NL8720274A - Continu variabele transmissie met een gerichte platte band en poeles met leibanen. - Google Patents

Continu variabele transmissie met een gerichte platte band en poeles met leibanen. Download PDF

Info

Publication number
NL8720274A
NL8720274A NL8720274A NL8720274A NL8720274A NL 8720274 A NL8720274 A NL 8720274A NL 8720274 A NL8720274 A NL 8720274A NL 8720274 A NL8720274 A NL 8720274A NL 8720274 A NL8720274 A NL 8720274A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pulley
pair
sheaves
pulley sheaves
driving
Prior art date
Application number
NL8720274A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Emerson Lawrence Kumm
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Emerson Lawrence Kumm filed Critical Emerson Lawrence Kumm
Publication of NL8720274A publication Critical patent/NL8720274A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H9/00Gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio, or for reversing rotary motion, by endless flexible members
    • F16H9/02Gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio, or for reversing rotary motion, by endless flexible members without members having orbital motion
    • F16H9/04Gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio, or for reversing rotary motion, by endless flexible members without members having orbital motion using belts, V-belts, or ropes
    • F16H9/10Gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio, or for reversing rotary motion, by endless flexible members without members having orbital motion using belts, V-belts, or ropes engaging a pulley provided with radially-actuatable elements carrying the belt
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H55/00Elements with teeth or friction surfaces for conveying motion; Worms, pulleys or sheaves for gearing mechanisms
    • F16H55/32Friction members
    • F16H55/52Pulleys or friction discs of adjustable construction
    • F16H55/54Pulleys or friction discs of adjustable construction of which the bearing parts are radially adjustable

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Transmissions By Endless Flexible Members (AREA)
  • Devices For Conveying Motion By Means Of Endless Flexible Members (AREA)
  • Pulleys (AREA)

Description

8720274 NL 34.799 WO-Vo/tk
Continu variabele transmissie met een gerichte platte band en poelies met leibanen
Achtergrond van de uitvinding
Deze uitvinding heeft betrekking op verbeteringen van het bedieningssysteem, de werkwijze en inrichting voor continu variabele transmissiesystemen met platte banden, waarbij poelies met variabele overbrengingen worden benut.
5 Dergelijke poelies zijn van de soort zoals geopenbaard in de Amerikaanse octrooischriften 4.295.836, 20 oktober 1981 en 4.591.351, 27 mei 1986, Emerson L. Kumm, terwijl het een doel van de uitvinding is een verbeterde systeemwerkwijze en inrichting van de aangegeven soort te verschaffen. De be-10 schrijvingen van deze twee octrooischriften zijn door een verwijzing daarnaar in de onderhavige beschrijving opgenomen. Systemen van de in de twee genoemde octrooischriften beschreven soort benutten twee door een platte band verbonden poelies met variabele overbrenging.
15 De variabele overbrenging is bereikt door elke poelie van twee paar poelieschijven te vormen, waarvan een paar zich binnen het andere paar bevindt zodanig dat de ruimte tussen de binnenste poelieschijven een ruimte begrenst waarbinnen de platte band loopt. De binnenste 20 poelieschijven van elke poelie zijn stijf met elkaar verbonden ten einde als een eenheid te draaien, terwijl elke poelieschijf hierin logaritmisch spiraalvormige leibanen bezit. De twee buitenste poelieschijven zijn eveneens als een eenheid met elkaar verbonden en elk van hen omvat 25 logaritmisch spiraalvormige leibanen daarin. De spiraalvormige leibanen van het binnenste stel poelieschijven zijn in één richting gericht, waarbij de straal toeneemt in de richting met de wijzers van de klok mee of tegen de wijzers van de klok in, terwijl de logaritmisch spiraalvormige leibanen 30 in het buitenste stel poelieschijven in de tegenovergestelde richting zijn gericht. Aldus vormen de leibanen van de aan elkaar grenzende poelieschijven aan elke zijde van de poelie kruispunten. Bandaandrijfelementen zijn over de gehele omtrek van de poelies tussen de kruispunten geplaatst, waarbij de 35 op de aandrijfelementen aangrijpende band aldus ervoor zorgt . 87 2 02 74 -2- dat één poelie de andere aandrijft.
De proporties van de logaritmisch spiraalvormige leibanen zijn gelijk aan die volgens de genoemde octrooi-schriften, terwijl de kruispunten van de leibanen in de 5 binnenste en buitenste leibaanschijven onder een rechte hoek, d.w.z. onder 90° ten opzichte van elkaar staan. In het Amerikaanse octrooischrift 4.295.836 is de richting van de logaritmisch spiraalvormige leibanen ten opzichte van de richting van de handbeweging bij de aandrijvende poelie 10 dezelfde als bij de aangedreven poelie. In het Amerikaanse octrooischrift 4.591.351 is het tonen van de logaritmisch spiraalvormige leibanen in één richting in één poelie en in de tegenovergestelde richting in de andere poelie een incidenteel feit dat geen relatie heeft met de onderhavige 15 uitvinding. In geen geval is een bewustzijn aanwezig van de relatie tussen de zin of richting van de logaritmisch spiraalvormige leibanen en de hydraulische druk die noodzakelijk is voor het roteren van één stel leibaanschijven ten opzichte van het andere stel leibaanschijven voor het 20 veranderen van de diameter van de poelie, of dat de richting van de beweging van de band ook de vereiste hydraulische werkdruk beïnvloedt.
De aanvrager heeft ontdekt dat de vereiste hydraulische druk tot een minimum wordt gereduceerd indien 25 de richting van de direkt met de as van de aandrijvende poelie verbonden logaritmisch spiraalvormige leibanen tegenovergesteld is aan de richting van de handbeweging, terwijl de direkt met de as van de aangedreven poelie verbonden logaritmisch spiraalvormige leibanen dezelfde richting be-30 zitten als de richting van de handbeweging.
Het is een doel van de uitvinding een verbeterde inrichting en een verbeterd systeem te verschaffen, die voordeel putten uit deze ontdekking bij het vervaardigen van continu variabele transmissies van de in deze aanvrage aan 35 de orde zijnde soort.
Korte beschrijving van de uitvinding
In één uitvoeringsvorm van de uitvinding is een 40 bandaandrijfsysteem verschaft, voorzien van een aandrijvende .8720274 -3- poelie en een aangedreven poelie, een om de poelie verlopende band, waarbij zowel de aandrijvende als de aangedreven poelie is voorzien van een eerste paar binnenste poelieschijven met in een richting daarin gevormde logarit-5 raisch spiraalvormige leibanen, welke binnenste poelieschijven als een eenheid roteerbaar op een as vast zijn gemonteerd, en een tweede paar buitenste poelieschijven met in tegenovergestelde richting daarin gevormde logaritmisch spiraalvormige leibanen, welke buitenste poelieschijven als 10 een eenheid op de genoemde as zijn gemonteerd met een beperkte cirkelvormige beweging ten opzichte van het eerste paar poelieschijven, waarbij een van het tweede paar poelieschijven aangrenzend aan doch uitwendig van een van het eerste paar poelieschijven is geplaatst, terwijl de 15 andere van het tweede paar poelieschijven aangrenzend aan doch uitwendig van de andere van het eerste paar poelieschijven is geplaatst, waarbij de logaritmisch spiraalvormige leibanen van de ene van het eerste paar poelieschijven en de logaritmisch spiraalvormige leibanen van de 20 ene van het tweede paar poelieschijven eerste doorsnijdingen vormen, terwijl de logaritmisch spiraalvormige leibanen van de andere van het eerste paar poelieschijven en de logaritmisch spiraalvormige leibanen van de andere van het tweede paar poelieschijven tweede doorsnijdingen vormen, waarbij 25 aandrijfelementen zich uitstrekken tussen de bijbehorende eerste en tweede doorsnijdingen, terwijl de band om de bandaandrijfelementen van de aandrijvende poelie en de bandaandrijfelementen van de aangedreven poelie verloopt en een bestemde rotatierichting bezit, waarbij de richting van 30 de logaritmisch spiraalvormige leibanen van het eerste paar binnenste poelieschijven van de aandrijvende poelie tegengesteld is aan de bestemde rotatierichting, terwijl de richting van de logaritmisch spiraalvormige leibanen van het eerste paar binnenste poelieschijven van de aangedreven 35 poelie hetzelfde is als de bestemde rotatierichting, terwijl met het tweede paar buitenste poelieschijven van elk van de aandrijvende en aangedreven poelies verbonden hydraulische middelen voor het roteren van het tweede paar buitenste poelieschijven ten opzichte van het eerste paar binnenste 40 poelieschijven zijn aangebracht.
Verdere doelen van de uitvinding zullen duidelijk worden uit de verdere beschrijving.
. 8 7 c';4 -4-
Korte beschrijving van de tekeningen
Voor een meer volledig begrip van de uitvinding dient te worden verwezen naar de bijgaande tekeningen, waarvan
Fig. 1 is een gedeeltelijk weggebroken doorsnede 5 van de inrichting volgens de uitvinding, waarvan kan worden aangenomen dat deze is genomen volgens de lijn 1-1 in fig. 2;
Fig. 2 is een gedeeltelijke doorsnede in hoofdzaak in de richting van de pijlen 2-2 in fig. 2;
Fig. 3 is een doorsnede in hoofdzaak in de richting 10 van de pijlen 3-3 in fig. 2;
Fig. 4 is een gedeeltelijk schematisch aanzicht in hoofzaak in de richting van de pijlen 4-4 in fig. 1, op kleinere schaal;
Fig. 5a is een aanzicht in hoofdzaak in de rich-15 ting van de pijlen 5-5 in fig. 4;
Figuren 5b en 5c zijn vergrotingen van twee specifieke gedeelten van fig. 5a, waarbij de betrokken krachten zijn weergegeven;
Figuren 5d en 5e zijn vergrotingen op ongeveer 20 dezelfde plaatsen als de figuren 5b en 5c, doch waarbij de bandrichting is omgekeerd;
Fig. 6a is een met fig. 5a overeenkomend aanzicht, waarbij de zin of richting van de spiraalgroeven zijn omgekeerd ten opzichte van die in fig. 5a; 25 Figuren 6b en 6c zijn vergrotingen van gedeelten van fig. 6a op ongeveer dezelfde plaatsen als die vergrotingen van figuren 5b en 5c; en
Fig. 7 is een gedeeltelijk schematisch aanzicht bij de plaats van een van de bandaandrijfelementen.
30
Beschrijving van de voorkeursuitvoering
Fig. 1 van de tekeningen toont een paar poelies 11 en 12, die volgens de uitvinding in een frame 13 zijn geraon-35 teerd, zoals weergegeven, waarbij de poelie 11 de aandrijvende poelie is, terwijl de poelie 12 de aangedreven poelie vormt, alhoewel dit kan worden veranderd, zoals duidelijk zal worden. De poelies 11 en 12 zijn in wezen gelijk aan .8/. 4 -5- elkaar met uitzondering van de zin of richting van de logaritmisch spiraalvormige leibanen daarin, zoals zal worden toegelicht. De poelie 11 is op een as 14 aangebracht, terwijl de poelie 12 op een as 15 is gemonteerd. Aangezien 5 de poelies in wezen gelijk zijn aan elkaar, zullen slechts de aangedreven poelie 12, zijn as en de verbonden constructie in het bijzonder worden beschreven aan de hand van fig. 2.
De as 15 is in het frame 13 ondersteund door 10 middel van bekende typen kogellagers 16 en 17. De poelie 12 is voorzien van een paar binnenste leibaanschijven 18 en 19 en een paar buitenste leibaanschijven 21 en 22. De binnenste leibaanschijven 18 en 19 zitten met een perspassing op een de as 15 omringende kraag 23, die daaraan is vastgespied 15 door spieën 24 die in spiebanen op de as 15 zijn geplaatst, De binnenste leibaanschijven 18 en 19 vormen dienovereenkomstig een stijve eenheidsconstructie, die als een eenheid met de as 15 roteert. De buitenste leibaanschijven 21 en 22 zitten met een perspassing op een kraag 25, die eveneens de 20 as 15 omringt en zich inwendig van de kraag 23 bevindt. De kraag 25 is draaibaar beweegbaar binnen voorgeschreven grenzen, zoals duidelijk zal worden gemaakt. De buitenste leibaanschijven 11 en 12 zijn aldus eveneens stijf met elkaar verbonden en werken als een eenheid, alhoewel deze 25 roteerbaar op de as 15 is gemonteerd. Zoals in fig. 1 is weergegeven, steken de spieën 24 door een omtrekssleuf 20 in de kraag 25, ten einde de spieën 24 gelegenheid te geven daarin te bewegen wanneer het samenstel van buitenste leibaanschijven 21, 22 en kraag 25 roteert ten opzichte van 30 het samenstel van binnenste leibaanschijven 18, 19 en kraag 23 tijdens de werking, zoals zal worden toegelicht.
De aandrijfpoelie 11 is gedeeltelijk weergegeven in fig. 2, waarbij de binnenste leibaanschijven zijn aangeduid door 26 en 27, terwijl de buitenste leibaanschijven de 35 verwijzingscijfers 28 en 29 bezitten. De binnenste leibaanschijven 18 en 19 en de buitenste leibaanschijven 21 en 22 van de poelie 12 zijn vlakke schijven die direkt aangrenzend aan elkaar zijn gelegen, zoals kan worden gezien in fig. 2. Op overeenkomstige wijze zijn de binnenste leibaanschijven 40 26 en 27 en de buitenste leibaanschijven 28 en 29 van de , 87 2 C.2 7 4 -6- poelie 11 vlakke schijven/ en zijn direkt aangrenzend aan elkaar zijn gelegen, zoals in wezen is getoond.
De binnenste leibaanschijven 18 en 19 bezitten logaritmisch spiraalvormige leibanen 31, 32, terwijl in de 5 buitenste leibaanschijven 21 en 22 logaritmisch spiraalvormige leibanen 33 en 34 zijn gevormd, zoals meer in het bijzonder zal worden beschreven. Op dezelfde wijze bevatten de binnenste leibaanschijven 26 en 27 logaritmisch spiraalvormige leibanen 35 en 36 en bezitten de buitenste leibaanschij-10 ven 28 en 29 daarin logaritmisch spiraalvormige leibanen 37 en 38, zoals meer in het bijzonder zal worden beschreven. De logaritmisch spiraalvormige leibanen 31 en 33 kruisen elkaar, zoals ook de logaritmisch spiraalvormige leibanen 32 en 34 van de poelie 12 doen. Tussen deze kruispunten strekt zich 15 een bandaandrijfelement 39 uit. In fig. 1 is te zien, dat een bandaandrijfelement 39 bij de kruispunten van de logaritmisch spiraalvormige leibanen in elk van de binnenste en buitenste leibaanschijven 19, resp. 22 aanwezig is. Op overeenkomstige wijze is in het geval van de aandrijvende 20 poelie 11 een bandaandrijfelement 41 bij het kruispunt van elk van de logaritmisch spiraalvormige groeven in de binnenste en buitenste leibaanschijven 27, resp. 29 aanwezig.
Fig. 1 toont een bijzonder bandaandrijfelement 41a 25 op het kruispunt van de logaritmisch spiraalvormige leibanen 36 en 38 van de binnenste en buitenste leibaanschijven 27, resp. 29. Het kan worden ingezien, dat wanneer de buitenste leibaanschijf 29 in de richting tegen de wijzers van de klok in ten opzichte van de binnenste leibaanschijf 27 draait het 30 bijzondere bandaandrijfelement 41a binnenwaarts in de richting van het midden van de as zal bewegen. Dit zou voortduren totdat het binnenste uiteinde van de logaritmische leibaan 36 en het binnenste uiteinde van de logaritmische leibaan 38 kruisen en het bandaandrijfelement 41a zich in zijn binnenste 35 stand bevindt zoals bijvoorbeeld voor de bandaandrijfelementen 39 van de poelie 12 in fig. 2 is weergegeven.
De logaritmisch spiraalvormige leibanen 36 en 38 van de leibaanschijven 27 en 29 kruisen elkaar onder rechte hoeken, hetgeen kenmerkend is voor de bij voorkeur toege-40 paste logaritmische spiraal, waardoor een in hoofdzaak vierkant draagvlak met vier zijden wordt gevormd waartegen de 87n174 -7- vierkante uiteinden van de bandaandrijfelementen kunnen steunen als deel van de aandrijvende of aangedreven poelie.
Onder verwijzing naar fig. 2 en met aanduiding van de bandaandrijfelementen 39 en 41, zal duidelijk zijn dat de 5 bandaandrijfelementen een aandrijfoppervlak 42 bezitten, dat op de hartlijn van de vierkante uiteinden 43 en 44 van de bandaandrijfelementen is gelegen. Aldus worden verminderde spanningen bereikt, zoals is overwogen in het Amerikaanse octrooischrift 4.591.351 van Kumm. De bandaandrijfelementen 10 39, 41 strekken zich uit tussen de binnenste en buitenste leibaanschijven. Aldus kan worden voorgesteld dat wanneer de buitenste leibaanschijven 21, 22 en 28, 29 ten opzichte van hun bijbehorende binnenste leibaanschijven 18, 19 en 26, 27 draaien, de bandaandrijfelementen radiaal binnenwaarts, resp. 15 radiaal buitenwaarts bewegen, zoals wordt vereist door een band 45 van vaste lengte die hierom is gewikkeld. Bijkomende details van de leibaanschijven en de bandaandrijfelementen kunnen in de genoemde octrooischriften van Kumm worden gevonden.
20 Het buitenste leibaanschijfsamenstel is in een beperkte mate draaibaar ten opzichte van het binnenste leibaanschijf samenstel, zoals reeds is aangeduid, hetgeen wordt uitgevoerd door bijvoorbeeld een thans kort beschreven hydraulisch mechanisme. Een overeenkomstig mechanisme, dat 25 hier kan worden toegepast, is geopenbaard in het Amerikaanse octrooischrift 4.295.836 van Kumm.
In fig. 2 is het hydraulische mechanisme aangeduid door verwijzingscijfer 46 en dit is voorzien van een gesloten kamer 47 met vier wanden 48, 49, 51 en 52, waarbij de wand 30 51 kan worden bevestigd aan en kan meeroteren met de buitenste leibaanschijf 21 onder gebruikmaking van bijvoorbeeld pennen 53. De binnenste en buitenste wanden van de kamer 47 zijn ten opzichte van de as 15 afgedicht, zodat aan de kamer 47 door een centrale doorlaat 54 in de as 15 toegevoerde 35 hydraulische druk, druk zal uitoefenen ten einde te veroorzaken dat de binnenste en buitenste leibaanschijfsamenstellen ten opzichte van elkaar verdraaien.
In fig. 3 is een doorsnede van het hydraulische mechanisme weergegeven, waarbij de buitenste wand 49 is 40 voorzien van een paar huissteunen 55 en 56 die in êên geheel . 8? · SE7·] -8- daarraede zijn gevormd. De binnenste wand 52 is in feite een kraag die de as 15 omringt en daaraan is vastgespied door spieën 57. De kraag (wand) 52 omvat een paar assteunen 58 en 59 die in één geheel daarmede zijn gevormd. Het is duidelijk 5 dat de ruimten tussen de huissteunen 55 en de assteunen 58 kamers vormen, waardoor de assteun 58 verschillende standen kan aannemen in afhankelijkheid van de hydraulische druk in de kamer, waarbij de hydraulische druk via geschikte doorlaten in de as 15 wordt toegevoerd.
10 De beschreven hydraulische middelen, namelijk de kamer 47 en bedieningsonderdelen die de buitenste leibaan-schijven ten opzichte van de binnenste leibaanschijven verdraaien, kunnen als hydraulische draaibedieningsinrichting worden aangeduid.
15 De wij ze van toevoeren van de hydraulische druk aan de hydraulische middelen 46 met inbegrip van de beschreven inrichting vormt geen specifiek onderdeel van de uitvinding zoals is geopenbaard in deze aanvrage. De hydraulische middelen 46 zijn van een soort die kunnen worden toegepast 20 voor het toevoeren van de noodzakelijke hydraulische druk.
Het in het Amerikaanse octrooischrift 4.295.836 geopenbaarde systeem dient eveneens hetzelfde doel. Andere systemen kunnen uiteraard worden bedacht.
Voorafgaande aan de onderhavige uitvinding besefte 25 de aanvrager niet dat er een voorkeursrelatie bestond tussen de rotatierichting van de van de aandrijvende poelie naar de aangedreven poelie verlopende band, de zin of richting van de logaritmisch spiraalvormige groeven of leibanen in de aandrijvende poelie en aangedreven poelie ten opzichte van 30 de bandrichting. Uiteraard werd begrepen dat hydraulische druk noodzakelijk was voor het verdraaien van één gedeelte van de poelie ten opzichte van het andere gedeelte, ten einde de band te spannen door de bandaandrijfelementen. Doch het feit dat de noodzakelijke druk tot een minimum kan 35 worden verminderd indien de logaritmische leibanen in een bepaalde zin of richting ten opzichte van de richting van de handbeweging verlopen, was niet bekend of werd niet begrepen. Dienovereenkomstig verlopen in het Amerikaanse octrooischrift 4.295.836 de logaritmisch spiraalvormige leibaan van de aan-40 drijvende en de aangedreven poelie in dezelfde zin of rich- - π « - „ ^ -9- ting. In het Amerikaanse octrooischrift 4.591.351 zijn de richtingen van de logaritmische spiralen van de aandrijvende en aangedreven poelies weliswaar tegengesteld aan elkaar, doch er is geen aanwijzing van een relatie daartussen met 5 betrekking tot de richting van de handbeweging en de noodzakelijke grootte van de hydraulische druk.
Aanvrager heeft ontdekt dat een relatie aanwezig is tussen de richting of zin van de logaritmisch spiraalvormige leibanen zoals tussen de aandrijvende en aagedreven 10 poelie en met betrekking tot de richting van de bandrotatie. Dit is het wezen van de onderhavige uitvinding. Aanvrager heeft ontdekt dat bij het kiezen van de logaritmisch spiraalvormige leibanen van de aandrijvende poelie en de aangedreven poelie deze in tegenovergestelde richtingen ten 15 opzichte van elkaar dienen te zijn en dat de richting van de logaritmisch spiraalvormige leibanen in de niet met de hydraulische draaibedieningsinrichting verbonden leibaan-schijven in de aandrijvende poelie tegenovergesteld dient te zijn aan de richting van de handbeweging, terwijl met betrek-20 king tot de aangedreven poelie de richting van de logaritmisch spiraalvormige leibanen in de niet met de hydraulische draaibedieningsinrichting verbonden leibaanschijven dezelfde dient te zijn als de richting van de bandbeweging.
Deze relatie is tot uitdrukking gebracht in de na-25 volgende alinea’s van deze aanvrage bij beschouwing van de figuren 5a tot 6c. Voordat evenwel wordt doorgegaan met een beschouwing van de in de figuren 5b, 5c, 5d, 5e en 6b en 6c weergeven krachtendiagrammen, kan worden verwezen naar fig. 4 waarin in feite een bovenaanzicht van de aandrijvende en aan-30 gedreven poelies 11 en 12 met binnenste en buitenste leibaanschijven voorzien van logaritmische spiralen zoals beschreven, is getoond. Fig. 5a is in feite een doorsnede in de richting van de pijlen 5-5 in fig. 4, terwijl fig. 6a overeenkomt met fig. 5 met de uitzondering dat de zin of rich-35 ting van de logaritmisch spiraalvormige leibanen is omgekeerd .
Fig. 5a, die in feite een figuur op verkleinde schaal is, toont op dezelfde wijze als fig. 1 de logaritmisch spiraalvormige leibanen van de poelies en andere 40 mechanismen. Aldus verlopen in fig. 5a de logaritmische O Λ V f.
o * · j -10- spiralen 36 van de binnenste leibaanschijf 27 in de tegenovergestelde richting in vergelijking met de richting van de handbeweging, die is weergegeven door de pijl A. Uiteraard verlopen de logaritmische spiralen 38, die gestippeld zijn 5 weergegeven en zijn aangebracht op de buitenste leibaanschijf 29 tegenovergesteld aan de logaritmische spiraal 36, d.w.z. in de richting van de handbeweging. Op dienovereenkomstige wijze geldt voor de aangedreven poelie 12 van fig. 5a dat de logaritmische spiraal 32 in de binnenste leibaan-10 schijf 19 in dezelfde richting als de pijl A van de aandrijf band verloopt. De logaritmische spiralen 34 in de buitenste leibaanschijf 22 verlopen in de tegenovergestelde richting.
In fig. 5b is een vergroting van het binnenste 15 gedeelte tussen de logaritmisch spiraalvormige leibaan 36 en de logaritmisch spiraalvormige leibaan 38 tezamen met de daarop werkende krachten wanneer dit door de band 45 wordt bewogen. In deze figuur is de kracht BFF (bandwrijvings-kracht) evenwijdig en tegenovergesteld aan de richting van 20 de handbeweging op dat punt weergegeven, terwijl de netto radiale kracht, die onder een rechte hoek ten opzichte van de richting van de bandwrijvingskracht verloopt, met NRF is aangeduid. Een effectieve bandwrijvingscoëfficiënt wordt gedefinieerd door de grootte van BFF gedeeld door de radiale 25 kracht tussen de band en het bandaandrijfelement. Dat wil zeggen dat de verhouding van de wrijvingskracht ten opzichte van de bandrichting tot de radiale bandkracht loodrecht op de bandrichting de effectieve wrijvingscoëfficiënt is, die een over een groot gebied variërende waarde kan zijn, bij-30 voorbeeld van 0,02 of 0,03 tot waarden groter dan 1.
Bijzondere bandmaterialen en bandaandrijfelementmaterialen kunnen worden gekozen ten einde de gewenste hoge waarden voor de wrijvingscoëfficiënt te verschaffen.
NRF, de netto radiale kracht, is gedefinieerd als 35 de radiale kracht ten gevolge van de bandspanning en de richtingsverandering van de over het bandaandrijfelement passerende band verminderd met de centrifugale kracht van het bandaandrijfelement. Terwijl in sommige gevallen de centrifugale kracht van de bandaandrijfelementen zeer 40 aanzienlijk is en de waarde van NRF vermindert of zelfs zijn S’- ·' r ** ^ ' / ' - ;> ^ -11- richting verandert, vertegenwoordigt de in fig. 5b weergegeven relatieve grootte van BFF en NRF kenmerkende waarden in de meeste gevallen bij de kritische maximum ontwerp-bedrij fsvoorwaarden.
5 De combinatie van de kracht BFF en de kracht NRF
is weergegeven door FR (resulterende kracht), waartoe is gekomen door het voltooien van het door BFF en NRF gedefinieerde parallelogram. De resulterende kracht FR wordt uiteraard uitgeoefend door de vierkante uiteinden 43 van het 10 aandrijfelement 41 op de leibaanoppervlakken. Het uiteinde 43 van het aandrijfelement wordt ondersteund binnen het kruispunt dat wordt gevormd door de logaritmisch spiraalvormige leibanen 36 en 38. Dit kruispunt kan worden gekenmerkt door de oppervlakken 1, 2, 3 en 4 van de aandrijf-15 elementuiteinden die de vier vierkantszijden voorstellen, waarbij de oppervlakken 1 en 3 op de logaritmisch spiraalvormige leibaan 38 steunen, terwijl de oppervlakken 2 en 4 op de logaritmisch spiraalvorraige leibaan 36 steunen. De resulterende kracht FR kan dan worden ontbonden in zijn twee 20 componenten, F3, die zich in de richting van de spiraalvormige leibaan 36 uitstrekt en F4 die loodrecht daarop, of in de richting van de spiraalvormige leibaan 38 verloopt. Het ontbinden van de kracht FR in zijn componenten F3 en F4 illustreert dat de component F3 klein is en de component F4 25 groot is. F4 is de kracht van zijde 4 van het aandrijfele-mentuiteinde 43 tegen de logaritmisch spiraalvormige leibaan 36 die een deel vormt van de binnenste leibaanschijf 27 en derhalve via de as 15 direkt door de mechanische constructie wordt ondersteund. F3, die de kleine component vormt, is de 30 kracht van de zijde 3 van het aandrijfelementuiteinde 43 tegen de logaritmisch spiraalvormige leibaan 38, die een deel vormt van de buitenste leibaanschijf 29 en die wordt weerstaan of in evenwicht wordt gebracht door de hydraulische druk in de kamer 47, d.w.z. dat deze in evenwicht wordt 35 gebracht door de hydraulische draaibedieningsinrichting. Opgemerkt wordt dat de kracht F3, die evenredig is met het koppel van de hydraulische draaibedieningsinrichting, aanzienlijk kleiner is dan de mechanische kracht F4. F4 is gewoonlijk veel groter dan de kracht F3 bij het ontwerp-40 punt van het kritische maximum poeliekoppel zoals kenmer- C 7 Γ V 7 k * O * f-, v, t ... *·-» -12- kend is weergegeven in fig, 5b,
Thans wordt verwezen naar fig, 5c, die een vergroting voorstelt van de krachten die zijn verbonden met het bandaandrijfelement 39, waarvan het vierkante uiteinde 43 is 5 opgenomen in het kruispunt van de logaritmisch spiraalvormige leibanen 32 en 34. De bandwrijvingskracht BFF en de netto radiale kracht NRF zijn van dezelfde grootte, zoals in wezen is weergegeven in fig. 5b, doch zij verlopen in de richtingen die, zoals is weergegeven evenwijdig aan en onder rechte 10 hoeken met de richting van de beweging van de band 45 over het bandaandrijfelement 39 verlopen. De resulterende kracht FR van de krachten BFF en NRF kan dan worden ontbonden in de krachten F1 van zijde 1 van het aandrijfelementuiteinde 43 tegen de logaritmisch spriraalvormige leibaan 34, en F4 van 15 zijde 4 tegen het aandrijfelementuiteinde 43 tegen de logaritmisch spiraalvormige leibaan 32. De kracht F4, die de grootste is van de krachten F4 en F1, wordt uitgeoefend door zijde 4 tegen logaritmische leibaan 32 en wordt derhalve via de as 15 ondersteund door de direkt daaronder aanwezige 20 mechanische constructie. Anderzijds wordt de kleinste van de krachten, F1, uitgeoefend door zijde 1 en wordt aldus in evenwicht gebracht door de hydraulische druk in de draaibe-dieningsinrichting, zoals in het voorgaande is beschreven.
Het dient te worden opgemerkt dat in beide gevallen 5b en 5c 25 de kracht F1, die in evenwicht wordt gebracht door de hydraulische krachten, de kleinere is van de betrokken krachten.
Thans dient te worden verwezen naar fig. 6a, die hetzelfde is als fig. 5a, met de uitzondering dat de logarit-30 misch spiraalvormige leibaan 36 van fig. 5a is weergegeven als logaritmisch spiraalvormige leibaan 36a (de aandrijvende poelie) van fig. 6a, waarbij de logaritmisch spiraalvormige leibaan 36a in tegenovergestelde zin verloopt in vergelijking met de logaritmische spiraal 36 van fig. 5a. De logaritmisch 35 spiraalvormige leibaan 38 van de buitenste leibaanschijf 29 is weergegeven als logaritmisch spiraalvormige leibaan 38a van fig. 6a en verloopt in de omgekeerde zin of richting in vergelijking tot de logaritmische spiraal 38. Op dezelfde wijze geldt voor de aangedreven poelie 12 van fig. 6a dat de 40 logaritmische spiraal 32a in de omgekeerde zin verloopt in .8?: cm -13- vergelijking tot de logaritmische spiraal 32 van fig. 5a, terwijl de logaritmische spiraal 34a omgekeerd verloopt aan de logaritmische spiraal 34 van fig. 5a. Fig. 6b toont een overeenkomstige vergroting van de door het vierkante uiteinde 5 van het aandrijfelement 41 uitgeoefende krachten, die dienen te worden vergeleken met de krachten die zijn weergegeven in fig. 5b. Dienovereenkomstig komen de in fig. 6c getoonde krachten overeen met die welke worden uitgeoefend door het uiteinde 43 van het aandrijfelement 39, welke krachten 10 dienen te worden vergeleken met de in fig. 5c weergegeven krachten. Het dient in gedachten te worden gehouden dat krachten van fig. 6b en 6c van die van fig. 5b en 5c verschillen door de effecten die worden veroorzaakt door de omkering van de zin of richting van de logaritmisch spiraal-15 vormige groeven ten opzichte van de bewegingsrichting van de band. De bewegingsrichting van de band blijft hetzelfde. De in fig. 6b weergegeven krachten komen overeen met die welke op het uiteinde 43 van het bandaandrijfelement 41 bestaan waarbij de omgekeerde richting van de logaritmisch spiraal-20 vormige groeven aanwezig is, en kunnen worden vergeleken met de krachten en de deze dragende onderdelen, zoals weergegeven in fig. 5b. In fig. 6b is de kracht F3 althans ongeveer gelijk in grootte aan de kracht F3 in fig. 5b, terwijl de kracht F4 althans ongeveer gelijk in grootte is aan de 25 kracht F4 in fig. 5b, waarbij tot deze krachten is gekomen door de ontbinding van de bandwrijvingskracht BFF en de netto radiale kracht NRF op dezelfde wijze als voor fig. 5.
De kracht F3, de kleinere van de krachten, wordt thans uitgeoefend door de zijde 3 van het uiteinde 43 van het band-30 aandrijfelement 41 tegen de logaritmisch spiraalvormige leibaan 36a. De kracht F4, verreweg de grootste van de krachten, wordt uitgeoefend door zijde 4 van het uiteinde 43 van het bandaandrijfelement 41 tegen de zijde van de logaritmische spiraal 38 van de buitenste leibaanschijf 29 en wordt 35 aldus in evenwicht gehouden door de hydraulische druk in de draaibedieningsinrichting, die is verbonden met de leibaanschi jf 29. De kracht F4, die een hydraulische druk als tegenwicht vereist, is veel groter dan F3 in fig. 6b.
In fig. 6c zijn de krachten verkregen op dezelfde 40 wijze als voor de voorafgaande figuren, waarbij dient te ,87 t274 -14- worden opgemerkt dat de kracht F1 wordt uitgeoefend door zijde 1 van het uiteinde 43 van het bandaandrijfelement 39 tegen de zijde van de logaritmische spiraal 32a van de binnenste leischijf 19 en wordt aldus mechanisch en direkt 5 toegevoerd via de as 15. De andere kracht F4, verreweg de grootste van de te balanceren krachten, wordt uitgeoefend door de zijde 4 van het uiteinde 43 van het bandaandrijf-element 39 tegen de zijde van de logaritmisch spiraalvormige leibaan 34a van de buitenste leibaanschijf en moet derhalve 10 worden gebalanceerd door de hydraulische druk in de draaibe-dieningsinrichting. Aldus heeft in elk geval van fig. 6b en 6c in vergelijking met de figuren 5b en 5c een loutere omkering van de zin of richting van de logaritmisch spiraalvormige leibanen ten opzichte van de bandrichting een veel 15 grotere kracht die moet worden toegevoerd door de hydraulische druk in de draaibedieningsinrichting tot gevolg.
Het effekt van het omkeren van de richting van de bandrotatie, terwijl de richting of zin van de logaritmisch spiraalvormige leibanen hetzelfde wordt gehouden, dient te 20 worden beschouwd. Dit wordt geïllustreerd door het vergelijken van de figuren 5d en 5e met de figuren 5b en 5c. De in de figuren 5d en 5e weergegeven krachten komen overeen met het geval dat is weergegeven in fig. 5a, met de uitzondering dat de richting van de band is omgekeerd van A 25 naar B. Aldus zal worden opgeraerkt dat bij het vergelijken van fig. 5d met fig. 5b de bandwrijvingskracht BFF is omgekeerd in het geval van fig. 5d in vergelijking met dat van fig. 5b. De netto radiale kracht NRF verloopt in elk geval altijd in de richting van het midden van de construc-30 tie. Het voltooien van het krachtendiagram van de krachten BFF en NRF levert een resulterende kracht FR op, zoals is weergegeven, wanneer deze kracht wordt ontbonden in zijn twee componenten F3 en F4, zal worden opgemerkt dat F4 veel kleiner is dan F3, hetgeen precies het omgekeerde is van 35 hetgeen getoond is in fig. 5b, waarbij F3 klein was en F4 groot.
Wanneer in de herinnering wordt teruggeroepen dat de kracht F3 werd gebalanceerd door de hydraulische druk in de draaibedieningsinrichting, zal worden gezien dat in het 40 geval van fig. 5d, waar de bandrichting is omgekeerd, de S 7 v Q 2 v 4 -15- kracht die dient te worden opgewekt door de draaibedienings-inrichting veel groter is. Dienovereenkomstig is de kracht F4, die mechanisch wordt ondersteund door de constructie via de as 15, zoals reeds is beschreven, veel kleiner.
5 Indien thans het krachtendiagram van fig. 5a, die geldt voor de poelie 12, wordt vergeleken, zal worden opgemerkt dat de bandwrijvingskracht BFF van fig. 5e in de omgekeerde richting staat in vergelijking met dezelfde kracht in de overeenkomstige fig. 5c. De netto radiale kracht verloopt 10 immer naar het midden van de constructie en de resulterende kracht FR ontstaat uit de vectoroptelling van de twee krachten BFF en NRF. Bij het ontbinden van de resulterende kracht FR in zijn twee componenten F1 en F4, zal worden opgemerkt dat de component F4 van fig. 5e veel kleiner is dan de 15 overeenkomstige component F4 van fig. 5c. F4 is de kracht die mechanisch wordt toegevoerd door de constructie aan de as 15 en illustreert dat in het geval van de omgekeerde bandrichting de mechanische verbinding met de as 15 een veel kleinere kracht F4 ondersteunt dan de grotere kracht F4 van 20 fig. 5c. Dienovereenkomstig is de kracht F1, die degene is die wordt gebalanceerd door de hydraulische druk in de draai-bedieningsinrichting, veel groter in het geval van de omgekeerde bandrichting van fig. 5e in vergelijking met de kracht F1 bij de normale bedrijfsbandrichting van fig. 5c.
25 Aldus is de kracht die noodzakelijkerwijze moet worden toegevoerd door de hydraulische constructie, d.w.z. de draaibedieningsinrichting, in het geval dat de bandrichting is omgekeerd, veel groter dan wanneer de band in de eerste richting beweegt.
30 Het is derhalve aangetoond, dat het geval waarbij de laagste druk in de hydraulische bedieningsinrichting nodig is, het geval is dat is geïllustreerd in fig. 5a, waarbij met betrekking tot de aandrijvende poelie de richting van de logaritmische leibaan van de binnenste leibaan-35 schijven, die direkt op een mechanische wijze door de as 15 worden ondersteund, tegenovergesteld is aan die van de bandrichting, terwijl met betrekking tot de aangedreven poelie de logaritmisch spiraalvormige leibanen in de binnenste lei-baanschijven, die eveneens degene zijn die direkt door de as 40 15 worden ondersteund, dezelfde richting hebben als de aan- .8720274 -16- drijfband. Wanneer de richtingen van de spiraalvormige lei-banen worden omgekeerd, of wanneer de bandrichting wordt veranderd dan wordt de hydraulische kracht die nodig is voor het balanceren van de door de aandrijfelementen op hun 5 plaats uitgeoefende krachten zeer veel verhoogt.
Het dient te worden opgemerkt dat indien het de bedoeling is de richting van de bandrotatie om te keren, terwijl de bestemming van de aandrijvende poelie hetzelfde blijft, de spiraalrichting van de poelieleibanen moet worden 10 omgekeerd, ten einde de gewenste grote vermindering in de hydraulische werkdruk te bereiken.
De band en de poelies zijn in feite ten opzichte van elkaar georiënteerd ten behoeve van de verbeterde resultaten.
15 Een verder voordeel wordt bereikt wanneer de binnenste leibaanschijven mechanisch worden ondersteund door de as doordat het moment van de krachten aan de uiteinden van het bandaandrijfelement wordt verminderd waardoor een belangrijke vermindering van de specifieke buigspanningen in 20 het bandaandrijfelement ontstaat.
Fig. 7 toont schematisch een bandaandrijfelement 39, 41, die een verlaagd of versprongen aandrijfoppervlak 42 bezit ten einde overeen te komen met de hartlijn van het uiteinde 43 van het bandaandrijfelement. Twee leibaanschij-25 ven, bijvoorbeeld 27 en 29, zijn weergegeven als ondersteuning van het eindgedeelte 43. In de herinnering wordt teruggeroepen dat de binnenste leibaanschijf 27 degene is die op een direkte wijze mechanisch wordt ondersteund door de as van de constructie, terwijl de leibaanschijf 29 degene 30 is die wordt ondersteund door de hydraulische druk in de draaibedieningsinrichting. Aangezien het leibaanschijforgaan 27 het dichtst staat bij het gebied waar de aandrijfband zijn kracht op het aandrijfelement uitoefent (de krachten zijn schematisch weergegeven door de letters F) wordt het 35 buigmoment dat aanwezig is bij de aansluiting J tussen het eindgedeelte 43 en het middendeel of bandaangrijpgedeelte 42 aanzienlijk vermindert in vergelijking met het geval waarbij de leibaanschijf 27 zich zou bevinden aan het uiteinde van het eindorgaan 43 bij de plaats van de buitenste leibaan-40 schijf 29, die degene is welke wordt ondersteund door de . 87:: 02 74 -17- hydraulische druk in de draaibedieningsinrichting.
Aldus wordt in de constructie volgens de uitvinding het buigmoment dat aanwezig is in het bandaandrijfelement vermindert doordat de binnenste leibaanschijf direkt en 5 mechanisch op de as van de inrichting is ondersteund terwijl tegelijkertijd de werkdruk in de hydraulische bedieningsinrichting wordt verminderd, doordat de logaritmisch spiraalvormige leibanen van de aandrijvende poelie in dezelfde zin verlopen als de handbeweging en in de omgekeerde zin bij de 10 aangedreven poelie.
Hoewel de weergegeven constructie gebruik maakt van een hydraulische draaibedieningsinrichting voor het toevoeren van de noodzakelijke balanceringskoppels en resulterende krachten, zouden eveneens veren in de draaibedie-15 ningsinrichtingen kunnen worden toegepast ten einde dergelijke balanceringskoppels en resulterende krachten toe te voeren in bepaalde toepassingen van deze constructies. In andere toepassingen zal de centrifugale kracht van de bandaandrij f elementen koppels en krachten op de leibaanschijven 20 verschaffen van een voldoende grootte om ofwel aanzienlijk toe te voegen aan de koppels en krachten van de draaibedieningsinrichting ofwel in sommige gevallen zelfs de koppels en krachten van de draaibedieningsinrichting volledig te vervangen. De significante voordelen die worden 25 bereikt door de oriëntatie van de leibaanschijven ten opzichte van de rotatierichting, zoals hierin zijn aangetoond, zijn evenwel direkt van toepassing op dergelijke andere constructies.
In andere toepassingen kan het voldoende zijn 30 veren te gebruiken op de draaibedieningsinrichting van slechts êên poelie, terwijl een hydraulisch mechanisme aanwezig is op de andere poelie, terwijl het eveneens mogelijk is dat een combinatie wordt gebruikt.
Alhoewel êên uitvoeringsvorm van de uitvinding is 35 weergegeven, zal duidelijk zijn dat vele andere uitvoeringsvormen mogelijk zijn binnen het kader van de onderhavige beschrijving en dienovereenkomstig binnen het kader van de bijgaande conclusies.
,87 0774

Claims (8)

1. Bandaandrijfsysteem, voorzien van een aandrijvende poelie en een aangedreven poelie en een om de poelie verlopende band, waarbij zowel de aandrijvende als de aangedreven poelie is voorzien van een eerste paar binnenste 5 poelieschijven met in een richting daarin gevormde logaritmisch spiraalvormige leibanen, welke binnenste poelieschijven als een eenheid roteerbaar op een as vast zijn gemonteerd, en een tweede paar buitenste poelieschijven met in tegenovergestelde richting daarin gevormde logaritmisch spiraalvorraige 10 leibanen, welke buitenste poelieschijven als een eenheid op de genoemde as zijn gemonteerd met een beperkte cirkelvormige beweging ten opzichte van het eerste paar poelieschijven, waarbij een van het tweede paar poelieschijven aangrenzend aan doch uitwendig van een van het eerste paar poelieschijven 15 is geplaatst, terwijl de andere van het tweede paar poelieschijven aangrenzend aan doch uitwendig van de andere van het eerste paar poelieschijven is geplaatst, waarbij de logaritmisch spiraalvormige leibanen van de ene van het eerste paar poelieschijven en de logaritmisch spiraalvormige 20 leibanen van de ene van het tweede paar poelieschijven eerste doorsnijdingen vormen, terwijl de logaritmisch spiraalvormige leibanen van de andere van het eerste paar poelieschijven en de logaritmisch spiraalvormige leibanen van de andere van het tweede paar poelieschijven tweede 25 doorsnijdingen vormen, waarbij aandrijfelementen zich uitstrekken tussen de bijbehorende eerste en tweede doorsnijdingen, terwijl de band om de bandaandrijfelementen van de aandrijvende poelie en de bandaandrijfelementen van de aangedreven poelie verloopt en een bestemde rotatierichting 30 bezit, waarbij de richting van de logaritmisch spiraalvormige leibanen van het eerste paar binnenste poelieschijven van de aandrijvende poelie tegengesteld is aan de bestemde rotatierichting, terwijl de richting van de logaritmisch spiraalvormige leibanen van het eerste paar binnenste poelieschijven 35 van de aangedreven poelie hetzelfde is als de bestemde rotatierichting, terwijl met het tweede paar buitenste poelieschijven van elk van de aandrijvende en aangedreven poelies verbonden middelen voor het roteren van het tweede . 87 ·’ 02 74 -19- paar buitenste poelieschijven ten opzichte van het eerste paar binnenste poelieschijven zijn aangebracht.
2. Bandaandrijfsysteem volgens conclusie 1, waarbij de met het tweede paar buitenste poelieschijven behoren- 5 de middelen zijn voorzien van een hydraulisch orgaan.
3. Bandaandrijfsysteem, voorzien van een aandrijvende poelie, een om de poelie verlopende band, waarbij zowel de aandrijvende als de aangedreven poelie is voorzien van een eerste paar poelieschijven met in êén richting daarin 10 gevormde logaritmisch spiraalvormige leibanen, welk eerste paar poelieschijven als een eenheid roteerbaar op een as vast is gemonteerd, en een tweede paar poelieschijven met in tegenovergestelde richting daarin gevormde logaritmisch spiraalvormige leibanen, welk tweede paar poelieschijven als 15 een eenheid op de genoemde as is gemonteerd met een beperkte cirkelvormige beweging ten opzichte van het eerste paar poelieschijven, waarbij één van het eerste en tweede paar poelieschijven inwendig van het andere paar van het eerste en tweede paar poelieschijven is geplaatst, terwijl êén van 20 het tweede paar poelieschijven aangrenzend aan êén van het eerste paar poelieschijven is geplaatst, terwijl het andere paar van het tweede paar poelieschijven aangrenzend aan het andere paar van het eerste paar poelieschijven is geplaatst, waarbij de logaritmisch spiraalvormige leibanen van de ene 25 poelieschijven van de aangrenzende andere poelieschijven van de tweede en eerste paren poelieschijven kruispunten vormen, terwijl de logaritmisch spiraalvormige leibanen van de andere poelieschijven van de aangrenzende andere poelieschijven van het tweede en eerste paar poelieschijven kruispunten 30 vormen, terwijl bandaandrijfelementen verlopen tussen bijbehorende kruispunten, waarbij de band om de bandaandrijfelementen van de aandrijvende poelie en de bandaandrijfelementen van de aangedreven poelie verlopen en een bestemde rotatie-richting bezit, terwijl de richting van de logaritmisch 35 spiraalvormige leibanen van de ene poelieschijf van de eerste en tweede paren poelieschijven die vastzit aan de as van de aandrijvende poelie tegenovergesteld is aan de bestemde rotatierichting, terwijl de zin van de logaritmisch spiraalvormige leibanen van de ene poelieschijf van de ene 40 aan de as van de aangedreven poelie vastzittende poelieschijf . 8 7 ' cm' -20- van de eerste en tweede paren poelieschijven hetzelfde is als de bestemde rotatierichting, terwijl met de paren poelieschijven verbonden middelen zijn aangebracht, die zijn gemonteerd voor een beperkte cirkelvormige beweging van de aan-5 drijvende en aangedreven poelies voor het roteren van het paar poelieschijven met beperkte cirkelvormige beweging ten opzichte van het vaste paar poelieschijven.
4. Bandaandrijfsysteem volgens conclusie 3, waarbij de paren poelieschijven die zijn vastgezet aan de aandrij- 10 vende, resp. aangedreven as zich inwendig van het andere paar poelieschijven van de aandrijvende, resp. aangedreven as bevinden.
5. Bandaandrijfsysteem volgens conclusie 3, waarbij de met de paren poelieschijven verbonden middelen 15 zijn voorzien van een hydraulisch orgaan.
6. In een bandaandrijfsysteem voorzien van een aandrijvende poelie en een aangedreven poelie, en een om de poelie verlopende band, waarbij zowel de aandrijvende als de aangedreven 20 poelie is voorzien van een eerste paar binnenste poelieschijven met in een richting daarin gevormde logaritmisch spiraalvormige leibanen, welke binnenste poelieschijven als een eenheid roteerbaar op een as vast zijn gemonteerd, en een tweede paar buitenste poelieschijven met in tegenover-25 gestelde richting daarin gevormde logaritmisch spiraalvormige leibanen, welke buitenste poelieschijven als een eenheid op de genoemde as zijn gemonteerd met een beperkte cirkelvormige beweging ten opzichte van het eerste paar poelieschijven, waarbij een van het tweede paar poelieschijven aangrenzend 30 aan doch uitwendig van een van het eerste paar poelieschijven is geplaatst, terwijl de andere van het tweede paar poelieschijven aangrenzend aan doch uitwendig van de andere van het eerste paar poelieschijven is geplaatst, waarbij de logaritmisch spiraalvormige leibanen van de ene van het 35 eerste paar poelieschijven en de logaritmisch spiraalvormige leibanen van de ene van het tweede paar poelieschijven eerste doorsnijdingen vormen, terwijl de logaritmisch spiraalvormige leibanen van de andere van het eerste paar poelieschijven en de logaritmisch spiraalvormige leibanen 40 van de andere van het tweede paar poelieschijven tweede -21- door snij dingen vormen, waarbij aandrijfelementen zich uitstrekken tussen de bijbehorende eerste en tweede doorsnijdingen, terwijl de band om de bandaandrijfelementen van de aandrijvende poelie en de bandaandrijfelementen van de aan-5 gedreven poelie verloopt en een bestemde rotatierichting bezit, terwijl met het tweede paar buitenste poelieschijven van elk van de aandrijvende aan aangedreven poelies verbonden middelen voor het roteren van het tweede paar buitenste poelieschijven ten opzichte van het eerste paar binnenste 10 poelieschijven zijn aangebracht, waarbij de werkwijze voor het verminderen van de werkdruk van het hydraulische orgaan omvat: het zorgdragen dat de richting van de logaritmisch spiraalvorraige leibanen van het eerste paar binnenste poelieschijven van de aandrijvende poelie tegengesteld is 15 aan de bestemde rotatierichting, en zorgdragen dat de richting van de logaritmisch spiraalvormige leibanen van het eerste paar binnenste poelieschijven van de aangedreven poelie hetzelfde is als de bestemde rotatierichting.
7. Bandaandrijfsysteem volgens conclusie 2, 20 waarbij het hydraulische orgaan is voorzien van een kamer met een aan de buitenste poelieschijven bevestigde steun en een binnen in de kamer aangebrachte en aan de as bevestigde steun, waarbij de ruimte tussen de steunen werkdrukkamers vormen.
87. C 7 4
NL8720274A 1986-06-06 1987-06-04 Continu variabele transmissie met een gerichte platte band en poeles met leibanen. NL8720274A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US87125486 1986-06-06
US06/871,254 US4714452A (en) 1986-06-06 1986-06-06 Oriented flat belt continuously variable transmission using pulleys with guideways
US8701324 1987-06-04
PCT/US1987/001324 WO1987007693A1 (en) 1986-06-06 1987-06-04 Oriented flat belt continuously variable transmission using pulleys with guideways

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8720274A true NL8720274A (nl) 1988-04-05

Family

ID=25357039

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8720274A NL8720274A (nl) 1986-06-06 1987-06-04 Continu variabele transmissie met een gerichte platte band en poeles met leibanen.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US4714452A (nl)
EP (1) EP0273930A4 (nl)
JP (1) JPH01500608A (nl)
KR (1) KR880701340A (nl)
CN (1) CN87104105A (nl)
AU (1) AU7540587A (nl)
BR (1) BR8707339A (nl)
DE (1) DE3790302T1 (nl)
ES (1) ES2006160A6 (nl)
GB (1) GB2199096A (nl)
NL (1) NL8720274A (nl)
SE (1) SE8800326D0 (nl)
WO (1) WO1987007693A1 (nl)

Families Citing this family (51)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4810234A (en) * 1987-05-19 1989-03-07 Kumm Industries, Inc. Continuously variable transmission
US4768996A (en) * 1987-05-19 1988-09-06 Kumm Industries, Inc. Continuously variable transmission
US4816008A (en) * 1987-12-31 1989-03-28 Hamlin Transmission Corporation Variable-ratio transmissions, separately and in bicycles
US4810236A (en) * 1988-05-31 1989-03-07 Kumm Industries, Inc. Flat belt continuously variable transmission with idler pulley torque transfer increasing component
US4824419A (en) * 1988-07-05 1989-04-25 Kumm Industries, Inc. Flat belt continuously variable transmission with geared speed ratio control system
US4820244A (en) * 1988-07-11 1989-04-11 Jack Lander Variable ratio drive mechanism
US4832660A (en) * 1988-07-11 1989-05-23 Leonard George H Variable ratio drive mechanism
US5011458A (en) * 1988-11-09 1991-04-30 Kumm Industries, Inc. Continuously variable transmission using planetary gearing with regenerative torque transfer and employing belt slip to measure and control pulley torque
US4973289A (en) * 1988-12-07 1990-11-27 Hamlin Transmission Corporation Variable-ratio transmissions, separately and in bicycles
US4990123A (en) * 1989-06-13 1991-02-05 Gkn Automotive, Inc. Continuously variable transmission system having a variable diameter pulley with resiliently biased belt engaging members
US4938732A (en) * 1989-06-13 1990-07-03 Gkn Automotive, Inc. Continuously variable transmission system having variable diameter pulley assemblies responsive to axially directed forces
US4969857A (en) * 1989-10-03 1990-11-13 Kumm Industries, Inc. Variable speed accessory drive
GB8925870D0 (en) * 1989-11-15 1990-01-04 Jaguar Cars Belt drives
WO1992018791A1 (en) * 1991-04-19 1992-10-29 Kumm Industries, Inc. Continuously variable transmission with torque regeneration
US5443423A (en) * 1994-10-03 1995-08-22 Ha; Jin S. Variable bolt pin chain belt transmission system
US5637046A (en) * 1995-10-04 1997-06-10 Ha; Jin S. Variable ratio transmission system and clutch mechanism therefor
US5830093A (en) * 1997-09-08 1998-11-03 Yanay; Yosef Continuously variable transmission employing cable wound around variable diameter drums
GB2344135B (en) * 1998-11-25 2002-11-06 Rover Group A motor vehicle locking system
US20030032514A1 (en) * 2001-07-30 2003-02-13 Edwards Charles O. Power transmission belt
US7713153B2 (en) * 2003-10-13 2010-05-11 Varibox Ip (Pty) Limited Infinitely variable transmission
AU2004280645B2 (en) * 2003-10-13 2009-11-12 Varibox Ip (Pty) Limited Infinitely variable transmission
US7261655B2 (en) * 2004-06-24 2007-08-28 Vargas Eladio A Variable speed flat belt transmission and variable diameter pulley for use in same
KR100899635B1 (ko) * 2008-03-18 2009-05-27 최태수 무단 변속장치
US9347531B2 (en) 2008-04-08 2016-05-24 Yoon Kyu Cho Belt-type continuously variable transmission
WO2010117146A2 (ko) * 2009-04-07 2010-10-14 Cho Yoon Kyu 벨트식 무단 변속기
US20110230286A1 (en) * 2010-03-17 2011-09-22 Eli Cohen Variable Drive Transmission
CN102011842B (zh) * 2010-12-17 2014-08-27 湖南农业大学 自适应变速器
KR101017422B1 (ko) * 2010-12-29 2011-02-28 조윤규 체인벨트식 무단변속기
CN102927245B (zh) * 2012-11-01 2015-12-23 湖南郴州粮油机械有限公司 传动带轮及具有该传动带轮的胶辊砻谷机变速装置
CA2962854C (en) * 2014-03-18 2021-08-24 Raja Ramanujam Rajendran Continuous variable transmission with uniform input-to-output ratio that is non-dependent on friction
JP6182094B2 (ja) * 2014-03-19 2017-08-16 ジヤトコ株式会社 無段変速機構
JP6182095B2 (ja) * 2014-03-19 2017-08-16 ジヤトコ株式会社 無段変速機構
JP6092801B2 (ja) * 2014-03-19 2017-03-08 ジヤトコ株式会社 無段変速機構
KR101586060B1 (ko) * 2014-04-10 2016-01-15 백영구 무단변속기
EP3150884A4 (en) * 2014-05-27 2017-06-21 Jatco Ltd Transmission mechanism
US10054201B2 (en) * 2015-03-12 2018-08-21 GM Global Technology Operations LLC Variable speed accessory drive
CN106286776A (zh) * 2015-06-10 2017-01-04 但永强 平面螺纹调节式可变外径皮带轮
US9803728B2 (en) * 2015-09-22 2017-10-31 GM Global Technology Operations LLC Rotary variator for a continuously variable transmission
CN107023618A (zh) * 2015-12-22 2017-08-08 熵零技术逻辑工程院集团股份有限公司 一种机械机构
CN106907442A (zh) * 2015-12-22 2017-06-30 熵零技术逻辑工程院集团股份有限公司 一种机械机构
CN106907443A (zh) * 2015-12-22 2017-06-30 熵零技术逻辑工程院集团股份有限公司 一种机械机构
CN107023617A (zh) * 2015-12-22 2017-08-08 熵零技术逻辑工程院集团股份有限公司 一种机械机构
CN106907444A (zh) * 2015-12-23 2017-06-30 熵零技术逻辑工程院集团股份有限公司 一种机械机构
CN106907441A (zh) * 2015-12-23 2017-06-30 熵零技术逻辑工程院集团股份有限公司 一种机械机构
CN106917854A (zh) * 2015-12-24 2017-07-04 熵零技术逻辑工程院集团股份有限公司 一种机械机构
CN107289089B (zh) * 2016-03-31 2019-07-02 上海汽车集团股份有限公司 可变直径滑轮和无级变速器
CN109210161A (zh) * 2016-11-04 2019-01-15 泉州齐美电子科技有限公司 一种变速器
CN106612904A (zh) * 2016-12-08 2017-05-10 宁波大叶园林设备股份有限公司 无张紧轮普通皮带驱斜置同向双割草刀双排草宽幅割草机
CN106612903A (zh) * 2016-12-08 2017-05-10 宁波大叶园林设备股份有限公司 前后轮驱动多根皮带斜置同向双割草刀双排草草坪割草机
CN106612902A (zh) * 2016-12-08 2017-05-10 宁波大叶园林设备有限公司 异形皮带无张紧轮驱斜置同向双割草刀双排草宽幅割草机
US11339859B2 (en) * 2017-03-10 2022-05-24 Raja Ramanujam Rajendran Infinitely variable transmission with uniform input-to-output ratio that is non-dependant on friction

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US672962A (en) * 1900-09-01 1901-04-30 Dudley S Seymour Variable-speed device.
GB159790A (en) * 1920-06-08 1921-03-10 Henry Barclay Allan An improved variable speed gear
FR891033A (fr) * 1942-06-04 1944-02-24 Dispositif pour la suppression du bruit et de l'usure dans les poulies extensibles
US2603978A (en) * 1948-02-09 1952-07-22 Edmond E J Gaisset Extensible pulley
US4295836A (en) * 1979-06-01 1981-10-20 Kumm Emerson L Flat belt transmission with rotary actuator and integrated control system
US4591351A (en) * 1985-06-07 1986-05-27 Kumm Emerson L Variable ratio pulleys for flat belt transmission system

Also Published As

Publication number Publication date
JPH01500608A (ja) 1989-03-01
US4714452A (en) 1987-12-22
SE8800326L (sv) 1988-02-02
WO1987007693A1 (en) 1987-12-17
CN87104105A (zh) 1987-12-16
KR880701340A (ko) 1988-07-26
GB2199096A (en) 1988-06-29
SE8800326D0 (sv) 1988-02-02
GB8730353D0 (en) 1988-02-24
BR8707339A (pt) 1988-09-13
DE3790302T1 (nl) 1988-06-01
EP0273930A4 (en) 1989-02-22
AU7540587A (en) 1988-01-11
EP0273930A1 (en) 1988-07-13
ES2006160A6 (es) 1989-04-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8720274A (nl) Continu variabele transmissie met een gerichte platte band en poeles met leibanen.
US3727473A (en) Variable speed drive mechanisms
US2283392A (en) Variable speed pulley
US7261655B2 (en) Variable speed flat belt transmission and variable diameter pulley for use in same
JP3022578B2 (ja) プーリ
US4990123A (en) Continuously variable transmission system having a variable diameter pulley with resiliently biased belt engaging members
JP2007071389A (ja) 可変駆動装置及びシステム
US4938732A (en) Continuously variable transmission system having variable diameter pulley assemblies responsive to axially directed forces
NL8820349A (nl) Continu variabele transmissie.
US4407077A (en) Belt drive system
JP2007057040A (ja) 無段変速装置
US4810236A (en) Flat belt continuously variable transmission with idler pulley torque transfer increasing component
JP2005121206A (ja) 伝動ベルト用プーリ及びベルト伝動装置
JP2004084778A (ja) トロイダル型無段変速機
US4038886A (en) Forward, neutral and reverse V-belt planetary drive
JPH05296306A (ja) 無段変速装置
US849750A (en) Variable-speed mechanism.
SU1193336A1 (ru) Клиноременный вариатор скорости
SU987459A1 (ru) Пробежна машина дл испытани канатов на долговечность
JPS622058A (ja) 車両用無段変速機
SU1132083A1 (ru) Регулируема передача
RU1835018C (ru) Шкив ременного вариатора
SU1703892A1 (ru) Ролик фрикционного вариатора
JPS6179061A (ja) Vベルト式無段変速機
JPS599780B2 (ja) Vベルトの無段変速装置