NL8602618A - Werkwijze voor het dichtlassen van een tube-einde en inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze. - Google Patents

Description

P & C ''

W 6240-2 Ned.dB/LdB

*

Korte aanduiding: Werkwijze voor het dichtlassen van een tube-einde en inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze.

De uitvinding betreft een werkwijze voor het dichtlassen van het einde 5 van een tube, vervaardigd van kunststof of een gelamineerd materiaal bestaande uit kunststof en lagen aluminiumfolie, welke tube wordt gebruikt als houder voor het opslaan en aanbrengen van bijvoorbeeld tandpasta of cosmetica, en een inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze.

Tegenwoordig zijn er drie hoofstypes van tubes bekend, welke 10 worden gebruikt voor het opslaan en aarbrengen van tandpasta of cosmetica en dergelijke stoffen. Vroeger werd een algemeen gebruikt type tube vervaardigd van lichtmetaal, met name aluminium. Het einde van de tube werd gewoonlijk dicht gemaakt, door een aantal vouwen aan het tube-einde aan te brengen. Een dergelijke afsluiting is echter niet betrouwbaar 15 genoeg omdat de eindafdichting van aluminium tubes vaak bij het gebruik beschadigd wordt.

Een algemeen gebruikt type tube is de kunststof tube, waarvan het omhulsel wordt vervaardigd van een elastisch kunststofmateriaal.

Een dergelijke tube heeft het voordeel dat zijn vorm bij het gebruik 20 ongewijzigd blijft. Door zijn ongewijzigde esthetische uiterlijk is dit soort tubes bijzonder geschikt om te worden gebruikt als houder voor cosmetica voor dames.

Een ander gebruikelijk type tube, dat tegenwoordig wordt gebruikt, is de gelamineerde tube, waarbij het omhulsel is vervaardigd 25 van een gelamineerd materiaal, bestaande uit afwisselende lagen van kunststof en aluminiumfolie. In tegenstelling tot de geheel uit kunststof bestaande tube wordt de gelamineerde tube, ten gevolge van de alu-miniumlagen, bij het gebruik vervormd. De kunststofmaterialen, die in het algemeen voor dergelijke tubes worden gébruikt, zijn polyalkenen, 30 zoals hogedruk- of lagedruk-polyetheen of polypropeen. Het einde van een tube van kunststof of een gelamineerde tube wordt gewoonlijk afgedicht bijvoorbeeld door het open einde van de tube te verhitten, welk eind in hoofdzaak een cirkelvormige of elliptische doorsnedevorm heeft, totdat dit einde zacht wordt en dan de tubezijden op elkaar te drukken, 35 zodat een las ertussen ontstaat. De sterkte van een op deze wijze gemaakte las is gelijk aan de scheurweerstand van de kunststoffolie, die aan elkaar gelast is aan de binnenzijde van de buis. De sterkte van de las is daardoor onvoldoende, in aanmerking genomen dat de langsnaad van het tube-omhulsel, wanneer deze met de nieuwste fabricagemethoden wordt 40 gemaakt, twee maal zo veel druk kan weerstaan als de eindlas.

8602618

«P

«* - 2 -

In het verloop van de tijd wordt de eindlas van de tube verzwakt, bijvoorbeeld door corrosie, veroorzaakt door faktoren zoals de aromatische stoffen die in het produkt aanwezig zijn, zoals in tandpasta, waarmee de tube gevuld is. Proeven hebben aangetoond dat de sterkte van 5 de eindlas binnen 6 maanden tot de helft van de oorspronkelijke waarde is gedaald. Waarnemingen zoals deze hebben natuurlijk ertoe geleid dat men de constructie van de eindafdichting nader heeft bekeken. Om het begrijpen van de uitvinding te vergemakkelijken, evenals van de voordelen ervan, is het nodig de redenen te verklaren waarom de tegenwoordig 10 toegepaste eindafdichtingen ongeschikt zijn met betrekking tot de levensduur.

De las is normaal 5 - 10 cm lang. De las is gelijkmatig gevormd en zijn dwarsdoorsnede heeft de vorm van een rechte lijn.

Wanneer een druk ontstaat in de tube hebben de zijden van de las de 15 neiging van elkaar te worden gescheurd omdat de lassterkte onvoldoende is om dit te voorkomen.Na verloop van tijd dragen de bovengenoemde aromatische stoffen, die de las corroderen, bij tot het van elkaar scheuren van de laszijden. De scheur plant zich voort in een elliptische doorsnedevorm totdat een gat verschijnt in de eindlas van de tube.

20 Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het dichtmaken van het einde van een kunststof of gelamineerde buis zodanig dat de afdichting een grotere weerstand tegen spanningen heeft.

Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.

25 De werkwijze volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat het open einde of één van de open einden van een tube, waarvan tenminste één einde open is, wordt samengeknepen, gevouwen en dan gelast door verhitting van het gevouwen einde, tenminste aan de buitenzijde van de vouw en het persen van de vouw tegen de rest van het tube-einde.

30 Een gunstige uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat het tube-einde tijdens het lassen van beide zijden wordt verhit.

Een gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze is gekenmerkt doordat het open einde van de tube eerst zodanig wordt afgesneden dat 35 een schuine vorm ontstaat, zodanig dat de zijde van het omhulsel waarheen het einde gevouwen wordt, korter is dan de andere zijde, waardoor het effekt ontstaat dat nadat het einde is gevouwen, de vouw een gelijkmatig einde heeft.

Een andere gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze is geken-40 merkt doordat vóór het vouwen het open tube-einde zodanig wordt afgesneden 8602618 ·* £ - 3 - dat het een schuine vorm krijgt, zodanig dat de zijde van het omhulsel, waarnaar het einde moet worden omgevouwen, belangrijk korter is dan de andere zijde, waardoor het effekt ontstaat dat nadat het einde is gevouwen en gelast, het buitenvlak van de vouw wordt verbonden met 5 het vlak van het tube-omhulsel dat naar de vouw is gekeerd.

De inrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat deze een transportband heeft voor het transport van de tubes, die daarop met het open einde naar boven vertikaal worden geplaatst, naar een vouw-inrichting die het tube-einde dubbel vouwt en een lasinrichting die 10 tenminste één verhittingsinrichting en een samendrukinrichting heeft.

Een gunstige uitvoeringsvorm van de inrichting is gekenmerkt doordat deze koel- en persinrichtingen heeft, aangebracht achter de lasinrichting, in de transportrichting gezien.

Een andere gunstige uitvoeringsvorm van de inrichting is 15 gekenmerkt doordat de transporteur bestaat uit een schuimrubber band en een transportband.

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de inrichting is gekenmerkt doordat de vouwinrichting bestaat uit twee opvolgende buig-schijven.

20 Een las, vervaardigd volgens de uitvinding, heeft het voordeel dat de dwarsdoorsnede van de buis altijd zijn rechte lijnvorm behoudt en geen scheuren kan optreden daar de tegenover elkaar liggende zijden van het tube-omhulsel niet uit elkaar kunnen bewegen. Dit komt doordat een andere las aan de buitenzijde van de tube wordt gevormd tussen de 25 vouw en het tubevlak. Daardoor kunnen de aromatische stoffen in de tube niet in de naad komen. Een volgens de uitvinding vervaardigde las heeft een belangrijk betere weerstand tegen spanning dan de bekende naadtypen hébben, doordat zijn sterkte gelijk is aan de treksterkte van hetgelamineerde materiaal zelf.

30 Een ander belangrijk voordeel van de werkwijze volgens de uitvinding is dat de gehele lasbewerking wordt uitgevoerd terwijl de tubes bewegen over een continue baan in de zelfde richting, zodat geen schokkende heen en terug bewegingen optreden.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de 35 hand van de tekening, waarin gunstige uitvoeringsvoorbeelden van de vervaardigde lassen en de inrichting volgens de uitvinding zijn weergegeven.

Fig. 1 is een bovenaanzicht van de inrichting, gedeeltelijk in doorsnede.

40 Fig. 2 is een doorsnede volgens II - II van fig. 1.

8502618 - 4 -

Fig. 3 is een doorsnede volgens III - III van fig. 1.

Fig. 4 is een doorsnede volgens IV - IV van fig. 1.

Fig. 5 is een doorsnede volgens V - V van fig. 1.

Fig. 6 is een doorsnede volgens VI - VI van fig. 1.

5 Fig. 7 is een doorsnede volgens VII - VII van fig. 1.

Fig. 8 is een doorsnede volgens VIII - VIII van fig.1.

Fig. 9 is een doorsnede volgens IX - IX van fig. 1.

Fig.10 is een doorsnede van een bekende tube»eindverbinding.

Fig. 11 is een doorsnede van een tube-eindlas, vervaardigd 10 met de werkwijze en de inrichting van de uitviflding.

Fig. 12 toont een gunstige uitvoeringsvorm van de las.

In fig. 1 is de inrichting volgens de uitvinding in bovenaanzicht weergegeven met gedeeltelijke doorsnede. De inrichting heeft schuimrubber banden 1 waarmee de tubes 2 in vertikale stand worden getransporteerd, met het 15 open einde naar boven. In dit stadium zijn de tubes reeds gevuld met de gewenste stof, bijvoorbeeld tandpasta of dergelijk materiaal.

Wanneer de tubes komen in de nauwe ruimte tussen de twee tegen elkaar liggende transportbanden 3 wordt het boveneinde van élke tube samengeknepen waarna de tubes 2 verder worden bewogen door de transportbanden 20 3 naar een vouwinrichting bestaande uit twee opvolgende buigschijven 4, 5. De eerste buigschijf 4 buigt het tube-einde over een hoek van 90° met het vertikale vlak en de tweede buigschijf 5 voltooit het vouwen opde in fig. 6 weergegeven wijze. Bij het verlaten van de vouwinrichting heeft de tube 2 een dubbelgevouwen einde.

25 De tube wordt getransporteerd van de eerste buigschijf naar de tweede buigschijf onder positieve geleiding, met het tube-einde in de stand volgens fig. 5. Dit belet dat het gebogen einde weer recht buigt. Op soortgelijke wijze beweegt de tube onder positieve geleiding van de tweede buigschijf 6 naar een lasinrichting, bestaande uit twee 30 tegenover elkaar geplaatste bewegende lasbanden 7, die zodanig zijn aangebracht, dat zij schuiven over verhitters 8 en de tube-einden samenknijpen. Teneinde de lasbanden 7 stabiel op hun plaatsen en in de vertikale richting te houden is de lasinrichting voorzien van metaaldraden 9, ingebed in de verhitters 8 en bevestigd aan de lasbanden 7 , bijvoor-35 beeld door vulcaniseren. De verhitters 8 zijn voorzien van verhittings-patronen 10 vanwaar de warmte wordt geleid via de verhitters en de banden naar het gevouwen en te lassen tube-einde. Terwijl het tube-einde wordt verhit wordt het ook stevig samengeknepen door middel van de lasbanden 7. De constructie van de aldus verkregen lassen wordt in detail verklaard 40 aan de hand van fig. 11 en 12. Volgens de uitvinding is het ook mogelijk 8602618 * - 5 - een lasinrichting te gebruiken met slechts e'en verhitter 8, in welk geval het het beste is de verhitter aan die zijde te plaatsen naar welke het tube-einde wordt gebogen.

Bovendien kan de inrichting zijn voorzien van koel- en pers-5 schijven 11, die in de bewegingsrichting achter de lasinrichting worden geplaatst. Door middel van de persschijf kan bijvoorbeeld het fabricage-numraer in de las worden gedrukt.

Fig. 10 toont een tube-einde met een las verkregen met de tegenwoordig meest gebruikte bekende werkwijze. Bij die werkwijze wordt 10 de las 12 gevormd tussen de omhulselzijden 13 en 14. Deze las wordt gemaakt door het tube-einde te verhitten en de tubezijden stevig op elkaar te drukken tussen koude klembekken.

Fig. 11 toont een las aan een tube-einde verkregen met de werkwijze van de uitvinding. Voor het lassen is het omhulsel 13, 14 een 15 tube met een in hoofdzaak ronde doorsnedevorm. Volgens de uitvinding bestaat het omhulsel hetzij geheel uit kunststof of uit een laminaat van afwisselende kunststof en aluminiumfolies, die op elkaar worden geplaatst. De meest gunstige kunststofmaterialen voor dit doel zijn polyalkenen, bijvoorbeeld lagedruk-en hogedruk-polyetheen en polypropeen.

20 Bij de buis volgens fig. 11 en 12 is het omhulsel vervaardigd van een gelamineerd materiaal met twee aluminiumfolielagen 15. Het aantal aluminiumfolie * lagen is willekeurig en beperkt op geen enkele wijze de uitvinding. Een voordeel wordt verkregen door het einde van het omhulsel enigszins schuin af te snijden, zodanig dat het omhulsel korter wordt 25 aan de zijde naar welke het einde moet worden omgebogen. Dit maakt het mogelijk een las te verkrijgen waarbij de einden van de omhulselhelften 13, 14 gelijk liggen. De las 16 wordt verkregen tussen het buitenvlak van de omhulselhelft 13 en het binnenvlak van de vouw. De las 17 wordt . aangebracht binnen de vouw tussen de beide omhulselhelften 13, 14. Indien 30 nodig kan het tube-einde ook worden verhit van de andere zijde voor het verschaffen van een las tussen de omhulselhelften 13, 14 voordat het vouwen begint. Dit is het geval bij de als voorbeeld gegeven uitvoeringsvormen in de figuren. Voor de levensduur van de eindlas is dit echter niet nodig.

35 In fig. 10 - 12 is om technische redenen en voor de duidelijk heid de afmeting van de las sterk overdreven. Bijvoorbeeld is in fig. 11 de afmeting L ongeveer 4 - 5 mm en de afmeting S ongeveer 1 mm. In werkelijkheid is de onderrand van de vouw niet zo rond als weergegeven in fig. 11 en 12, maar scherp.

40 Fig. 12 toont een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding 8602618 •tf - 6 - waarbij vóór het vouwen het einde van het omhulsel 13, 14 schuin is afgesneden zodanig dat na het vouwen en lassen de buitenrand 19 van de omhulselhelft 14 wordt verbonden met het buitenvlak van de omhulselhelft 13. Hierdoor wordt het uiterlijk verbeterd en de levensduur van het 5 gelaste einde nog verder vergroot. Overigens is de constructie van het tube-einde gelijk aan die van de uitvoeringsvorm volgens fig. 11, d.w.z. dat bij verhitting van de beide zijden de lassen 16, 17- en 18 ontstaan.

Het is duidelijk voor een deskundige dat de uitvinding niet is beperkt tot de boven weergegeven voorbeelden van uitvoeringsvormen, 10 maar dat wijzigingen binnen het kader van de conclusies kunnen worden aangebracht.

15 20 25 30 35 40 8602618

Claims (10)

1. Werkwijze voor het af dichten van het einde van een tube van kunststof of een gelamineerd materiaal bestaande uit kunststof-en aluminiumfolielagen, welke tube wordt gébruikt als houder voor het opslaan en aanbrengen van bijvoorbeeld tandpasta of cosmetica, met het 5 kenmerk, dat het open einde of één van de open einden van de tube (2), die tenminste één open einde heeft, onder continue positieve géléiding wordt samengeknepen, gevouwen en dan gelast door het verhitten van het gevouwen einde, tenminste van de buitenzijde van de vouw en het samenknijpen van de vouw tegen de rest van het tube-einde.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het einde van de tube (2) van beide zijden wordt verhit tijdens het lassen.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat vóór het lassen het open einde van de tube (2) schuin zodanig wordt afgesneden, dat de zijde van het omhulsel, naar welke hét einde 15 moet worden omgevouwen, korter is dan de andere zijde, waardoor het effekt ontstaat dat na het vouwen van het einde de vouw een gelijkmatig einde heeft.

4. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat vóór het vouwen het open einde van de tube (2) zodanig schuin wordt 20 afgesneden dat de zijde van het omhulsel, naar welke het einde moet worden omgevouwen, belangrijk korter is dan de andere zijde, waardoor het effekt ontstaat, dat nadat het einde is omgevouwen en gelast, het buitenvlak (19j van de vouw wordt verbonden met het vlak van het tube-omhulsel dat naar de vouw gekeerd is.

5. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, welke wordt toegepast voor het lassen van het einde van een tube van kunststof of een gelamineerd materiaal, bestaande uit bijvoorbeeld afwisselende lagen aluminiumfolie en kunsstoflagen, welke inrichting een transporteur (1, 3, 4) heeft voor het meevoeren van 30 de tubes met het open einde naar omhoog gekeerd, een vouwinrichting (5, 6) en een lasinrichting (7, 8), met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van organen voor het positief geleiden van de tubes tussen de transporteur (1, 3, 4) en de vouwinrichting (5, 6), evenals tussen de vouwinrichting (5, 6) en de lasinrichting (7, 8) en dat de transporteur, 35 de vouwinrichting en de lasinrichting, evenals de organen voor de positieve geleiding, zijn aangebracht om de tubes (2) met in hoofdzaak 860 2 6 te - 8 - konstante snelheid door de gehele inrichting te voeren.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de transporteur bestaat uit een schuimrubberband (1) en twee transportbanden (3, 4), waarbij het open einde van de buizen wordt platgedrukt 5 tussen de transportbanden.

7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de vouwinrichting bestaat uit een buigschijf (5), die het einde van de tube (2) over 90° ombuigt, een orgaan voor positieve geleiding dat de tube geleidtzodanig dat zijn einde in de gebogen 10 stand blijft, en een andere buigschijf (6) die het reeds gebogen einde nogmaals over 90° ombuigt, waardoor het tube-einde wordt dubbelgevouwen.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat een orgaan voor positieve geleiding, aangebracht tussen de buigschijf (6) en de lasinrichting (7), de tube (2) in de lasinrichting brengt met 15 dubbelgebogen tube-einde.

9. Inrichting volgens een der conclusies 5-8, met het kenmerk, dat de lasinrichting bestaat uit tegenover elkaar geplaatste, beweegbare lasbanden (7), die de organen vormen voor het samendrukken van de tube-einden, en uit tenminste een verhitter(8) voorzien van 20 verhittingspatronen (10), vanwaar warmte wordt geleid via de lasbanden naar de tube-einden.

10. Inrichting volgens een der conclusies 5-9, met het kenmerk, dat de inrichting koel- en persorganen (11) bevat, die zijn aangebracht achter de lasinrichting (7, 8) in de. bewegingsrichting gezien. 25 30 35 40 8602618