NL8701566A - Aandrijfmechanisme voor bandaangedreven tapecassette. - Google Patents

Description

9- - 1 - t j

Aandrijfmechanisme voor bandaangedreven tapecassette.

De uitvinding heeft betrekking op een aandrijfmechanisme voor een gegevensopneemcassette, en betreft in een aspect een systeem die het openen toestaat van een cassettedeur, beweging van de tape uit zijn normale baan, het optillen van de kop 5 door de normale tapebaan in de cassette en het terugkeren van de tape naar een stand tegen de kop.

In de uitvinding gaat het om het op zijn kant beladen van tapecassettes, welke tapecassettes zijn voorzien van een deur die toegang biedt aan de tape die zich bevindt langs een baan 10 in ëên zijde van de cassette. Bekende inrichtingen voor het op zijn kant of op zijn einde in tegenstelling tot zijdelings beladen van een cassette, zijn bijvoorbeeld bekend uit het Amerikaanse octrooi-schrift 4.573.091, waarbij de toegangsdeur geopend is als de cassette op zijn kant in een groef wordt gestoken. De magnetische kop 15 wordt dan gedraaid rond een hartlijn evenwijdig aan de hartlijn van de tapehaspels uit een teruggetrokken stand naar een stand in aanraking met de magnetische tape. Deze draaiende beweging dient ook om het aandrijfsysteem in samenwerking te brengen met de cassette.

In de meeste andere gegevenscassette-aandrijfsy-20 sternen wordt de cassette zijdelings geladen, zodat de cassette in de machine wordt geplaatst en de deur geopend is gedurende het insteken van de cassette en vervolgens de cassette wordt bewogen om de band tegen een kop te plaatsen die vast is behalve voor wat betreft zijn mogelijkheid om in verticale richting te bewegen ten op-25 zichte van het vlak van de tape teneinde de magnetische kop te bewegen naar verschillende banen langs de tape. Een dergelijke inrichting is weergegeven in Amerikaans octrooischrift 4.313.143.

De onderhavige uitvinding staat echter ook het toepassen toe van gegevenscassettes zoals beschreven in Amerikaans oc-30 trooischrift 3.692.255, om uitwisselbaar te zijn met 13,33 cm (5 1/4) schotelaandrijvingen zonder vermindering van de afmeting van de cassette.

De onderhavige uitvinding maakt verder dezelfde 8701566 - 2 - stapsgewijze bewegingen, van de magnetische kop mogelijk voor het opnemen op meerdere banen in de gegevenscassette, zoals dat wordt bereikt met de andere cassette-aandrijfmechanismen, bijvoorbeeld zoals die van het Amerikaanse octrooischrift 4.313.143.

5 De onderhavige uitvinding levert verder de waar borg, dat de magnetische tape binnen een gegevenscassette vrij is van aanraking met de kop als de kop in verticale richting wordt bewogen naar en uit een werkzame stand.

De onderhavige uitvinding levert een aandrijfmecha-10 nisme voor een gegevenscassette die het toestaat dat het aandrijfmechanisme mechanisch uitwisselbaar is met een 13,33 cm (5 1/4 inch) Winchester schijfaandrijving of een floppy-disc-aandrijving als een opslaggeheugeninrichting in personal en small business computersystemen. Het verbeterde aandrijfmechanisme van de onderhavige 15 uitvinding maakt het mogelijk dat de cassette op zijn kant wordt beladen en de magnetische kop in verticale richting wordt bewogen op een vaste stijl naar werkzame stand. De juiste plaats van de kop wordt geleverd met minder stringente vervaardigingstoleranties dan noodzakelijk is bij inrichtingen waarin de kop zwenkt van een te-20 ruggetrokken stand naar de werkzame stand.

De onderhavige uitvinding vertoont een aandrijfmechanisme voor een langwerpige rechthoekige tapecassette en bestaat uit een frame met een frontopening voor het op zijn kant ontvangen van de cassette. Een stuur knop plaatst het aandrijfwiel in 25 een teruggetrokken stand en de magnetische kop in een naar beneden bewogen teruggetrokken stand ten opzichte van de baan van de cassette gedurende het insteken. Als de cassette in het frame is geplaatst, bedient de stuurknop op het front van de inrichting een nokas voor het vergrendelen van de cassette in zijn stand in het 30 frame, opent een toegangsdeur tot de cassette voor het blootleggen van de tapebaan grenzend aan een zijde van de cassette, trekt de band terug uit zijn normale positie, schuift de magnetische kop uit een teruggetrokken stand naar een stand langs de tapebaan, komt het aandrijfwiel in aanraking met de tapeaandrijfspilen wordt de magne-30 tische tape losgelaten om deze te bewegen tegen de magneetkop.

870 1 58 β Μ % - 3 -

Een tapebelastingsarm is draaibaar aangebracht om te bewegen rond een hartlijn die in hoofdzaak evenwijdig is opgesteld aan de tapebaaa en zich binnenwaarts bevindt van de tapebaan om te worden geroteerd rond de hartlijn om samen te werken 5 met de tape en deze binnenwaarts te bewegen van de cassette weg van zijn normale baan. Deze beweging van de tapebelastingsarm wordt teweeggebracht gedurende de beweging van de kop uit een verlaagde stand onder het vlak van de bodemwand van de cassette naar de speelstand grenzend aan de tape. De tapebelastingsarm wordt dan 10 teruggetrokken uit samenwerking met de tape om deze toe te staan om samen te werken met het vlak van de magneetkop.

De beweging van de tapebelastingsarm wordt teweeggebracht door een hefboom die samenwerkt met een nok op de nokas.

De hefboom staat de kopsledesteun, die schuifbaar is aangebracht op 15 een stationaire as, toe om de kop te heffen onder de kracht van een veer. Een uitsteeksel op de kopsledesteun werkt samen met de tapebelastingsarm om deze te draaien rond een hartlijn die zich uitstrekt in de richting van het vlak van de tape naar een stand die eerst samenwerkt met de tape aan zijn onderrand en dan tegen het 20 vlak van de tape om deze binnenwaarts te bewegen van de cassette uit zijn normale baan. Als de kop is geheven naar zijn werkzame stand, wordt de tapebelastingsarm teruggetrokken uit samenwerking met de tape, hetgeen de tape toestaat om terug te keren naar zijn normale stand in samenwerking met de magneetkop.

25 Aanvullende nokken op de nokas dienen voor het aan vankelijke openen van de toegangsdeur tot de cassette voorafgaande aan beweging van de magneetkop, om de cassette te vergrendelen in een stationaire stand op het frame, en om het aandrijfwiel in aanraking te bewegen met de aandrijf rol voor de band die de tape aan-30 drijft in de gegevenscassette, zoals beschreven in Amerikaans oc-trooischrift 3.692.255.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een cassette volgens de uitvinding is weergegeven. In de tekening 6701565 ff.

r - 4 - toont: figuur 1 een bovenaanzicht van de aandrijving voor een bandaangedreven rechthoekige tapecassette, figuur 2 een zijdelings aanzicht van het aandrijf- 5 mechanisme, en figuren 3-6 dwarsdoorsneden volgens de lijn 3-3 van figuur 1, tonende de werking van de tapeterugtrek- en kopver-plaatsingsinrichting.

Het in de tekening weergegeven aandrijfmechanisme 10 voor een bandgedreven magnetische tapecassette is bekend als een gegevenscassette volgens het Amerikaanse octrooischrift 3.692.255, welke cassette in figuur 1 is weergegeven en is aangeduid door het verwijzingsoijfer 10. De gegevens cassette 10 heeft een dunne basisplaat 12, gewoonlijk van aluminium, en een schoon of licht door-15 latend polymeerdeksel 14, dat, indien samengesteld, een dun, in hoofdzaak rechthoekige omsluiting vormt met een top, eindwanden en zijwanden. Binnen de gegevenscassette 10 is een aantal tapespoelen 16 en 18, drie tapeleipennen 20, 22 en 24, een paar tapegeleidingen 26 en 28, een lengtemagnetische opneemtape 30, een aandrijfband 32, 20 een paar bandgeleidingsrollen 34 en 36, en een bandaandrijfrol 38 omsloten.

De tapespoelen 16 en 18 zijn ondersteund door de cassettebasisplaat 12 voor vrije rotatie rond op afstand gelegen evenwijdige hartlijnen. De magnetische opneemtape 30 is gewikkeld 25 op de tapespoel 16 en 18 in tegengestelde richtingen rond hun hartlijn. De leibaan voor de tape 30 tussen de tapespoel 16 en 18 wordt bepaald door de drie bandleipennen 20, 22 en 24 en de twee tapegeleidingen 26 en 28.

De cassette 10 is gevormd met een uitgesneden ge-30 deelte 40 langs de tapebaan aan één zijde, die toegang levert tot de magneetband 30. Het uitgesneden gedeelte 40 is normaal gesloten door een veerbelaste toegangsdeur 44. Het openen van de toegangsdeur 44 levert toegang tot de magneettape langs zijn baan tussen de tapegeleidingen 26 en 28 door een magnetische omzetter of magneet-35 kop 46.

3701586 ϊ- % - 5 -

De tapecassette 10 wordt met zijn kant beladen in het tapeaan drijf mechanisme van de onderhavige uitvinding via een opening 48 aan het frontpaneel 50 van een frame 52. Het frame heeft een inwendig frame 56 van gegoten aluminium en is op afstand voor 5 het begrenzen van een cassettesteunplatform 58 en een steunstelsel voor een vaste as 60 waarop een gevormde kopsledesteun 62 is ondersteund. De sledesteun 52 is in zijn rotatie rond de as 60 beperkt door een gevorkt einde dat in aanraking is met een tweede verticale as 63.

10 De cassette 10 wordt met zijn kant ingestoken door de opening 48 naar de achterzijde van het aandrijfmechanisme. Dit aandrijfmechanisme is ontworpen om te passen in een opening in een personal computer systeem of small business computer systeem dat 8,25 x 14,6 x 20,3 cm (3 1/4 x 5 3/4 x 8 inch) afmeting heeft om 15 uitwisselbaar te zijn met een opslaggeheugeninrichting van dergelijke systemen voor bestaande 13,33 cm (5 1/4 inch) Winchester schotelaandrijvingen of floppy-disc-aandrijvingen» Als de cassette in de opening is geplaatst en op het frame 58, werkt hij samen met een bladveer 68 aan de achterzijde van het mechanisme en belast de 20 veer naar een stand waarin de veer de frontrand vergrendelt van de cassette tegen een schouder in het frontpaneel 50 grenzend aan de opening 48. Als de cassette in de stand is zoals in hoofdzaak weergegeven in figuur 1, kan de gebruiker de stuurknop 70 aan het front van het aandrijfmechanisme draaien. De stuurknop 70 draait een nok-25 as 72, die zich in lengterichting van het aandrijfmechanisme uitstrekt.

De nokas 72 ondersteunt een aantal nokken die zich in axiale richting over zijn lengte bevinden. De nokken op as 72 werken samen met een aantal hefbomen die werkzaam zijn voor hef 30 openen van de cassettetoegangdeur 44, het vergrendelen van de cassette in zijn stand op het platform 58, het draaien van een aandrijf wiel 74 en bijbehorende motor 75 naar een stand waarin het aandrijf wiel 74 samenwerkt met de bandaandrijfrol 38, en het verplaatsen van de band 30 om verticale beweging toe te staan van de 35 mageetkop 46 in hef uitgespaarde gedeelte 40 om samen te werken $721536 - 6 - * ·/ ^ met de tape, en vervolgens de tape te bevrijden.

Eên van de functies van as 72 en een bijbehorende nok is het loslaten van een hefboom 76, waardoor een veer 78 wordt toegestaan om een in dwarsrichting lopende stang 80 te trekken in . 5 een richting om tot gevolg te hebben dat een nok 82 samenwerkt met de toegangsdeur 44 en deze te openen naar de stand zoals weergegeven in figuur 1.

Gedurende voortgaande rotatie van de nokas 72 door de rotatie van de stuurknop 70 begint ook een nok 84 die in figuur 10 3 is weergegeven, te roteren teneinde deze te bewegen naar de stand van figuur 4, waarin de nok 84 begint om een hefboom 86 te bevrijden die zich in dwarsrichting van het frame uitstrekt. Hefboom 86 wordt gedraaid rond een as 88 en wordt tegen de nok 84 gehouden door een drukveer 90 die is geplaatst aan één einde van de hefboom 15 en het andere einde 92 dat zich uitstrekt door een opening 93 in het frame 56 om samen te werken met een uitsparing 94 in de slede-steun 62. Nokas 72 wordt gedraaid en nok 84 wordt gedraaid in te-genkloksgewijze richting, zoals weergegeven in figuren 3 - 6. De sledesteun 82 kan bovenwaarts glijden over de as 60 onder de belas-20 ting van een veer 110 als de hefboom 86 draait, waardoor de kop 46 wordt geheven door een andere opening 96 in het frame 56, waardoor hij komt in het uitgespaarde gedeelte 40 van de cassette.

Als de sledesteun 62 en de kop 46 bovenwaarts bewe-gren komt een uitsteeksel 97 dat een buitenwaarts uitstekende pen 25 98 heeft op de kop 46, in samenwerking met een nokoppervlak op een i tapebelastingsarm 100, hetgeen tot gevolg heeft dat de tapebelas-tingsarm draait rond een hartlijn 101 tegen de belasting van een torsieveer 102. Als de nok 84 doorgaat met draaien komt de tapebelastingsarm 100 in samenwerking met de tape 30 en drukt hem binnen-30 waarts van de cassette uit de baan van de bovenwaarts bewegende kop 46. De belasting van de tape wordt teweeg gebracht voordat de kop de tape 30 bereikt. De tapebelastingsarm 100 is in hoofdzaak L-vormig en de rotatiehartlijn is aan de top, zodat het lange been samenwerkt met de onderrand van de tape en dan met de gehele breedte 35 van de tape. De torsieveer 102 is geslagen rond de rotatiehartlijn 8701566 r > - 7 - van de arm en heeft een einde dat samenwerkt met het korte been van de L-vormige arm 100, welk kortere been op afstand is langs de ro-tatiehartlijn van het langere been en zich uitstrekt onder in hoofdzaak rechte hoek tot het langere been· De torsieveer 102 is 5 aan zijn andere einde verankerd in een verticaal opgestelde rechthoekige console 106 die de pen 101 ondersteunt die de rotatiehart-lijn bepaalt voor de tapebelastingsarm 100. Voortgaande rotatie van de as 72 maakt dan einde 92 van hefboom 86 los van de sledesteun 62 en veer 100 brengt de kop 46 naar de stand tegenover de tape. Het 10 uitsteeksel 97 beweegt ook weg van het nokoppervlak op het lange been van de tape belastingsarm 100, en de torsieveer 102 belast de tapebelastingsarm weg van de tape tegen het uitsteeksel, zodat de tape 30 weer wordt gebracht tegen het vlak van de magneetkop. Op dit moment is de sledesteun 62 bovenwaarts bewogen door de belas-15 ting van veer 110 die ook de sledesteun 62 brengt tegen de kop van een schroefvolger 112 die wordt aangedreven door een schroef die zich uitstrekt van een stappenmotor 114 die de ruimte bepaalt van' de kop voor het af lezen of opnemen van één van een aantal sporen die op de tape zijn aangebracht. Dit stuurmechanisme voor de kop 20 werkt in hoofdzaak soortgelijk aan hetgeen is beschreven in Amerikaans octrooischrift 4.313.143. Beweging van de kop 46, indien bestuurd door motor 114 is vrij van de hefboom 86.

De nokas 72 heeft ook nokken die kunnen samenwerken met een microschakelaar aanduidende dat de cassette op zijn plaats 25 is en dé kop en het aandrijfmechanisme in de juiste stand zijn voor werking, en verder de stuurknop tegen een pal vergrendelt als een aanduiding dat de stuurknop is geroteerd naar zijn stoppositie.

Het omkeren van de beweging van de stuurknop 70 brengt abrupt het einde 92 van de hefboom 86 tegen de uitsparing 94 30 van de sledesteun 62 om het laten dalen van de kop te beginnen, hetgeen tot gevolg heeft dat de tapebelastingsarm 100 weer wordt bewogen door het uitsteeksel 97 dat samenwerkt met het gebogen nok-oppervlak en de tape 30 aan te raken, waardoor de tape weg wordt belast van de magneetkop als de kop naar beneden wordt bewogen naar 35 een stand onder de cassette 10. Als de kop voortgaat met naar bene- 8701566 -β- άβη te worden bewogen, zoals weergegeven in figuur 4, wordt de ta-pebelastingsarm dan weer wegbewogen van de tape en de hefboom 86 gaat voort met het bewegen van de sledesteun 62 tegen de belasting van zijn veer 110 en de belasting van veer 90 naar de lage positie.

5 Als de nokas 72 verder is geroteerd, zal de pen 98 in aanraking komen met het kortere been van de tapebelastingarm 100, als veer 102 het langere been niet kloksgewijze heeft geroteerd, voor het positief roteren van de arm 100 naar de positie van figuur 3. Dit voorkomt dat hefboom 76 de toegangsdeur 44 sluit alvorens de tapebelas-T0‘ tingsarm in de normale positie is van figuur 3. Voortgaande beweging van de stuurknop 70 voorbij zijn beginstand naar een uitwerp-stand heeft tot gevolg dat de cassette wordt opgetild van de schouder grenzend aan de opening 48 en de bladveer 68 zal dan de cassette voorwaarts drijven door de opening 48.

15 Een geschikte interface-keten is aangebracht om de tape-aandrijfmotor 75, de koppositiemotor 114 en de magneetkop 46 te verbinden met het bijbehorende computersysteem.

Binnen het kader van de conclusies vallen ook andere uitvoeringsvormen dan de tekening weergeeft.

8701566

Claims (6)

1. Aandrijfmechanisme voor een langwerpige rechthoekige tapecassette met een toegangsdeur langs ién zijde ervan, welk aandrijfmechanisme bestaat uit een frame met een opening voor het ontvangen van de tapecassette, een aandrijf wiel om samen te 5 werken met de tape-aandrijving en de tape aan te drijven, en een magneetkop, gekenmerkt door een tapebelastingsarm (100) die roterend op het frame (56) is aangebracht om samen te werken met de tape (30) in de cassette (10) en de tapeuiti zijn normale tapebaan te belasten, en 10 een orgaan (98) voor het roteren van de tapebelas tingsarm (100) om samen te werken met de tape (30) en deze uit zijn normale baan te bewegen om beweging toe te staan van de magneetkop naar een positie in de tapebaan en om de tapebelastingsarm los te laten na het positioneren van de magneetkop. 15

2. Aandrijfmechanisme volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het orgaan (98) voor het draaien van de tapebelastingsarm wordt ondersteund door de kop (46) om de tape te bewegen naar een positie weg van de kop bij beweging van de kop uit een lage stand ten opzichte van het frame (56) naar een hoge stand 20 grenzend aan de normale baan van de tape.

3. Aandrijfmechanisme volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat middelen (80, 82) zijn aangebracht om de toegangsdeur (44) te openen teneinde de tape bloot te leggen aan een weggesneden gedeelte (40) van de cassette. 25

4. Aandrijfmechanisme volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een enkele nokas (72) die is ondersteund op het frame (56) en zich uitstrekt in de insteekrichting van de cassette (10), middelen (80, 82) bezit die bij rotatie van de nokas (72) werkzaam worden voor het openen van de toegangsdeur (44) en middelen (84, 30 86), die schuivende beweging van de kop (46) leveren.

5. Aandrijfmechanisme volgens conclusie 2 of 4, 8701566 - 10 - met het kenmerk, dat de tapebelastingsarm (100) een in hoofdzaak L-vormig onderdeel is dat draaibaar is om een hartlijn (101) aan zijn top om het lange been van de arm te bewegen in samenwerking met de tape teneinde de tape te belasten uit zijn normale baan, 5 welk langere been wordt belast door een pen (98) op de magneetkop (46) tegen de kracht van een torsieveer (102) die op die hartlijn is aangebracht.

6. Aandrijfmechanisme volgens conclusie 1, 2 of 5, met het kenmerk, dat de kop (46) is aangebracht op een slede (62) 10' die is belast door een veer (110) van de teruggetrokken positie in een richting evenwijdig aan het vlak van de tape in een cassette,en een nokorgaan (84) de schuivende beweging levert onder de belasting van die veer (110). - o- o- o- o- o- o- o- o- o- o- 8701566