NL8801526A - Speenvanger voor een melkmachine. - Google Patents

Speenvanger voor een melkmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL8801526A
NL8801526A NL8801526A NL8801526A NL8801526A NL 8801526 A NL8801526 A NL 8801526A NL 8801526 A NL8801526 A NL 8801526A NL 8801526 A NL8801526 A NL 8801526A NL 8801526 A NL8801526 A NL 8801526A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
teat
catcher
cup
wall
chamber
Prior art date
Application number
NL8801526A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Gascoigne Melotte Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gascoigne Melotte Bv filed Critical Gascoigne Melotte Bv
Priority to NL8801526A priority Critical patent/NL8801526A/nl
Priority to DE89201561T priority patent/DE68909503T2/de
Priority to EP89201561A priority patent/EP0347004B1/en
Publication of NL8801526A publication Critical patent/NL8801526A/nl
Priority to US07/675,302 priority patent/US5069161A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J5/00Milking machines or devices
    • A01J5/04Milking machines or devices with pneumatic manipulation of teats
    • A01J5/08Teat-cups with two chambers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J5/00Milking machines or devices
    • A01J5/017Automatic attaching or detaching of clusters
    • A01J5/0175Attaching of clusters

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • External Artificial Organs (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)

Description

Speenvanger voor een melkmachine
De uitvinding heeft betrekking op een speenvanger, afdichtend verbonden met een daaronder geplaatste speenbeker voor een melkmachine en wijder dan deze speenbeker.
Zulke speenvangers zijn bekend b.v. uit EP-A-167.555 en EP-A-207.572. Deze speenvangers hebben een trechtervormige wand waarmee o.a. wordt beoogd de speen vloeiend tot in de speenbeker daaronder te brengen.
Het blijkt dat het in het algemeen moeilijk is om de spenen van een te melken dier in de speenbekers van een melkmachine op te nemen en dat dit probleem ook bij toepassing van zulke speenvangers blijft bestaan. De spenen van te melken dieren, vooral van koeien, zijn lang en slap en enigszins ruw van oppervlak, zodat reeds zeer kleine krachten in vertikale richting naar boven ook tegen de zijwand van de speen deze naar boven duwen en verhinderen om neerwaarts te bewegen, terwijl zeer kleine krachten in zijwaartse richting in staat zijn de speen zijwaarts te verplaatsen. Bij de bekende speenvangers zal de speen dus niet in de speenbeker komen als hij bij het aanleggen van de speenbeker niet vrijwel nauwkeurig in het midden daarboven staat en bij het omhoog bewegen van de speenbeker met een zij- of bovenwand daarvan in aanraking komt.
Bij melkautomaten, waarbij de speenbekers mechanisch in een draagconstructie naar de spenen worden bewogen, kan men de stand der speenbekers kiezen afhankelijk van hetzij - in een geheugen opgeslagen gegevens over de speenstanden van een bepaald dier hetzij - een observatie van elke speen en het direkt aanpassen van de stand van de speenbeker in een horizontaal vlak aan de geobserveerde speenstand. Dit blijkt echter niet altijd voldoende soelaas voor het genoemde probleem te geven, zowel door onnauwkeurigheden in gegevens of observatie als door het feit dat het onmogelijk is elke horizontale beweging van dier of uier geheel te voorkomen.
De uitvinding beoogt nu zulk een speenvanger zo te verbeteren, dat het geschetste probleem wordt opgelost.
Hiertoe is een speenvanger als in de aanhef bedoeld volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat een ringvormig flexibel lichaam in de speenvanger is aangebracht, met middelen om dit bij het opnemen van een speen van een te melken dier een grote opening te geven en om dit na het opnemen van een speen binnen die opening in diameter te verkleinen, zodat een kleinere centrale opening in het ringvormige lichaam wordt gevormd, recht boven de speenbeker.
Bij het aanleggen van het melkstel kan nu het ringvormige lichaam een grote opening hebben, zodat de speen gemakkelijk daarbinnen in de speenvanger opgevangen kan worden, ook al staat hij nog niet precies boven de nauwere, de speen praktisch passend opnemende speenbeker en al beweegt hij tijdens dit opnemen, waarna het ringvormige lichaam in diameter wordt verkleind om de speen recht boven de speenbeker te omvatten en dus in die stand te brengen indien hij zich aanvankelijk binnen de ring niet in die stand bevond.
Het vacuüm in de op de speenbeker aangesloten mei klei ding is nu in staat de speen verder neerwaarts in de speenbeker te trekken. Het flexibele ringvormige lichaam is daarbij bij voorkeur ook axiaal in de speenbeker beweegbaar om althans ten dele met de speen mee te bewegen naar de speenbeker wanneer de speen onder invloed van het vacuüm in de speenbeker daarin wordt gezogen.
De speen behoeft dan zo weinig mogelijk langs het ringvormige lichaam te wrijven bij het binnentreden in de speenbeker.
Er zijn verschillende mogelijkheden om de uitvinding te verwezenlijken, en in principe drie het meest de voorkeur verdienende uitvoeringen zullen hieronder nader worden uitgewerkt.
In de eerste plaats komt in aanmerking een uitvoering, waarbij in of tegen de binnenwand van de speenvanger een daarin in hoofdzaak rondlopende kamer is aangebracht, waarvan de binnenwand flexibel is en welke kamer een toevoer voor een drukmedium heeft, dat bij toevoeren de flexibele wand opblaast of oppompt tot een in de vanger naar binnen reikende ring met veel kleinere binnendiameter dan de vanger, zodat deze wand een in de vanger opgenomen speen omvangt en centreert boven de speenbeker, zodat het vacuüm in de mei kafvoer van de speenbeker de speen in de speenbeker kan trekken onder althans ten dele naar de speenbeker toe meebewegen van het de speen omvangende deel van die flexibele wand.
In de tweede plaats kan het ringvormige flexibele lichaam een elastische ring zijn of omvatten, welke ring in de speenvanger verbonden is met middelen om de diameter daarvan te veranderen.
Als derde mogelijkheid wordt een combinatie van die eerste twee moge!ijkheden voorgesteld.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen. Daarin is:
Fig. 1 een enigszins schematische axiale doorsnede door een speenvanger en het bovenste deel van de daar onderaan bevestigde speenbeker volgens de uitvinding in een eerste uitvoeringsvorm, met de centreer- middelen rechts in teruggetrokken en links in werkzame stand;
Fig. 2 eenzelfde doorsnede van die delen in een andere uitvoeringsvorm, met de centreermiddelen links in teruggetrokken en rechts in werkzame stand; en
Fig. 3 een bovenaanzicht van de speenvanger van fig. 2.
De speenvanger en -beker van fig. 1 heeft een speenvanger 1, die inwendig conisch naar beneden nauwer wordt en inwendig vloeiend overgaat in de binnenwand van een elastische speenbekervoering 2, die middelen 3 heeft om door een stijve speenbeker daarom (niet getekend) te worden opgenomen. Die speenbeker kan van gebruikelijke uitvoering zijn, met een aansluiting om drukpulsaties tussen beker en voering toe te laten om te melken. De beker kan in een drager worden opgenomen, b.v. van een melkautomaat, zodat de beker mechanisch op zijn plaats voor het melken gebracht kan worden. Verder heeft deze beker de gebruikelijke niet-getekende onderdelen, zoals onderaan een mei klei ding, die op het inwendige van de voering aansluit en waarop een zuigende werking kan worden uitgeoefend.
In de binnenwand van de speenvanger 1 is een kamer 4 uitgespaard, die aan de binnenzijde is afgesloten door een flexibel gasdicht vlies 5, b.v. van rubber. Desgewenst is het vlies niet alleen flexibel, maar ook elastisch rekbaar. Deze kamer 4 heeft een doorvoer 6 door de wand van de speenvanger, aangesloten op een leiding, die via een elektromagnetisch te bedienen schakelaar 7 aansluiting geeft op naar keuze een leiding 8, waardoor de kamer 4 van drukmedium ontlast en op vacuüm aangesloten kan worden, of een leiding 9, waardoor een medium onder druk, bij voorkeur lucht, aan de kamer 4 kan worden toegelaten, bijvoorbeeld orfift,5 atmosfeer.
De werking van deze speenvanger is als volgt: Bij aansluiting van de kamer 4 op vacuüm bevindt het vlies 5 zich in de rechts in fig. 1 weergegeven stand, dus teruggetrokken in de in de speenvanger uitgespaarde ruimte van kamer 4. De speenvanger wordt nu naar de te melken speen bewogen en zodra deze speen is bereikt en, mede door het omhoog brengen van de speenvanger, ten dele in die speenvanger hangt, wordt schakelaar 7 bediend om de schakelaar in de getekende stand te brengen, waarin druklucht via leiding 9 en aansluiting 6 de kamer 4 vult. Het vlies 5 neemt nu een vorm aan, ongeveer als links in fig. 1 getekend, zodat dit de speen, ook wanneer deze zich aanzienlijk buiten het midden van vanger en speenbeker bevindt, naar dit midden brengt en omvat.
Staat de speen eerst in stand 10, dan brengt dit vlies de speen dus in stand loi
De inrichting is zo uitgevoerd, dat in deze centrerende stand het vlies 5 de speen ten hoogste licht-klemmend omvat of juist rondom raakt. Het vlies kan aan de binnenzijde, waar het de speen raakt, een versterkt oppervlak hebben, zodat het een langere levensduur heeft. In fig. 1 is een elastische ring 11 in het vlies aangebracht, die ook kan worden weggelaten en waarvan de bespreking bij die van fig. 2 en 3 hieronder zal volgen.
De schakelaar 7 kan met de hand of automatisch bediend worden wanneer een bedienend persoon of een observeerorgaan, b.v. naderingssenso-ren aan de speenvanger, de aanwezigheid van een speen in de speenvanger constateren. Zo zou men het omvangen van een speen kunnen constateren door aan het de speen omvangende deel van het vlies 5<en vacuünulei-ding aan te brengen, die door enkele kleine openingen rondom dat deel vrij lucht aanzuigt uit de ruimte binnen de speenvanger,-ïhpar welke openingen geheel afgesloten of sterk gesmoord worden wanneer een speen zich direkt voor of tegen die openingen bevindt. De drukverandering in die vacuüm!eiding geeft dan aan dat een speen is gevangen,
De speenvanger kan ook tijdens en na dit centreren verder omhoog worden bewogen tot tegen de uier om de speen goed op te nemen. Verder zal het voor het melken op de mei klei ding uitgeoefende vacuüm via de speenbeker naar boven op de zich precies centraal boven de speenbeker bevindende speen een neerwaartse zuiging uitoefenen, die de speen goed in de speenbeker trekt, c.q. de speenbeker en -vanger ten opzichte daarvan omhoog zuigt. Dit vacuüm zal ook de neiging hebben het vlies 5 naar beneden te trekken, wat betekent dat, als de speen door dat vlies wordt omvat, het vlies meehelpt om de speen neerwaarts tot in de speenbeker te bewegen. Is het vlies 5 ook enigszins elastisch, dan kan het bij die neerwaartse beweging de speen toch nog over enige afstand naar beneden goed omsloten houden. Dit kan men ook bereiken door het vlies 5 zo groot te maken, dat het in de links in fig. 1 weergegeven toestand nog net niet strak staat. Dan behoeft het niet elastisch te zijn, maar dan klemt het gemakkelijk te sterk om de speen, wat moet worden voorkomen, bijvoorbeeld door dan een lagere luchtdruk in de kamer 4 toe te passen.
Het vlies 5 kan zo zijn gemaakt, dat het in onbelaste toestand uit zichzelf de teruggetrokken stand inneemt, die rechts in fig. 1 is getekend. Ook dan is echter het beschreven toepassen van vacuüm voor het terugtrekken naar die stand zinvol, juist omdat het vlies bij het in de speenbeker zuigen van de speen als beschreven de neiging heeft om daarna, als de druk in kamer 4 wordt weggenomen, slap langs de binnenwand van de vanger 1 naar beneden te blijven hangen.
Men kan ook de druk in kamer 4 door vacuüm vervangen zodra geobserveerd is dat de speen wordt omvangen en gecentreerd is en wel direkt nadat in de speenvoering via de melkslang zuiging wordt uitgeoefend, dat de speen in de voering trekt, waardoor verhinderd wordt dat het vlies 5 de daardoor omvangen speen bij het verder omhoog bewegen van de speenbeker omhoog zou drukken. Zou de speen daarbij de neiging hebben naar een excentrische stand terug te keren, dan heeft dat geen effect meer omdat de speen praktisch op hetzelfde moment in de speenbekervoe-ring wordt gezogen terwijl de speenbeker verder omhooggaat.
In fig. 2 en 3 is een andere uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding weergegeven, met bovenin de speenvanger 2 een elastische ring 11. Aangenomen is dat deze ring in ontlaste toestand, als rechts in fig. 2 en rechts en boven in fig. 3 weergegeven, een zo kleine diameter heeft, dat hij dan een speen met lichte klemming kan omvatten. Op een aantal plaatsen langs de omtrek is een trekorgaan 12, b.v. een dun kabeltje, aan die ring aangebracht, b.v·. met dunne manchetten 13. Deze kabeltjes lopen elk door een nauwe opening in de wand van de speenvanger en zijn daarbuiten elk verbonden met een tweearmige hefboom 14, bij 15 scharnierend aan een met de speenbeker beweegbare ring 16 aangebracht, Het andere einde van elke hefboom 14 is aangebracht aan een scharnierstang 17, anderzijds scharnierend aangebracht aan een ring 18, die door niet getekende middelen vertikaal bewogen en daarbij goed geleid wordt. Op de ring 18 kunnen daartoe een of twee pneumatische cilinders aansluiten. Er zijn hier vier van dergelijke hefboomstelseis en aangrijppunten op de ring 11 getekend. Er moeten er minimaal drie zijn en er kunnen er meer dan vier zijn.
De werking van deze uitvoering ts als volgt:
In de rechts weergegeven hoogste stand van de ring 18 bevindt zich de ring 11 in de een speen centrerende stand, waarin ring 11 de speen soepel omvat, eventueel licht klemmend daarom grijpt. Door de ring 18 naar beneden te bewegen tot in de links in fig. 2 weergegeven stand bewegen de scharnierstangen 17 de hefbomen 14 tot in de links in fig. 2 getekende stand, waarbij de elastische ring 11 vanuit de rechts weergegeven stand naar buiten wordt getrokken tot tegen de binnenwand van de speenvanger 1. Tussen de manchetten 13 zal de ring ongeveer recht willen verlopen, zoals links en onder in fig. 3 getekend.
Nu kan de beker 1, 2 naar een speen van een te melken dier worden bewogen en zodra zich een speen voldoende diep daarin bevindt wordt de speencentrering in werking gesteld, een en ander als voor fig. 1 be- schreven. In dit geval betekent dit, dat de ring 18 omhoog wordt bewogen, zodat de ring 11 door eigen elasticiteit naar de stand rechts in fig. 2 kan terugkeren, dus een speen in de vanger kan raken en centreren. Is de elastische sterkte van de ring 11 groot genoeg, dan kan op de ring 18 b.v. een enkelwerkende pneumatische cilinder voor het neerwaarts bewegen aangrijpen omdat hij bij vrijlaten van de zuiger daarin automatisch door de veerkracht van ring 11 naar de bovenste stand terugkeert.
Tussen de ring 11 en de binnenwand van de speenvanger 1 kan een flexibel gasdicht vlies 19 zijn aangebracht. Daardoor ontstaat, evenals bij fig. 1, in de speenvanger 1 een praktisch gesloten ruimte, zodat het vacuüm uit de melkleiding ook de ring 11 naar beneden trekt, zodat deze de speen goed meeneemt, waarbij de kabeltjes 12 zo flexibel kunnen zijn dat zij deze neerwaartse beweging gemakkelijk volgen.
Het vlies 12 kan ook in de een speen omvattende stand van ring 11, (rechts in fig. 2) nog ruimte hebben, d.w.z. nog niet strak staan, en/of in zijn vlak elastisch zijn zodat ook dit vlies die neerwaartse beweging kan volgen zonder de ring 11 over de gehele omtrek in diameter te vergroten, waardoor hij zijn greep op de speen zou verliezen.
De ring 11 zou ook in ontspannen toestand juist een grote diameter kunnen hebben, wat het voordeel heeft dat hij bij de stand van grootste diameter (links in fig. 2 en links en onder in fig. 3) zuiver cirkelrond kan blijven en dus een grotere opening in de speenvanger vrijlaat, maar dan moet de diameterverkleining door druk naar binnen geschieden, dus door drukstangen in plaats van door de kabeltjes 12, en gaat de ring te veel kronkelen bij het naar binnen naar een kleinere diameter drukken.
Zoals hierboven opgemerkt, kan ook bij de uitvoering van fig. 1 een elastische ring 11 worden toegepast. Deze is bij voorkeur binnen de door het vlies 5 gevormde kamerwand opgenomen en zo uitgevoerd, dat hij in de toestand van kleinste diameter ontspannen is. Er behoeft dan slechts een zeer geringe luchtdruk in de kamer 4 te worden uitgeoefend om een speen te omvatten en de ring wordt door het vacuüm in kamer 4 zo gerekt, dat hij zijn cirkelronde vorm houdt en praktisch in de wand van de speenvanger verdwijnt (rechts in fig. 1). Het voordeel van die ring bij de uitvoering van fig. 1 is ook, dat het vlies 5 dan zo ruim kan worden gekozen, dat het nog niet strak staat bij het omvatten van een speen omdat de ring 11 verhindert, dat de klemming op de speen te sterk wordt.
Men zou ook de uitvoeringen van fig. 1, 2 en 3 zo kunnen combine- ren, dat er zowel een opblaasbare balg als een ring met mechanische spreidorganen is, die dan bij voorkeur boven of onder de balgkamer langs naar buiten voeren.
De genoemde observatie van de aanwezigheid van een speen in de speenvanger kan zo werken dat, als geen speen wordt geobserveerd bijvoorbeeld doordat in de genoemde observerende vacuümleiding niet de door die aanwezigheid veroorzaakte drukverandering optreedt, de speen-beker of alle speenbekers tezamen naar beneden wordt (worden) bewogen om, eventueel na correctie van de horizontale stand van een of meer speenbekers, het aanleggen van het mei stel te herhalen. Werkt de observeer! nrichting alleen als de speen wordt omvangen, dan moet uiteraard het ringvormige flexibele lichaam in de speenvanger eerst weer op de grotere diameter worden gebracht. Bij andere observeer!nrichtingen, bijvoorbeeld met een door de speen onderbroken stralen- of golvenbundel kan het verkleinen van de diameter van dat flexibele lichaam achterwege blijven totdat de aanwezigheid van een speen in de vanger daardoor is geconstateerd.

Claims (11)

1. Speenvanger, afdichtend verbonden met een daaronder geplaatste speenbeker voor een melkmachine en wijder dan deze speenbeker, met het kenmerk, dat een ringvormig flexibel lichaam in de speenvanger is aangebracht, met middelen om dit bij het opnemen van een speen van een te melken dier een grote opening te geven en om dit na het opnemen van een speen binnen die opening in diameter te verkleinen, zodat een kleinere centrale opening in het ringvormige lichaam wordt gevormd, recht boven de speenbeker.
2. Speenvanger volgens conclusie 1, waarbij het ringvormige flexibele lichaam ook axiaal in de speenbeker beweegbaar is om althans ten dele met de speen mee te bewegen naar de speenbeker wanneer de speen onder invloed van het vacuüm in de speenbeker daarin wordt gezogen.
3. Speenvanger volgens conclusie 1 of 2, waarbij in of tegen de binnenwand van de speenvanger een daarin in hoofdzaak rondlopende kamer is aangebracht, waarvan de binnenwand flexibel is en welke kamer een toevoer voor een drukmedium heeft, dat bij toevoeren de flexibele wand opblaast of oppompt tot een in de vanger naar binnen reikende ring met veel kleinere binnendiameter dan de vanger, zodat deze wand een in de vanger opgenomen speen omvangt en centreert boven de speenbeker, zodat het vacuüm in de mei kafvoer van de speenbeker de speen in de speenbeker kan trekken onder althans ten dele naar de speenbeker toe meebewegen van het de speen omvangende deel van die flexibele wand.
4. Speenvanger volgens conclusie 3, waarbij die kamer een aansluiting naar perslucht en naar vacuüm heeft, zodat met een schakel orgaan de kamer na opnemen van een speen in de speenvanger kan worden opgepompt door toelaten van druklucht en voor het loslaten van de speen op vacuüm kan worden aangesloten.
5. Speenvanger volgens conclusie 4, waarbij de speenvanger een uitsparing in de binnenwand heeft, overgebrugd door de flexibele wand van de kamer, zodat de flexibele wand bij aansluiting op vacuüm in de kamer wordt teruggetrokken.
6. Speenvanger volgens conclusie 3, 4 of 5, waarbij de flexibele wand in niet-opgeblazen of niet-opgepompte toestand balgvormig gevouwen in of tegen de binnenwand van de speenvanger ligt.
7. Speenvanger volgens conclusie 1 of 2, waarbij een elastische ring in de speenvanger verbonden is met middelen om de diameter daarvan te veranderen.
8. Speenvanger volgens conclusie 7, waarbij de elastische ring op tenminste drie plaatsen van zijn omtrek aan radiaal werkende trek- of drukorganen is bevestigd, die van buiten de speenvanger bedienbaar zijn om de diameter van de ring tegen zijn elasticiteit in te veranderen.
9. Speenvanger volgens conclusie 8, waarbij de trek- of drukorganen axiaal naar en van de speenbeker beweegbaar zijn.
10. Speenvanger volgens conclusie 7, 8 of 9,'waarbij de elastische ring door een gasdicht flexibel vlies met de vaste speenvangerwand is verbonden.
11. Speenvanger volgens een der conclusies 3 t/m 6 en volgens conclusie 10, waarbij de elastische ring met de flexibele wand van de kamer is verbonden.
NL8801526A 1988-06-15 1988-06-15 Speenvanger voor een melkmachine. NL8801526A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8801526A NL8801526A (nl) 1988-06-15 1988-06-15 Speenvanger voor een melkmachine.
DE89201561T DE68909503T2 (de) 1988-06-15 1989-06-14 Zitzenfangvorrichtung für eine Melkmaschine und Melkverfahren, welches eine derartige Zitzenfangvorrichtung anwendet.
EP89201561A EP0347004B1 (en) 1988-06-15 1989-06-14 Teat catcher for a milking machine and a process for milking by using such a teat catcher
US07/675,302 US5069161A (en) 1988-06-15 1991-03-26 Teat catcher for a milking machine and a process for milking by using such a teat catcher

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8801526 1988-06-15
NL8801526A NL8801526A (nl) 1988-06-15 1988-06-15 Speenvanger voor een melkmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8801526A true NL8801526A (nl) 1990-01-02

Family

ID=19852468

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8801526A NL8801526A (nl) 1988-06-15 1988-06-15 Speenvanger voor een melkmachine.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US5069161A (nl)
EP (1) EP0347004B1 (nl)
DE (1) DE68909503T2 (nl)
NL (1) NL8801526A (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA2068834A1 (en) * 1991-05-17 1992-11-18 Pieter A. Oosterling Milking cup and a milking set provided with one or more such milking cups and an automatic milking apparatus
NL9101719A (nl) * 1991-10-15 1993-05-03 Stichting Inst Mech Inrichting voor het lokaliseren van een speen.
NL9301643A (nl) * 1993-09-23 1995-04-18 Lely Nv C Van Der Inrichting voor het automatisch melken van dieren.
NL9400630A (nl) * 1993-11-26 1995-06-16 Lely Nv C Van Der Inrichting voor het automatisch melken van dieren.
JP2001518802A (ja) * 1997-03-26 2001-10-16 アルファ ラバル アグリ エイビー 乳汁を分泌する動物の搾乳を準備するための方法と装置
SE9704515D0 (sv) 1997-12-04 1997-12-04 Alfa Laval Agri Ab Combined cleaning and pre-milking device
JP4461231B2 (ja) * 2003-10-30 2010-05-12 学校法人日本大学 実験動物用ティートカップ
DE102004004057B4 (de) 2004-01-27 2008-07-10 Maier Jun., Jakob Zitzengummi
DE102004043604A1 (de) 2004-09-07 2006-03-09 Westfaliasurge Gmbh Bauteil eines Melkzeugs, Melkzeug sowie Melkvorrichtung zum Melken von Tieren
USD617057S1 (en) * 2009-02-12 2010-06-01 West Agro Inc. Animal feeding nipple
USD617508S1 (en) * 2009-02-12 2010-06-08 West Agro Inc. Animal feeding nipple
US9288962B2 (en) * 2012-11-02 2016-03-22 Steven Brent Priest Low-slip high-capacity teat cup liner

Family Cites Families (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1105681A (en) * 1914-08-04 Wisconsin Sanitary Cow Milker Co Suction-cup for milking-machines.
US1312941A (en) * 1919-08-12 Teat-cup for
US1089838A (en) * 1912-06-01 1914-03-10 Laval Separator Co De Teat-cup for milking-machines.
US1365665A (en) * 1920-05-05 1921-01-18 John H Davies Teat-cup of milking-machines
GB284236A (en) * 1927-01-25 1929-03-28 William Capil Improvements in teat cups of milking machines
US2079435A (en) * 1936-01-02 1937-05-04 Dinesen Laurits Teat cup
US2156211A (en) * 1937-11-17 1939-04-25 Meulen John Van Der Teat cup for milking machines
US2334481A (en) * 1942-03-24 1943-11-16 Silveira Isauro V Da Teat cup unit
US3234904A (en) * 1962-06-15 1966-02-15 Xerox Corp Device for tesiprinting
US3308788A (en) * 1965-09-23 1967-03-14 Bel Mar Mfg Corp Teat cup assembly
BE811315A (fr) * 1974-02-20 1974-08-20 Dispositif pour organes de traite.
DE2600290A1 (de) * 1976-01-07 1977-07-14 Seifert & Co Rich Verfahren und vorrichtung zum greifen eines gegenstandes
US4280446A (en) * 1979-05-07 1981-07-28 Noorlander Daniel O Inflation for teat cup assembly
DD217971A1 (de) * 1983-08-19 1985-01-30 Adl D Ddr Fz F Mechanisierung Melkzeug, insbesondere fuer automatisierte melkstaende
NL8304498A (nl) * 1983-12-30 1985-07-16 Ir Roelof Geert Middel En Rink Inrichting voor het melken van vee en werkwijze voor het bedrijven van een dergelijke inrichting.
US4610220A (en) * 1985-05-06 1986-09-09 Edward Goldberg Inflation for a teat cup
NL8501884A (nl) * 1985-07-01 1987-02-02 Lely Nv C Van Der Inrichting voor het melken van dieren.

Also Published As

Publication number Publication date
US5069161A (en) 1991-12-03
EP0347004A1 (en) 1989-12-20
DE68909503D1 (de) 1993-11-04
EP0347004B1 (en) 1993-09-29
DE68909503T2 (de) 1994-03-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9848576B2 (en) Milking cluster and milking parlor having such a milking cluster
NL8801526A (nl) Speenvanger voor een melkmachine.
NL1022699C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het melken van dieren.
NL1016023C2 (nl) Melkinrichting en houder voor opname van melkbekers.
JP3159986B2 (ja) 自動搾乳技術
JP4201484B2 (ja) 乳頭カップ保持ラック
NL9200091A (nl) Melkmachine.
RU2515035C2 (ru) Вращающийся зал для доения животных
JPH09506782A (ja) 動物の搾乳装置および搾乳方法
EP1011314B1 (en) A teatcup supplying and retrieving device and an automatic milking apparatus therefor
EP0900523B1 (en) A construction for automatically milking animals
US4838203A (en) Milking claw retraction and retention device for milking machine
IES70659B2 (en) A teat-cup cluster removal device
NL8502694A (nl) Afnameapparaat voor een melkstel, in het bijzonder voor een grupstal.
NL9100870A (nl) Melkbeker en melkstel voorzien van een of meer van dergelijke melkbekers en automatische melkinrichting.
US11832583B2 (en) Milking apparatus, and a milking plant
EP3895526B1 (en) Milking device, milking system and method therefor
NL1009075C2 (nl) Melkbeker en melkrobot voorzien van de melkbeker.
NL9200098A (nl) Melkmachine.
NL9200097A (nl) Melkmachine.
WO2000011934A1 (en) Device for cleaning teat cups used for milking dairy animals
NL9200099A (nl) Melkmachine.
NL9200093A (nl) Melkmachine.
NL9200096A (nl) Melkmachine.
NL9200092A (nl) Melkmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed