NL8901263A - Werkwijze en inrichting voor het opslaan en transporteren van rollaadborden of dergelijke. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het opslaan en transporteren van rollaadborden of dergelijke. Download PDF

Info

Publication number
NL8901263A
NL8901263A NL8901263A NL8901263A NL8901263A NL 8901263 A NL8901263 A NL 8901263A NL 8901263 A NL8901263 A NL 8901263A NL 8901263 A NL8901263 A NL 8901263A NL 8901263 A NL8901263 A NL 8901263A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
load
transport rail
storage
loads
transport
Prior art date
Application number
NL8901263A
Other languages
English (en)
Other versions
NL192829B (nl
NL192829C (nl
Original Assignee
Kone Elevator Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kone Elevator Gmbh filed Critical Kone Elevator Gmbh
Publication of NL8901263A publication Critical patent/NL8901263A/nl
Publication of NL192829B publication Critical patent/NL192829B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192829C publication Critical patent/NL192829C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G1/00Storing articles, individually or in orderly arrangement, in warehouses or magazines
    • B65G1/02Storage devices
    • B65G1/04Storage devices mechanical
    • B65G1/06Storage devices mechanical with means for presenting articles for removal at predetermined position or level
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G1/00Storing articles, individually or in orderly arrangement, in warehouses or magazines
    • B65G1/02Storage devices
    • B65G1/04Storage devices mechanical
    • B65G1/06Storage devices mechanical with means for presenting articles for removal at predetermined position or level
    • B65G1/08Storage devices mechanical with means for presenting articles for removal at predetermined position or level the articles being fed by gravity

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Warehouses Or Storage Devices (AREA)
  • Intermediate Stations On Conveyors (AREA)
  • Rollers For Roller Conveyors For Transfer (AREA)

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET OPSLAAN EN TRANSPORTEREN VAN ROL-LAADBORDEN OF DERGELIJKE.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het opslaan of transporteren van op wielen beweegbare lasten, bijvoorbeeld rol-laad-borden of dergelijke/ in een opslaggebied dat bestaat uit één of meer opslagniveaus die boven elkaar zijn gepositioneerd en voorzien zijn van naast elkaar liggende stromings-banen voor de lasten, waarbij de opslagniveaus horizontaal dan wel met een enigszins naar beneden gerichte hellingshoek naar het uitgangseinde zijn aangebracht.
Een dergelijk opslagsysteem is in het bijzonder geschikt voor een fabriek waarvan het resultaat bestaat uit produkten voor dagelijkse consumptie. Het systeem vormt een bufferopslag voor de produktie en maakt een eenvoudige voorbereiding en vorming van de verzendingen tijdens het laden van de transportvoertuigen mogelijk.
Er zijn enige toepassingen die gebruikt worden voor de opslag van op wielen beweegbare ladingen die gebruik maken van doorstroombanen welke voorzien zijn van een transport-spoor, waarvan ten minste één van de rails een geleidings-rail is, en waarbij een mechanisme 'is aangebracht voor het naar het uitgangseinde van de baan bewegen van de lading van goederen.
Hierna heeft de term "lading" of "lading van goederen" betrekking op elk soort lading die beweegbaar is op wielen, bijvoorbeeld van eigen wielen voorziene laadborden, ladingen met rollen daaronder, rolkooien en van wielen voorziene laadplatforms of containers enz.
Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een werkwijze en inrichting voor de opslag en het transport van ladingen van goederen die aanzienlijk beter zijn dan bestaande systemen. De werkwijze volgens de uit vinding wordt gekenmerkt doordat elke opslagbaan voorzien is van een transportrailmechanisme dat# door middel van een transportrail, zowel de ladingen van goederen in de baan geleidt als transporteert.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de kracht welke de goederenlading beweegt door middel van wrijving overgebracht wordt van het transportrailmechanisme op de lading.
Een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de kracht welke de goederenlading beweegt overgebracht wordt van het transportrailmechanisme op de lading, via voortstuwingsopper-vlakken tussen de transportrail en de lading.
De inrichting die bestemd is voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding voor de opslag en het transport van op wielen beweegbare ladingen, bijvoorbeeld op rol—laadborden of dergelijke in een opslaggebied bestaande uit één of meer opslagniveaus boven elkaar en voorzien van naast elkaar liggende geleidingsbanen voor de ladingen, waarbij de opslagniveaus horizontaal zijn aangebracht dan wel met een lichte benedenwaartse hellingshoek naar het uitgangs-einde daarvan, wordt gekenmerkt doordat elke opslagbaan voorzien is van een transportrailmechanisme dat een transportrail omvat en zowel de functie van het bewegen als van het geleiden van de ladingen uitvoert.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de geleidingsfunctie is gerealiseerd onder gebruikmaking van rol- en/of schuifgeleidingen die bevestigd zijn aan de bodem van de lading, in welk geval de transportrail een glad geleidingsop-pervlak heeft, of aan de transportrail zelf, in welk geval de bodem van de lading voorzien is van een doorlopende gelei-dingsstang met een lengte in hoofdzaak gelijk aan die van de lading.
Een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de lading wordt bewogen door middel van wrijving tussen de lading en de transportrail, in welk geval het element dat de trans- portkracht overdraagt een grijpinrichting is, die bijvoorbeeld gebruik maakt van een wig, een schuif/ een excenter» een rol/ een krachtenkoppel of een dergelijk element dat gebaseerd is op het gebruik van wrijving.
De uitvinding heeft verscheidene voordelen boven vroegere technieken. Het transportrails gebruikende opslagsysteem vermindert de noodzaak van het met de hand manipuleren van de goederen, omdat de produkten reeds in het opslag-of verzendingsgebied verkeren. Aangezien elk produkt of elke zending in zijn eigen baan wordt geplaatst, is het vinden van de juiste produkten eenvoudig. Ook helpt het systeem een juiste volgorde in de opslag aan te houden, omdat de plaatsing van de reeksen ladingen bepaald wordt door de transport-rail en de ladingen in dezelfde volgorde uit de opslag genomen kunnen worden als waarin deze daarin werden gebracht. Aangezien het systeem de noodzaak van transportrails en de ondersteuningen daarvoor overbodig maakt, is het schoon houden van het opslaggebied eenvoudiger dan vroeger. Het systeem maakt het mogelijk dat aanzienlijke besparingen worden bereikt omdat, zoals eerder opgemerkt, deze niet voorzien behoeft te worden van transportrails en railondersteuningen, en omdat het benodigde installatiewerk aanzienlijk is verminderd.
Hierna wordt de uitvinding beschreven met behulp van voorbeelden van voorkeursuitvoeringsvormen, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekeningen, waarin:
Fig. IA en 1B schema's zijn 'die het opslag- en transportsysteem als geheel voorstellen;
Fig. 2 en 3 schematische zijaanzichten zijn van een transportrail die gebruik maakt van voortstuwingsoppervlak-ken, met een lading op de rail;
Fig. 4 en 5 schematische zijaanzichten zijn van een transportrail gebaseerd op het gebruik van wrijving, met een lading op de rail;
Fig. 6 het werkingsprincipe van de transportrail weergeeft, welke heen en weer beweegt;
Fig. 7-13 verschillende types geleidingen en grijp-middelen tonen, die bestemd zijn om bevestigd te worden aan de bodem van de lading.
Fig. IA en 1B tonen twee verschillende varianten van het opslag- en transportsysteem in schematische vorm. Het systeem van fig. IA bestaat uit drie hoofdsecties/ welke zijn: de produktielijnen 1/ een gemeenschappelijk buffer- (opslag-)gebied 2 voor gerede produkten en bestellingen/ en een laadgebied 3 voor transportvoertuigen. In het geval van fig. 1B is het opslaggebied voor gerede produkten en bestellingen verdeeld in twee secties 2a en 2b/ waarvan sectie 2a een opslaggebied is en sectie 2b een gebied is voor het klaarmaken van bestellingen. De goederen worden van de ene sectie naar de volgende bewogen met de hand of door middel van een transportwagen of een stapelinrichting. De pijlen in fig. IA en 1B tonen de goederenstroom. Het opslaggebied 2, 2a7 2b bestaat uit één of meer niveaus/ die horizontaal zijn dan wel enigszins naar het uitgangseinde hellen en/ boven elkaar zijn geplaatst en voorzien zijn van naast elkaar liggende doorstroombanen 4.
Elke baan 4 is voorzien van een transportrail 5 (fig. 2) die de ladingen 6 zowel transporteert als geleidt naar het uitgangseinde van de baan. Aangezien het transport-railmechanisme de ladingen 6 zowel beweegt als geleidt/ behoeven de opslagbanen op elk niveau niet voorzien te zijn van transportrails en de ondersteuningen daarvoor. In plaats daarvan bewegen de ladingen op hun eigen wielen 7 wanneer deze door de transportrail 5 worden getransporteerd en geleid.
De geleidingsfunctie wordt gerealiseerd door gebruik te maken van rolgeleidingen dan wel schuifgeleidingen of beide. De geleidingen kunnen zowel aan de onderzijde van de lading worden aangebracht/ in welk geval de transportrail 5, die heen en weer beweegt en waarvan de lengte in hoofdzaak gelijk is aan die van de baan/ een glad geleidingsoppervlak heeft (fig. 3 en 5)/ of op de transportrail 5 zelf/ in welk geval de bodem van de lading voorzien is van een doorlopende geleidingsstang 8 met een lengte die in hoofdzaak gelijk is aan die van de lading (fig. 4).
De kracht die nodig is voor het bewegen van de lading wordt overgebracht door wrijving dan wel door voortstu- wingsoppervlakken. In het laatste geval is het bewegingselement 9 een penf een pal enz. (fig. 2 en 3). Het bewegingselement 9 kan aan de bodem van de lading 6 zijn aangebracht (fig. 2) dan wel aan de heen en weer bewegende transportrail 5 (fig. 3)/ en het voortstuwingsoppervlak op overeenkomstige wijze aan de transportrail (fig. 2) dan wel aan de bodem van de lading (fig. 3). De geleidings- en bewegingsfunctie kunnen worden uitgevoerd door dezelfde middelen dan wel door afzonderlijke middelen. Bijvoorbeeld zijn bij de uitvoeringsvorm zoals getoond in fig. 2 deze twee functies gescheiden/ waarbij geleidingselementen 11 gebruikt worden voor het geleiden van de lading en bewegingselementen 9 voor het bewegen daarvan.
Fig. 4 en 5 tonen voorbeelden van wijzen van het bewegen en geleiden van de lading door middel van wrijving. In fig. 4 is de bodem van de lading voorzien van een geleidings-stang 8 zoals eerder genoemd/ en is de transportrail 5 op' overeenkomstige wijze voorzien van een grijp- en geleidings-element 12/ in welk geval de transportrail 5 de lading beweegt door de wrijving tussen de geleidingsstang 8 en het grijp- en geleidingselement 12. Fig. 5 toont een uitvoeringsvorm waarbij de grijp- en geleidingselementen 12 bevestigd zijn aan de bodem van de lading 6 en de transportrail een glad oppervlak heeft/ zoals eerder opgemerkt.
Zoals getoond door de pijlen in fig. 2-5 wordt de lading 6 slechts in één richting bewogen/ terwijl de transportrail 5 heen en weer beweegt. Het bewegingselement moet daardoor aangrijpen wanneer de rail in één richting beweegt en vrijlaten wanneer de rail in de andere richting beweegt. In het geval van pennen als bewegingselementen/ wordt deze grijp/vrijlaatwerking bereikt door gebruik te maken van draaibare pennen. Bij een op wrijving gebaseerd systeem wordt hetzelfde bereikt door gebruik van verscheidene typen wrijvingsorganen. Deze zullen later worden beschreven.
Het schema van fig. 6 toont het principe van het transportrailsysteem volgens de uitvinding. De lading (een niet in fig. 6 getoond rol-laadbord) wordt met de hand van het einde van de produktielijn genomen (in fig. 6 van rechts) naar de voor het desbetreffende produkt gereserveerde baan» Indien nodig kan deze fase gerationaliseerd worden door gebruik te maken van een automatische overdrachtwagen of een verdeeltransporteur of een stapelaar of dergelijke. Een afzonderlijke (niet getoonde) rail die bevestigd is aan de vloer geleidt de lading naar de transportrail wanneer de bedieningspersoon tegen de lading duwt totdat deze op zijn plaats is op de transportrail. Wanneer de bedieningspersoon bijvoorbeeld een handbediende klep indrukt/ duwt een pneumatische toevoerinrichting de lading over een afstand naar voren die gelijk is aan de lengte daarvan/ waardoor eveneens de reeks laadborden daarvoor wordt voortgeduwd. Na het uitvoeren van deze beweging keert het toevoerorgaan weer terug naar de achterste positie. Door middel van dit toevoermecha-nisme kan de baan geheel worden gevuld. De baan is voorzien van een eindaanslag 13 om het te ver vullen te voorkomen en de slagbelasting van de lading tegen het einde te dempen. De toevoerinrichting omvat een bedieningscilinder/ bijvoorbeeld een pneumatische cilinder 14/ waarvan de zuiger de pal 9 ten opzichte van de transportrail beweegt gedurende de werkslag. De pal beweegt weer de lading. De pal is gemonteerd aan een schuif van de transportrail. Na de werkzame beweging keert de zuiger 15/ natuurlijk zonder de last te bewegen/ terug. De cilinder kan natuurlijk worden vervangen door een ander type aandrijforgaan. Bijvoorbeeld is het mogelijk om een inrichting te gebruiken die een roterende beweging omzet in een heen en weer gaande beweging.
Voor het uit de baan nemen van een lading drukt de bedieningspersoon het terugverende einde van de aanslag 13 in en, met handbediende middelen/ bijvoorbeeld met de hand of met de voet/ geeft hij een startimpuls aan de bedieningsinrichting/ bijvoorbeeld een cilinder 16/ die de transportrail heen en weer beweegt. De cilinder voert dan een werkzame beweging uit/ waardoor de transportrail 5 wordt bewogen en dus de hele reeks ladingen wordt gedwongen te bewegen terwijl de bedieningspersoon de lading aan het einde van de baan op een voertuig plaatst/ en de rest van de lading achter de eindaanslag blijft. Na het uitvoeren van de werkzame beweging keert de cilinder 16 automatisch terug in zijn achterste stand. Een aan de vloer bevestigde (niet getoonde) ge-leidingsrail helpt de bedieningspersoon om de lading recht te houden wanneer hij deze uit de baan neemt. Indien de baan niet vol is wanneer het eerste laadbord daaruit genomen wordt# bedient de bedieningspersoon de transportrail totdat het eerste laadbord naar het einde van de baan is bewogen. Wanneer een automatische inrichting wordt gebruikt voor het uit de opslagbanen nemen van de ladingen# wordt de bedie-ningsimpuls gegeven door de ladingoverdrachtsinrichting van de wagen of de stapelaar# of de ladingoverdrachtsinrichting wordt gebruikt als bedieningsorgaan voor de transportrail. Op de bovenbeschreven wijze kan de toevoer van ladingen in de baan en het daaruit nemen van ladingen onafhankelijk geschieden# dat wil zeggen zonder elkaar te storen.
De fig. 7 en 8 tonen een gewone schuifgeleiding gezien van boven en vanaf het einde# welke bestemd is om bevestigd te worden aan de onderzijde van de lading. De geleiding heeft een groef 17 die op de transportrail 5 past. Wanneer dit type schuifgeleidingen wordt gebruikt# zijn afzonderlijke ladingbewegingselementen 9 en voortstuwingsoppervlakken 10 nodig.
De fig. 9-13 tonen verschillende types op wrijving gebaseerde aangrijpingselementen die bestemd zijn om in het bijzonder gebruikt te worden met de in fig. 5 weergegeven uitvoeringsvorm. Deze aangrijpingselementen zijn ook bevestigd aan de onderzijde van de lading. Fig. 9 en 10 tonen twee verschillende excentrische aangrijpingselementen met een groef 18 voor de transportrail 5. In het midden van het aangrijpingselement bevindt zich een aangrijpingsorgaan 19 dat# aan de naar de transportrail 5 toegekeerde zijde excentrisch is dan wel een rechte vorm heeft. Het aangrijpingsorgaan wordt door een veer 20 belast. Het excentrische of rechte aangrijpingsoppervlak maakt het mogelijk dat de transportrail in slechts één richting verschuift.
Fig. 11 toont een rol-aangrijpingselement# dat ook bevestigd is aan de bodem van de lading en voorzien is van een groef 18 voor de transportrail 5. In het midden van het aangrijpingselement is een rol 21 in een sleuf 22 geplaatst# die enigszins schuin loopt ten opzichte van de groef 18. De rol wordt belast door een veer 23 die werkt in de richting van de transportrail 5 en de groef 18. Aan de zijde van de sleuf 22 die verwijderd is van de groef 18 is een ondersteu-ningselement 24 aangebracht. Bij deze uitvoering kan de transportrail in slechts één richting verschuiven (in fig. 11 omhoog) ten opzichte van het aangrijpingselement.
Fig. 12 toont een veerbelaste wig-aangrijper voor bevestiging aan de bodem van de lading. De wig 26 beweegt langs een voortstuwingsoppervlak 25. Ook deze uitvoering maakt het mogelijk dat de transportrail 5 slechts in bovenwaartse richting verschuift (gezien in fig. 12).
Fig. 13 toont een aangrijpingselement dat een krachtenkoppel gebruikt. Ook dit aangrijpingselement is bevestigd aan de bodem van de lading en laat slechts toe dat de transportrail in één richting in de groef 18 beweegt# nl. in fig. 13 gezien omhoog.
Voor een deskundige op het gebied is het duidelijk dat de uitvinding niet beperkt is tot de voorbeelden van de uitvoeringsvormen zoals hierboven besproken# maar dat in plaats daarvan deze binnen het kader van de volgende conclusies kan worden gevarieerd. Behalve de beschreven opslagtoe-passing kan het principe van het transporteren van lasten door middel van een rail die heen en weer beweegt bijvoorbeeld eveneens worden toegepast voor transporteurs en dergelijke inrichtingen.

Claims (13)

1. Werkwijze voor het opslaan of transporteren van op wielen beweegbare ladingen (6), bijvoorbeeld op rol-laad-borden of dergelijke, in een opslaggebied (2) dat uit één of meer boven elkaar geplaatste opslagniveaus bestaat en voorzien is van naast elkaar liggende doorstroombanen (4) voor de ladingen, waarbij de opslagniveaus horizontaal zijn aangebracht dan wel met een lichte benedenwaartse helling naar het uitgangseinde daarvan, met het kenmerk, dat elke opslagbaan voorzien is van een transportrailmechanisme dat, door middel van een transportrail (5), de ladingen (6) van goederen in de baan zowel geleidt als transporteert.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de de lading (6) bewegende kracht door het transportrailmechanisme op de lading wordt overgebracht door middel van wrijving tussen de transportrail (5) en de lading (6).
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de de lading (6) bewegende kracht door het transportrailmechanisme op de lading wordt overgebracht via voortstuwingsoppervlakken tussen de transportrail (5) en de lading (6).
4. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze van conclusie 1 voor de opslag en hét transport van op wielen beweegbare ladingen (6), bijvoorbeeld rol-laadborden of dergelijke, in een opslaggebied (2) bestaande uit één of meer opslagniveaus die zich boven elkaar bevinden en voorzien zijn van naast elkaar liggende doorstroombanen (4) voor de ladingen, waarbij de opslagniveaus horizontaal zijn aangebracht dan wel met een lichte benedenwaartse helling naar het uitgangseinde, met het kenmerk, dat elke opslagbaan (4) voorzien is van een transportrailmechanisme dat een transportrail (5) omvat en dat de functies van zowel het bewegen als het geleiden van de ladingen uitvoert.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de geleidingsfunctie wordt gerealiseerd door gebruik te maken van rol- en/of schuifgeleidingen (11) die aangebracht zijn aan de bodem van de lading (6), in welk geval de transportrail (5) een glad geleidingsoppervlak heeft, dan wel aan de transportrail (5) zelf, in welk geval de bodem van de lading (6) voorzien is van een doorgaande geleidings-stang (8) met een lengte in hoofdzaak gelijk aan die van de lading.
6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de lading (6) wordt bewogen door de wrijving tussen de lading (6) en de transportrail (5), in welk geval het de transportkracht overbrengende element een grijp-inrichting (12) is die gebruik maakt van een wig, een schuif, een excenter, een rol, een krachtenkoppel of een dergelijk op het gebruik van wrijving gebaseerd element.
7. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de de lading (6) bewegende kracht van het transportrailmechanisme op de lading wordt overgebracht via voortstuwingsoppervlakken tussen de transportrail (5) en de lading (6), in welk geval het de transportkracht overdragende element bijvoorbeeld een pen (9), een pal of dergelijke is, welk element bevestigd is aan de bodem van de lading (6) dan wel aan de transportrail (5), terwijl het voortstuwings-oppervlak op overeenkomstige wijze aangebracht is aan de bodem van de lading dan wel aan de transportrail.
8. Inrichting volgens één van de conclusies 4-7, met het kenmerk, dat de functies van het bewegen en geleiden van de lading door hetzelfde element worden uitgevoerd.
9. Inrichting volgens één van de conclusies 4-7, met het kenmerk, dat de functies van het bewegen en geleiden van de lading door afzonderlijke elementen worden uitgevoerd.
10. Inrichting volgens één van de conclusies 4-9, met het kenmerk, dat het transportrailmechanisme gecombineerd is met een toevoermechanisme dat aangebracht is in de opslagbaan (4), in welk geval de ladingen (6) met de hand in het kanaal worden gebracht, dan wel in de overdracht- wagen of stapelaar die gebruikt wordt voor het in de opslag-banen (4) brengen van de ladingen/ dan wel is de toevoerin-richting opgenomen in de transporteur die gebruikt wordt voor het in de opslagbanen (4) verdelen van de ladingen (6).
11. Inrichting volgens conclusie 10/ met het kenmerk/ dat het toevoermechanisme de opslagbaan (4) vult door de inkomende ladingen (6) na elkaar in de baan te duwen/ waardoor een reeks ladingen wordt gevormd die in de baan beweegt wanneer volgende ladingen worden toegevoerd.
12. Inrichting volgens conclusie 10 of 11/ met het kenmerk/ dat het toevoermechanisme omvat een bedie-ningsorgaan (14)/ bijvoorbeeld een pneumatische cilinder/ waarvan de zuiger (15) gekoppeld is met een pen of pal (9) die beweegbaar is ten opzichte van de transportrail (5).
13. Inrichting volgens één van de conclusies 4-12/ met het kenmerk/ dat het transportrailmechanisme gecombineerd is met een mechanisme voor het uitnemen van de ladingen (6)/ welk laatste mechanisme omvat een aanslag (13) voor het aan het einde van het kanaal stoppen van de ladingen (6)/ welke aanslag met de hand dan wel automatisch wordt vrijgemaakt/ en een bedieningsorgaan (16)/ bijvoorbeeld een pneumatische cilinder/ waarvan de zuiger gekoppeld is met de heen en weer bewegende transportrail (5).
NL8901263A 1988-06-01 1989-05-19 Inrichting voor het opslaan en transporteren van rol-laadborden of dergelijke. NL192829C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FI882589 1988-06-01
FI882589A FI79818C (fi) 1988-06-01 1988-06-01 Foerfarande och anlaeggning foer lagring och foerskjutning av rullpallar eller motsvarande.

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8901263A true NL8901263A (nl) 1990-01-02
NL192829B NL192829B (nl) 1997-11-03
NL192829C NL192829C (nl) 1998-03-04

Family

ID=8526564

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8901263A NL192829C (nl) 1988-06-01 1989-05-19 Inrichting voor het opslaan en transporteren van rol-laadborden of dergelijke.

Country Status (7)

Country Link
US (2) US5059080A (nl)
DE (1) DE3917891A1 (nl)
DK (1) DK229989A (nl)
FI (1) FI79818C (nl)
NL (1) NL192829C (nl)
NO (1) NO892203L (nl)
SE (1) SE8901972L (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0463986A3 (de) * 1990-06-29 1992-01-15 Catrak Ag Regallageranlage
US5672039A (en) * 1994-03-04 1997-09-30 Computer Aided Systems, Inc. Order consolidation indexing system
US7993088B2 (en) * 2005-03-09 2011-08-09 The Kroger Co. Storage system having a dynamic support of moving elements and a pusher assembly carried by a frame
US7722307B2 (en) * 2004-09-03 2010-05-25 Daifuku America Corporation System and method for handling stocked items
US7753188B2 (en) * 2006-08-09 2010-07-13 Tom Kimener Pallet locks

Family Cites Families (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1499778A (en) * 1922-11-13 1924-07-01 W B Mccrory Conveying apparatus
DE1431582A1 (de) * 1965-05-13 1969-03-20 Bahlsen Werner Verfahren zum Lagern und Kommissionieren von Waren und Lager zu seiner Ausfuehrung
US3837511A (en) * 1971-10-22 1974-09-24 N Howlett Method of loading and unloading articles in a storage apparatus
AT326047B (de) * 1973-09-06 1975-11-25 Haldimann Consultants Durchlaufregallager-anlage
US3895724A (en) * 1974-03-04 1975-07-22 Homer T Thompson Gravity type drum rack with an unloading mechanism
DE2516725A1 (de) * 1975-04-16 1976-10-28 Norbert Karl Acker Vorrichtung zum bewegen von objekten innerhalb der warenkanaele von durchlaufregalen
DE2622017C3 (de) * 1975-06-06 1982-08-12 Tortuga S.A., Luxembourg Durchlaufregal für Rollpaletten
DE2726770C2 (de) * 1977-06-14 1982-10-07 Dipl.-Ing. Otto Schulze-Berge, Förder- und Lagertechnik, 4700 Hamm Vorrichtung zum staudrucklosen Fördern von Ladungsgutträgern
CH650470A5 (de) * 1981-02-25 1985-07-31 Tortuga Sa Durchlaufregallager-anlage.
FI76040C (fi) * 1984-05-24 1988-09-09 Kone Oy Bro- och stoppmekanism foer rullpallars transversalfoerflyttningsanordning.
US4759676A (en) * 1984-08-31 1988-07-26 Hammond Theodore A Wheeled vehicle conveying system
DE3442111A1 (de) * 1984-11-17 1986-07-10 Maschinenfabrik Herrmann Schmidt, 4670 Lünen Vorrichtung zur manipulation von rollpaletten in regalen
NL8502715A (nl) * 1985-10-04 1987-05-04 Elten Nederland Installatie voor het verzamelen van kratten.
US4759677A (en) * 1986-01-13 1988-07-26 Phillocraft Company Transfer table system
US4715765A (en) * 1986-04-10 1987-12-29 Charles Agnoff Gravity flow storage system
SU1442471A1 (ru) * 1987-04-29 1988-12-07 Украинский Филиал Государственного Проектного И Конструкторского Института "Союзпроммеханизация" Телескопический захват

Also Published As

Publication number Publication date
FI79818B (fi) 1989-11-30
US5059080A (en) 1991-10-22
DK229989A (da) 1989-12-02
SE8901972L (sv) 1989-12-15
FI79818C (fi) 1990-03-12
SE8901972D0 (sv) 1989-05-31
NL192829B (nl) 1997-11-03
DE3917891A1 (de) 1989-12-07
DE3917891C2 (nl) 1993-06-03
NL192829C (nl) 1998-03-04
NO892203L (no) 1989-12-04
FI882589A0 (fi) 1988-06-01
DK229989D0 (da) 1989-05-10
NO892203D0 (no) 1989-05-31
US5141382A (en) 1992-08-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4470742A (en) Storing plant
US3710961A (en) Transfer device
AT501062B1 (de) Verfahren zum fördern von gütern und anlage zur verwirklichung des verfahrens
US4915566A (en) Installation for collecting crates
JPH0559002B2 (nl)
US4728241A (en) Apparatus for lifting and removing garbage containers from garbage trucks
US3507406A (en) Article conveying and handling apparatus for rack storage systems
CZ53497A3 (en) Method of transferring loads and apparatus for making the same
CZ64295A3 (en) Loading of loads to a train or unloading thereof therefrom and a device for making the same
KR100494404B1 (ko) 토트컨베이어시스템
US6368042B1 (en) Vehicle loading and unloading system
NL8901263A (nl) Werkwijze en inrichting voor het opslaan en transporteren van rollaadborden of dergelijke.
CA2315882A1 (en) Loading and unloading system for cargo trucks, their trailers, transport containers and the like
US3434602A (en) Pallet loading machine for sequentially delivered articles
EP1028085B1 (en) Storage area loading and unloading system
JPS61166434A (ja) ケ−ス貨物または単位貨物の搬送用装置
NL1015889C2 (nl) Magazijnsysteem.
US3045609A (en) Trolley transfer means
RU2472689C2 (ru) Станция комплектования и способ комплектования
RU2014950C1 (ru) Блок для съема и укладки грузов литейных форм
US3872963A (en) Freight handling system
NL1015345C1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verplaatsen van met losse voorwerpen gevulde zakken.
NL1001668C2 (nl) Containerwisselsysteem.
JPH09142348A (ja) 搬送用分割パレットおよびこのパレットへの車の移載装置
CN215286751U (zh) 自动转运系统

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19981201