NL8700752A - Oscillerend scheerapparaat. - Google Patents

Description

'X

ι ^ * NO 34425 ^

Oscillerend scheerapparaat.

De onderhavige uitvinding heeft in hoofdzaak betrekking op elektrische nat scherende inrichtingen. Meer in het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op met een batterij aangedreven oscillerende scheerapparaten, waarin een inwendig aangebrachte excentrische massa 5 snel gedraaid wordt om het snijblad of -bladen van het scheerapparaat op gedwongen wijze te trillen.

Algemeen wordt onderkend dat geriefelijk scheren zeer wenselijk is. Volgens de stand der techniek wordt gesuggereerd dat het gebruik van een draaiende massa in een met de hand vastgehouden nat scheerapparaat wen-1Q selijk is om het scheergerief te vergroten. Een veelheid van scheerapparaten volgens de stand der techniek bestaat* waarbij een inwendige batterij aangebracht is voor het draaien van een met een motor aangedreven excentriek om trillingen voort te brengen*

Een van de meest belangrijke octrooipublikaties thans bekend* waar— 15 in het gebied der techniek met deze algemene leer getoond wordt is US-A-2045287* Uit US-A-860849 is een nok— en spilmechanische bekend voor het reciproceren van een snijblad. In US-A—2054287 wordt een veilig— heidsscheerapparaat voorgesteld met een inwendig excentriek aangedreven door een bijbehorende motor. Overeenkomstige stand der techniek vormende 20 octrooischriften omvatten US-A-3636627;. US-A-3772779 j US-A-3611568 en ÏÏShéc-2112402. De laatste referentie omvat een elektrische en mechanische constructie die een oscillerende massa aandrijft en draait om trilling voor te brengen. Uit US-A-1798831 is een veiligheidsscheerapparaat bekend met middelen voor het voortbrengen van beweging langs een diagonale 25 bewegingsbaan om snijden met afschuiven voort te brengen teneinde de doelmatigheid te verbeteren. Uit US-A-2552688 is een trillend veiligheidsscheerapparaat bekend, dat een hefboom— en een krukinrichting omvat voor het met korte snelle slagen reciproceren van het scheerapparaat en blad teneinde zijdelings trillen van het blad te verkrijgen wanneer dit 30 langs het gezicht van een gebruiker bewogen wordt. Dit laatste octrooi-schrift verschilt van US-A-860849 en US-A-1798831 doordat dit toegespitst is op een inrichting die beweging bij zowel het scheerapparaat als het blad verwezenlijkt, in plaats van slechts bij het blad en de bladkop.

35 Uit de meeste van deze octrooischriften is een middel bekend voor het trillen van een snij-oppervlak tijdens het nat scheren, waarbij een inwendig trilstelsel gebruikt wordt om het snij-oppervlak snel te oscilleren. Uit US-A-2112402 Is een op te winden, met veer bedreven motor be- 8700752 > f -2- kend, die een draaibaar excentriek aandrijft, omvattende een spil die een draaibare slinger draagt. Uit US-A-3611568 is een basisstelsel bekend, waarbij een batterij op afstand liggend van een motor een draaibaar excentriek aandrijft om in trillingen te voorzien. Een overeenkom-5 stige benadering in de stand der techniek wordt getoond in US-A-3636626.

Anderè mogelijke van belang zijnde stand der techniek vormende oc— trooischriften omvatten design patents D150439; D211553; D161675 en D254209. De constructie volgens de stand der techniek zoals bekend uit US design patent D279930 is eerder uitgevonden door een van de uitvin-10 ders van onderhavige uitvinding. Eveneens zijn de US utility patents 29048831 3610080; 1719827,- 3131974; 2230630; 2227996; 2609602; 2423595 en 3038254 van mogelijk belang.

Uit alle- van belang zijnde referenties met betrekking tot oscillerende natte scheerapparaten volgens de stand, der techniek is een huis 15 bekend met een langsas die in hoofdzaak samenvalt met de as van de massa van de inwendig aangebrachte batterijvermogenstoevoer. Dergelijke in— richtingen vertonen niet voldoende dynamische koppeling (d.w.z. "rol-mo— ment"') zoals bij. onderhavige uitvinding. Bovendien is het uit de stand der techniek bekend dat de draaisnelheid van de motor afhankelijk van de 20 dempkwaliteit van de inrichting, zo verwezenlijkt moet worden dat deze bedrijf voortbrengt op een punt dat elektrisch het meest doelmatig is.

Zoals door degene vertrouwd met ontwerpen met mechanische constructiere— sonantie onderschreven zal worden, hebben inrichtingen, zoals het hierboven beschreven scheerapparaat, een karakteristieke mechanische tril-25 lingsperiode en worden bijgevolg gekenmerkt door een resonantie.

Bij mechanische stelsels met een vrijheidsgraad, die onderworpen worden aan gedwongen gedempte trilling volgt de verhouding van de overgebrachte kracht ten opzichte van opgelegde kracht een welbegrensde en algemeen besproken verband met de opgebrachte frequentie. De best begre-30 pen eigenschap is bedrijf bij "kritische snelheid" van het stelsel, waarbij overgebrachte krachten bij verhoudingsgewijs aanzienlijke veelvouden van opgelegde kracht een maximum hebben. De frequentieverhouding bij de kritische snelheid is per definitie 1. Een minder algemeen begrepen eigenschap is het gedrag van het stelsel bij frequenties boven 1,414 35 (d.w.z. de vierkantswortel uit 2), waarbij een niet onbelangrijke mate van demping de overgebrachte kracht een zeer aanzienlijk veelvoud van de opgelegde kracht kan doen zijn. Kritische snelheidsverschijnselen zullen daarom slechts in een zeer smal snelheidsbereik waargenomen worden, waarbij de laatste overgebrachte krachten verhouding met toenemende 40 snelheid op een voorspelbare wijze toe blijft nemen.

______ 8700752 « 4 -3-

Voor het doelmatig gebruik van energie bij inrichting volgens de stand der techniek komt de frequentie van de excentrische oscillatie ongeveer overeen met de karakteristieke resonantie van de inrichting. Bijgevolg is de "frequentieverhouding", die de motorsnelheid koppelt met de 5 karakteristieke mechanische resonantie van de inrichting, zo dicht mogelijk bij de eenheid (d.w.z. 1) gekozen bij inrichtingen volgens de stand der techniek. Zoals door degene bekwaam in de techniek van het mechanisch construeren begrepen zal worden, kunnen frequentieverhogingen in gedempte oscillerende stelsels grafisch in verband gebracht worden met 10 dergelijke typische verschijnselen, zoals vermogen tot overbrengen, hetgeen ruim beschreven kan worden als de verhouding van de ontstaande kracht t.o.v. de opgelegde kracht. Een grafiek waarin de frequentiever— houding tegen het vermogen tot overbrengen uitgezet is, toont de effek— ten van dempen. De snelheidsverhouding en de resonantie hebben verband 15 met het concept van het dempen in een mechanisch trillend stelsel. Der— gelijke krommen worden gebruikt om gedempte trillende mechanische stelsels te karakteriseren en eerder werd verondersteld dat elektrisch trillende scheerapparaten bij een motorsnelheid verhoudingsgewijs dicht bij die rotatiefrequentie konden werken, welke met een maximum vermogen tot 20 overbrengen overeenkomt.

Thans is de wenselijkheid van het voorzien in een trillend scheer-stelsel onderkend, dat een frequentieverhouding boven 1,414 verwezenlijkt. Daarom is in middelen voorzien on een waargenomen frequentiever— houding boven deze "vierkantswortel van 2" grens te verwezenlijken. Bo-25 vendien is door de plaatsing van het zwaartepunt en het verplaatsbaar zijn t.o.v. het langsmidden van de massa en de as van de handgreep bepaald, dat een beter snijverschijnsel plaatsvindt door het ontwerp van rol-moment. Met andere woorden het is wenselijk gebleken om in een microscopische baanbeweging te voorzien bij de snijranden van het scheer-30 apparaat, die geen gelijkmatige baan over het vlak van de snijbladen beschrijft.

Het is eveneens bijzonder belangrijk om in een scheerapparaat te voorzien, dat verhoudingsgewijs mechanisch ongevoelig is voor de wijze waarop dit vastgehouden wordt. Een doelmatig scheerapparaat zal een ma-35 teriaal (b.v. haar) met voortdurend verandere eigenschappen ontmoeten.

Niet alleen is het haar van een persoon anders dan dat van een andere, maar is het haar op de kin anders dan het haar op de wang en de verschillen veranderen in de tijd. De toegepaste frequentie moet op van voordeel zijnde wijze gebruik maken van de normale veerdempeigenschappen 40 van de huid, om trilling boven de kritische frequentie van het stelsel S7 0 G 7 S 2 ____ ___md ï ff -4- te verzekeren. Tenzij de draaisnelheid en inwendige constructie van de trillende scheerinrichtingen passend ontworpen zijn, zullen de eigenschappen van het overbrengen van krachten en bijgevolg de doelmatigheid van het scheren en het gerief, op van nadeel zijnde wijze beïnvloed wor-5 den in reaktie op de wijze waarop het scheerapparaat tijdens het scheren aangegrepen of vastgehouden wordt. Daarom is het wenselijk om in een scheerapparaat te voorzien met de algemene eigenschappen die beschreven zijn, dat verhoudingsgewijs ongevoelig is voor de wijze waarop dit door da gebruiker vastgehouden wordt.

10 Bijgevolg is bij oscillerende scheerapparaten volgens de stand der techniek een rotatiesnelheid gebruikt, die blijkbaar de doelmatigheid van het energiegebruik maximaal maakt en de grootst mogelijke omvang van verplaatsing van de bladen verwezenlijkt* werkend bij een frequentiever-houding die zeer dicht bij 1 ligt. Onder andere is gebleken dat voor het 15 maximaal maken van het gerief het voor een oscillerend scheerapparaat wenselijk is om bij een frequentieverhouding tussen 1,414 en 2,0 te werken, niettegenstaande het feit dat theoretisch iets aan de doelmatigheid van de elektrische motor opgeofferd zou kunnen worden. Het scheergerief heeft een aanzienlijke verband met de overgebrachte kracht dan met de 20 amplitude. Indien de motorsnelheid de tweede harmonische overschrijdt (d.w.z. twee maal de natuurlijke resonantiefrequentie van de scheerin-richting indien deze met de hand vastgehouden wordt), wordt het gerief beperkt. Thans is bepaald dat het wenselijk is dat een dergelijke inrichting een rol-moment vertoond.

25 De onderhavige uitvinding omvat een met de hand vastgehouden oscil lerende nat scherende inrichting, geschikt om gebruikt te worden met een gebruikelijk vervangbaar tweevoudig blad. De scheerinrichting is bijzonder ongevoelig voor de wijze waarop deze door de scherende persoon vast— gehouden wordt. De functionele bijdrage daarvan wordt verwezenlijkt door 30 het gebruik, van een inwendig zeer snel draaiend excentriek, dat in het ideale geval met een snelheid werkt, ongeveer groter dan 1,414 maal de resonantiefrequentie van de inrichting.

Bij voorkeur omvat de uitvinding een in hoofdzaak buisvormig langwerpig stijf huis gevormd uit kunststof. Het huis heeft in hoofdzaak de 35 vorm van een afgeknotte kegel en strekt zich uit vanaf een benedendeel met verhoudingsgewijs grotere diameter naar een een geheel zijnde hals met kleinere diameter, die als een geheel opgenomen is met een houder waarop en gebruikelijk snij-element vervangbaar aangebracht kan worden.

Een drager die met snappen aangebracht kan worden in het huis strekt 40 zich uit vanaf een benedenbasis, die het huis op werkzame wijze af dicht ____^ 8700752 » * -5- en de drager bevestigd op werkzame wijze de motor die een excentriek aandrijft. Een inwendige oplaadbare batterij is eveneens op de drager voor het aandrijven van de motor aangebracht. Bij de voorkeursuitvoering maakt de as van de batterij een hoek of is gekanteld t.o.v. de langsas 5 van de inrichting en deze oriëntatie van de batterij massa verwezenlijkt een dynamisch rol-moment.

Bij voorkeur verbindt een elektrische reed-schakelaar op werkzame wijze verbonden met de drager, de batterijvermogenstoevoer elektrisch met de motor. Het huis omvat een uitwendige verschuifbare magnetische 10 schakelaar, die met de hand, axiaal door de scherende persoon verplaatst kan worden om de kontakten van de reed-s chakelaar te sluiten, waardoor het scheerapparaat bekrachtigd wordt. Indien de drager in het huis aan— gebracht is, ► worden passende afdichtingen samengedrukt om in een waterdichte omhulling te voorzien. Op deze wijze wordt de elektrische inrich— 15 ting binnen het huis gedragen door de drager in hoofdzaak waterdicht gemaakt.

Bijgevolg is het een fundamenteel doeleinde van de onderhavige uitvinding om in een oscillerend scheerapparaat te voorzien met de beschreven eigenschappen, dat zeer geriefelijk scheren voort zal bren— 20 gen.

Het is een overeenkomstig fundamenteel doeleinde van de onderhavige uitvinding onr in een oscillerend scheerapparaat te voorzien van het beschreven soort, dat geschikt is om glad en geriefelijk zonder het irriteren van de huid te scheren.

25 Het is bovendien een ander doeleinde van de onderhavige uitvinding om in een oscillerend scheerapparaat van het beschreven soort te voorzien, dat in hoofdzaak gelijkmatige scheereigenschappen vertoont, onafhankelijk van de manier of wijze waarop dit vastgehouden wordt.

Het is een ander doeleinde van de onderhavige uitvinding om in een 30 trillend scheerapparaat te voorzien, waarbij de waargenomen baansporen van de snij-oppervlakken van het blad in hoofdzaak samenhangend zijn onafhankelijk van de manier of wijze waarop de inrichting tijdens het scheren door de gebruiker vastgehouden wordt.

Het is een overeenkomstig doeleinde van de onderhavige uitvinding 35 om in een oscillerend scheerapparaat van het beschreven soort te voorzien, dat een rol-moment vertoont.

Het is bovendien een ander doeleinde van de onderhavige uitvinding om in een scheerapparaat met in hoofdzaak de hierboven beschreven eigenschappen te voorzien, dat een frequentieverhoging ongeveer tussen 1,414 40 (d.w.z. de vierkantswortel van twee) en twee vertoont.

8700752

,ΐ IS

-6-

Het is bovendien een ander doeleinde van de onderhavige uitvinding om in een oscillerend scheerapparaat te voorzien van het beschreven soort, waarbij het massamidden van de handgreep verplaatst is t.o.v. de langsas daarvan.

5 Het is een ander doeleinde van de onderhavige uitvinding om in een oscillerend scheerapparaat te voorzien van het beschreven soort, dat werkt met een verhoudingsgewijs aanzienlijke trilsnelheid om in een gelijkmatige samenhang, van het scheren en bedrijf onafhankelijk van de manier of wijze waarop deze vastgehouden wordt, te voorzien.

10 Het ia bovendien een verder doeleinde van de onderhavige uitvinding om in een oscillerend scheerapparaat van het beschreven soort te voorzien,, waarbij de roterende massa zo dicht mogelijk bij de snijrand aangebracht is, maar welke een massamidden omvat, verplaatst t.o.v. de langsas daarvan.

15 Het is een dienovereenkomstig verder doeleinde van de onderhavige uitvinding om in een met een batterij aangedreven oscillerend scheerapparaat van het beschreven soort te voorzien, dat de verplaatsing van het blad' meer nauwkeurig evenwijdig aan de snijbladen maakt, waardoor een meer geriefelijk scheren voortgebracht wordt.

2Q Deze en andere doeleinden van de onderhavige uitvinding samen met nieuwe eigenschappen die daarbij behoren zullen duidelijk worden uit de onderstaande beschrijving.

In de onderstaande tekening, die deel uitmaakt van de beschrijving en die in samenhang daarmee gezien moeten worden en waarbij overeenkom— 25 stige verwijzingscijfers daar waar mogelijk gebruikt zijn om overeenkomstige. delen in verschillende tekeningen te tonen, is: fig. 1 een gedeeltelijk geschetst aanzicht, dat een oscillerend scheerapparaat toont, geconstrueerd in overeenstemming met de beste wijze voor het uitvoeren van de onderhavige uitvinding bij het gebruik van 30 het scheren van de huid van de gebruiker; fig. 2 een voóraanzicht daarvan; fig. 3 een zij-aanzicht daarvan; fig. 4 een benedenaanzicht daarvan; fig. 5 een gedeeltelijk aanzicht in doorsnede daarvan, in hoofdzaak 35 genomen langs de lijn V-V uit fig. 2, een deel van de eventuele herlader tonend; fig. 6 een gedeeltelijk achteraanzicht in doorsnede daarvan, in hoofdzaak genomen langs de lijn VI-VI uit fig. 3, een deel van de eventuele herlader tonend; 40 fig. 7 een opengewerkt isometrisch aanzicht op vergrote schaal van 8700762 _______^ $ * -7- de beste wijze voor het uitvoeren van de onderhavige uitvinding; fig. 8 een vergroot gedeeltelijk vooraanzicht van het bovendeel van het scheerapparaat, met delen daarvan vanwege de duidelijkheid opengewerkt of in doorsnede getoond; 5 fig. 9 een vergroot gedeeltelijk bovenaanzicht van het scheerappa— raat met delen daarvan voor de duidelijkheid opengewerkt of in doorsnede getoond; fig. 10 een vergroot gedeeltelijk bovenaanzicht van de schakelketen daarvan» met delen daarvan vanwege de duidelijkheid in doorsnede of weg-10 gelaten; fig. 11 een gedeeltelijk schematisch aanzicht in doorsnede daarvan; fig. 12 een gedeeltelijk doorsnede-aanzicht daarvan; fig. 13 een mechanisch schematisch diagram» dat in hoofdzaak een niet in evenwicht zijnd mechanisch stelsel toont; 15 fig. 14A een grafiek waarin het vermogen tot overbrengen tegen de frequentieverhouding voor het draaiende niet gebalanceerde mechanische stelstel in hoofdzaak af geheeld in fig. 13 uitgezet is» en die verscheidene dempfaktoren toont; fig. 143 een grafiek overeenkomstig aan figuur 14A» waarin de 20 krachtverhouding tegen de frequentieverhouding voor het stelsel uit fig.

13 uitgezet is; fig. 15 een grafiek waarin de typische periode bepaald uit ontwerp— proeven van het onderhavige scheerapparaat uitgezet is» waarbij natuurlijke resonantiefrequentie van een als monster dienend scheerapparaat 25 bepaald werd; fig. 16 een grafiek waarin de verplaatsing van de rand van het scheerblad uitgezet is als functie van de oscillatiefrequentie van de motor» het voorkeurswerkbereik van de onderhavige uitvinding samen met de resonantie-eigenschappen daarvan tonend; 30 fig. 17 een gedeeltelijk aanzicht in doorsnede van de constructie volgens de stand der techniek US-A-3611568; fig. 18 een vergroot gedeeltelijk aanzicht in doorsnede van de constructie volgens US-A—3636627; en fig. 19 een vergroot gedeeltelijk aanzicht in doorsnede van de con-35 structie volgens ÏÏS-A-3772779.

Berst wordt naar fig. 1 van de bijgevoegde tekeningen verwezen en daarin is een oscillerend scheerapparaat getoond, geconstrueerd in overeenstemming met de voorkeurswijze voor het uitvoeren van de onderhavige uitvinding en dit wordt in het geheel aangegeven door verwijzingscijfer 40 20.

---Λ 8700752 • i * -δε cheer apparaat 20 omvat een stijf langwerpig in hoofdzaak buisvormig huis 22, dat zich uitstrekt vanaf een benedenbodem met verhoudingsgewijs grotere diameter, in het geheel aangegeven door het verwijzings-cijfer 23. De afmetingen van het huis 22 nemen geleidelijk toe en dit 5 strekt zich uit naar een naar boven gekromd een geheel vormend halsdeel 24· dat eindigt in een passende houder 26, geschikt om een gebruikelijk verwijderbaar twee bladen omvattend snij-element 28 verwijderbaar te ontvangen. Zoals bij bestudering van fig. 1-3 blijkt, heeft het huis 22 in hoofdzaak de vorm van een afgeknotte piramide of kegel en het 10 blijkt dat de benedenbodem 25 in hoofdzaak het grootst bemeten deel daarvan is.

Zoals blijkt uit fig. 7, omvat het scheerapparaat 20 een inwendig drager,, in het geheel, aangegeven met verwijzingscijfer 30, die binnen het holle langwerpige inwendige 32 van het scheerapparaat 20 aangebracht 15 kan worden. De benedenbasis 36 van de drager 30 draagt als een geheel een naar boven uitstekend bevestigingsdeel 38, dat aangepast is om een gebruikelijke in hoofdzaak cilindrische batterij 40 nauwpassend te bevestigen. Dit bevestigingsoppervlak 38 heeft een in hoofdzaak half cirkelvormige vertikale dwarsdoorsnede en dit omvat een paar zijden 38Δ en 20 38B (fig« 6), die aangepast zijn om batterij 40 te omgeven en deze stevig meegeef baar aan. te grijpen om deze in een werkzame stand te bevestigen. Be batterij: is bovendien door een paar een geheel vormende lippen 44 bevestigd, die tegen de batterij bij tegenoverliggende zijden daarvan aanliggen (zie fig. 6).

25 Dragerorgaan 38 is een geheel met het bovenhuisdeel 46 geschikt om een passende motor 48 blijvend te bevestigen, die een excentriek 50 aan— drijft om trillingen voort te brengen. Zoals het meest duidelijk uit fig. 11 blijkt is de rotatie-as in het geheel aangegeven door het verwijzingscijfer 52 en deze as valt samen met het hart van de motor 48 30 (fig. 8). De langsas 52 (fig· 11) valt in hoofdzaak samen met de doorsnede lijnen VI uit fig. 3.

Zoals het meest duidelijk blijkt uit fig. 7 is houder 26 als een geheel bij het midden daarvan aan hals 24 bevestigd. Deze houder 26 omvat een paar op afstand liggende kanaalachtige flenzen 61 en 62 geschei-35 den door een inwendig kanaal 64. Flenzen 61 en 62 zijn aangepast om de gebruikelijke grendelgroef behorend bij gebruikelijke, verwijderbare pa-troonbladen 28 met kracht binnen te dringen (fig. 3).

De scheerhouder 28 omvat een paar op afstand liggende bladelementen 29, geschikt om de huid van de gebruiker te raken (fig. 2, 7). Waargeno-40 men zal worden dat een typische scheerbaan, zoals afgebeeld in fig. 1, 8700752 _______Λ " * -9- op passende wijze snorharen 67 zal scheren teneinde een gebied met schoon geschoren huid 68 voort te brengen.

Zoals het meest duidelijk blijkt uit fig. 2, 7 en 10 wordt het scheerapparaat 20 met de hand in werking gesteld door bediening van een 5 schakelstelsel dat in het geheel aangegeven is door verwijzingscijfer 80. Het schakelstelsel 80 zet selectief een langwerpige inwendige reed-schakelaar 83 aan, die de batterij elektrisch met de motor 48 verbindt (fig* 7). De elektrische keten zal gesloten worden door het hanteren van het schakelelement 88, dat een bijbehorende magneet 89 beweegt (fig. 5 10 en 10) over het gebied ingenomen door reed-schakelaar 83. Schakelinrich— ting 80 is mechanisch aangebracht op het vooroppervlak 77 van het huis 22 van het scheerapparaat. Het schakelelement is opgesloten tussen een paar kanalen 93, 95 bij tegenoverliggende zijden van het geleidingssa— menstel 97 daarvan en dit omvat een paar vleugelorganen 98 die snappend 15 aangrijpen binnen het schakelframe 99 teneinde verwijderen daaruit te voorkomen. Op deze wijze wordt het inwendige van het- scheerapparaat in hoofdzaak waterbestendig gemaakt t.o.v· het uitwendige.

Zoals het meest duidelijk blijkt uit fig. 1, 5, 11 en 12 omvat de basis 36 van de drager een naar binnen stekende nok 100 met een inwendi-20 ge holte 101, die in verbinding gebracht kan worden met een paar gelei-dingsopeningen 103 (fig* 12). Openingen 103 geleiden passende elektrische tongen 105 en bepalen de plaats daarvan (fig. 1), welke tongen geschikt zijn om elektrisch in verbinding te staan met een passend hulpstuk 107 voor het herladen van de inrichting. Hulpstuk 107 kan uitsteken 25 uit een passende herlaadstaander, .waarvan een deel in het geheel aangegeven wordt door verwijzingscijfer 111 (fig. 5, 6). Alternatief kan het hulpstuk verbonden zijn met een verlengkabel of passende alternatieve constructie, waarmee de batterij van het scheerapparaat herladen kan worden.

30 Zoals het meest duidelijk blijkt uit fig. 5 zullen indien het draagsamenstel 30 aangebracht wordt in het huis 22, elektrische laadpen-nen 105 gevangen worden en in lijn gebracht worden door openingen 103 (fig. 12) en passende 0-ringen of afdichtingen 109 zullen om pennen 105 gedrukt worden tegen het bovenoppervlak 112 van de herlaadnok door een 35 inwendig plat oppervlak 119 behorend bij de drager 30 teneinde in een afdichting te voorzien. Indien het noodzakèlijk is om het scheerapparaat 20 te herladen, zal het hulpstuk 107 met drukken aangebracht worden in de holte 101 teneinde elektrisch in verbinding te staan met gebruikelijke elektrische kabels verbonden met het hulpstuk 7 via pennen 105 voor 40 het op de normale wijze herladen.

V *7 -r λ 7 £ O

3 * ij u i Λ -10-

In het bijzonder verwijzend naar fig. 6, 11 en 12 blijkt dat de langsas van het huis in hoofdzaak aangegeven is door het verwijzingscij-fer 52. Deze valt samen en is coaxiaal met de as van het excentrisch roteren 50. Het uit het midden geplaatste zwaartepunt van het scheerappa-5 raat 20 is in het geheel aangegeven door verwijzingscijfer 130. Het mas— samidden van het excentriek is in het geheel aangegeven door verwijzingscijfer 132 (fig. 12). Met de constructie waar de voorkeur aan gegeven wordt, kan een lijn 137 getrokken worden tussen punt 130 en het mas— samidden 132. Lijn 137 zou. een hypotetische dragende benedenbasis 139 10 snijden (fig. 11) bij de buitenrand van een cirkel 140, waarvan het middelpunt 141 in het schijnbare draaiingsmidden van de inrichting 20 voor— ziet* indien geplaatst in de "aan" stand en dan vervolgens in staat gesteld te rusten op een perfect benedendraagvlak 139 (fig. 11). De ellips 140 zal "schommelen", omdat het excentrische massamidden 132 vanzelf— 15 sprekend verandert wanneer de massa oscilleert. Het zwaartepunt 142 verplaatst zich bijgevolg. Lijn 133 (fig. 12) is in hoofdzaak evenwijdig aan de vlakken van de snijbladen 29 en lijn 135, die daar loodrecht op staat* snijdt deze bij een punt 134, dat eveneens gesneden wordt door lijn 137 die eerder beschreven is.

20 Vanwege het verplaatste massamidden en het verplaatste zwaartepunt 130* zal werkelijke draaiing van de inrichting een rol-moment geven, omdat cirkel 140 met een middelpunt 14L heeft, dat verplaatst is t.o.v. de langsas 52 van de inrichting. Dit ontstaat vanwege het met een hoek verplaatst aanbrengen van de batterij 40. In fig. 6 zal bijvoorbeeld opge-25 merkt worden dat de langsas 150 van batterij 40 de langsas 52 van de handgreep snijdt en niet coaxiaal daarmee is. Als gevolg wordt een hoek 157 gevormd en zoals blijkt uit fig. 12, ligt het ontstaande midden van de massa 130 van de inrichting uit het midden van de langsas 52 daarvan.

30 Bij voorkeur werkt het scheerapparaat 20 bij draaisnelheidsgrenzen van 10.000 tot 13.000 opm (167 tot 217 Hz) als het doelmatige snelheids-bereik voor de inrichting. Voor de gemiddelde gebruiker bleek zelfs een smaller snelheidsbereik van 10.800 tot 11.500 opm (180 tot 192 Hz) het best te zijn. Bovendien is het massamidden verplaatsbaar t.o.v. de rota— 35 tie-as en daardoor wordt een deel van de bijzondere werking van het scheerapparaat 20 verwezenlijkt. Dit kantelt om een as die niet lijkt samen te vallen met hetzij de as van het omhulsel van het scheerappa— raat, hetzij een bijbehorende lijn verbonden met het midden van de massa. Deze beweging draagt hierbij bij tot "dynamische koppelvorming".

40 Indien scheerapparaat 20 waargenomen wordt, werkend onder een mie- 6700752

____A

-11- roscoop met breed veld, blijken kleine stippeltjes stof om te lopen met cirkelvormige of elliptische banen. Bij het onderhavige scheerapparaat kijkend naar blad 28, loopt de rechter zijde om in een ellips van 0,075 maal 0,1 mm, waarvan de hoofdas ligt langs de lijn van 10 uur naar 4 5 uur. De deeltjes aan de linkerzijde lijken een bijna cirkelvormige baan met ongeveer dezelfde afmeting te beschrijven. Deze omloopeffekten bevestigen de invloed van dynamisch koppelen.

Thans verwijzend naar fig. 13, 14A en 14B, blijkt dat een mechanisch stelsel in het geheel aangegeven met verwijzingscijfer 183, ge— 10 dwongen wordt om met een sinusfrequentie te trillen, aangegeven in fig.

13. De basiselementen van de keten zijn een massa 185, door een schokdemper 188 en een veer 189 gekoppeld met de bodem 187. In reaktie op gedwongen, trillinge worden de krommen van het vermogen tot overbrengen in het geheel aangegeven door het verwijzingscijfer 190 in fig. 14A opge-15 wekt. Pig. 14B toont krommen in het geheel aangegeven door verwijzings— cijfer 193 die grafieken' zijn van de krachtverhouding, hetgeen in feite het kwadraat van het vermogen tot overbrengen is.

In fig. 14A en 14B is de resonantie in het geheel aangegeven door maxima respectievelijk 195, 196. De nulkruispunten zijn in het geheel 20 aangegeven door de verwijzingscijfers respectievelijk 194 en 197. Deze ontstaan bij de wortel van twee op de horizontale as.

Verwijzend naar fig. 5 geeft een kromme 198 een “resonantie"· bij een punt 199 aan. Deze kromme geeft de natuurlijke periode van een typisch scheerapparaat weer, dat, indien vertaald naar de overeenkomstige 25 karakteristieke frequentie (d.w.z. het omgekeerde), een natuurlijke re-sonantiefrequentie geeft van een als monster dienend scheerapparaat 20 van ongeveer 6500 tot 7500 Hz. In fig. 16 geeft de vertikale as 17Q In hoofdzaak de verplaatsing van het blad weer en is verkregen door het met proeven ontwikkelen van een typisch scheerapparaat waarbij een passend 30 door een overdrager opgewekte uitgangsspanning (milll Volt) weergegeven wordt door de as 170. De motorsnelheid wordt aangegeven door de horizontale as 171 en'de grafische baan 172 ontstaat. De maximale lijkende doelmatigheid is bij maximum 173 aangegeven.

Dit is het bereik waar alle bekende inrichtingen volgens de stand 35 der techniek werken. Gebleken is dat dit bereik niet het beste is voor optimaal gerief. In tegendeel een voorkeursbereik voor het werken van de motor is in hoofdzaak aangegeven tussen punten 174 en 175. Het is noodzakelijk om te werken bij een snelheid die in hoofdzaak overeenkomt met punten boven de vierkantswortel van.twee uit fig. 14A en 14B. Het is bo-40 vendien noodzakelijk om onder de tweede, harmonische te werken aangegeven «700752 ----- » * ♦ -12- door het maximum 176 uit fig. 16.

In fig. 17 - 19 zijn inrichtingen volgens de stand der techniek af-gebeeld. Scheerapparaat 200 afgebeeld in fig. 17 omvat bijvoorbeeld een langwerpig lichaam 201 met een hol inwendige 202, waarin passende batte-5 rijmiddelen, 204 gebruikt worden om een motor 206 aan te drijven om draaiing van een excentriek 207 te verwezenlijken. In dit geval is de rotatie-as coaxiaal met. de langsas van de inrichting en met de as van de motor 204. Dienovereenkomstig blijkt uit fig. 18 dat inwendige batterij 241 coaxiaal is met de op: afstand liggende motor 242 die een excentriek 10 244 aandrijft. Bijgevolg ie de draaiingsas van de motor 242 coaxiaal met de- aandrijfas 246. Bovendien valt de in het midden liggende langsas van de batterij 241 samen met de langsas 245 van de eenheid 240.

Op· overeenkomstige wijze omvat het scheerapparaat 220 volgens de stand der techniek (fig. 19) inwendige batterijen 221, die axiaal in 15 lijn liggen en die de langsas 222 van eenheid 220 delen en daarmee samenvallen. Bovendien ligt motor 223 longitudinaal in lijn met de langsas van, de inrichting en trilt excentriek 224 om een rotatie-as coaxiaal met de langsas 222'. Alle thans bekende inrichtingen volgens de stand der techniek omvatten een dergelijk coaxiaal verband tussen de inwendige 20 massa bij de batterij en de as van de inrichting. Een dergelijke constructie geeft het ontbreken van een rol-moment, zoals eerder beschreven is,, en indien geplaatst op een tafel voor trilling op de basis daarvan zullen deze eenheden met een werkelijk perfecte cirkel draaien welke een hart begrensd, dat samenvalt met de langsas daarvan.

25 Bovendien tonen de inrichtingen volgens de stand der techniek afge beeld in fig. 17 — 19 onvoldoende rol-moment om de doeleinden van de onderhavige uitvinding te verwezenlijken. Inrichtingen volgens de stand der techniek, zoals hierboven beschreven, vertonen een bijna cirkelvor— mige baan over het bladoppervlak indien de inrichting los vastgehouden 30 wordt. Indien deze vastgehouden wordt, zoals gedaan zou worden tijdens het scheren, beïnvloedt de wijze van aangrijpen de beweging daarvan echter in aanzienlijke mate. Banen die lineaire beweging benaderen zijn gebruikelijk en de beweging gaat naar boven en naar beneden of zijdelings afhankelijk of de inrichting bij de zijden of van boven en beneden vast-35 gehouden wordt. Indien vanaf de zijden gezien is de beweging in hoofdzaak lineair (of misschien boogvormig over een op afstand liggend onderhavig middelpunt).

Een van de meest ingrijpende verschillen in de beweging van het getoonde scheerapparaat 20 in vergelijking met de inrichtingen volgens de 40 stand der techniek is het ongevoelig zijn daarvan voor de wijze waarop § 7 0 0 7 5 2 ...........Λ * « -13- dit vastgehouden wordt. De beweging daarvan is ongeveer hetzelfde onafhankelijk of deze aangegrepen wordt vanaf de zijde of van boven en beneden, of deze stevig of los aangegrepen wordt. De rechterzijde beweegt met een bepaalde elliptische baan met samenhangende afmeting en de lin-5 kerzijde vertoont een cirkelvormige beweging. Dit bewegingsverschil wordt in hoofdzaak veroorzaakt door het bij het ontwerpen nadruk leggen op de overgebrachte kracht in plaats van op de amplitude van de beweging. De amplitude van beproefde prototypes is ongeveer 0,075 mm tot 0,1 mm* Scheerapparaat 20 heeft eveneens een enigszins elliptische bewe— 10 ging en weg van het vlak.

Uit het bovenstaande blijkt dat deze uitvinding bijzonder geschikt is ode, alle doeleinden die hierboven uiteengezet zijn te verwezenlijken, samen Diet andere voordelen die duidelijk zijn en die samenhangen met de constructie.

15 Begrepen zal worden dat bepaalde eigenschappen en nevencombinaties nattig zijn en zonder verwijzing naar andere eigenschappen en nevencom— binaties gebruikt kunnen worden. Beoogd wordt dat dit binnen het bereik van de uitvinding ligt.

Veie mogelijke uitvoeringen van de uitvinding kunnen verwezenlijkt 20 worden zonder buiten het bereik daarvan te geraken en begrepen moet worden dat alle hierbeschreven of in de bijgaande tekeningen getoonde materie als illustrerend en niet beperkend gezien moet worden.

8700752

Claims (20)

1. Oscillerend scheerapparaat voor natscheren, met het kenmerk, dat dit omvati een stijf, langwerpig in hoofdzaak buisvormig huis met een inwendige, een langshartlijn, een basisdeel en een halsdeel op afstand liggend van dat basisdeel, een op afstand liggende houder bevestigd aan 5 die hals ter bevestiging van een standaard bladpatroon om het scheren te vergemakkelijken; excentrische middelen draaibaar aangebracht binnen dat buisvormige huis van dat scheerapparaat voor het trillen daarvan* motormiddelen aan— gebracht binnen dat huis voor het draaien van die excentrische middelen, 10 waarbij die motormiddelen een rotatie-as hebben in hoofdzaak in lijn met die hartlijn; en better!jmiddelen aangebracht in dat huis voor het aandrijven van die motormiddelen, waarbij die batteri jmiddelen een langsas hebben die de as van het huis snijdt binnen dat huis en die een scherpe hoek be-15 grenst groter dan nul graden tussen deze en de as van het huis.

2. Oscillerend scheerapparaat volgens conclusie I,. met het kenmerk, dat het scheerapparaat een natuurlijke resonantiefrequentie heeft en dat de verhouding tussen de frequentie van de rotatie van de motormiddelen 20 en die natuurlijke resonantiefrequentie tussen 1,414 en 2,0 ligt.

3« Oscillerend scheerapparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat dat scheerapparaat een natuurlijke resonantiefrequentie heeft en de ‘ verhouding tussen de rotatiefrequentie van de motormiddelen en die na— 25 tuurlijke resonantiefrequentie ongeveer gelijk is aan de vierkantswortel van twee.

4. Oscillerend scheerapparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de massa van het verplaatste batterijmiddel een kantelmoment door 30 rolkoppel verwezenlijkt, verschaft door de oriëntatie daarvan t.o.v. de langsas binnen dat huis·

5. Scheerapparaat volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het scheerapparaat omvat dragermiddelen gedragen door die 35 basis geschikt om dat excentrische middel, die motormiddelen en die bat-terijmiddelen mechanisch te bevestigen, waarbij het dragermiddel aangepast is om verschuifbaar in dat huis ingebracht te worden om het inwendige daarvan af te dichten. ............. 8700752 φ· it -15-

6. Scheer apparaat volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat deze omvat reed-schakelaarmiddelen, verbonden met die dragermiddelen voor het selectief elektrisch verbinden van die batterijmiddelen met die motormiddelen,. waarbij het huis magnetische schakelmiddelen omvat, geschikt 5 om door een gebruiker van dat scheerapparaat gehanteerd te worden voor het magnetisch bedienen van die reed-s chakelaarmiddelen om die motor— middelen elektrisch te bedienen en hulpstukmiddelen als een geheel gevormd in de basis van die dragermiddelen geschikt om elektrisch gekoppeld te worden met een uitwendige herlaadketen voor het herladen van die 10 batteri jmiddelen.

7* Oscillerend scheerapparaat volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het scheerapparaat een natuurlijke resonantiefrequentie heeft en de verhouding tussen de rotatiefrequentie van die motormiddelen en die na— 15 tuurlijke resonantiefrequentie ongeveer gelijk is aan de vierkantswortel van twee.

8» Oscillerend scheerapparaat voor het nat scheren welke omvat een stijf,, langwerpig in hoofdzaak buisvormig huis, met een inwendige, een 20 langshartlijn, een basisdeel en een hals op afstand liggend van dat basisdeel, een op afstand liggende houder bevestigd aan die hals ter bevestiging van een standaard bladpatroon om scheren te vergemakkelijken; excentrische middelen draaibaar aangebracht binnen dat scheerhuis voor het trillen van die houder; motormiddelen aangebracht binnen dat huis 25 voor draaiing van die excentrische middelen, waarbij die motormiddelen een rotatie-as in hoofdzaak coaxiaal met die hartlijn instellen; batteri. jmiddelen aangebracht binnen dat huis voor het aandrijven van die mo— tormiddelen, met het kenmerk, dat het scheerapparaat een natuurlijke resonantiefrequentie heeft en dat die motor bij een bepaalde snelheid tüs-30 sen 1,414 en 2,0 maal die natuurlijke resonantiefrequentie draait, waardoor een verhouding tussen die motorsnelheid en die natuurlijke resonantiefrequentie tussen 1,414 en 2,0 ingesteld wordt.

9* Scheerapparaat volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat die 35 verhouding ongeveer gelijk is aan de vierkantswortel van twee.

10. Scheerapparaat volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de langsas van dat batterijmiddel inwendig de as van dat huis snijdt en een scherpe hoek begrenst in hoofdzaak groter dan nul graden tussen deze en 40 de as van het huis. ---é 8700752 ft * *ί -16-

11. Scheerapparaat volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het scheerapparaat omvat dragermiddelen gedragen door die basis geschikt om die excentrische middelen, motormiddelen en die batterijmiddelen mechanisch te bevestigen, waarbij die dragermiddelen geschikt zijn om ver-5 schuifbaar in dat huis ingebracht te worden en dit af te dichten.

12. Scheerapparaat volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat deze omvat reed-schakelaarmiddelen verbonden met die dragermiddelen voor het selectief elektrisch verbinden van die batteri jmiddelen met die motor— 10 middelen, waarbij het huis omvat magneetschakelmiddelen geschikt, om door een gebruiker van dat scheerapparaat gehanteerd te worden voor het magnetisch bedienen van die reed-schakelaarmiddelen voor het elektrisch bedienen van die motormiddelen en omvattende hulpstukmiddelen als een geheel gevormd, in de basis van die dragermiddelen geschikt om elektrisch 15 gekoppeld te worden met een herlaadketen voor het herladen van die batter! jmiddelen.

' 13·» Oscillerend scheerapparaat voor het natscheren, met het kenmerk, dat dat scheerapparaat omvat: 20 een stijf, langwerpig, in hoofdzaak buisvormig huis,, met een inwen dige,, een· langs hartlijn, een basisdeel en een halsdeel op afstand liggend van dat basisdeel,, een op afstand liggende houder bevestigd aan die hals* ter bevestiging aan een standaard bladpatroon om het scheren te vergemakkelijken; excentrische middelen draaibaar aangebracht binnen dat 25 huis van het scheerapparaat voor het trillen daarvan; motormiddelen aan— gebracht binnen dat huis voor het draaien van die excentrische middelen, waarbij die motormiddelen een rotatie-as omvatten in hoofdzaak coaxiaal met die hartlijn; eh batteri jmiddelen aangebracht binnen dat huis voor het aandrijven van die motormiddelen; waarbij dat scheerapparaat een 30 massamidden heeft, dat buiten die hartlijn ligt maar binnen dat huis, waardoor het scheerapparaat een dynamisch rol-moment heeft; waarbij dat scheerapparaat een natuurlijke frequentie heeft en dat motormiddel met een bepaalde snelheid draait; en waarbij de verhouding tussen de motor-snelheid en de natuurlijke resonantiefrequentie tussen 1,414 en 2,0 35 ligt.

14. Oscillerend scheerapparaat volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat die verhouding 1,414 is.

15. Scheerapparaat volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het 8700752 ______ -A * ΐ ί -17- batterijmiddel omvat een as die de as van dat huis binnen dat huis snijdt en een scherpe hoek daartussen en die as van dat huis begrenst.

16. Scheerapparaat volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat dat 5 scheerapparaat omvat dragermiddelen gedragen door die basis geschikt om die excentrische middelen, die motormiddelen en die batterijmiddelen excentrisch te bevestigen, waarbij de dragermiddelen geschikt zijn om verschuifbaar ingebracht te worden in dat huis om dat af te dichten, omvattende reed-schakelaarmiddelen verbonden met die dragermiddelen voor het 10 naar keuze elektrisch verbinden van die batterijmiddelen met die motor— middelen, waarbij dat huis omvat magnetische schakelaarmiddelen geschikt om gemanipuleerd te worden door een gebruiker van dat scheerapparaat voor het magnetisch bedienen van die reed-schakelaarmiddelen om die mo— tormiddelen elektrisch te bedienen en bevestigingsmiddelen als een ge-15 heel gevormd in de basis van die dragermiddelen geschikt om elektrisch verbonden te worden met een herlaadketen voor het herladen van die bat— terijmiddelen- .

17. Oscillerend scheerapparaat voor natscheren, met het kenmerk, dat 20 dat scheerapparaat omvat in hoofdzaak gelijkmatige scheereigenschappen onafhankelijk van de wijze van aangrijpen daarvan door een scherende persoon* welk scheerapparaat omvat; een stijf langwerpig, in hoofdzaak buisvormig huis, met een inwendige, een langshartlijn, een basisdeel en een hals op afstand liggend 25 van dat basisdeel; een op afstand liggende houder bevestigd aan die hals ter bevestiging van een standaard bladpatroon om het scheren te vergemakkelijken; excentrische middelen draaibaar aangebracht binnen dat huis van het scheerapparaat voor het trillen daarvan; motormiddelen aangebracht binnen dat huis voor het draaien van die excentrische middelen; 30 batterijmiddelen aangebracht binnen dat huis voor het aandrijven van die motormiddelen; waarbij dat scheerapparaat een natuurlijke resonantiefre-quentie heeft en die motor met een bepaalde snelheid draait; en waarbij dat scheerapparaat een massamidden heeft, dat buiten die hartlijn maar binnen dat huis ligt, en waarbij de verhouding tussen die motorsnelheid 35 en die natuurlijke resonantiefrequentie tussen 1,414 en 2,0 ligt, waardoor dat scheerapparaat een dynamisch rol-moment toont.

18. Scheerapparaat volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat dat batterijmiddel omvat een langsas, die niet coaxiaal is met de as van dat 40 huis en die die as van dat huis snijdt en daartussen en de as van de _____A 8700752 -18- * * w huis binnen dat huis een scherpe hoek begrenst.

19. Oscillerend scheerapparaat voor het natscheren, met het kenmerk, dat dat scheerapparaat een in hoofdzaak gelijkmatige wijze van trillen 5 vertoont onafhankelijk van de wijze van aangrijping daarvan door een scherende persoonj welk scheerapparaat omvat: een stijf, langwerpig, in hoofdzaak buisvormig huisj met een inwendige, een langshartlijn, een basisdeel en een hals op afstand liggend van dat basisdeel; een op afstand liggende houder bevestigd aan die hals ter bevestiging, van een standaard 10 bladpatroon om het scheren te vergemakkelijken; excentrische middelen draaibaar aangebracht binnen dat huis van het scheerapparaat voor het trillen van het scheerapparaat en het. patroon; motormiddelen aangebracht binnen dat huis voor het draaien van die excentrische middelen; batte— rijmiddelen aangebracht binnen dat huis voor het aandrijven van die mo-15 tormiddelen; waarbij die batterijmiddelen een langsas hebben die die hartlijn binnen dat huis scherp snijdt; waarbij het scheerapparaat een , ' natuurlijk® resonantiefrequentie heeft en waarbij dat motormiddel met bepaalde snelheid draait; en waarbij dat scheerapparaat een massamidden heeft dat buiten die hartlijn», maar binnen dat huis ligt en waarbij de 20 verhouding tussen die motorsnelheid en de natuurlijke resonantiefrequen— tie tussen 1,414 en 2,0 ligt, waardoor dat scheerapparaat een dynamisch rol-moment heeft*,

20* Scheerapparaat volgens conclusie 19, met' het kenmerk, dat die 25 verhouding ongeveer Ij414 is. 870 0 732