NL8900047A - Railsysteem voor een stoellift of dergelijke, welk railsysteem aan of langs een trap is te monteren. - Google Patents

Railsysteem voor een stoellift of dergelijke, welk railsysteem aan of langs een trap is te monteren. Download PDF

Info

Publication number
NL8900047A
NL8900047A NL8900047A NL8900047A NL8900047A NL 8900047 A NL8900047 A NL 8900047A NL 8900047 A NL8900047 A NL 8900047A NL 8900047 A NL8900047 A NL 8900047A NL 8900047 A NL8900047 A NL 8900047A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rail
end part
pivot
rail system
lever
Prior art date
Application number
NL8900047A
Other languages
English (en)
Other versions
NL190191B (nl
NL190191C (nl
Original Assignee
Reus B V De
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19853924&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL8900047(A) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Reus B V De filed Critical Reus B V De
Priority to NLAANVRAGE8900047,A priority Critical patent/NL190191C/nl
Priority to JP2502392A priority patent/JPH03505859A/ja
Priority to AT90902396T priority patent/ATE120716T1/de
Priority to DE69018329T priority patent/DE69018329T2/de
Priority to PCT/NL1990/000003 priority patent/WO1990008091A1/en
Priority to EP90902396A priority patent/EP0408716B1/en
Publication of NL8900047A publication Critical patent/NL8900047A/nl
Priority to NO903916A priority patent/NO169763C/no
Priority to FI904455A priority patent/FI90962C/fi
Publication of NL190191B publication Critical patent/NL190191B/nl
Publication of NL190191C publication Critical patent/NL190191C/nl
Application granted granted Critical

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66BELEVATORS; ESCALATORS OR MOVING WALKWAYS
    • B66B7/00Other common features of elevators
    • B66B7/02Guideways; Guides
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66BELEVATORS; ESCALATORS OR MOVING WALKWAYS
    • B66B9/00Kinds or types of lifts in, or associated with, buildings or other structures
    • B66B9/06Kinds or types of lifts in, or associated with, buildings or other structures inclined, e.g. serving blast furnaces
    • B66B9/08Kinds or types of lifts in, or associated with, buildings or other structures inclined, e.g. serving blast furnaces associated with stairways, e.g. for transporting disabled persons
    • B66B9/0846Guide rail

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Automation & Control Theory (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Types And Forms Of Lifts (AREA)
  • Lift-Guide Devices, And Elevator Ropes And Cables (AREA)
  • Special Chairs (AREA)
  • Chairs Characterized By Structure (AREA)
  • Chair Legs, Seat Parts, And Backrests (AREA)

Description

Titel: Railsysteem voor een stoellift of dergelijke, welk railsysteem aan of langs een trap is te monteren
De uitvinding heeft betrekking op een railsysteem voor een stoellift of dergelijke, welk railsysteem aan of langs een trap is te monteren en is voorzien van een rail, die een verplaatsings-richting met een horizontale en een verticale component heeft en een einddeel omvat, dat ten opzichte van een onderuiteinde van een vast opgesteld te monteren raildeel zwenkbaar is tussen een stand waarin bedoeld einddeel in de verplaatsingsrichting vloeiend aansluit op bedoeld raildeel en een stand waarin bedoeld einddeel zich iri hoofdzaak bevindt in een verticaal vlak dat een in hoofdzaak rechte hoek insluit met de horizontale component van de verplaatsingsrichting bepaald door het onderuiteinde van het vast opgesteld te monteren raildeel.
Het wegzwenkbaar monteren van het einddeel van de rail heeft tot doel de rail in het verlengde van de trap zo min mogelijk een sta-in-de-weg te laten vormen. Immers om een stoellift op de gewenste en vereiste wijze tot op de vloer voor de trap te geleiden dient de rail zich tot enige afstand voorbij het uiteinde van de trap uit te strekken. Eindigt de trap, zoals vaak het geval is, in een zich dwars op de trap uitstrekkende hal of gang, dan vormt het voorbij het uiteinde van de trap uitstekende raildeel een hinderlijk obstakel. Door het uitstekende raildeel als weg te zwenken of klappen einddeel uit te voeren is de ondervonden hinder te verminderen.
Bij het ontwerpen van een dergelijke zwenkconstructie moet met een aantal zaken rekening worden gehouden. De rail heeft een geleidingsfunctie, die niet mag worden verstoord. Dit houdt in, dat de geleidingsvlakken vrij moeten blijven van scharnieruit-steeksels en -bevestigingsdelen. Verder zullen tussen vast raildeel en einddeel krachten en momenten moeten worden overgedragen zonder dat dat van feitelijke invloed is op de vloeiende overgang van raildeel naar einddeel. Bij bekende railsystemen van het bovenbedoelde type zijn de einddelen daartoe ten opzichte van het vast gemonteerde raildeel naar links of naar rechts wegzwenkbaar uitgevoerd. De zich dan in hoofdzaak verticaal uitstrekkende scharnieras biedt daarbij een goed uitgangspunt om de leivlak-overgang en het overdragen van krachten op de gewenste wijze te laten plaats hebben.
Evenwel kan het naar links of rechts zwenken of -klappen van het einddeel ook uiterst hinderlijk zijn. Afhankelijk van het aan de linker- of aan de rechterzijde van de trap gemonteerd zijn van het railsysteem betekent het naar rechts dan wel links zwenken van het einddeel dat dit het normale gebruik van de trap bemoeilijkt of zelfs belemmert. Een dergelijke opstelling zal bij voorkeur niet worden gekozen, doch in bepaalde gevallen noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld omdat het van de trap wegzwenken wordt voorkomen door een muur of een deur.
Met de uitvinding wordt beoogd het einddeel zodanig uit te voeren, dat dit in de weggeklapte of -gezwenkte stand het normale gebruik van de trap nauwelijks behindert en het wegklappen of -zwenken niet belemmerd kan worden door verder aanwezige deuren of muren, waarbij een juiste krachtenoverdracht en een vloeiende geleidingsvlakovergang behouden blijft.
Het gestelde doel wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt, doordat het einddeel vanuit de vloeiend op het vast opgesteld te monteren raildeel omhoog en in de richting van bedoeld raildeel zwenkbaar is tot in een verticale, tegen het onderuiteinde van bedoeld raildeel aanliggende stand. Door deze maatregelen is het einddeel met een kantel-zwenk-verplaatsing rechtop tegen het vaste raildeel te plaatsen. In die richting zijn geen obstructies te verwachten, daar dit de ruimte is waardoorheen de liftstoel zich moet verplaatsen om tot op de vloer voor de trap te geraken. Verder is door de kantel-zwenk-verplaatsing bewerkstelligd, dat bij het omlaag zwenken van het einddeel dit tot aanslag kan komen tegen het vaste einddeel, waardoor de gewenste krachtoverdracht en vloeiende leivlakovergang zijn te realiseren.
Een verder voordeel van de overeenkomstig de uitvinding voorgestelde maatregelen is, dat de constructie universeler is geworden, dat wil zeggen er hoeft geen rekening meer te worden gehouden met zwenkingen naar de ene of de andere kant, zoals dat bij de stand van de techniek het geval is, terwijl er bovendien zowel bij het ter linker als ter rechter zijde van de trap plaatsen van het railsysteem met gelijke constructiedelen kan worden volstaan. Dit maakt zowel fabricage als het in voorraad houden van onderdelen goedkoper en eenvoudiger.
De kantel-zwenk-verplaatsing is op relatief eenvoudige wijze te realiseren, als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding het einddeel gelegen in de vloeiend op bedoeld raildeel aansluitende stand op afstand van het onderuiteinde van dat raildeel is voorzien van ten minste een scharnieras, die door stuur- en verplaatsingsmiddelen een beweging kan krijgen opgelegd, die het einddeel in zijn gewenste verticale stand brengt. Het uiteinde van het vaste raildeel kan daarbij dienst doen als tweede opleg- of steunvlak voor het einddeel. Een voorkeur wordt er evenwel voor uitgesproken, dat in langsrichting van het einddeel twee onderling op afstand van elkaar gelegen schar-nierassen aanwezig zijn, waarvan er ten minste een door de stuur-en verplaatsingsmiddelen de gewenste beweging kan krijgen opgelegd, daar er dan op eenvoudige wijze voor kan worden zorg gedragen, dat het einddeel gedurende zijn gehele beweging nauwkeurig gestuurd wordt verplaatst.
Een of beide scharnierassen kunnen daarbij bestaan uit in een nokkenbaangleuf geleide pennen of asstompen. Een voorkeur wordt er evenwel voor uitgesproken, dat de scharnierassen elk zijn verbonden met het uiteinde van een zwenkhefboom, waarbij de andere uiteinden van die zwenkhefbomen onderling op afstand gelegen middels scharnierassen met de vaste wereld zijn verbonden en ten minste eën der zwenkhefbomen deel uit maakt van de stuur- en verplaatsingsmiddelen. Aldus is het op en neer zwenken van het einddeel op eenvoudige wijze te realiseren door het in rotatie aandrijven van een der scharnierassen aan de andere uiteinden van de zwenkhefbomen, bijvoorbeeld middels een electromotor, die vanaf de trapeinden of de stoellift is aan te sturen.
Overeenkomstig een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt er daarbij in voorzien, dat een der scharnierassen nabij het onderuiteinde van het einddeel is aangebracht en de met de andere scharnieras aan het einddeel samenwerkende zwenk-hefboom bij zijn scharnierende verbinding met de vaste wereld door een motor in rotatie aandrijfbaar is. De aandrijving is dan op de trap en in hoofdzaak onder het vaste raildeel op te stellen, terwijl het einddeel in zijn omlaag geklapte of gezwenkte stand aan zijn beide uiteinden op optimale wijze is te ondersteunen. Daarbij wordt er voor het bewerkstelligen van de kantel-zwenk-verplaatsing van het einddeel vanuit de hellende stand naar de in hoofdzaak verticale stand en omgekeerd een verdere voorkeur voor uitgesproken, dat de zwenkhefboom die samenwerkt met de nabij het onderuit-einde van het einddeel aangebrachte scharnieras, zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekt als het einddeel gelegen is in de vloeiend op bedoeld raildeel aansluitende stand en de met de andere scharnieras samenwerkende zwenkhefboom in die stand van het einddeel daarmee een scherpere hoek insluit dan de zwenkhefboom die samenwerkt met de nabij het onderuiteinde van het einddeel aangebrachte scharnieras, terwijl deze zwenkhefboom zich in zijn andere uiterste stand nagenoeg verticaal uitstrekt. Door deze maatregelen is het einddeel in beide uiterste standen in een door de zwaartekracht in stand gehouden stabiele, horizontale dan wel verticale ligging te brengen, terwijl de andere, niet aan de ondergelegen hefboom evenwijdig lopende hefboom de kantelbeweging tijdens het zwenken verzorgt.
De stabilisering van de met het onderuiteinde van het einddeel verbonden zwenkhefboom is daarbij maximaal te maken, als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de scharnieras aan het onderuiteinde van het einddeel in eenzelfde vlak is gelegen als de scharnierassen van de andere zwenkhefboom als het einddeel gelegen is in de vloeiend op bedoeld raildeel aansluitende stand. Aldus kan de met het onderuiteinde van het einddeel verbonden zwenkhefboom niet verder omlaag zwenken en is de onderste positie van het einddeel nauwkeurig vastgelegd bepaald.
Als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding een veer aanwezig is, die het einddeel in ten minste een van zijn eindstanden stabiliseert, alsmede althans het omhoog en in de richting van bedoeld raildeel zwenken van het einddeel bevordert, is een constructie verkregen, waarmee zowel het vasthouden in beide eindstanden is te bevorderen alsmede de kantel-zwenk-verplaatsing is te balanceren. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een veer, die met zijn ene uiteinde is bevestigd aan de zwenkhefboom die samenwerkt met de nabij het onderuiteinde van het einddeel aangebrachte scharnieras, en wel ongeveer halverwege de beide scharnierassen aan de uiteinden van die hefboom, terwijl het andere uiteinde van de veer met de andere hefboom is verbonden nabij de scharnieras daarvan die met de vaste wereld is verbonden. Alsdan is een constructie te verwezenlijken, waarbij de veer het einddeel in zijn beide eindstanden aantrekt, terwijl na het uit de neergeklapte eindstand halen de veer de omhoog zwenkende beweging van het einddeel ondersteunt en de neergaande beweging daarvan dempt.
Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding verdient het de voorkeur, dat in de stand waarin einddeel en raildeel vloeiend op elkaar aansluiten, het scheidingsvlak tussen beide zich in hoofdzaak verticaal uitstrekt. Als gevolg van de hellende stand van de rail betekent het in hoofdzaak verticale scheidingsvlak dat het einddeel steun neemt op het vaste raildeel, hetgeen een optimale krachtdoorleiding ten goede komt. Tevens is dan een kantel-zwenk-verplaatsing op probleemloze wijze in te zetten en te beëindigen, terwijl in de omhoog gezwenkte of geklapte stand het alsdan in hoofdzaak verticaal staande einddeel tegen een eveneens verticaal steunvlak kan rusten. Verder kan er nog in voorzien zijn, dat het einddeel vergrendelbaar is in beide uiterste standen, welke vergrendeling als gevolg van de kantel-zwenk-verplaatsing van het einddeel tegen het einde van die verplaatsing vrijwel automatisch tot stand kan zijn te brengen, bijvoorbeeld door gebruik te maken van wangen in haakvorm.
Onder verwijzing naar een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zal het railsysteem volgens de uitvinding thans nader worden besproken en toegelicht. Daarbij toont: fig. 1 in bovenaanzicht een stoellift met railsysteem volgens de uitvinding, waarbij onder de stoellift gelegen delen van het railsysteem met getrokken lijnen zijn weergegeven; fig. 2 een vooraanzicht van fig. 1, waarbij wederom thans achter de stoellift gelegen delen van het railsysteem, meer in het bijzonder van het omhoog zwenk- of klapbare einddeel, met getrokken lijnen zijn weergegeven; fig. 3 in bovenaanzicht het railsysteem met het einddeel in omhoog gezwenkte of geklapte toestand; en fig. 4 een vooraanzicht van fig. 3.
In fig. 1 en 2 is schematisch een stoellift 1 weergegeven, die langs een railsysteem 2 verplaatsbaar is. De wijze van geleiding en aandrijving van de stoellift 1 is verder niet getoond en zal niet worden besproken, daar deze voor het onderwerp van de onderhavige uitvinding niet van belang is.
Het railsysteem 2 is voorzien van een vast met een muur 3 en/of een trap 4 verbonden raildeel 5, waarop een omhoog zwenk- of klapbaar einddeel 6 aan sluit, dat in de fig. 1 en 2 in zijn omlaag geklapte eindstand is weergegeven, waarin het einddeel 6 in het verlengde van het vaste raildeel 5 is gelegen en daarop vloeiend aansluit. Het einddeel 6 strekt zich daarbij nagenoeg uit tot een vloer 7 voor de trap 4, zodat een gebruiker van de stoellift 1 zonder problemen van de stoellift 1 kan afstappen.
Zoals uit in het bijzonder fig. 1 blijkt, kan bij neergeklapte stand van het einddeel 6 een deur 8 niet worden geopend, als deze op de in fig. 3 is weergegeven zwenkt, welke zwenkrich-ting gebruikelijk is als de deur 8 een voordeur is. Om een verticale as wegzwenken van het einddeel 6 in de richting van de deur 8 biedt in het onderhavige geval geen oplossing, omdat daarvoor niet voldoende ruimte aanwezig is. In situaties waar wel voldoende ruimte aanwezig is, bevindt zich naast de trap 4 veelal een deur naar een andere ruimte, zoals een toilet, een opbergkast, een meterkast of dergelijke. Wegzwenken in die richting zou dan die deur blokkeren. Wegzwenken in de andere richting brengt het einddeel 6 dwars voor de trap 4 en belemmert het normale gebruik daarvan. Overeenkomstig de uitvinding wordt daarom voorgesteld het einddeel 6 naar achteren en omhoog te zwenken, zoals is weergegeven in de fig. 3 en 4.
Daartoe is het einddeel 6 scharnierbaar verbonden met zowel een zwenkhefboom 9 als een zwenkhefboom 10, die elk bestaan uit twee hefboomarraen opgesteld ter weerszijden van de rail. Het ene uiteinde van de zwenkhefboom 9 is middels een scharnieras 11 gekoppeld aan het onderuiteinde van het einddeel 6, terwijl het andere uiteinde van de zwenkhefboom 9 middels een scharnieras 12 is verbonden met een steunconstructie 13, die vast is verbonden met de trap 4. De zwenkhefboom 10 is met zijn ene uiteinde via een scharnieras 14 gekoppeld aan de steunconstructie 13 en met zijn andere uiteinde middels een scharnieras 15 aan het einddeel 6. Ten einde de geleidingsvlakken van het einddeel 6 niet te beïnvloeden zijn de scharnierassen 11 en 15 niet direct in het einddeel 6 aangebracht, doch in daarmee vast verbonden delen 16 en 17. De plaatsing van de scharnierassen ten opzichte van elkaar is daarbij zodanig gekozen, dat in de neergeklapte stand van het einddeel 6 zoals weergegeven in fig. 2 de scharnierassen 11, 14 en 15 in hoofdzaak op één lijn zijn gelegen, hetgeen inhoudt, dat de zwenkhefboom 9 niet verder omlaag kan zwenken dan de in fig. 2 getoonde stand oftewel dat er een uiterst stabiele liftgeleidings- en -draagstand voor het einddeel 6 is bewerkstelligd.
Deze stabiele stand wordt nog verder bevorderd door schei-dingsvlak 18 tussen het vaste raildeel 5 en het einddeel 6 een in hoofdzaak verticale stand te geven, waardoor het einddeel 6 bij belasting door de liftstoel 1 ter plaatse van het scheidingsvlak 18 steun neemt tegen het vaste raildeel 5. Opgemerkt zij nog, dat het scheidingsvlak 18 zich doorzet in het deel 17, dat vast met het einddeel 6 en het vaste raildeel 5 is verbonden.
Voor het vanuit de in fig. 2 getoonde stand omhoog zwenken van het einddeel 6 tot in de in fig. 4 getoonde stand of omgekeerd is een motor 19 aanwezig, die de scharnieras 14 kan doen roteren. De activering van de motor 19 kan zodanig zijn ingericht, dat deze vanaf de trapeinden of vanaf de stoellift 1 stuurbaar is.
De opgeklapte of omhoog gezwenkte stand van het einddeel 6 is weergegeven in de fig. 3 en 4. Zoals duidelijk uit fig. 3 moge blijken, kan in deze stand de deur 8 ongehinderd openzwenken, terwijl het normale gebruik van de trap 4 vrijwel niet wordt belemmerd. Ook zal het duidelijk zijn, dat bij aanwezigheid van een deur naast de trap deze deur niet wordt geblokkeerd door het einddeel 6 in zijn opgeklapte stand.
In de in fig. 4 getoonde stand rust het einddeel 6 tegen het onderuiteinde van het vaste raildeel 5, hetgeen een stabiele ligging oplevert. Doordat het einddeel tijdens het verplaatsen zowel een zwenking als een kanteling uitvoert, is nog, en wel dóór die beweging, op relatief eenvoudige wijze een vergrendeling tot stand te brengen middels in de tekening niet weergegeven wangen in haakvorm aan het einddeel en een vast deel, welke wangen bij het einde van de kantel-zwenk-verplaatsing automatisch met elkaar in ingrijping komen. Een dergelijke vergrendeling is uiteraard ook in de omlaag gezwenkte of neergeklapte stand te verwezenlijken.
In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is het railsysteem in opwaartse richting van de trap 4 gezien aan de linker zijde daarvan aangebracht. Het zal uit de tekening, en in het bijzonder uit de bovenaanzichten, duidelijk zijn, dat het railsysteem 2 even goed aan de rechter zijde van de trap 4 had kunnen zijn aangebracht; alleen de motor 19 had dan aan de andere zijde moeten worden geplaatst, hetgeen met een eenvoudige constructieve ingreep mogelijk is.
De stabilisering in de beide eindstanden is nog te verbeteren door een schematisch aangeduide trekveer 21 te spannen tussen een bevestigingspunt 22 op de zwenkhefboom 10 nabij de scharnieras 14 en een bevestigingspunt 23 op de zwenkhefboom 9. In de in fig. 2 weergegeven, neergeklapte stand heeft de trekveer 21 geen invloed vanwege het in lijn liggen van de assen 11, 14 en 15 en het door zijn verst uitgerekte stand verplaatst zijn van de trekveer 21. Bij het uit die stand halen voor het opklappen wordt de trekveer 21 iets verder wordt uitgerekt, waarna de trekveer 21 gaat samentrekken en aldus het opklappen ondersteunt. In de opgeklapte eindstand, weergegeven in fig. 4, bevindt de trekveer 21 zich in zijn meest samengetrokken stand, waardoor deze opgeklapte stand eveneens stabiel is. Verder dempt de trekveer 21 tijdens het omlaag bewegen van het einddeel 6 de door de zwaartekracht versterkte zwenking. Zodoende stabiliseert de trekveer 21 het einddeel 6 in zijn beide eindstanden en balanceert de beweging daarvan bij de verplaatsing tussen de twee eindstanden, hetgeen zowel bij hand- als bij motorbediening van voordeel is.
Opgemerkt wordt, dat er binnen het kader van de uitvinding vele wijzigingen en varianten mogelijk zijn. Zo is bijvoorbeeld het scharnierpunt 12 op de eerste trede van de trap 4 te plaatsen, waardoor het opgeklapte einddeel tot geheel binnen het trapvlak is te brengen, dat wil zeggen in fig. 3 naar rechts gezien tot achter de lijn 20. Tijdens de zwenk-kantel-verplaatsing beschrijven de scharnierassen 11 en 15 een bepaalde baan. In plaats van door de zwenkhefbomen 9 en 10 kunnen die banen, of kan een van die banen, bepaald worden door de scharnierassen, of een der scharnierassen, te laten schuiven en draaien in een geleidingsgleuf. Daar het einddeel 6 in de in fig. 2 getoonde stand steun kan nemen tegen het vaste raildeel 5 kan in principe ook worden volstaan met slechts één zwenkhefboom, zij het dat dan steeds in een vergrendeling bij het scheidingsvlak 18 moet worden voorzien als een geleidingssteun van de stoellift 1 tot voorbij de scharnieras aan het einddeel kan verplaatsen. Uit stabiliteitsoverwegingen verdient dan ook een ten minste dubbele aangrijping op het einddeel 6 de voorkeur. In plaats van de trekveer 21 kan er ook een torsie-veer of een gasveer aanwezig zijn voor het bevorderen van de stabilisering in de eindstanden en het vergemakkelijken van de kantel-zwenk-verplaatsing.

Claims (12)

1. Railsysteem (2) voor een stoellift (1) of dergelijke, welk railsysteem (2) aan of langs een trap (4) is te monteren en is voorzien van een rail (5,6), die een verplaatsingsrichting met een horizontale en een verticale component heeft en een einddeel (6) omvat, dat ten opzichte van een onderuiteinde van een vast opgesteld te monteren raildeel (5) zwenkbaar is tussen een stand waarin bedoeld einddeel (6) in de verplaatsingsrichting vloeiend aansluit op bedoeld raildeel (5) en een stand waarin bedoeld einddeel (6) zich in hoofdzaak bevindt in een verticaal vlak dat een in hoofdzaak rechte hoek insluit met de horizontale component van de verplaatsingsrichting bepaald door het onderuiteinde van het vast opgesteld te monteren raildeel (5), met het kenmerk, dat het einddeel (6) vanuit de vloeiend op het vast opgesteld te monteren raildeel (5) omhoog en in de richting van bedoeld raildeel (5) zwenkbaar is tot in een verticale, tegen het onderuiteinde van bedoeld raildeel (5) aanliggende stand.
2. Railsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het einddeel (6) gelegen in de vloeiend op bedoeld raildeel (5) aansluitende stand op afstand van het onderuiteinde van dat raildeel (5) is voorzien van ten minste een scharnieras (11;15), die door stuur- en verplaatsingsmiddelen (10,14,19) een beweging kan krijgen opgelegd, die het einddeel (6) in zijn gewenste verticale stand brengt.
3. Railsysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat in langsrichting van het einddeel (6) twee onderling op afstand van elkaar gelegen scharnierassen (11,15) aanwezig zijn, waarvan er ten minste een (15) door de stuur- en verplaatsingsmiddelen (10,14,19) de gewenste beweging kan krijgen opgelegd.
4. Railsysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de scharnierassen (11,15) elk zijn verbonden met het uiteinde van een zwenkhefboom (9,10), waarbij de andere uiteinden van die zwenkhef-bomen onderling op afstand gelegen middels scharnierassen (12,14) met de vaste wereld zijn verbonden en ten minste een der zwenkhef- bomen (10) deel uit maakt van de stuur- en verplaatsingsmiddelen (10,14,19).
5. Railsysteem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een der scharnierassen (12) nabij het onderuiteinde van het einddeel (6) is aangebracht en de met de andere scharnieras (15) aan het einddeel (6) samenwerkende zwenkhefboom (10) bij zijn scharnierende verbinding met de vaste wereld door een motor (19) in rotatie aandrijfbaar is.
6. Railsysteem volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de zwenkhefboom (9) die samenwerkt met de nabij het onderuiteinde van het einddeel (6) aangebrachte scharnieras (11), zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekt als het einddeel (6) gelegen is in de vloeiend op bedoeld raildeel (5) aansluitende stand en de met de andere scharnieras (15) samenwerkende zwenkhefboom (10) in die stand van het einddeel (6) daarmee een scherpere hoek insluit dan de zwenkhefboom (9) die samenwerkt met de nabij het onderuiteinde van het einddeel (6) aangebrachte scharnieras (11), terwijl deze zwenkhefboom (9) zich in zijn andere uiterste stand nagenoeg verticaal uitstrekt.
7. Railsysteem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de scharnieras (11) aan het onderuiteinde van het einddeel (6) in eenzelfde vlak is gelegen als de scharnierassen (14,15) van de andere zwenkhefboom (10) als het einddeel (6) gelegen is in de vloeiend op bedoeld raildeel (5) aansluitende stand.
8. Railsysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een veer (21) aanwezig is, die het einddeel (6) in ten minste een van zijn eindstanden stabiliseert, alsmede althans het omhoog en in de richting van bedoeld raildeel (5) zwenken van het einddeel (6) bevordert.
9. Railsysteem volgens een conclusie 7 en 8, met het kenmerk, dat de veer (21) met zijn ene uiteinde is bevestigd aan de zwenkhefboom (9) die samenwerkt met de nabij het onderuiteinde van het einddeel (6) aangebrachte scharnieras (11), en wel ongeveer halverwege de beide scharnierassen (11,12) aan de uiteinden van die hefboom (9), terwijl het andere uiteinde van de veer (21) met de andere hefboom (10) is verbonden nabij de scharnieras (14) daarvan die met de vaste wereld is verbonden.
10. Railsysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de stand waarin einddeel (6) en raildeel (5) vloeiend op elkaar aansluiten, het scheidingsvlak (18) tussen beide zich in hoofdzaak verticaal uitstrekt.
11. Railsysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het einddeel (6) zich in beide uiterste standen in een door de zwaartekracht in stand gehouden stabiele stand bevindt.
12. Railsysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het einddeel (6) vergrendelbaar is in beide uiterste standen.
NLAANVRAGE8900047,A 1988-01-10 1989-01-10 Railsysteem voor een stoellift of dergelijke, welk railsysteem aan of langs een trap is te monteren. NL190191C (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NLAANVRAGE8900047,A NL190191C (nl) 1989-01-10 1989-01-10 Railsysteem voor een stoellift of dergelijke, welk railsysteem aan of langs een trap is te monteren.
PCT/NL1990/000003 WO1990008091A1 (en) 1989-01-10 1990-01-10 A railsystem for a chair lift or the like, which is mounted on or along a flight of stairs
AT90902396T ATE120716T1 (de) 1989-01-10 1990-01-10 Schienensystem für einen stuhllift oder dergleichen, der auf oder entlang einer treppe montiert ist.
DE69018329T DE69018329T2 (de) 1989-01-10 1990-01-10 Schienensystem für einen stuhllift oder dergleichen, der auf oder entlang einer treppe montiert ist.
JP2502392A JPH03505859A (ja) 1988-01-10 1990-01-10 階段の上又は階段に沿つて設けられ、チエアリフト等に使用されるレール装置
EP90902396A EP0408716B1 (en) 1989-01-10 1990-01-10 A railsystem for a chair lift or the like, which is mounted on or along a flight of stairs
NO903916A NO169763C (no) 1989-01-10 1990-09-07 Skinnesystem for stolheis e.l., som er montert paa eller langs et trappeloep.
FI904455A FI90962C (fi) 1989-01-10 1990-09-10 Johdejärjestelmä tuolihissiä tai sen tapaista varten

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8900047 1988-01-10
NLAANVRAGE8900047,A NL190191C (nl) 1989-01-10 1989-01-10 Railsysteem voor een stoellift of dergelijke, welk railsysteem aan of langs een trap is te monteren.

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8900047A true NL8900047A (nl) 1990-08-01
NL190191B NL190191B (nl) 1993-07-01
NL190191C NL190191C (nl) 1993-12-01

Family

ID=19853924

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8900047,A NL190191C (nl) 1988-01-10 1989-01-10 Railsysteem voor een stoellift of dergelijke, welk railsysteem aan of langs een trap is te monteren.

Country Status (8)

Country Link
EP (1) EP0408716B1 (nl)
JP (1) JPH03505859A (nl)
AT (1) ATE120716T1 (nl)
DE (1) DE69018329T2 (nl)
FI (1) FI90962C (nl)
NL (1) NL190191C (nl)
NO (1) NO169763C (nl)
WO (1) WO1990008091A1 (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB9117965D0 (en) * 1991-08-20 1991-10-09 Stannah Stairlifts Ltd Platform mechanism for a stair-lift
GB2296908B (en) * 1995-01-10 1998-04-08 Liftability Limited A stairlift
WO1997026207A1 (nl) * 1996-01-17 1997-07-24 Otto Ooms B.V. Railsysteem voor een traplift
NL1002392C2 (nl) * 1996-02-20 1997-08-21 Ooms Otto Bv Railsysteem voor een traplift.
NL1018443C2 (nl) * 2001-07-03 2003-01-08 Freelift Bv Geleider voor langs een trap.
NL1023592C2 (nl) * 2003-06-04 2004-12-07 Freelift Bv Inrichting voor transport langs trap met geleider.
CN107555292B (zh) * 2017-09-30 2023-05-05 南京理工大学 一种用于楼道内的导轨式电梯
CN109110614B (zh) * 2018-10-19 2019-12-17 希姆斯电梯(中国)有限公司 一种直线梯翻转导轨的制作方法

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1000555A (en) * 1960-08-29 1965-08-04 Albert Cousins Improvements in or relating to lifting devices
US3216369A (en) * 1963-10-25 1965-11-09 Larry G Mckinney Lift and load control assembly
EP0047574A1 (en) * 1980-09-05 1982-03-17 Abex Corporation Wheelchair lift
DE3213774A1 (de) * 1982-04-14 1983-10-20 Erich 8263 Burghausen Unterreiter Treppenaufzug, insbesondere fuer einen krankenfahrstuhl
DE3719947A1 (de) * 1987-06-15 1989-01-05 Hornstein Helmut Frhr Von Mobile transporthilfe fuer treppen, schiefe ebenen und rampen

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1000555A (en) * 1960-08-29 1965-08-04 Albert Cousins Improvements in or relating to lifting devices
US3216369A (en) * 1963-10-25 1965-11-09 Larry G Mckinney Lift and load control assembly
EP0047574A1 (en) * 1980-09-05 1982-03-17 Abex Corporation Wheelchair lift
DE3213774A1 (de) * 1982-04-14 1983-10-20 Erich 8263 Burghausen Unterreiter Treppenaufzug, insbesondere fuer einen krankenfahrstuhl
DE3719947A1 (de) * 1987-06-15 1989-01-05 Hornstein Helmut Frhr Von Mobile transporthilfe fuer treppen, schiefe ebenen und rampen

Also Published As

Publication number Publication date
FI904455A0 (fi) 1990-09-10
NO903916D0 (no) 1990-09-07
NO903916L (no) 1990-09-07
DE69018329T2 (de) 1996-01-11
EP0408716B1 (en) 1995-04-05
FI90962B (fi) 1994-01-14
EP0408716A1 (en) 1991-01-23
ATE120716T1 (de) 1995-04-15
WO1990008091A1 (en) 1990-07-26
DE69018329D1 (de) 1995-05-11
FI90962C (fi) 1994-04-25
NO169763C (no) 1992-08-05
NL190191B (nl) 1993-07-01
JPH03505859A (ja) 1991-12-19
NL190191C (nl) 1993-12-01
NO169763B (no) 1992-04-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4215899A (en) Cabin for trucks with trailer-fixtures
NL1014248C2 (nl) Railsamenstel met naar de beginstand geleidende inrichting en koppelinrichting.
FI81245C (fi) Stol med sits- och ryggstoedsunderstoed som kan lutas bakaot.
US9435126B2 (en) Folding stairs, especially light wooden stairs
US5832980A (en) Floating pivot sliding and swinging panel construction for doors and the like
US5975830A (en) Under floor wheelchair lift
NL8900047A (nl) Railsysteem voor een stoellift of dergelijke, welk railsysteem aan of langs een trap is te monteren.
US5174411A (en) Ladder improvements
US4134629A (en) Pivotable shelving having an associated pivotable door
US4848244A (en) Fold-away hinge and support
US4652046A (en) Retractable folding chair
EP0755860A1 (fr) Siège transformable en couchette pour aéronef
EP0704402A1 (en) Device for linking elevator car door and landing door
CN113874593A (zh) 具有由移位装置保持的门的家具件
HU207367B (en) Erecting floor of foldable supporting structure for cradling
HU216417B (hu) Vezetőszerkezettel rendelkező, eltolható elem
US6623223B1 (en) Auto rack deck hinge arrangement
JPH035584A (ja) ドア或いはフラップを家具本体の支持壁にヒンジ止めするためのヒンジ
EP3392430B1 (fr) Trappe de visite
EP0802143B1 (fr) Dispositif mécanique de sécurité pour l'utilisateur d'élévateur entre deux niveaux
NL8120332A (nl) Tuimelraam.
US4344369A (en) Table with extensible top
JP3311531B2 (ja) 門扉の車輪支持装置
NL1016489C2 (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.
US3442318A (en) Bi-fold door with standard components

Legal Events

Date Code Title Description
A1C A request for examination has been filed
TNT Modifications of names of proprietors of patents or applicants of examined patent applications

Owner name: THYSSEN DE REUS B.V.

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20030801