NL1023592C2 - Inrichting voor transport langs trap met geleider. - Google Patents

Inrichting voor transport langs trap met geleider. Download PDF

Info

Publication number
NL1023592C2
NL1023592C2 NL1023592A NL1023592A NL1023592C2 NL 1023592 C2 NL1023592 C2 NL 1023592C2 NL 1023592 A NL1023592 A NL 1023592A NL 1023592 A NL1023592 A NL 1023592A NL 1023592 C2 NL1023592 C2 NL 1023592C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
segment
carriage
tiltable
guide
along
Prior art date
Application number
NL1023592A
Other languages
English (en)
Inventor
Martinus Josephus Hester
Dennis Vroegindeweij
Original Assignee
Freelift Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Freelift Bv filed Critical Freelift Bv
Priority to NL1023592A priority Critical patent/NL1023592C2/nl
Priority to JP2006508556A priority patent/JP4411320B2/ja
Priority to EP04748626A priority patent/EP1633670B1/en
Priority to DE602004025465T priority patent/DE602004025465D1/de
Priority to PCT/NL2004/000394 priority patent/WO2004108578A1/en
Priority to US10/558,460 priority patent/US7523807B2/en
Priority to AT04748626T priority patent/ATE457290T1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1023592C2 publication Critical patent/NL1023592C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66BELEVATORS; ESCALATORS OR MOVING WALKWAYS
    • B66B9/00Kinds or types of lifts in, or associated with, buildings or other structures
    • B66B9/06Kinds or types of lifts in, or associated with, buildings or other structures inclined, e.g. serving blast furnaces
    • B66B9/08Kinds or types of lifts in, or associated with, buildings or other structures inclined, e.g. serving blast furnaces associated with stairways, e.g. for transporting disabled persons
    • B66B9/0846Guide rail

Description

INRICHTING VOOR TRANSPORT LANGS TRAP MET GELEIDER
5 De onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor transport langs een trap van personen en/of goederen, zoals een traplift of een traploophulp, welke trap zich uit'strekt tussen twee plateau's. De geleider wordt gebruikt om hierlangs een wagen, bijv. een drager of een traploophulp, te 10 geleiden. De drager dient bijvoorbeeld als stoel voor het transport van een persoon, zoals in het geval van het voornoemde voorbeeld van een traplift. De uitvinding betreft evenzeer een geleider op zich voor een dusdanige inrichting.
Volgens de bekende techniek kan de geleider zijn 15 gevormd door een enkelvoudige buis met daarop aangrijpingsmiddelen voor de drager, die zich langs de als buis vormgegeven geleider dient te verplaatsen. Het is tevens mogelijk, dat meer dan één bijvoorbeeld als buis vormgegeven geleider is aangebracht. Een als enkele buis vormgegeven 20 geleider strekt zich echter noodzakelijkerwijs voor een behoorlijk functioneren van de drager uitstrekt in gebieden, waar deze een belemmering kan vormen voor andere personen. Bijvoorbeeld in het geval van een traplift strekt een als buis vormgegeven geleider zich onder aan een trap uit tot in 25 een gang of hal of overloop om de drager of traploophulp een afdoende bewegingsbereik te kunnen verschaffen. Echter, aldaar vormt deze een belemmering voor vrije doorgang van goederen en personen die niet van de inrichting gebruik Hoeven te maken. Een dergelijke belemmering kan zelfs een 30 obstakel zijn, wanneer het gevaar bestaat, dat iemand, die voorbij wandelt, hierachter blijft haken. Een dergelijk nadeel is zelfs aanzienlijk, als wordt bedacht, dat een » gebruiker van bijv. een traplift veelal slecht ter been is.
Λ Λ ft Tf P Λ ft Η I Aldus vormt de geleider van de traplift, die dient als hulp I om de trap te bestijgen of hiervan af te dalen, een forse I belemmering voor dezelfde gebruiker. Ook kan een uitstekend I deel van een dergelijke geleider een belemmering vormen voor 5 het openen of sluiten van deuren op een overloop of in een I hal.
I Opgemerkt wordt dat de plateau's gewoonlijk ook wel I worden aangeduid als de hal of een overloop van een gebouw, I of kunnen vergelijkbare elementen van een gebouw omvatten, I 10 waar de trap van of naar toe loopt.
I Er zijn inrichtingen bekend, waarvan de geleider uit I stationaire en beweegbare componenten bestaat. Daarbij is in I de bekende techniek telkens gebruik gemaakt van een I afzonderlijke aandrijving voor beweging van de of het I 15 stationaire component of componenten. Hierdoor wordt de I besturing complex en worden mogelijke uitvoeringsvormen I kostbaar door de complexe besturing en het gebruik van een aanvullende motor. Ook beveiliging van een dusdanige I inrichting is vereist, bijvoorbeeld om te voorkomen dat I 20 ledematen klem kunnen komen te zitten tussen de ten opzichte I van elkaar beweegbare delen, of dat de wagen door rijdt langs I de geleider, terwijl die delen niet zijn uitgelijnd. Dit I laatste zou kunnen leiden tot een gevaarlijk situatie, waarbij de wagen van de geleider los kan komen.
I 25 Met de onderhavige uitvinding is beoogd om de bovengenoemde en andere nadelen van de bekende techniek te I verhelpen of althans te verminderen. Hiertoe vertoont een inrichting volgens de uitvinding de eigenschappen van H conclusie 1.
I 30 In een inrichting volgens de uitvinding is het I mogelijk gemaakt dat van de voortbeweging van de wagen I gebruik wordt gemaakt om de kantelbeweging te verwezenlijken.
Met een dusdanige manier om het kantelen te verwezenlijken 3 wordt een betrouwbare en veilige oplossing geboden voor dè problemen van de bekende techniek, zonder aanvullende motoren of complexe besturing daarvan.
Bij voorkeur vertoont een inrichting volgens de 5 uitvinding verder de eigenschappen van conclusie 2. Als de arm in de lengterichting van de geleider wordt bewogen na aangrijping van de langs bewegende wagen met de aangrijpingsmiddelen, zorgt de overbrenging voor een geschikte kantelbeweging van het kantelbare segment, omdat de 10 overbrenging is gekoppeld met het kantelbare segment. Daarbij kan de inrichting de eigenschappen van conclusie 3 vertonen. Een voorbij bewegende wagen wordt dan door de hefboom aangegrepen, en gezwenkt als gevolg van de beweging van de wagen. De verbinding zorgt dan voor de beweging van de arm, 15 hetgeen door de koppeling tussen de arm en het kantelbare segment leidt tot kantelen van dat segment.
Verder kan een inrichting volgens de uitvinding de eigenschappen van conclusie 4 vertonen. Een beveiliging is wegens bovengenoemde redenen nodig, en kan volgens de 20 uitvinding conform conclusie 5 worden verwezenlijkt, als dan een verbinding tussen de arm en de hefboom is aangebracht, die is ingericht om verbroken te worden bij de drempelweerstand of een hogere weerstand. Vanzelfsprekend kan dit ook aan de ander kant van de scheiding tussen de 25 segmenten worden verwezenlijkt, d.w.z. aan de zijde van het kantelbare segment, waar de arm daarop inwerkt, of aan beide zijden.
In nog een andere uitvoeringsvorm vertoont een inrichting volgens de uitvinding de eigenschappen van 30 conclusie 6. Een transmissie met een geselecteerde overbrengingsverhouding heeft als voordeel, dat beide standen van het kantelbare segment goed definieerbaar zijn. Bijvoorbeeld in een bovenbeschreven uitvoeringsvorm met een I beveiliging tegen de invloed van een belemmering bij in- of I uitklappen van het kantelbare segment, kan het wenselijk zijn I om te voorkomen, dat het kantelbare segment door een dood I punt heen moet worden bewogen, bijvoorbeeld een stand I 5 rechtop, maar dat de stand rechtop afdoende is om de ruimte I van het plateau vrij te geven. Daarbij kan de I overbrengingsverhouding worden gekozen om die stand rechtop en een stand exact in het verlengde van het stationaire I segment te bewerkstelligen. Daarbij speelt de beweging van de I 10 arm ook een rol, zodat de uitvoeringsvorm van conclusie 7 een gunstige en relatief eenvoudige wijze biedt om die standen - I rechtop en in lijn met het stationaire segment - te I verzekeren. Tevens is aldus de snelheid in te stellen of te I selecteren, waarmee het kantelbare segment tussen de standen I 15 wordt gekanteld.
I Zoals reeds is opgemerkt, betreft de uitvinding I tevens een geleider op zich voor een inrichting in één van de bovenbeschreven of andere uitvoeringsvormen van de uitvinding.
I 20 Hieronder zullen de bovengenoemde en andere I eigenschappen en voordelen van de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een specifiek uitvoeringsvoorbeeld, waartoe de uitvinding echter geenszins I is beperkt. De uitvoeringsvorm is in de bijgevoegde I 25 tekeningen getoond, waarin: I Fig. 1 een perspectivisch aanzicht toont van een als I traplift vormgegeven inrichting met een geleider, I beide volgens de onderhavige uitvinding; 30 Fig. 2 een achteraanzicht toont van de inrichting met I geleider van fig. 1; « 5
Pig. 3 een uiteengenomen aanzicht toont van het samenstel van componenten dat te gebruiken is om tot een configuratie volgens figuur 2 te komen; en Fig.4 een aanzicht toont van een detail van figuur 3.
5
In fig. 1 is traplift 1 in perspectivisch aanzicht weergegeven als mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding! De traplift 1 omvat een als drager 3 vormgegeven wagen, die langs een geleider 2 verplaatsbaar is, welke geleider 2 op 10 zich tevens volgens de onderhavige uitvinding is vormgegeven. De drager 3 is langs de geleider 2 verplaatsbaar met behulp van een (niet getoonde) motor in motorkast 4. Deze motor in de motorkast 4 is bijvoorbeeld elektrisch en grijpt met tandwielen aan op tandheugelbaan 5, welke zich langs de 15 gehele geleider 2 uitstrekt.
Uit figuur 1 blijkt duidelijk dat als de drager 3 vormgegeven wagen omhoog zou worden bewogen langs de geleider 2 en geen verdere maatregelen zouden zijn getroffen, een met streep-stippellijnen aangeduid gedeelte van de geleider 2 uit 20 zou steken in de ruimte 6 voor de trap 7. Het uitstekende gedeelte van de geleider 2 in de betreffende ruimte 6 zou een belemmering vormen. Echter, de geleider 2 is voorzien van een kantelmechanisme 8, waardoor de geleider 2 is onderverdeeld in een stationair segment 9 en een kantelbaar segment 10. Het 25 kantelbare segment 10 is door middel van het kantelmechanisme 8 terug te klappen uit de ruimte 6, zodat het kantelbare segment 10 niet langer een belemmering of een obstakel vormt in de ruimte 6, die is gelegen vóór de trap 7. De kantelbeweging is met pijl A in fig. 1 weergegeven en het 30 blijkt duidelijk, dat het kantelbare segment 10 in uit de ruimte 6 gekantelde toestand niet langer een belemmering of obstakel vormt voor de trap 7. Het kantelbare segment 10 is vanuit de met doorgetrokken lijnen weergegeven stand te 6 kantelen naar de met streep-stippellijnen weergegeven positie, zodat de uit drager 3 en motorkast 4 gevormde wagen de hele afstand tot in de ruimte 6 kan afleggen. Het kantelbare segment 10 wordt aldus uitgeklapt, als de wagen 5 3,4 in aantocht is langs de rail, waartoe een overbrenging 14 wordt toegepast.
De inrichting omvat de overbrenging 14 voor omzetting van een beweging van de wagen of de motorkast 4 daarvan in een kantelbeweging van het kantelbare segment 10.
10 Het kantelmechanisme 14 is in meer detail weergegeven in figuren 2 en 3, die hieronder gezamenlijk beschreven worden.
Aan het stationaire segment 9 is met zwenkas 12 zwenkbaar een hefboom 11 aangebracht. De hefboom 11 is 15 zwenkbaar tussen een met doorgetrokken lijnen weergegeven positie en een met een streeplijn aangeduide positie. De posities sluiten een hoek in, waarbij de posities in hoofdzaak symmetrisch zijn gelegen ten opzichte van een vlak door de zwenkas 12, in hoofdzaak haaks op de lengterichting 20 van het stationaire segment 9 van de geleider 2. In het hier getoonde, niet-limitatieve voorbeeld is de door de posities ingesloten hoek 90 graden, maar kan een willekeurige andere waarde hebben. De hefboom 11 omvat een uitsparing 16, welke aangrijpingsmiddelen vormt voor aangrijping van een pen 17 25 aan de wagen 3,4. Als de wagen 3,4 voorbij de hefboom 11 beweegt, valt de pen 17 in de uitsparing 16, en wordt de hefboom door de wagen 3,4 meegenomen in een zwenkbeweging van de ene naar de andere van de weergegeven posities daarvan.
Aan de hefboom 11 is op afstand van het zwenkpunt 12 30 een bus 13 aangebracht. Deze bus 13 wordt aangegrepen door een klemverbinding 17, welke is aangebracht aan een arm 15. Als de hefboom wordt gekanteld, wordt de arm 15 daardoor bewogen of verplaatst in de lengterichting van de geleider, 7 waarbij een geringe rotatiebeweging van het uiteinde van de arm 15 bij de hefboom 11 optreedt.
De klemverbinding omvat een aantal platen 18 van veerkrachtig materiaal, waarin een sleufgat 19 is 5 aangebracht. Het sleufgat 19 vertoont, zoals mede in figuur 4 is getoond, in of nabij het midden daarvan en gezien in de lengterichting van de arm 15 een versmalling 20, een verbreding 21 en wederom een versmalling 20. De bus 13 valt in gebruikstoestand in de verbreding 21, en kan daarin om 10 zijn lengte-as draaien, maar door de veerkracht van het materiaal van de platen 18 kan de bus uit de verbreding 21 schieten. Dit kan gebeuren als er een hogere weerstandskracht tegen een kantelbeweging van het kantelbare segment 10 optreedt dan die, welke door het gewicht van het kantelbare 15 segment 10 wordt veroorzaakt. De klemverbinding 17 dient aldus als uitvoeringsvorm van de hierboven beschreven beveiliging.
De arm 15 strekt zich vanaf de hefboom 11 op afstand van het kantelbare segment 10 uit naar het kantelbare segment 20 10, en is met het kantelbare zwenkbare segment 10 verbonden via een transmissie 22. Deze is gevormd door een sleuf 23 met daarin een tandheugel 24, waarlangs een tandwiel 25 draaiend kan lopen, als de arm 15 wordt bewogen of verplaatst in de lengterichting daarvan, d.w.z als de wagen 3,4 de hefboom 11 25 meeneemt en de hefboom 11 wordt gezwenkt van de ene naar de andere van.de weergegeven posities daarvan. Het tandwiel 25 is aan een kantelas 26 aangebracht, die een scharnier-as vormt voor het als een scharnier vormgegeven kantelmechanisme 8. De kantelès 26 is verder aan het met het kantelbare 30 segment 10 verbonden scharnierdeel 27 aangebracht, terwijl het andere scharnierdeel 28 vast is gemonteerd aan het stationaire segment 9, waarbij het andere scharnierdeel draaibaar met de kantelas 26 is gekoppeld, zodat het I kantelbare segment 10 wordt gekanteld als de arm 15 wordt I bewogen en het tandwiel 25 afrolt over de tandheugel 24 in de I sleuf 23.
I De diameter van het tandwiel 25, en daarmee de I 5 overbrengingsverhouding van de transmissie 22, is te I selecteren in samenhang met de bewegingsafstand van de arm 15 bij een zwenkbeweging van de hefboom 11, en dus met de afstand tussen de zwenkas 12 en de bus 13. Bij voorkeur is deze verhouding zodanig gekozen, dat het kantelbare segment I 10 in of voor een rechtopstaande stand daarvan stopt, als de wagen 3 weg beweegt van het kantelbare segment 10, ten I behoeve van de werking van de beveiliging.
I De kantelas 26 bevindt zich nabij de bovenzijde of I boven de geleider om een achtereenvolgens een op- en daarna I 15 een neerwaartse kantelbeweging van het kantelbare segment 10 I van de geleider te verwezenlijken vanuit de in figuur 2 I getoonde positie daarvan.
I Aan weerszijden van het kantelmechanisme 8 zijn onder I het stationaire segment 9 en onder het kantelbare segment 10 I 20 balken 29, 30 resp. aangebracht. De balken 29, 30 dienen voor het verhogen van de torsiestijfheid van de geleider in de I nabijheid van het kantelmechanisme 8. In een stand van het I kantelbare segment 10, waarbij deze zich uitstrekt in het I verlengde van het stationaire segment 9 liggen de I 25 scharnierdelen 27, 28 tegen elkaar aan, en worden op afstand I van de kantelas 26 gesteund of gestut door de balken 29, 30, I die bijv. door holle kokerprofielen gevormd kunnen zijn.
In figuur 3 is in veel detail een mogelijke I uitvoeringsvorm getoond van de in figuur 2 getoonde I 30 configuratie. Een uitvoerige beschrijving is overbodig, I aangezien alle componenten in figuur 3 voor de vakman direct I duidelijk zullen zijn.
9
Wel dient opgemerkt te worden, dat de configuratie volgens figuur 3 omkeerbaar is. De kantelas 26 omvat een tweetal pennen 31, 32, waarvan er één koppelbaar is met het bij het kantelbare segment 10 behorende scharnierdeel, en één 5 pen is koppelbaar met het tandwiel 25. Door de plaats van de pennen te variëren ten opzichte van de kantel-as 26, zijn diverse kantelmogelijkheden te verwezenlijken, en is omkeerbaarheid verschaft. Aldus kan de inrichting aan weerszijden van een trap worden geassembleerd, zonder dat 10 hiertoe de constructie ingrijpend gewijzigd hoeft te worden, en kan de voorraad aan verschillende componenten voor dit doel worden geminimaliseerd. De draaibaarheid linksom of rechtsom kan worden geselecteerd en ingesteld.
Nu een specifieke uitvoeringsvorm van de onderhavige 15 uitvinding is getoond en hierboven is beschreven, zullen zich vele alternatieve en aanvullende uitvoeringsvormen aan de vakman opdringen, die alle zijn gelegen binnen de beschermingsomvang volgens de bijgevoegde conclusies, tenzij die uitvoeringsvormen wezenlijk van de conclusies afwijken.
20 Zo kan binnen het kader van de uitvinding een beveiliging worden gevormd aan de zijde van het kantelbare segment, in de plaats van de zijde van het stationaire segment. De hefboom is dan in principe overbodig, en kan komen te vervallen, maar dan dient de am te zijn voorzien van aangrijpingsmiddelen, 25 die een voorbij bewegende wagen over een gelimiteerde afstand kunnen aangrijpen om het kantelbare segment te kantelen, om daarna de wagen te laten gaan. Verder is bij voorkeur een besturing voor voortbeweging van de wagen 3, 4 zodanig ingericht, dat de voortbeweging van de wagen wordt vertraagd 30 op een plaats voor het uiteinde van de geleider of in ieder geval waar de aangrijpingsmiddelen de wagen "opvangen" ten behoeve van een beheerste kantelbeweging. De overbrenging kan op een willekeurige wijze zijn vormgegeven, met inbegrip van uitvoeringsvormen, waar het kantelbare segment in de opgeklapte toestand tegen het stationaire segment aanligt, hetgeen tevens samenhangt met de overbrengingsverhouding van een daarbij te selecteren transmissie. Zo blijkt dat de in de 5 conclusies, in het bijzonder de onafhankelijke conclusies, gedefinieerde uitvinding vele andere uitvoeringsvormen kent dan alleen die, welke hier is getoond en beschreven.

Claims (8)

1. Inrichting voor transport langs een trap van 5 personen en/of goederen, zoals een traplift of een traploophulp, welke trap zich uitstrekt tussen twee plateau's, en waarbij de inrichting omvat: - een geleider, welke zich in opgestelde toestand ten minste langs de trap uitstrekt, en een stationair segment en ten j 10 minste één kantelbaar segment omvat; - een kantelmechanisme tussen de segmenten om het kantelbare segment selectief tussen een in het verlengde van het stationaire segment gelegen stand en een in hoofdzaak uit de ruimte boven één van de plateaus weg geklapte stand te 15 kantelen; - een wagen met transportmiddelen voor personen en/of goederen, zoals een stoel of een handgreep, en met een aandrijving voor voortbeweging langs de geleider; en - een overbrenging, welke is ingericht om de wagen in de 20 nabijheid van het kantelmechanisme selectief aan te grijpen om beweging van de wagen langs de geleider over te brengen op het kantelbare segment voor een kantelbeweging daarvan.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de overbrenging een in hoofdzaak in de lengterichting van de 25 geleider beweegbare arm omvat met aangrijpingsmiddelen voor selectieve aangrijping van de wagen en welke overbrenging is gekoppeld met het kantelbare segment.
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de aangrijpingmiddelen een hefboom met een aangrijping voor de 30 wagen omvatten, welke hefboom middels een verbinding is verbonden met de arm, en zwenkbaar is aangebracht aan de geleider. . * * r A n I 12
4. Inrichting volgens één van de voorgaande I conclusies, verder omvattende een beveiliging om het kantelen I van het zwenkbare segment te voorkomen als een hogere I weerstand daartegen optreedt dan een gewenste I 5 drempelweerstand.
5. Inrichting volgens conclusies 3 en 4, waarbij de verbinding tussen de arm en de hefboom is ingericht om I verbroken te worden bij de drempelweerstand of een hogere I weerstand. I 10
6. Inrichting volgens één van de voorgaande I conclusies, waarbij de overbrenging een transmissie met een I geselecteerde overbrengingsverhouding omvat.
7. Inrichting volgens één van de conclusies 2-5 en I conclusie 6, waarbij de overbrenging slipvrij is, 15 bijvoorbeeld een tandheugel aan de arm en aan het kantelbare segment een tandwiel of een stangenconstructie, waarbij de I overbrengingsverhouding, die bijv is bepaald door de diameter I van het tandwiel, is geselecteerd is samenhang met de door de I arm af te leggen afstand in de lengterichting van de geleider . I 20 om het kantelbare segment te kantelen tussen de standen I daarvan.
8. Geleider voor een inrichting voor transport langs I een trap van personen en/of goederen met een wagen met I transportmiddelen voor personen en/of goederen, zoals een I 25 stoel of een handgreep, en met een aandrijving voor I voortbeweging langs de geleider, zoals een traplift of een I traploophulp, welke trap zich uitstrekt tussen twee plateau's, en waarbij de geleider zich in opgestelde toestand I ten minste langs de trap uitstrekt, en omvat: 30. een stationair segment en ten minste één kantelbaar I segment; - een kantelmechanisme tussen de segmenten om het kantelbare I segment selectief tussen een in het verlengde van het ψ stationaire segment gelegen stand en een uit de ruimte boven één van de plateaus weg geklapte stand te kantelen? - een overbrenging, welke is ingericht om de wagen in de nabijheid van het kantelmechanisme selectief aan te grijpen 5 om beweging van de wagen langs de geleider over te brengen op het kantelbare segment voor een kantelbeweging daarvan. j a a * e A O
NL1023592A 2003-06-04 2003-06-04 Inrichting voor transport langs trap met geleider. NL1023592C2 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023592A NL1023592C2 (nl) 2003-06-04 2003-06-04 Inrichting voor transport langs trap met geleider.
JP2006508556A JP4411320B2 (ja) 2003-06-04 2004-06-02 階段リフトガイドの可動部分のための傾斜機構
EP04748626A EP1633670B1 (en) 2003-06-04 2004-06-02 Tilt mechanism for the movable part of a stairlift guide
DE602004025465T DE602004025465D1 (de) 2003-06-04 2004-06-02 Kippmechanismus für beweglichen teil der führungsschiene eines treppenaufzugs
PCT/NL2004/000394 WO2004108578A1 (en) 2003-06-04 2004-06-02 Tilt mechanism for the movable part of a stairlift guide
US10/558,460 US7523807B2 (en) 2003-06-04 2004-06-02 Tilt mechanism for the movable part of a stairlift guide
AT04748626T ATE457290T1 (de) 2003-06-04 2004-06-02 Kippmechanismus für beweglichen teil der führungsschiene eines treppenaufzugs

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023592 2003-06-04
NL1023592A NL1023592C2 (nl) 2003-06-04 2003-06-04 Inrichting voor transport langs trap met geleider.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1023592C2 true NL1023592C2 (nl) 2004-12-07

Family

ID=33509730

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1023592A NL1023592C2 (nl) 2003-06-04 2003-06-04 Inrichting voor transport langs trap met geleider.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US7523807B2 (nl)
EP (1) EP1633670B1 (nl)
JP (1) JP4411320B2 (nl)
AT (1) ATE457290T1 (nl)
DE (1) DE602004025465D1 (nl)
NL (1) NL1023592C2 (nl)
WO (1) WO2004108578A1 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1018443C2 (nl) * 2001-07-03 2003-01-08 Freelift Bv Geleider voor langs een trap.
JP4995592B2 (ja) * 2007-02-19 2012-08-08 株式会社クマリフト技術研究所 椅子式階段昇降機のレール収納装置
TWI499497B (zh) * 2008-01-17 2015-09-11 Ole-Bendt Rasmussen 展現織物性質的膜材料以及用於其之製造的方法及裝置
US20120261216A1 (en) * 2011-04-15 2012-10-18 Harmar Summit, Llc Stairlift with folding track
NL2008488C2 (nl) * 2012-03-14 2013-09-18 Ooms Otto Bv Beveiligingsinrichting voor een traplift.
EP3915924A1 (en) 2020-05-29 2021-12-01 TK Home Solutions B.V. A folding system for stairlift

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1990008091A1 (en) * 1989-01-10 1990-07-26 Thyssen De Reus B.V. A railsystem for a chair lift or the like, which is mounted on or along a flight of stairs
WO1999042399A1 (en) * 1998-02-23 1999-08-26 Otto Ooms B.V. Stairlift and rail system for a stairlift
WO2003004399A1 (en) * 2001-07-03 2003-01-16 Freelift B.V. Rail system for a stairlift with movable end section

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4674601A (en) * 1985-07-01 1987-06-23 Murray Benjamin Accessor
GB2242412A (en) * 1990-03-31 1991-10-02 Raymond John Holden A moving track stairlift.
US5624009A (en) * 1994-06-30 1997-04-29 Benjamin; Kevin S. Wheelchair lift
GB2296908B (en) * 1995-01-10 1998-04-08 Liftability Limited A stairlift
EP0874778B1 (en) * 1996-01-17 2002-05-02 Otto Ooms B.V. Rail system for a staircase elevator

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1990008091A1 (en) * 1989-01-10 1990-07-26 Thyssen De Reus B.V. A railsystem for a chair lift or the like, which is mounted on or along a flight of stairs
WO1999042399A1 (en) * 1998-02-23 1999-08-26 Otto Ooms B.V. Stairlift and rail system for a stairlift
WO2003004399A1 (en) * 2001-07-03 2003-01-16 Freelift B.V. Rail system for a stairlift with movable end section

Also Published As

Publication number Publication date
WO2004108578A1 (en) 2004-12-16
JP2006526556A (ja) 2006-11-24
EP1633670B1 (en) 2010-02-10
JP4411320B2 (ja) 2010-02-10
US20070272487A1 (en) 2007-11-29
US7523807B2 (en) 2009-04-28
DE602004025465D1 (de) 2010-03-25
EP1633670A1 (en) 2006-03-15
ATE457290T1 (de) 2010-02-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6986402B2 (en) Access device
US6837670B2 (en) Wheelchair access system with stacking platform
US4473234A (en) Carriage for traversing stairs
US5174411A (en) Ladder improvements
NL1023592C2 (nl) Inrichting voor transport langs trap met geleider.
NL1033700C2 (nl) Transporthulpinrichting voor afdalen of bestijgen van een trap.
AU705319B2 (en) Ladder
TW201111208A (en) Door structure for railway vehicle
EP3400924A2 (en) Foldable ramp for wheelchair acces to a passenger car rear door
NL1018443C2 (nl) Geleider voor langs een trap.
US7552812B2 (en) Safety device for moving handrails
US5839543A (en) Elevator door control mechanism
KR100968741B1 (ko) 슬라이딩 리프트를 구비한 장애인용 차량
US7766127B2 (en) Barrier assembly for a wheelchair lift
NL8900047A (nl) Railsysteem voor een stoellift of dergelijke, welk railsysteem aan of langs een trap is te monteren.
NL1020911C2 (nl) Systeem voor transport langs een trap.
NL1021891C2 (nl) Rolstoellift, alsmede voertuig voorzien van een dergelijke lift.
NL1023252C2 (nl) Railsysteem voor een traplift en werkwijze voor het bewegen van een raildeel.
GB2140749A (en) Wheelchair elevator for passenger vehicles
GB2248260A (en) Loft ladder
US7077617B2 (en) Vehicle equipped with lift device and lift device
WO2003072482A1 (en) Wheelchair lift for a stage
JP2003247358A (ja) 車両の2つ折戸における握り
NL1005361C2 (nl) Liftinrichting, voorzien van een via een hellende zwenkas opgestelde zwenkarm.
EP3560470A1 (en) Wheelchair lift safety barrier

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120101