NL8900643A - Briefkaart en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Briefkaart en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL8900643A
NL8900643A NL8900643A NL8900643A NL8900643A NL 8900643 A NL8900643 A NL 8900643A NL 8900643 A NL8900643 A NL 8900643A NL 8900643 A NL8900643 A NL 8900643A NL 8900643 A NL8900643 A NL 8900643A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
layer
postcard
synthetic resin
adhesive
base material
Prior art date
Application number
NL8900643A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Daimatsu Kagaku Kogyo Kk
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Daimatsu Kagaku Kogyo Kk filed Critical Daimatsu Kagaku Kogyo Kk
Publication of NL8900643A publication Critical patent/NL8900643A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B42BOOKBINDING; ALBUMS; FILES; SPECIAL PRINTED MATTER
    • B42DBOOKS; BOOK COVERS; LOOSE LEAVES; PRINTED MATTER CHARACTERISED BY IDENTIFICATION OR SECURITY FEATURES; PRINTED MATTER OF SPECIAL FORMAT OR STYLE NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; DEVICES FOR USE THEREWITH AND NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; MOVABLE-STRIP WRITING OR READING APPARATUS
    • B42D15/00Printed matter of special format or style not otherwise provided for
    • B42D15/02Postcards; Greeting, menu, business or like cards; Letter cards or letter-sheets
    • B42D15/025Postcards; Greeting, menu, business or like cards; Letter cards or letter-sheets with peel-away layer hiding information
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C09DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • C09JADHESIVES; NON-MECHANICAL ASPECTS OF ADHESIVE PROCESSES IN GENERAL; ADHESIVE PROCESSES NOT PROVIDED FOR ELSEWHERE; USE OF MATERIALS AS ADHESIVES
    • C09J7/00Adhesives in the form of films or foils
    • C09J7/20Adhesives in the form of films or foils characterised by their carriers
    • C09J7/203Adhesives in the form of films or foils characterised by their carriers characterised by the structure of the release feature on the carrier layer

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Laminated Bodies (AREA)
  • Credit Cards Or The Like (AREA)
  • Materials For Medical Uses (AREA)

Description

Titel: Briefkaart en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
De uitvinding heeft betrekking op een speciaal type briefkaart waarvan een gedeelte is bekleed teneinde onzichtbaar te zijn, meer in het bijzonder op een briefkaart waarbij het gedeelte, waarin geheime informatie aanwezig is, tijdens de verzending bedekt blijft en de gerechtigde ontvanger deze naar eigen discretie kan waarnemen, en een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke kaart.
Recentelijk neemt de verzending van post, welke geheime informatie bevat, zoals het saldo van een deposito van een persoon steeds meer toe. Het is derhalve wenselijk een type briefkaart te ontwikkelen, waarvan een deel, dat geheime informatie bevat, tijdens de verzending bekleed blijft, en waarbij de gerechtigde ontvanger deze informatie zonder moeilijkheden kan waarnemen. In het Japanse gebruiks-model no. 3789/'79 is een type briefkaart beschreven, waarvan een gedeelte, bijvoorbeeld een gemarkeerd gedeelte, bedekt blijft totdat het door de gerechtigde ontvanger wordt vrijgegeven om de daaronder verborgen geheime informatie te kunnen waarnemen.
Teneinde de kaart evenwel gedeeltelijk te kunnen vrijgeven moet, zoals uit de tekst van het bovengenoemde Japanse gebruiksmodel no. 3789/'79 blijkt, het gehele oppervlak van een dekpapier worden bekleed met een drogende pasta teneinde een hechte film te vormen en dient het briefkaart-materiaal bijvoorbeeld gedeeltelijk in het gemarkeerde gedeelte te worden bekleed met een siliconenvrijgeefmiddel of dergelijke, zodat het bekledingspapier gedeeltelijk kan worden afgestroopt. Aangezien derhalve het bekledingspapier moet worden bekleed met een drogende pasta en het brief-kaartmateriaal gedeeltelijk moet worden behandeld met een vrijgeefmiddel, zoals een middel, op basis van siliconen, wordt de opbouw van een dergelijke briefkaart onvermijdelijk gecompliceerd en leidt het toenemende aantal vervaardigings- stappen tot hogere vervaardigingskosten.
Derhalve is een belangrijk oogmerk van de uitvinding het verschaffen van een briefkaart, waarbij geen oppervlaktebehandeling van het briefkaartmateriaal nodig is en slechts door een nabehandeling door aandrukken of dergelijke van het hechtmateriaal voor het bekleden van geheime informatie dat deel, dat gedeeltelijk kan worden afgestroopt en het deel, dat zich volledig hecht, worden gesplitst, waarbij de geheime informatie tijdens de verzending door de post is bedekt en de gerechtigde ontvanger de geheime informatie gemakkelijk kan waarnemen, en een vervaardigingsmethode voor een dergelijke kaart.
Een eerste aspect van de uitvinding heeft betrekking op een type briefkaart bestaande uit een briefkaartmateriaal en het hechtmateriaal teneinde tenminste een gedeelte daarvan te bedekken, welk hechtmateriaal een basismateriaal, dat tenminste gedeeltelijk opaak is, een tussenlaag afstrooplaag, gevormd aan het hoofdvlak van het basismateriaal, een kunst-harslaag, gevormd aan het hoofdvlak van de afstrooplaag, waarbij tenminste een gedeelte daarvan transparant is, en een hechtlaag, die op het hoofdvlak van de kunstharslaag is gevormd en transparant is in het gedeelte, dat overeenkomt met het transparante gedeelte van de kunstharslaag, omvat.
Een tweede aspect van de uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke briefkaart waarbij op een briefkaartmateriaal beeldlijnen worden gedrukt of als een bekleding worden aangebracht, een hechtmateriaal wordt vervaardigd en wel onder gebruik van stappen (A) tot (E), namelijk (Ά) een stap voor het bereiden van een basismateriaal, dat tenminste gedeeltelijk opaak is, (B) een stap voor het vervaardigen van een kunstharsfilm of -vel teneinde een kunstharslaag te vormen, die tenminste gedeeltelijk transparant is, (C) een stap om op één hoofd-vlak van de kunstharslaag of het kunstharsvel een hechtlaag te vormen, welke transparant is in het deel, overeenkomende met het transparante deel van de kunstharsfilm of het kunstharsvel, (D) een stap waarbij op ëën hoofdvlak van het basismateriaal of de kunstharsfilm of het kunstharsvel een tussen-laags vrijgeefmiddel wordt gedrukt of als een bekleding wordt aangebracht en (E) een stap waarbij tussen het basismateriaal en de kunstharslaag, gevormd uit de kunstharsfilm of het kunstharsvel, een tussenlaags afstrooplaag wordt gevormd door de kunstharsfilm of het kunstharsvel op het basismateriaal te lamineren onder gebruik van het tussenlaags vrijgeefmiddel, en een stap om het plakmateriaal met de hechtzijdelaag daarvan en het gedeelte van het briefkaart-materiaal met de beeldlijnen te plakken.
Een derde aspect van de uitvinding heeft betrekking op een andere werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke briefkaart bestaande uit het door drukken of bekleden aanbrengen van beeldlijnen of een briefkaartmateriaal, een werkwijze voor het vervaardigen van een kleefmateriaal, omvattende de stappen (A) tot (D), namelijk (A) een stap voor het bereiden van een basismateriaal, dat tenminste gedeeltelijk opaak is, (B) een stap voor het vormen van een interlaags afstrooplaag door een vrijgeefmiddel op het hoofdvlak van het basismateriaal te drukken of als een bekleding aan te brengen, (C) een stap voor het vormen van een kunstharslaag, welke tenminste gedeeltelijk transparant is, door een kunstharsmiddel op het hoofdvlak van de afstrooplaag te drukken of als een bekleding aan te brengen en (D) een stap voor het vormen van een hechtlaag aan het oppervlak van de kunstharslaag, welke hechtlaag transparant is in het gedeelte, dat overeenkomt met het transparante gedeelte van de kunstharslaag, en een stap om een plakmateriaal met de hechtmiddellaagzijde daarvan op het deel van het briefkaartmateriaal met de beeldlijnen te plakken.
Volgens de uitvinding omvat het plakmateriaal de interlaags afstrooplaag tussen het opake basismateriaal en de kunstharslaag en wordt de bovengenoemde kunstharslaag door middel van de hechtlaag aan het briefkaartmateriaal geplakt, en kan het basismateriaal van het plakmateriaal betrekkelijk gemakkelijk worden afgestroopt wanneer dit betrekkelijk zwak aan de transparante kunstharslaag wordt geplakt, waarin de tussenlaags afstrooplaag is gevormd, terwijl de kunstharslaag betrekkelijk sterk aan het briefkaartmateriaal wordt geplakt door de hechting van de hechtlaag zelfs nadat het basismateriaal van het plakmateriaal is afgestroopt.
Volgens de uitvinding wordt de kunstharslaag betrekkelijk sterk op het briefkaartmateriaal geplakt door middel van de hechtlaag, terwijl het basismateriaal van het plakmateriaal betrekkelijk zwak aan de kunstharslaag wordt geplakt door middel van de tussenlaags afstrooplaag, en nog zwakker aan het briefkaartmateriaal wordt geplakt, zodat derhalve het basismateriaal van het plakmateriaal van het briefkaartmateriaal kan worden afgestroopt, dat wil zeggen van de daarop gevormde kunstharslaag. Nadat het basismateriaal van het plakmateriaal van het briefkaartmateriaal is afgestroopt, kan de geheime informatie aan het hoofdvlak van het briefkaartmateriaal via het transparante deel van de kunstharslaag worden waargenomen.
Door bovendien het plakmateriaal zonder het briefkaartmateriaal te plakken, kan een briefkaart, die kan worden gesplitst in het basismateriaal, dat zwak aan het briefkaartmateriaal is geplakt en volledig aan de kunstharslaag is geplakt, worden verkregen en behoeft de gebruiker slechts een eenvoudige plakhandeling te verrichten, waardoor dit type briefkaart op grote schaal kan worden toegepast.
Voorts behoeft de briefkaart bij de vervaardiging slechts ten aanzien van het plakmateriaal te worden behandeld en behoeft het briefkaartmateriaal niet noodzakelijkerwijs te worden behandeld, zodat het vervaardigingsproces daarvan evenals een hechtinrichting voor het plakmateriaal voor de gebruiker gemakkelijk kan worden vereenvoudigd.
De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont: fig. IA en fig. 1B perspectivische aanzichten van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding; fig. 2A en fig. 2B doorsneden van de bovenstaande uitvoeringsvorm; fig. 3 een illustratieve afbeelding van een voorbeeld van een werkwijze voor het vervaardigen van de in fig. 1 afgebeelde uitvoeringsvorm; fig. 4 en fig. 5 afbeeldingen, welke een variant van de bovenbeschreven uitvoeringsvorm tonen waarbij fig. 4 een doorsnede en fig. 5 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht is; fig. 6 en fig. 7.illustratieve afbeeldingen zijn, welke een voorbeeld tonen van de werkwijze voor het vervaardigen van de in fig. 4 afgebeelde uitvoeringsvorm; fig. 8A en fig. 8B perspectivische afbeeldingen zijn van een andere uitvoeringsvorm en fig. 9A en fig. 9B doorsneden zijn van de in fig. 8A afgebeelde uitvoeringsvorm; fig. 10 een doorsnede is, welke een variant van de in fig. 9A afgebeelde uitvoeringsvorm toont en fig. 11 een illustratieve afbeelding is, die de wijze van vervaardiging daarvan toont; fig. 12 een afbeelding is, die een andere variant daarvan toont; fig. 13 een gedeeltelijk bovenaanzicht is, dat een afzonderlijke uitvoeringsvorm volgens de uitvinding toont; en fig. 14 een gedeeltelijk bovenaanzicht is, dat een modificatie van de uitvoeringsvorm volgens fig. 13 toont.
Fig. IA en fig. 1B zijn perspectivische afbeeldingen van een briefkaart volgens de uitvinding.
Fig. 2A en fig. 2B zijn doorsneden van de genoemde uitvoeringsvorm,
De briefkaart omvat een briefkaartmateriaal 10 met officiële briefkaartafmetingen en een plakmateriaal 12, dat aan een deel van het briefkaartmateriaal 10 is geplakt.
Dit plakmateriaal 12 omvat een basismateriaal 14, bestaande uit een opaak materiaal.
Dit basismateriaal 14 bestaat uit een betrekkelijk zacht materiaal, zoals een papier'of een kunstharsfilm.
Dit basismateriaal 14, dat opaak dient te zijn en een afscherming dient te verschaffen, dient zodanig te worden uitgevoerd, dat het de kaart kan afdekken door deze opaak te maken bijvoorbeeld door bedrukking met een zilveren inkt of dergelijke teneinde daardoor een afdeklaag te vormen, of deze te lamineren met een film of folie met een afdekvermo-gen, zoals een aluminiumfolie, en wel onder gebruik van een hechtmiddel of dergelijke.
In het oppervlak van de afschermlaag is een loterij-deel 16 gevormd, waarin letters zijn aangegeven zoals "winnend" of "niet".
Het hoofdvlak van het loterijdeel 16 van het genoemde basismateriaal 14 is bekleed of bedrukt met een was en er is een tussenlaags afstrooplaag 18 gevormd, waarvan een gedeelte transparant is gemaakt, zodat het loterijdeel 16 via dit gedeelte kan worden waargenomen.
Voor de was, waaruit deze tussenlaags afstrooplaag 18 bestaat, kan gebruik worden gemaakt van een dierlijke, plantaardige, minerale of uit petroleum afgeleide was, bijvoorbeeld een natuurlijke was, zoals paraffinewas, een micro-kristallijne was of een petrolatum was. Bovendien kan onder meer gebruik worden gemaakt van Fischer "tropush-was" en derivaten daarvan, synthetische koolwaterstoffen, zoals polyetheen met een laagmoleculair gewicht en de derivaten daarvan, gemodifiëerde wassen, zoals montaanwasderivaten, paraffinewasderivaten en microkristallijne-wasderivaten, alifatische alkoholen en zuren zoals cetylalkohol en stearidezuur, vetzuuresters, zoals glycerylstearaat en poly-etheenglycolstearaat, gehydrogeneerde wassen, zoals glyce-ride, castorwas en opaalwas, synthetische ketonamineamiden, zoals pantserwas en acrawas en verder gechlorineerde koolwaterstoffen, synthetische dierlijke wassen en synthetische wassen, zoals alfaolefine was, die evengoed gebruikt kunnen worden. Het is ook mogelijk gebruik te maken van gemengde wassen, die één of meer van de bovengenoemde wassen bevatten.
Op één hoofdvlak van de afstrooplaag 18 is een kunstharslaag 20 gevormd, welke tenminste gedeeltelijk transparant is.
Deze kunstharslaag 20 wordt gevormd door een kunstharsfilm of -vel op het basismateriaal 14 te lamineren onder gebruik van de hechting van de bovengenoemde afstrooplaag 18 of door het opdrukken van of bekleden met een kunsthars, welke is opgelost in een oplosmiddel of in water is gedis-pergeerd.
Op het hoofdvlak van de genoemde kunstharslaag 20 wordt een hechtlaag 22 gevormd door een hechtmiddel van het drukgevoelige type te drukken of als een bekleding aan te brengen.
Voor de kunsthars, welke wordt gebruikt voor het vormen van de bovengenoemde kunstharslaag 20, kan gebruik worden gemaakt van polyetheen, etheen-ethylacrylaat copolymeer-hars, etheen-acrylzuur copolymeerhars, etheen-methylacrylaat copolymeerhars, etheen-methylmethacrylaat copolymeerhars, etheen-methacrylzuur copolymeerhars, ionomeerhars, poly-methylpenteenhars, etheen-vinylalkohol copolymeerhars, vinylideenchloridehars, vinylchloride-vinylacetaat copolymeerhars, polyamidehars, styreen-acrylzuur copolymeerhars, polystyreenhars,polyacrylzuur copolymeerhars, polyesterhars, en polyurethaanhars. Voor een bedrukken of bekleden daarmee kan de gekozen kunsthars in een geschikt oplosmiddel worden opgelost of in water worden gedispergeerd.
Het loterijdeel 16 kan worden gevormd hetzij aan het oppervlak van de genoemde kunstharslaag 20 hetzij aan het oppervlak van het briefkaartmateriaal 10 teneinde via de kunstharslaag 20 zichtbaar te zijn. Hiertoe dienen de kunst harslaag 20 en de hechtlaag 22 evenwel transparant of translucent te worden gemaakt. Het loterijdeel 16 kan ook worden gevormd aan het oppervlak van de afstrooplaagl8 en in dit geval behoeft de afstrooplaag 18 niet transparant of translucent te zijn.
Thans zal een werkwijze voor het vervaardigen van een briefkaart van dit type worden beschreven.
Eerst zal de werkwijze voor het bereiden van het kleefmateriaal, in hoofdzaak onder verwijzing naar fig. 3 vorden beschreven.
Eerst wordt een onderdeel van papier als materiaal voor het basismateriaal 14 gereedgemaakt en indien het afschermend vermogen van het papier onvoldoende is, wordt of een hoofdvlak daarvan geheel bedrukt met een zilveren inkt en wel onder gebruik van een bekende drukmethode, zoals offset druk 6f door een bekleding teneinde daardoor een af-schermlaag te vormen. Voor het vormen van deze afschermlaag kan ook een aluminiumfolie aan het hoofdvlak van het papier worden geplakt onder gebruik van bijvoorbeeld een hechtmiddel van het drukgevoelige type en dit papier-aluminiumfolie-laminaat kan als het basismateriaal 14 worden gebruikt. Aan het oppervlak van deze afschermlaag dient het loterijdeel 16 door drukken of bekleden te worden gevormd.
Ondertussen wordt een laminaat 26 gereedgemaakt door de kunstharsfilm of het kunstharsvel, dat gebruikt wordt voor het vormen van de kunstharslaag 20 te lamineren aan het oppervlak van een laminaat met een hechtlaag 22, welke vooraf daarop is gevormd door het toevoeren van een hechtmiddel van het drukgevoelige type aan het hoofdoppervlak van een vrijgeefvel 24, dat met een vrijgeefmiddel is bekleed.
Aan het hoofdvlak van deze hechtlaag 22 wordt het genoemde vrijgeefvel 24, dat dient voor het continu ondersteunen van het in een aantal delen verdeelde type plak-materiaal 12, waarbij tegelijkertijd de hechtlaag 22 wordt bedekt en beschermd, tijdelijk zodanig vastgeplakt, dat onder invloed van de op het hoofdvlak van het vrijgeefvel 24 gevormde vrijgeefmiddellaag de hechtlaag 22 gemakkelijk van het vrijgeefvel 24 kan worden afgestroopt.
Dit laminaat 26 in rolvorm wordt op de vasthoudrol 32 van een vervaardigingsinrichting 30 voor plakmateriaal gemonteerd. Ondertussen wordt het basismateriaal 24 eveneens in rolvorm, op de vasthoudrol 24 van dezelfde inrichting 30 gemonteerd.
Daarna wordt één uiteinde van het opgerolde laminaat 26 naar buiten getrokken en in de bekledingsinrichting 36 gevoerd.
Deze bekledingsinrichting 36 dient om het oppervlak van de kunstharslaag 20 te bekleden met een tussenlaags vrijgeefmiddel, zoals een wasmiddel 18a om daarop de tussenlaags afstrooplaag te vormen, welke inrichting is voorzien van twee rollen 38a en 38b en tevens een opslagreservoir 40 en welke inrichting dient om door bekleding het verwarmde en gesmolten tussenlaags vrijgeefmiddel 18a aan te brengen, waarbij de rollen 38a en 38b worden geroteerd.
Voor deze bekledingsinrichting 36 kan een bekledingsinrichting, zoals een gravurerol-bekledingsinrichting of keerrol-bekledingsinrichting evenals een bekende drukinrich-ting, zoals een offsetdrukinrichting of een zeefdruk-inrichting worden gebruikt.
Het met het tussenlaags vrijgeefmiddel 18a beklede laminaat 26 wordt aan een lamineerinrichting 42 toegevoerd voor een verdere laminering met het basismateriaal 14, als aangegeven in fig. 3. De lamineerinrichting 42 dient voor het lamineren van een papier 14a dat als het basismateriaal 14 dient aan het oppervlak van het tussenlaags vrijgeefmiddel 18a op het laminaat 26, is in de baan van het laminaat 26 opgesteld en omvat een vasthoudrol 34 om het basismateriaal 14 in rolvorm vast te houden.
Van dit papier 14a wordt één uiteinde naar buiten getrokken en dit uiteinde wordt tussen de rol 44a en de tegenovergelegen rol 44b ingebracht. Daarna wordt het met het tussenlaags vrijgeef middel 18a beklede laminaat 26 tussen de rollen 44a en 44b gevoerd vanuit de ruimte tussen deze rollen 44a en 44b wordt dan het papier 14a op het laminaat 26 geplaatst met daartussen het tussenlaags vrijgeefmiddel 18a. Daarna wordt het laminaat 26 met het daarop aangebrachte papier 14a dat als het basismateriaal 14 dient, door een koelinrichting 46 of een koelrol (niet afgebeeld) gevoerd.
De koelinrichting 46 dient om het tussen het laminaat 26 en het papier 14a aangebrachte tussenlaags vrijgeefmiddel 18a te koelen.
In de koelinrichting 46 wordt het zich tussen het laminaat 26 en het papier 14a bevindende tussenlaags vrijgeefmiddel 18a gekoeld en in vaste vorm gebracht om de tussenlaags afstrooplaag 18 te vormen.
Zoals boven vermeld, wordt het laminaat, dat verder met het basismateriaal 14 met daartussen de tussenlaags afstrooplaag 18 is gelamineerd, door een ponseenheid 48 gevoerd. De ponseenheid 48 omvat de zogenaamde stempelsnijder en door deze stempelsnijder worden geschikte sneden in het basismateriaal 14, de tussenlaags afstrooplaag 18, de kunstharslaag 20 en de hechtlaag 22 aangebracht. De ponseenheid 48 kan ook zijn van een type met een randrol, een zogenaamde stempelrol.
Het laminaat 26, dat verder is gelamineerd met het basismateriaal 14 enz. en waarin sneden zijn aangebracht, wordt wanneer dit over een rol 50 wordt gevoerd gesplitst in nodige en onnodige delen en de onnodige delen worden om een afvalopneemrol 52 gewikkeld, terwijl het plakmateriaal 12 (nodige delen) dat tijdelijk aan het vrijgeefvel 24 is geplakt, om een opneemrol 54 wordt gewikkeld.
In plaats van de ponseenheid 48 en de opneemrol 54 kan ook gebruik worden gemaakt van een snijeenheid. Deze snijeenheid omvat een snijblad om sneden in het basismateriaal 14, de tussenlaags afstrooplaag 18, de kunstharslaag 20 en de hechtlaag 22 aan te brengen teneinde het plakmate-riaal-. 12 in een aantal delen te splitsen.
Daarna wordt het plakmateriaal 12 in rolvorm afgerold om door een plakmateriaal plakeenheid te worden gevoerd, waarin het materiaal aan het briefkaartmateriaal 10 wordt geplakt. Het briefkaartmateriaal 10 kan dan op de officiële briefkaartafmetingen of in de vorm van een op geschikte wijze geperforeerde continue strook gesneden worden. De geheime informatie in letters of dergelijke, welke door dit plakmateriaal 12 wordt verborgen, zoals het saldo van de bankrekening van een persoon, dient natuurlijk vooraf, bijvoorbeeld bij de onderzijde van dit oppervlak te worden gedrukt.
Om het plakmateriaal 12 aan de briefkaart bijvoorbeeld bij de onderzijde daarvan te plakken, wordt het briefkaartmateriaal 10 eerst achtereenvolgens toegevoerd. Daarna wordt het opgerolde plakmateriaal 12 afgerold om naar een vrijgeef plaat te worden vervoerd. Onder gebruik van de vrijgeef-plaat worden het plakmateriaal 12 en het vrijgeefvel 24 van elkaar gescheiden. Het plakmateriaal 12 wordt aan het oppervlak van het briefkaartmateriaal 10 geplakt door het oppervlak van het briefkaartmateriaal 10 aan te drukken nadat het plakmateriaal 12 op de bovenzijde van het briefkaartmateriaal 10 is aangebracht.
Wanneer het briefkaartmateriaal 10 en het plakmateriaal 12 worden aangedrukt wordt het plakmateriaal 12 sterk aan het briefkaartmateriaal 10 geplakt door middel van de kunstharslaag 20, terwijl het basismateriaal 14 op een zwakke wijze wordt vastgeplakt in verband met de aanwezigheid van de tussenlaags afstrooplaag 18. Derhalve kan, als weergegeven in fig. 1B en fig. 2B, het basismateriaal 14 van het plakmateriaal 12 betrekkelijk gemakkelijk van het briefkaartmateriaal 10 worden afgestroopt.
Als voorbeelden van het basismateriaal 14 van het plakmateriaal 12 kunnen naast het materiaal, genoemd bij de bovengenoemde uitvoeringsvorm, worden genoemd synthetisch papier, films van cellofaan, polyetheen, polyester en der-gelijk of een aluminium folie etclf doch het verdient de voorkeur een materiaal te kiezen, dat betrekkelijk zacht is aangezien anders dit kleefmateriaal 12, dat aan het brief-kaartmateriaal 10 is geplakt, zou kunnen losraken van het briefkaartmateriaal 10 tegen de hechtkracht van de afstroop-laag 18 in.
Wanneer als het basismateriaal 14, dat een bijzonder goed afschermvermogen heeft, aluminiumfolie is gekozen, kan de vorming van een afschermlaag, zoals die bij de bovenbeschreven uitvoeringsvorm, vervallen.
Ofschoon bij de bovenbeschreven uitvoeringsvorm voor het basismateriaal 14 continu papier in rolvorm werd gekozen, kan het papier evengoed in velvorm aanwezig zijn.
Het oppervlak van het basismateriaal 14 kan worden bedrukt volgens een modus, die geschikt is voor het brief-kaartmateriaal 10,en wanneer het basismateriaal 14, de afstrooplaag 18 en de kunstharslaag 20 zodanig worden gevormd, dat deze continu zijn, kunnen markeringen voor het controleren van de toevoerspoed van het plakmateriaal 12, zoals zwarte pijlen, worden gedrukt, als aangegeven in fig. IA.
Fig. 4 is een afbeelding van een briefkaart die een variant van de bovenbeschreven uitvoeringsvorm vormt.
Zoals aangegeven in fig. 4 omvat deze briefkaart een briefkaartmateriaal 60 en een plakmateriaal 62, dat aan het oppervlak van het briefkaartmateriaal 60 is geplakt, waarbij het plakmateriaal 62 is voorzien van een basismateriaal 64, loterijdeel 66, een tussenlaags afstrooplaag 68, een transparante kunstharslaag 70 en een hechtlaag 72.
Bij dit plakmateriaal 62 wordt een deel van de kunstharslaag 70 in punten direkt aan het basismateriaal 64 ge- plakt, als aangegeven in fig. 5.
Waar de afstrooplaag 68 niet wordt gevormd, wordt het basismateriaal 64 derhalve relatief sterk aan de kunstharslaag 70 geplakt, zodat er weinig kans bestaat, dat het basismateriaal 64 toevallig van de kunstharslaag 70 los raakt zelfs wanneer de afstrooplaag 68 aanwezig is.
Thans zal de werkwijze voor het vervaardigen van het kleefmateriaal 62, weergegeven in fig. 4, in hoofdzaak onder verwijzing naar fig. 6 en fig. 7 worden beschreven.
Fig. 6 is een illustratieve afbeelding van een voorbeeld van een vervaardigingsinrichting voor een laminaat 76, gevormd door het basismateriaal 64, de tussenlaags afstrooplaag 68 en de kunstharslaag 70 te lamineren.
De afgeheelde vervaardigingsinrichting 80 voor dit laminaat 76 omvat een vasthoudrol 82 om het stroopvormige basismateriaal 64 in rolvorm vast te houden. Van het basismateriaal 64, dat door de vasthoudrol 82 wordt vastgehouden, wordt één uiteinde naar buiten getrokken en dit uiteinde wordt in een tussenlaags vrijgeefmiddel bekledingseenheid 84 gevoerd.
Deze bekledingseenheid 84 dient om het oppervlak van het basismateriaal 64 met een tussenlaags vrijgeefmiddel 68a, zoals was,te bedrukken of te bekleden, en omvat twee rollen 86a en 86b.
Het tussenlaags vrijgeefmiddel 68a wordt aangebracht op de rol 86a. Wanneer de rollen 86a en 86b worden geroteerd, wordt derhalve het oppervlak van het basismateriaal 64, dat zich daartussen beweegt, behalve wat betreft de genoemde punten met het tussenlaags vrijgeefmiddel 68a bedrukt of bekleed.
Voor de bekledingseenheid 84 kan ook gebruik worden gemaakt van een bekledingsinrichting van een ander type of een bekende drukinrichting, zoals een offsetdrukinrichtiftg of een zeefdrukinrichting.
Het basismateriaal 64, dat met dit tussenlaags vrij- geefmiddel 68 is bedrukt of bekleed, wordt dan door een droogeenheid 88 gevoerd om het tussenlaags vrijgeefmiddel 68a vast te laten worden.
Het laminaat met het tussenlaags vrijgeefmiddel 68a, dat aan het oppervlak daarvan in de droogeenheid 88 is vast gemaakt, wordt dan door een kunstharsbekledingseenheid 90 gevoerd om daarop een transparante kunstharslaag 70 te vormen.
In deze kunstharsbekledingseenheid 90 wordt het oppervlak van de afstrooplaag 68 met een geschikte dikte, welke is gevormd door een hardworden van het bovengenoemde tussenlaags vrijgeefmiddel 68a, bedrukt of bekleed met een kunstharsmiddel 70a om daarop een kunstharslaag 70 te vormen.
Het laminaat 76, dat in deze kunstharsbekledingseenheid met het kunstharsmiddel 70a is bekleed, wordt na het hardworden van het kunstharsmiddel 70a op een geschikte wijze in rolvorm opgewikkeld.
Het laminaat 76, dat in rolvorm is opgewikkeld, als aangegeven in fig. 7, wordt dan toegevoerd aan een lamineer-eenheid 94 voor het vormen van een hechtlaag 72.
In deze lamineereenheid 94 wordt een vrijgeefvel 74 in rolvorm gevoerd, waarvan êên uiteinde naar buiten wordt getrokken en in een hechtmiddelbekledingseenheid 96 wordt gevoerd teneinde het oppervlak van het vrijgeefvel 74 met een hechtmiddel 72a, zoals een hechtmiddel van het druk-gevoelige type, te bedrukken of te bekleden.
De hechtmiddelbekledingseenheid 96 omvat twee rollen 98a en 98b.
Van de rol 98b is het onderste gedeelte in het hechtmiddel 72a in het bodemgedeelte van een reservoir 98c gedompeld. Wanneer derhalve de rollen 98a en 98b worden geroteerd, wordt het oppervlak van het vrijgeefvel 74 met het hechtmiddel 72a bedrukt of bekleed. Voor deze hechtmiddelbekledingseenheid 96 kan ook gebruik worden gemaakt van een bekledingsinrichting van een ander type of een drukinrichting van bekend type, zoals een offsetdrukinrichting of een zeef-drukinrichting.
Het op deze wijze met het hechtmiddel 72a bedrukte of beklede vrijgeefvel 74 wordt dan door een droogeenheid 100, welke bijvoorbeeld een verwarmingsinrichting omvat, gevoerd. In de droogeenheid 100 wordt het door bedrukken of bekleden op het oppervlak van het vrijgeefvel 74 aangebrachte hechtmiddel 72a gedroogd voor het vormen van de hechtmiddel-laag 72. Het vrijgeefvel 74 met de daarop gevormde hechtmiddellaag 72 wordt toegevoerd aan een lamineereenheid 102.
Ondertussen wordt het genoemde laminaat 76 in rolvorm op een afzonderlijke vasthoudrol 104 vastgehouden, wordt één uiteinde van het laminaat naar buiten gevoerd en dit uiteinde wordt toegevoerd aan de lamineereenheid 102. De lamineereenheid 102 omvat twee-rollen 106a en 106b. Tussen deze twee rollen 106a en 106b wordt het laminaat van het vrijgeefvel 74 en de hechtmiddellaag 72 tezamen met het laminaat 76 gevoerd, zodat de kunstharslaag 70 van het laminaat 86 wordt geplakt aan en gelamineerd met de hechtmiddellaag 72.
Wanneer deze rollen 106a en 106b worden geroteerd worden het laminaat van de hechtmiddellaag 72 enz. en de kunstharslaag 70 van het laminaat 76, welke zich tussen deze rollen bewegen, aan elkaar geplakt en wordt daardoor het plakmateriaal 62 gevormd.
Het gevormde plakmateriaal 62 wordt om een opneemrol 110 gewikkeld om in rolvorm te worden gehouden.
Wanneer dit materiaal moet worden gebruikt, kan de rol worden afgewikkeld en zoals boven is beschreven in de gewenste vorm worden geponst.
Fig. 8A en fig. 8B zijn perspectivische afbeeldingen van een andere uitvoeringsvorm en fig. 9A en fig. 9B zijn doorsneden van de in fig. 8A af geheelde uitvoeringsvorm.·
Fig. 8A en fig. 9A zijn afbeeldingen, welke de oorspronkelijke toestand aangeven, en fig. 8B en fig. 9B zijn afbeeldingen, welke de vrijgeeftoestand aangeven.
Bij deze uitvoeringsvorm worden in een plakmateriaal 122, dat op het briefkaartmateriaal 120 is geplakt, waar de tussenlaags afstrooplaag 126 is gevormd, insnijdingen 128a en 128b continu vanuit één uiteinde naar het andere uiteinde evenwijdig aan en relatief dichtbij de nabijheid van het linkeruiteinde van een basismateriaal 124 aangebracht, waardoor het basismateriaal 124 kan worden gesplitst. Bovendien wordt het basismateriaal 124 tussen de sneden 128a en 128b zodanig gevormd, dat dit iets is verzonken, zodat het gemakkelijk door een vinger of nagel kan worden vastgenomen, zodat het basismateriaal 124 tussen de sneden 128a en 128b gemakkelijk kan worden afgescheiden. Bij het voorste uiteinde van het basismateriaal 124 kan tussen de sneden 128a en 128b ook een uitsteeksel aanwezig zijn om het vastnemen te vereenvoudigen en wel in plaats van de bovenbeschreven verzonken constructie.
Bovendien is in de nabijheid van de rechterrand een snede 132 voor scheiding aanwezig, zodat het van het briefkaartmateriaal 120 afgestroopte kleefmateriaal 122 kan worden gescheiden het gedeelte, dat door middel van de kunstharslaag 130 stevig is vastgeplakt. Bij deze uitvoeringsvorm bevindt zich op de briefkaartmateriaalzijde 120 een loterijdeel 136, dat via de kunstharslaag 130 zichtbaar is.
De sneden 128a en 128b evenals de sneden 132 voor afscheiding worden, wanneer het basismateriaal 124 uit papier bestaat, in de vezelrichting gevormd, zodat het basismateriaal 124 betrekkelijk eenvoudig kan worden gescheiden. Bij deze uitvoeringsvorm is de kunstharslaag 130 direkt vastgeplakt in de nabijheid van de beide randen van het basismateriaal 124 opdat deze niet toevallig zal worden afgestroopt.
Fig. 10 is een doorsnede van een andere variant van de in fig. 9A afgebeelde uitvoeringsvorm en fig. 11 is een illustratieve afbeelding, welke de wijze van vervaardiging daarvan toont.
Bij deze variant worden een basismateriaal 140 en een kunstharslaag 142 sterk aan elkaar geplakt met een hecht-middellaag 142, met daartussen hechtmiddellaag 144.
Zoals uit fig. 11 blijkt, omvat de werkwijze voor het vervaardigen van deze variant van de briefkaart de stappen van het eerst vormen van een hechtmiddellaag 144 aan het oppervlak van het basismateriaal 140 door dit met een hecht-middel van het drukgevoelige type te bedrukken of te bekleden, waarna eén vrijgeefpapier 146 wordt afgestroopt en het materiaal op het oppervlak van de kunstharslaag 142 wordt gelamineerd.
Fig. 12 is een afbeelding van weer een andere variant waarbij een basismateriaal 150 en ëen hechtmiddellaag 152 direkt aan elkaar worden geplakt teneinde een onopzettelijk afstropen van het basismateriaal 150 uit te sluiten.
Bij beide uitvoeringsvormen kunnen de sneden langs alle randen van het basismateriaal worden gevormd. Wanneer de sneden op deze wijze worden gevormd, kan het centrale gedeelte van het kleefmateriaal gemakkelijk worden afgestroopt. In dit geval, als aangegeven in fig. 13, wanneer elke snede bestaat uit een lineair snijgedeelte en een curvelineair snijgedeelte, waarbij een deel van één snede 224 en een deel van de volgende snede 224 elkaar in een richting voor het afstropen van het kleefmateriaal 212 overlappen, kan het centrale gedeelte van het kleefmateriaal 212 gemakkelijk worden afgestroopt. Bovendien kan om het centrale gedeelte van het kleefmateriaal gemakkelijk af te stropen, zoals bijvoorbeeld in fig. 14 is aangegeven, elke lineaire snede 324 langs de randen van het basismateriaal 314 hellend zijn gevormd, waarbij een overlapping van een deel van één snede 324 en een deel van de volgende snede 324 in een richting voor het afstropen van het kleefmateriaal 312 optreedt.

Claims (12)

1. Briefkaart gekenmerkt door een briefkaartmateriaal met de juiste afmetingen, en een kleefmateriaal, dat aan het briefkaartmateriaal is vastgekleefd om tenminste een gedeelte daarvan te bedekken, waarbij dit kleefmateriaal achtereenvolgens bestaat uit een basismateriaal, dat tenminste gedeeltelijk opaak is, een tussenlaags afstrooplaag, welke op het hoofdvlak van het basismateriaal is gevormd, een kunstharslaag, welke op het hoofdvlak van de tussenlaags afstrooplaag is gevormd en welke kunstharslaag tenminste gedeeltelijk transparant is, en een hechtlaag, welke op het hoofdvlak van de kunstharslaag is gevormd, welke hechtlaag transparant is in het gedeelte, dat overeenkomt met het transparante gedeelte van de kunstharslaag.
2. Briefkaart volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het kleefmateriaal zodanig wordt vastgeplakt, dat dit het gedeelte van het oppervlak van het briefkaartmateriaal bedekt, waar zich geheime informatie bevindt.
3. Briefkaart volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het basismateriaal is voorzien van een afschermlaag, welke is gevormd op het hoofdoppervlak van de zijde waarop de tussenlaags afstrooplaag is gevormd.
4. Briefkaart volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de tussenlaags afstrooplaag wordt gevormd door opdrukken of bekleden met een was.
5. Werkwijze voor het vervaardigen van een briefkaart met het kenmerk, dat beeldlijnen door drukken of bekleden worden aangebracht, een kleefmateriaal wordt bereid overeenkomstig de volgende stappen (A) tot (E), namelijk (A) het bereiden van een basismateriaal, dat tenminste gedeeltelijk opaak is, (B) het vervaardigen van een kunstharsfilm of een kunsthars-vel voor het vormen van een kunstharslaag, welke tenminste gedeeltelijk transparant is. (C) het op een hoofdvlak van de kunstharsfilm of het kunst-harsvel vormen van een hechtlaag, welke transparant is in het gedeelte dat overeenkomt met het transparante gedeelte van de kunstharsfilm, of het kunstharsvel, (D) het door drukken of bekleden aanbrengen van een tussen-laags vrijgeefmiddel op één hoofdvlak van het basismateriaal of de kunstharsfilm of het kunstharsvel, (E) het vormen van een tussenlaags afstrooplaag tussen het basismateriaal en de kunstharsfilm of het kunstharsvel door de kunstharsfilm of het kunstharsvel. op het basismateriaal te lamineren onder gebruik van het tussenlaags vrijgeefmiddel, en het plakmateriaal met de hechtmiddel-laagzijde daarvan vast te plakken op het gedeelte met de beeldlijnen van het briefkaartmateriaal.
6. Werkwijze voor het vervaardigen van een briefkaart volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat de beeldlijnen op het briefkaartmateriaal geheime informatie voorstellen, welke is gedrukt of als een bekleding is aangebracht.
7. Werkwijze voor het vervaardigen van een briefkaart volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het basismateriaal wordt voorzien van een afschermlaag, die op één hoofdvlak daarvan wordt gevormd.
8. Werkwijze voor het vervaardigen van een briefkaart volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het tussenlaags vrijgeefmiddel een was is,
9. Werkwijze voor het vervaardigen van een briefkaart waarbij beeldlijnen door drukken of bekleden op een briefkaartmateriaal worden aangebraoht, een kleefmateriaal wordt vervaardigd onder gebruik van de volgende stappen (A) tot (D) namelijk (A) het gereedmaken van een basismateriaal, dat tenminste gedeeltelijk opaak is, (B) het vormen van een tussenlaags afstrooplaag door een tussenlaags vrijgeefmiddel door drukken of bekleden op het hoofdvlak van het basismateriaal aan te brengen, CC) het vormen van een kunstharslaag, welke tenminste gedeeltelijk transparant is, door een kunstharsmiddel door drukken of bekleden op het hoofdvlak van de tussen-laags afstrooplaag aan te brengen, (D) het vormen van een hechtlaag op het oppervlak van de kunstharslaag, welke hechtlaag transparant is in het gedeelte, dat overeenkomt met het transparante gedeelte van de kunstharslaag, en het vastplakken van het plak-materiaal met de hechtmiddellaagzijde op het gedeelte met de beeldlijnen van het briefkaartmateriaal.
10. Werkwijze voor het vervaardigen van een briefkaart volgens conclusie 9 met het kenmerk, dat de beeldlijnen op het briefkaartmateriaal worden gevormd door een geheime informatie door drukken of bekleden op te brengen.
11. Werkwijze voor het vervaardigen van een briefkaart volgens conclusie 9 met het kenmerk, dat het basismateriaal wordt voorzien van een afschermlaag, die op één hoofdoppervlak daarvan wordt gevormd.
12. Werkwijze voor het vervaardigen van een briefkaart volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het tussenlaags vrijgeefmiddel een was is.
NL8900643A 1988-09-14 1989-03-16 Briefkaart en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. NL8900643A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP63231303A JPH0279075A (ja) 1988-09-14 1988-09-14 貼着材
JP23130388 1988-09-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8900643A true NL8900643A (nl) 1990-04-02

Family

ID=16921510

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8900642A NL8900642A (nl) 1988-09-14 1989-03-16 Tijdelijk hechtmateriaal en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
NL8900643A NL8900643A (nl) 1988-09-14 1989-03-16 Briefkaart en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8900642A NL8900642A (nl) 1988-09-14 1989-03-16 Tijdelijk hechtmateriaal en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Country Status (6)

Country Link
JP (1) JPH0279075A (nl)
KR (1) KR900004898A (nl)
AU (2) AU3122989A (nl)
BE (1) BE1002257A5 (nl)
LU (2) LU87478A1 (nl)
NL (2) NL8900642A (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
KR101036053B1 (ko) * 2009-03-30 2011-05-19 주식회사 바이오스페이스 생체 임피던스 측정 장치 및 그 측정 방법
KR101036057B1 (ko) * 2009-03-24 2011-05-19 주식회사 바이오스페이스 생체 임피던스 측정 장치 및 그 측정 방법

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3900219A (en) * 1973-04-23 1975-08-19 American Bank Note Co Document having a concealed marking and method of making same
US4278199A (en) * 1979-07-09 1981-07-14 Yoshio Tanaka Post card
JPH065191Y2 (ja) * 1986-06-28 1994-02-09 狭山化工株式会社 シ−ル付郵便葉書
DE8710382U1 (nl) * 1987-07-29 1987-09-10 Kolb, Rainer, 6951 Fahrenbach, De

Also Published As

Publication number Publication date
KR900004898A (ko) 1990-04-13
AU3123189A (en) 1990-03-22
LU87478A1 (fr) 1990-10-02
LU87477A1 (fr) 1990-10-02
JPH0279075A (ja) 1990-03-19
NL8900642A (nl) 1990-04-02
AU3122989A (en) 1990-03-22
BE1002257A5 (fr) 1990-11-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5568866A (en) Sample package
US5718098A (en) Method for producing sample package
KR900006509B1 (ko) 용이파괴성 접착재
KR20000069127A (ko) 라벨 및 그 제조방법
US5011190A (en) Temporarily sticking material
US5005874A (en) Postcard and its manufacturing method
US5000485A (en) Postcard and its manufacturing method
NL8900643A (nl) Briefkaart en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
GB2209993A (en) Postcards having peelable layers
GB2209992A (en) Peelable laminates
NL8900645A (nl) Briefkaart en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
NL9000611A (nl) Briefkaart en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
NL9000610A (nl) Briefkaart en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
JP2824968B2 (ja) くじ付き郵便はがきおよびその製造方法
JPS61226783A (ja) 易破壊性貼着材
JPS61223779A (ja) 易破壊性貼着材
JPH0550751B2 (nl)
JPH02245392A (ja) はがきおよびその製造方法
JPH0279081A (ja) 貼着材
JPH02245394A (ja) はがきおよびその製法
MXPA99004773A (en) Labels and manufacture thereof
JPH0279082A (ja) 貼着材
JPS61223777A (ja) 易破壊性貼着材の製法
JPH0279077A (ja) 貼着材
JPH02245391A (ja) はがきおよびその製造方法

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed