NL2020597B1

NL2020597B1 - Inklapbaar werkplatform en werkwijze voor het in- of uitklappen daarvan

Info

Publication number: NL2020597B1
Application number: NL2020597A
Authority: NL
Inventors: Stinis Cornelis
Original assignee: Stinis Beheer Bv
Priority date: 2018-03-16
Filing date: 2018-03-16
Publication date: 2019-09-26

Abstract

Een werkplatform voor bevestiging aan een hijsframe omvat een aan het hij sframe te bevestigen ophangframe en een daarmee verbonden personendrager. De personendrager is 5 beweegbaar tussen een bedrij fsstand, waarin de personendrager zich vanaf het ophangframe naar onderen uitstrekt en een opberg- en/of transportstand, waarin de personendrager zich op eenzelfde hoogte bevindt als het ophangframe of daar bovenuit steekt. De personendrager kan verschuifbaar of zwenkbaar zijn tussen zijn bedrij fsstand en zijn opberg- en/of transportstand. Een werkwijze voor het voor opslag en/of transport gereedmaken van een aan een 10 hijsframe bevestigd werkp1atform dat een aan het hij sframe bevestigd ophangframe en een daarmee verbonden personendrager vertoont omvat het van een onder het ophangframe uitstekende bedrij fsstand naar een zich op dezelfde hoogte als het ophangframe bevindende of daarboven uitstekende opberg- en/of transportstand bewegen van de personendrager.

Description

Octrooicentrum

Θ 2020597

(2?) Aanvraagnummer: 2020597 (22) Aanvraag ingediend: 16 maart 2018

Int. CL:

B66F 11/04 (2018.01) B66C 1/10 (2019.01)

0 Aanvraag ingeschreven:	0 Octrooihouder(s):
26 september 2019	STINIS BEHEER B.V. te KRIMPEN AAN DE
	LEK.
0 Aanvraag gepubliceerd:
	0 Uitvinder(s):
0 Octrooi verleend:	Cornells Stinis te KRIMPEN AAN DE LEK.
26 september 2019
0 Octrooischrift uitgegeven:	0 Gemachtigde:
27 september 2019	ir. P.J. Hylarides c.s. te Den Haag.

54) Inklapbaar werkplatform en werkwijze voor het in- of uitklappen daarvan

Een werkplatform voor bevestiging aan een hijsframe omvat een aan het hijsframe te bevestigen ophangframe en een daarmee verbonden personendrager. De personendrager is beweegbaar tussen een bedrijfsstand, waarin de personendrager zich vanaf het ophangframe naar onderen uitstrekt en een opberg- en/of transportstand, waarin de personendrager zich op eenzelfde hoogte bevindt als het ophangframe of daar bovenuit steekt. De personendrager kan verschuifbaar of zwenkbaar zijn tussen zijn bedrijfsstand en zijn opberg- en/of transportstand. Een werkwijze voor het voor opslag en/of transport gereedmaken van een aan een hijsframe bevestigd werkplatform dat een aan het hijsframe bevestigd ophangframe en een daarmee verbonden personendrager vertoont omvat het van een onder het ophangframe uitstekende bedrijfsstand naar een zich op dezelfde hoogte als het ophangframe bevindende of daarboven uitstekende opberg- en/of transportstand bewegen van de personendrager.

NL B1 2020597

Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.

Inklapbaar werkplatform en werkwijze voor het in- of uitklappen daarvan

De uitvinding heeft betrekking op een werkplatform voor bevestiging aan het hijsframe, omvattende een aan het hijsframe te bevestigen ophangframe en ten minste één daarmee verbonden personendrager. Een dergelijk werkplatform is bekend, en wordt ook wel aangeduid als “lashing gondola”. Het werkplatform wordt gebruikt om personen te transporteren naar stapels containers, bijvoorbeeld in havens of andere containeroverslagplaatsen. Dergelijke gestapelde containers zijn op hun hoekpunten met elkaar verbonden door zogeheten “lashing twistlocks”, die in het algemeen niet vanaf de grond of vanaf de bovenzijde van een stapel containers bereikbaar zijn. Daarom wordt een werkplatform opgehangen aan een hijsframe of spreader, en worden één of meer personen die zich in de personendrager bevinden op deze wijze naar de stapel containers getransporteerd, waar zij dan de twistlocks kunnen losnemen. Omdat de spreader met daaraan het ophangframe niet verder kan zakken dan tot de bovenzijde van de bovenste container van een stapel, moet de personendrager zich relatief ver onder hel ophangframe uitstrekken, om ervoor te zorgen dat de persoto)n(en) die de twistlocks moet(en) losnemen op een comfortabele werkhoogte ten opzichte van de twistlocks gebracht wordt/worden. De personendrager omvat één of meer onder elkaar geplaatste compartimenten, die bestaan uit een bodem en een borstwering of railing, waardoor personen veilig kunnen werken. In de praktijk zijn er veelal meerdere compartimenten onder elkaar geplaatst, zodat meerdere containers in een laag tegelijkertijd kunnen worden losgekoppeld door het verwijderen van de twistlocks. De personendrager heeft dan dus een hoogte die overeenkomt met de hoogte van twee of meer gestapelde containers.

Nadat de containers van een stapel van elkaar zijn losgenomen door het verwijderen van de twistlocks, wordt het werkplatform tijdelijk opgeslagen en kan het hijsframe gebruikt worden voor het opnemen en naar een overslaglocatie transporteren van de containers. Het werkplatform wordt daarbij in het algemeen afgezet op een speciaal daarvoor bedoeld onderstel. Dit onderstel kan een stationair frame zijn, dat in de nabijheid van de containerkraan geplaatst is, maar kan ook verrijdbaar zijn. Een verrijdbaar onderstel wordt bijvoorbeeld gebruikt om het werkplatform voor periodiek onderhoud of inspectie naar een werkplaats te kunnen brengen.

Bij het transport van het werkplatform op een dergelijk verrijdbaar onderstel doen zich problemen voor als gevolg van de grote hoogte van het werkplatform. Een in de praktijk gebruikt werkplatform, zoals bijvoorbeeld getoond in Fig. 1, kan een hoogte hebben van meer dan 8 m. Het ophangframe en de personendrager kunnen een breedte hebben die overeenkomt met die van een container, dus 2,7 m, en het ophangframe kan een lengte hebben van ruim 9 m, overeenkomend met de gangbare maat van een spreader voor het opnemen van 20-voets containers. Het gewicht van een dergelijk werkplatform kan al snel enkele tonnen bedragen.

Daarbij wordt het grootste gewicht gevormd door het ophangframe, dat meer dan 2 ton kan wegen en zich bij transport op een verrijdbaar onderstel ver boven de grond bevindt. Het zwaartepunt van het werkplatform kan in de getoonde situatie meer dan 6 m boven de grond liggen. Er bestaat daardoor een groot risico dat het werkplatform van het onderstel valt of het werkplatform en het onderstel omvallen, bijvoorbeeld in een te snel genomen bocht of als gevolg van een ruwe en ongelijke ondergrond waarover het werkplatform getransporteerd wordt. Zelfs onder invloed van een zijwind zou het werkplatform al kunnen omvallen. Niet alleen leidt dit tot een groot risico van persoonlijk letsel, maar ook de kosten van vertragingen die kunnen optreden wanneer een gevallen werkplatform een deel van een containeroverslag blokkeert kunnen zeer hoog zijn.

De uitvinding heeft nu tol doel een werkplatform van de hiervoor beschreven soort te verschaffen, waarbij dit probleem zich niet of althans in mindere mate voordoet. Volgens de uitvinding wordt dit bereikt, doordat de personendrager beweegbaar is tussen een bedrijfsstand, waarin de ten minste ene personendrager zich vanaf het ophangframe naar onderen uitstrekt en een opberg- en/of transportstand, waarin de ten minste ene personendrager zich in hoofdzaak op eenzelfde hoogte bevindt als het ophangframe of daar bovenuit steekt. Doordat in de opberg- en/of transportstand het ophangframe zich dus op dezelfde hoogte bevindt als de personendrager(s) of zich zelfs op lagere hoogte bevindt, ligt het zwaartepunt van het werkplatform in de opberg- en/of transportstand aanzienlijk lager dan bij een conventioneel werkplatform. Hierdoor is het risico van kantelen of omvallen van het werkplatform aanzienlijk kleiner.

Bij een uitvoeringsvorm van het werkplatform kan de ten minste ene personendrager in zijn bedrijfsstand in langsrichting van het ophangframe verplaatsbaar zijn. Zo kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van een enkele personendrager, die van het ene eind van het ophangframe naar het andere eind beweegbaar is, om personen in de buurt te brengen van de twistlocks aan weerszijden van een stapel containers.

Daarbij kan de ten minste ene personendrager verbonden zijn met een in langsrichting van het ophangframe verplaatsbare wagen. Een dergelijke wagen kan eenvoudig langs het ophangframe heen en weer gereden worden.

Bij een uitvoeringsvorm van het werkplatform is de ten minste ene personendrager verschuifbaar tussen zijn bedrijfsstand en zijn opberg- en/of transportstand. Een schuifbeweging is goed gedefinieerd en kan constructief eenvoudig gerealiseerd worden.

Daarbij kan de ten minste ene personendrager in hoogterichting verschuifbaar zijn ten opzichte van het ophangframe. Zo kan de personendrager in zijn opberg- en/of transportstand boven het ophangframe uitsteken.

Daarbij kan de ten minste ene personendrager in hoogterichting verschuifbaar gelagerd zijn in de wagen die in langsrichting van het ophangframe verplaatsbaar is. Zo kunnen de verschillende bewegingen van de personendrager(s) eenvoudig constructief worden gecombineerd.

Teneinde een stevige en stabiele verbinding tussen de personendrager en het ophangframe mogelijk te maken kan het ophangframe althans ter plaatse van de schuifverbinding een grotere breedte vertonen dan de ten minste ene personendrager.

Bij een andere uitvoeringsvorm van het werkplatform is de ten minste ene personendrager zwenkbaar tussen zijn bedrijfsstand en zijn opberg- en/of transportstand. Een zwenkbeweging is constructief eenvoudig uit te voeren, en maakt het mogelijk dat de personendrager zich in zijn opberg- en/of transportstand langs het ophangframe uitstrekt.

Daarbij kan de ten minste ene personendrager zwenkbaar verbonden zijn met de wagen die in langsrichting van het ophangframe verplaatsbaar is. Wederom leidt dit tot een gunstige combinatie van de verschillende bewegingen.

Bij een uitvoeringsvorm van het werkplatform is de ten minste ene personendrager in zijn bedrijfsstand vergrendelbaar ten opzichte van het ophangframe. Zo worden onbedoelde bewegingen van de personendrager in de bedrijfsstand voorkomen, en vormt het werkplatform in de bedrijfsstand een star geheel, dat door een kraanmachinist goed te besturen is.

Daarbij kan de ten minste ene personendrager ontgrendelbaar zijn bij nadering van of contact met een ondergrond. Op deze wijze kan het werkplatform automatisch worden ingeklapt door dit zo ver te laten zakken dat de personendrager in contact komt met de ondergrond, en dan naar zijn opberg- en/of transportstand beweegt.

Dit kan worden bereikt wanneer het werkplatform is voorzien van een met de ten minste ene personendrager en het ophangframe samenwerkend grendelmechanisme dat bedienbaar is door een nabij een onderzijde van de ten minste ene personendrager aangebracht naderings- of contactorgaan.

De uitvinding betreft verder een werkwijze voor het voor opslag en/of transport gereedmaken van een aan een hijsframe bevestigd werkplatform dat een hijsframe bevestigd ophangframe en ten minste één daarmee verbonden personendrager vertoont. Bij een conventionele werkwijze van deze soort een spreader met een daaraan hangend werkplatform naar een locatie gebracht waar een onderstel wacht, en wordt het werkplatform op het onderstel geplaatst, waarna het ophangframe van het werkplatform van de spreader wordt losgemaakl door het ontkoppelen van de twistlocks.

De werkwijze volgens de uitvinding onderscheidt zich van deze bekende werkwijze door de stap van het van een onder het ophangframe uitstekende bedrijfsstand naar een zich op in hoofdzaak dezelfde hoogte als het ophangframe bevindende of daarboven uitstekende opberg- en/of transportstand bewegen van de ten minste ene personendrager. Zoals hiervoor aangegeven wordt zo het zwaartepunt van het werkplatform in de opberg- en/of transportstand aanzienlijk verlaagd.

Wanneer de ten minste ene personendrager in zijn bedrijfsstand in langsrichting van het ophangframe verplaatsbaar is, kan deze voorafgaand aan de beweging naar de opbergen/of transportstand naar een positie nabij één van de uiteinden van he ophangframe verplaatst worden. In het geval van een verschuifbare personendrager biedt deze positie het voordeel dat daardoor zo min mogelijk constructieve aanpassingen aan het opvangframe nodig zijn. Voor een zwenkbare personendrager biedt deze positie het voordeel dat de ruimte om de personendrager in naar binnen gezwenkte toestand op te nemen maximaal is.

Bij een eerste variant van de werkwijze wordt de ten minste ene personendrager van zijn bedrijfsstand naar zijn boven het ophangframe uitstekende opberg- en/of transportstand geschoven.

Bij een andere variant van de werkwijze wordt de ten minste ene personendrager van zijn bedrijfsstand naar zijn zich in hoofdzaak op dezelfde hoogte als het ophangframe bevindende opberg- en/of transportstand gezwenkt.

Om te waarborgen dat het werkplatform altijd in de ingeklapte toestand wordt opgeborgen, kan de ten minste ene personendrager naar zijn opberg- en/of transportstand worden bewogen wanneer het werkplatform een ondergrond nadert of daarmee contact maakt.

In dat verband biedt het ook voordeel, wanneer de ten minste ene personendrager in zijn bedrijfsstand ten opzichte van het ophangframe vergrendeld is, dat deze ontgrendeld wordt wanneer het werkplatform een ondergrond nadert of daarmee contact maakt. Zo kan de vergrendeling automatisch ongedaan gemaakt worden, waarna de personendrager ook automatisch naar zijn opberg- en/of transportstand kan worden bewogen, dus geschoven of gezwenkt.

Het werkplatform kan op een onderstel worden geplaatst wanneer de ten minste ene personendrager zich in zijn opberg- en/of transportstand bevindt. Daarbij kan de ondergrond een deel van het onderstel zijn, zodat het werkplatform automatisch wordt ontgrendeld en ingeklapt wanneer dit het onderstel nadert of daarmee contact maakt.

Ten slotte betreft de uitvinding nog een werkwijze voorliet voor gebruik gereed maken van een aan een hijsframe bevestigd hijsplatform dat een aan het hijsframe bevestigd ophangframe en ten minste één daarmee verbonden personendrager vertoont. Bij een bekende werkwijze van deze soort wordt wordt een spreader naar een locatie gebracht waar een werkplatform op een onderstel rust, en wordt het ophangframe van het werkplatform door middel van bijvoorbeeld twistlocks aan de spreader bevestigd. Dan wordt het werkplatform opgenomen door de spreader omhoog te brengen.

De werkwijze volgens de uitvinding onderscheidt zich van deze bekende werkwijze door de stap van het door het van een zich op in hoofdzaak dezelfde hoogte als het ophangframe bevindende of daarboven uitstekende opberg- en/of transportstand naar een onder een ophangframe uitstekende bedrijfsstand bewegen van de ten minste ene personendrager.

Daarbij kan de ten minste ene personendrager van zijn opberg- en/of transportstand naar zijn onder het ophangframe uitstekende bedrijfsstand worden geschoven of gezwenkt.

De ten minste ene personendrager kan van zijn opberg- en/of transportstand onder invloed van de zwaartekracht naar zijn bedrijfsstand worden bewogen door het hijsframe waaraan het werkplatform bevestigd is omhoog te brengen. Zo zakt de personendrager als het ware automatisch naar zijn bedrijfsstand.

Daarbij kan de ten minste ene personendrager ten opzichte van het ophangframe vergrendeld worden wanneer hij zijn onder het ophangframe uitstekende bedrijfsstand heeft bereikt. Hierdoor worden ongewenste onderlinge bewegingen van het ophangframe en de personendrager vermeden.

Waar in deze aanvrage wordt gesproken over onder, boven, hoogte, langsrichting, breedte, en dergelijke duiden deze termen de richtingen aan die de verschillende onderdelen innemen bij normaal gebruik, dus wanneer het werkplatform onder een spreader hangt of juist op zijn onderstel rust.

De uitvinding wordt nu verder toegelicht aan de hand van een tweetal voorbeelden, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekening, waarin:

Fig. 1 een schematisch perspectivisch aanzicht is van een werkplatform volgens de uitvinding in gebruik, hangend onder een spreader en op weg naar een stapel containers,

Fig. 2 een perspectivisch aanzicht is van een werkplatform wanneer dit is afgezet op een verrijdbaar onderstel,

Fig. 3 een zijaanzicht toont van een werkplatform volgens een eerste uitvoeringvorm volgens de uitvinding,

Fig. 4 een bovenaanzicht toont van het werkplatform van Fig. 3,

Fig. 5 een vooraanzicht toont van het werkplatform van Fig. 3 en 4,

Fig. 6 een met Fig. 3 overeenkomend aanzicht is van het werkplatform met de personendrager in zijn opberg- en/of transportstand,

Fig. 7 een zijaanzicht is van een tweede uitvoeringsvorm van het werkplatform volgens de uitvinding, waarin de personendrager zowel in zijn bedrijfsstand als in zijn opbergen/of transportstand is getoond,

Fig. 8 een vooraanzicht is van het werkplatform volgens Fig. 7 in de bedrijfsstand,

Fig. 9 een zijaanzicht is van het werkplatform van Fig. 7 en 8 in de ingeklapte toestand, waarin de personendrager zich in de opberg- en/of transportstand bevindt,

Fig. 10 een met Fig. 7 overeenkomend aanzicht is waarin getoond wordt hoe de personendrager ontgrendeld is en vanuit zijn bedrijfsstand wordt bewogen,

Fig. 11 een zijaanzicht is van een derde uitvoeringsvorm van het werkplatform volgens de uitvinding in zijn bedrijfsstand,

Fig. 12 een bovenaanzicht is van het werkplatform van Fig. 11,

Fig. 13 een vooraanzicht is van het werkplatform van Fig. 11 en 12 in de bedrijfsstand,

Fig. 14 een met Fig. 11 overeenkomend aanzicht is waarin te zien is hoe de personendrager ontgrendeld wordt,

Fig. 15 een met Fig. 14 overeenkomend aanzicht is waarin de personendrager ontgrendeld is en met zijn bedrijfsstand naar opberg- en/of transportstand begint te bewegen.

Fig. 16 schematisch het grendelmechanisme van het werkplatform van Fig. 11-14 toont in de vergrendelde stand,

Fig. 17 een met Fig. 16 overeenkomend aanzicht is van het grendelmechanisme in de ontgrendelde stand,

Fig. 18 een met Fig. 16 overeenkomend aanzicht is op vergrote schaal, waarbij een tussengelegen deel van het mechanisme is weggelaten, en

Fig. 19 een met Fig. 18 overeenkomend aanzicht is van het grendelmechanisme in de ontgrendelde toestand.

Een werkplatform 1 dat ingericht is voor bevestiging aan een hijsframe 2 (Fig. 1) omvat een ophangframe 3 dat aan het hijsframe bevestigd kan worden en een met het ophangframe 3 verbonden personendrager 4. Het werkplatform 1 dient om één of meer personen P naar een stapel aan elkaar bevestigde containers C te brengen. Deze personen P kunnen dan de zogeheten lashing twistlocks L losnemen die de containers C met elkaar verbinden, waarna de containers C één voor één kunnen worden opgenomen door het hijsframe 2 of een soortgelijk hijsframe.

Het ophangframe 3 omvat twee langsliggers 5 en een aantal daartussen aangebrachte dwarsliggers 6. Op een viertal kruispunten waar de langsliggers 5 en de dwarsliggers 6 aan elkaar bevestigd zijn vertoont het ophangframe 3 een aantal opneempunten 7 waarmee het werkplatform 1 kan worden bevestigd aan het hijsframe 2, dat op conventionele wijze voorzien is van een viertal koppelelementen of twistlocks T.

De personendrager 4 strekt zich in een bedrijfsstand naar onderen uit vanaf het ophangframe 3. De personendrager 4 vertoont een aantal boven elkaar geplaatste compartimenten 8, die elk een bodem 9 en een borstwering of railing 10 omvatten. In een smalle zijwand 11 van de personendrager 4 zijn trappen 12 opgenomen, waardoor personen van het ene compartiment 8 naar het andere kunnen bewegen. De personendrager 4 heeft in de langsrichting van hel ophangframe 3 zeer kleine afmetingen, zodat deze tussen twee dicht naast elkaar geplaatste stapels containers C kan worden neergelaten. Verder is de personendrager 4 langwerpig, in de zin dat zijn afmetingen in hoogterichting aanzienlijk groter zijn dan de afmetingen in breedterichting, die overeenkomen met de breedte van een container C. De personendrager 4 is in het getoonde voorbeeld nabij een eind van het hijsframe 3 gepositioneerd, zodat het werkplatform de gedaante heeft van een omgekeerde L.

Wanneer het werkplatform 1 niet in gebruik is kan dit worden opgeslagen op een onderstel 14 (Fig. 2). In het getoonde voorbeeld gaat het om een verrijdbaar onderstel 14, dat voorzien is van wielen 15 en een zwanenhals 16 waarmee het onderstel aan een trekker 17 kan worden gekoppeld. Met behulp van een dergelijk verrijdbaar onderstel kan het werkframe 1 getransporteerd worden, bijvoorbeeld naar een werkplaats waar onderhoud- of inspectiewerkzaamheden plaats kunnen vinden. Een conventioneel werkplatform 1 vereist als gevolg van zijn omgekeerde L-vorm, met de onder het ophangframe 3 uitstekende personendrager 4, een relatief hoog onderstel, dat in beladen toestand met het werkplatform 1 een zeer hoog zwaartepunt heeft. Wanneer dit onderstel 14 door middel van de trekleer 17 wordt gereden, bestaat dus een groot risico dat het onderstel met daarop het werkplatform 1 kantelt, bijvoorbeeld wanneer een bocht te snel wordt genomen of wanneer de ondergrond waarover gereden wordt zeer grote oneffenheden vertoont. Zelfs bij harde zijwind bestaat al het risico van kantelen.

Teneinde het zwaartepunt tijdens het transport te verlagen, is de personendrager 104 van het werkplatform 101 volgens de uitvinding vanuit de bedrijfsstand, waarin deze zich naar onderen uitstrekt vanaf het ophangframe 103 (Fig. 3 en 4), beweegbaar naar een opberg- en/of transportstand, waarin de personendrager 104 uitsteekt boven het ophangframe 103 (Fig. 6). In het getoonde voorbeeld is de personendrager in hoogterichting of verticale richting verschuifbaar ten opzichte van het ophangframe 103, zoals weergegeven door de pijl V.

De personendrager 104 is hier verschuifbaar gelagerd in een wagen 118, die op zijn beurt in langsrichting of horizontale richting verplaatsbaar is langs het ophangframe 103, zoals weergegeven door de pijl H. De wagen 118 heeft hier de gedaante van een verticale koker, waarin de personendrager 104 door middel van een aantal rollen 128 verschuifbaar gelagerd is. De wagen 118 is aan zijn bovenzijde voorzien van loopwielen 119, die over rails 120 langs de langsliggers 105 van het ophangframe 103 rollen om de wagen 118 en de personendrager 104 vanaf het ene eind naar het andere eind van het ophangframe 103 te verplaatsen. Zo kunnen ‘lashing twistlocks’ aan weerszijden van een stapel containers C worden losgenomen.

Voor de aandrijving van de wagen 118 kan gebruik gemaakt worden van een handbediend mechanisme 121 als getoond, met een handbediend eerste kettingwiel 122 ter plaatse van de personendrager 104 dat via een ketting 123 verbonden is met een tweede kettingwiel 124 nabij de rail 120, dat op zijn beurt een tandwiel aandrijft dat in een tandstang 125 onder de rail 120 grijpt. In plaats van handbediening is ook het gebruik van een of meer (elektro-)motoren denkbaar. Voor de voeding van dergelijke motoren en eventuele andere stroomgebruikers in de personendrager 104 is een kabel 126 voorzien, waarvan een eind in het midden van het ophangframe 103 is aangesloten, en het andere eind met de personendrager 104 is verbonden. In Fig. 4 zijn de uiterste standen van de kabel aangegeven als I26’en 126”.

Om een optimale schuiflagering van de personendrager 104 te waarborgen is het ophangframe 103 zo breed uitgevoerd, dat de langsliggers 105 zich buiten de personendrager 104 uitstrekken. De breedte van de personendrager 104 komt zoals gezegd overeen met die van een container C, zodat personeel op de personendrager 104 de “lashing twistlocks” kan bereiken zonder buiten de personendrager 104 te hoeven reiken, terwijl de personendrager toch niet meer ruimte nodig heeft dan een container C.

Wanneer het werkplatform 101 omlaag wordt gebracht door het vieren van hijskabels waaraan het hijsframe 102 hangt, komt op een bepaald moment de vloer 110 van het onderste compartiment 108 van de personendrager 104 in contact met een ondergrond. Deze ondergrond kan bijvoorbeeld een deel zijn van een onderstel waarop het werkplatform 101 wordt afgezet. Bij een verdergaande neerwaartse beweging van het hijsframe 102 zal het ophangframe 103 langs de personendrager 104 omlaag schuiven, tol een onderrand 127 van de wagen 118 de ondergrond raakt (Fig. 6). Dit is de ingeklapte of ingeschoven opberg- en/of transportstand van het werkplatform 101, waarin het zwaartepunt op een hoogte boven de ondergrond ligt, die overeenkomt met de hoogte van de wagen 118. Dan kan het hijsframe 102 worden losgekoppeld van het ophangframe 103.

Om het werkplatform 101 vanuit de opberg- en/of transportstand weer in de bedrijfsstand te brengen is het voldoende om het ophangframe 103 weer aan een hijsframe 102 te bevestigen en op te hijsen, waarbij het ophangframe 103 dan weer langs de personendrager 104 omhoog zal schuiven. De personendrager 104 is aan zijn bovenzijde voorzien van een uitstekende rand 129 die op een bovenrand van de wagen 118 komt te rusten wanneer het ophangframe 103 voldoende ver opgehesen is. Vanaf dat moment beweegt de personendrager 104 verder weer mee met het ophangframe 103.

Hoewel deze uitvoering constructief eenvoudig is en ook de overgang van de bedrijfsstand in de opberg- en/of transportstand en vice versa op eenvoudige en betrouwbare wijze plaatsvindt, vergt deze uitvoering nog steeds een speciaal onderstel, dat het ophangframe 103 en de wagen 118 ondersteunt. Daarnaast kan de grotere breedte van het ophangframe 103 een belemmering vormen wanneer tussen twee aangrenzende stapels containers gewerkt moet worden. Ook is het zwaartepunt van de personendrager 104 in de opberg- en/of transportstand nog vrij hoog - maar omdat de personendrager 104 slechts een relatief klein deel van het totale gewicht vormt ligt het zwaartepunt van het totale werkplatform 101 veel lager dan bij een conventioneel werkplatform 1 met vaste personendrager 4, bijvoorbeeld op slechts 1,6 m boven de ondergrond.

Bij een andere uitvoeringsvorm van het werkplatform 201 is daarom de personendrager 204 niet verschuifbaar, maar zwenkbaar ten opzichte van het ophangframe 203 (Fig. 7). De personendrager 204 is hier wederom gelagerd op de wagen 218, waarbij het scharnier 230 in het getoonde voorbeeld ter plaatse van de ‘binnenhoek’ tussen de personendrager 204 en het ophangframe 203 is aangebracht. Om de constructie te vereenvoudigen is de aandrijving 221 in het getoonde voorbeeld bevestigd op een deel van de personendrager 204 dat niet zwenkt.

In de opberg- en/of transportstand strekt de personendrager 204 zich hier evenwijdig aan het ophangframe 203 uit (Fig. 9). De totale hoogte van het werkplatform 201 is dus in deze toestand zeer laag, en het zwaartepunt ligt op slechts 0,6 m boven de ondergrond. De opderzijde van het werkplatform wordt hier dus gevormd door de vlakke voorzijde van de personendrager 204, zodat het werkplatform op een eenvoudige platte wagen getransporteerd kan worden. Bovendien hoeft bij deze uitvoering het ophangframe 203 niet breder te zijn dan de personendrager 204.

Het inklappen van het werkplatform 201 is wel iets gecompliceerder dan bij de eerste uitvoering. Om slingeren van de personendrager 204 in zijn bedrijfsstand te voorkomen, moet deze ten opzichte van het ophangframe 203 vergrendeld worden. Daartoe is een grendelmechanisme 231 voorzien met een haak 232 en een bedieningsstang 233 met hefboom 234. Dit mechanisme 231 moet ontgrendeld worden, hetzij handmatig of automatisch. Zodra de personendrager 204 ontgrendeld is kan deze worden gezwenkt. Om een begin te maken met de zwenkbeweging moet de personendrager 204 vanuit zijn zuiver verticale stand bewogen worden. Dit kan handmatig gebeuren, of door een zijwaartse beweging van het hijsframe 202. Ook zou het hijsframe 202 iets gekanteld kunnen worden, waardoor een neerwaartse beweging een zijwaartse component krijgt. De zwenkbeweging wordt dan voortgezet doordat een wiel 235 op een hoek van de personendrager 204 over een ondergrond rolt.

Bij een derde uitvoering van het werkplatform 301 is de personendrager 304 zwenkbaar om een centraal geplaatst scharnier 330 (Fig. 11). Bij deze uitvoering is een automatisch werkend grendelmechanisme 331 voorzien, met een door een veer 336 voorgespannen wiel 335, dat via een stang 333 met een haak 332 verbonden is (Fig. 16-19). Het wiel 335 kan bij het neerlaten van het werkplatform 301 op een helling 337 landen (Fig. 14 en 15), waardoor de vergrendeling wordt opgeheven en een begin gemaakt wordt met de zwenkbeweging van de personendrager 304.

Bij deze uitvoering van het werkplatform 301 zijn voor het voeden van de elektromotoren van de aandrijving 321 een aantal zonnepanelen 338 aangebracht op het ophangframe 303. Deze zonnepanelen 338 voeden twee accu’s 339, en de besturing van deze voeding wordt verzorgd door een elektrabox 340. Zo is er geen afzonderlijke verbinding met het hijsframe nodig om stroomtoevoer te waarborgen. Wanneer wordt afgezien van de zonnepanelen en accu’s moet het hijsframe voorzien worden van een aansluiting, die handmatig tot stand gebracht moet worden. Maar omdat ook de secundaire beveiliging van de personendrager 304 handmatig bediend wordt via centraal geplaatste hendels 341, is dit nauwelijks extra moeite.

De hiervoor beschreven uitvoeringen van het werkplatform maken het mogelijk hel werkplatform wanneer dit niet gebruikt wordt in te klappen tot een compact geheel met een laag zwaartepunt, dat eenvoudig vervoerd kan worden zonder risico van ongevallen.

Hoewel de uitvinding hiervoor beschreven is aan de hand van de voorbeelden is deze daartoe niet beperkt, en kan op velerlei wijze wordne gevarieerd binnen het kader van de nu volgende conclusies.

Claims

Conclusies

1. Werkplatform voor bevestiging aan een hijsframe, omvattende een aan het hijsframe te bevestigen ophangframe en ten minste één daarmee verbonden personendrager, met het kenmerk, dat de personendrager beweegbaar is tussen een bedrijfsstand, waarin de ten minste ene personendrager zich vanaf het ophangframe naar onderen uitstrekt en een opberg- en/of transportstand, waarin de ten minste ene personendrager zich in hoofdzaak op eenzelfde hoogte bevindt als het ophangframe of daar bovenuit steekt.
2. Werkplatform volgens conclusie 1, waarbij de ten minste ene personendrager in zijn bedrijfsstand in langsrichting van het ophangframe verplaatsbaar is.
3. Werkplatform volgens conclusie 2, waarbij de ten minste ene personendrager verbonden is met een in langsrichting van het ophangframe verplaatsbare wagen.
4. Werkplatform volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de ten minste ene personendrager verschuifbaar is tussen zijn bedrijfsstand en zijn opberg- en/of transportstand.
5. Werkplatform volgens conclusie 4, waarbij de ten minste ene personendrager in hoogterichting verschuifbaar is ten opzichte van het ophangframe.
6. Werkplatform volgens conclusie 3 en 5, waarbij de ten minste ene personendrager in hoogterichting verschuifbaar gelagerd is in de wagen.
7. Werkplatform volgens één der conclusies 4-6, waarbij het ophangframe althans ter plaatse van de schuifverbinding een grotere breedte vertoont dan de ten minste ene personendrager.
8. Werkplatform volgens één der conclusies 1-3, waarbij de ten minste ene personendrager zwenkbaar is tussen zijn bedrijfsstand en zijn opberg- en/of transportstand.
9. Werkplatform volgens conclusie 3 en 8, waarbij de ten minste ene personendrager zwenkbaar met de wagen verbonden is.
10. Werkplatform volgens conclusie 6 of 9, waarbij de ten minste ene personendrager verschuifbaar of zwenkbaar is wanneer de wagen zich nabij een van de einden van het ophangframe bevindt.
11. Werkplatform volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de ten minste ene personendrager in zijn bedrijfsstand vergrendel baar is ten opzichte van het ophangframe.
12. Werkplatform volgens conclusie 11, waarbij de ten minste ene personendrager ontgrendelbaar is bij nadering van of contact met een ondergrond.
13. Werkplatform volgens conclusie 12, gekenmerkt door een met de ten minste ene personendrager en het ophangframe samenwerkend grendelmechanisme dat bedienbaar is door een nabij een onderzijde van de ten minste ene personendrager aangebracht naderings- of contactorgaan.
14. Werkwijze voor het voor opslag en/of transport gereedmaken van een aan een hijsframe bevestigd werkplatform dat een aan het hijsframe bevestigd ophangframe en ten minste één daarmee verbonden personendrager vertoont, gekenmerkt door het van een onder het ophangframe uitstekende bedrijfsstand naar een zich op in hoofdzaak dezelfde hoogte als het ophangframe bevindende of daarboven uitstekende opberg- en/of transportstand bewegen van de ten minste ene personendrager.
15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de ten minste ene personendrager van zijn bedrijfsstand naar zijn boven het ophangframe uitstekende opberg- en/of transportstand wordt geschoven.
16. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de ten minste ene personendrager van zijn bedrijfsstand naar zijn zich in hoofdzaak op dezelfde hoogte als het ophangframe bevindende opberg- en/of transportstand wordt gezwenkt.
17. Werkwijze volgens één der conclusies 14-16, waarbij de ten minste ene personendrager in zijn bedrijfsstand in langsrichting van het ophangframe verplaatsbaar is en voorafgaand aan de beweging naar de opberg- en/of transportstand naar een positie nabij een van de uiteinden van het ophangframe verplaatst wordt.
18. Werkwijze volgens één der conclusies 14-17, waarbij de ten minste ene personendrager naar zijn opberg- en/of transports tand wordt bewogen wanneer het werkplatform een ondergrond nadert of daarmee contact maakt.
19. Werkwijze volgens één der conclusies 14-18, waarbij de ten minste ene personendrager in zijn bedrijfsstand ten opzichte van het ophangframe vergrendeld is, en ontgrendeld wordt wanneer het werkplatform een ondergrond nadert of daarmee contact maakt.
20. Werkwijze volgens één der conclusies 14-19, waarbij het werkplatform op een onderstel wordt geplaatst wanneer de ten minste ene personendrager zich in zijn opberg- en/of transportstand bevindt.
21. Werkwijze volgens conclusie 18 of 19 in combinatie met conclusie 20, waarbij de ondergrond een deel van het onderstel is.
22. Werkwijze voor het voor gebruik gereedmaken van een aan een hijsframe bevestigd werkplatform dat een aan het hijsframe bevestigd ophangframe en ten minste één daarmee verbonden personendrager vertoont, gekenmerkt door het van een zich op in hoofdzaak dezelfde hoogte als het ophangframe bevindende of daarboven uitstekende opberg- en/of transportstand naar een onder een ophangframe uitstekende bedrijfsstand bewegen van de ten minste ene personendrager.
23. Werkwijze volgens conclusie 22, waarbij de ten minste ene personendrager van zijn boven het ophangframe uitstekende opberg- en/of transportstand naar zijn onder het ophangframe uitstekende bedrijfsstand wordt geschoven.
24. Werkwijze volgens conclusie 22, waarbij de ten minste ene personendrager van zijn zich in hoofdzaak op dezelfde hoogte als het ophangframe bevindende opberg- en/of transportstand naar zijn onder het ophangframe uitstekende bedrijfsstand wordt gezwenkt.
25. Werkwijze volgens één der conclusies 22-24, waarbij de ten minste ene personendrager van zijn opberg- en/of transportstand onder invloed van de zwaartekracht naar zijn bedrijfsstand wordt bewogen door het hijsframe waaraan het werkplatform bevestigd is omhoog te brengen.
26. Werkwijze volgens één der conclusies 22-25, waarbij de ten minste ene personendrager ten opzichte van het ophangframe vergrendeld wordt wanneer hij zijn onder het ophangframe uitstekende bedrijfsstand heeft bereikt.

2/12

3/12

5/12 in m CM

CM CM

6/12

7/12 m CM /12 tn m m

10/12 m

co m

m m /

/ / /

11/12

332

FIG. 16

SQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQQ»

FIG. 17