NL8702002A - Grondbewerkingsmachine. - Google Patents

Grondbewerkingsmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL8702002A
NL8702002A NL8702002A NL8702002A NL8702002A NL 8702002 A NL8702002 A NL 8702002A NL 8702002 A NL8702002 A NL 8702002A NL 8702002 A NL8702002 A NL 8702002A NL 8702002 A NL8702002 A NL 8702002A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
hub
machine according
sprocket
soil cultivation
cultivation machine
Prior art date
Application number
NL8702002A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8702002A priority Critical patent/NL8702002A/nl
Priority to EP88201817A priority patent/EP0305015A3/en
Publication of NL8702002A publication Critical patent/NL8702002A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16DCOUPLINGS FOR TRANSMITTING ROTATION; CLUTCHES; BRAKES
    • F16D3/00Yielding couplings, i.e. with means permitting movement between the connected parts during the drive
    • F16D3/50Yielding couplings, i.e. with means permitting movement between the connected parts during the drive with the coupling parts connected by one or more intermediate members
    • F16D3/64Yielding couplings, i.e. with means permitting movement between the connected parts during the drive with the coupling parts connected by one or more intermediate members comprising elastic elements arranged between substantially-radial walls of both coupling parts
    • F16D3/66Yielding couplings, i.e. with means permitting movement between the connected parts during the drive with the coupling parts connected by one or more intermediate members comprising elastic elements arranged between substantially-radial walls of both coupling parts the elements being metallic, e.g. in the form of coils
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/06Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on vertical or steeply-inclined shaft
    • A01B33/065Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on vertical or steeply-inclined shaft comprising a plurality of rotors carried by an elongate, substantially closed transmission casing, transversely connectable to a tractor
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/08Tools; Details, e.g. adaptations of transmissions or gearings
    • A01B33/082Transmissions; Gearings; Power distribution
    • A01B33/085Transmissions; Gearings; Power distribution specially adapted for tools on a vertical shaft
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16DCOUPLINGS FOR TRANSMITTING ROTATION; CLUTCHES; BRAKES
    • F16D3/00Yielding couplings, i.e. with means permitting movement between the connected parts during the drive
    • F16D3/50Yielding couplings, i.e. with means permitting movement between the connected parts during the drive with the coupling parts connected by one or more intermediate members
    • F16D3/60Yielding couplings, i.e. with means permitting movement between the connected parts during the drive with the coupling parts connected by one or more intermediate members comprising pushing or pulling links attached to both parts
    • F16D3/62Yielding couplings, i.e. with means permitting movement between the connected parts during the drive with the coupling parts connected by one or more intermediate members comprising pushing or pulling links attached to both parts the links or their attachments being elastic

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)
  • Lubricants (AREA)

Description

C> van der Lely N.V., Maasland GRONDBEWERKINGSMACHINE
De uitvinding heeft betrekking op een grondbewer-kingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één grond-bewerkingsorgaan, dat door middel van een overbrenging die ten minste één tandwiel omvat, aandrijfbaar is.
5, Bij grondbewerkingsmachines van deze soort wordt de aandrijving voor het grondbewerkingsorgaan tijdens het bedrijf, vooral bij het bewerken van gronden waar veel harde voorwerpen, zoals stenen, aanwezig zijn, voortdurend aan een schoksgewijze belasting onderworpen. Deze belasting kan, 10 zoals is gebleken, tot gevolg hebben dat binnen kortere of langere tijd, de legering van as en de vertanding van de tandwielen onherstelbare schade oplopen.
De uitvinding beoogt nu op effectieve wijze dit nadeel op te heffen.
15 Volgens de uitvinding wordt dit bereikt, doordat het tandwiel is voorzien van een tandkrans die draaibaar is aangebracht en tegen een verende aanslag is gelegen. Met behulp van deze voorziening brengt men een bewegingsmogelijkheid tussen een aan de omtrek van het tandwiel gelegen tand-20 krans en de naaf van het tandwiel teweeg waardoor, tijdens het bedrijf, de in het voorgaande genoemde schokkende belasting doelmatig kan worden opgevangen.
Een verder facet van de uitvinding betreft een grondbewerkingsmachine van bovengenoemde soort, waarbij de 25 tandkrans van het tandwiel verend is opgesteld en verdraaibaar door middel van ten minste één plaat is ondersteund. Met behulp van deze constructieve uitvoering kan men op relatief ‘simpele wijze een tandwiel verkrijgen, met behulp waarvan een schokkende belasting doelmatig kan worden opgevangen. Hierbij 30 kan een tandwiel worden verkregen, waarbij de tandkrans de naaf verend aandrijft, alsmede een tandwiel waarbij de naaf de tandkrans verend aandrijft.
Een verder facet van de uitvinding betreft een grondbewerkingsmachine van bovengenoemde soort, waarbij een 8702002 2 tandwiel in een smeermiddelbad is aangebracht en een verend mechanisme aanwezig is dat zodanig is uitgevoerd dat tijdens een beweging het smeermiddel in het mechanisme heen en weer beweegt. Op deze wijze kan men, gebruik makend van een smeer-5 middel in een tandwielbak waarin de tandwielen zich bevinden, voortdurend een goede smering van de tot het tandwiel behorende onderdelen verkrijgen.
Aan de hand van een in de tekening weergegeven • uitvoeringsvoorbeeld zal de uitvinding hieronder nader uiteen 10 worden gezet.
Figuur 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewer-kingsmachine weer, voorzien van een aandrijving volgens de uitvinding; figuur 2 geeft op grotere schaal een aanzicht weer 15 volgens de lijn II - II in figuur 1; figuur 3 geeft op grotere schaal een aanzicht weer van een deel van de aandrijving volgens de uitvinding; figuur 4 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de lijn IV - IV in figuur 3, terwijl 20 figuur 5 op grotere schaal een aanzicht weergeeft volgens de lijn V - V in figuur 3; figuur 6 geeft op grotere schaal enige tandwielen weer in een situatie, waarbij de tandkrans ten opzichte van de naaf tegen de werking van de in het tandwiel aanwezige 25 verende mechanismen is uitgeweken.
De in de figuren weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed. De machine omvat een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkend, kokervormig gesteldeel 30 1, waarin op onderling gelijke afstanden van bij voorkeur 25 cm, de zich in opwaartse, bij voorkeur verticale richting 'uitstrekkende assen 2 zijn gelegerd van bewerkingsorganen 3. Elk van de bewerkingsorganen 3 omvat een op het onder uit het gesteldeel 1 stekende einde van een as 2 aangebrachte, al-35 thans nagenoeg horizontale drager 4, die aan de einden is voorzien van zich naar beneden uitstrekkende bewerkings-elementen 5 in de vorm van tanden. De einden van het kokervormig gesteldeel 1 zijn door middel van zich in opwaartse 8702002 3 richting en althans nagenoeg evenwijdig aan de voortbewe-gingsrichting A uitstrekkende platen 6 afgesloten. Nabij de voorzijde is elk van de platen voorzien van een as 7, een en ander zodanig dat de assen 7 in eikaars verlengde zijn gele-5 gen. Om elke as 7 is een zich langs de binnenzijde van een plaat 6 naar achteren uitstrekkende arm 8 vrij verzwenkbaar. Nabij de achterzijde van het kokervormig gesteldeel 1 is tussen het gesteldeel en de arm 8 een verstelinrichting 9 aangebracht, die bij voorkeur wordt gevormd door een schroef-10 spindel en met behulp waarvan de arm door verzwenking om de as 7 in meerdere standen brengbaar en vastzetbaar is. Tussen de vrije einden aan de achterzijde van de armen 8 is vrij draaibaar een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende rol 10 aan gebracht, een en ander zodanig dat met 15 behulp van de rol de werkdiepte van de bewerkingsorganen 3 instelbaar is. Aan de voorzijde is het gesteldeel 1 voorzien van een bok 11 die een driepuntsbevestiging heeft voor aan-koppeling aan de driepuntshefinrichting van een trekker. Op elk van de assen 2 is binnen het kokervormig gesteldeel 1 een 20 tandwiel 12 aangebracht. Elk tandwiel 12 omvat een op een as 2 door middel van spiegangen bevestigde naaf 13. De naaf 13 heeft, zoals uit figuur 3 blijkt, in hoofdzaak de vorm van een gelijkzijdige driehoek met in elk van de hoeken een zich in het verlengde van een zijde uitstrekkend oor 14 dat tot 25 nabij de binnenzijde van een tandkrans 15 reikt. Elk oor 14 is door middel van een bout 16 en een om de bout aangebrachte afstandsbus 17 verzwenkbaar aangebracht tussen lipvormige einden van een cilindervormig deel 18 dat aan het andere einde is voorzien van een boring 19, welke zich in de langs-30 richting en axiaal ten opzichte Van de langshartlijn van het cilinderdrisch deel tot althans nagenoeg het midden van dit deel uitstrekt (fig. 5). De boring is door middel een smeer-middelkanaal 20 verbonden met de tussen de lipvormige einden aanwezige ruimte, waarbinnen zich een oor 14 van de naaf 13 35 bevindt. In de boring 19 is passend een einde gebracht van een stang 21. Om de stang 21 is tussen het einde van het cilindervormig deel 18 en een aanslag 22 aan het tegenovergelegen einde van de stang, een aantal, bij dit uitvoe- 8702002 ► 4 ringsvoorbeeld zeven, schotelveren 23 opgesloten. De andere zijde van de aanslag 22 rust onder veerspanning tegen een tap 24 met ronde dwarsdoorsnede door middel van overeenkomstige uitsparingen (fig. 6). De tap 24 strekt zich evenwijdig uit 5 aan de bout 16 en is ondersteund in een nok 25 aan de binnenzijde van de tandkrans 15. De nok 25 reikt tot in een uitsparing nabij het midden van de betreffende zijde van de aanslag 22', welke uitsparing via een axiaal gelegen smeermiddelkanaal - 26 in verbinding staat met de boring 19 (fig. 5). De langs-10 hartlijnen van het cilindervorm!ge deel 18 en de stang 21, welke langshartlijnen in eikaars verlengde zijn gelegen, strekken zich althans nagenoeg evenwijdig uit aan de naastgelegen zijde van de driehoekige naaf 13. De nokken 22 bevinden zich aan de binnenzijde van de tandkrans 15 op omtreks-15 hoeken van ± 120° van elkaar. Elk samenstel van cilindervormig deel 18, stang 21 en schotelveren 23 vormt een verend mechanisme 27 dat zich bevindt tussen een oor 14 van de naaf 13 en een nok 25 aan de binnenzijde van de tandkrans 15 en een elastische verbinding vormt, waarbij telkens een oor 14 20 tegen een zijde van een nok 25 wordt gedrukt, die is afgekeerd van de zijde waar zich de tap 24 bevindt (fig. 3). Ter centrering van de tandkrans 15 is deze aan de onder- en bovenzijde voorzien van een uitsparing waarin de buitenomtrek van een plaat 28 is gelegen die met de binnenomtrek tegen een 25 rond lopende rand van de naaf 13 rust en welke platen door middel van de bouten 16 en de er omheen aangebrachte afstandsbussen 17 op hun plaats worden gehouden, een en ander zodanig dat de tandkrans 15 ten opzichte van de omtrek van de af dekplaten om een as, die samenvalt met de langshart lijn van 30 de naaf 13, tegen de werking van de verende mechanismen 27 ten opzichte van de naaf 13 verdraaibaar is, waarbij het •contact van de oren 14 van de naaf 13 met de nokken 25 op de binnenzijde van de tandkrans 15 verloren gaat (fig. 6). Elk van de platen 28 is ter plaatse van de schotelveren 23 voor-35 zien van een uitsparing 29. Zoals uit figuur 3 blijkt, zijn nabij het midden van het gesteldeel 1 drie tandwielen 12 met identiek opgestelde verende mechanismen 27 naast elkaar aangebracht. Het middelste tandwiel is bevestigd op een as 2 die 8702002 é 5 .
naar boven is verlengd en reikt tot in een tandwielkast 30 die op de bovenzijde van het kokervormig gesteldeel 1 is aangebracht. Binnen de tandwielkast 30 staat de verlenging via een conische tandwieloverbrenging en een zich aan de 5 achterzijde van de tandwielkast bevindende toerenvariator 31 in aandrijvende verbinding met een zich in dë voortbewegings-richting uitstrekkende as 32, die aan de voorzijde buiten de tandwielkast uitsteekt. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld zijn aan weerszijden van dè drie tandwielen vier, resp. vijf tand-10 wielen 12 aanwezig, dat wil zeggen de machine heeft twaalf bewerkingsorganen 3. Bij de vier, resp. vijf tandwielen is de opstelling van de verende mechanismen 27 bij naast elkaar gelegen tandwielen spiegelbeeldig, terwijl bij de naast de buitenste van de drie bovengenoemde tandwielen gelegen tand-15 wielen de verende mechanismen 27 eveneens spiegelbeeldig zijn opgesteld ten opzichte van de verende mechanismen bij deze buitenste tandwielen (fig. 3).
De werking van de in het voorgaande beschreven inrichting is als volgt.
20 Tijdens het bedrijf is de machine met behulp van de bok 11 met de driepuntshefinrichting van de trekker gekoppeld en is de aan de voorzijde uit de tandwielkast 30 stekende as 32 via een tussenas 33 verbonden met de aftakas van de trekker. Bij voortbeweging van de machine in een richting 25 volgens pijl A worden de respectieve bewerkingsorganen 3 via de in het voorgaande beschreven overbrenging, die de elk van verende mechanismen 27 voorziene, in het kokervormig gesteldeel 1 ondergebrachte tandwielen 12 omvat, in een zodanige richting aangedreven dat naast elkaar gelegen bewerkings-30 organen 3 in tegengestelde richting roteren, waarbij de bewegingselementen 5 van de bewerkingsorganen ten minste aan elkaar grenzende stroken grond bewerken. De verende mechanismen 27 aanwezig in elk van de respectieve tandwielen 2, maken het mogelijk dat, indien door harde voorwerpen in de te 35 bewerken grond, op een bewerkingsorgaan 5 of een drager 4 reactiekrachten worden uitgeoefend, die schade kunnen veroorzaken en een remmende werking hebben op de as 2 van een bewerkingsorgaan 3, de naaf 13 ten opzichte van de tandkrans 8702002 ► 6 15 van een tandwiel 12 tegen de werking van de veren 23 in zodanig kan uitwijken, dat de oren 14 van de naaf 13 vrijkomen van de aan de binnenzijde van de tandkransen aangebrachte nokken 25. Hierbij kan, zoals in figuur 6 is aangege-5 ven, een verdraaiing van de naaf 13 plaatsvinden over een omtrekshoek van maximaal ±9°. De onder voorspanning om de stang 21 gelegen schotelveren 23 hebben een zodanige veer-karakteristiek dat een uitwijken van de naaf 13 ten opzichte van de tandkrans 15 alleen optreedt, indien gevaar voor 10 beschadiging bestaat. Het nabij het midden gelegen tandwiel 12, dat direct vanaf de aftakas van de trekker wordt aangedreven, is voorzien van verende mechanismen 27 waarvan de schotelveren 23 een zodanige veerkarakteristiek hebben dat deze voldoende is om bij normaal bedrijf via de naaf 13 het 15 totale vermogen benodigd voor de aandrijving van alle bewer-kingsorganen 3 op de tandkrans 15 over te brengen. Bij voorkeur zijn de veren geschikt om een vermogen van 76 kW bij een toerental van ± 300 omw/min over te brengen. Indien tijdens het bedrijf één of meerdere bewerkingsorganen onder invloed 20 van de reactiekrachten uitgeoefend door in de grond voorkomende harde voorwerpen, kans lopen beschadigd te worden, dan kan bij het centrale tandwiel 12 de tandkrans 15 ten opzichte van de naaf 13 uitwijken, waardoor op effectieve wijze deze schokken kunnen worden opgevangen. Bij een uitwij-25 ken van de tandkrans 15, resp. de naaf 13 van een tandwiel verplaatst de stang 21 zich, waarbij dit deel dat zich binnen de boring 19 in het cilindervormig deel 18 bevindt als zuiger werkt, waardoor zich in het gesteldeel 1 bevindend smeermiddel door de kanalen 20 en 26 wordt verplaatst, hetgeen een 30 bufferwerking oplevert. Door toepassing van de bovenbeschreven tandwielen 12, elk voorzien van ten minste drie verende mechanismen 27, is het mogelijk om te voorkomen dat, door tijdens het bedrijf optredende schokken veroorzaakt door de aanwezigheid van harde voorwerpen in de grond, de assen en 35 hun legering en eveneens de vertanding van de tandwielen zodanig worden belast dat direct of op den duur beschadigingen gaan optreden. Door toepassing van de bovenbeschreven tandwielen kunnen de assen en de legering voor de assen een 8702002 * 7 lichtere uitvoering hebben dan bij de tot nu toe bekende machines. De tandwielen zijn zodanig uitgevoerd dat zij zonder meer bij elke bestaande machine van de bovengenoemde soort kunnen worden toegepast.
5 De uitvinding is niet beperkt tot het voren staande, doch betreft tevens alle details van de figuren, al dan niet beschreven.
8702002

Claims (23)

1. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één grondbewerkingsorgaan, dat door middel van een overbrenging die ten minste één tandwiel omvat, aandrijfbaar is, met het kenmerk, dat het tandwiel is 5 voorzien van een tandkrans die draaibaar is aangebracht en tegen een verende aanslag is gelegen. • 2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tandkrans met behulp van ten minste één plaat draaibaar is ondersteund.
3. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één grondbewerkingsorgaan, dat door middel van een overbrenging die ten minste één tandwiel omvat, aandrijfbaar is, met het kenmerk, dat een tandwiel een tandkrans omvat die verend opgesteld en verdraaibaar door middel van ten minste 15, één plaat is ondersteund.
4. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de machine ten minste één tandwiel omvat, waarbij de tandkrans door middel van een verend mechanisme in aandrijvende verbinding staat met de 20 naaf, alsmede ten minste één tandwiel, waarbij de naaf door middel van een verend mechanisme de tandkrans aandrijft.
5. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één grondbewerkingsorgaan, dat door middel van een overbrenging die ten minste één tandwiel omvat, aandrijfbaar 25 is, met het kenmerk, dat de machine ten minste één tandwiel heeft, waarbij de tandkrans de naaf verend aandrijft, alsmede ten minste één tandwiel, waarbij de naaf de tandkrans verend aandrijft.
6. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande
30 Conclusies, met het kenmerk, dat een tandwielwiel is aangebracht in een smeermiddelbad en een verend mechanisme tussen de naaf en een tandkrans van het tandwiel zodanig is uitgevoerd, dat bij een verplaatsing het smeermiddel in het verend mechanisme heen en weer beweegt.
7. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één grondbewerkingsorgaan, dat door middel van een 8702002 overbrenging die ten minste één tandwiel omvat, aandrijfbaar is, met het kenmerk, dat een tandwiel in een smeermiddelbad is aangebracht en een verend mechanisme aanwezig is dat zodanig is uitgevoerd, dat tijdens een beweging het smeer-5 middel in het mechanisme heen en weer beweegt.
8. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een tandwiel een naaf omvat, die in ten minste één punt via een verend mechanisme tegen een nok aan de binnenzijde van een verdraaibare tandkrans 10 rust.
9. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de naaf in drie op afstand van elkaar gelegen punten door middel van een verend mechanisme in aandrijvende verbinding staat met een verdraaibare tandkrans.
10. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de punten waarin de verende mechanismen op de naaf, resp. de tandkrans aangrijpen op omtrekshoeken van ± 120° van elkaar zijn gelegen,
11. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 8 of 9, 20 met het kenmerk, dat de naaf in hoofdzaak als gelijkzijdige driehoek is uitgevoerd en de aangrijpingspunten van de verende mechanismen zich nabij de hoekpunten bevinden, die worden gevormd door oren, welke tijdens normaal bedrijf onder invloed van de verende mechanismen tegen een nok aan de 25 binnenzijde van de tandkrans zijn gelegen,
12. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat een nok op de binnenzijde van de tandkrans zowel een aanslag voor een oor van de naaf vormt, als een aangrijpingspunt voor een verend mechanisme verbonden met 30 een daarop volgend oor.
13. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies ‘4 - 12, met het kenmerk, dat een verend mechanisme een cilindervormig deel omvat, waarin een stang tegen veerwerking verschuifbaar is.
14. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 13 en 12, met het kenmerk, dat het cilindervormig deel verzwenkbaar is verbonden met de naaf, terwijl de stang verzwenkbaar rust tegen een tap, die deel uitmaakt van een nok aan de binnen 8702002 ( * zijde van de tandkrans, welke nok een aanslag vormt voor een oor van de naaf, waarmee een ander verend mechanisme is verbonden.
15. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 13 of 14, 5 met het kenmerk, dat het cilindervormig deel en de stang elk zijn voorzien van een boring, een en ander zodanig dat bij een verschuiven van de stang in de boring, smeermiddel onder druk wordt verplaatst.
16. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande 10 conclusies, met het kenmerk, dat tussen het cilindervormig deel en een aanslag op de stang om de stang een aantal schotelveren is aangebracht.
17. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 2 - 16, met het kenmerk, dat aan weerszijden van de naaf een 15 plaat aanwezig is en de omtrek van de plaat ter centrering van de tandkrans met een uitsparing aan de binnenzijde van de tandkrans kan samenwerken.
18. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een aantal bewerkingsorganen 20 naast elkaar in een rij is opgesteld en op de assen van ten minste een aantal naast elkaar gelegen bewerkingsorganen de van ten minste één verend mechanisme voorziene tandwielen zijn aangebracht, welke tandwielen via de tandkransen met elkaar in aandrijvende verbinding staan.
19. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat tussen een grondbewerkingsorgaan en een met en trekker te koppelen aandrijfas ten minste twee van een verend mechanisme voorziene tandwielen zijn aangebracht.
20. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en 30 ten minste één grondbewerkingsorgaan, dat door middel van een overbrenging die ten minste één tandwiel omvat, aandrijfbaar -is, met het kenmerk, dat tussen de as van een grondbewerkingsorgaan en een aandrijfas ten minste twee verende tandwielen voor de aandrijving van het grondbewerkingsorgaan 35 aanwezig zijn.
21. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 18 - 20, met het kenmerk, dat een van een verend mechanisme voorzien tandwiel direct vanaf de aftakas van een trekker 8702002 aandrijfbaar is en de verende mechanismen van de tandwielen aan weerszijden van dit tandwiel identiek zijn opgesteld,
22. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de verende mechanismen van de tandwielen die 5 volgen op de buitenste van de drie tandwielen, met hun verende mechanismen om en om spiegelbeeldig staan opgesteld.
23. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven in het voorgaande en weergegeven in de figuren. 8702002
NL8702002A 1987-08-27 1987-08-27 Grondbewerkingsmachine. NL8702002A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8702002A NL8702002A (nl) 1987-08-27 1987-08-27 Grondbewerkingsmachine.
EP88201817A EP0305015A3 (en) 1987-08-27 1988-08-25 A soil cultivating machine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8702002 1987-08-27
NL8702002A NL8702002A (nl) 1987-08-27 1987-08-27 Grondbewerkingsmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8702002A true NL8702002A (nl) 1989-03-16

Family

ID=19850505

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8702002A NL8702002A (nl) 1987-08-27 1987-08-27 Grondbewerkingsmachine.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0305015A3 (nl)
NL (1) NL8702002A (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN105993219A (zh) * 2016-06-22 2016-10-12 哈尔滨市农业科学院 垄沟立式旋铣震动碎土总成

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR548604A (nl) * 1923-01-19
DE140428C (nl) *
FR580209A (fr) * 1923-11-19 1924-11-03 Accouplements pour arbres de transmission
FR1144657A (fr) * 1955-12-01 1957-10-16 Engrenage L Perfectionnement aux engrenages élastiques
NL7409103A (nl) * 1974-07-05 1976-01-07 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
US4148200A (en) * 1978-06-05 1979-04-10 General Motors Corporation Torsional vibration damper for a lock-up clutch

Also Published As

Publication number Publication date
EP0305015A3 (en) 1989-05-24
EP0305015A2 (en) 1989-03-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8301254A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL7903571A (nl) Rol voor het aandrukken van aarde.
NL8702002A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL192071C (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8601048A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8303382A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602005A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL9002567A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL7807271A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8403460A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8701344A (nl) Grondbewerkingsinrichting voorzien van een rol.
NL192769C (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8101312A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8203045A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL192557C (nl) Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed.
NL8006603A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8803046A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8203749A (nl) Grondbewerkingsinrichting.
NL8203978A (nl) Combinatie van een grondbewerkingsmachine met een tweede machine, bijvoorbeeld een zaaimachine.
NL8403369A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8402242A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602430A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8303528A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602429A (nl) Grondbewerkingsmachine.
EP0330259A2 (en) A soil cultivating machine

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BT A document has been added to the application laid open to public inspection
BV The patent application has lapsed