NL8900642A - Tijdelijk hechtmateriaal en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Tijdelijk hechtmateriaal en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL8900642A
NL8900642A NL8900642A NL8900642A NL8900642A NL 8900642 A NL8900642 A NL 8900642A NL 8900642 A NL8900642 A NL 8900642A NL 8900642 A NL8900642 A NL 8900642A NL 8900642 A NL8900642 A NL 8900642A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
layer
synthetic resin
base material
transparent
manufacturing
Prior art date
Application number
NL8900642A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Daimatsu Kagaku Kogyo Kk
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Daimatsu Kagaku Kogyo Kk filed Critical Daimatsu Kagaku Kogyo Kk
Publication of NL8900642A publication Critical patent/NL8900642A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B42BOOKBINDING; ALBUMS; FILES; SPECIAL PRINTED MATTER
    • B42DBOOKS; BOOK COVERS; LOOSE LEAVES; PRINTED MATTER CHARACTERISED BY IDENTIFICATION OR SECURITY FEATURES; PRINTED MATTER OF SPECIAL FORMAT OR STYLE NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; DEVICES FOR USE THEREWITH AND NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; MOVABLE-STRIP WRITING OR READING APPARATUS
    • B42D15/00Printed matter of special format or style not otherwise provided for
    • B42D15/02Postcards; Greeting, menu, business or like cards; Letter cards or letter-sheets
    • B42D15/025Postcards; Greeting, menu, business or like cards; Letter cards or letter-sheets with peel-away layer hiding information
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C09DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • C09JADHESIVES; NON-MECHANICAL ASPECTS OF ADHESIVE PROCESSES IN GENERAL; ADHESIVE PROCESSES NOT PROVIDED FOR ELSEWHERE; USE OF MATERIALS AS ADHESIVES
    • C09J7/00Adhesives in the form of films or foils
    • C09J7/20Adhesives in the form of films or foils characterised by their carriers
    • C09J7/203Adhesives in the form of films or foils characterised by their carriers characterised by the structure of the release feature on the carrier layer

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Laminated Bodies (AREA)
  • Credit Cards Or The Like (AREA)
  • Materials For Medical Uses (AREA)

Description

Tijdelijk hechtmateriaal en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
De uitvinding heeft betrekking op een tijdelijk hechtmateriaal en een werkwijze voor het vervaardigen daarvan. In wezen heeft de uitvinding betrekking op een tijdelijk hechtmateriaal, dat bij voorkeur wordt gebruikt als het kleefmateriaal, dat gesplitst is in een gedeelte, dat volledig aan een te plakken materiaal is gehecht, en een gedeelte, dat daaraan zwak is gehecht, waardoor bijvoorbeeld een gedeelte, dat voorzien is van vertrouwelijke aard, tijdelijk wordt afgedekt, en indien nodig, het zwak vastgehechte gedeelte van het te plakken materiaal wordt afgestroopt voor het verschaffen van toegang tot het conventionele gedeelte, en een werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
In het Japanse GebruiksmodelNo. 54-3789 is een lami-naatsmateriaal met een inwendig rastergedeelte beschreven, dat gedeeltelijk kan worden afgestroopt.
Teneinde het gedeeltelijk afstropen echter te vereenvoudigen moet, zoals blijkt uit het Japanse Gebruiksmodel no. 54-3789 een papier gedeeltelijk worden afgestroopt door een hechtvlak te vormen, dat verkregen wordt door een droge pasta geheel over het papieroppervlak als een bekleding aan te brengen, en het andere basismateriaal te onderwerpen aan een afstroopproces, zoals een siliconenbehandeling teneinde gedeeltelijk te worden afgestroopt, of waarbij slechts één laminaat van het laminaatmateriaal wordt afgestroopt. Derhalve wordt bij het bekende laminaatmateriaal aangezien de droge pasta op één laminaatzijde als een bekleding moet worden aangebracht en de afstroopbehandeling zoals de siliconenbehandeling moet plaatsvinden bij de andere laminaatmateriaalzijde bij de vervaardiging, de structuur van het laminaatmateriaal gecompliceerd, hetgeen leidt tot hoge vervaardigingskosten tengevolge van een groot aantal vervaardigingsprocessen.
Derhalve is een eerste oogmerk van de uitvinding het verschaffen van een tijdelijk hechtmateriaal, waarbij geen oppervlaktebehandeling van het te plakken materiaal nodig is en slechts door een nabehandeling van het vastgeplakte, tijdelijke hechtmateriaal een gedeelte, dat gedeeltelijk kan worden afgestroopt, en een gedeelte, dat volledig geheditblijft, worden gesplitst, teneinde te worden toegepast voor verschillende doeleinden die aan de noden van de gebruiker zijn aangepast, en een werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
Een eerste aspect van de uitvinding heeft betrekking op een tijdelijk hechtmateriaal voorzien van een basismateriaal, dat ten minste gedeeltelijk opaak is, een op het hoofdvlak van het basismateriaal gevormde tussenlaags-afstrooplaag, een kunstharslaag, die op het hoofdvlak van de tussenlaagsafstrooplaag is gevormd en waarbij ten minste een gedeelte daarvan transparant is, en een hechtmiddellaag, die op het hoofdoppervlak van de kunstharslaag is gevormd en transparant is in het deel, dat overeenkomt met het transparante gedeelte van de kunststoflaag.
Een tweede aspect van de uitvinding heeft betrekking op een wijze voor het vervaardigen van een tijdelijk hechtmateriaal, waarbij een basismateriaal ten minste gedeeltelijk opaak wordt gemaakt, een kunstharsfilm of -vel gereed wordt gemaakt om een kunstharslaag, welke ten minste gedeeltelijk transparant is te vormen, op êên hoofdvlak van de kunststoffilm of het kunststofvel een hechtmiddellaag te vormen, welke transparant is in het deel, overeenkomende met het transparante deel van de kunststoffilm of het kunststofvel, het door drukken of bekleden aanbrengen van een tussenlaagsvrijgeefmiddel op ten minste êên hoofdvlak van het basismateriaal of de kunstharsfilm of het kunstharsvel, en het vormen van een tussenlaagsafstrooplaag tussen het basismateriaal en de kunstharslaag, gevormd door de kunstharsfilm of het kunstharsvel, door de kunstharsfilm of het kunstharsvel te lamineren op het basimateriaal onder gebruik van het tussenlaagsvrijgeefmiddel.
Een derde aspect van de uitvinding heeft betrekking op een andere wijze voor het vervaardigen van een tijdelijk hechtmateriaal, waarbij een basismateriaal ten minste gedeeltelijk opaak wordt gemaakt, een tussenlaagsafstrooplaag wordt gevormd door een vrijgeefmiddel op het hoofdvlak van het basismateriaal te drukken of als bekleding aan te brengen, een kunstharslaag, welke ten minste gedeeltelijk transparant is, te vormen door een kunstharsmiddel· door drukken of bekleden op het hoofdvlak van de afstrooplaag aan te brengen, en een hechtmiddellaag op het oppervlak van de kunstharslaag te vormen, welke hechtmiddellaag transparant is in het gedeelte, overeenkomende met het transparante gedeelte van de kunstharslaag.
Volgens de uitvinding wordt de tussenlaagsafstrooplaag tussen het opake basismateriaal en de kunstharslaag gevormd en wordt de bovengenoemde kunstharslaag aan het te plakken materiaal vastgeplakt door middel van een hecht-laag, en kan het basismateriaal betrekkelijk gemakkelijk worden afgestroopt wanneer dit op een betrekkelijk zwakke wijze aan de transparante kunstharslaag is vastgeplakt, waar de tussenlaag afstrooplaag is gevormd, terwijl de kunstharslaag aan het te plakken materiaal betrekkelijk sterk blijft kleven door de hechting van de hechtlaag zelfs nadat het basismateriaal is afgestroopt.
Volgens de uitvinding wordt de kunstharslaag aan het te plakken materiaal betrekkelijk sterk vastgeplakt door middel van de hechtlaag, terwijl het basismateriaal aan de kunstharslaag betrekkelijk zwak door de tussenlaagsafstrooplaag wordt vastgeplakt, en in nog zwakkere mate aan het te plakken materiaal wordt vastgeplakt, waardoor het basismateriaal kan worden afgestroopt van het te plakken materiaal, d.w.z. de daarop gevormde kunstharslaag. Nadat het basismateriaal van het te plakken materiaal is afgestroopt, kan de geheime informatie op het hoofdvlak van het vast te plakken materiaal worden waargenomen via het transparante deel van de kunstharslaag.
Door bovendien het tijdelijke hechtmateriaal zonder een behandeling van het te plakken materiaal aan te brengen, kan een laminaat, dat kan worden gesplitst in het basismateriaal, dat zwak aan het te plakken materiaal wordt geplakt, en de volledig vastgeplakte kunstharslaag, worden verkregen en behoeft de gebruiker slechts eenvoudige plak-werkzaamheden te verrichten, waardoor dit type tijdelijke hechtmateriaal op grote schaal kan worden toegepast.
Bovendien behoeft het tijdelijke hechtmateriaal bij de vervaardiging slechts te worden behandeld en is het niet nodig het te plakken materiaal te behandelen, zodat het vervaardigingsproces daarvan evenals een hechtinrich-ting aan de zijde van de gebruiker gemakkelijk kan worden vereenvoudigd.
De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont: fig. 1 een doorsnede van een tijdelijk hechtmateriaal als een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding; fig. 2 een doorsnede van een toepassing van de bovenstaande uitvoeringsvorm.
fig. 3 een illustratieve afbeelding van een voorbeeld van een werkwijze voor het vervaardigen van de in fig.1 afgebeelde uitvoeringsvorm; fig. 4 een perspectivisch aanzicht van een briefkaart, waarbij de bovenstaande uitvoeringsvorm is toegepast; fig. 5 een perspectivisch aanzicht, dat de toestand aangeeft waarin het basismateriaal van de in fig.4 afgebeelden uitvoeringsvorm is afgestroopt; fig.6A en fig.6B afbeeldingen zijn, die een modificatie van de bovenbeschreven uitvoeringsvorm tonen en waarbij fig. 6A een doorsnede en fig. 6B een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht is; fig. 7 en fig. 8 illustratieve afbeeldingen zijn van een voorbeeld van de vervaardigingsmethode voor de in fig. 6 afgebeelde uitvoeringsvorm; fig. 9 een gedeeltelijk bovenaanzicht is van een afzonderlijke uitvoeringsvorm volgens de uitvinding; en fig. 10 een gedeeltelijk bovenaanzicht is van een modificatie van de uitvoeringsvorm volgens fig. 9.
Fig. 1 toont een doorsnede van een tijdelijk hecht-materiaal volgens de uitvinding.
Fig. 2 is een doorsnede van een toepassing van de bovengenoemde uitvoeringsvorm.
Dit tijdelijke hechtmateriaal 10 omvat een basismateriaal 12 bestaande uit een opaak materiaal.
Dit basismateriaal 12 is gevormd uit een betrekkelijk zacht materiaal, zoals papier of een kunstharsfilm.
Dit basismateriaal 12, dat opaak dient te zijn en een afdekfunctie dient te bezitten, kan voor een afdekking opaak worden gemaakt door het bijvoorbeeld te bedrukken met een zilveren inkt of dergelijke teneinde een afscher-mingslaag te vormen, of deze te lamineren met een film of folie met een afschermvermogen, zoals een aluminiumfolie, onder gebruik van een hechtmiddel of dergelijke.
Op een hoofdvlak van het genoemde basismateriaal 12 wordt een tussenlaagsafstrooplaag 14 door drukken of bekleden van een was gevormd.
Voor de was, welke deze afstrooplaag 14 vormt, kan gebruik worden gemaakt van elk van de dierlijke, plantaardige, minerale en petroleum-afgeleide wassen, bijvoorbeeld natuurlijke wassen zoals paraffinewas, microkristallijne was en petrolatumwas. Bovendien zijn onder meer ook bruikbaar Fischer "tropush"-was en de derivaten daarvan, synthetische koolwaterstoffen zoals polyetheen met een laag moleculairgewicht en derivaten daarvan, gemodificeerde wassen, zoals montaanwas-derivaten, paraffinewas-derivaten en microkristallijne wasderivaten, alifatische alcoholen en zuren, zoals cetylalcohol en stearinezuur, vetzuur-esters, zoals glycerylstearaat en polyetheenglycolstearaat, gehydrogeneerde wassen zoals glyceride, castorwas, opaalwas, synthetische ketonaminexamiden,zoals pantserwas en acrawas en verder, gechlorineerde koolwaterstoffen, synthetische, dierlijke wassen en synthetische wassen zoals alfa-olefinewas-sen.Het is ook mogelijk egbruik te maken van gemengde wassen die een of meer van de bovengenoemde wassen bevatten.
Op een hoofdvlak van de afstrooplaag 14 wordt een kunstharslaag 16, welke ten minste gedeeltelijk transparant is, gevormd.
> Deze kunstharslaag 16 wordt gevormd door een kunst hars film of kunstharsvel op het basismateriaal 12 te lamineren onder gebruik van de hechting van de bovengenoemde afstrooplaag 14 of door een kunsthars, opgelost in een oplosmiddel of gedispergeerd in water, door drukken of bekleden aan te brengen.
Op het hoofdvak van de bovengenoemde kunstharslaag 16 wordt een hechtlaag 18 gevormd door een hechtmiddel van het drukgevoelige type door drukken of bekleden op te brengen. Bij deze uitvoeringsvorm wordt de hechtmiddellaag 18 over het gehele oppervlak van het gedeelte, overeenkomende met het transparante gedeelte van de kunstharslaag 16 transparant uitgevoerd.
Op het hoofdvlak van deze hechtlaag 18 wordt een vrijgeefvel 20, dat de functie vervult van het continu ondersteunen van het tijdelijke hechtmateriaal 10 gesplitst in een aantal delen, waarbij tegelijkertijd de hechtmiddellaag 18 wordt bedekt en beveiligd, tijdelijk vastgeplakt.
Derhalve worden de tijdelijke hechtmaterialen 10, bestaande uit het bovengenoemde basismateriaal 12, de afstrooplaag 14, de transparante kunstharslaag 16 en de hechtmiddellaag 18 continu met een voorgeschreven afstand op het vrijgeefvel 20 gevormd, en wel zodanig, dat deze gemakkelijk van het vrijgeefvel 20 kunnen worden afgestroopt onder invloed van de op het hoofdvlak van het vrijgeefvel 20 gevormde vrijgeefmiddellaag.
Voor de kunsthars welke wordt gebruikt voor het vormen van de bovengenoemde kunstharslaag 16 kan gebruik worden gemaakt van polyetheen, etheenethylacrylaat copoly-meerhars, etheenacrylzuurcopolymeerhars, etheenmethylacry-laatcopolymeerhars, etheenmethylmethacrylaat copolymeer-hars, etheenmethacrylzuur copolymeerhars, ionomeerhars, polymethylpenteenhars, etheenvinylalcohol copolymeerhars, vinylideenchloridehars, vinylchloride-vinylacetaat copolymeer- hars, polyamidehars, styreenacrylzuur copolymeerhars, poly-styreenhars, polyacrylzuur copolymeerhars, polyesterhars, en polyurethaanhars. Voor het bedrukken van of bekleden met ién van deze harsen kan de gekozen kunsthars in een geschikt oplosmiddel worden opgelost of in water worden gedispergeerd. Thans zal een werkwijze voor het vervaardigen van het tijdelijke hechtmateriaal in hoofdzaak onder verwijzing naar fig.3 worden beschreven.
Eerst dient een onderdeel van papier als materiaal van het basismateriaal 12 gereed te worden gemaakt en indien het afschermingsvermogen van het papier onvoldoende is, wordt of het hoofdvlak daarvan geheel bedrukt met een zilveren inkt en wel overeenkomstig een bekende drukmethode zoals offsetdruk, of door bekleding teneinde daardoor een belemmeringslaag te vormen. Voor het vormen van deze belemmeringslaag kan ook een aluminiumfolie aan het hoofdvlak van het papier worden geplakt onder gebruik van bijvoorbeeld een hechtmiddel van het drukge-voelige type en dit papier-aluminiumfolielaminaat kan als basismateriaal 12 worden gebruikt.
Ondertussen dient een laminaat 22 gereed te worden gemaakt door de kunstharsfilm of het kunstharsvel, dat gebruikt wordt voor het vormen van de kunstharslaag 16 aan het oppervlak van een laminaat met een hechtlaag 18 welke daarop vooraf is gevormd, te lamineren door het toevoeren van een hechtmiddel van het drukgevoelige type aan het hoofdoppervlak van een vrijgeefvel 20, dat met een vrijgeefmiddel is bekleed.
Dit laminaat 22 is in opgerolde vorm op de vast-houdrol 32 van een vervaardigingsinrichting 30 voor het tijdelijke hechtmateriaal gemonteerd. Daarnaast is het basismateriaal 12 eveneens in opgerolde vorm op de vast-houdrol 34 van dezelfde inrichting 30 gemonteerd*
Daarna wordt één uiteinde van het opgerolde laminaat 22 naar buiten getrokken en toegevoerd aan de bekledings- inrichting 36.
Deze bekledingsinrichting 36 dient om het oppervlak van de kunstharslaag 16 te bekleden met een tussen-laagsvrijgeefmiddel, zoals een wasmiddel 14a voor het daarop vormen van de tussenlaagsafstrooplaag, welke bekledingsinrichting is voorzien van twee rollen 38a en 38b en tevens is voorzien van een opslagreservoir 40, en welke inrichting dient om het verwarmde en gesmolten vrijgeefmid-del 14a als een bekleding aan te brengen wanneer de rollen 38a en 38b worden geroteerd.
Voor deze bekledingsinrichting 36 kan een bekledingsinrichting zoals een gravurerolbekledingsinrichting of een keerrolbekledingsinrichting worden gebruikt evenals een bekende drukinrichting, zoals een offsetdrukinrich-ting of een zeefdrukinrichting.
Daarna wordt het laminaat 22, dat bekleed is met het vrijgeefmiddel 14a toegevoerd aan een lamineerinrichting 42 voor verdere laminering met het basismateriaal 12, als aangegeven in fig.3.
De lamineerinrichting 42 dient voor het lamineren van een papieren onderdeel 12a, dat als het basismateriaal 12 dient aan het oppervlak van het vrijgeefmiddel 14a van het laminaat 22, is in de baan voor het laminaat 22 opgesteld en omvat een vasthoudrol 34 om het basismateriaal 12 in rolvorm vast te houden.
Van dit papier 12a wordt één uiteinde naar buiten getrokken en dit wordt tussen de rol 44a en de tegenovergelegen rol 44b ingebracht. Daarna wordt het laminaat 22, bekleed met het vrijgeefmiddel 14a tussen de rollen 44a en 44b gevoerd, en van daaruit wordt tussen deze rollen 44a en 44b het papier 12a op het laminaat 22 geplaatst met daartussen het vrijgeefmiddel 14a. Daarna wordt het laminaat 22 met het papier 12a dat moet dienen als het basismateriaal 12 dat daarop is aangebracht, door een koel-inrichting 46 of koelrol (niet weergegeven) gevoerd.
De koelinrichting 46 dient om het tussen het laminaat 22 en het papier 12a aangebrachte vrijgeefmiddel 14a te koelen.
In de koelinrichting 46 wordt het vrijgeefmiddel 14a dat zich tussen het laminaat 22 en het papier 12a bevindt, gekoeld en in vaste vorm gebracht teneinde de tussenlaags-afstrooplaag 14 te vormen.
Zoals bovenvermeld wordt het laminaat dat verder is gelamineerd met het basismateriaal 12 met daartussen de af-strooplaag 14 door een ponseenheid 48 gevoerd. De pons-eenheid 48 omvat de zogenaamde stempelsnijder en door deze stempelsnijder worden in het basismateriaal 12, de afstroop-laag 14, de kunstharslaag 16 en de hechtlaag 18 geschikte sneden aangebracht. De ponseenheid 48 kan ook zijn van het type met een van een rand voorziene rol, een zogenaamde stempelrol.
Het laminaat 22 dat verder is gelamineerd met het basismateriaal 12 enz. en waarin sneden zijn gemaakt, wordt, wanneer dit een rol 50 passeert gesplitst in nodige en onnodige delen en de onnodige delen worden om een afval-opneemrol 52 opgewikkeld/ terwijl het tijdelijke hecht-materiaal 10 (vereiste delen) dat tijdelijk aan het vrijgeefvel 20 is geplakt, om een opneemrol 54 wordt gewikkeld.
In plaats van de ponseenheid 48 en de opneemrol 54 kan ook gebruik worden gemaakt van een snij-eenheid. Deze snij-eenheid omvat een snijblad om sneden aan te brengen in het basismateriaal 12, de afstrooplaag 14 , de kunstharslaag 16 en de hechtlaag 18 teneinde het tijdelijke hecht-materiaal 10 in een aantal delen te splitsen.
Het tijdelijke hechtmateriaal 10 wordt als volgt gebruikt.
Zoals bijvoorbeeld is weergegeven in fig. 4 wordt voor het verbergen van de geheime informatie, zoals het saldo van een tegoed bij een bank van een persoon aan het oppervlak van de briefkaart, het te kleven materiaal A
zoals de briefkaart achtereenvolgens toegevoerd en wordt het tijdelije hechtmateriaal 10 afgerold. Wanneer het tijdelijke hechtmateriaal 10 langer is dan het te kleven materiaal A, wordt de afmeting van het tijdelijke hechtmateriaal 10 ingesteld door dit tot een geschikte afmeting af te snijden. Vervolgens wordt één onderdeel van hechtmateriaal van het tijdelijke hechtmateriaal 10, dat op de geschikte afmeting is ingesteld, op een geschikt deel van het weg te zenden te plakken materiaal opgestapeld en met het hechtvermogen van de heehtlaag 18 van het tijdelijke hechtmateriaal 10 wordt dit aan het oppervlak vastgeplakt door het oppervlak van het materiaal, dat moet worden geplakt A met een persrol aan te drukken.
Bij aaneendrukken en aaneenhechten hiervan wordt de kunstharslaag 16 van het tijdelijke hechtmateriaal 10 sterk aan het te plakken materiaal A gehecht en wordt het basismateriaal 12 in zwakke mate gehecht in verband met de aanwezigheid van de afstrooplaag 14. Derhalve kan, als weergegeven in fig.2, de rechtmatige ontvanger het basismateriaal 2 gemakkelijk van het te plakken materiaal afstropen en de geheime informatie zoals het saldo van het bankdeposito van de persoon daaronder waarnemen via de transparante delen van de kunstharslaag 16 en de hecht-laag 18.
Als voorbeelden van het basismateriaal 12 kunnen naast het materiaal, dat men bij de bovengenoemde uitvoeringsvorm vindt, worden genoemd synthetisch papier, films van cellofaan, polyetheen, polyester en dergelijke of een aluminiumfolie enz. doch het verdient de voorkeur een materiaal te kiezen, dat betrekkelijk zacht is aangezien anders dit tijdelijke hechtmateriaal 10 dat aan het te plakken materiaal A is gehecht, onopzettelijk zou losraken van het te plakken materiaal A en wel tegen de adhesie van de afstrooplaag 14 in.
Wanneer als het basismateriaal 12, dat een bijzonder goede afscheiding biedt, zoals aluminiumfolie is gekozen, kan de vorming van een afschermlaag, zoals bij de bovenbeschreven uitvoeringsvorm vervallen.
Ofschoon bij de bovenbeschreven uitvoeringsvorm continu papier in rolvorm als het basismateriaal 12 werd gekozen, kan het eveneens aanwezig zijn in velvorm.
Het oppervlak van het basismateriaal 12 kan worden bedrukt in een modus, welke geschikt is voor het te plakken materiaal A en wanneer het basismateriaal 12, de afstroop-laag 14 en de kunstharslaag 16 continu moeten zijn, kunnen markeringen voor het controleren van de toevoerspoed van het basismateriaal 12, zoals zwarte pijlen, worden gedrukt, zoals weergegeven in fig. 4.
Fig. 6A en fig. 6B zijn afbeeldingen, welke een tijdelijk hechtmateriaal als een modificatie van de bovenschreven uitvoeringsvorm tonen.
Zoals aangegeven in fig. 6A omvat het tijdelijke hechtmateriaal 60 een basismateriaal 62, een afstrooplaag 64, een transparante kunstharslaag 66, een hechtlaag 68 en een vrijgeefvel 70.
In dit tijdelijke hechtmateriaal 60 wordt een deel van de kunstharslaag 66 in een punt direct aan het basismateriaal 62 gehecht, als aangegeven in fig. 6B.
Waar de afstrooplaag 64 niet is gevormd wordt het basismateriaal 62 relatief sterk aan de kunstharslaag 66 gehecht, zodat er weinig kans bestaat, dat het basismateriaal 62 toevallig van de kunstharslaag 66 wordt afgestroopt zelfs wanneer de afstrooplaag 64 aanwezig is.
Thans zal een werkwijze voor het vervaardigen van het tijdelijke hechtmateriaal 60, weergegeven in fig. 6A en fig. 6B, in hoofdzaak onder verwijzing naar fig. 7 en fig. 8 worden beschreven.
Fig. 7 is een illustratieve afbeelding van een voorbeeld van een vervaardigingsinrichting voor een laminaat 72, gevormd door een laminering van het basismateriaal 62, de afstrooplaag 64 en de kunstharslaag 66.
De afgeheelde vervaardigingsinrichting 80 voor dit laminaat 72 omvat een vasthoudroi 82 om het strookvor-mige basismateriaal 62 in rolvorm vast te houden. Van het basismateriaal 62, dat door de vasthoudroi 82 wordt vastgehouden, wordt êên uiteinde naar buiten getrokken en dit uiteinde wordt in een tussenlaagsvrijgeefmiddelbekledings-eenheid 84 gevoerd.
Deze bekledingseenheid 84 dient om het oppervlak van het basismateriaal 62 te bedrukken of te bekleden met een tussenlaagsvrijgeefmiddel 64a, zoals was, en omvat twee rollen 86a en 86b.
Het vrijgeefmiddel 64a wordt aangebracht op de rol 86a. Wanneer de rollen 86a en 86b worden geroteerd, wordt het oppervlak van het basismateriaal 62, dat tussen deze rollen wordt gevoerd, bedrukt of bekleed met het vrijgeef-middel 64a behoudens wat betreft de genoemde punten.
Voor de bekledingseenheid 84 kan ook een bekle-dingsinrichting van een ander type of een bekende druk-inrichting zoals een offsetdrukinrichting of een zeefdruk-inrichting worden gebruikt.
Het basismateriaal 62, dat met dit vrijgeefmiddel 64a is bedrukt of bekleed, wordt dan door een droogeenheid 88 gevoerd om het vrijgeefmiddel 64a in vaste vorm te brengen.
Het laminaat met het vrijgeefmiddel 64a, dat zich in vaste toestand aan het oppervlak daarvan in de droogeenheid 88 bevindt, wordt dan door een kunstharsbekledings-eenheid 90 gevoerd om daarop een transparante kunstharslaag 66 te vormen.
In deze kunstharsbekledingseenheid 90 wordt het oppervlak van de afstrooplaag 64 met een juiste dikte, gevormd door het vast worden van het bovengenoemde vrijgeef-middel 64a, bedrukt of bekleed met een kunstharsmiddel 66a om daarop een kunstharslaag 66 te vormen.
Het laminaat 72, dat in deze kunstharsbekledingseenheid met het kunstharsmiddel 66a is bekleed, wordt op een juiste wijze in rolvorm opgewikkeld nadat het kunstharsmiddel 66a hard geworden is.
Het laminaat 72, dat in rolvorm is opgewikkeld, als weergegeven in fig. 8, wordt dan toegevoerd aan een lami-neereenheid 94 voor het vormen van een hechtlaag 68.
In deze lamineereenheid 94 bevindt zich een vrij-geefvel 70 in rolvorm, waarvan één uiteinde naar buiten wordt getrokken en in een hechtbekledingseenheid 96 wordt gevoerd om het oppervlak van het vrijgeefvel 70 te bedrukken of te bekleden met een hechtmiddel 68a, zoals een hechtmiddel van het drukgevoelige type.
De hechtbekledingseenheid 96 omvat twee rollen 98a en 98b.
Van de rol 98b is het onderste gedeelte in het hechtmiddel 68a in het bodemgedeelte van een reservoir 98c gedompeld. Wanneer de rollen 98a en 98b worden geroteerd, wordt het oppervlak van het vrijgeefvel 70 dan met het hechtmiddel 68a bedrukt of bekleed. Voor deze hechtbekledingseenheid 96 kan ook gebruik worden gemaakt van een bekledingsinrichting van een ander type of een drukinrich-ting van een ander type of een drukinrichting van een bekend type, zoals een offsetdrukinrichting of een zeefdruk-inrichting.
Het op deze wijze met het hechtmiddel 68a bedrukte of beklede vrijgeefvel 70 wordt daarna door een droogeenheid 100 gevoerd, welke bijvoorbeeld een verwarmingsinrichting omvat. In de droogeenheid 100 wordt het hechtmiddel 68a, dat door bedrukken of bekleden op het oppervlak van het vrijgeefvel 70 is aangebracht, gedroogd voor het vormen van de hechtmiddellaag 68. Het vrijgeefvel 70 met de daarop gevormde hechtmiddellaag68 wordt toegevoerd aan een lamineereenheid 102.
Ondertussen wordt het genoemde laminaat 72 in rolvorm op een afzonderlijke vasthoudrol 104 vastgehouden, en wordt één uiteinde van deze rol naar buiten getrokken waarbij dit uiteinde in de lamineereenheid 102 wordt inge bracht. De lamineereenheid 102 omvat twee rollen 106a en 106b. Tussen deze twee rollen 106a en 106b wordt het laminaat van het vrijgeefvel 70 en de hechtlaag 68 tezamen met het laminaat 72 zodanig gevoerd, dat de kunstharslaag 66 van het laminaat 72 zich hecht aan en wordt gelamineerd met de hechtlaag 68. Wanneer deze rollen 106a en 106b worden geroteerd worden het laminaat van de hechtlaag 68 enz. en de kunstharslaag 66 van het laminaat 72, welke deze rollen passeren, aan elkaar gehecht en daardoor wordt het tijdelijke hechtmateriaal 60 gevormd.
Het gevormde tijdelijke hechtmateriaal 60 wordt op een opneemrol 110 opgewikkeld teneinde in rolvorm te worden gehouden.
Wanneer dit materiaal moet worden gebruikt kan de rol worden afgewikkeld en zoals bovenbeschreven in de gewenste vorm worden geponst.
Bij elke uitvoeringsvorm kunnen de sneden langs alle randen van het basismateriaal worden gevormd. Wanneer de sneden op deze wijze worden gevormd kan het centrale gedeelte van het tijdelijke hechtmateriaal gemakkelijk worden afgestroopt. In dit geval kan, als weergegeven in fig.
9, wanneer elke snede bestaat uit een lineair snijgedeelte en een curvilineair snijgedeelte, waarbij een overlapping optreedt van een deel van één snede 224 en een deel van de volgende 224 in een richting voor het afstropen van het tijdelijke hechtmateriaal 210, het centrale gedeelte van het hechtmateriaal 210 gemakkelijk worden weggestroopt. Bovendien worden voor het gemakkelijk afstropen van het centrale gedeelte van het tijdelijke hechtmateriaal, als aangegeven in fig. 10 bijv., lineaire sneden 324 langs randen van het basismateriaal 312 gevormd, welke hellen, waardoor een overlapping optreedt van een deel van één snede 324 en een deel van de sneden 324 in een richting voor het afstropen van het tijdelijke hechtmateriaal 310.

Claims (9)

1. Tijdelijk hechtmateriaal, gekenmerkt door een basismateriaal, dat tenminste gedeeltelijk opaak is, een op het hoofdvlak van dit basismateriaal gevormde tussen-laagsafstrooplaag, een kunstharslaag, welke op het hoofdvlak van de afstrooplaag is gevormd, welke kunstharslaag tenminste gedeeltelijk transparant is, en een hechtmiddel-laag, welke op het hoofdvlak van de kunstharslaag is gevormd, welke hechtmiddellaag transparant is in een deel, dat overeenkomt met het transparante deel van de kunstharslaag.
2. Tijdelijk hechtmateriaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het basismateriaal is voorzien van een afschermlaag, welke op het hoofdvlak van de zijde is gevormd, waarop de afstrooplaag is gevormd.
3. Tijdelijk hechtmateriaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afstrooplaag wordt gevormd door bedrukken of bekleden met een was.
4. Werkwijze voor het vervaardigen van een tijdelijk hechtmateriaal,. met het kenmerk, dat een basismateriaal tenminste gedeeltelijk opaak wordt gemaakt, een kunstharsfilm of -vel gereed wordt gemaakt voor het vormen van een kunstharslaag, welke tenminste gedeeltelijk transparant is, op ëën hoofdvlak van de kunstharsfilm of het kunsthars-vel een hechtlaag wordt gevormd, welke transparant is in het deel, overeenkomende met het transparante deel van de kunstharsfilm of het kunstharsvel, een tussenlaagsvrijgeef-middel op ten minste ëën hoofdvlak van het basismateriaal of de kunstharsfilm of het kunstharsvel wordt gedrukt of als een bekleding daarop wordt aangebracht, en een tussen-laagsafstrooplaag tussen het basismateriaal en de kunstharsfilm of het kunstharsvel wordt gevormd door de kunstharsfilm of het kunstharsvel op het basismateriaal onder gebruik van het interlaagsvrijgeefmiddel te lamineren.
5. Werkwijze voor het vervaardigen van een tijdelijk hechtmateriaal volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het basismateriaal wordt voorzien van een afschermlaag, die op één hoofdvlak daarvan wordt gevormd.
6. Werkwijze voor het vervaardigen van een tijdelijk hechtmateriaal volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het tussenlaagsvrijgeefmiddel een was is.
7. Werkwijze voor het vervaardigen van een tijdelijk hechtmateriaal, met het kenmerk, dat een basismateriaal tenminste gedeeltelijk opaak wordt gemaakt, een tussenlaags-afstrooplaag wordt gevormd door een tussenlaagsvrijgeefmiddel op het hoofdvlak van dit basismateriaal te drukken of als bekleding aan te brengen, een kunstharslaag wordt gevormd, welke tenminste transparant is, en wel door een kunstharsmiddel op het hoofdvlak van de tussenlaagsafstroop-laag te drukken of als een bekleding daarop aan te brengen, en een hechtlaag op het oppervlak van de kunstharslaag wordt gevormd, welke hechtlaag transparant is in het deel, dat overeenkomt met het transparante deel van de kunstharslaag.
8. Werkwijze voor het vervaardigen van een tijdelijk hechtmateriaal volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het basismateriaal wordt voorzien van een afschermlaag, die op ëên hoofdvlak daarvan wordt gevormd.
9. Werkwijze voor het vervaardigen van een tijdelijk hechtmateriaal volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het tussenlaagsvrijgeefmiddel een was is.
NL8900642A 1988-09-14 1989-03-16 Tijdelijk hechtmateriaal en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. NL8900642A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP23130388 1988-09-14
JP63231303A JPH0279075A (ja) 1988-09-14 1988-09-14 貼着材

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8900642A true NL8900642A (nl) 1990-04-02

Family

ID=16921510

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8900642A NL8900642A (nl) 1988-09-14 1989-03-16 Tijdelijk hechtmateriaal en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
NL8900643A NL8900643A (nl) 1988-09-14 1989-03-16 Briefkaart en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Family Applications After (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8900643A NL8900643A (nl) 1988-09-14 1989-03-16 Briefkaart en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Country Status (6)

Country Link
JP (1) JPH0279075A (nl)
KR (1) KR900004898A (nl)
AU (2) AU3122989A (nl)
BE (1) BE1002257A5 (nl)
LU (2) LU87478A1 (nl)
NL (2) NL8900642A (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
KR101036053B1 (ko) * 2009-03-30 2011-05-19 주식회사 바이오스페이스 생체 임피던스 측정 장치 및 그 측정 방법
KR101036057B1 (ko) * 2009-03-24 2011-05-19 주식회사 바이오스페이스 생체 임피던스 측정 장치 및 그 측정 방법

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3900219A (en) * 1973-04-23 1975-08-19 American Bank Note Co Document having a concealed marking and method of making same
US4278199A (en) * 1979-07-09 1981-07-14 Yoshio Tanaka Post card
JPH065191Y2 (ja) * 1986-06-28 1994-02-09 狭山化工株式会社 シ−ル付郵便葉書
DE8710382U1 (de) * 1987-07-29 1987-09-10 Kolb, Rainer, 6951 Fahrenbach Korrespondenzkarte

Also Published As

Publication number Publication date
JPH0279075A (ja) 1990-03-19
LU87478A1 (fr) 1990-10-02
BE1002257A5 (fr) 1990-11-06
LU87477A1 (fr) 1990-10-02
NL8900643A (nl) 1990-04-02
AU3123189A (en) 1990-03-22
KR900004898A (ko) 1990-04-13
AU3122989A (en) 1990-03-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5568866A (en) Sample package
CA2015750C (en) Compound laminate containing diffraction elements
US5718098A (en) Method for producing sample package
US8419889B2 (en) Ultrasecure card package
US20010015554A1 (en) Apparatus and method for improved patch for business forms with integrated cards
US20020000718A1 (en) Apparatus and method for improved business form with integrated card
US5011190A (en) Temporarily sticking material
JP2001510405A (ja) 機密保護テープおよび機密保護スレッドの製造方法
NL8900642A (nl) Tijdelijk hechtmateriaal en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
US5005874A (en) Postcard and its manufacturing method
US5364217A (en) System for maintaining security of facsimile messages
GB2209992A (en) Peelable laminates
US5000485A (en) Postcard and its manufacturing method
US5135263A (en) Laminated identity card and a method for the manufacture thereof
GB2209993A (en) Postcards having peelable layers
NL8900644A (nl) Tijdelijk klevend materiaal en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
NL9000610A (nl) Briefkaart en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
NL9000611A (nl) Briefkaart en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
JP2824968B2 (ja) くじ付き郵便はがきおよびその製造方法
DE3831583A1 (de) Klebematerial fuer die temporaere haftung und verfahren zu seiner herstellung
NZ242647A (en) Laminate, for computerised automated sign making machine, having backing sheet, clear cover sheet and face sheet releasably adhered to cover sheet: method for making sign
NL9020378A (nl) Briefkaart en vervaardigingswerkwijze daarvoor.
NL8902285A (nl) Kleefmateriaalelement en briefkaart, waarin van dit element gebruik wordt gemaakt.
DE3545968A1 (de) Verfahren zum schuetzen einer aussenschicht und vorrichtung zum durchfuehren dieses verfahrens
JPH0279081A (ja) 貼着材

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed