NL8900645A - Briefkaart en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Briefkaart en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL8900645A
NL8900645A NL8900645A NL8900645A NL8900645A NL 8900645 A NL8900645 A NL 8900645A NL 8900645 A NL8900645 A NL 8900645A NL 8900645 A NL8900645 A NL 8900645A NL 8900645 A NL8900645 A NL 8900645A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
postcard
adhesive
layer
base material
interlayer
Prior art date
Application number
NL8900645A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Daimatsu Kagaku Kogyo Kk
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Daimatsu Kagaku Kogyo Kk filed Critical Daimatsu Kagaku Kogyo Kk
Publication of NL8900645A publication Critical patent/NL8900645A/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C09DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • C09JADHESIVES; NON-MECHANICAL ASPECTS OF ADHESIVE PROCESSES IN GENERAL; ADHESIVE PROCESSES NOT PROVIDED FOR ELSEWHERE; USE OF MATERIALS AS ADHESIVES
    • C09J7/00Adhesives in the form of films or foils
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B42BOOKBINDING; ALBUMS; FILES; SPECIAL PRINTED MATTER
    • B42DBOOKS; BOOK COVERS; LOOSE LEAVES; PRINTED MATTER CHARACTERISED BY IDENTIFICATION OR SECURITY FEATURES; PRINTED MATTER OF SPECIAL FORMAT OR STYLE NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; DEVICES FOR USE THEREWITH AND NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; MOVABLE-STRIP WRITING OR READING APPARATUS
    • B42D15/00Printed matter of special format or style not otherwise provided for
    • B42D15/02Postcards; Greeting, menu, business or like cards; Letter cards or letter-sheets
    • B42D15/025Postcards; Greeting, menu, business or like cards; Letter cards or letter-sheets with peel-away layer hiding information

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Laminated Bodies (AREA)
  • Credit Cards Or The Like (AREA)
  • Liquid Crystal (AREA)

Description

Briefkaart en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
De uitvinding heeft betrekking op een speciaal type briefkaart waarvan een gedeelte is bedekt om onzichtbaar te zijn, meer in het bijzonder op een briefkaart waarbij het deel, waarin geheime informatie aanwezig is, tijdens de verzending bedekt blijft en de gerechtigde ontvanger deze informatie onder geheimhouding kan lezen, en een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke briefkaart.
In de laatste tijd neemt de post, welke geheime informatie bevat, zoals het saldo van de bankrekening van een persoon, steeds meer toe. Het is derhalve wenselijk een type briefkaart te ontwikkelen, waarvan een deel, dat geheime informatie bevat, tijdens de verzending bedekt blijft, en de gerechtigde ontvanger deze informatie zonder moeilijkheden kan aflezen. Uit het Japanse gebruiksmodel No. 3789/'79 is een type briefkaart bekend, waarvan een gedeelte, bijvoorbeeld een gemarkeerd gedeelte bedekt blijft tot het door de gerechtigde ontvanger wordt vrijgegeven om de daaronder verborgen geheime informatie uit te lezen.
Teneinde de kaart evenwel gedeeltelijk niet-bedek-baar te maken, zoals omschreven in de tekst van het bovengenoemde Japanse gebruiksmodel No. 3789/'79, dient het gehele oppervlak van een bedekkingspapier te worden bekleed met een drogende pasta teneinde een hechtfilm te vormen en moet het briefkaartmateriaal gedeeltelijk bijvoorbeeld in het gemarkeerde gedeelte worden bekleed met een silicoon-loslaatmiddel of dergelijke, zodat het bekleedpapier gedeeltelijk kan worden afgestroopt. Aangezien derhalve het bekleedpapier met een drogende pasta moet worden bekleed en het briefkaartmateriaal gedeeltelijk moet worden behandeld met een losmaakmiddel, zoals een middel, op basis van siliconen, wordt de constructie van een dergelijke briefkaart onvermijdelijk gecompliceerd en leidt het grotere aantal vervaardigingsstappen tot verhoogde vervaardigings-kosten.
Derhalve is een hoofddoel van de uitvinding het verschaffen van een briefkaart, waarbij geen oppervlaktebehandeling van het briefkaartmateriaal nodig is behalve slechts het daarna verwerken door aandrukken en dergelijke van het kleefmateriaal voor het bedekken van geheime informatie, waarbij de briefkaart is verdeeld in een deel, dat gedeeltelijk kan worden afgestroopt en een gedeelte, dat zich volledig hecht, waarbij de geheime informatie tijdens de verzending door de post wordt bedekt en de gerechtigde ontvanger de geheime informatie gemakkelijk kan uitlezen, en een vervaardigingsmethode daarvoor.
Een eerste aspect van de uitvinding heeft betrekking op een type briefkaart, bestaande uit een briefkaartmateriaal en een kleefmateriaal, dat tenminste een deel daarvan moet bedekken, welk kleefmateriaal is voorzien van een basismateriaal, dat tenminste gedeeltelijk opaak is, een tussenlaags-afstrooplaag, die op het hoofdvlak van het basismateriaal is gevormd, en een hechtlaag, welke op het hoofdvlak van de tussenlaagsafstrooplaag is gevormd.
Een tweede aspect van de uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke briefkaart bestaande uit het drukken of als een bekleding aanbrengen van beeldlijnen op een briefkaartmateriaal, waarbij het proces van het aanbrengen van een kleefmateriaal de stappen (A) tot (C) omvat, namelijk (A) een stap voor het gereedmaken van een basismateriaal, dat tenminste gedeeltelijk opaak is, (B) een stap voor het vormen van een tussenlaagsafstrooplaag door een vrijgeefmiddel op het hoofdvlak van het basismateriaal te drukken of als een bekleding daarop aan te brengen en (C) een stap voor het vormen van een hechtlaag op het oppervlak van de tussenlaagsafstrooplaag, en een stap om het kleefmateriaal met de hechtlaagzijde daarvan op de beeldlijnen, die een deel van het briefkaartmateriaal vormen, vast te plakken.
Volgens de uitvinding bezit het kleefmateriaal een tussenlaagsafstrooplaag tussen het opake basismateriaal en de hechtlaag en wordt de bovengenoemde hechtlaag op het briefkaartmateriaal geplakt, en kan het basismateriaal van het kleefmateriaal betrekkelijk gemakkelijk worden afgestroopt wanneer dit betrekkelijk zwak aan de hechtlaag wordt geplakt, waar de interlaagsafstrooplaag wordt gevormd.
Volgens de uitvinding wordt de hechtlaag betrekkelijk stevig aan het briefkaartmateriaal geplakt, terwijl het basismateriaal van het kleefmateriaal door middel van de tussenlaagsafstrooplaag aan de hechtlaag wordt geplakt en op een nog zwakkere wijze aan het briefkaartmateriaal wordt geplakt, waardoor derhalve het basismateriaal van het kleefmateriaal betrekkelijk gemakkelijk van het briefkaartmateriaal kan worden afgestroopt. Nadat het basismateriaal van ' het kleefmateriaal van het briefkaartmateriaal is afgestroopt, kan de geheime informatie op het hoofdvlak van het briefkaartmateriaal via het transparante deel van de hechtlaag worden waargenomen.
Door bovendien het kleefmateriaal vast te plakken zonder het briefkaartmateriaal te verwerken, kan een briefkaart, welke het basismateriaal omvat, dat op een zwakke wijze aan het briefkaartmateriaal is vastgeplakt worden verkregen en behoeft de gebruiker slechts eenvoudige plak-werkzaamheden te verrichten, waardoor dit briefkaart op grote schaal kan worden toegepast.
Bovendien is het alleen nodig, dat de briefkaart ten aanzien van het kleefmateriaal bij de vervaardiging wordt verwerkt en het briefkaartmateriaal niet noodzakelijkerwijs behoeft te worden verwerkt, zodat het vervaar-digingsproces van de kaart evenals een hechtinrichting voor een kleefmateriaal voor de gebruiker kan worden vereenvoudigd.
De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij tonen: fig. IA en fig. 1B perspectivische aanzichten van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding; fig. 2A en fig. 2B doorsneden van de bovenstaande uitvoeringsvorm; fig. 3 een illustratieve afbeelding van een voorbeeld van de werkwijze voor het vervaardigen van de in fig. 1 afgebeelde uitvoeringsvorm; fig. 4 en fig. 5 afbeeldingen, welke een variant van de bovengenoemde uitvoeringsvorm tonen, waarbij fig. 4 een doorsnede en fig. 5 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht is; fig. 6 en fig. 7 illustratieve afbeeldingen zijn van een voorbeeld van de vervaardigingsmethode voor de in fig. 4 afgebeelde uitvoeringsvorm; fig. 8A en fig. 8B perspectivische aanzichten zijn van een andere uitvoeringsvorm en fig. 9A en fig. 9B doorsneden van de in fig. 8A afgebeelde uitvoeringsvorm zijn; fig. 10 een gedeeltelijk bovenaanzicht is van een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding; en fig. 11 een gedeeltelijk bovenaanzicht is van een modificatie van de uitvoeringsvorm volgens fig. 10.
Fig. IA en fig. 1B zijn perspectivische aanzichten van een briefkaart volgens de uitvinding.
Fig. 2A en fig. 2B zijn doorsneden van de betreffende uitvoeringsvorm.
Deze briefkaart omvat een briefkaartmateriaal 10 van de officiële briefkaartafmetingen en een kleefmateriaal 12, dat aan een deel van het briefkaartmateriaal 10 is geplakt.
Dit kleefmateriaal 12 omvat een basismateriaal 14, bestaande uit een opaak materiaal.
Dit basismateriaal 14 bestaat uit een betrekkelijk zacht materiaal, zoals papier of een kunstharsfilm.
Dit basismateriaal 14, dat opaak dient te zijn en een verbergingsfunctie dient te hebben, moet tot afdekking in staat worden gebracht door het materiaal opaak te maken bijvoorbeeld door dit te bedrukken met zilveren inkt of dergelijke teneinde daardoor een verbergingslaag te vormen.
In het oppervlak van de verbergingslaag is een lote-rijdeel 16 gevormd, waarin letters zijn aangegeven, zoals "wint'1 of "niet".
Het hoofdvlak van het loterijdeel 16 van het genoemde basismateriaal 14 is bedrukt of bekleed met een was en er wordt een interlaagsafstrooplaag 18 gevormd, waarvan een gedeelte transparant wordt gemaakt, zodat het loterijdeel 16 kan worden waargenomen.
Voor de was, welke deze laag 18 vormt, kan gebruik worden gemaakt van elk van de dierlijke, plantaardige, minerale en petroleum-afgeleide wassen bijvoorbeeld natuurlijke wassen, zoals paraffinewas, microkristallijne was of petrolatumwas. Bovendien zijn onder meer ook bruikbaar Fischer-tropush-was en de derivaten daarvan, synthetische koolwaterstoffen, zoals polyetheen met gering moleculair gewicht en de afgeleiden daarvan, gemodificeerde wassen, zoals montaanwasderivaten, paraffinewasderivaten en microkristalli jne-wasderivaten, alifatische alkoholen en zuren, zoals cetylalkohol en stearinezuur, vetzuuresters, zoals glycerylstearaat en polyetheenglycolstearaat, gehydroge-neerde wassen, zoals glyceride, castorwas en opaalwas, synthetische ketonamineamiden, zoals pantserwas en acrawas en verder gechlorineerde koolwaterstoffen, synthetische dierlijke wassen, en synthetische wassen zoals alfa-olefine-was. Het is ook mogelijk gebruik te maken van gemengde wassen, die één of meer van de bovengenoemde wassen bevatten.
Op éën hoofdvlak van de laag 18 wordt een hecht-laag 20 gevormd door een hechtmiddel van het drukgevoelige type door drukken of bekleden aan te brengen.
Het loterijdeel 16 kan worden gevormd of op het oppervlak van de genoemde laag 18 of op het oppervlak van het briefkaartmateriaal 10 teneinde via de hechtlaag 20 zichtbaar te kunnen zijn. Hiertoe dient de hechtlaag 20 evenwel transparant of transducent te worden gemaakt. Het loterijdeel 16 kan ook aan het oppervlak van de laag 18 worden gevormd, en in dat geval behoeft de laag 18 niet transparant of transducent te zijn.
Thans zal de werkwijze voor het vervaardigen van een briefkaart van dit type worden beschreven.
Eerst zal de werkwijze voor het vervaardigen van het kleefmateriaal, in hoofdzaak verwijzende naar fig. 3 worden beschreven.
Eerst dient een onderdeel van papier als materiaal van het basismateriaal 14 te worden gereedgemaakt en indien het verbergingsvermogen van het papier onvoldoende is, wordt of het hoofdvlak daarvan geheel bedrukt met een zilveren inkt en onder gebruik van een bekende drukmethode, zoals offsetdruk, of door bekleding teneinde daardoor een ver-bergingslaag te vormen. Voor het vormen van deze verber-gingslaag kan ook een aluminiumfolie aan het hoofdvlak van het papier wordt gehecht onder gebruik van bijvoorbeeld een hechtmiddel van het drukgevoelige type en deze papier- ' aluminiumfolielaminaat kan als het basismateriaal 14 worden gebruikt. Op het oppervlak van deze verbergingslaag moet het loterijdeel 16 door drukken of bekleden worden gevormd.
Ondertussen dient een laminaat 24 gereed te worden gemaakt door het toevoeren van hechtmiddel van drukgevoelig type aan het hoofdvlak van een losmaakvel 22, dat met een losmaakmiddel is bekleed.
Aan het hoofdvlak van deze hechtlaag 20 wordt het bovengenoemde losmaakvel 22, dat dient voor het continu ondersteunen van het kleefmateriaal 12, verdeeld over een aantal delen, waarbij tegelijkertijd de hechtlaag 20 wordt bedekt en beveiligd, tijdelijk vastgekleefd, zodat door de werking van de op het hoofdvlak van het losmaakvel 22 gevormde losmaakmiddellaag de hechtmiddellaag 20 gemakkelijk van het losmaakvel 22 kan worden gestroopt.
Dit laminaat 20 in rolvorm wordt op de vasthoudrol 32 van een inrichting 30 voor kleefmateriaal gemonteerd. Ondertussen wordt het basismateriaal 14, eveneens in rolvorm, op de vasthoudrol 34 van dezelfde inrichting 30 gemonteerd .
Daarna wordt éin uiteinde van het opgerolde laminaat 24 naar buiten getrokken en in de bekledingsinrichting 36 gevoerd.
Deze bekledingsinrichting 36 dient om het oppervlak van de hechtlaag 20 te bekleden met een tussenlaagslosmaak-middel, zoals een wasmiddel 18a om daarop een tussenlaags-afstrooplaag te vormen, welke inrichting is voorzien van twee rollen 38a en 38b en bovendien is voorzien van een opslagreservoir 40, welke inrichting dient om door bekleding het verwarmde en gesmolten interlaagsvrijgeefmiddel 18a aan te brengen onder rotatie van de rollen 38a en 38b.
Voor deze bekledingsinrichting 36 kan een bekledingsinrichting, zoals een gravurewalsbekledingsinrichting of omkeerwalsbekledingsinrichting evenals een bekende druk-inrichting, zoals een offset-drukinrichting of zeefdruk-inrichting worden gebruikt.
Op deze wijze wordt derhalve het laminaat 24, dat met het tussenlaagvrijgeefmiddel 18a is bekleed, aan een lamineerinrichting 42 toegevoerd voor een verdere lamine-ring met het basismateriaal 14, als weergegeven in fig. 3.
De lamineerinrichting 42 dient om een papieren onderdeel 14a dat als het basismateriaal 14 op het oppervlak van het tussenlaagsvrijgeefmiddel 18a op het laminaat 24 dient te lamineren en is opgesteld in een baan voor het laminaat 24 en omvat een vasthoudrol 34 om het basismateriaal 14 in rolvorm vast te houden.
Van dit papieren onderdeel 14a wordt éên uiteinde naar buiten getrokken en tussen de rol 44a en de tegenovergelegen rol 44b ingebracht. Daarna wordt het laminaat 24, dat bekleed is met het tussenlaagsvrijgeefmiddel 18a, tussen de rollen 44a en 44b gevoerd, waarbij daarna het papieren onderdeel 14a vanuit de ruimte tussen deze rollen 44a en 44b op het laminaat 24 wordt geplaatst met daartussen het tussenlaagsvrijgeefmiddel 18a. Daarna wordt het laminaat 24 met het papieren onderdeel 14a, dat als het daarop aangebrachte basismateriaal 14 moet dienen, door een koelinrichting 46 of koelrol (niet weergegeven) gevoerd.
De koelinrichting 46 dient voor het koelen van het tussen het laminaat 24 en het papieren onderdeel 14a aange- brachte interlaagsvrijgeefmiddel 18a,
In de koelinrichting 46 wordt het zich tussen het laminaat 24 en het papieren onderdeel 14a bevindende interlaagsvrijgeefmiddel 18a gekoeld en in vaste vorm gebracht teneinde de laag 18 te vormen.
Zoals bovenvermeld wordt het laminaat, dat verder met het basismateriaal 14 met daartussen de laag 18 wordt gelamineerd, door een ponseenheid 48 gevoerd, De ponseen-heid 48 omvat een zogenaamde stempelsnijinrichting, en door deze stempelsnijinrichting worden in het basismateriaal 14, de laag 18 en de hechtlaag 20 de juiste sneden aangebracht. De ponseenheid 48 kan ook van het type zijn met een van een rand voorziene rol, een zogenaamde stempelrol.
Het laminaat 24, dat verder met het basismateriaal 14 enz. is gelamineerd en waarin sneden zijn aangebracht, wordt wanneer dit een rol 45 passeert, gesplitst in nodige en onnodige delen, waarbij de onnodige delen om een afval-opneemrol 52 worden gewikkeld, terwijl het kleefmateriaal 12 (de nodige delen) dat tijdelijk aan het vrijgeefvel 22 is vastgeplakt, om een opneemrol 54 wordt gewikkeld.
In plaats van de ponseenheid 48 en de opneemrol 54 kan ook gebruik worden gemaakt van een snijeenheid. Deze snijeenheid omvat een snijblad om in het basismateriaal 14, de laag 18 en de hechtlaag 20 sneden aan te brengen teneinde het hechtmateriaal 12 in een aantal delen te splitsen.
Daarna wordt het hechtmateriaal 12 in rolvorm afgerold om een kleefmateriaalkleefeenheid te passeren, waarin het materiaal op het briefkaartmateriaal 10 wordt geplakt. Het briefkaartmateriaal 10 kan dan op de officiële briefkaartafmetingen of de vorm van een continue strook, die op een juiste wijze is geperforeerd, vooraf worden afgesneden. De geheime informatie in brieven of dergelijke, welke door dit kleefmiddel 12 moet worden verborgen, zoals het saldo van een bankrekening van een persoon, dient natuurlijk vooraf bijvoorbeeld bij de onderzijde van het oppervlak daarvan te zijn bedrukt.
Om het kleefmateriaal 12 op de briefkaart te plakken bijvoorbeeld bij de onderzijde daarvan, wordt eerst het briefkaartmateriaal 10 naar binnen gevoerd. Het opgerolde kleefmateriaal 12 wordt afgerold en toegevoerd aan een vrijgeef plaat. Onder gebruik van de vrijgeefplaat worden het kleefmateriaal 12 en het vrijgeefvel 22 van elkaar gescheiden. Het kleefmateriaal 12 wordt aan het oppervlak van het briefkaartmateriaal 10 vastgeplakt door het oppervlak van het briefkaartmateriaal 10 aan te drukken nadat het kleefmateriaal 12 op het briefkaartmateriaal 10 is geplaatst.
Wanneer het briefkaartmateriaal 10 en het kleefmateriaal 12 worden samengedrukt, wordt het kleefmateriaal 12 stevig aan het briefkaartmateriaal 10 vastgeplakt door middel van de hechtlaag 20, terwijl het basismateriaal 14 op een zwakke wijze wordt vastgeplakt in verband met de aanwezigheid van de laag 18. Derhalve kan, als aangegeven in fig. 1B en fig. 2B, het basismateriaal 14 van het hecht-materiaal 12 betrekkelijk eenvoudig van het briefkaartmateriaal 10 worden afgestroopt.
Als voorbeelden voor het basismateriaal 14 van het hechtmateriaal 12 kunnen naast die, aangegeven bij de bovenbeschreven uitvoeringsvorm, worden genoemd synthetisch papier, films van cellofaan, polyetheen, polyester en dergelijke of een aluminiumfolie enz., doch het verdient de voorkeur een betrekkelijk zacht materiaal te kiezen opdat dit hechtmateriaal 12, dat aan het briefkaartmateriaal 10 is geplakt, niet toevallig zou losraken van het briefkaartmateriaal 10 tegen de hechting van de laag 18 in.
Wanneer als basismateriaal 14, dat bijzonder goede verbergingseigenschappen heeft, een aluminiumfolie is gekozen, kan de vorming van een verbergingslaag, zoals bij de bovenbeschreven uitvoeringsvorm, vervallen.
Ofschoon bij de bovenbeschreven uitvoeringsvorm continu papier in rolvorm voor het basismateriaal 14 werd gekozen, kan dit eveneens in velvorm aanwezig zijn.
Het oppervlak van het basismateriaal 14 kan op een wijze, geschikt voor het briefkaartmateriaal 10 worden bedrukt en wanneer het basismateriaal 14 en de laag 18 continu moeten worden gevormd, kunnen markeringen voor het controleren van de toevoerspoed van het kleefmateriaal 12, zoals zwarte pijlen, worden gedrukt, zoals weergegeven in fig. IA.
Fig. 4 is een afbeelding van een briefkaart welke een variant van de bovenbeschreven uitvoeringsvorm vormt.
Zoals aangegeven in fig. 4 omvat deze briefkaart een briefkaartmateriaal 60 en een kleefmateriaal 62, dat aan het oppervlak van het briefkaartmateriaal 60 is geplakt, en omvat het kleefmateriaal 62 een basismateriaal 64, een loterijdeel 66, een tussenlaagsafstrooplaag 68 en een hecht-laag 70.
Bij dit kleefmateriaal 62 wordt een deel van de hechtlaag 70 in een punt direkt aan het basismateriaal 64 vastgeplakt, zoals aangegeven in fig. 5.
Derhalve wordt waar de laag 68 niet wordt gevormd, het basismateriaal 64 betrekkelijk sterk aan de hechtlaag 70 geplakt zodat er weinig gevaar bestaat, dat het basismateriaal 64 op een onbeoogde wijze van het briefkaartmateriaal 60 wordt afgestroopt zelfs wanneer de laag 68 aanwezig is.
Thans zal hierna een werkwijze voor het vervaardigen van het kleefmateriaal 62, weergegeven in fig. 4, in hoofd— zaak onder verwijzing naar fig. 6 en fig. 7 worden beschreven.
Fig. 6 is een illustratieve afbeelding van een voorbeeld van een vervaardigingsinrichting voor een laminaat 74, welke wordt gevormd door het basismateriaal 64 en de af-strooplaag 68 te lamineren.
De afgebeelde vervaardigingsinrichting 80 voor dit laminaat 74 omvat een vasthoudrol 82 om het strookvormige basismateriaal 64 in rolvorm vast te houden. Het basismateriaal 64, dat door de vasthoudrol 82 wordt vastgehouden, wordt aan één uiteinde daarvan naar buiten getrokken en dit uiteinde wordt toegevoerd aan een interlaagsvrijgeef-middelbekledingseenheid 84.
Deze interlaagsvrijgeefmiddelbekledingseenheid 84 dient om het oppervlak van het basismateriaal 64 te bedrukken of te bekleden met een interlaagsvrijgeefmiddel 68a, zoals was, en omvat twee rollen 86a en 86b.
Het interlaagsvrijgeefmiddel 68a wordt toegevoerd aan de rol 86a. Wanneer de rollen 86a en 86b worden geroteerd, wordt derhalve het oppervlak van het basismateriaal 64, dat daartussen wordt gevoerd, bedrukt of bekleed met het interlaagsvrijgeefmiddel 68a, behalve wat betreft punten.
Als de interlaagsvrijgeefmiddelbekledingseenheid 84 kan ook gebruik worden gemaakt van een bekledingsinrichting van een ander type of een bekende drukinrichting, zoals een offsetdrukinrichting of een zeefdrukinrichting.
Het basismateriaal 64, dat met dit interlaagsvrij-geefmiddel 68a wordt bedrukt of bekleed, wordt dan door een droogeenheid 88 gevoerd om het interlaagsvrijgeefmiddel 68a vast te maken.
Het laminaat 74 met het interlaagsvrijgeefmiddel 68a, dat aan het oppervlak daarvan in de droogeenheid 88 in vaste vorm is gebracht, wordt na het vast worden van het interlaagsvrijgeefmiddel 68a op de juiste wijze in rolvorm opgewikkeld.
Het laminaat 74, dat in rolvorm is gewikkeld, als aangegeven in fig. 7, wordt dan aan een lamineereenheid 90 toegevoerd voor het vormen van een hechtlaag 70.
In deze lamineereenheid 90 wordt een vrijgeefvel 72 in rolvorm toegevoerd, waarvan één uiteinde naar buiten wordt getrokken en wordt toegevoerd aan een hechtbekledings-eenheid 92 om het oppervlak van het vrijgeefvel 72 te bedrukken of te bekleden met een hechtmiddel 70a, zoals een hechtmiddel van het drukgevoelige type.
De hechtmiddelbekledingseenheid 92 omvat twee rollen 94a en 94b.
Van de rol 94b is het onderste gedeelte in het hechtmiddel 70a in het bodemgedeelte van een reservoir 94c ge dompeld. Wanneer derhalve de rollen 94a en 94b worden geroteerd, wordt het oppervlak van het vrijgeefvel 72 bedrukt of bekleed met het hechtmiddel 70a. Voor deze hechtmiddel-bekledingseenheid 92 kan ook gebruik worden gemaakt van een bekledingsinrichting van een ander type of een druk-inrichting van een bekend type, zoals een offsetdrukinrich-ting of een zeefdrukinrichting.
Het op deze wijze met het hechtmiddel 70a bedrukte of beklede vrijgeefvel 72 wordt dan door een droogeenheid 96 gevoerd, welke bijvoorbeeld is voorzien Van een ver-warmingsinrichting. In de droogeenheid 96 wordt het hechtmiddel 70a, dat aan het oppervlak van het vrijgeefvel 72 door bedrukken of bekleden is aangebracht, gedroogd voor het vormen van de hechtlaag 70. Het vrijgeefvel 72 met de daarop gevormde hechtmiddellaag 70 wordt toegevoerd aan een lamineereenheid 98.
Terwijl het genoemde laminaat 74 in rolvorm op een afzonderlijke vasthoudrol 100 wordt gehouden, wordt ondertussen één uiteinde daarvan naar buiten gevoerd en dit eind wordt in de lamineereenheid 98 ingebracht. De lamineereenheid 98 omvat twee rollen 102a en 102b. Tussen deze twee rollen 102a en 102b wordt het vrijgeefvel 72 en de hechtlaag 70 tezamen met het laminaat 74 gevoerd, zodat de af-strooplaag 68 van het laminaat 74 wordt vastgeplakt aan en wordt gelamineerd met de hechtlaag 70. Wanneer deze rollen 102a en 102b worden geroteerd, worden het laminaat van de hechtmiddellaag 70 enz., en de afstrooplaag 68 van het laminaat 74, welke deze rollen passeren, aan elkaar geplakt en wordt daardoor het hechtmateriaal 62 gevormd.
Het kleefmateriaal 62, dat gevormd wordt, wordt op een opneemrol 104 gewikkeld teneinde in rolvorm te worden gehouden.
Wanneer dit materiaal moet worden gebruikt kan de rol worden afgewikkeld en op de bovenbeschreven wijze in de gewenste vorm worden geponst.
Fig. 8A en fig. 8B zijn perspectivische aanzichten van een andere uitvoeringsvorm en fig. 9A en 9B zijn door- sneden van de in fig. 8A afgeheelde uitvoeringsvorm.
Fig. 8A en fig. 9B zijn afbeeldingen, welke de oorspronkelijke toestand weergeven en fig. 8B en 9B zijn afbeeldingen, welke de vrijgeeftoestand aangegeven.
Bij deze uitvoeringsvorm worden in het kleefmateriaal 122, dat aan het briefkaartmateriaal 120 is geplakt, waar de afstrooplaag 126 wordt gevormd, sneden 128a en 128b continu van één uiteinde naar het andere uiteinde evenwijdig aan elkaar en relatief dichtbij de nabijheid van het linker-uiteinde van het basismateriaal 124 aangebracht om een scheiding van het basismateriaal 124 mogelijk te maken.
Het basismateriaal 124 tussen de insnijdingen 128a en 128b is bovendien verzonken uitgevoerd, zodat het gemakkelijk door een vinger of nagel kan worden ingevangen en het basismateriaal 124 tussen de insnijdingen 128a en 128b gemakkelijk kan worden gescheiden. Het is ook mogelijk aan het voorste uiteinde van het basismateriaal 124 tussen de insnijdingen 128a en 128b een uitsteeksel aan te brengen om het vastnemen te vereenvoudigen, in plaats van de bovengenoemde verzinking.
Bovendien is in de nabijheid van de rechterrand een insnijding 132 voor scheiding aanwezig, zodat het kleefmateriaal 122, dat van het briefkaartmateriaal 120 kan worden afgestroopt, van het deel, dat stevig door middel van de hechtlaag 130 is vastgeplakt, kan worden afgescheiden.
Bij deze uitvoeringsvorm is op de briefkaartmateriaalzijde 120 een loterijdeel 136 aanwezig, dat via de hechtmiddel-laag 130 zichtbaar is.
Deze insnijdingen 128a en 128b evenals de insnijding 132 voor het scheiden worden, wanneer het basismateriaal 124 uit papier bestaat, in de vezelrichting gevormd, zodat het basismateriaal 124 betrekkelijk eenvoudig kan worden gescheiden. Bij deze uitvoeringsvorm is de hechtmiddellaag 130 bovendien direkt in de nabijheden van de beide randen van het basismateriaal 124 vastgeplakt opdat deze niet op een onbeoogde wijze zal worden afgestroopt.
Bij elk van de uitvoeringsvormen kunnen de insnijdingen langs alle randen van het basismateriaal worden gevormd. Wanneer de insnijdingen op die wijze worden gevormd kan het centrale gedeelte van het kleefmateriaal gemakkelijk worden afgestroopt. In dit geval, als aangegeven in fig. 10, kan wanneer elk van de sneden bestaat uit een lineair snijgedeelte en een curvilineair snijgedeelte, welke een deel van één snede 224 en een deel van de volgende snede 224 in een richting voor het afstropen van het kleefmateriaal 212 overlappen, en het centrale gedeelte van het kleefmateriaal 212 gemakkelijk worden afgestroopt. Bovendien kan voor het op een eenvoudige wijze afstropen van het centrale gedeelte van het kleefmateriaal, als aangegeven in fig. 11, bijvoorbeeld elke lineaire snede 324 langs randen van het basismateriaal 314 zijn gevormd met een helling teneinde een deel van éin snede 324 en een deel van de volgende snede 324 in de richting voor het afstropen van het hechtmateriaal 312 te overlappen.

Claims (8)

1. Briefkaart, gekenmerkt door een briefkaartmateriaal met de juiste afmetingen, en een kleefmateriaal, dat aan het briefkaartmateriaal is vastgeplakt en tenminste een gedeelte daarvan bedekt, waarbij het kleefmateriaal achtereenvolgens omvat: een basismateriaal, dat tenminste ge deeltelijk opaak is, een interlaagsafstrooplaag, die op het hoofdvlak van het basismateriaal is gevormd, en een hechtlaag, die op het hoofdvlak van de interlaagsafstrooplaag is gevormd.
2. Briefkaart volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het kleefmateriaal zodanig is vastgeplakt, dat dit het gedeelte van het oppervlak van het briefkaartmateriaal bedekt, waar zich geheime informatie bevindt.
3. Briefkaart volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het basismateriaal is voorzien van een verbergingslaag, die aan het hoofdvlak van de zijde waarop de interlaagsafstrooplaag is gevormd, is gevormd.
4. Briefkaart volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de interlaagsafstrooplaag is gevormd door bedrukken of bekleden met een was.
5. Werkwijze voor het vervaardigen van een briefkaart, gekenmerkt door het door drukken of bekleden aanbrengen van beeldlijnen op een briefkaartmateriaal, waarbij de werkwijze voor het vervaardigen van een kleefmateriaal de volgende stappen (A) tot (C) omvat, namelijk: (A) een stap om een basismateriaal tenminste gedeeltelijk ondoorlaatbaar te maken; (B) een stap voor het vormen van een interlaags- » afstrooplaag door een interlaagsvrijgeefmiddel op het hoofdvlak van het basismateriaal door drukken of bekleden aan te brengen; (C) een stap om een hechtmiddellaag op het oppervlak van de tussenlaagsafstrooolaag te vormen; en een stap om het kleefmateriaal met de hechtmiddel-laagzijde naar het deel met de beeldlijnen van het brief-kaartmateriaal vast te plakken.
6. Werkwijze voor het vervaardigen van een briefkaart volgens conclusie 5f met het kenmerk, dat de beeldlijnen op het briefkaartmateriaal worden gevormd door door drukken of bekleden een geheime informatie aan te brengen.
7. Werkwijze voor het vervaardigen van een briefkaart volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het basismateriaal wordt vervaardigd met een op één hoofdvlak daarvan gevormde verbergingslaag.
8. Werkwijze voor het vervaardigen van een briefkaart volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het tussenlaags- · vrijgeefmiddel een was is.
NL8900645A 1988-09-14 1989-03-16 Briefkaart en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. NL8900645A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP23130488 1988-09-14
JP63231304A JPH0279076A (ja) 1988-09-14 1988-09-14 貼着材

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8900645A true NL8900645A (nl) 1990-04-02

Family

ID=16921525

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8900644A NL8900644A (nl) 1988-09-14 1989-03-16 Tijdelijk klevend materiaal en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
NL8900645A NL8900645A (nl) 1988-09-14 1989-03-16 Briefkaart en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8900644A NL8900644A (nl) 1988-09-14 1989-03-16 Tijdelijk klevend materiaal en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Country Status (5)

Country Link
JP (1) JPH0279076A (nl)
KR (1) KR900004896A (nl)
AU (2) AU3123089A (nl)
LU (2) LU87479A1 (nl)
NL (2) NL8900644A (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2012194532A (ja) * 2011-03-02 2012-10-11 Lintec Corp 擬似接着ラベル

Also Published As

Publication number Publication date
KR900004896A (ko) 1990-04-13
AU3123689A (en) 1990-03-22
NL8900644A (nl) 1990-04-02
AU3123089A (en) 1990-03-22
LU87480A1 (fr) 1990-10-02
JPH0279076A (ja) 1990-03-19
LU87479A1 (fr) 1990-10-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5568866A (en) Sample package
US5718098A (en) Method for producing sample package
US5660896A (en) Identification card and carrier
CA2176653C (en) Adhesive label/leaflet assemblies
US5011190A (en) Temporarily sticking material
US5005874A (en) Postcard and its manufacturing method
US5000485A (en) Postcard and its manufacturing method
NL8900645A (nl) Briefkaart en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
GB2209992A (en) Peelable laminates
GB2209993A (en) Postcards having peelable layers
US5135263A (en) Laminated identity card and a method for the manufacture thereof
NL9000611A (nl) Briefkaart en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
NL8900643A (nl) Briefkaart en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
NL9000610A (nl) Briefkaart en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
JP2824968B2 (ja) くじ付き郵便はがきおよびその製造方法
JPH0222445B2 (nl)
JP3039556B2 (ja) ラベルシートの作成方法
EP0414538A2 (en) A card
JP2789205B2 (ja) 隠蔽情報所持部材及びその作成方法
JP2021170095A (ja) 改ざん防止用ラベル及び改ざん防止用ラベルの製造方法
JPS61226783A (ja) 易破壊性貼着材
JPS61223779A (ja) 易破壊性貼着材
EP1043175A2 (en) Transfer sheet and method of manufacture
JPS61223777A (ja) 易破壊性貼着材の製法
JPH02245393A (ja) はがきおよびその製法

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed