NL1014248C2 - Railsamenstel met naar de beginstand geleidende inrichting en koppelinrichting. - Google Patents

Railsamenstel met naar de beginstand geleidende inrichting en koppelinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1014248C2
NL1014248C2 NL1014248A NL1014248A NL1014248C2 NL 1014248 C2 NL1014248 C2 NL 1014248C2 NL 1014248 A NL1014248 A NL 1014248A NL 1014248 A NL1014248 A NL 1014248A NL 1014248 C2 NL1014248 C2 NL 1014248C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
closing
cabinet
rail
movement
hinge arm
Prior art date
Application number
NL1014248A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1014248A1 (nl
Inventor
Alan Richard Wright
Alex Dopp
Original Assignee
Thomas Regout Usa Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Thomas Regout Usa Inc filed Critical Thomas Regout Usa Inc
Publication of NL1014248A1 publication Critical patent/NL1014248A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1014248C2 publication Critical patent/NL1014248C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B65/00Locks or fastenings for special use
    • E05B65/46Locks or fastenings for special use for drawers
    • E05B65/462Locks or fastenings for special use for drawers for two or more drawers
    • E05B65/463Drawer interlock or anti-tilt mechanisms, i.e. when one drawer is open, at least one of the remaining drawers is locked
    • E05B65/464Drawer interlock or anti-tilt mechanisms, i.e. when one drawer is open, at least one of the remaining drawers is locked comprising two or more lock elements aligned in end-to-end abutting relation

Landscapes

  • Drawers Of Furniture (AREA)

Description

* - 1 -
Railsamenstel met naar de beqinstand geleidende inrichting en koppelinrichtinq
Deze aanvrage vraagt bescherming voor het profijt 5 van de voorlopige Amerikaanse octrooiaanvrage 60/118.275 van 2 februari 1999 getiteld J'RAIL ASSEMBLY WITH ^ HOMING DEVICE AND INTERLOOK".
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op railsamenstellen, en meer in het bijzonder op een naar de 10 beginstand geleidende inrichting en koppelinrichting voor een railsamenstel.
Telescopische rails, of ladeglijgoten, worden veelvuldig gebruikt voor het geleiden van de beweging van . laden, legplanken, en andere glijdende elementen. Een 15 gemeenschappelijke toepassing voor telescopische rails is de beweging van laden te geleiden in een laterale opberg-kast. Een conventionele laterale opbergkast . omvat meerdere laden boven elkaar (zie figuur l) . Elke lade 210, 212 en 214 wordt typisch met de kast verbonden door een paar 20 telescopische rails 216, 218 en 220, waarvan er zich één aan elk einde van de lade bevindt. De telescopische rail omvat een kastelement 222 welke is bevestigd aan de kast 200, een lade-element 226 welke is bevestigd aan de lade 212, en een tussenelement 224 welke is gelegen tussen de 25 kast en lade-elementen (zie figuur 2). Het lade-element 226 wordt telescopisch ontvangen in het tussenelement 224 welke op zijn beurt telescopisch ontvangen wordt in het kastelement 222. Een lagersamenstel (niet getoond), zoals een kogelkooi, of andere wrijvingsreducerende componenten wordt 30 tussen de rails geplaatst om soepele en gemakkelijke beweging van de lade te verschaffen. In bepaalde toepassingen wordt het tussenelement weggelaten en wordt het lade-element ontvangen in het kastelement.
1014248
V
- 2 -
Bij toepassingen welke meerdere laden of legplanken omvatten, zoals een laterale opbergkast, is het vaak belangrijk te voorkomen dat meer dan één lade tegelijkertijd uit de kast wordt getrokken. Wanneer meer dan een 5 enkele lade uit wordt getrokken is er een vergrote waarschijnlijkheid dat het gewicht van de spullen in de lade de balans van de kast zullen verstoren en deze naar voren doen kantelen. Dit is een bekend probleem dat typisch wordt opgelost door de kast te voorzien van een "koppelinrich-10 ting". Koppelinrichtingen zijn beschikbaar in een variëteit van verschillende constructies. Eén zo een constructie is een "gestapelde staaf" constructie, welke een aantal gestapelde sluitstaven omvat gelegen aangrenzend aan de telescopische rails (zie figuren 1 en 2). De sluitstaven 15 202, 204 en 206 zijn opgesteld zodat de onderkant van elke I sluitstaaf in hoofdzaak in lijn ligt met een corresponde- I rende rail 216, 218 en 220 respectievelijk, en vrij zijn om verticaal te bewegen. Een schuin oppervlak 208 is aan de I onderkant van elke sluitstaaf 202, 204 en 206 gevormd, I 20 gericht naar de corresponderende rail 216, 218 en 220 I respectievelijk. Om de sluitstaven 202, 204 en 206 bewegen, I is een helling 230 gevormd op het tussenelement 224 van elke rail 216, 218 en 220. De helling 230 ligt horizontaal I in lijn met het schuine oppervlak 208 aan de onderkant van I 25 de corresponderende sluitstaaf 202, 204 en 206. Wanneer een I lade 212 geopend wordt beweegt de helling 230 horizontaal H en heft, door interactie van de helling 230 en het schuine I oppervlak 208, de sluitstaven 202 en 204 op gelegen boven I die glijgoot (zie figuur 2) . Als resultaat liggen de I 30 schuine oppervlakken 208 van de sluitstaaf 202 gelegen I boven de open la niet langer in lijn met de corresponderen- I de hellingen 230. Dit voorkomt dat laden gelegen boven de I open la, geopend worden. Ook verhindert de helling 230 van H de open la opwaartse beweging van sluitstaven 206 gelegen I 35 onder de open la. Dit voorkomt dat lade gelegen onder de geopende la geopend worden.
I 1014248 - 3 -
Een ander gemeenschappelijk kenmerk bij veel telescopische rails is een "naar de beginstand geleidende inrichting". Een naar de beginstand geleidende inrichting is een mechanisme dat de rail vooraf instelt, en dientenge-5 volge de la of legplank, in een gesloten positie. Zoals koppelinrichtingen zijn naar de beginstand geleidende inrichtingen beschikbaar in een variëteit van verschillende constructies. Eén bijzonder ingenieus ontwerp omvat een naar de beginstand geleidende inrichting 300 welke is 10. aangebracht aan de achterkant van het kastelement (zie figuren 3 en 4) . De naar de beginstand geleidende inrichting 300 omvat éen basis 302 en een scharnierarm 304 welke werkzaam in wisselwerking staat met het lade-element (niet getoond). De naar de beginstand geleidende inrichting 300 15 omvat verder een vooraf instellende beugel 306 welke de scharnierarm 304 bevestigt aan de basis 302. De vooraf instellende beugel 306 en scharnierarm 304 zijn opgesteld in een conventionele "boven het midden" relatie zodat de vooraf instellende beugel 306 de scharnierarm 304 vooraf 20 instelt in zowel open (zie figuur 4) als gesloten positie (zie figuur 3) . Wanneer de la dicht is stelt de vooraf instellende beugel 306 de scharnierarm 304 vooraf in de gesloten stand in, daarbij de la vooraf instellend in de gesloten stand. Wanneer de la geopend wordt scharniert de 25 scharnierarm 304 tegen de vooraf instellende beugel 306 totdat het zijn middelpunt passeert. Hierna stelt de vooraf instellende beugel 306 de scharnierarm 304 vooraf in, in de open positie, de la toestaand om volledig geopend te worden. Wanneer de la weer wordt gesloten veroorzaakt het 30 lade-element dat de scharnierarm 304 terugschamiert tegen de vooraf instellende beugel beugel 306 totdat het teruggaat over zijn middelpunt. Nadat het teruggegaan is over zijn middelpunt stelt de vooraf instellende beugel 306 de scharnierarm 304 vooraf in in de gesloten positie, daarbij 35 de la vooraf instellend in de volledig gesloten positie.
Hoewel bestaande koppelinrichting en naar de beginstand geleidende inrichting constructies acceptabele 1014248
Η I
I - 4 - I
I werking verschaffen bestaat er een continue behoefte aan I
I meer efficiënte en effectieve constructies. In het bijzon- I
I der bestaat een behoefte aan effectieve koppelinrichting en I
I naar de beginstand geleidende inrichtingen welke gemakke- I
I 5 lijk en goedkoop vervaardigd en geïnstalleerd kunnen worden I
I en welke een minimale modificatie vereisen aan bestaande I
I railsystemen. I
I Aan de hiervoor genoemde behoefte wordt voldaan I
I door de onderhavige uitvinding welke een railsamenstel I
I 10 verschaft met een geïntegreerd koppelinrichting en naar de I
I beginstand geleidende inrichting. De koppelinrichting omvat I
I een serie sluitstaven en corresponderende sluitglijgoten. I
I De naar de beginstand geleidende inrichting omvat een arm I
I welke bewogen wordt tussen open en gesloten posities I
I 15 wanneer de rail respectievelijk geopend en gesloten wordt. I
I De arm is werkzaam verbonden met de corresponderende I
I sluitglijgoot. Wanneer de rail geopend wordt, wordt de arm I
I in de open positie bewogen, daardoor simultaan de naar de I
I beginstand geleidende inrichting openend en de sluitglij- I
I 20 goot (en sluitstaven) bewegend naar de vergrendelde posi- I
I tie. Wanneer de rail gesloten wordt, wordt de arm naar de I
I gesloten positie bewogen, daardoor simultaan de naar de I
I beginstand geleidende inrichting sluitend en de sluitglij- I
I goot (en sluitstaven) naar een niet-vergrendelde positie I
I 25 bewegend. I
I In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de naar de I
I beginstand geleidende inrichting een scharnierarm welke I
I schamierbaar bevestigd is aan een basis door een veer- I
I krachtige vooraf instellende beugel. De elementen zijn I
I 30 opgesteld in een "boven het midden" relatie zodat de vooraf I
I instellende beugel de scharnierarm vooraf instelt in of de I
I open positie of de gesloten positie, afhankelijk van de I
I positie van de arm. Een aandrijfpen strekt zich uit van de I
I scharnierarm in een groef in de sluitglijgoot zodat schar- I
I 35 nierende beweging van de arm in glijdende beweging van de I
I sluitglijgoot resulteert. I
I tl 0 1 4 2 4 β I
* - 5 -
In een meer gewenste uitvoeringsvorm omvat de onderkant van elke sluitstaaf een schuin oppervlak gericht naar een tegenoverliggend schuin oppervlak van de corresponderende sluitglijgoot. Wanneer een la geopend wordt 5 beweegt de sluitglijgoot naar de vergrendelde positie met de schuine oppervlakken op de sluitglijgoot en sluitstaaf in wisselwerking met elkaar staand om de bovenste sluitsta-ven op te heffen en de onderste sluitstaven vast te maken om te voorkomen dat extra lades geopend worden.
10 _____De onderhavige uitvinding verschaft een effectieve en efficiënte naar de beginstand geleidende inrichting en koppelinrichting. Het geïntegreerde ontwerp elimineert de behoefte aan afzonderlijke koppelinrichting en naar de beginstand geleidende inrichtingen. Als een resultaat is de 15 onderhavige uitvinding relatief goedkoop te vervaardigen en installeren. De onderhavige uitvinding wordt ook gemakkelijk opgenomen in conventionele railsystemen met minimale modificaties aan het ontwerp van reeds bestaande componenten.
20 Deze en andere doelen, voordelen, en kenmerken van de uitvinding zullen goed begrepen worden door de gedetailleerde beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvorm en de figuren.
Figuur 1 is een zijaanzicht van een railsamenstel 25 uit de stand der techniek met een in streeplijnen getoonde kast; figuur 2 is een zijaanzicht van een railsamenstel uit de stand der techniek met een in streeplijnen getoonde kast; 30 figuur 3 is een rechter zijaanzicht van een naar de beginstand geleidende inrichting uit de stand der techniek in de gesloten positie; figuur 4 is een rechter zijaanzicht van een naar de beginstand geleidende inrichting uit de stand der 35 techniek in de open positie; 1014248
- 6 - I
figuur 5 is een aanzicht in perspectief van een I
railsamenstel welke de onderhavige uitvinding integreert - I
met een in streeplijnen getoonde kast; I
figuur 6 is een rechter zijaanzicht van een I
5 gedeelte van een kast welke bovenste en onderste rails I
toont met de bovenste rail uitgetrokken en de onderste rail I
teruggetrokken; . I
figuur 7 is een vergroot rechter zijaanzicht van I
een gedeelte van het kastelement; I
10 figuur 8 is een vergroot achteraanzicht van een I
gedeelte van het bovenste railssamenstel; I
figuur 9 is een vergroot aanzicht in perspectief I
van een gedeelte van het railsamenstel met gedeeltelijk I
uitgetrokken rail; I
15 figuur 10 is een rechter zijaanzicht van een I
gedeelte van het railsamenstel met de tussen- en lade- I
elementen verwijderd welke de bovenste rail in de gesloten I
positie toont en de onderste rail in de open positie; I
figuur 11 is een vergroot linker zijaanzicht van I
20 een gedeelte van de bovenste rail met de tussen- en lade- I
elementen verwijderd welke de naar de beginstand geleidende I
inrichting in de gesloten positie toont; I
figuur 12 is een vergroot linker zijaanzicht van I
een gedeelte van de bovenste rail met de tussen- en lade- I
25 elementen verwijderd welke de naar de beginstand geleidende I
inrichting in de open positie toont; I
figuur 13 is een vergroot linker zijaanzicht van I
een gedeelte van de bovenste rail welke de naar de begin- I
stand geleidende inrichting in de gesloten positie toont; I
30 figuur 14 is een vooraanzicht van de schamierarm; I
figuur 15 is een rechter zijaanzicht van de I
scharnierarm; I
figuur 16 is een bovenaanzicht van de scharnier- I
arm; I
35 figuur 17 is een aanzicht in perspectief van de I
scharnierarm; I
1014248 I
- 7 - figuur 18 is een rechter zijaanzicht van een gedeelte van het railsamenstel welke beide rails in de gesloten positie toont; figuur 19 is een rechter zijaanzicht van een 5 gedeelte van het railsamenstel welke de bovenste rail in de open positie toont; figuur 20 is een rechter zijaanzicht van een gedeelte van het railsamenstel welke de onderste rail in de open positie toont; 10 figuur 21 is een vergroot rechter zijaanzicht van een gedeelte van het railsamenstel welke een sluitglijgoot in de niet vergrendelde positie toont; figuur 22 is een vergroot rechter zijaanzicht van een gedeelte van het railsamenstel welke een sluitglijgoot 15 in de vergrendelde positie toont; figuur 23 is een vooraanzicht van de sluitglijgoot ; figuur 24 is een zijaanzicht van de sluitglijgoot; en 20 figuur 25 is een opengewerkt aanzicht in perspec tief van een gedeelte van het railsamenstel.
Een railsamenstel volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is getoond in figuur 5, en in het algemeen aangeduid met 10. Deze figuur 25 toont de onderhavige uitvinding geïntegreerd in een conven-tionele twee-lade laterale opbergkast. Voor inzichtelijkheid zal de onderhavige uitvinding beschreven worden in samenhang met een laterale opbergkast 100 met twee verticale gestapelde laterale laden 102, 104 (zie figuren 6-15) . 30 De laterale opbergkast 100 omvat bovenste en onderste rails aangebracht op tegenover elkaar liggende wanden van de kast 100 om de laden 102, 104 te steunen. Als een expediënt zal de onderhavige uitvinding primair beschreven worden met betrekking tot' het gedeelte van het railsamenstel 10 35 aangebracht op de rechterwand van de kast 100. Het zou direct duidelijk zijn voor de vakman dat een compleet 1014248
I - 8 - I
I railsamenstel een gespiegelde set rails omvat aan de I
I linkerkant van de kast, zoals getoond in figuur 5. De I
I gespiegelde set rails kan al dan niet een naar de begin- I
I stand geleidende inrichting en een koppelinrichting omvat- I
I 5 ten, afhankelijk van de toepassing. Ook moet opgemerkt I
I worden dat hoewel de onderhavige uitvinding beschreven is I
I in samenhang met een telescopisch ladesamenstel voor een I
I conventionele laterale opbergkast, het ook geschikt is voor I
I gebruik in een brede variëteit van andere lade- of railsa- I
I 10 menstellen in een brede variëteit van meubilair. De termen I
I "voorwaarts" en "achterwaarts" zullen gebruikt worden in I
I deze beschrijving om richtingen respectievelijk naar de I
I voorkant of achterkant van de kast aan te duiden wanneer de I
I kast normaal gebruikt wordt. . I
I 15 In het algemeen omvat het railsamenstel 10 twee I
I paren rails 12a-b en 14a-b aangebracht aan de binnenkant I
I van de opbergkast 100. De rails 12a-b en 14a-b ondersteunen I
I laden 102 en 104, en zijn uittrekbaar om de laden 102 en I
I 104 toe te staan om uit de kast 100 te worden getrokken. I
I 20 Het railsamenstèl 10 omvat verder een koppelinrichting 20 I
I aangebracht aan de binnenkant van de opbergkast 100. Zoals I
I hieronder meer in detail beschreven staat de koppelinrich- I
I ting 20 in wisselwerking met de rails 12a en 14a om te I
I voorkomen dat meer dan één lade tegelijkertijd uit de kast I
I 25 100 wordt getrokken. Hoewel het railsamenstel 10 beschreven I
I is met een enkele koppelinrichting 20 gelegen aan de I
I rechterkant van de kast 100 kan de koppelinrichting 20 I
I alternatief gelegen zijn aan de linkerkant van de kast 100 I
I of kunnen twee koppelinrichtingen geïnstalleerd worden, één I
I 30 aan elke kant van de kast. Elke rail 12a-b en I4a-b omvat I
I een naar de beginstand geleidende inrichting 30 welke de I
I rail vooraf instelt, en dienovereenkomstig de overeenkom- I
I stige lade, in de gesloten positie (zie figuur 6) . Zoals I
I hieronder meer in detail beschreven omvat de naar de
I 35 beginstand geleidende inrichting 30 een schamierarm 36 I
I welke de koppelinrichting 20 bedient wanneer een la geopend I
I en gesloten wordt. I
1014248 I
- 9 -
Zoals hierboven opgemerkt omvat het ladensamenstel 10 twee paren rails 12a-b en 14a-b aangebracht aan de binnenkant van de kast 100. De rails 12a-b en 14a-b kunnen direct aangebracht worden op de wand van de kast 100 of op 5 een steunwand (niet getoond) of steunbalken (niet getoond) naar binnen toe opgesteld vanaf de wand van de kast 100. De rails I2a-b en 14a-b zijn in het algemeen conventioneel, en zullen daarom niet in detail beschreven worden. Volstaan wordt te vermelden dat elk paar een rechterrail 12a en 14a 10 omvat, verbonden tussen het rechter .einde van de corresponderende lade en de rechter zijwand van de kast 100, en een linker rail 12b en 14b verbonden tussen het linker einde van de corresponderende lade en de linker zijwand van de kast 100. Elke rail omvat een kastelement 50, een tussen-15 element 52 telescopisch ontvangen in het kastelement 50 en een lade-element 54 telescopisch ontvangen in het tussen-element 52 (zie figuur 6). Conventionele lagers, draagbus-sen of andere soortgelijke elementen liggen tussen de rails om soepele en gemakkelijke uittrekking en terugtrekking van 20 de rail te verschaffen. Het kastelement 50 is vast verbonden aan de wand van de kast 100. Verwijzend naar figuur 7 omvat het kastelement 50 een aanbrenglip 56 en definieert een opening 58 opgesteld aangrenzend aan en onder de aanbrenglip 56. De opening 58 is bij voorkeur boogvormig om. 25 overeen te komen met scharnierende beweging van schamier-arm 36. Het lade-element 54 is vast bevestigd aan het einde van de lade en omvat een vinger 60 die het lade-element 54 werkzaam verbindt met de naar de beginstand geleidende inrichting 30 (zie figuur 8 en 9) . De vinger 60 is bij 30 voorkeur integraal met het lade-element 54 gevormd. Het lade-element 54 kan ook een kunststof bus 72 omvatten aangebracht boven vinger 60. De kunststof bus 72 is bij voorkeur met wrijving aangebracht op de vinger 60.
Een naar de beginstand geleidende inrichting 30 is 35 typisch aangebracht op elke rail 12a en 14a. Zoals misschien het best getoond in figuren 10, ll en 12 omvat de naar de beginstand geleidende inrichting 30 in het algemeen 1014248
I -10 - I
I een bevestigingsbasis 32, een vooraf instellende beugel 34 I
I en scharnierarra 36. De verschillende elementen van de naar I
I de beginstand geleidende inrichting 30 zijn bij voorkeur I
I vervaardigd van nylon of andere soortgelijke materialen met I
I 5 gebruik van conventionele spuitgiettechnieken- en inrich- I
I tingen. Bij sommige toepassingen kan het noodzakelijk zijn I
I het nylon te versterken met glasvezel of andere soortgelij- I
I ke vulmiddelen afhankelijk van de gewenste sterkte en I
I duürzaamheidkenmerken. De bevestigingsbasis 32 definieert I
I 10 een centrale opening 35 die is aangepast om met wrijving te I
I passen over aanbrenglip 56 om de naar de beginstand gelei- I
I dende inrichting 30 vast te maken aan de rail 12a en 14a. I
I De bevestigingsbasis 32 definieert verder een scharnierarm- I
holte 38 en een vooraf instellende beugelholte 40 (zie I
I 15 figuur 10) . De scharnierarm 36 is scharnierend bevestigd I
I aan de basis 32. De scharnierarm 36 is relatief complex qua I
I vorm en omvat een eerste einde welke eindigt bij kogel 46 I
I en het tweede einde dat eindigt bij pal 42 (zie figuur 14- I
I 17), De kogel 46 past scharnierend in scharnierarmholte 38 I
I 20 om de scharnierarm 36 toe te staan te scharnieren tussen I
I een open positie (zie figuur 12) en een gesloten positie I
(zie figuur 11) . De scharnierarm 36 definieert een vooraf I
I instellende beugelholte 48 opgesteld bij kogel 46. De pal I
I 42 is in het algemeen c-vormig en is aangepast om de vinger I
I 25 60 te ontvangen. De pal 42 omvat op afstand van elkaar I
gelegen vingers 74 en 76. De scharnierarm 36 omvat verder I
I een ribbe 64 welke een gedeelte van de pal 42 overbrugt en I
een aandrijfpen 44 welke van de ribbe 64 uitsteekt lood- I
I recht op de longitudinale uitstrekking van de scharnierarm I
I 30 36. De aandrijfpen 44 strekt zich door opening 58 uit in I
I het kastelement 50 om de corresponderende sluitglijgoot 22 I
I werkzaam aan te grijpen, zoals hieronder beschreven. De I
I vooraf instellende beugel 34 strekt zich uit tussen de I
I scharnierarm 36 en de basis 32 en is vervaardigd van een I
I 35 veerkrachtig materiaal, zoals nylon. De vooraf instellende I
I beugél 34 is ietwat c-vormig, en zijn tegenover elkaar I
I liggende einden eindigen bij kogels 66 en 68. De kogel 66 I
I 10 1 4 2 4 8 - 11 - past scharnierend in voor de vooraf instellende beugelholte. 40 om de vooraf instellende beugel 34 toe te staan te scharnieren ten opzichte van de basis 32. De kogel 68 past scharnierend in de vooraf instellende beugelholte 48 om de . 5 vooraf instellende beugel 34 toe te staan te scharnieren ten opzichte van de scharnierarm 36. De verschillende elementen van de naar de beginstand geleidende inrichting 30 zijn in een "boven het middén" relatie opgesteld zodat de vóóraf instellende beugel 34 de scharnierarm 36 vooraf 10 instelt in of de open positie of de gesloten positie, afhankelijk van de positie van de arm 36 zoals hieronder beschreven.
De koppelinrichting 20 omvat een meervoud van sluitglijgoten 22 (één voor elke lade 102 en 104) en een 15 meervoud van verticaal gearrangeerde sluitstaven 24a-c. De sluitstaven 24a-c zijn aangebracht in de kast 100 in een gestapelde configuratie, de één boven de ander, en zijn bij voorkeur bevestigd aan de rails 12a en 12b door montage-plaat 80, hieronder beschreven. Alternatief kunnen de 20 sluitstaven 24a-c aangebracht worden in een verticaal kanaal (niet getoond) in de wand van de kast 100 of kunnen op hun plaats vastgemaakt worden door gegroefde aanbreng-lippen (niet getoond) bevestigd aan de wand van de kast .100. Altijd wordt toegestaan dat de sluitstaven 24a-c 25 verticaal bewegen ten gevolge van beweging van de sluit-glijgoten 22. De sluitstaven 26a-c zijn vormgegeven zodat de bovenkanten van de sluitstaven 24b-c horizontaal in lijn liggen met de onderkant van de corresponderende sluitglij-goten 22. Sluitstaven 24a-b omvatten elk een schuine kant 30 26 welke, zoals hieronder beschreven, de sluitstaven 24a-b toestaat om opgeheven te worden door werking van de sluit-glijgoten 22. De sluitstaven 24a-c zijn bij voorkeur vervaardigd van staal met gebruik van conventionele stem-peltechnieken en inrichtingen.
35 Een sluitglijgoot 22 is verschuifbaar opgesteld door elke rail 12a en 14a, aangrenzend aan de corresponderende opening 58 en sluitstaaf 24a-b. De sluitglijgoten 22 1014248
- 12 - I
zijn bij voorkeur vastgemaakt aan de rails 12a en 14a door I
montageplaat 80, hieronder beschreven. Alternatief kunnen I
de sluitglijgoten 22 aangebracht zijn in een horizontaal I
kanaal (niet getoond) in de wand van de kast 100 of kunnen I
5 op hun plaats bevestigd worden door gegroefde aanbrenglip- I
pen (niet getoond) bevestigd aan de wand van de kast 100. I
De sluitglijgoten 22 zijn bij voorkeur vervaardigd van I
nylon of andere soortgelijke materialen met gebruik van I
conventionele sluitgiettechnieken en inrichtingen. Verwij- I
10 zend nu naar de figuren 23 en 24 omvat elke sluitglijgoot I
22 een schuine kant 28 welke, wanneer geïnstalleerd, naar I
de schuine kant 26 van de corresponderende sluitstaaf 24 I
gericht is. Elke sluitglijgoot 22 definieert ook een groef I
62 welke de aandrijfpen 44 ontvangt van de schamierarm 36. I
15 De groef 62 ligt in de verticale richting om verloren I
verticale beweging toe te staan van de pen 44 wanneer de I
scharnierarm 36 zwenkt. De afmetingen van de groef 62 I
zullen variëren van toepassing tot toepassing, maar zijn I
bij voorkeur voldoende om de scharnierarm 36 toe te staan I
20 door het gewenste bewegingsgebied te bewegen {bijvoorbeeld I
tussen de open en gesloten posities). I
Verwijzend nu naar figuur 25 zijn de sluitglijgoot I
22 en de sluitstaven 24a-d bevestigd aan de rails door I
montageplaat 80. De plaat 80 definieert een horizontaal I
25 kanaal 82 welke glijdend de sluitglijgoot 22 ontvangt en I
een verticaal kanaal 84 welke glijdend de tegenover elkaar I
liggende einden van naburige sluitstaven 24a-d ontvangt. De I
sluitslijgoot 22 en de sluitstaven 24a-d worden glijdend in I
hetzelfde vlak gehouden zodat de sluitglijgoot 22 en de I
30 sluitstaven 24a-b mechanisch in wisselwerking met elkaar I
staan. Het horizontale kanaal 82 is van voldoende lengte om I
de sluitglijgoot 22 door het hele bewegingsgebied van de. I
sluitglijgoot 22 te leiden. Overeenkomstig is het verticale I
kanaal 84 van voldoende lengte om de sluitstaven 24a en 24b I
35 door hun gehele bewegingsgebied te leiden. De plaat 80 is I
bij voorkeur aan het kastelement 50 bevestigd door lassen I
of door conventionele verbindingen. De plaat 80 is bij I
tl 0 1 4248 I
- 13 - voorkeur vervaardigd van staal gebruikmakend van conventionele stempelbewerkingen.
Werking van de onderhavige uitvinding zal beschreven worden primair in combinatie met figuren 18-22. Figuur .
5 18 toont het railsamenstel 10 met beide rails 12a en 14a .
gesloten. Tijdens bedrijf staat de schamierarm 36 in werkzame wisselwerking met de rail 12a door mechanische interactie tussen vinger 60 en pal 42. Wanneer de rail 12a _ volledig_gesloten_is_ligt_de_scharaierarm 36 in de gesloten 10 positie (zie figuur 11) . Krachtens de "boven het midden" configuratie van de naar de beginstand geleidende inrichting 30 geeft de voorinstellende beugel 34 de schamierarm 36 een voorinstelling in deze positie. Wanneer de rail 12a naar voren wordt getrokken grijpt de vinger 60 pal 42 aan 15 én tracht de schamierarm 36 uit de gesloten positie te zwaaien. De vooraf instellende beugel 34 biedt aanvankelijk weerstand aan deze beweging en poogt de lade terug te trekken in een volledig gesloten positie. Wanneer de rail 12a over een voldoende afstand naar voren is getrokken 20 (tegen de vooraf instellende beugel 34), passeert de schamierarm 36 zijn middelpunt en dwingt de vooraf instellende beugel 34 de schamierarm 36 in de open positie (zie figuren 9 en 12) . In de open positie opent de pal 42 naar voren, daarbij de vinger 60 loslatend en de rail 12a 25 toestaand volledig geopend te worden. Wanneer de schamierarm 36 van de gesloten positie naar de open positie beweegt, beweegt het de corresponderende sluitglijgoot van de niet vergrendelde positie (zie figuur 21) naar de vergrendelde positie (zie figuur 22). Specifiek wanneer scharnier-30 arm 36 beweegt, legt aandrijfpen 44 een boogvormige weg af door opening 58. Omdat de pen 44 ontvangen is in groef 62 wordt de horizontale component van de beweging van de aandrijfpen vertaald in horizontale beweging van de sluitglijgoot 22. De verticale component van de beweging van de 35 aandrijfpen gaat verloren omdat de pen 44 verticaal door de groef 62 beweegt. Zoals misschien het best getoond in de U 248 I - 14 - I figuren 19 en 20 resulteert beweging van de sluitglijgoot I 22 naar de vergrendelde positie in aandrijving van de I sluitstaven 24a-c. Wanneer de bovenste rail 12a geopend wordt heft de bovenste sluitglijgoot 22 sluitstaaf 24a op I 5 en voorkomt dat sluitstaaf 24b opgeheven wordt. Dit voor- I komt dat de lagere sluitglijgoot 22 naar de vergrendelde I positie bewogen wordt, daarbij voorkomend dat de lagere I rail 14a geopend wordt (zie figuur 19) . Wanneer de lagere rail 14a geopend wordt heft de lagere sluitglijgoot 22 10 sluitstaven 24a-b op zodat de bovenste sluitglijgoot 22 niet langer in lijn ligt met het schuine oppervlak 26 op I sluitstaaf 24a. Dit Voorkomt dat de bovenste sluitglijgoot I 22 naar de vergrendelde positie bewogen wordt, daarbij I voorkomend dat de bovenste rail 12a geopend wordt.
I 15 Wanneer de lade 102 gesloten wordt grijpt de I vinger 60 uiteindelijk weer aan op pal 42 (zie figuur 9) .
I Verder achterwaartse beweging van de lade 102 doet de I schamierarm 36 achterwaarts zwaaien tegen de voorinstel- I ling van de voorins tel lende beugel 34. Wanneer de lade 102 I 20 over een voldoende afstand achterwaarts is bewogen passeert I de schamierarm 36 zijn middelpunt en dwingt de vooraf I instellende beugel 34 de schamierarm 36 terug naar de I gesloten positie. Wanneer de schamierarm 36 van de open positie naar de gesloten positie beweegt, beweegt het de I 25 corresponderende sluitglijgoot 22 van de vergrendelde I positie (zie figuur 22) naar de niet vergrendelde positie I (zie figuur 21) . Specifiek wanneer schamierarm 36 beweegt, I legt aandrijfpen 44 een weg terug af langs boogvormige I opening 58. Omdat de pen 44 ontvangen is in groef 62 wordt I 30 de horizontale component van de beweging van de aandrijfpen I vertaald naar horizontale beweging van de sluitglijgoot 22.
I De verticale component van de beweging van de aandrijfpen gaat eenvoudigweg verloren omdat de pen 44 verticaal door groef 62 beweegt. Wanneer de sluitglijgoot 22 is terugge- 35 keerd naar de niet vergrendelde positie keren de sluitsta- ven 24a-c terug naar de niet vergrendelde positie (figuur I itO 14 2 48 - 15 - 18) , daardoor een willekeurige lade toestaand geopend te worden.
De bovenstaande beschrijving is die van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding.
5 De beschreven maatregelen zijn niet beperkend voor de beschermingsomvang.
1014248

Claims (37)

1. Railsamenstel voor gestapelde laden, omvatten- I de: I ten minste twee telescopische rails, elk omvatten- I 5 de een kastelement en een telescopisch element welke I telescopische beweging kan ondergaan ten opzichte van het I kastelement: I een meervoud van verticaal gearrangeerde sluitsta- I ven, welke sluitstaven in staat zijn tot beperkte verticale. I 10 beweging langs een pad; I ten minste twee sluitglijgoten beweegbaar aange- I bracht nabij de sluitstaven en de telescopische rails, waarbij elk van de sluitglij goten in staat is tot beweging I tussen een niet vergrendelde positie buiten het pad van de 15 sluitstaven en een vergrendelde positie in het pad van. de sluitstaven, waarbij beweging van één van de sluitstaven I naar de vergrendelde positie beweging voorkomt van elke I additionele sluitglijgoot naar de vergrendelde positie; en I een naar de beginstand geleidende inrichting I 20 aangebracht aan elk van de kastelementen, elk van de naar I de beginstand geleidende inrichtingen omvat een scharnier- I arm in staat tot beweging tussen open en gesloten posities, I elk van de naar de beginstand geleidende inrichtingen omvat I een voorinstellend middel voor het voorinstellen yan de I 25 scharnierarm in de gesloten positie, elk van de naar de I beginstand geleidende inrichtingen omvat verder een aan- I drijfpen, werkzaam verbonden met een corresponderende I sluitglijgoot zódat beweging van de naar de beginstand I geleidende inrichting naar de open positie beweging veroor- I 30 zaakt van de corresponderende sluitglijgoot naar de ver- I grendelde positie, daardoor beweging voorkomend van elke verdere sluitglijgoot naar de vergrendelde positie. I .10 1 4 2 4 8 I - 17 -
2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij de schamierarm schamierbaar aangebracht is op het kastele-ment, welke schamierarm een pal omvat, welke telescopische element een vinger omvat aangepast om in werkzame aangrij- 5 ping te zijn met de pal zodat de vinger de schamierarm scharniert tussen de open positie en gesloten positie wanneer het tèlescopische element telescopische beweging ondergaat.
3. Samenstel volgens conclusie 2, waarbij elk van 10 de sluitstaven een lager einde omvat, elk. van de sluitglij- goten is aangebracht aangrenzend aan het lagere einde van een corresponderende sluitstaaf, ten minste één van de sluitglijgoot en de corresponderende sluitstaaf omvat een schuin oppervlak zodat beweging van de sluitglijgoot naar 15 de vergrendelde positie verticale verplaatsing veroorzaakt van de corresponderende sluitstaaf.
4. Samenstel volgens conclusie 3, waarbij elke sluitglijgoot en het lagere einde van elke corresponderende sluitstaaf tegenover elkaar liggende schuine oppervlakken 20 omvatten om verticale verplaatsing van de corresponderende sluitstaaf te vergemakkelijken.
5. Samenstel volgens conclusie 4, waarbij de naar de beginstand geleidende inrichting verder omvat een basis en een vooraf instellende beugel, welke basis direct 25 aangebracht is op het corresponderende kastelement en een holte definieert welke scharnierend de schamierarm ontvangt, welke vooraf instellende beugel zich uitstrekt tussen de schamierarm en de basis en deze verbindt.
6. Samenstel volgens conclusie 5, waarbij de 30 basis, de vooraf instellende beugel en de schamierarm gevormd zijn in een boven het midden relatie zodat de schamierarm vooraf ingesteld is in één van de open positie en de gesloten positie afhankelijk van een positie van de schamierarm.
7. Samenstel volgens conclusie 6, waarbij elk van de sluitglijgoten een opening definieert voor het ontvangen van de aandrijfpen van de corresponderende schamierarm. AQ1 4 249
8. Samenstel volgens conclusie 7 waarbij de I opening verder gedefinieerd is als een zich verticaal I uitstrekkende groef, waarbij een verticale bewegingscompo- I nent van de aandrij fpen verloren gaat. I
9. Samenstel volgens conclusie 8 verder omvattende I een montageplaat aangebracht aan één van de rails, welke I montageplaat de corresponderende sluitglijgoot en de I corresponderende sluitstaaf ondersteunt, welke montageplaat I een verticaal kanaal definieert voor het glijdend ontvangen I 10 van de corresponderende sluitstaaf en een horizontaal I kanaal voor het glijdend ontvangen van de corresponderende I sluitglijgoot. I
10. Kast omvattende: I een kast welke een meervoud van verticaal gearran- I 15 geerde lades onderbrengt; I een railsamenstel voor het ondersteunen van de I laden in de kast, welk railsamenstel een meervoud van rails I omvat, elk van de rails is opgesteld tussen een correspon- I derende lade en de kast, elk van de rails is beweegbaar I 20 tussen een uitgetrokken positie in welke de corresponderen- I de lade open is en een gesloten positie in welke de corres- I ponderende lade gesloten is; I een meervoud van naar de beginstand geleidende I inrichtingen, elk uniek verbonden met een der rails, elk I 25 van de naar de beginstand geleidende inrichtingen is I beweegbaar door de werking van een corresponderende rail I tussen een gesloten positie wanneer de corresponderende I rail zich in de teruggetrokken positie bevindt en een open I positie wanneer de corresponderende rail zich in de uitge- I 30 trokken positie bevindt, elk van de naar de beginstand I geleidende inrichtingen omvat vooraf instellende middelen I voor het vooraf instellen van de corresponderende rail in. I de teruggetrokken positie; en een koppelinrichting omvat- I tende een meervoud van gestapelde sluitstaven aangrenzend I 35 aan de rails, welke koppelinrichting verder omvat een I meervoud van sluitglijgoten, een van de sluitglijgoten is I uniek verbonden met elk van de laden, elk van de sluitglij- I 10U 248 I - 19 - goten is beweegbaar door een corresponderende naar .de beginstand geleidende inrichting tussen een niet-vergren-delde positie wanneer de naar de beginstand geleidende inrichting zich in de gesloten positie bevindt en een 5 vergrendelde positie wanneer de corresponderende naar de beginstand geleidende inrichting zich in de open positie bevindt, welke sluitstaven en sluitglijgoten zo gevormd zijn dat zich op een bepaald tijdstip slechts een enkele sluitglijgoot in de vergrendelde positie kan bevinden, 10 waardoor op een bepaald tijdstip slechts een enkele lade kan worden geopend.
11. Kast volgens conclusie 10 waarbij elk der rails een kastelement omvat vastgemaakt ten opzichte van de kast en een telescopisch element beweegbaar ten opzichte 15 van het kastelement; en elk van de naar de beginstand geleidende inrichtingen een schamierarm omvat scharnierbaar aangebracht ten opzichte van een corresponderend kastelement, welke schar-nierarm beweegbaar is tussen de open positie en de gesloten 20 positie door beweging van een corresponderend telescopisch element ten opzichte van het kastelement.
12. Kast volgens conclusie 11 waarbij elk van de naar de beginstand geleidende inrichtingen verder een basis en een vooraf instellende beugel omvat, welke basis direct 25 aangebracht is op het corresponderende kastelement en een holte definieert welke scharnierend de scharnierarm omvat, welke vooraf instellende beugel zich uitstrekt tussen de scharnierarm en de basis en deze verbindt.
13. Kast volgens conclusie 12, waarbij elk van de 30 scharnierarmen een pal omvat, welk telescopisch element een vinger omvat aangepast om in werkzame aangrijping te zijn met de pal van de corresponderende scharnierarm zodat de vinger de scharnierarm scharniert tussen de open positie en de gesloten positie wanneer het telescopische element 35 telescopische beweging ondergaat. i1014248
14. Kast volgens conclusie 13, waarbij de sluit- I staven verticaal gearrangeerd zijn en in staat zijn tot I verticale beweging ten opzichte van de rails. I
15. Kast volgens conclusie 14 waarbij elk van de I 5 sluitstaven een onderkant omvat en elk van de sluitglijgo- I ten een onderkant omvat, welke onderkant van elke sluit- I gl ij goot in lijn ligt met de onderkant van een corresponde- I rende sluitstaaf. I
16. Kast volgens conclusie 15 waarbij ten minste I 10 een van de sluitglijgoten en de corresponderende sluitstaaf I een schuin oppervlak omvatten zodat beweging van de sluit- I glijgoót naar de vergrendelde positie verticale verplaat- I sing veroorzaakt van de corresponderende sluitstaaf. I
16. I -CONCLUSIES- I
17. Kast volgens conclusie 16 waarbij elk van de I 15 sluitglijgoten en elk van de corresponderende sluitstaven I tegenover elkaar liggende schuine oppervlakken omvatten om verticale verplaatsing van de corresponderende sluitstaaf I door de sluitglijgoot te vergemakkelijken. I
18. Kast volgens conclusie 17 waarbij elk van de I 20 sluitglijgoten een opening definieert welke de aandrijfpen I van de corresponderende scharnierarm ontvangt. I
18. I
19. Kast volgens conclusie 18 waarbij de opening I verder gedefinieerd is als een zich verticaal uitstrekkende I groef, waardoor een verticale component van beweging van de I 25 aandrijfpen verloren gaat. I
20. Kast volgens conclusie 19 verder omvattende I een montageplaat aangebracht op een van de rails, welke I montageplaat een corresponderende sluitglijgoot en een corresponderende sluitstaaf ondersteunt, welke montageplaat I 30 een verticaal kanaal definieert voor het glijdend ontvangen I van de corresponderende sluitstaaf en een horizontaal I kanaal voor het glijdend ontvangen van de corresponderende I sluitglijgoot. I
20. I
21. Geïntegreerde koppelinrichting en naar de I 35 beginstand geleidende inrichting voor een meervoud van I gestapelde laden omvattende: I 1014248 I - 21 - een meervoud van rails aangepast om de laden te ondersteunen, elk van de rails is naar keuze beweegbaar tussen een teruggetrokken positie en een uitgetrokken positie; 5 een meervoud van naar de beginstand geleidende inrichtingen, elk corresponderend met een van de rails, elk van de naar de beginstand geleidende inrichtingen omvat vooraf instellende middelen voor het vooraf instellen van de corresponderende rail in de teruggetrokken positie, elk 10 van de naar de beginstand geleidende .inrichtingen is naar keuze beweegbaar van een gesloten positie naar een open positie door beweging van de corresponderende rail van de teruggetrokken positie naar de uitgetrokken positie en van de open positie naar de gesloten positie door beweging van 15 de corresponderende rail van de uitgetrokken positie naar de teruggetrokken positie; een meervoud van sluitglijgoten elk werkzaam gekoppeld aan een corresponderende naar de beginstand geleidende inrichting, welke sluitglijgoten beweegbaar zijn 20 van een niet-vergrendelde positie naar een vergrendelde positie door beweging van de corresponderende naar de beginstand geleidende inrichting van de gesloten positie naar de open positie en van de vergrendelde positie naar de niet-vergrendelde positie door beweging van de corresponde-25 rende naar de beginstand geleidende inrichting van de open positie naar de gesloten positie; en een meervoud van sluitstaven opgesteld aangrenzend aan de rails, welke sluitstaven beweegbaar zijn tussen niet-vergrendelde en vergrendelde posities door werking van 30 de sluitglijgoten, welke sluitstaven zich in de niet-vergrendelde positie bevinden wanneer alle sluitglijgoten zich in de niet-vergrendelde positie bevinden, welke sluitstaven zich in de vergrendelde positie bevinden wanneer een der sluitglijgoten zich in de vergrendelde 35 positie bevindt, welke sluitstaven beweging toestaan van elk der sluitglijgoten naar de vergrendelde positie wanneer de sluitstaven zich in de niet-vergrendelde positie bevin- :1014 248 I - 22 - I den, welke sluitstaven beweging voorkomen van elke verdere I sluitglijgoot naar de vergrendelde positie wanneer de I sluitstaven zich in de vergrendelde positie bevinden, I I waardoor de koppelinrichting opening van een enkele, lade I I 5 toestaat terwijl het tegelijkertijd openen van meer dan een I enkele lade tegengegaan wordt.
22. Inrichting volgens conclusie 21 waarbij elk I I van de rails een vastgemaakt element omvat en een beweeg- I I baar element beweegbaar aangebracht ten opzichte van het I 10 vastgemaakte element; en I I elk van de naar de beginstand geleidende inrich- I I tingen omvat een scharnierarm scharnierbaar aangebracht op I het vastgemaakte element van de corresponderende rail, I I welke scharnierarm scharnierend is door beweging van het I 15 beweegbare element van de corresponderende rail ten opzich- I I te van het vastgemaakte element van de corresponderende I I rail om de naar de beginstand geleidende inrichting naar I I keuze te bewegen tussen de open positie en de gesloten I I positie. I I 20
23. Inrichting volgens conclusie 22 waarbij elk I I der schamierarmen een aandrijving omvat werkzaam gekoppeld I I met de corresponderende sluitglijgoot, welke aandrijving I uitsteekt ten opzichte van de scharnierarm en aangepast is I I om de sluitglijgoot te bewegen tussen de vergrendelde I I 25 positie en de niet-vergrendelde positie door scharnierende I I beweging van de scharnierarm. I
24. Inrichting volgens conclusie 23 waarbij elk I I der schamierarmen een pal omvat, welk beweegbaar element I I van de corresponderende rail een vinger omvat aangepast om I I 30 de pal werkzaam aan te grijpen zodat de vinger de naar . de I I beginstand geleidende inrichting beweegt tussen de open I I positie en de gesloten positie door scharnieren van de I scharnierarm wanneer het beweegbare element beweging I ondergaat. I I 35
25. Inrichting volgens conclusie 24 waarbij elk I I van de naar de beginstand geleidende inrichtingen verder I een basis en een vooraf instellende beugel omvat, welke I I .1014 248 - 23 - basis direct aangebracht is op het vastgemaakte element van de corresponderende rail en een armholte definieert welke de schamierarm scharnierend ontvangt, welke vooraf instellende beugel zich uitstrekt tussen de scharnierarra en de 5 basis en deze verbindt.
26. Inrichting volgens conclusie 25 waarbij elk van de scharnierarmen een kogel omvat welke schamierbaar in de armholte van de corresponderende basis past.
27. Inrichting volgens conclusie 26 waarbij elk 10 __j£an_de beuge1 s__in_hd_of dzaak _c.-vormigis en_ een_ basiskogel omvat en een scharnierarmkogel opgesteld bij tegenover elkaar liggende einden van de beugel, welke basis een beugelholte definieert welke schamierbaar de basiskogel van de beugel ontvangt, welke scharnierarm een beugelholte 15 definieert welke scharnierend de scharnierarmkogel van de., beugel ontvangt.
28. Inrichting volgens conclusie 27 waarbij de sluitstaven verticaal gearrangeerd zijn en in staat zijn tot verticale beweging ten opzichte van de rails.
29. Inrichting volgens conclusie 28 waarbij elk der sluitstaven een onderkant omvatten en elk der sluit-glijgoten een onderkant omvatten, welke onderkant van elke sluitglijgoot in lijn ligt met de onderkant van een corres-r ponderende sluitstaaf.
30. Inrichting volgens conclusie 29 waarbij ten minste een van de sluitglijgoten en de corresponderende sluitstaaf een schuin oppervlak omvat zodat beweging van de sluitglijgoot naar de vergrendelde positie verticale verplaatsing veroorzaakt van de corresponderende sluit-30 staaf.
31. Inrichting volgens conclusie 30 waarbij elk van de sluitglij goten en elk van de corresponderende sluitstaven tegenover elkaar liggende schuine oppervlakken omvatten om verticale verplaatsing van de corresponderende 35 sluitstaaf door de sluitglijgoot te vergemakkelijken. 1014248 I - 24 - I
32. Inrichting volgens conclusie 31 waarbij elk I I van de sluitglijgoten een opening definieert welke de I I aandrijving van een corresponderende schamierarm ontvangt. I
33. Inrichting vólgens conclusie 32 waarbij de I I 5 opening verder gedefinieerd is als een zich verticaal I I uitstrekkende groef, waardoor een verticale bewegingscompo- I I nent van de aandrijving verloren gaat. I
34. Inrichting volgens conclusie 21, verder omvat- I I tende een montageplaat aangebracht op een van de rails, I I 10 welke montageplaat een corresponderende sluitglijgoot en I I een corresponderende sluitstaaf ondersteunt, welke montage- I I plaat een verticaal kanaal definieert voor het glijdend I I ontvangen van de corresponderende sluitstaaf en een hori- I zontaai kanaal voor het glijdend ontvangen van de corres- I I 15 ponderende sluitglijgoot. I
35. Railsamenstel voor een kast met een meervoud I I aan laden en een koppelinrichting welke op een bepaald I I tijdstip slechts een enkele lade toestaat om geopend te I I worden, welk railsamenstel omvat: I I 20 een kastrail vast bevestigd ten opzichte van de I I kast; I I een telescopische rail beweegbaar aangebracht op I I de kastrail; I I een naar de beginstand geleidende inrichting I I 25 aangebracht op de kastrail, welke naar de beginstand I I geleidende inrichting naar keuze beweegbaar is tussen een I I open positie en een gesloten positie als reactie op bewe- I I ging van de telescopische rail ten opzichte van de kast- I I rail, welke naar de beginstand geleidende inrichting I I 30 middelen omvat voor het bedienen van de koppelinrichting I I als reactie op beweging van de naar de beginstand geleiden- I I de inrichting tussen de open positie en de gesloten posi- I I tie. I
36. Railsamenstel volgens conclusie 35, waarbij de I I 35 middelen voor het bedienen van de koppelinrichting een I I aandrijfpen omvatten welke zich uitstrekt van de naar de I I beginstand geleidende inrichting. I I 1014248 - 25 -
37. Railsamenstel volgens conclusie 36, waarbij de koppelinrichting een sluitglijgoot omvat, beweegbaar tussen een niet-vergrendelde positie en een vergrendelde positie, welke aandrijfpen werkzaam gekoppeld is met de sluitglij-5 goot, waardoor beweging van de naar de beginstand geleidende inrichting tussen de open positie en de gesloten positie resulteert in beweging van de sluitglijgoot tussen de niet-vergrendelde positie en de vergrendelde positie. -o-o-o- .10U248
NL1014248A 1999-02-02 2000-02-01 Railsamenstel met naar de beginstand geleidende inrichting en koppelinrichting. NL1014248C2 (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US11827599P 1999-02-02 1999-02-02
US11827599 1999-02-02
US49127600 2000-01-26
US09/491,276 US6254205B1 (en) 1999-02-02 2000-01-26 Rail assembly with homing device and interlock

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1014248A1 NL1014248A1 (nl) 2000-08-03
NL1014248C2 true NL1014248C2 (nl) 2005-02-15

Family

ID=26816157

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1014248A NL1014248C2 (nl) 1999-02-02 2000-02-01 Railsamenstel met naar de beginstand geleidende inrichting en koppelinrichting.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US6254205B1 (nl)
CA (1) CA2298031A1 (nl)
NL (1) NL1014248C2 (nl)

Families Citing this family (42)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6296332B1 (en) 1996-07-12 2001-10-02 Accuride International, Inc. File interlock system and mechanism
WO2000078183A1 (en) * 1999-06-22 2000-12-28 Accuride International Inc. Adjustable detent mechanism for drawer slide
US20060082266A1 (en) * 2000-05-01 2006-04-20 Le Hai D Self-moving slides and self-moving mechanisms
US6971729B1 (en) 2000-05-01 2005-12-06 Accuride International, Inc. Self-closing slide
CA2408398C (en) 2000-05-01 2005-01-11 Accuride International Inc. Self-closing slide and mechanism for a self-closing slide
US6402274B1 (en) * 2000-10-27 2002-06-11 Compx International Inc. Drawer slide construction with anti-rebound feature
US6634726B1 (en) * 2001-05-30 2003-10-21 Snap-On Technologies, Inc. Multiple drawer cabinet allowing one drawer opened at a time
US6722749B1 (en) 2001-08-14 2004-04-20 Snap-On Technologies, Inc. Drawer open position controller
GB2380516B (en) * 2001-10-05 2005-07-27 Accuride Int Ltd Rear interlock
TW504991U (en) * 2002-01-31 2002-10-01 Kuo-Chan Weng Inner lock device for sliding rail of drawer
DE20301340U1 (de) * 2003-01-27 2003-04-17 Anton Schneider GmbH & Co., 79341 Kenzingen Schließvorrichtung für Schubladenschränke
ES2220220B1 (es) * 2003-05-23 2006-02-16 Ojmar, S.A. Sistema de bloqueo para cajones de muebles.
AT413630B (de) * 2003-07-24 2006-04-15 Fulterer Gmbh Ausziehsperreinrichtung
US7104691B2 (en) * 2003-07-31 2006-09-12 Accuride International, Inc. Self-moving slide, mechanism for self-moving slide and method for self-moving a slide
US6932445B2 (en) * 2003-07-31 2005-08-23 Nan Juen International Co., Ltd. Drawer interlocking mechanism
US6979064B2 (en) * 2003-11-14 2005-12-27 Nan Juen International Co., Ltd. Drawer interlock mechanism
US7150509B2 (en) * 2004-02-17 2006-12-19 King Slide Works Co., Ltd. Safe guard for a multi-section slide track assembly of drawers
WO2006050510A2 (en) * 2004-11-05 2006-05-11 Accuride International, Inc. Dampened movement mechanism and slide incorporating the same
CN101384193B (zh) * 2004-11-05 2010-12-08 艾库里德国际有限公司 自动移动机构及包括该机构的滑动装置
CA2537691A1 (en) * 2005-02-23 2006-08-23 Logimex Inc. Drawer slide assembly with catch mechanism
TWM284291U (en) * 2005-08-15 2006-01-01 Nan Juen Int Co Ltd Inter-locking, braking, wedging device of drawer
US7533946B2 (en) * 2005-08-25 2009-05-19 Knape & Vogt Manufacturing Company Closing device for drawers
US7441848B2 (en) * 2006-01-23 2008-10-28 King Slide Works Co., Ltd. Automatic homing mechanism for a multi-sectional slide
US7753459B2 (en) * 2006-11-16 2010-07-13 General Electric Company Closure assembly and method
TWI321996B (en) 2007-02-17 2010-03-21 King Slide Works Co Ltd Slide assembly having an automatic retractable device
US7708357B2 (en) * 2007-03-20 2010-05-04 Weon-Dong Cho Automatic locking apparatus used in guide rail for drawer
US8147010B2 (en) * 2007-08-09 2012-04-03 King Slide Works Co., Ltd. Slide assembly having an automatic retractable device
TWM341450U (en) * 2007-10-18 2008-10-01 Kuo-Chan Weng Slide rail interconnected driving and locking device
US7600828B2 (en) * 2007-12-20 2009-10-13 King Slide Works Co., Ltd. Slide assembly having a homing device
DE202009000050U1 (de) * 2009-01-22 2010-06-17 Paul Hettich Gmbh & Co. Kg Schließsystem eines ausziehbaren Möbelteils und Möbel
US8348357B2 (en) * 2009-07-12 2013-01-08 Matthew Briggs Drawer assembly locking mechanism
DE202009013411U1 (de) * 2009-10-23 2011-03-10 Paul Hettich Gmbh & Co. Kg Schließsystem eines ausziebaren Möbelteils und Möbel
CN102238841A (zh) * 2010-04-27 2011-11-09 鸿富锦精密工业(深圳)有限公司 滑轨机构
AT509331B1 (de) 2010-05-28 2011-08-15 Fulterer Gmbh Ausziehsperrvorrichtung für mindestens zwei ausziehbare möbelteile
AT511116B1 (de) 2011-03-10 2013-01-15 Fulterer Gmbh Ausziehsperrvorrichtung
US8876230B2 (en) 2011-09-24 2014-11-04 Hardware Resources, Inc. Durable drawer retainer apparatus and method of use
DE102011088339B4 (de) 2011-12-13 2018-08-02 GARANT Productions GmbH Auszugsicherung für Schubladen
US9750347B2 (en) 2012-04-30 2017-09-05 Hardware Resources, Inc. Pressure release slide latch mechanism
US9648952B2 (en) 2012-04-30 2017-05-16 Hardware Resources, Inc. Pressure release slide latch mechanism
CA2847639C (en) 2014-02-06 2020-11-10 Florian Westwinkel Cammed lever-activated locking system
US10463149B1 (en) * 2018-11-22 2019-11-05 Martas Precision Slide Co., Ltd. Steel ball slot locking mechanism of slide rail
CN109449024B (zh) * 2018-12-25 2024-02-02 无锡韩光电器股份有限公司 一种抽屉式自动转换电器的位置锁定装置

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3969008A (en) * 1975-06-27 1976-07-13 All-Steel Inc. Safety latch and drawer movement sequencing control arrangement for file cabinets
EP0290241A1 (en) * 1987-05-08 1988-11-09 Hauserman Inc. Office cabinet
GB2297800A (en) * 1995-02-09 1996-08-14 Paul Adrian Southon Jackson Filing cabinet drawer interlocks
US5634701A (en) * 1994-08-31 1997-06-03 Fireking International, Inc. Multi-drawer cabinet having a drawer lock-out mechanism

Family Cites Families (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH186677A (fr) 1936-01-23 1936-09-30 Joseph Poillevey Leon Dispositif de blocage des organes distributeurs d'un distributeur automatique à prépayement.
US3874755A (en) 1973-10-29 1975-04-01 Interstate Ind Inc Anti-tilt lock mechanism
US3900236A (en) 1974-06-28 1975-08-19 Gf Business Equip File interlock
US3909090A (en) 1974-11-18 1975-09-30 Gf Business Equip Office appliance
US4298236A (en) 1980-07-14 1981-11-03 Artopex Inc. Safety lock system for vertically stacked storage elements
US4355851A (en) 1980-11-28 1982-10-26 Herman Miller, Inc. Drawer interlock system
DE3347540A1 (de) 1983-12-30 1985-07-11 Paul Hettich GmbH & Co, 4983 Kirchlengern Schubkastenfuehrung
DE3822678A1 (de) 1988-07-05 1990-01-11 Hettich Paul Gmbh & Co Beschlag fuer ein mehrere uebereinander angeordnete schubkaesten aufweisendes moebel
US4865404A (en) 1988-07-18 1989-09-12 Harpers Interlock for multi-drawer cabinet
CA1307022C (en) 1988-07-26 1992-09-01 Isy S. Pratzer Anti-tip mechanism and method for providing anti-tip device
US4889396A (en) 1988-12-12 1989-12-26 G. A. Richards Company Drawer interlock
US5056877A (en) 1990-05-08 1991-10-15 Pundra Industries Limited Locking anti-tip device
NL9001969A (nl) 1990-09-06 1992-04-01 Regout Nv Thomas Telescooprail met grendelmechanisme.
DE9013161U1 (de) 1990-09-17 1990-11-22 Paul Hettich GmbH & Co, 4983 Kirchlengern Vorrichtung zum Halten eines in einen Möbelkorpus eingeschobenen Schubkastens
NL9002568A (nl) 1990-11-26 1992-06-16 Regout Nv Thomas Kogelkooi voor telescooprail, voorzien van een kooibuffer.
US5352030A (en) 1992-09-11 1994-10-04 Wolfgang Derle Anti-tip device
US5411327A (en) * 1994-01-06 1995-05-02 Signore Incorporated Lateral file anti-tilt mechanism with pivotal activator rail

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3969008A (en) * 1975-06-27 1976-07-13 All-Steel Inc. Safety latch and drawer movement sequencing control arrangement for file cabinets
EP0290241A1 (en) * 1987-05-08 1988-11-09 Hauserman Inc. Office cabinet
US5634701A (en) * 1994-08-31 1997-06-03 Fireking International, Inc. Multi-drawer cabinet having a drawer lock-out mechanism
GB2297800A (en) * 1995-02-09 1996-08-14 Paul Adrian Southon Jackson Filing cabinet drawer interlocks

Also Published As

Publication number Publication date
NL1014248A1 (nl) 2000-08-03
CA2298031A1 (en) 2000-08-02
US6254205B1 (en) 2001-07-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1014248C2 (nl) Railsamenstel met naar de beginstand geleidende inrichting en koppelinrichting.
CN108882828B (zh) 用于家具或家用器具的滑动和提升机构以及具有这种滑动和提升机构的家具或家用器具
US5634701A (en) Multi-drawer cabinet having a drawer lock-out mechanism
NL1010136C2 (nl) Disco-locking.
US4729612A (en) Hinge support system
US4836624A (en) Anti-tip device
US10368676B1 (en) Security mailbox
US20090050186A1 (en) Dishwasher with adjustable wash basket
CA1300912C (en) Locking system
CN110996721B (zh) 家具或家用电器的搁架的滑动枢转机构以及具有该滑动枢转机构的家具或家用电器
NL1013756C2 (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.
JP2005504905A (ja) 後部インタロック
EP0512615B1 (en) Anti-rack system for drawers
HU220735B1 (hu) Tetőablak
RU2337600C2 (ru) Выдвижной ящик
US6027193A (en) Two-part undermount drawer guide assembly with pivot member
US5411327A (en) Lateral file anti-tilt mechanism with pivotal activator rail
NL8802030A (nl) Overuittrekbare, driedelige telescopische geleider.
NL9001686A (nl) Dakpaneelsamenstel voor een motorvoertuig.
US3389949A (en) Filing cabinet and suspension system therefor
NL8301610A (nl) Open dakconstructie voor een voertuig.
US4537452A (en) Lateral file receding posting shelf
GB2096229A (en) Anti-tilt arrangement for multi- drawer cabinet
NL8900047A (nl) Railsysteem voor een stoellift of dergelijke, welk railsysteem aan of langs een trap is te monteren.
EP1138856A1 (en) Cabinet with telescopic shelves

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20041012

PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060902