kunnen de houder daarbij geleiden. De kipbrug 3 kan daarbij enigermate schuin worden geplaatst als getekend. Rollen 31 aan de zijden van de kipbrug kunnen de houder 29 steunen als hij eenmaal zover is opgenomen, dat hij kantelt tot op de kipbrug, die ook zo schuin geplaatst kan worden dat hij precies in lijn ligt met de onderrand van de houder wanneer deze tot op de as 2 is opgetrokken. Dit alles is op zichzelf bekend.

Fig. 8, 9 en 10 geven schematisch enkele mogelijkheden weer bij horizontaal gedachte kipbrug 3: Fig· 8 die van fig. 1 en 2, fig. 9 die van fig. 4 en fig. 10 die van het opnemen van zogenaamde zeecontainers zoals op zichzelf uit Europees octrooischrift 151.635 bekend. Dan wordt, eventueel onder verwijdering van wagentje 20, een wagentje 32 verrijdbaar in de kipbrug geplaatst of op het wagentje 20 een opbouw aangebracht. Zonodig wordt de opstand 17 met stangen 18 en 19 ook verwijderd. De kabels 7 worden aan punten 33 van dit wagentje bevestigd.

Het wagentje draagt een dwarsbalk 34, die aan elk einde een grendel 35 heeft, die in een corner casting van een zeecontainer 36 kan worden gebracht en gedraaid om daarmee vergrendeld te worden, waarna door de lieren 6 de kabels 7 de zeecontainer op het voertuig kunnen trekken. Bij het afzetten kan de kipbrug ook schuin worden gezet om de kabels door het gewicht van de container 36 en van het wagentje 32 en door de lieren te vieren.

In alle gevallen en speciaal bij deze wijze van opnemen van zeecontainers geldt dat de kipbrug op bekende wijze een schuivend deel kan hebben, dat het eigenlijke draagvlak vormt en bij schuine stand van de kipbrug tot op de grond kan worden neergelaten, hetzij door andere middelen, hetzij onder besturing door dezelfde kabels 7. die dan aan een uitstekend deel van dat schuivende kipbrugdeel gehaakt kunnen worden. Voor het opnemen van silo's als beschreven en van containers 29 is dat echter niet nodig. Het schuivende kipbrugdeel kan dan desgewenst worden verwijderd.

Claims (8)

1. Voertuig voor het in staande toestand opnemen en afzetten van houders en voor het in op het gestel van het voertuig liggende stand vervoeren daarvan, welke houders kassen aan hun buitenomtrek hebben, die in staande toestand van de houders naar onder open zijn, waarbij het voertuig haken heeft, die van onder in die kassen kunnen grijpen om de houders te grijpen, welk voertuig een kipbrug heeft, aan het achtereinde van het voertuig om een horizontale as scharnierend tot in vertikale stand daarmee verbonden, welke brug die haken draagt, in rechtop geplaatste stand naast zulk een houder gebracht in staat is om met de haken daarop aan te grijpen en bij het terugzwenken tot liggende stand op het gestel van het voertuig die houder mee te nemen tot in liggende stand op het voertuig, met het kenmerk, dat de haken om assen evenwijdig aan de lengterichting van de kipbrug zwenkbaar zijn, zodanig dat zij althans in een meer naar achter gelegen stand op de kipbrug kunnen wegzwenken tot niet meer uitstekend boven de kipbrug, zodat andere houders op het draagvlak van de kipbrug opgenomen kunnen worden, dat op de haken kabels of dergelijke aangrijpen om hen in lengterichting van de kipbrug te verplaatsen, welke door lieren op het voertuig kunnen worden gevierd en ingehaald, welke kabels met hun einde tegenover het liereinde losneembare aangrijpdelen zoals ogen of haken hebben, zodat zij na losnemen met dat einde op andere houders of op een over de kipbrug verrijdbaar wagentje met aangrijpmiddelen voor houders kunnen aangrijpen om deze op de kipbrug op te nemen en daarvan af te zetten onder bediening der lieren.

2. Voertuig volgens conclusie 1, waarbij de haken elk een kabelschijf of dergelijke dragen, waarom de kabel of dergelijke kan worden geslagen om vandaar naar een losneembare bevestiging van zijn vrije einde aan een opstand aan het vooreinde van de kipbrug te lopen.

3. Voertuig volgens conclusie 1 of 2, waarbij aan elke zijde daarvan een liertrommel voor zulk een kabel of dergelijke, elk voor een haak aan dezelfde zijde van het voertuig, is aangebracht, welke liertrommels onderling vrij of via een tussengeplaatst differentieel kunnen draaien.

4. Voertuig volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de haken in hun beweging langs de kipbrug met een asvormig deel in een buisvormig deel worden geleid, welk buisvormig deel een sleuf heeft, waardoor de haken uitsteken, welke sleuf in een deel nabij de achterste stand der haken op de kipbrug verbreed is naar de onderzijde van de kipbrug om de haken te doen wegzwenken.

5. Voertuig volgens conclusie 4, waarbij de sleuven in het niet-verbrede deel zoveel breder zijn dan het daardoor reikende deel der haken dat de haken zich in hoekstand aan verschillende diameters van de op te nemen houders kunnen aanpassen.

6. Voertuig volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de kipbrug een opstaande aanslag draagt, waartegen het bovenvlak van een houder door de haken kan worden getrokken, welke aanslag aan een scharnierstang is aangebracht, die tot liggende stand kan worden verplaatst om de aanslag in de kipbrug terug te trekken.

7· Voertuig volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de kipbrug een daarin over enige afstand in lengterichting verschuifbaar wagentje heeft met een steunvlak voor de houders op afstand achterwaarts van de haken.

8. Voertuig volgens een der conclusies 1 t/m 6, waarbij de kipbrug aan de achterste schamierasconstructie ter verbinding met het voertuig verwijderbare geleidingen heeft, die op een houder, bijvoorbeeld op de poten van een op te nemen silo, kunnen aangrijpen voor het geleiden daarvan bij het op het voertuig trekken en daarvan afzetten van zulke houders.