NL7906341A - Laaghefwagen. - Google Patents
Laaghefwagen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL7906341A NL7906341A NL7906341A NL7906341A NL7906341A NL 7906341 A NL7906341 A NL 7906341A NL 7906341 A NL7906341 A NL 7906341A NL 7906341 A NL7906341 A NL 7906341A NL 7906341 A NL7906341 A NL 7906341A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- rollers
- load
- lift truck
- load carrier
- truck according
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62B—HAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
- B62B3/00—Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor
- B62B3/04—Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor involving means for grappling or securing in place objects to be carried; Loading or unloading equipment
- B62B3/06—Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor involving means for grappling or securing in place objects to be carried; Loading or unloading equipment for simply clearing the load from the ground
- B62B3/0612—Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor involving means for grappling or securing in place objects to be carried; Loading or unloading equipment for simply clearing the load from the ground power operated
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62B—HAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
- B62B2301/00—Wheel arrangements; Steering; Stability; Wheel suspension
- B62B2301/08—Wheel arrangements; Steering; Stability; Wheel suspension comprising additional wheels to increase stability
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62B—HAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
- B62B3/00—Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor
- B62B3/008—Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor having more than two axes
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62B—HAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
- B62B3/00—Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor
- B62B3/04—Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor involving means for grappling or securing in place objects to be carried; Loading or unloading equipment
- B62B3/06—Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor involving means for grappling or securing in place objects to be carried; Loading or unloading equipment for simply clearing the load from the ground
- B62B3/0618—Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor involving means for grappling or securing in place objects to be carried; Loading or unloading equipment for simply clearing the load from the ground using fluid lifting mechanisms
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62B—HAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
- B62B3/00—Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor
- B62B3/04—Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor involving means for grappling or securing in place objects to be carried; Loading or unloading equipment
- B62B3/06—Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor involving means for grappling or securing in place objects to be carried; Loading or unloading equipment for simply clearing the load from the ground
- B62B3/0625—Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor involving means for grappling or securing in place objects to be carried; Loading or unloading equipment for simply clearing the load from the ground using rigid mechanical lifting mechanisms, e.g. levers, cams or gears
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Transportation (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Forklifts And Lifting Vehicles (AREA)
- Handcart (AREA)
Description
* Λ * 49 240/AH/AS χ
Jungheinrich ünternehmensverwaltung K£J„ te Hamburg, Bondsrepubliek Duitsland.
Laaghefwagen.
De uitvinding heeft betrekking op een laaghef-wagen met een lastdrager, die voorzien is van een draagvork en die enerzijds aan een van ten minste éên stuur- en aandrijfwiel voorzien voertuigdeel in de hoogterichting 5 beweegbaar is aangebracht an anderzijds voorzien is van lastrollen in de vorkarmpunten, die in de hoogterichting beweegbaar zijn, waarbij tussen de lastdrager en het voertuigdeel een in de richting van wederzijdse beweging uitrijd-bare aandrijfinrichting is opgesteld.
10 Dergelijke neerhefwagens zijn in velerlei uit voeringswijzen bekend. Zij kunnen langere of kortere vork-armen hebben al naar gelang de hoeveelheid paletten, die moet worden opgenomen.
Uit het Duitse octrooischrift 897.805 zijn 15 dergelijke laaghefwagens bekend. Deze uitvoeringsvorm is er op gericht, dat bepaalde regelingen worden ingevoerd.
Uit het Duitse octrooischrift 1.054.917 is een vorkstapelaar met een hefmast bekend, waaraan een lastdrager in de vorm van een aan een slede aangebrachte lastdraagvork 20 in de hoogterichting beweegbaar is. Bij deze bekende uitvoering van een vorkstapelaar kan de vooras ten opzichte van het chassis zodanig worden vaschoven, dat het de hefmast dragende uiteinde van het chassis wordt omhoog of omlaag gebracht. Dit dient om een samenhang met de vorkvormige 25 lastdrager de vorkvormige lastopnemer, die vrij naar voren gerichte vorkarmen heeft, een soort hooibeweging te laten uitvoeren.
Dit is bij een laaghefwagen, waarop de uitvinding betrekking heeft en waarbij lastrollen in de vork-30 punten in de hoogterichting zijn aangebracht, niet mogelijk.
790 6 3 41 * «
A
2 ...
Dergelijke laaghefwagens worden echter hetzij automatisch rijdend, hetzij wisselgeleid voor het lasttransport in opslagplaatsen toegepast. Hierbij wordt mede in aanmerking genomen, dat voor het uitvoeren van bestelopdrachten op de 5 voertuigen een standplatform voor de bestuurder is verschaft, welk standplatform op de lastdrager kan zijn aangebracht. Hierbij is het bekend om aan het voertuigdeel met het stuur- en aandrijfwiel een dissel aan te brengen, die omklapbaar is, zodat zij hetzij van de zijde, die van 10 de van een draagvork voorziene lastdrager vandaan gekeerd is, bedienbaar is, hetzij vanuit het standplatform aan de naar de draagvork toegekeerde zijde van het voertuigdeel. Hierbij belast de het vaartuig besturende persoon tevens de lastdrager met de draagvork. Dergelijke uitvoeringsvormen 15 zijn evenwel bekend.
Ook is bekend, dat de lastrollen in de vork-punten naar buiten zwenkbaar gelegerd zijn teneinde met behulp hiervan de vorkarmen te kunnen opheffen, zodat zij bijvoorbeeld in een palette inrijdbaar zijn voor het van 20 de vloer opnemen hiervan. Deze paletten hebben hierbij een holle ruimte. Deze holle ruimten liggen tussen enerzijds de vloerplanken en anderzijds de paletvlakken, waartussen paletvoeten zijn aangebracht. De vloerplanken zijn veelal in het gebied van de inrijopeningen teneinde de hefwagens 25 met hun lastrollen te kunnen laten inrijden. Ook is bekend om aan de vorkpunten vóör de lastroillei|jkleine inlooprollen aan te brengen teneinde het inrijden te vergemakkelijken.
Dit is evenwel niet gunstig gebleken, vooral voor het volledig opnemen van een palette, die overlastrollen, waarbij 30 de lastrollen over ten minste twee, doch gewoonlijk drie vloerplanken moeten rijden.
Het is nadelig wanneer een onbelast palet moet worden afgenomen. Een onbelast palet blijft n.l. niet op vloer geplaatst en zal ook bij het afschuinen van de 35 vloerplanken zorgvuldig door de lastrollen worden vooruit 790 6 3 41 i ' * -3 - j geschoven. Derhalve is het noodzakelijk gebleken om de | paletten op te nemen voor een wand, die een uitwijken verhindert of een extra arbeidskracht aan te stellen, die het uitwijken van de paletten tegengaat.
5 Bovengenoemde verschijnselen treden in het bij zonder op wanneer de neiging bestaat om in te gebied van de opslagplaats de oppervlakkwaliteit van de werkvloer te ver-; beteren, d.w.z. dit oppervlak in toenemende mate gladder I uit te voeren teneinde gangen beter te kunnen reigingen. < 10 Wanneer men er van uitgaat, dat het eigen ge wicht van een lege palet ligt tussen 24 en 27 kg, toont de praktijk, dat een inrijden met lastrollen over vloerplanken aanzienlijke moeilijkheden met zich mede brengt. Ook het onder een palet rijden met een zo hoog mogelijke rijsnel-15 heid biedt in dit geval geen oplossing, daar steeds een onzekerheidsfactor blijft bestaan.
Een extra nadeel bij deze bekende uitvoering, ook onder gebruikmaking van hulpmaatregelen, bestaat uit ; een hoge slijtage van de \3oerplanken. Er ontstaan hoge 20 reparatiekosten niet alleen aan de vloerplanken van de paletten, doch ook aan de lastrollen van de voertuigen.
De uitvinding heeft ten doel de bovengenoemde \ nadelen te elimineren en in het bijzonder een laaghefwagen te verschaffen, die krachtens haar uitvoeringswijze de ge-25 noemde verschijnselen in het geheel niet toont.
Volgens de uitvinding wordt dit oogmerk hierdoor bereikt, dat aan de lastdrager in de nabijheid van haar aan het voertuigdeel in de hoogterichting beweegbaar geleide uiteinde ondersteunrollen zijn aangebracht, die naar 30 : beneden over het door het ten minste ene stuur- en aandrijf- wiel en de lastrollen bepaalde vlak uitrijdbaar zijn en dat middelen zijn aangebracht om de lastrollen in hun aan de vorkarmen bevestigde stand te houden. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om de vorkarmpunten van een hefwagen vrij 35 over de grond te voeren. Het principe bestaat hierin, dat 790 63 41 _4 - * * de bekende constructie met ten minste één stuur- en aan-drijfwiel - of een stuur- en aandrijfwielas - enerzijds en anderzijds lastrollen in de vorkarmpunten worden onderbroken doordat hiertussen een extra oplegger in de vorm van steun-5 rollen wordt verschaft. Voor het uitrijden, d.i. de aanraking, van de vloer door de steunrollen naar beneden, worden ver- \ t schillende mogelijkheden verschaft. Enerzijds zijn de steun- \ rolen zelf aan bewegingsmiddelen aangebracht en naar beneden ) uitrijdbaar. Anderzijds kunnen evenwel de steunrollen ook 10 aan het ten opzichte van het voertuig in de hoogterichting beweegbare lastdrager zijn aangebracht en tezamen met de ] lastdrager worden uitgereden, waarbij dan de genoemde mid- , delen aanwezig zijn, dat de lastrollen in hun. bevestigde j stand worden gehouden. De uitrijdbare aandrijfinrichting ; 15 ; bestaat op gunstige wijze uit een tweezijdig bedienbare i cilinderzuigerinrichting. Hierdoor is het mogelijk om de j i | vorkarmpunten vrij te houden. De hefwagen wordt bij het ! opheffen van de steunfunctie van de lastrollen om het ten minste ene stuur- en aandrijfwiel verdraaid teneinde de 5 20 i vorkarmpunten vrij te houden en op te heffen, waarbij naar j buiten brengen van de steunrollen naar omlaag gewoonlijk: in : aanmerking wordt genomen, dat een zwenken slechts in zeer j geringe mate plaats vindt, zodat praktisch de kabelarmpunten j op hun ingenomen hoogtestand blijven en de lastrollen inge- j 25 I slagen worden gehouden. j • Hierbij verdient het de voorkeur,udat de steun- j I rollen op zichzelf in een hoger vlak zijn geplaatst dan de ; lastrollen en dat deze steunrollen onder besturing van de aandrijfinrichting door het afdalen van de lastdrager ten 30 opzichte van het voertuigdeel ingrijpbaar zijn in de bodem, waarbij middelen zijn verschaft om de lastrollen in hun j i in de vorkarmen gezwenkte stand te houden. Hierdoor wordt | j | ' een eenvoudige uitvoeringsvorm met in hoofdzaak vast aange-i brachte steunrollen verschaft, die door de beweging van de 35 ’ lastdrager worden uitgereden.
790 6 3 41 f β _ 5 _ ! 1 j In de uitvoeringsvorm als driewielig bestel- j voertuig zijn op doelmatige wijze de steunrollen aan weers-j zijden van het aandrijfwiel geplaatste en verhinderen tevens een kantelen van het voertuig over de zwaartepuntas. Hierbij ; 5 ’ wordt bij een vierwielsvoertuig met gestuurde stuur- en t I aandrijfwielen in één as in aanmerking genomen, dat de steun-I rollen in hoofdzaak op één lijn zijn geplaatst, doch in de langsrichting van het voertuig tussen de lastrollen en de i stuur- en aandrijfwielen. Hierdoor wordt de stabiliteit * : i 10 aanzienlijk verbeterd.
Er wordt aldus reeds een Verbetering bereikt ; doordat de steunrollen in hoogte beweegbaar aan de last-• drager zijn aangebracht.In.eaigunstige uitvoeringsvorm is hierbij zorg gedragen, dat de steunrollen zijn aangebracht 15 aan zwenkdragers, die onder invloed van instelschroefbouten staan, waarbij de steunrollen aan beide zijden van het voertuig op verschillende wijze instelbaar zijn. Hierbij wordt een bijzonder voordeel bereikt wanneer het voertuig ' t wordt uitgerust met een hydraulische aandrijfinrichting 20 doordat de steunrollen voorzien zijn van hydraulische cilin- ; derzuigerinrichtingen, waarmede de steunrollen naar omlaag j uitrijdbaar zijn. Hierbij kunnen bijzonder aandrijfmiddelen voor de steunrollen zijn aangebracht en wel aan weerszijden * van de langsas van het voertuig en op verschillende wijze 25 bedienbaar. Bijzonder gunstig is het om de hydraulische ’ cilinderzuigerinrichtingen in gescheiden instelbare stuur-ketens aan de drukmiddelbron aan te sluiten teneinde een aangepast uitrijden van elke steunrol te waarborgen.
Bij een hefwagen, waarin een op stangenconstructie 30 . binnen de vorkarmen voor elke lastrol is aangebracht en deze stangenconstructie door een aandrijfhefboom in afhankelijkheid van de hoogtebeweging van de lastdrager met betrekking tot het voertuigdeel instelbaar is, zijn op gunstige wijze ophangmiddelen aangebracht, die de stangenconstructie 35 ook bij het omlaag bewegen van de lastdrager ten opzichte 790 6 3 41 _ 6 _ * s van het voertuigdeel in een stand voeren, waarbij de lastroljen in de lastvorken ingeklapt gehouden zijn. Hierbij zijn de opvangmiddelen op doelmatige wijze uitgevoerd als beugels, die aan het voertuigdeel zijn aangebracht en de hefboom- 5 rollen aan zwenkhefbomen van de lastdragerstangenconstructie s i opnemen. Dit maakt een relatief eenvoudige uitvoeringsvorm moge lijk. !·
Volgens een andere uitvoeringswijze is de stangen-constructie voorzien van veer^middelen, die de lastrollen in ! i 10 de vorkpunten in de ingeklapte stand houden. Hierbij is het ; duidelijk, dat deze veermiddelen bij het uitrijden in ! ! ; bedrijf steeds omwonden moet zijn. Deze kracht kan gering i worden gehouden, doch vermindert het rendement.
! ; | Verder wordt voorbehouden, dat in de stangen- 15 constructie gewichten zijn aangebracht, die de lastrollen : in de vorkpunten in de ingeklapte stand houden. Deze uit- ; ! 4 : voering is nog bijzonder eenvoudig, daar geen bewegings- i I i componenten invoerende invloeden aanwezig zijn, want de j gewichten werken zonder eigen impuls. ; 20 In een verdere gunstige uitvoeringsvorm is j zorggedragen, dat de hoogte aandrijfmiddelen bestaan uit ] een tweezijdig bedienbare cilinderzuigerinrichting. Hierdoor ! ! is het mogelijk om bij het inschakelen van geschikte stangen- ' verbindingen het in- en uitrijden en terughouden van de j 25 | lastdrager en de lastdragerrollen te besturen. Hierbij zijn j \ op gunstige wijze tussen het voertuigdeel en de lastdrager ; in de nabijheid van haar wederzijdse geleiding veren aange- i bracht, die als drukveren tussen het voertuigdeel en de ] lastdrager zijn aangebracht en dienen om de lastdrager naar 30 | beneden te drukken, terwijl de aandrijfmiddelen voorzien * zijn van een éénzijdig werkende cilinderzuigeraandrijf- = inrichting, die een hoogtebeweging van de lastdrager in de ; zin van een samendrukken van de veren bewerkstelligt, doch : bij het vrijgeven en omlaag bewegen van een zuigerdeel een 35 omlaag bewegen van de lastdrager bewerkstelligt.
790 6 3 41 -7 - -----------1 / *
De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van 1 voorbeeld enige uitvoeringsvormen van het voertuig volgens de uitvinding zijn weergegeven.
5 Hierin toont: ! ; Fig. 1 gedeeltelijk een zijaanzicht en gedeel- : telijk een doorsnede van een gunstige uitvoeringsvorm van j het voertuig volgens de uitvinding, i j Fig. 2 gedeeltelijk een bovenaanzicht en gedeel- ! 10 telijk een doorsnede van de lastdrager volgens fig. 1, ; waarbij ten dele ook het voertuigdeel is weergegeven,
Fig. 3 een doorsnede volgens de lijn III-III
in fig. 2,
Fig. 4 een voorstelling overeenkomstig fig. 1 15 in een andere bedrijfsstand,
Fig. 5 een zijaanzicht van een voertuig met een vervoeropdrachtplatform met in een palette ingestoken vork- ! armen onder gebruikmaking van de uitvinding, !
Fig. 6 meer in detail een deel van de constructie 20 volgens fig. 5, έ
Fig. 7 een doorsnede van een verdere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, !
Fig. 8 een zijdeelaanzicht van de constructie volgens fig. 7, 25 Fig. 9 schematisch een zijaanzicht van een vier- wielsvoertuig overeenkomstig de voorstelling volgens fig.6, en
Fig. 10 een doorsnede volgens de lijn X-X in fig. 9, 30 Zoals fig. 1 toont, is aan een voertuigdeel 1 een dissel 2 bevestigd, die omklapbaar is in de richting van de pijl 3, terwijl verder langs een as 4 een stuur- en aandrijfwiel 5 beweegt en verder een platform 6, waarop een in het bijzonder hydraulisch aangedreven cilinderzuiger-35 inrichting 7 is geplaatst. Deze inrichting grijpt van boven 790 6 3 41 * \ _8 - met een zuigerstang 8 in een contraleger 9 aan een in hoogte beweegbare lastdrager 10. Hierbij wordt eerst opgemerkt, dat aan het voertuigdeel aan weerszijden zoals ook uit fig. 2 blijkt een verticale geleiding 11, 12 in de vorm van naar 5 binnen geopende U-rails is aangebracht, waarin geleidings- \ rollen 13, 14, respectievelijk 15, 16 (fig. 3) lopen. Hieruit; valt te constateren, dat de lastdrager 10 door middel van j het platform 9 kan worden opgeheven. Hierbij loopt een hef- j boomrol 17 aan de onderzijde van een horizontaal geleidings- ι 10 vlak 18 door het voertuigdeel 1, zodat de hefboom 19, | resp. een hefboom aan elke zijde in de draaizin, tegenge- j 1 steld aan die van de wijzers van een uurwerk, wordt ge- ! zwenkt. Een dergelijke hefboom is zoals fig. 1 en 3 tonen j zwenkbaar gelegerd om een pen 20 en deze pen 20 is aange- ! 15 ; bracht tussen verbindingsdelen 21, 22 van de lastdrager 10.
| Wanneer derhalve de pen 20 wordt opgeheven zal de hefboom \ ! 19 in de draaizin, tegengesteld aan de wijzers van een uur- j : werk, zwenken, zodat het bij 23 scharnierend bevestigde j ; stangenstelsel 24 wordt medegenomen en hierdoor de lastrol- j 20 hefboom 25 met de lastrol 26 in de draaizin volgens de j wijzers van een uurwerk, d.i. in de richting van de pijl 27, ! j wordt gezwenkt. De lastrolhefboom 25 is bij 28 zwenkbaar j . gelegerd in de vorkarm 29. 1 j Hierdoor zal bij een hefboombeweging van de j 25 ; lastdrager 10 op gebruikelijke wijze de lastrol 26 naar ; j j beneden worden uitgezwenkt. j ; In fig. 4 zijn de delen, die corresponderen met : die uit de voorgaande figuren, met dezelfde verwijzings- j i cijfers aangeduid.
30 Fig. 4 toont de uitgezwenkte stand, waarbij
in het bijzonder de zuigerstang 8 sterk naar boven is uit- I
. gedreven. j
In de gegeven uitvoeringsvorm zijn steunrollen 1 : 31, resp. 31* en 31" aangebracht, die tezamen met de last- 35 ; drager 10 door middel van een beweging, tegengesteld aan 790 6 3 41 / * _ 9- !-----1 ) j I de beweging volgens fig. 4, naar beneden kunnen worden uit- gereden. Hiertoe is de zuigerstang 8 vastgezet in het contra-j | | ; leger 9. Hetzelfde geldt voor het aanbrengen van de cilinder-? zuigerinrichting 7 op het platform 6. Verder steekt de 5 zuigerstang 8 zo ver voorbij de cilinderzuigerinrichting 7 ! uit, dat ook een inwaartse beweging van de zuigerstang bij f het meenemen van het contraleger mogelijk is teneinde de ; lastdrager naar beneden te bewegen. De inrichting 7 is twee- .
zijdig bedienbaar.
10 In fig. 5 zijn de delen, die corresponderen met de voorgaande figuren, met dezelfde verwijzingscijfers ! aangeduid. Zoals fig. 5 toont, is een besteHerplaats 30 aanwezig en is er een bedrijfsstand, waarbij ook steunrollen 31, 31" (zie ook fig. 1) op de grond 32 kunnen worden ge-15 bracht, waarbij de vorkarm 29 wordt opgeheven zonder dat de lastrol op de grond blijft. De stenrol 31, resp. 31", waarbij voor elke vorkarm éën steunrol aanwezig is, bevindt i zich op gunstige wijze aan een zwenkdrager 33, die zwenkbaar gelegerd is om een zwenkas 34 aan een hefboomarm 29. Haar 20 zwenkinstelling kan door middel van een instelschroibout 35 worden gekozen. Het is van belang om bepaalde hoogteinstel- ; lingen van de vorkarmpunt 36 (fig. 5) te bereiken. Hierbij ί wordt in aanmerking genomen, dat de instelschroefbout 35 de hoogte is daar niet alleen onder een aandrukking tot 25 stand brengt, doch ook in de betreffende stand vergrendelt.
De steunrol 31 is in fig. 1 duidelijkheidshalve aan de zwenkarm 33 in haar stand getekend. Deze stand is mogelijk. Bij voorkeur evenwel wordt de inrichting op de plaats van de steunrol 31", d.i. zo dicht mogelijk in de 30 · nabijheid van de stuur- en aandrijfrol, resp. direct onder het gevoerde deel van de lastdrager 10, bijvoorbeeld in hoofdzaak in hetzelfde gebied als de geleidingsrollen 13 tot 16 aangebracht. In dit geval zou de zwenkdrager 33 van de zwenkas 34 ten opzichte van fig. 1 bijvoorbeels naar 35 links gericht zijn.
790 63 41 t » -10-
In dit verband wordt verwezen naar de in fig. 9 en 10 weergegeven uitvoeringsvorm.
Wanneer in het volgende de steunrol 31 met betrekking tot fig. 1-8 wordt beschouwd is het duidelijk, dat 5 hierbij ook de inrichting bij 31" in deze figuren in aan- i merking is genomen, resp. de inrichting 31 volgens fig. 9 1 en 10.
Wanneer bijvoorbeeld een lastdrager 10 uit fig. 1 naar onder wordt gereden, zodat de steunrol 31 de vloer 32 i 10 bereikt zal de totale constructie van het voertuig om de * · ; oplegger van de stuur- en aandrijfrol 5 zwenken in de draai- ΐ
! zin, tegengesteld aan die van de wijzers van een uurwerk, J
• zodat de vorkarmpunt 36 van de vloer wordt afgetild. Dit ! vindt plaats door middel van een beweging, tegengesteld - i 1 15 ; aan de beweging, vermeld aan de hand van fig. 4. Bij de : beschreven beweging komt de hefboomrol 17 van de onderzijde j : van het geleidingsvlak vrij, terwijl de steunrol 31 de vloer-j i oplegger overneemt. Volgens fig. 5 wordt hierbij door de \ kracht van een veer 37 de lastrol 26 in haar ingeklapte ] 20 ^ stand gehouden, zodat de punt van de vorkarm 36 zonder weer- j stand in de palet 38 kan worden ingereden.
: In fig. 6 is dit bijzonder duidelijk weergegeven,
• doch ook tot uitdrukking gebracht, dat de stangenconstructie I
i 34 is uitgerust met een gewicht 39, waarmede gewaarborgd j 25 i wordt, dat de lastrol 26 in de opgeheven stand blijft.
! In dit verband wordt gewoonlijk mede in aanmer- \ king genomen, dat in het voertuigdeel 1 zoals bijvoorbeeld : in fig. 5 is weergegeven een beugel 40 is aangebracht, die dient om de hefboomrol 17 boven te houden teneinde de be- 30 wegingsvrijheid van de lastvorkpunt te waarborgen.
Het is duidelijk, dat een deel, bijvoorbeeld j de beugel 40, een gewicht 39 of een veer 37, telkens is aan- ; gebracht om de lastrol 26 bij het uitrijden van de steun-i rollen naar beneden in de ingeklapte stand te houden.
i » 35 Zoals fig. 7 en 8 tonen, is het voertuigdeel 1 ι··ι·ιii»m mii mum 1————— - ..........— ni im*. - Hm iinii»uiivam»HK.HiBiiaBiMiil«iiiiiiii«iiw »' an> .»_*»_saew 790 6 3 41 _11_ Γ 1 I in het gebied van haar verticale geleiding 11, 12, die ! j aan weerszijden is aangebracht, voorzien van een traverse 41 ,| . waar doorheen een geleidingsstang 42 is gevoerd. De tra- ! verse dient als aanslag voor een veer 43, die anderzijds 5 rust op een dwarsdrager 44, die bijvoorbeeld bij 44’ in fig. 3 is weergegeven en evenwijdig met de steunplaat 9 loopt, waarin de zuigerstang 8 in ingrijping is.
Bij de hefboombeweging wordt derhalve de veer 43 samengedrukt, zodat voor de hefboombeweging een verhoogde 10 kracht wordt opgebracht. De aandrijfmiddelen in de vorm van een cilinderzuigerinrichting 7 kunnen evenwel in de uitvoeringsvorm volgens fig. 7 en 8 zijn uitgevoerd als éénzijdig werkende inrichting, daar de afwaartse beweging ; van de veer 43 wordt opgebracht teneinde een steunrol 31 15 op de vloer te brengen en de beschreven effecten te bereiken .
Fig. 8 toont de samenwerkende geleidingsmiddelen..
In fig. 9 zijn de delen, die corresponderen met die uit de voorgaande figuren, met dezelfde verwijzings-20 cijfers aangeduid, terwijl in fig. 10 de verwisselbare delen dezelfde verwijzingscijfers hebben onder toevoeging ' van komma1s.
Zoals fig. 10 toont, zijn de steunrollen 31 en 31* buiten de door de vorkarmen 29 bepaalde langsdoorsnede, 25 en wel tussen deze vorkarmen en buitenste wanddelen 44, 45, 46 van de lastdrager 10 geplaatst, waaraan de geleidings-rollen 13-16 zijn gelegerd. Hierdoor wordt het mogelijk om eventueel ook over een kortere zwenkarm of andere hoogte-instelmiddelen de steunrollen 31, 31* zo veel mogelijk aan 30 ; het uiteinde van de lastdrager 10 te plaatsen, welk uit einde is toegevoegd aan de stuur- en aandrijfwielen 5.
Wanneer in fig. 10 ook twee stuur- en aandrijfwielen 5, 5* zijn aangeduid betekent dit, dat de uitvinding van toepassing is op een voertuig met slechts één in het midden geplaatst 35 stuur- en aandrijfwiel, waarbij evenwel de stenrollen op de 790 63 41 -12- weergegeven plaats blijven en in het bijzonder tevens dienen om het kantelen van het voertuig over de zwaarte-puntas te verhinderen.
Aan de steunrollen 31 kan telkens een hydrau-5 lische cilinderzuigerinrichting zijn toegevoegd, waarmede i de steunrollen naar beneden üitrijdbaar zijn en een der- 1 gelijke cilinderzuigerinrichting kan bijvoorbeeld zijn 1 aangebracht op de plaats, waarin fig. 1 de instelschroef- j bout 35 is weergegeven. Verder is het duidelijk, dat in j 10 fig. 10 de aslegers voor de steunrollen 31, 31' op niet j nader weergegeven wijze kunnen worden gesteund door in ! . i I hoofdzaak loodrecht op de steunrollen in de lastdrager j j geplaatste cilinderzuigerinrichtingen. Ook in dit geval I moet de cilinderzuigerinrichting 7 enerzijds met de zuiger- ! 15 : stang tegen het contraleger 9 en anderzijds op het platform I 6 axiaal zijn vastgezet. i • i i j ï j i i i i \ ! i .
j ! j t \ ί ! • j
’ I
:___ Conclusies.
i 790 6 3 41
Claims (16)
1. Laaghefwagen met een lastdrager, die voorzien is van een draagvork en die enerzijds aan een van ten minste ; ëën stuur- en aandrijfwiel voorzien voertuigdeel in de hoogterichting beweegbaar is aangebracht en anderzijds voor-5 zien is van lastrollen in de vorkarmpunten, die in de hoogte-I richting beweegbaar zijn, waarbij tussen de lastdrager en ί het voertuigdeel een in de richting van de wederzijdse be- : . weging uitrijdbare aandrijfinrichting is aangebracht, met het kenmerk, dat aan de lastdrager (10) in 10 de nabijheid van haar aan het voertuigdeel (1) in de hoogterichting beweegbare gevoerde uiteinde aan de onderzijde steunrollen (31) zijn aangebracht, welke steunrollen (31) naar beneden uitrijdbaar zijn over het door het ten minste ene stuur- en aandrijfwiel (5) en de lastrollen (36) 15 bepaalde vlak, en dat middelen (37, 39, 40, 43) zijn aange- j bracht, die dienen om de lastrollen (26) in hun aan de vork-armen (29) bevestigde stand te houden. j
2. Hefwagen volgens conclusie 1, m e t het { kenmerk, dat de steunrollen (31) in een hoger vlak ! 20 dan de lastrollen zijn geplaatst en dat deze steunrollen (31) onder besturing van de aandrijfinrichting door het omlaag brengen van de lastdrager (10) ten opzichte van het voertuigdeel (1) in ingrijping met de grond te brengen zijn, waarbij middelen (37, 39, 40, 43) zijn aangebracht, die 25 dienen om de lastrollen in hun in de vorkarmen gezwenkte stand te houden.
3. Hefwagen volgens conclusie 1 of 2, welke wagen is uitgevoerd als driewielig bestelvoertuig, met het kenmerk, dat de steunrollen (31) aan weers- 30 zijden van het aandrijfwiel (5) zijn aangebracht en tevens een kantelen van het voertuig over de zwaartepuntas verblinderen . 790 63 41 -14- * « \
4. Hefwagen volgens conclusie 1 of 2, die is uitgevoerd als vierwielig voertuig met gestuurde stuur- en aandrijfwielen in één as,met het kenmerk, dat de steunrollen (31) in hoofdzaak op één lijn zijn geplaatst, j 5 doch in de langsrichting van het voertuig tussen de last-rollen en de stuur- en aandrijfwielen.
5. Hefwagen volgens een der voorgaande conclu- j sies, met het kenmerk, dat de steunrollen in ; de hoogterichting beweegbaar zijn aangebracht aan de last-10 dragers (10) . i
6. Hefwagen volgens conclusie 5, m e t het 1 kenmerk, dat de steunrollen (31) zijn aangebracht aan i zwenkdragers (33) , die onder invloed van instelschroefbouten ; (35) staan, waarbij de steunrollen (31) aan weerszijden van ‘ | 15. het voertuig op verschillende wijzen instelbaar zijn. ! i i
7. Hefwagen volgens een der voorgaande conclu- j sies met een hydraulische aandrijfinrichting, met het j i kenmerk, dat aan de steunrollen (31) hydraulische cilinderzuigerinrichtingen zijn toegevoegd, waarmede de 20 ' steunrollen (31) naar beneden uitrijdbaar zijn. ; I
8. Hefwagen volgens conclusie 7, m e t het i i kenmerk, dat hydraulische cilinderzuigerinrichtingen j 3 j in afzonderlijke instelbare stuurketens zijn aangesloten j j op de drukmiddelbron teneinde een aangepast uitrijden van 25 ! elke steunrol te waarborgen.
9. Hefwagen volgens een der voorgaande conclusies , waarbij een stangenconstructie binnen de vorkarmen i voor elke lastrol is aangebracht, welke stangenconstructie j door middel van een aandrijfhefboom in afhankelijkheid van ; 30. de hoogtebeweging van de lastdrager met betrekking tot het ; ; voertuigdeel instelbaar is,met het ken merk, J 790 6 3 4! -15- dat opvangmiddelen (37/ 39, 40, 43) aanwezig zijn, die de | stangenconstructie (34) ook bij een omlaag bewegen van de j j lastdrager (10) ten opzichte van het voertuigdeel (1) in j i een stand brengen, waarin de lastrollen (26) in de last-5 , vorken (29) ingeklapt gehouden zijn.
10. Hefwagen volgens conclusie 9, m e t het : kenmerk, dat de opvangmiddelen zijn uitgevoerd als • beugels (40), die aan het voertuigdeel (1) zijn aangebracht en de hefboomrollen (17) aan de zwenkhefbomen (19) van de 10 lastdragerstangenconstructie (24) opnemen.
11. Hefwagen volgens conclusie 9,met het kenmerk, dat de stangenconstructie (24) voorzien is van veermiddelen (37), die de lastrollen (26) in de vork-punten in de ingeklapte stand houden.
12. Hefwagen volgens conclusie 9,met het t k en m e r k, dat in de stangenconstructie (24) gewichten ' (39) zijn aangebracht/ die de lastrollen (26) in de vork-punten in de ingeklapte stand houden.
13. Hefwagen volgens een der voorgaande conclu- ! 20 siesf met het k e n m e r k, dat de hoogteaandrijf- middelen bestaan uit een tweezijdig bedienbare cilinder-zuigerinrichting (7).
14. Hefwagen volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen het voertuig- 25 deel (1) en de lastdrager (10) in de nabijheid van haar : wederzijdse geleiding veren (43) zijn aangebracht, die als ; drukveren tussen het voertuigdeel (l) en de lastdrager (10) zijn aangebracht en dienen om de lastdrager naar beneden te drukken, en dat de aandrijfmiddelen (7) voorzien zijn 30 van een éénzijdig werkende cilinderzuigeraandrijfinrichting, die een hoogtebeweging van de lastdrager (10) in de zin van ..een samendrukking van de veren (43) bewerkstelligen, doch 790 6 3 41 _16_ bij het vrijgeven en omlaag bewegen van een zuigerdeel een omlaag bewegen van de lastdrager bewerkstelligen.
15. Hefwagen volgens een der voorgaande conclusies met een tweepunts ondersteuning aan het voertuigdeel 5 en lastdragervorkpunten, met het kenmerk, dat j zij voorzien is van een wipvormige uitvoering met steun- j rollen (31), die tussen stuur- en aandrijfwielen enerzijds j en lastrollen anderzijds in aanraking met de vloer brengbaar _ zijn teneinde het voertuig om stuur- en aandrijfwielen te I 10 j zwenken. j
16. Hefwagen volgens conclusie 1, m e t het < I kenmerk, dat de steunrollen (31") onder het geleide j j deel van de lastdrager in hoofdzaak in hetzelfde gebied als : ; haar geleidingsrollen (13-16) zijn aangebracht, die in het 15 voertuigdeel (1) zijn geleid. ί ï I i i \ ί I i | ’ I i j t j I i s ! } ' j 790 6341
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE7825062 | 1978-08-23 | ||
DE19787825062 DE7825062U1 (de) | 1978-08-23 | 1978-08-23 | Niederhubwagen |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL7906341A true NL7906341A (nl) | 1980-02-26 |
Family
ID=6694464
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL7906341A NL7906341A (nl) | 1978-08-23 | 1979-08-22 | Laaghefwagen. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE7825062U1 (nl) |
NL (1) | NL7906341A (nl) |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP3354535A1 (de) * | 2017-01-23 | 2018-08-01 | Linde Material Handling GmbH | Flurförderzeug, insbesondere hubwagen |
CN108584802A (zh) * | 2018-05-22 | 2018-09-28 | 浙江加力智能科技有限公司 | 一种叉车用平滑送料门架总成及应用该门架总成的叉车 |
Families Citing this family (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE102008049072A1 (de) | 2008-09-26 | 2010-04-01 | Still Sas, Serris Marne La Vallee | Flurförderzeug |
DE102009038872A1 (de) * | 2009-08-24 | 2011-03-03 | Jungheinrich Ag | Flurförderzeug |
DE102009059949A1 (de) * | 2009-12-22 | 2011-06-30 | Jungheinrich Aktiengesellschaft, 22047 | Flurförderzeug mit Antriebsteil und einem Paar von Radarmen |
EP2641810B1 (en) * | 2012-03-19 | 2018-05-23 | Hyster-Yale Group, Inc. | System and method for steering vehicles |
-
1978
- 1978-08-23 DE DE19787825062 patent/DE7825062U1/de not_active Expired
-
1979
- 1979-08-22 NL NL7906341A patent/NL7906341A/nl not_active Application Discontinuation
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP3354535A1 (de) * | 2017-01-23 | 2018-08-01 | Linde Material Handling GmbH | Flurförderzeug, insbesondere hubwagen |
CN108584802A (zh) * | 2018-05-22 | 2018-09-28 | 浙江加力智能科技有限公司 | 一种叉车用平滑送料门架总成及应用该门架总成的叉车 |
CN108584802B (zh) * | 2018-05-22 | 2019-09-10 | 浙江加力仓储设备股份有限公司 | 一种叉车用平滑送料门架总成及应用该门架总成的叉车 |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE7825062U1 (de) | 1979-10-31 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4065012A (en) | Low lift truck | |
US4571139A (en) | Self-propelled freight handling truck | |
US3861716A (en) | Platform lift transporter | |
US4258826A (en) | Combination stepladder and load lifting apparatus | |
US9840180B2 (en) | Repositionable load carrying tray assembly for a vehicle | |
US20050042068A1 (en) | Forklift with stabilizing forks | |
RU2547024C2 (ru) | Рычажный механизм вилочного погрузчика | |
US4943203A (en) | Retriever truck | |
US4435113A (en) | Self-propelled freight handling truck | |
US4998858A (en) | Industrial truck for picking up a laterally disposed load | |
NL8002376A (nl) | Laadinrichting voor laadborden. | |
US5217342A (en) | Self-loading and unloading forklift truck | |
NL9301816A (nl) | Transportwagen voor het op een laadvlak daarvan opnemen en daarvan afzetten van laadbakken en dergelijke. | |
CA2288483A1 (en) | Truck mounted hoist | |
US3762588A (en) | Front and lateral loading mechanism | |
NL8601358A (nl) | Vorkheftruck en voertuig voor het vervoer daarvan. | |
CA2165369A1 (en) | Loading and recovery apparatus | |
NL7906341A (nl) | Laaghefwagen. | |
JPS60501602A (ja) | トラツク | |
EP0726224A2 (en) | Drum lifting and transporting device | |
US4400130A (en) | Method and apparatus for handling and transporting a load | |
DE2128073C3 (de) | Mobilkranartiger Hublader | |
JPH0420879Y2 (nl) | ||
NL9000030A (nl) | Wagen voor het opnemen en verplaatsen van containers en werkwijze voor het gebruiken daarvan. | |
NL8006121A (nl) | Inrichting voor het naar keuze afzetten van te transporteren houders, machines of werktuigen op de laadbak van een vrachtwagen of op de grond. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BV | The patent application has lapsed |