NL8802030A - Overuittrekbare, driedelige telescopische geleider. - Google Patents

Description

Titel: Overuittrekbare, driedelige telescopische geleider

De uitvinding heeft betrekking op een overuittrek-bare, driedelige telescopische geleider, bestaande uiteen buiten-of kastprofiel, een middenprofiel en eenbinnen- of ladeprofiel, welke profielen ten opzichtevan elkaar verschuifbaar zijn door middel van twee kogel¬kooien, aangebracht tussen respectievelijk het kast¬en het middenprofiel en tussen het midden- en het lade¬profiel, waarbij op de kogelkooien aangrijpende eindstopsaanwezig zijn voor het in de uitgetrokken stand tenopzichte van elkaar in de uittrekrichting blokkerenvan de profielen.

Een dergelijke geleider is bekend uit de Neder¬landse octrooiaanvrage 83.04456. Deze bekende geleideris slechts in één richting uittrekbaar. Uittrekkingvan de geleider in de andere richting wordt verhinderddoor de vorm van de in de profielen aangebrachte eindstops.Dit is geen bezwaar voor geleiders, aangebracht voorhet ondersteunen van slechts naar één richting uittrekbareladen van bijv. bureaus of archiefkasten. Voor de onder¬steuning van bijv. een aantal onderdelen bevattendebakken aan montagelijnen of in magazijnstellingen, isde uittrekbaarheid naar slechts één ziide een belangriikbezwaar.

De uitvinding beoogt een geleider van het boven¬omschreven type te verschaffen, die naar twee zijdenuittrekbaar is en is daartoe volgens de uitvinding geken¬merkt doordat aan weerszijden van de beide kogelkooienlosse, binnen het bijbehorende profiel verschuifbareglijbuffers zijn aangebracht, welke het midden- en hetladeprofiel in beide uitgetrokken eindstanden blokkerenmet behulp van eindstops.

Toepassing van losse, binnen bet bijbehorendeprofiel verschuifbare glijbuffers maakt het mogelijkde eindstops niet meer rechtstreeks op de kogelkooiente laten aangrijpen maar op deze losse glijbuffers,die dan op hun beurt weer als eindstops fungeren voorde kogelkooi. Op deze wijze is het mogelijk de blokkeringvan de profielen in beide uittrekrichtingen identiekuit te voeren.

Voor het blokkeren van de glijbuffers is hetmiddenprofiel aan beide uiteinden bij voorkeur voorzienvan een aanslagplaat, welke als eindstop dient voorzowel de glijbuffer van de buitenste kogelkooi als voorde glijbuffer van de binnenste kogelkooi.

Om te verhinderen dat het binnen- of ladeprofieluit het middenprofiel in uittrekrichting kan wordenuitgenomen is dit binnenprofiel aan beide uiteindenvoorzien van binnenwaarts omgezette zijranden voor hetopsluiten van de glijbuffers van de binnenste kogelkooi.

Om ervoor te zorgen dat bij het uittrekkenvan een lade of bak, die aan een driedelige geleideris opgehangen de uittrekbeweging van de profielen isgedefinieerd en wel zodanig dat eerst zowel het lade¬profiel samen met het middenprofiel in de uittrekrichtingbeweegt en het ladeprofiel eerst dan uit het middenprofielwordt uitgetrokken nadat dit middenprofiel zijn eindstandheeft bereikt, is op elk uiteinde van het middenprofieleen ongeveer driehoekig kantelorgaan gemonteerd, datkan verzwenken om een loodrecht op de profiel-verplaatsings-richting staande pen, waarbij het ladeprofiel in demiddenstand van de geleider tussen beide kantelorganenis opgesloten, van welk kantelorgaan één hoekpunt kanschuiven over het kastprofiel, in welke stand een tweedehoekpunt het voortijdig uitlopen van het middenprofielten opzichte van het ladeprofiel verhindert.

Het kantelorgaan is bij voorkeur onder veerspanningop de pen gemonteerd, e.e.a. zodanig dat het kantelorgaan pas verzwenkt nadat het middenprofiel zijn eindstandheeft bereikt.

Een uitvoeringsvorm van het driedelig geleidervolgens de uitvinding wordt aan de hand van de tekeningi nader toegelicht. Hierin toont: fig. 1 een driedelige geleider in de middenstand;fig. 2 een geleider volgens fig. 1 in een gedeel¬telijk uitgetrokken stand; fig. 3 de geleider volgens fig. 1 in de vollediguitgetrokken stand en fig. 4 de geleider volgens fig. 1 in een standtijdens het inschuiven daarvan.

De driedelige geleider bestaat uit een buiten¬of kastprofiel 1, een middenprofiel 2 en een binnen-of ladeprofiel 3, die alle in doorsnede ongeveer C-vormigzijn uitgevoerd en in elkaar verschuifbaar zijn opgenomenonder tussenplaatsing van een buitenste kogelkooi 4,aangebracht tussen het kastprofiel 1 en het middenprofiel2 en een binnenste kogelkooi 5, aangebracht tussen hetmiddenprofiel 2 en het ladeprofiel 3. Aan weerszijdenvan de kogelkooi 4 zijn losse, in het kastprofiel 1verschuifbare glijbuffers 6 aangebracht terwijl aanweerszijden van de kogelkooi 5 losse, in het middenprofielverschuifbare glijbuffers 7 aanwezig zijn. De glijbuffers 6 kunnen worden opgesloten tussen een zijkant van dekogelkooi 4 en een aanslagplaat 10, aangebracht aan de beide uiteinden van het middenprofiel 2. De glijbuffers 7 zijn in het ladeprofiel 3 opgesloten doordat de zijrandenvan het ladeprofiel 3 aan het uiteinde binnenwaarts zijn omgezet, zoals bij 13 in fig. 3 weergegeven, ende glijbuffer aan de andere kant tegen de lip 14 aanligt,fig. 3. Aan beide uiteinden van het kastprofiel 1 zijnbinnenwaarts uitstekende lippen 12 aangebracht, diefungeren als eindstops voor de glijbuffers 6. De hoogtevan deze lippen 12 is zodanig, dat het middenprofiel2 met de op het einde daarvan aangebrachte aanslagplaat 10 deze lip 12 ongehinderd kan passeren. Op de aanslag-platen 10 van het middenprofiel 2 zijn binnenwaartsuitstekende lippen 14 aangebracht, waarvan de hoogtezodanig is gekozen dat het ladeprofiel 3 deze lippen5 14 ongehinderd kan passeren. Be lippen 14 dienen alseindstops voor de glijbuffers 7 van de binnenste kogelkooi5.

Op de aanslagplaten 10 van het middenprofiel2 zijn kantelorganen 8 aangebracht, voorzien van een} zeskantige uitsparing 15 en een door deze uitsparinglopende sleuf 11. Op een aanslagpiaat 10 is een zeskantigepen 0 aangebracht, waarvan de hartlijn loodrecht staatop de bewegingsrichting van de profielen. Het kantelorgaan8 is bij voorkeur uitgevoerd in kunststof en wordt meti zijn zeskantige uitsparing 15 klemmend geschoven overde zeskantige pen 0. Op deze wijze heeft men een instelbareweerstand tegen verzwenking van het kantelorgaan verkregen,zoals hierna nog wordt toegelicht. Tn de in fig. 1 weerge¬geven middenstand ligt het hoekpunt A van het kantelorgaan8 aan tegen de onderrand van het kastprofiel 1, terwijlhet hoekpunt B van het kantelorgaan 8 uitsteekt binnende bewegingsbaan van het ladeprofiel 3. Zoals uit fig.

1 blijkt is dit ladeprofiel 3 in de middenstand vanhet geleider opgesloten tussen de beide kantelorganen8. Het ladeprofiel 3 is dan ook slechts in de ene ofandere richting beweegbaar samen met het middenprofiel 2. Het is daardoor niet van toevallige wriivingsomstandig-heden afhankelijk of bij het naar buiten trekken vaneen lade uitsluitend het ladeprofiel 3 verschuift binnenhet middenprofiel 2, dan wel alleen het middenprofiel 2 binnen het kastprofiel 1. Met behulp van de kantelorganen8 is er in elk geval sprake van een gedwongen uittrekbewe-ging van de combinatie ladeprofiel met middenprofiel.

In fig. 2 is de geleider weergegeven in degedeeltelijk uitgetrokken toestand, waarbij de bewegings¬richting met de pijl X is aangegeven. Zoals uit fig.

2 blijkt zijn de profielen 2 en 3 gezamenlijk naar buitengeschoven totdat de glijbuffer 6 komt aan te liggentegen de in het kastprofiel 1 aangebrachte lip 12, dieals eindstop voor de glijbuffer 6 fungeert. De buitenstekogelkooi 4 komt aan te liggen tegen de in de eindstandgeblokkeerde glijbuffer 6 en de rechts van de kogelkooi 4 gelegen glijbuffer ligt aan tegen het rechteruiteindevan de kogelkooi 4, waarbij de met het middenprofiel 2 verbonden aanslagplaat 10 komt aan te liggen tegen de glijbuffer 6. Daardoor wordt een verdergaande verschui¬ving in de richting X van het middenprofiel 2 verhinderd.Bij het verder uittrekken van een aan het ladeprofiel 3 bevestigde lade duwt de omgezette rand 13 van hetladeprofiel 3 aan tegen het hoekpunt B van het kantelorgaan8, waarbij dit kantelorgaan 8 om de zeskantige pen 9verzwenkt en het ladeprofiel 3 verder in de richting X kan worden uitgetrokken totdat de in fig. 3 weergegeveneindstand is bereikt.

Zoals uit fig. 3 blijkt, kan het ladeprofiel3 in de eindstand volledig buiten het kastprofiel 1komen te liggen, hetgeen met de term "overuittrekbaar"wordt aangeduid. In de eindstand volgens fig. 3 wordtde glijbuffer 7 geblokkeerd door de in de aanslagplaat10 van het middenprofiel 2 aangebrachte lip 14, dieals eindstop fungeert. Zoals uit de tekening blijktkan het ladeprofiel 3 deze eindstop passeren. De kogelkooi 5 komt aan te liggen tegen de geblokkeerde glijbuffer 7, terwijl de aan het rechteruiteinde van het ladeprofiel3 aanwezige glijbuffer met behulp van de omgezette randeni13 wordt aangedrukt tegen het rechteruiteinde van dekogelkooi 5. De geleider is thans in de uitgetrokkentoestand in uittrekkrichting geblokkeerd.

Bij het naar binnen schuiven van het ladeprofiel3 in de richting Y, weergegeven in fig. 4 zal doorgaans;het ladeprofiel 3 in het middenprofiel 2 schuiven, totdathet vooroplopende uiteinde van het ladeprofiel 3 aanstoot tegen bet kantelorgaan 8, dat aan de rechterzijde vanfig. 3 is weergegeven. Dit kantelorgaan 8 kan niet verzwen-ken, omdat het hoekpunt A daarvan aanligt tegen de onder¬rand van het kastprofiel 1. Bij verdere verschuiving> in de richting Y zullen de profielen 2 en 3 gezamenlijkbewegen tot de in fig. 1 weergegeven middenstand isbereikt, waarbij het aan het linkeruiteinde van hetprofiel weergegeven kantelorgaan 8 door de onderrandvan het kastprofiel 1 weer binnenwaarts wordt verzwenkt.

Indien bij het naar binnenschuiven van hetladeprofiel 3 in richting Y niet eerst het ladeprofiel3 in het middenprofiel 2 schuift, zullen lade- en midden-profiel tezamen schuiven in het kastprofiel 1 totdathet links gelegen kantelorgaan 8 met hoekpunt A aanligttegen de onderrand van het kastprofiel 1, en hoekpuntB tegen de onderrand 16 van het ladeprofiel 3. Bij verdereverschuiving in de richting Y zal uitsluitend het lade¬profiel 3 ten opzichte van het nu geblokkeerde middenprofiel2 verschuiven totdat hoekpunt B van het linker kantel¬orgaan 8 vrijkomt van de onderrand 16 van het ladeprofiel 3. Dit kantelorgaan 8 zal dan verzwenken en alsnog decombinatie van middenprofiel 2 en ladeprofiel 3 toestaanzich naar de middenstand volgens 1 te begeven.

Bij uittrekking van het geleider in de andererichting bewegen de onderdelen zich op identieke wijzeten opzichte van elkaar als hierboven is toegelicht,en wel spiegelsymmetrisch ten opzichte van de in fig.

1 weergegeven middenstand.

Claims (6)

1. Overuïttrekbare, driedelige telescopischegeleider, bestaande uit een buiten- of kastprofiel,een middenprofiel en één binnen- of ladeprofiel, welkeprofielen ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijndoor middel van twee kogelkooien, aangebracht tussenrespectievelijk het kast- en het middenprofiel en tussenhet midden- en het ladeprofiel, waarbij op de kogelkooienaangrijpende eindstops aanwezig zijn voor het in deuitgetrokken stand ten opzichte van elkaar in de uittrek-richting blokkeren van de profielen, met het kenmerk, dat aan weerszijden van de beide kogelkooien (4,5) losse,binnen het bijbehorende profiel verschuifbare glijbuffers(6,7) zijn aangebracht, welke het midden-en het ladeprofiel(2,3) in beide uitgetrokken eindstanden blokkeren metbehulp van eindstops (12,14).

2. Telescopische geleider volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het middenprofiel (2) aan beideuiteinden is voorzien van een aanslagplaat (10), welkeals eindstop dient voor zowel de glijbuffer (6) vande buitenste kogelkooi (4) als voor de glijbuffer (7)van de binnenste kogelkooi (5).

3. Telescopische geleider volgens de conclusies1-2, met het kenmerk, dat het ladeprofiel (3) aan beideuiteinden is voorzien van binnenwaarts omgezette zijranden(13) voor het opsluiten van de glijbuffers (7) van debinnenste kogelkooi (5).

4. Telescopische geleider volgens de conclusies1-3, met het kenmerk, dat op elk uiteinde (10) van hetmiddenprofiel (2) een ongeveer driehoekig kantelorgaan (8) is gemonteerd, dat kan zwenken om een loodrechtop de profielverplaatsingsrichting (X,Y) staande pen (9) , waarbij het ladeprofiel (3) in de middenstand vanhet geleider tussen beide kantelorganen (8) is opgesloten,van welk kantelorgaan (8) één hoekpunt (A) kan schuiven over het kastprofiel (1), in welke stand een tweedehoekpunt (B) de verschuiving van het ladeprofiel (3)verhindert.

5. Telescopische geleider volgens conclusie ► 4, met het kenmerk, dat het kantelorgaan (8) onder veerspanningop de pen (9) is gemonteerd, een en ander zodanig dathet kantelorgaan (8) pas verzwenkt nadat het middenprofiel(2) zijn eindstand heeft bereikt.

6. Telescopische geleider volgens de conclusies4-5, met het kenmerk, dat het kantelorgaan (8) is voorzienvan een zeskantige uitsparing (15), alsmede van een door deze uitsparing lopende sleuf (11), terwijl depen (9) van het kantelorgaan (8) eveneens zeskantigis uitgevoerd.