NL8801757A - Doeldetektor. - Google Patents

Doeldetektor. Download PDF

Info

Publication number
NL8801757A
NL8801757A NL8801757A NL8801757A NL8801757A NL 8801757 A NL8801757 A NL 8801757A NL 8801757 A NL8801757 A NL 8801757A NL 8801757 A NL8801757 A NL 8801757A NL 8801757 A NL8801757 A NL 8801757A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
target
signals
quality
quality factors
value
Prior art date
Application number
NL8801757A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Hollandse Signaalapparaten Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19852607&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL8801757(A) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Priority to NL8801757A priority Critical patent/NL8801757A/nl
Application filed by Hollandse Signaalapparaten Bv filed Critical Hollandse Signaalapparaten Bv
Priority to DE89201778T priority patent/DE68909524T2/de
Priority to EP89201778A priority patent/EP0350998B1/en
Priority to AT89201778T priority patent/ATE95319T1/de
Priority to NO892836A priority patent/NO174568C/no
Priority to KR1019890009774A priority patent/KR900002091A/ko
Priority to TR89/0589A priority patent/TR25213A/xx
Priority to CA000605282A priority patent/CA1325052C/en
Priority to AU38035/89A priority patent/AU620420B2/en
Priority to JP1180143A priority patent/JPH0267985A/ja
Priority to US07/378,951 priority patent/US4975705A/en
Publication of NL8801757A publication Critical patent/NL8801757A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01SRADIO DIRECTION-FINDING; RADIO NAVIGATION; DETERMINING DISTANCE OR VELOCITY BY USE OF RADIO WAVES; LOCATING OR PRESENCE-DETECTING BY USE OF THE REFLECTION OR RERADIATION OF RADIO WAVES; ANALOGOUS ARRANGEMENTS USING OTHER WAVES
    • G01S13/00Systems using the reflection or reradiation of radio waves, e.g. radar systems; Analogous systems using reflection or reradiation of waves whose nature or wavelength is irrelevant or unspecified
    • G01S13/88Radar or analogous systems specially adapted for specific applications
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01SRADIO DIRECTION-FINDING; RADIO NAVIGATION; DETERMINING DISTANCE OR VELOCITY BY USE OF RADIO WAVES; LOCATING OR PRESENCE-DETECTING BY USE OF THE REFLECTION OR RERADIATION OF RADIO WAVES; ANALOGOUS ARRANGEMENTS USING OTHER WAVES
    • G01S13/00Systems using the reflection or reradiation of radio waves, e.g. radar systems; Analogous systems using reflection or reradiation of waves whose nature or wavelength is irrelevant or unspecified
    • G01S13/66Radar-tracking systems; Analogous systems
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01SRADIO DIRECTION-FINDING; RADIO NAVIGATION; DETERMINING DISTANCE OR VELOCITY BY USE OF RADIO WAVES; LOCATING OR PRESENCE-DETECTING BY USE OF THE REFLECTION OR RERADIATION OF RADIO WAVES; ANALOGOUS ARRANGEMENTS USING OTHER WAVES
    • G01S13/00Systems using the reflection or reradiation of radio waves, e.g. radar systems; Analogous systems using reflection or reradiation of waves whose nature or wavelength is irrelevant or unspecified
    • G01S13/86Combinations of radar systems with non-radar systems, e.g. sonar, direction finder
    • G01S13/865Combination of radar systems with lidar systems
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01SRADIO DIRECTION-FINDING; RADIO NAVIGATION; DETERMINING DISTANCE OR VELOCITY BY USE OF RADIO WAVES; LOCATING OR PRESENCE-DETECTING BY USE OF THE REFLECTION OR RERADIATION OF RADIO WAVES; ANALOGOUS ARRANGEMENTS USING OTHER WAVES
    • G01S13/00Systems using the reflection or reradiation of radio waves, e.g. radar systems; Analogous systems using reflection or reradiation of waves whose nature or wavelength is irrelevant or unspecified
    • G01S13/87Combinations of radar systems, e.g. primary radar and secondary radar

Description

Doeldetektor
De uitvinding heeft betrekking op een doeldetektor voor het detekteren van doelen, voorzien van zendermiddelen voor het 1 gelijktijdig genereren van verschillende elektromagnetische golven met verschillende frequenties welke m.b.v. een emissie- en detektieinrichting worden uitgezonden, van ontvangermiddelen voor het met behulp van de emissie- en detektie- inrichting verkrijgen van doelsignalen welke op verschillende frequenties verkregen informatie van het doel omvatten, en van een signaalverwerkingseeriheid voor het verwerken van door de ontvangermiddelen gegenereerde doelsignalen voor het verkrijgen van doelrepresenterende signalen.
Een dergelijke doeldetektor is bekend uit DE-B 1.223.903. De doeldetektor betreft hier een radar welke geschikt is voor het volgen van doelen. De verschillende frequenties betreffen hier derhalve microgolven, waarbij bovendien geldt dat het aantal verschillende frequenties gelijk aan twee is. In het octrooischrift wordt uiteengezet dat het toepassen van twee nabij gelegen radarfrequenties het voordeel met zich meebrengt dat een dubbele waarneming wordt gedaan welke met elkaar kunnen worden vergeleken.
De signaalverwerking omvat hier het vergelijken van de beide ontvangen echosignalen waarbij wordt vastgesteld welk signaal de kleinste amplitude heeft. Hierna wordt alleen het signaal met de kleinste amplitude aangewend voor het verkrijgen van doelrepresenterende signalen. De gedachte hierbij is dat het signaal met de grootste amplitude een stoorsignaal moet omvatten daar een doelsecho in beide signalen vertegenwoordigd zou moeten zijn.
Het systeem volgens dit duitse octrooischrift heeft als nadeel dat het t.g.v. de systeemopzet beperkt is tot het gebruik van twee waarnemingen (de zendpulsen met een eerste resp. tweede frequentie). Bovendien geeft het systeem geen ruimte voor een individuele en absolute beoordeling van de ontvangen signalen. Tengevolge van het vergelijken van de beide signalen is de beoordeling immers relatief en subjectief. Tevens moeten de frequenties dicht bij elkaar liggen, daar het vergelijken van de amplituden van de gereflecteerde golven afkomstig van de eerste resp. tweede zendfrequentie zinloos zou zijn. Indien de frequenties ver uit elkaar liggen ontstaan na reflectie op een doel immers automatisch verschillende amplituden, welke geen gevolg zijn van actieve storingen (jammingen) van een derde. De amplitude van een gereflecteerde golf is immers afhankelijk van de radar cross-section van een doel en de antennegain, welke op hun beurt weer een functie zijn van de frequentie waarmee het doel wordt aangestraald. Daar geen individuele beoordeling van de gereflecteerde signalen aanwezig is, is het derhalve niet mogelijk om signalen, waarvan de frequenties zeer ver van elkaar liggen, te vergelijken. Dit impliceert dat het zgn. multipath-effect niet kan worden onderdrukt, daar hiervoor de voorwaarde geldt, dat de beide frequenties relatief ver (bijvoorbeeld een factor 4) uit elkaar liggen.
De uitvinding kent deze beperking niet en wordt gekenmerkt doordat signaalverwerkingseenheid geschikt is voor het in combinatie verwerken van de doelsignalen voor het verkrijgen van de doelrepresenterende signalen.
Op basis van de uitvindingsgedachte zijn vele potentiële voordelen aanwezig. Zo is het mogelijk geworden om meer dan twee doelsignalen in combinatie te verwerken daar geen vergelijkings- of keuzemiddelen aanwezig zijn voor het kiezen van het beste doelsignaal. In principe kan een doeldetektor met een willekeurig aantal doelsignalen worden gerealiseerd. Bovendien kunnen doelsignalen van geheel verschillende aard worden verwerkt, zoals radarecho's, laserecho's en passieve infraroodstraling, daar de doelsechosignalen overeenkomstig de uitvinding individueel beoordeeld kunnen worden. Bij het systeem overeenkomstig het duitse octrooischrift moeten de doelsignalen immers van eenzelfde type zijn en een nagenoeg zelfde frequentie omvatten.
Overeenkomstig de uitvinding kan de beoordeling (kwaliteit) van een signaal een gewogen gemiddelde omvatten van kwaliteitsaspecten als dutter (regen, vogels), jamming, ruis en multipath-effecten die per doelsignalen worden onderzocht. Een dergelijke beoordeling kan op, op zich bekende wijze plaatsvinden.
Overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de uitvinding is de signaalverwerkingseenheid geschikt voor het genereren van op de doelsignalen betrekking hebbende kwaliteitsfactoren, waarbij de kwaliteitsfactoren bepalen in welke combinatie en in welke mate de doelsignalen worden verwerkt voor het verkrijgen van de doelrepresenterende signalen.
Op grond van toepassing van kwaliteitsfactoren ten behoeve van de verschillende doelsignalen behoeft geen keuze tussen de verschillende doelsignalen te worden gemaakt maar kunnen de doelsignalen in combinatie worden verwerkt voor het verkrijgen van doelrepresenterende signalen.
Overeenkomstig een veelzijdige uitvoeringsvorm van de doeldetektor zijn de zendermiddelen geschikt voor het genereren van m verschillende pulsreeksen i met frequentie (i » 1,2.....m), waarbij de ontvangermiddelen, met behulp van de met de emissie- en detektieinrichting gedetekteerde doelsignalen foutsignalen ΔΒ^ (i - 1,2,...,n) genereren welke het verschil in azimuthwaarde van het doel t.o.v. de emissie- en detektieinrichting weergeeft, foutsignalen ΔΕ^ (i « 1,2,___,n) genereren welke het verschil in elevatiewaarde van het doel t.o.v. de emissie- en detektieinrichting weergeeft en foutsignalen AR^ (i « l,2,...,n) genereren welke de afstandwaarde van het doel t.o.v. de emissie- en detektieinrichting weergeeft waarbij minen waarbij ΔΒ^, ΔΕ^ en ΔΕ^ met i - 1,2.....m respectievelijk zijn bepaald met behulp van de uitgezonden pulsreeks i (i - 1, 2, ..., m) en waarbij ΔΒ^, ΔΕ^ en (met i - m+1, ..., n) met behulp van in de emissie- en detektie-inrichting voorhanden zijnde passieve sensoren zijn verkregen.
Hierbij is het mogelijk gemaakt om m actieve doelsignalen (radar en laser) afkomstig van m uitgezonden pulsreeksen i met frequentie f^ (i - l,2,...,n) te combineren met (n-m+1) passieve doelsignalen (infrarood of video) voor het verkrijgen van de doelrepresenterende signalen. De de signaalverwerkingseenheid genereert bij voorkeur kwaliteitsfaktoren QB^ v welke respectievelijk de kwaliteit van de signalen ΔΒ^ weergeven ten aanzien van Wg verschillende kwaliteitsaspecten (v — 1,2,... ,Wg), kwaliteitsfaktoren QE- , welke respectievelijk de * 9 * kwaliteit van de signalen ΔΕ- weergeven ten aanzien van Wg verschillende kwaliteitsaspecten (ν' - 1,2,...,Wg) en kwaliteitsfaktoren QR. „ welke respectievelijk de kwaliteit van de signalen AR., weergeven ten aanzien van Wg verschillende kwaliteitsaspecten (v" «= l,2,...,Wg) en waarbij de signaalverwerkingseenheid de signalen ΔΒ^, ΔΕ^ en AR^ afhankelijkheid van de kwaliteitsfaktoren verwerkt voor het verkrijgen van de doelrepresenterende signalen en waarbij i « l,2,...,n.
Hierbij is het voordeel aanwezig dat verschillende componenten van een dóelsignaal (ΔΕ^, ΔΒ^, ΔΕ^) op verschillende kwaliteitsaspecten kan worden beoordeeld. Zo kunnen de kwaliteitsfaktoren QB. (v -
X, V
1,2,...,Wg) welke betrekking hebben op de kwaliteit van het signaal ΔΒ^ respectievelijk betrekking hebben op de signaal/ruisverhouding van ΔΒ^, en op het in dit signaal aanwezige clutterniveau.
Deze kwaliteitsaspecten kunnen zijn afgeleid uit het signaal ΔΒ^ zelf. Het is echter eveneens mogelijk dat een kwaliteitsfaktor QB^ v is afgeleid van een ander signaal ("kruiscorrelatie"), zoals bijvoorbeeld ΔΕ^. Indien op grond van het signaal ΔΕ^ blijkt dat een jammer op frequentie f^ aanwezig is zal deze immers met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid eveneens in het signaal ΔΒ. aanwezig zijn. Dit kan tot uiting worden gebracht in een van het signaal ΔΕ^ afgeleide kwaliteitsfaktor die betrekking heeft op het signaal ΔΒ^. Uiteraard kan zo'n kwaliteitsaspect eveneens tot uiting worden gebracht in een van het signaal ΔΒ^ zelf afgeleide kwaliteitsfaktor. Indien één van beide kwaliteitsfaktoren echter de aanwezigheid van een jammer op frequentie tot uiting brengt, kan bijvoorbeeld worden overwogen het signaal ΔΒ^ niet of in mindere mate te gebruiken voor het afleiden van doelrepresenterende signalen.
Indien de frequentie een frequentie is welke in de I-band ligt, terwijl het signaal ARj waarvan de frequentie fj op Ku-band ligt, aangeeft dat een doel zich op relatief korte afstand bevindt, kan van het signaal AR, een kwaliteitsfaktor QR. „ worden afgeleid welke er voor zorgt dat het signaal ΔΚ^ niet of in mindere mate gebruikt zal worden voor het genereren van doelrepresenterende signalen. Hiermee kan het zogenaamde multipath-effekt worden onderdrukt. Kwaliteitsfaktoren kunnen derhalve worden afgeleid van het signaal zelf, van een ander signaal verkregen op dezelfde frequentie en van een op een andere frequentie (met een andere sensor) verkregen signaal.
Dank zij de methode van het genereren van kwaliteitsfactoren QR. ,
1-,V
QE, , en QB, „ is het tevens mogelijk om op eenvoudige wijze doelsignalen afkomstig van radar, laser of infrarood en video te verwerken. Zo zullen de kwaliteitsfaktoren van doelsignalen afkomstig an radar in de regel een van nul verschillende waarde hebben. Het is echter bekend dat een laser in de regel alleen afstandinformatie geeft. Dit kan eenvoudig in de signaalverwerking worden geïmplementeerd door de desbetreffende kwaliteitsfaktoren QB, „ — QE. , - 0 te kiezen. Volgens eenzelfde redenatie is het mogelijk QR, , - 0 te kiezen indien doelsignalen afkomstig zijn van een passief infrarood systeem.
De doeldetektor is dusdanig ingericht dat de signalen ΔΒ^ afhankelijk van de genoemde kwaliteitsfaktoren worden verwerkt voor het verkrijgen van een eerste component ΔΒ van het doelrepresenterende signaal, de signalen ΔΕ^ in afhankelijkheid van de genoemde kwaliteitsfaktoren worden verwerkt voor het verkrijgen van een tweede component ΔΕ van het doelrepresenterende signaal, de signalen in afhankelijkheid van de genoemde kwaliteitsfaktoren worden verwerkt voor het verkrijgen van een derde component AR van het doelrepresenterende signaal en waarbij i - l,2,...,n.
Overeenkomstig een bijzonder uitvoeringsvorm is de signaalverwerkingseenheid geschikt voor het bepalen van gemiddelde kwaliteitsfaktoren QEL, QE^, QR^ volgens:
Figure NL8801757AD00071
waarbij gBB^, gEE^,, gRRlv„, gBEiv,, gBRiv„, gEB. v, gERiv„, gRB. en gRE. , , weegfaktoren zijn welke bepalen in welke mate i, v 11 v de kwaliteitsfaktoren bijdragen in het verkrijgen van gemiddelde kwaliteitsfaktoren.
De weegfaktoren bepalen hierbij in welke mate een kwaliteitsaspect van een foutsignaal bij draagt in de uiteindelijke totaalbeoordeling van de kwaliteit van het foutsignaal.
Hierbij is de signaalverwerkingseenheid geschikt voor het bepalen van ΔΒ, ΔΕ, AR volgens
Figure NL8801757AD00081
en
De verschillende foutsignalen ΔΒ^, AE^, AR^ worden op deze wijze direkt en momentaan gemiddeld voor het verkrij gen van doelrepresenterende signalen ΔΒ, ΔΕ en AR.
Een bijzonder moderne uitvoeringsvorm van een doeldetektor overeenkomstig de uitvinding, welke alle voomoemde voordelen in zich heeft, wordt gekenmerkt, doordat de ontvangermiddelen zijn voorzien van een A/D convers ie-eenheid voor het bemonsteren met frequentie fe en digitaliseren van signalen ΔΒ-, ΔΕ. en AR. ter verkrijging van digitale signalen ΔΒ.*, AE-* en AR.*.
Hierbij is het eveneens voordelig indien de ontvangermiddelen zijn voorzien van een A/D conversie-eenheid voor het bemonsteren met frequentie f en digitaliseren van signalen QB. QE. ., QR. „ 8 ί-,νΙ,Λ A » · ter verkrijging van digitale signalen QB. v*, QEi v,*, QRijV.t*.
Hierbij is het mogelijk dat de signaalverwerkingseenheid geschikt is voor het bepalen van gemiddelde kwaliteitsfaktoren QBj*, QE.*, QR.* volgens:
Figure NL8801757AD00082
Figure NL8801757AD00091
waarbij gBB^*, gEE.^,*, gRRiv„*, gBE. v>*. gBIL^,,*, gEBi>v*, gER^ gRB^ en gRE^ * weegfaktoren zijn welke bepalen in welke mate de kwaliteitsfaktoren bijdragen in het verkrijgen van gemiddelde kwaliteitsfaktoren voor een signaal verkregen op frequentie f^.
Essentieel is dat de (gemiddelde) kwaliteitsfaktoren hier digitale getallen zijn waarvan de grootte een parameter is. Zo kan bijvoorbeeld worden gedefinieerd: hoe groter een kwaliteitsfaktor hoe groter de kwaliteit van het bijbehorende signaal. De weegfaktoren bepalen hierbij in welke mate een kwaliteitsaspect van een foutsignaal bijdraagt in de uiteindelijke totaalbeoordeling van de kwaliteit van het foutsignaal.
Indien de gemiddelde kwaliteitsfaktoren zijn bepaald zoals hierboven aangegeven, wordt de signaalverwerkingseenheid verder gekenmerkt doordat de signaalverwerkingseenheid aan de hand van de successievelijk toegevoerde verzamelingkwaliteitsfaktoren Qg-j*» Qg^* en QRl-* (i - 1,2,... ,n), de waarde van h bepaalt waarvoor geldt dat QBk* > voor i = 1,2,...,n en h e {1,2,...,n}; de waarde van j bepaalt waarvoor geldt dat Qgj* - Qgj* voor i - 1,2,... ,n en j e {l,2,...,n}; de waarde van k bepaalt waarvoor geldt dat Qgk* > QRi* voor i - 1,2,...,n en k e {1,2, ,.., n) en waarbij lopend ΔΒ » ΔΕ * en AR.^* worden geselecteerd voor het genereren van de doelrepresenterende signalen en waarbij PB« Pe en PR e {1* 2* ··)·
Overeenkomstig deze moderne gedigitaliseerde uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt iedere ΔΤ - l/fs seconde danwel veelvouden hiervan per component van i alle doelsignalen de bemonsterde componenten ABj*, AEj* en ARj* selecteert welke de beste kwaliteit omvatten.
Het aldus gedurende een zekere tijdspanne gegenereerde doelrepresenterende signaal omvat een verzameling van de op ieder moment aanwezige beste doelsignalen. Zo is het mogelijk dat ΔΒ^* op een eerste tijdstip afkomstig is van de uitgezonden radarzendpulsen met frequentie f£ en een tijdspanne gelijk aan de bemonsterde frequentie of veelvoud daarvan later, afkomstig is van een infrarood waarneming. Ditzelfde geldt voor AR^*. De gedigitaliseerde getallen AR^* kunnen achtereenvolgens afkomstig zijn van verschillende doelsignalen. Ook AEj* betreft een reeks van geselecteerde van beste gedigitaliseerde doelSignaalcomponenten AEj*. Indien deze signalen (ΔΒ^, ΔΕ^ , AR^) een digitaal filterproces worden toegevoerd, danwel een D/A-converter worden toegevoerd voor het verkrijgen van analoge doelrepresenterende signalen vindt een bewerking plaats welke hoogfrequente stoorcomponenten ten gevolge van het snelle schakelen tussen verschillende doelsignalen onderdrukt. Voor dit laatste is de signaalverwerkingseenheid voorzien van een D/A converter voor het genereren van een eerste component ΔΒ van het doelrepresenterende signaal uit de opeenvolgende signalen AB^* en voor het genereren van een tweede component ΔΕ van het doelrepresenterende signaal uit de opeenvolgende signalen AEj* en voor het genereren van een derde component AR van het doelrepresenterende signaal uit de opeenvolgende signalen AR^.*. Er vindt dan middeling plaats in het tijdsdomein. Dit in tegenstelling tot de hiervoor omschreven analoge uitvoeringsvorm waar direkte momentane middeling plaats vindt.
Aldus wordt volgens de laatste methode een analoog doelrepresenterend signaal verkregen met componenten ΔΒ, ΔΕ, AR. Indien de doelrepresenterende signalen geanalogiseerd zijn, kunnen hiermede (met ΔΒ en ΔΕ) servomotoren worden aangedreven voor het op het doelgericht houden van de emissie- en detektieinrichting, welke bij radar derhalve een antenneinrichting omvat. De doeldetektor betreft dan een doelvolgdetektor. Hierbij worden de elektromagnetische golven met verschillende frequenties, zo nodig met behulp van de emissie- en detektieinrichting, in eenzelfde richting uitgezonden. De component AR kan hierbij worden gebruikt voor het op bekende wijze instellen van een afstandpoort van de doeldetektor t.b.v. radar- en lasersignalen. Het is echter eveneens mogelijk het doelrepresenterende signaal te gebruiken voor het op bekende wijze sturen van een fire-control computer.
Indien de emissie- en detektieinrichting is voorzien van rotatiemiddelen kan de doeldetektor worden gebruikt als doelzoekdetektor waarmee eventueel op bekende wijze een track kan worden opgebouwd.
Uiteraard zijn overeenkomstig de uitvinding eveneens uitvoeringsvormen mogelijk waarbij de kwaliteitsfaktoren analoog zijn en de doelrepresenterende signalen digitaal of omgekeerd. De signaalver-werkingseenheid van zo'n doeldetektor wordt gekenmerkt doordat de signaalverwerkingseenheid aan de hand van de toegevoerde verzameling kwaliteitsfaktoren QBi’ QEi en QRi (1 - 1,2,... ,n), de waarde van h bepaalt waarvoor geldt dat Qgk > %i voor i - 1,2,...,n en h e {1,2,...,n}; de waarde van j bepaalt waarvoor geldt dat QEj > QE£ voor i = 1,2,... ,n en j e {1,2,... ,n}; de waarde van k bepaalt waarvoor geldt dat QRR > voor i - 1,2,...,n en k e {l,2,...,n}, waarbij lopend AB-_h*, ΔΕ·^·* en AR-_k* worden geselecteerd voor het genereren van de doelrepresenterende signalen en waarbij ρβ, pE en pR € {1,2,...}.
Overeenkomstig een bijzondere uitvoeringsvorm geeft de grootte van de kwaliteitsfaktoren niet het kwaliteitsaspect van een signaal aan zoals hiervoor werd omschreven. De kwaliteitsfaktoren kunnen dan de waarden 0 of 1 aannemen, waarmee kan worden aangegeven of een zekere kwaliteitsdrempel is overschreden, dan wel dat aan een ander kriterium is voldaan. Een voorbeeld van een dergelijke uitvoeringsvorm wordt gekenmerkt doordat de kwaliteitsfaktoren QB- *, QEf ,*, QR. met v - v' - v" - 1 de waarde 1 aannemen indien jamming aanwezig is op de ontvangen signalen met frequentie f^ en in alle andere gevallen de waarde 0 aannemen; de kwaliteitsfaktoren QB^ v*, QE^ v>*, QR^ v„* met v - v' - v" - 2 de waarde 1 aannemen indien de signaal/ruisverhoudingen respectievelijk beter zijn dan een eerste set van drie drempelwaarden en in alle andere gevallen de waarde 0 aannemen; de kwaliteitsfaktoren QB^ v*, QE^ v>*, QR^ v«* met v — v' — v" - 3 de waarde 1 aannemen indien de signaal/ruisverhoudingen respectievelijk beter zijn dan een tweede set van drie drempelwaarden en in alle andere gevallen de waarde 0 aannemen; de kwaliteitsfaktoren QB. *, QE. , QR. „* met v - v' — v" — 4
11V ij” * f V
de waarde 1 aannemen indien de hoeveelheden dutter respectievelijk een derde set van drie drempelwaarden overschrijden en in alle andere gevallen de waarde 0 aannemen en waarbij de kwaliteitsfaktoren QB* *, QE- QR* „* met v - v' - v" — 5 waarde 1 aannemen indien de hoeveelheden dutter respectievelijk een vierde set van drie drempelwaarden overschrijden en in alle andere gevallen de waarde 0 aannemen.
De genoemde drempelwaarden kunnen hierbij nog afhankelijk worden gemaakt van faktoren als de hoeveelheid regen en afstand van het doel. Indien regen aanwezig is kunnen de drempelwaarden die betrekking op de signaal/ruisverhouding bij voorbeeld worden verhoogd terwijl ze kunnen worden verlaagd wanneer een doel dichterbij komt.
De genoemde drempelwaarden kunnen van het gepredetermineerde type zijn, dan wel via een terugkoppelclrcuit afhankelijk van de eigenschappen van de ontvangen signalen worden gemaakt. Indien bijvoorbeeld blijkt dat geen enkel foutsignaal voldoet aan de minimale signaal/ruisverhoudingen kan zo'n drempel worden verlaagd opdat alsnog foutsignalen voor verdere verwerking worden aangewend.
Daar de kwaliteitsfaktoren 0 of 1 aannemen wordt de signaalveerwerkingseenheid overeenkomstig deze uitvoeringsvorm gekenmerkt doordat de signaalverwerkingseeriheid lopend de signalen en selecteert waarbij aan de hand van de toegevoerde verzameling kwaliteitsfaktoren QB- *, QE. QR, „* (i = 1,2,...,n; v - l,2,...,wB; v' - l,2,...,wE; v" = 1,2,... ,wR) lopend de waarde van h bepaalt volgens een logische functie fg met als argumenten de genoemde kwaliteitsfaktoren, lopend de waarde van j bepaalt volgens een logische functie fg met als argumenten de genoemde kwaliteitsfaktoren, en lopend de waarde van k bepaalt volgens een logische funtie fg met als argumenten de genoemde kwaliteitsfaktoren.
Ook nu vindt na digitaal filteren, dan wel D/A conversie een middeling in.het tijdsdomein plaats.
Overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de uitvinding welke verschillende soorten sensoren omvat zijn de zendermiddelen geschikt voor het genereren van q radarpulsreeksen i met frequentie f^ waarbij i - 1,2.....q en q < m en voor het genereren van (m-q-1) laserpulsreeksen i met frequentie f^ met i - q+l,...,m, waarbij de ontvanger- en emissiemiddelen geschikt zijn voor het ontvangen van doelsechosignalen afkomstig van door de zendermiddelen en met behulp van de ontvanger- en emissiemiddelen uitgezonden pulsreeksen met frequentie f.. (i = l,2,...,m) en waarbij de ontvangermiddelen ΔΒ. - ΔΕ- , - 0 genereren voor i « q+1,,..,m.
1, V J- > V
Hierbij kan de doeldetektor nog verder worden verbeterd indien de ontvanger- en emissiemiddelen zijn voorzien van (n-m-1) sensoren voor het ontvangen van, van het doel afkomstige lichtsignalen en waarbij de ontvangermiddelen geschikt zijn voor het verwerken van door de sensoren ontvangen signalen en AR. „ - 0 genereren voor i - m+1,... ,n.
Dankzij de modulaire opzet van de doeldetektor kan de doeldetektor zo nodig worden uitgebreid met nieuwe, eventueel toekomstige sensoren. De doeldetektor is dermate flexibel van opzet dat een wel haast onbeperkt aantal mogelijkheden gerealiseerd kunnen worden. Individuele wensen kunnen zonder meer worden ingepast. Tevens kunnen de uitgezonden elektromagnetische golven van het gepulsde type en/of het FM-GW type zijn. Vooral bij radargolven zal een FM-CW type aantrekkelijk zijn in combinatie met gepulsde lasergolven en passief Infrarood.
Het zal derhalve duidelijk zijn dat overeenkomstig de uitvindings-gedachte vele bijzonder voordelige doeldetektoren kunnen worden gerealiseerd en dat de hierna volgende beschrijving op geen enkele wijze een limitering van de beschermingsvomvang van de conclusies inhoudt.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de figuren, waarvan:
Fig. 1 een uitvoeringsvorm van de doeldetektor overeenkomstig de uitvinding weergeeft;
Fig. 2 een eerstmogelijke uitvoeringsvorm van de combinatie-eenheid van fig. 1 weergeeft;
Fig. 3 een eerstmogelijke uitvoeringsvorm van de kwaliteiteenheid van fig. 1 weergeeft;
Fig. 4 een deel van een mogelijke invulling van een waarheids tabel weergeeft volgens welke de selectie-eenheid van fig. 3 signalen selecteert;
Fig. 5 een tweede mogelijke uitvoeringsvorm van de kwaliteitseeriheid van fig. 1 weergeeft; en
Fig. 6 een tweede mogelijke uitvoeringsvorm van de combinatie-eenheid van fig. 1 weergeeft.
In fig. 1 is met verwijzingscijfer 1 een doeldetektor weergegeven.
De doeldetektor is voorzien van een richtbare en/of roteerbare emissie- en detektieinrichting 2. De emissie- en detektieinrichting 2 is voorzien van niet in de figuur weergegeven microgolf-reflectiemiddelen voor het met behulp van een radarzend- en ontvanginrichting 3 uitzenden en ontvangen van microgolfstraling.
In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is de radarzend- en ontvanginrichting 3 geschikt voor het uitzenden van microgolf stralen op twee verschillende frequenties welke respectievelijk in de X- en Ka-band liggen. De uitgezonden microgolven kunnen van het gepulsde danwel van het FM-CW type zijn.
De emissie- en detektieinrichting 2 is verder voorzien van een infrarood-sensor welke ontvangen IR-signalen aan een IR-ontvanger 4 af geeft. Tenslotte is de emissie- en detektieinrichting 2 voorzien van een laser en een bijbehorende lasersensor welke gereflecteerde laserpulsen aan een laserontvangereenheid 5 aanbiedt. De emissie- en detektieinrichting is dusdanig ingericht dat microgolf-, infrarood-en lasersignalen alle vanuit eenzelfde richting zijn verkregen, De radarzender- en ontvanginrichting 3 genereert signalen ΔΒ^, ΔΕ^ en ARp welke respectievelijk azimuth-, elevatie- en afstandinformatie geven van een doel. De informatie is verkregen op frequentie f^ welke in de X-band ligt en wordt respectievelijk op leiding 6, 7 en 8 aangeboden voor verdere verwerking (zie fig. 1). Op leidingen 9, 10 en 11 worden door de radarzend- en ontvanginrichting 3 gegenereerde signalen ΔΒ2, ΔΕ2 en AR2 aangeboden, welke betrekking hebben op het eerder genoemde doel. De laatstgenoemde informatie is echter op frequentie f2 verkregen welke in de Ka-band ligt.
Op leidingen 12 en 13 worden respectievelijk de signalen AB^ en ΔΕ^ aangeboden die betrekking hebben op azimuth- en elevatieinformatie van het doel die in het infrarode gebied is verkregen. Tenslotte wordt op leiding 14 een signaal ΔΒ.3 aangeboden welke betrekking heeft op het met behulp van de laserinrichting 5 verkregen afstandinformatie van het doel (g**2, m=3, n-4). De signalen van de leidingen 6-14 worden een combinatie-eenheid 15 en een kwaliteits-eenheid 16 toegevoerd. De kwaliteitseeriheid 16 beoordeelt de kwaliteit van de signalen op de leidingen 6-14 aan de hand waarvan via bus 17 aan de combinatie-eenheid 15 wordt opgedragen op welke wijze de signalen ΔΒρ ΔΒ2 en AB^ moeten worden verwerkt voor het verkrijgen van een doelrepresenterend signaal ΔΒ op leiding 18. Op vergelijkbare wijze bepaalt de kwaliteitseenheid 16 op welke wijze de signalen ΔΕ^, ΔΕ2 en ΔΕ^ moeten worden verwerkt voor het verkrijgen van een doelrepresenterend signaal ΔΕ op leiding 19 en op welke wijze de signalen ΔΕ^ en ARg moeten worden verwerkt (gecombi neerd) voor het verkrijgen van een doelrepresenterend signaal AR op leiding 20. De signalen ΔΒ, ΔΕ en AR worden aan een evaluatie-eenheid 21 aangeboden voor verdere verwerking. Het zal duidelijk zijn dat onder gebruikmaking van time-sharing leidingen 6-14 kunnen worden gecombineerd tot één bus. Opdat de foutsignalen goed van elkaar kunnen worden onderscheiden zal hier echter voor de duidelijkheid geen doeldetektor worden omschreven welke op basis van time-sharing werkzaam is.
Indien de doeldetektor een volgeenheid betreft zal de evaluatie-eenheid 21 via leiding 22 servosignalen sturen naar een tot de emissie- en detektieinrichting behorende servo-eenheid voor het op het doel gericht houden van de emissie- en detektieinrichting.
De servosignalen worden bepaald door ΔΒ en ΔΕ. Om een doel goed in track te houden kan een afstandspoort van de radarzend- en ontvang-inrichting 3 door de evaluatie-eenheid 21 worden ingesteld via leiding 23. De signalen op leiding 23 worden door de evaluatie-eenheid gegenereerd aan de hand van de toegevoerde AR signalen.
De evaluatie-eenheid is hiertoe voorzien van op zich bekende track-middelen. De evaluatie-eenheid kan hierbij tevens signalen genereren voor het sturen van een niet in fig. 1 weergegeven fire-control computer. De fire-control computer berekent dan aan de hand van de doelrepresenterende signalen ΔΒ, ΔΕ, AR de stand en afvuurmoment van een kanon opdat het doel zal worden geraakt door een afgevuurd projectiel. Dit betreft echter op zich bekende middelen en technieken die hier niet nader zullen worden toegelicht.
Indien de doeldetektor echter een rondzoeksysteem betreft zal leiding 22 kunnen vervallen. De emissie- en detektieinrichting 2 draait in dat geval rond voor het afzoeken van de omgeving.
De evaluatie-eenheid 21 is in dat geval geschikt voor het opbouwen van een luchtbeeld welke verschillende doelen kan omvatten. Hierbij kan de evaluatie-eenheid voorzien zijn van bijvoorbeeld op zich bekende ATC-systemen.
In fig. 2 is een mogelijke uitvoeringsvorm van de combinatie-eenheid 15 weergegeven. Ten behoeve deze uitvoeringsvorm zijn de ontvangermiddelen 3, 4 en 5 (fig. 1) nog voorzien van een A/D convers ie-eenheid opdat digitale signalen ΔΒ^*, AEj*, AR-]*, ΔΒ2*, ΔΕ2*, ΔΕ^* en AR^* worden afgegeven. Hierbij is de bemonsterfrequentie gelijk aan fg. In een bijzondere uitvoeringsvorm kan f_ gelijk worden gekozen aan de pulsherhalingsfrequentie van de radarzend- en ontvanginrichting 3. In de combinatie-eenheid 15 worden de signalen ΔΒ·^*, ΔΒ2* en ΔΒ^* via leidingen 6, 9 en 12 een schakelmiddel 24 toegevoerd. Evenzo worden de signalen ΔΕ-j*, ΔΕ2* en ΔΕ^* via leidingen 7, 10 en 13 een schakelmiddel 25 toegevoerd en de signalen AR^*, M2* en ^3* een schakelmiddel 26 toegevoerd. De schakelmiddelen 24, 25 en 26 worden bestuurd door de kwaliteitseenheid 16. De kwaliteitseenheid selecteert in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld iedere Δί - 1/f seconden het beste signaal ΔΒ^* (h = 1, 2 of 4) van de iedere Δί - l/fg seconden nieuw inkomende signalen ΔΒ^*, ΔΒ2* en ΔΒ^*. De kwaliteitseenheid 16 selecteert via bus 17, met behulp van schakelmiddel 24 het signaal AB^* voor verdere verwerking. Aldus wordt overeenkomstig een nog nader te bepalen kwaliteitsnorm met behulp van schakelmiddel 24 iedere At seconden het beste signaal ΔΒ^* geselecteerd voor verdere verwerking. De geselecteerde signalen AB^* worden vervolgens een D/A convers ie-eenheid 27 toegevoerd voor het verkrijgen van het signaal AA op leiding 18. Evenzo worden de geselecteerde signalen AEj*, AR^* resp. een D/A conversie-eenheid 28 en 29 toegevoerd voor het verkrijgen van signalen AE en AR op leidingen 19 en 20. Hierbij worden h, j en k onafhankelijk van elkaar gekozen en kunnen derhalve een van elkaar verschillende waarde aannemen.
Indien een doel zich op grote afstand van de doeldetektor bevindt ligt het voor de hand dat 'de kwaliteitseeriheid 16 telkenmale (iedere At seconden) ABj* selecteert voor het detekteren van een doel. Indien het doel zich op korte afstand bevindt zal voor het onderdrukken van het spiegeleffect het signaal AB£* het beste resultaat geven in verband met de smallere bundel behorende bij de Ka-band ten opzichte van de Y-band (zie hiertoe bijvoorbeeld GB 1.413.976). Het is echter eveneens bekend dat bij goede weersomstandigheden de azimuthinformatie verkregen met een infrarood sensor op korte afstand superieur is ten opzichte van de azimuth-bepaling met behulp van radar. Aldus zal de kwaliteitseeriheid 16 afhankelijk van andere kwaliteitsaspecten, zoals signaal/ruis-verhouding, bij voorkeur AB-j* selecteren voor doelwaamemingen op grote afstand, ΔΒ2* selecteren voor doelwaamemingen op korte afstand en AB^* of ΔΒ2* selecteren voor doelwaamemingen op zeer korte afstand. In het overgangsgebied tussen het gebruik van X- en Ka-band kan het voorkomen dat iedere At seconden afwisselend ABj* danwel ΔΒ2* wordt geselecteerd. Daar de geselecteerde signalen echter de D/A conversie-eenheid 27 worden toegevoerd, vindt een middeling plaats over een successievelijke geselecteerde waarde van AB^* zodat onregelmatigheden ten gevolge van het hoogfrequente schakelen van schakelmiddel 24 wordt weggefilterd en een geleidelijke overgang wordt verkregen van bijvoorbeeld X-band detektie naar Ka-band, danwel IR-detektie.
Een mogelijke uitvoeringsvorm van een kwaliteitseenheid is in fig. 3 weergegeven. Hier zijn de kwaliteitsfaktoren logische operatoren welke aangeven of een kwaliteitsdrempel is overschreden danwel dat aan een ander kwaliteitscriterium is voldaan.
In fig. 3 worden de bemonsterde en gedigitaliseerde signalen ΔΒ^* via leiding 6 de kwaliteitsaspecteenheden 30-32 toegevoerd.
De eerste kwaliteitsaspecteenheid 30 geeft de logische waarde QBi ^* = 1 af wanneer uit de amplitude van ΔΒ^* blijkt dat een jammer op frequentie f^ aanwezig is. Indien geen jammer aanwezig is, wordt Qi i* “ 0 gegenereerd.
De tweede kwaliteitsaspecteenheid 31 geeft de logische waarde QB-^ 2* af wanneer blijkt dat de signaal/ruisverhouding van ΔΒ^* groter is dan een gepredetermineerde waarde van dB.
Hiertoe is de kwaliteitsaspecteenheid 31 voorzien van op zich bekende middelen voor het bepalen van de signaal/ruisverhouding. Indien de signaal/ruisverhouding kleiner is dan A® dB wordt QBi 2* “ 0 gegenereerd.
Evenzo genereert de kwaliteitsaspecteenheid 32 een signaal QBi 2* = 1 wanneer de signaal/ruisverhouding van ΔΒ^* groter is dan dB en QB-j — 0 wanneer de signaal/ruisverhouding van ΔΒ^.* kleiner is dan B^ dB.
Geheel analoog wordt het signaal ΔΕ^* via leiding 7 toegevoerd aan de kwaliteitsaspecteenheden 33, 34 en 35, welke kwaliteitsfaktoren QE^_ 2*, QE-^ 2* en QE]_ 3* genereren, die respectievelijk betrekking hebben op jamming, signaal/ruisverhouding t.o.v. een gepredetermineerde waarde van A^ dB en de signaal/ruisverhouding t.o.v. een gepredetermineerde waarde van B^- dB. In een eenvoudige uitvoeringsvorm kan aP - A^ en B® = B^ worden gekozen. Dit zal met name het geval zijn wanneer gelijksoortige signalen op hun kwaliteit worden beoordeeld en derhalve aan eenzelfde kwaliteitscriterium moeten worden getoetst.
Het signaal ARj* wordt via leiding 8 de kwaliteitsaspecteenheden 36-39 toegevoerd voor het genereren van kwaliteitsfaktoren QR^ -j*, QRl 2*1 QR]_ 3* en QR·^ ^*. De kwaliteitsaspecteenheden 36-38 komen qua funktie respectievelijk overeen met de kwaliteitsaspecteenheden 30-32. Hierbij omvatten de kwaliteitsaspecteenheden 37 2 2 2 2 resp. 38 een drempelwaarde A en B met B > A .
De kwaliteitsaspecteeiiheid 39 daarentegen heeft betrekking op een kwaliteitsaspect welke betrekking heeft op een oplijnfout tussen de X en Ka-band radar. De kwaliteitsaspecteenheid 39 geeft een signaal QRl g* - 1 af wanneer AR^* + Rq < AR2*, waarbij Rq een geprede-termineerde waarde is. In alle andere gevallen wordt QRi g* - 0 gegenereerd. QRi g* betreft hier dus' een kwaliteitsfaktor welke betrekking heeft op een kwaliteitsaspect van ARi* maar welke op grond van AR.j* en AR2* is verkregen. De eerder genoemde kwaliteitsfaktoren waren daarentegen verkregen uit het signaal waarop de betreffende kwaliteitsfaktor betrekking heeft.
De kwaliteitsaspecteenheden 40, 41 en 42 voor het signaal AB2*, welke de kwaliteitsfaktoren QB2 ^*, QB2 2* en QB2 3* genereren en betrekking‘hebben op kwalieitsaspecten van het signaal AB2*, komen qua funktie overeen met de kwaliteitsaspecteenheden 30, 31 en 32.
Hierbij omvatten de kwaliteitsaspecteenheden 41 en 42 3 3 3 3 respectievelijk een drempelwaarde A en B met B > A .
Evenzo komen de kwaliteitsaspecteenheden 43 , 44 en 45, welke de kwaliteitsfaktoren QE2 1*, QE2 2* en QE2 g* genereren en betrekking hebben op kwaliteitsaspecten van het signaal AE2*, qua funktie overeen met de kwaliteitsaspecteenheden 33, 34 en 35 . Hierbij omvatten de kwaliteitsaspecteenheden 44 en 45 respectievelijk een drempelwaarde A^ en B^ met B^ > A^.
De kwaliteitsaspecteenheden 46-49, welke de kwaliteitsfaktoren QR2 1*, QR2 2*» Q^2 3* en 6* 8enereren en betrekking hebben op verschillende kwaliteitsaspecten van ARg*, komen qua funktie overeen met de kwaliteitsaspecteenheden 36-39. Hierbij neemt QR^ g* de waarde 1 aan indien geldt dat AR£* + Rq < AR·^*. Hierbij omvatten de kwaliteitsaspecteenheden 47 en 48 respectievelijk een drempelwaarde A^ en met > A^,
Het signaal AB^* wordt via leiding 12 de kwaliteitsaspecteenheden 50, 51 en 52 toegevoerd voor het genereren van kwaliteitsfaktoren QB4 1*' Q®4 2* en Q^4 3* waarbij de kwaliteitsaspecteenheden 50, 51 en 52 respectievelijk funktioneel overeenkomen met de kwaliteitsaspecteenheden 30, 31 en 32. Hierbij omvatten de kwaliteitsaspecteenheden 51 en 52 respectievelijk een drempelwaarde A6 en B6 met B6 > A6.
Evenzo wordt het signaal AE^* via leiding 13 de kwaliteitsaspecteenheden 53, 54 en 55 toegevoerd voor het genereren van kwaliteitsfaktoren QE^ QE^ 2* en QE4 3*. waarbij de kwaliteitsaspecteenheden 53, 54 en 55 respectievelijk funktioneel overeenkomen met de kwaliteitsaspecteenheden 33, 34 en 35 voor het genereren van informatie betreffende jamming en signaal/ruisverhouding. Hierbij omvatten de kwaliteitsaspecteenheden 54 en 55 respectievelijk een drempelwaarde kJ en B^ met B^ > èJ.
Tenslotte wordt de laserafstandinformatie ARg* via leiding 14 de kwaliteitsaspecteenheden 56-59 toegevoerd.
De kwaliteitsaspecteenheid 56 geeft een signaal QRg Ί* « 1 af wanneer jamming op frequentie f^ aanwezig is. Indien geen jamming aanwezig is (d.w.z. wanneer de amplitude van ARg* beneden een zekere drempelwaarde ligt) wordt QRg j* - 0 gegenereerd.
De kwaliteitsaspecteenheid 57 geeft een signaal QRg 2* ” 1 af Wanneer de signaal/ruisverhouding van het signaal ARg* beter dan
O
A dB is, terwijl de kwaliteitsaspecteenheid 58 een signaal QR3 g* - 1 genereert wanneer de signaal/ruisverhouding van het signaal ARg* beter dan B° dB is met B > A . Indien aan voornoemde voorwaarden is voldaan wordt QRg g* « 0 en/of QRg g* " 0 gegenereerd.
De kwaliteitsaspecteenheid 59 genereert een signaal QR^ g* - 1 wanneer AR^* ^ Rq ' is, waarbij Rq' een gepredetermineerde waarde is. In geval AR^* > Rq' wordt QRg g* = 0 gegenereerd.
Indien QRg g* - 1, geldt dat de laserinformatie (afgezien van de signaal/ruisverhouding) bijzonder nauwkeurig is, daar de in deze inrichting gebruikte laser in het bijzonder geschikt is voor waarnemingen op korte afstand.
Overeenkomstig een praktische uitvoering van de doeldetektor zullen 0 12 0 12 de drempelwaarden A — A —A en B - B « B worden genomen omdat deze allen betrekking hebben op signalen die op gelijke frequentie zijn ontvangen. Evenzo kan - A4 - A^ en — B^ worden 6 7 6 7 genomen. Tenslotte kan A - A en B - B worden genomen daar deze betrekking hebben op signalen die allen met eenzelfde passieve sensor zijn verkregen. Voor de eenvoud zal hierna echter A1 - A (i - 1-8) en B* - B (i - 1-8) worden genomen, wat geenszins een beperking van de verder te bespreken doeldetektor inhoudt.
De als hiervoor omschreven gegenereerde kwaliteitsfaktoren worden via bus 60 een selectie-eenheid 61 toegevoerd. Deze toevoer kan op bekende wijze op basis van time-sharing plaatsvinden. De selectie-eenheid krijgt iedere l/fg seconden een nieuwe set kwaliteitsfaktoren toegevoerd op grond waarvan iedere l/fg seconden nieuwe posities van de schakelmiddelen 24, 25 en 26 (fig. 2) wordt geselecteerd (via bus 17).
Een mogelijke funktionele uitvoeringsvorm van de combinatie-eenheid welke bepaalt hoe kwaliteitsfaktoren in combinatie worden verwerkt bestaat uit een logische funktie Fg welke aan de hand van de toegevoerde kwaliteitsfaktoren een waarde van h bepaalt (h - 1, 2 of 4), wat betekent dat ΔΒ^* wordt geselekteerd voor verdere verwerking. Evenzo bepaalt een logische funktie Fg onder toevoer van de kwaliteitsfaktoren een waarde van j (j - 1, 2 of 4) wat betekent dat AEj* wordt geselecteerd voor verdere verwerking. Een logische funktie Fjj bepaalt, onder toevoer van de kwaliteitsfaktoren, de waarde van k (k - 1, 2 of 3), wat betekent dat AR^* wordt geselecteerd voor verdere verwerking. De logische funkties Fg, Fg en Fg kunnen worden weergegeven in een waarheids tabel, waarvan in fig. 4 een gedeelte van een mogelijke realiseringswijze wordt weergegeven. Daar de signalen ΔΒβ*, ΔΕ^* en AR^* in dit uitvoeringsvoorbeeld niet worden gegenereerd (danwel permanent gelijk aan nul zijn), zijn de kwaliteitsfaktoren QBg QEg & en QR4 a (a - 1, 2, 3 of 6) altijd gelijk aan nul. In de waarheidstabel zijn deze kwaliteitsfactoren derhalve niet weergegeven.
De kwaliteitsfaktoren QB-^ g, QE^ g, QB£ g, QE2 g, QB^ g en QE^ g zijn eveneens altijd gelijk aan nul daar deze een kwaliteitsaspect weergeven welke betrekking heeft op een afstand, waarbij het kwaliteitsaspect verkregen zou moeten zijn op. grond van een azimuth-, danwel elevatiemeting.
De invulling van een dergelijke waarheidstabel is verder echter een kwestie van ideëen van de ontwerper. Indien bijvoorbeeld QB·^ ^ - 1 kan worden geconcludeerd dat een jammer op frequentie f^ aanwezig is. Dit houdt in dat ΔΒ·^*, ΔΕ^* en AR-^* niet langer gebruikt mogen worden, onafhankelijk van de overige kwaliteitsfaktoren QB^ , QE1,v'> QRl,v" en QR2,6 ®et v 2> 3> 6> v' “ 1* 2. 3, 6 en v" = 1, 2, 3, 6. Dit is in de eerste kolom van de waarheidstabel met weergegeven. Indien blijkt dat de overige signalen niet worden gej ammed (QB2 ^ “ QR2 1 = QR2 1 QR3 1 " QB4 ” QE4 ]_ “ Q)' kan hierover vrijelijk worden beschikt en kan een keuze worden gemaakt op grond van signaal/ruisverhoudingen. Indien bijvoorbeeld blijkt dat de signaal/ruisverehouding van ΔΒ2* beter is dan B dB (QB2 2 = Q®2 3 “ 1) terwijl de signaal/ruisverhouding van ΔΒ^* beneden A dB ligt (QB^ 2 “ QB4 3 - 0) zal ΔΒ2* worden gekozen voor verdere verwerking (zie top waarheidstabel). Indien daarentegen de signaal/ruisverhouding van ΔΕ2* tussen A en B dB in ligt (QEg 2 “ 1» QE2 3 - 0) terwijl de signaal/ruisverhouding van ΔΕ^* beter is dan B dB (QE^ 2 “ QE4 3 — 0) zal ΔΕ4* worden gekozen voor verdere verwerking (zie top waarheidstabel). Indien de signaal/ruisver-houdlng van M2* en M3* beter is dan B dB (QR^ 2 ” QR2 3 * QR3 2 “ QR3 3) en Indien M3* een afstand kleiner dan Rq' meter weergeeft (QR3 g - 1) zal M3* voor verdere verwerking worden gekozen.
Aldus is één mogelijk optredende situatie in kolom 1 van fig. 4 weergegeven met de daarbij behorende standen van de schakelmiddelen 24, 25 en 26. In kolom 2 is een tweede mogelijke optredende situatie weergegeven met de daarbij behorende standen van de schakelmiddelen 24, 25 en 26. Daar in kolom 2 de situatie optreedt waarin op de frequenties f2» f3 en f^ een jammer aanwezig is (QB£ ^ - QE2 ^ - QR2 ^ ” QR3 ^ — QB^ ^ — QE^ 1 “ 1) terwijl op frequentie f·^ geen jammer aanwezig is (QB^ - QE^ ^ - QR^ ^ - 0) worden de signalen ΔΒ^*, ΔΕ^* en M^* gebruikt voor het verkrijgen van doelrepresenterende signalen, onafhankelijk van de overige kwaliteitsfactoren
Aldus kan een waarheidstabel worden opgesteld voor alle mogelijk optredende situaties. Daar dit alleen een kwestie is van ontwerp, smaak en wens van de gebruiker zal hier niet verder op in worden gegaan. Het is tevens mogelijk de waarheidstabel verder uit te breiden met kwaliteitsfaktoren QB, , QE. , QR. (i = 1, 2 of 3 en
J· ) ΐ X j a X j <L
r « 4, 5) waarbij bijv. QB^ 4 (r - 4) informatie geeft van het cluttemiveau in het signaal ΔΒ-j* ten opzichte van een eerste drempel en QE2 g informatie geeft van het clutterniveau in het signaal ΔΕ2* ten opzichte van een tweede drempel. Voor het vaststellen van de clutterniveau's in de signalen ΔΒ^, ΔΕρ Mp ΔΒ2, ΔΕ2 en M2 worden twaalf extra kwaliteitsaspeeteenheden voor het bepalen van het clutttemiveau in de kwaliteitseenheid van fig. 3 opgenomen (niet weergegeven in fig. 3). De genoemde kwaliteitsaspeeteenheden kunnen in de meest eenvoudige uitvoeringsvorm zijn voorzien van gepredetermineerde drempelwaarden.
Het is echter eveneens mogelijk om de kwaliteitsaspeeteenheden te voorzien van instelbare drempelwaarden. Indien bijvoorbeeld bij de kwaliteitsaspeeteenheden met een ruisdrempelwaarde van A1 dB (f » 1-8^ bH ikt dat- tredtirende een zeker tiidsverloon ffeen enkel signaal boven deze drempelwaarde uitkomt kan de ruisdrempel worden verlaagd totdat, tenminste een deel van de toegevoerde signalen de nieuwe ruisdrempelwaarde van Α1-ΔΑ1 dB overschrijden. Hiertoe kan de selectie-eenheid additioneel zijn voorzien van een logische funktie FDL die onder toevoer van de kwaliteitsfaktoren QB^ QE^ ^2’ QB2 2> Q^2 2> QS-2 2’ Q-^4 2’ 2 en ^3 2 een waarc*e 1 aanneemt indien laatstgenoemde kwaliteitsfactoren de waarde nul aannemen. Indien tenminste één van deze kwaliteitsfaktoren de waarde 1 aanneemt , neemt de logische funktie FDL de waarde 1 aan. Via bus 60 van fig. 3, die nu fungeert als een terugkoppelcircuit van de selectie-eenheid 61 naar de kwaliteitsaspecteeriheden 20-56, worden de drempelwaarden van de kwaliteitsaspecteeriheden verlaagd indien FDL de waarde 1 aanneemt. Aldus wordt de doeldetektor van het systeem aangepast. Geheel analoog is eveneens een logische funktie FDH geimplementeerd welke de waarde 1 aanneemt indien alle laatstgenoemde kwaliteitsfaktoren de waarde 1 aannemen. Indien tenminste één van genoemde kwaliteitsfaktoren de waarde 0 aanneemt, neemt FDH eveneens de waarde ' 0 aan. Via bus 60 van fig. 3 welke fungeert als terugkoppelcircuit van de selectie-eenheid 61 naar de kwaliteitsaspecteenheden 20-56, worden de betreffende drempelwaarden A1 dB verhoogd met AA1 dB indien de funktie FDH de waarde 1 aanneemt. In een bijzondere uitvoeringsvorm kunnen de drempelwaarden van de verschillende kwaliteitsaspecteenheden eveneens onafhankelijk van elkaar worden ingesteld.
In fig. 5 is een alternatieve uitvoeringsvorm van een kwaliteitseenheid weergegeven. Hierbij zijn de kwaliteitsfaktoren geen logische operatoren maar grootheden waarvan de grootte een maat is voor een betreffend kwaliteitsaspect. De kwaliteitseenheid in deze uitvoeringsvorm is geschikt voor een doeldetektor welke één radar- en één infraroodeenheid omvat. Dit houdt in dat dan in fig. 1 en 2 de leidingen 9, 10, 11 en 14 niet aanwezig zijn terwijl in fig. 2 de schakelmiddelen 24 en 25 een tweestandenschakelmiddel omvat voor selektie tussen ABj* en AB^* respectievelijk AEj* en AE^*. Voor het verkrijgen van AR is alleen AR^* beschikbaar zodat schakelmiddel 26 wordt vervangen door een vaste elektrische verbinding. Het is derhalve eveneens niet noodzakelijk om voor het signaal AR-j* kwaliteitsfaktoren te bepalen.
In fig. 5 wordt het signaal ΔΒ^* via leiding 6 naar een kwaliteitsaspecteenheid 62 toegevoerd. De kwaliteitsaspecteenheid 62 geeft in dit voorbeeld een kwaliteitsfaktor QB-^ ^ af waarvan de grootte afneemt indien de sterkte van een eventuele jammer op frequentie f^ toeneemt. Hiertoe is de kwaliteitsaspecteenheid 62 voorzien van middelen die de amplitude van het signaal ΔΒ^* bepalen. Het signaal ΔΒ^* wordt eveneens de kwaliteitsaspecteenheid 63 toegevoerd die geschikt is voor het bepalen van een kwaliteitsfaktor QB^ £ met een negatief teken waarvan de grootte een maat is voor de hoeveelheid dutter. De kwaliteitsfaktor QB^ ^ heeft een beperkt bereik in verband met een later uit te voeren middeling voor het verkrijgen van gemiddelde kwaliteitsfaktoren die groter dan nul moeten zijn. Tenslotte wordt het signaal ΔΒ^* eveneens de kwaliteitsaspecteenheid 64 toegevoerd voor het genereren van een kwaliteitsfaktor QB^ 3 waarvan de grootte een maat is voor de signaal/ruisverhouding van het signaal ABj*.
Via leiding 7 wordt het signaal ΔΕ^* de kwaliteitsaspecteehheden 65, 66 en 67 toegevoerd, welke kwaliteitsfaktoren QE^ QE1 ? en QE1 3 genereren. De kwaliteitsaspecteehheden 65, 66 en 67 komen hierbij respectievelijk overeen met de kwaliteitsaspecteehheden 62, 63 en 64.
Via leiding 13 wordt het signaal ΔΒ^* de kwaliteitsaspecteenheden 68, 69 en 70 toegevoerd voor het genereren van kwaliteitsfaktoren QB4 p QB^ 2 en Q®4 3 waarbij de kwaliteitsaspecteenheden 68, 69 en 70 respectievelijk funktioneel overeenkomen met de kwaliteitsaspecteenheden 62, 63 en 64. Evenzo komen de kwaliteitsaspecteenheden 71, 72 en 73, waaraan het signaal ΔΕ^ wordt toegevoerd voor het genereren van kwaliteitsfaktoren QE^ QE^ ^ en QE^ 3, respectievelijk funktioneel overeen met de kwaliteitsaspecteehheden 62, 63 en 64.
De genoemde kwaliteitsfaktoren worden de selectie-eenheid 74 toegevoerd welke verder 1/f seconden op grond van de toegevoerde kwaliteitsfaktoren bepaalt welke signalen met behulp van de schakelmiddelen 24 en 25 worden geselecteerd voor verdere verwerking. Hiertoe is de selectie-eenheid geschikt voor het uitvoeren van de volgende berekening:
Figure NL8801757AD00271
Hierbij is QB^* een kwaliteitsfaktor welke de gemiddelde kwaliteit van een aantal kwaliteitsaspecten van het signaal ΔΒ^* weergeeft.
De weegfaktoren gBB^*, gBBg*, gBB^* bepalen in welke mate een kwaliteitsaspect van het signaal ΔΒ^* meedraagt in het verkrijgen van de zgn. gemiddelde kwaliteit. De weegfaktor gBE^* is opgenomen in verband met de gedachte dat wanneer een jammer aanwezig is op het signaal ΔΕ-^*, dat deze eveneens aanwezig zal zijn in het signaal ΔΒ^*. De kwaliteitsfaktor QB^ zal hierdoor kleiner worden.
De grootte van de weegfaktoren is een kwestie van keuze en ontwerp en zal hier niet verder worden behandeld. Zij zijn in ieder geval dusdanig gekozen dat, in verband met het bereik van de kwalititsfaktoren altijd een gemiddelde kwaliteitsfaktor QB^* wordt verkregen die groter dan nul is.
Op geheel analoge wijze worden gemiddelde kwaliteitsfaktoren QE^*, QE^* en QB^* bepaald volgens:
Figure NL8801757AD00272
Vervolgens bepaalt de selectie-eenheid iedere l/fg seconden welke van de gemiddelde kwaliteitsfaktoren QE^* en QE^* de grootste is. Indien QE^* groter is dan QE^* wordt via bus 17 aangegeven dat met behulp van schakelmiddel 24 het signaal ΔΕ^* wordt geselecteerd voor 5 verdere verwerking. Indien QE^* groter is dan QE^* wordt ΔΕ^* geselecteerd voor verdere verwerking.
Evenzo wordt ΔΒ^* geselecteerd voor verdere verwerking indien QB^* groter is dan QB^* danwel wordt ΔΒ^* geselecteerd voor verdere verwerking indien QB^* groter is dan QB^*.
)
Een alternatieve uitvoeringsvorm van de combinatie-eenheid 15 welke in combinatie met bijvoorbeeld de kwaliteitseenheid van fig. 5 kan worden gebruikt wordt in fig. 6 weergegeven. Hierbij zijn de schakelmiddelen 24 en 25 vervangen door weeginrichtingen 75 en 76 j die worden bestuurd door de selectie-eenheid 74.
In deze uitvoeringsvorm worden de door de selectie-eenheid 74 bepaalde gemiddelde kwaliteitsfaktoren QBj* en QB^* de weeginrichting 75 toegevoerd en de gemiddelde kwaliteitsfaktoren QEj* en QE^* de weeginrichting 76 toegevoerd.
De weeginrichting 75 bepaalt vervolgens een gewogen gemiddelde ΔΒ van de signalen ΔΒ^* en ΔΒ^* volgens:
Figure NL8801757AD00281
Evenzo bepaalt de weeginrichting 76 een gewogen gemiddelde ΔΕ* van de signalen ΔΕ^* en ΔΕ^* volgens:
Figure NL8801757AD00282
De signalen ΔΒ* en ΔΕ* worden voor verdere verwerking de evaluatie-eenheid 21 aangeboden.
Het zal duidelijk zijn dat overeenkomstig de uitvinding vele uitvoeringsvormen mogelijk zijn zodat de hier omschreven uitvoeringsvormen geenszins de beschermingsomvang van de conclusies beperken.

Claims (32)

1. Doeldetektor voor het detekteren van doelen, voorzien van zendermiddelen voor het gelijktijdig genereren van verschillende elektromagnetische golven met verschillende frequenties welke m.b.v. een emissie- en detektieinrichting worden uitgezonden, van ontvangermiddelen voor het met behulp van de emissie- en detektieinrichting verkrijgen van doelsignalen welke op verschillende frequenties verkregen informatie van het doel omvatten, en van een signaalverwerkingseenheid voor het verwerken van door de ontvangermiddelen gegenereerde doelsignalen voor het verkrijgen van doelrepresenterende signalen, met het kenmerk, dat de signaalverwerkingseenheid geschikt is voor het in combinatie verwerken van de doelsignalen voor het verkrijgen van de doelrepresenterende signalen.
2. Doeldetektor volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tenminste één elektromagnetische golf van het gepulsde type is.
3. Doeldetektor volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat tenminste één elektromagnetische golf van het FM-CW type is.
4. Doeldetektor volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de signaalverwerkingseenheid geschikt is voor het genereren van op de doelsignalen betrekking hebbende kwaliteitsfactoren, waarbij de kwaliteitsfactoren bepalen in welke combinatie en in welke mate de doelsignalen worden verwerkt voor het verkrijgen van de doelrepresenterende signalen.
5. Doeldetektor volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de zendermiddelen geschikt zijn voor het genereren van m verschillende elektromagnetische golven i met frequentie f^ (i * 1,2,___,m), waarbij de doelsignalen foutsignalen ΔΒ^ (i - 1,2,...,n) omvatten welke het verschil in azimuthwaarde van het doel t.o.v. de emissie- en detektieinrichting weergeeft, foutsignalen ΔΕ^ (i = 1,2,.n) omvatten welke het verschil in elevatiewaarde van het doel t.o.v. de emissie- en detektieinrichting weergeeft en foutsignalen AR·^ (i - 1,2,... ,n) omvatten welke de afstandwaarde van het doel t.o.v. de emissie- en detektieinrichting weergeeft waarbij m < n en waarbij ΔΒ^, ΔΕ.- en AR^ met i = l,2,...,m respectievelijk zijn bepaald met behulp van de uitgezonden elektromagnetische golf i (i = 1, 2, ..., m) en waarbij ΔΒ^, ΔΕ^ en AR^ (met i = m+1, ..., n) met behulp van in de emissie- en detektieinrichting voorhanden zijnde passieve sensoren zijn verkregen.
6. Doeldetektor volgens conclusie 4 en 5, met het kenmerk, dat de signaalverwerkingseenheid kwaliteitsfaktoren QB^ v genereert welke respectievelijk de kwaliteit van de signalen ΔΒ. weergeven ten aanzien van w^ verschillende kwaliteitsaspecten (v - 1,2,...,Wg), kwaliteitsfaktoren QE. , genereert welke respectievelijk de kwaliteit van de signalen ΔΕ^ weergeven ten aanzien van Wg verschillende kwaliteitsaspecten; (ν' - 1,2,...,Wg) en kwaliteitsfaktoren QR^ v„ welke respectievelijk de kwaliteit van de signalen AR^ weergeven ten aanzien van w^ verschillende kwaliteitsaspecten (v" - l,2,...,Wg) en waarbij de signaalverwerkingseenheid de signalen ΔΒ.., ΔΕ^ en AR^ afhankelijkheid van de kwaliteitsfaktoren verwerkt voor het verkrijgen van de doelrepresenterende signalen en waarbij i = l,2,...,n.
7. Doeldetektor volgens één der voorgaande conclusies 2-6, met het kenmerk, dat de zendermiddelen geschikt zijn voor het genereren van q radargolven i met frequentie f^ waarbij i * 1,2,...,q en q < m en voor het genereren van (m-q-1) laserpulsreeksen i met frequentie f^ met i — q+l,...,m, waarbij de ontvangermiddelen geschikt zijn voor het ontvangen van doelsechosignalen afkomstig van door de zendermiddelen en met behulp van de emissie- en detektieinrichting uitgezonden golven met frequentie f^ (i = 1,2,...,m) en waarbij de signaalverwerkingseenheid QB. = QE- , - 0 genereert voor i - q+1, . . . ,m en waarbij de ontvanginrichting ΔΒ^ = ΔΕ^ — 0 genereert voor i - q+1, .... m.
8. Doeldetektor volgens één der voorgaande conclusies 2-7, met het kenmerk, dat de emissie- en detektieinrichting is voorzien van (n-m-1) sensoren voor het ontvangen van, van het doel afkomstige lichtsignalen en waarbij de signaalverwerkingseenheid geschikt is voor het verwerken van door de sensoren ontvangen signalen en QR, „ - 0 genereert voor i - m+1,... ,n en waarbij de ontvanginrichting - 0 genereert voor i - m+1, ..., n.
9. Doeldetektor volgens één der conclusies 5-8, met het kenmerk, dat een aantal sensoren geschikt zijn voor het ontvangen van, van het doel afkomstige infraroodsignalen.
10. Doeldetektor volgens één der conclusies 6-9, met het kenmerk, dat de signalen ΔΒ^ afhankelijk van de genoemde kwaliteitsfaktoren worden verwerkt voor het verkrijgen van een eerste component ΔΒ van het doelrepresenterende signaal, de signalen ΔΕ^ in afhankelijkheid van de genoemde kwaliteitsfaktoren worden verwerkt voor het verkrijgen van een tweede component ΔΕ van het doelrepresenterende signaal, de signalen AR^ in afhankelijkheid van de genoemde kwaliteitsfaktoren worden verwerkt voor het verkrijgen van een derde component AR van het doelrepresenterende signaal en waarbij i - 1,2,...,n.
11. Doeldetektor volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de signaalverwerkingseenheid geschikt is voör het bepalen van gemiddelde kwaliteitsfaktoren QB^, QE^, QR^ volgens:
Figure NL8801757AC00321
Figure NL8801757AC00331
Figure NL8801757AC00332
waarbij gBB^, gEE.^, , gERi v„. gBE.^, , gBR. ^,,, gEBi v> gERi>v„, gRB. en gRE. , weegfaktoren zijn welke bepalen in welke mate de ï, v kwaliteitsfaktoren bijdragen in het verkrijgen van gemiddelde kwaliteitsfaktoren.
12. Doeldetektor volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de signaalverwerkingseenheid geschikt is voor het bepalen van ΔΒ, ΔΕ, AR volgens
Figure NL8801757AC00333
en
13. Doeldetektor volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de ontvangermiddelen zijn voorzien van een A/D convers ie-eenheid voor het met frequentie f bemonsteren en digitaliseren van signalen ΔΒ^, ΔΕ^ en AR^ ter verkrijging van digitale signalen ΔΒ.*, ΔΕ.* en AR^*.
14. Doeldetektor volgens conclusie 11 en 13, met het kenmerk, dat de signaalverwerkingseeriheid aan de hand van de toegevoerde verzameling kwaliteitsfaktoren Qg^, Qg^ en Q^· (i = 1,2,...,n), de waarde van h bepaalt waarvoor geldt dat Qg^ > Qg^ voor i - l,2,...,n en h e {1,2,___,n}; de waarde van j bepaalt waarvoor geldt dat Qgj St QEi voor i - 1,2,... ,n en j e {1,2,... ,n}; de waarde van k bepaalt waarvoor geldt dat > QR· voor i * 1,2,...,n en k e {1,2,___,n}, waarbij lopend ΔΒ, AEj_j* en worden geselecteerd voor het genereren van de doelrepresenterende signalen en waarbij pB, pE en pR e {1,2,...}.
15. Doeldetektor volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de ontvangermiddelen zijn voorzien van een A/D conversie-eenheid voor het bemonsteren met frequentie fg en digitaliseren van signalen QBi v, QEj_ v,, QRi v„, ter verkrijging van digitale signalen QEliV.*. QRt,v"*·
16. Doeldetektor volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de signaalverwerkingseeriheid geschikt is voor het bepalen van gemiddelde kwaliteitsfaktoren QB.*, QE^*, QiL* volgens:
Figure NL8801757AC00341
Figure NL8801757AC00342
Figure NL8801757AC00351
waarbij gBB^v*, SEEijV,*> gRRi vlI*, gBE. ^,*, gBR^,*, gEBi>v*. gER. gRB. * en gRE. ,* weegfaktoren zijn welke bepalen in welke mate de kwaliteitsfaktoren bijdragen in het verkrijgen van gemiddelde kwaliteitsfaktoren.
17. Doeldetektor volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de signaalverwerkingseenheid aan de hand van de successievelijk toegevoerde verzamelingkwaliteitsfaktoren Qg-*, QEi* en QR-* (i = 1,2,...,n), de waarde van h bepaalt waarvoor geldt dat QBh* ^ Qgi* voor i = 1,2,...,n en h e {1,2,...,n}; de waarde van j bepaalt waarvoor geldt dat Qgj* k ^Ei* voor i = 1,2,...,n en j € {1,2,...,n}; de waarde van k bepaalt waarvoor geldt dat Qrr* - Qri* voor 1 = l,2,...,n en k e {1,2, ..., n} en waarbij lopend ΔΒ, , *, ΔΕ. ,* en AR. ,* worden geselecteerd voor het 1“Π leJ X—K genereren van de doelrepresenterende signalen en waarbij PB> Pe en pR e {1, 2, ...}.
18. Doeldetektor volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat Wg - Wg = Wr = 6, waarbij de kwaliteitsfaktoren QB- v*, QE^ v»*» QRi v„* met v = v' = v" =1 betrekking hebben op de mate waarin een jamming op frequentie f. aanwezig is; de kwaliteitsfaktoren QB. *, QE. QR. met v, v', v " - 2 of 3 betrekking hebben op de X j V x * » grootte van de signaal/ruisverhouding van de ontvangen signalen met frequentie f -; en waarbij de kwaliteitsfaktoren QB. *, QE-QR. „* met v, v', v" = 4 of 5 betrekking hebben op de hoeveelheid dutter welke aanwezig is in de ontvangen signalen met frequentie f^.
19. Doeldetektor volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de kwaliteitfaktoren de waarden 0 of 1 aannemen waarmee wordt aangegeven of een zekere kwaliteitsdrempel is overschreden dan wel dat aan een ander kwaliteitscriterium is voldaan.
20. Doeldetektor volgens conclusie 18 en 19, met het kenmerk, dat de kwaliteitsfaktoren QB. *, QE. QR. met v « v' — v" — 1 de waarde 1 aannemen indien jamming aanwezig is op de ontvangen signalen met frequentie f^ en in alle andere gevallen de waarde 0 aannemen; de kwaliteitsfaktoren QB- *, QE, QR* „* met v - v' - v" - 2 i,v * > v * de waarde 1 aannemen indien de signaal/ruisverhoudingen respectievelijk beter zijn dan een eerste set van drie drempelwaarden en in alle andere gevallen de waarde 0 aannemen; de kwaliteitsfaktoren QB^^ v*, QE^ v<*, QR^ v„* met v - v' - v" - 3 de waarde 1 aannemen indien de signaal/ruisverhoudingen respectievelijk beter zijn dan een tweede set van drie drempelwaarden en in alle andere gevallen de waarde 0 aannemen; de kwaliteitsfaktoren QB^ v*, QE^ v,*, QR^ v„* met v - v' - v” - 4 de waarde 1 aannemen indien de hoeveelheden dutter respectievelijk een derde set van drie drempelwaarden overschrijden en in alle andere gevallen de waarde 0 aannemen en waarbij de kwaliteitsfaktoren QB* QE* QR, met v - v' - v" - 5 waarde 1 1 * *·, * J- > * aannemer indien de hoeveelheden dutter respectievelijk een vierde set van drie drempelwaarden overschrijden en in alle andere gevallen de waarde 0 aannemen.
21. Doeldetektor volgens één der conclusies 18-20, met het kenmerk, dat f^ een eerste radarfrequentie betreft geschikt voor het volgen van doelen op relatief korte afstand en fg een tweede, van de eerste verschillende radarfrequentie betreft geschikt voor het volgen van doelen op relatief lange afstand en waarbij de kwaliteitsfaktor QR. „* met v" - 6 en i - 1, de waarde 1 aanneemt indien de op t, v de frequentie gedetekteerde afstand van het doel kleiner is dan de op frequentie f2 gedetekteerde afstand en de kwaliteitsfaktor QRf vn* met v" » 6 en i = 2, de waarde 1 aanneemt indien de op de frequentie f2 gedetekteerde afstand van het doel kleiner is dan de op frequentie f^ gedetekteerde afstand.
22. Doeldetektor volgens één der conclusies 18-21, met het kenmerk, dat de signaalverwerkingseenheid lopend de signalen ΔΒ^^*, en AR.j_k* selecteert waarbij aan de hand van de toegevoerde verzameling kwaliteitsfaktor en QB. *, QE. ,*, QR. ,,* (i - l,2,...,n; X. J V 1 , V v = 1,2,...,wB; v' - 1,2,...,Wgj v" = 1,2,...,w^) lopend de waarde van h bepaalt volgens een logische functie fg met als argumenten de genoemde kwaliteitsfaktoren, lopend de waarde van j bepaalt volgens een logische functie fg met als argumenten de genoemde kwaliteitsfaktoren, en lopend de waarde van k bepaalt volgens een logische funtie fg met als argumenten de genoemde kwaliteitsfaktoren.
23. Doeldetektor volgens één der conclusies 9-21, met het kenmerk, dat de signaalverwerkingseenheid tenminste een terugkoppelcircuit omvat voor het instellen van genoemde drempelwaarden als functie van de waarden van de kwaliteitsfaktoren.
24. Doeldetektor volgens één der conclusies 13-23, met het kenmerk, dat de sienaalverwerkinsseenheid is voorzien van een D/A converter voor het genereren van een eerste component ΔΒ van het doelrepresenterende signaal uit de opeenvolgende signalen ΔΒ^_^* en voor het genereren van een tweede component ΔΕ van het doelrepresenterende signaal uit de opeenvolgende signalen AE^_j* en voor het genereren van een derde component AR van het doelrepresenterende signaal uit de opeenvolgende signalen ·
25. Doeldetektor volgens één der conclusies 13-22, met het kenmerk, dat de ontvangermiddelen geschikt zijn voor het, op basis van time-sharing, aan de signaalverwerkingseenheid toevoeren van de bemonsterde en gedigitaliseerde signalen ΔΒ.*, ΔΕί* en AR.*.
26. Doeldetektor volgens één der conclusies 15-23, met het kenmerk, dat de ontvangermiddelen geschikt zijn voor het, op basis van time-sharing, aan de signaalverwerkingseeriheid toevoeren van dé / bemonsterde en gedigitaliseerde kwaliteitsfaktoren.
27. Doeldetektor volgens één der conclusiea 10 tot 26, met het kenmerk, dat AR geschikt is voor het instellen van een afstandspoort van de ontvangermiddelen.
28. Doeldetektor volgens één der voorgaande conclusies geschikt voor het volgen van doelen, met het kenmerk, dat de emissie- en detektieinrichting oriënteerbaar is uitgevoerd waarbij de doelsrepresenterende signalen geschikt zijn voor het, op het doel richten van de emissie- en detektieinrichting.
29. Doeldetektor volgens één der conclusies 1-27, met het kenmerk, dat de doeldetektor geschikt is voor het zoeken van doelen waarbij deze is voorzien van een roteerbaar uitgevoerde emissie- en detektieinrichting.
30. Doeldetektor volgens conclusie 29, met het kenmerk, dat de doeldetektor is voorzien van een track generator voor het met behulp van da» dnplrepresenterende signalen ganareren van een track.
31. Doeldetektor volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de doelrepresenterende signalen geschikt zijn voor het sturen van een fire-control computer.
32. Doeldetektor volgens één der voorgaande conclusies 5-31, met het kenmerk, dat m-2, waarbij een frequentie is welke relatief veel groter is dan f^ en waarbij f^ geschikt is voor het detekteren van het doel wanneer deze zich op relatief grote afstand van de doeldetektor bevindt en geschikt is voor het detekteren van het doel wanneer deze zich op relatief korte afstand van de doeldetektor bevindt.
NL8801757A 1988-07-12 1988-07-12 Doeldetektor. NL8801757A (nl)

Priority Applications (11)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8801757A NL8801757A (nl) 1988-07-12 1988-07-12 Doeldetektor.
DE89201778T DE68909524T2 (de) 1988-07-12 1989-07-05 Ziel-Detektor.
EP89201778A EP0350998B1 (en) 1988-07-12 1989-07-05 Target detector
AT89201778T ATE95319T1 (de) 1988-07-12 1989-07-05 Ziel-detektor.
NO892836A NO174568C (no) 1988-07-12 1989-07-07 Måldetektor.
KR1019890009774A KR900002091A (ko) 1988-07-12 1989-07-10 목표물 검출기
CA000605282A CA1325052C (en) 1988-07-12 1989-07-11 Target detector
TR89/0589A TR25213A (tr) 1988-07-12 1989-07-11 HEDEFI GÖSTEREN SINYALLERIN ELDE EDILMESI ICIN BIRCOK ALICIDAN YARARLANAN HEDEF DETEKTÖRü.
AU38035/89A AU620420B2 (en) 1988-07-12 1989-07-12 Target detector
JP1180143A JPH0267985A (ja) 1988-07-12 1989-07-12 物標探知装置
US07/378,951 US4975705A (en) 1988-07-12 1989-07-12 Target detector

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8801757A NL8801757A (nl) 1988-07-12 1988-07-12 Doeldetektor.
NL8801757 1988-07-12

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8801757A true NL8801757A (nl) 1990-02-01

Family

ID=19852607

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8801757A NL8801757A (nl) 1988-07-12 1988-07-12 Doeldetektor.

Country Status (11)

Country Link
US (1) US4975705A (nl)
EP (1) EP0350998B1 (nl)
JP (1) JPH0267985A (nl)
KR (1) KR900002091A (nl)
AT (1) ATE95319T1 (nl)
AU (1) AU620420B2 (nl)
CA (1) CA1325052C (nl)
DE (1) DE68909524T2 (nl)
NL (1) NL8801757A (nl)
NO (1) NO174568C (nl)
TR (1) TR25213A (nl)

Families Citing this family (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8802289A (nl) * 1988-09-16 1990-04-17 Hollandse Signaalapparaten Bv Rondzoeksensor.
GB8919151D0 (en) * 1989-08-23 1990-04-25 Smiths Industries Plc Monitoring systems
JPH0484789A (ja) * 1990-07-27 1992-03-18 Nec Corp レーダー信号処理装置
US5166689A (en) * 1991-11-25 1992-11-24 United Technologies Corporation Azimuth correction for radar antenna roll and pitch
US5168277A (en) * 1991-11-25 1992-12-01 United Technologies Corporation Radar tracking system having target position dead reckoning
US5144316A (en) * 1991-12-20 1992-09-01 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Navy Efficient batched-report gating technique
NL9301552A (nl) * 1993-09-08 1995-04-03 Hollandse Signaalapparaten Bv Radarapparaat.
IL107707A (en) * 1993-11-22 1997-01-10 Israel State Means for upgrading existing missile control systems
NL9500285A (nl) * 1995-02-16 1996-10-01 Hollandse Signaalapparaten Bv Vuurleidingssysteem.
US5929777A (en) * 1996-05-16 1999-07-27 Mci World Com, Inc. Radio activated personal infrared distress beacon
JP2008530914A (ja) * 2005-02-10 2008-08-07 オートモーティブ システムズ ラボラトリー インコーポレーテッド ガードビームを有する車輌レーダーシステム
US7696919B2 (en) * 2008-01-03 2010-04-13 Lockheed Martin Corporation Bullet approach warning system and method
US8336776B2 (en) 2010-06-30 2012-12-25 Trijicon, Inc. Aiming system for weapon
US9557415B2 (en) * 2014-01-20 2017-01-31 Northrop Grumman Systems Corporation Enhanced imaging system
US9921307B2 (en) * 2015-01-30 2018-03-20 Toyota Motor Engineering & Manufacturing North America, Inc. Combined RADAR sensor and LIDAR sensor processing
KR102069208B1 (ko) * 2017-08-10 2020-01-22 국방과학연구소 표적 탐지 장치 및 표적을 탐지하기 위한 방법

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH415135A (de) * 1963-06-28 1966-06-15 Siemens Ag Albis Verfahren und Schaltungsanordnung zur Verminderung der statistischen Schwankungen bei elektrischen Nachlaufregelsystemen und Anwendung des Verfahrens
US4369445A (en) * 1966-03-23 1983-01-18 Hughes Aircraft Company Automatic ECM video processor
US3787853A (en) * 1967-03-31 1974-01-22 Raytheon Co Coded multiple frequency signal system
US3603995A (en) * 1968-12-23 1971-09-07 Us Navy Signal processor for diversity frequency radar
BE793280A (nl) * 1971-12-23 1973-04-16 Hollandse Signaalapparaten Bv Radarsysteem
US3921169A (en) * 1974-07-18 1975-11-18 Sperry Rand Corp Multiple mode radiometric system with range detection capability
US4005415A (en) * 1975-03-31 1977-01-25 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Navy Automated radar data processing system
US4486756A (en) * 1981-12-04 1984-12-04 Raytheon Company Method of reducing angle noise in a radar
IN161639B (nl) * 1985-05-23 1988-01-09 Hollandse Signaalapparaten Bv
EP0205794B1 (de) * 1985-05-23 1990-08-29 Contraves Ag Rundsuchsystem zur Raum-/Luftraumüberwachung
DE3665930D1 (en) * 1985-07-04 1989-11-02 Contraves Ag Target measurement system
US4760397A (en) * 1986-12-22 1988-07-26 Contraves Ag Target tracking system
DE3644002A1 (de) * 1986-12-22 1988-06-30 Contraves Ag Zielverfolgungssystem

Also Published As

Publication number Publication date
US4975705A (en) 1990-12-04
AU3803589A (en) 1990-01-18
JPH0267985A (ja) 1990-03-07
NO892836D0 (no) 1989-07-07
EP0350998A1 (en) 1990-01-17
EP0350998B1 (en) 1993-09-29
ATE95319T1 (de) 1993-10-15
NO174568B (no) 1994-02-14
NO174568C (no) 1994-05-25
AU620420B2 (en) 1992-02-20
CA1325052C (en) 1993-12-07
TR25213A (tr) 1992-11-26
NO892836L (no) 1990-01-15
DE68909524T2 (de) 1994-03-17
DE68909524D1 (de) 1993-11-04
KR900002091A (ko) 1990-02-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8801757A (nl) Doeldetektor.
US7333047B2 (en) System and method for spatially diverse radar signal processing
US6531976B1 (en) Adaptive digital beamforming radar technique for creating high resolution range profile for target in motion in the presence of jamming
EP0557945B1 (en) Ranging, detection and resolving in a multislope frequency modulated waveform radar system
US7154433B1 (en) Method and device for the detection and track of targets in high clutter
US9470786B2 (en) Methods for detecting the flight path of projectiles
US8519882B2 (en) Method and system for detecting ground obstacles from an airborne platform
US4079376A (en) Target detection system in a medium PRF pulse doppler search/track radar receiver
EP0116183A1 (en) Pulse radar apparatus
KR102100851B1 (ko) 재밍신호 생성장치 및 그 방법
NL1004025C2 (nl) Werkwijze voor het bepalen van een inslagpunt van een afgevuurd projectiel ten opzichte van een doel.
CN112084676A (zh) 用于分布式雷达短时孔径合成的路径规划方法
JP3743181B2 (ja) パルスドップラレーダ装置
Borowiec et al. Accelerating rocket detection using passive bistatic radar
RU2608551C1 (ru) Способ функционирования импульсно-доплеровской бортовой радиолокационной станции при обнаружении воздушной цели - носителя станции радиотехнической разведки
RU2411537C1 (ru) Способ селекции цели на фоне уводящей по скорости помехи
US7151481B1 (en) Method for detecting targets and determining their distance via an HPRF radar system
KR102156660B1 (ko) 이동 속도 검출 방법 및 이동 속도 검출 장치
RU2691771C1 (ru) Способ обнаружения наземных движущихся целей бортовой радиолокационной станцией
RU2490662C2 (ru) Способ радиолокационного обнаружения целей и устройство для его реализации
RU2246736C1 (ru) Устройство обнаружения движущихся объектов с защитой от шумовых активных помех
JP3383255B2 (ja) レーダ装置
JP2919098B2 (ja) 射撃管制レーダ装置
NL1024532C2 (nl) RF multipath vermindering voor geleide projectielen.
SE466975B (sv) Radaranordning med modulerad baervaagssignal

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed