NL8601115A - Grondbewerkingsmachine. - Google Patents

Grondbewerkingsmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL8601115A
NL8601115A NL8601115A NL8601115A NL8601115A NL 8601115 A NL8601115 A NL 8601115A NL 8601115 A NL8601115 A NL 8601115A NL 8601115 A NL8601115 A NL 8601115A NL 8601115 A NL8601115 A NL 8601115A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
arm
machine according
soil cultivation
cultivation machine
pin
Prior art date
Application number
NL8601115A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8601115A priority Critical patent/NL8601115A/nl
Priority to DE8787200797T priority patent/DE3770986D1/de
Priority to EP87200797A priority patent/EP0244038B1/en
Publication of NL8601115A publication Critical patent/NL8601115A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/08Tools; Details, e.g. adaptations of transmissions or gearings
    • A01B33/087Lifting devices; Depth regulation devices; Mountings
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/16Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with special additional arrangements
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B49/00Combined machines
    • A01B49/02Combined machines with two or more soil-working tools of different kind
    • A01B49/022Combined machines with two or more soil-working tools of different kind at least one tool being actively driven
    • A01B49/025Combined machines with two or more soil-working tools of different kind at least one tool being actively driven about a substantially vertical axis

Description

« * C. van der Lely N.V., Maasland.
"GRONDBEWERKINGSMACHINE"
De uitvinding heeft betrekking op een grondbewer-kingsmachine voorzien van een draaggestel en een aantal daarin ondersteunde, om assen aandrijfbare, bewerkingsor-ganen, waarbij achter de bewerkingsorganen een rol is aange-5 bracht door middel van verzwenkbare armen, die ten opzichte van het draaggestel in hoogterichting verstelbaar zijn door middel van ten minste één verstelmechanisme dat tussen het draaggestel en een verzwenkbare arm is aangebracht.
Machines van deze soort, die veelal worden ingezet 10 bij de bereiding van een zaaibed, kunnen een voorziening hebben waardoor het draaggestel tijdens het bedrijf ten opzichte van de rol in hoogterichting kan bewegen, zodat de bewerkingsorganen, indien zij op harde opstakels stoten, tesamen met het draaggestel in hoogterichting kunnen uit-15 wijken ter voorkoming van beschadigingen aan de machine.
Bij deze bekende constructie kan men, bij het bewerken van harde gronden, de bewerkingsorganen niet altijd tot de gewenste diepte in de grond brengen.
Met de constructie volgens de uitvinding wordt nu 20 een betrouwbare voorziening verkregen, waarmede men, indien gewenst, de beweeglijkheid van het draaggestel ten opzichte van de rol kan blokkeren, terwijl een snelle en eenvoudige verstelling van de rol ten opzichte van het draaggestel blijft gehandhaaft teneinde de gewenste werkdiepte van de 25 bewerkingsorganen snel te kunnen wijzigen.
Aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.
Fig. 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewer-30 kingsmachine weer voorzien van een constructie volgens de uitvinding.
Fig. 2 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de pijl II in fig. 1.
______ 8601 1 1 5 4 - 2 - f 4
Fig. 3 geeft in zijaanzicht op grotere schaal de constructie volgens de uitvinding weer.
Fig. 4 geeft een aanzicht weer volgens de pijl IV
in fig. 3.
5 Fig. 5 geeft een aanzicht weer volgens de lijn V-V
in fig. 3, terwijl
Fig. 6 op grotere schaal een aanzicht weergeeft volgens de lijn VI-VI in fig. 1.
De in de figuren weergegeven inrichting betreft IQ een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed.
De machine omvat een zich dwars op de voortbewe-gingsrichting A van de machine uitstrekkend draaggestel 1 dat twee langsbalken 2 en 3 omvat, die achter elkaar zijn 15 gelegen en zich althans nagenoeg horizontaal en dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekken. De langsbalken 2 en 3 · zijn door middel van steunen 4 met elkaar verbonden. Aan de steunen 4, die op een wijze zoals in figuur 1 is weergegeven tussen de langsbalken 2 en 3 zijn aangebracht, is een zich 20 althans nagenoeg over de gehele lengte van de langsbalken uitstrekkend kokervormig gesteldeel 5 aangebracht. Het gesteldeel 5 is, zoals uit figuur 2 blijkt, lager gelegen dan de langsbalken 2 en 3, waarvan de achterste balk 3 zich op een hoger niveau bevindt dan de voorste balk 2. In het 25 kokervormig gesteldeel 5 zijn op gelijke afstand van bij voorkeur 25 cm van elkaar zich in opwaartse, bij voorkeur vertikale, richting uitstrekkende assen 6 van bewerkingsor-ganen 7 ondersteund. Op het onder uit het gesteldeel 5 stekende einde van elke as 6 van een bewerkingsorgaan 7 is 30 een zich althans nagenoeg horizontaal uitstrekkende drager 8 bevestigd. Elke drager 8 is aan de einden voorzien van zich naar beneden uitstrekkende bewerkingselementen 9 in de vorm van tanden. Aan de achterzijde is, nabij de einden, de voorste langsbalk 2 voorzien van een lip 10 waaraan door 35 middel van een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende pen 11 een arm 12 is aangebracht, welke arm zich schuin naar beneden en naar achteren uitstrekt. Elke arm 12 is voorzien van een schuin naar beneden en naar 86 0 1 1 1 δ
Jl' ' .
- 3 - / \ achteren gericht einddeel dat via een knik in het voorste deel van de arm overgaat (Fig. 2).
Tussen de einden van de armen 12 en een nabij het midden van het draaggestel 1 aan de achterzijde van de 5 voorste langsbalk 2 aangebrachte arm 13 zijn vrijf draaibaar twee in eikaars verlengde gelegen rollen 14 aangebracht, die bij dit uitvoeringsvoorbeeld zijn uitgevoerd als een kooi-rol? echter kunnen de rollen ook een andere uitvoering hebben, bijvoorbeeld kunnen zij zijn uitgevoerd als een 10 pakkerrol. De einden van de achterste langsbalk 3 zijn voorzien van een plaat 15. Op de plaat 15 is een steun 16 bevestigd op een afstand van zijn boveneinde, die althans nagenoeg gelijk is aan een derde van de lengte van de steun. Zoals uit figuur 2 blijkt, strekt de rechte steun 16 zich 15 schuin naar voren en naar beneden uit. Elke steun 16 is U-vormig en is zodanig aangebracht dat de benen naar buiten zijn gericht. Het achterste been is langer dan het voorste been dat ongeveer de halve hoogte van het achterste been heeft, hetgeen voor de montage van de hierna te beschrijven 20 voorzieningen gunstig is. Elke arm is voorzien van een tap 17 in de vorm van een bout. De tap 17 is gevoerd door een glijstuk 18, dat is aangebracht tussen de benen van de U-vormige steun. De tap 17 is verplaatsbaar in een sleufvormige geleiding 19, die in het tussen de benen van de U 25 gelegen deel is aangebracht en in een dwarssleuf 20 in het glijstuk 18. De sleufvormige geleiding 19 is zodanig dat deze althans nagenoeg concentrisch verloopt met de langs-hartlijn van de pen 11, die een draaiingsas vormt voor een arm 12. Achter een steun 16 is elke arm 12 voorzien van een 30 vers telmechanisme 21, dat een schroefspindel 22 omvat. Het ondereinde van de schroefspindel 22 is verzwenkbaar met een arm 12 verbonden door middel van een pen 23, die zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt. De schroefspindel 22 is aan de bovenzijde door een pijp 23A omgeven en door 35 middel van een pen 24 verzwenkbaar gelegerd tussen lippen 25. De lippen 25 zijn aangebracht op een glijstuk 26 dat tegen dé buitenzijde van het achterste been van de ü-vormige steun 16 rust en door middel van twee .nabij de einden 860 1 1 1 5 X Λ.
- 4 - gelegen tappen 27 en 28 in een sleufvormige geleiding 29, die in het achterste been is aangebracht in opwaartse res-pektievelijk neerwaartse richting beweegbaar is. De pennen 27 en 28 zijn aan de binnenzijde van het achterste been van 5 de U-vormige steun 16 verbonden door middel van een strip 30. Nabij het midden is de U-vormige steun 16 voorzien van een tussen de benen aangebracht dwarsstuk 31. Het dwarsstuk 31 draagt een bout 32, waarom een tussen de benen van de U-vormige steun 16 gelegen arm 33 verzwenkbaar is. De arm 33 10 is door middel van een veer 34 belast, een en ander zodanig, dat de arm in de richting van het achterste been van de U-vormige steun 16 tracht te verzwenken. Nabij de bovenzijde is de arm 33 voorzien van een gat met schroefdraad, waarin een van schroefdraad voorzien einde van een stelarm 35 15 verdraaibaar is. Het einde van het door de arm 33 gevoerde deel van de stelarm 35 rust onder de tap 27 tegen de om de tappen 27 en 28 aangebrachte, aan de binnenzijde van het achterste been van de U-vormige steun 16 gelegen, strip 30. Met behulp van de stelarm 35 kan de arm 33 zodanig worden 20 verzwenkt, dat het boveneinde van de arm in de baan komt van de onderste tap 28 op het glijstuk 26 van het verstelmechanisme 21 en daarbij de beweging van deze tap in de geleiding 29 en daarmede van het glijstuk 26 blokkeert. De arm 33 is daartoe aan de bovenzijde voorzien van een uitsparing, waar-25 van de vorm overeenstemt met de kromming van de tap 28. De afstand tussen het de pennen 27 en 28 dragende glijstuk 26 en een arm 12 kan worden versteld door middel van de schroef spindel 27. Ter hoogte van de arm 13 is de achterste langsbalk 3 aan de voorzijde voorzien van een zich schuin 30 naar voren en beneden uitstrekkende U-vormige steun 36. De steun 36 is voorzien van een sleufvormige geleiding 19 die op dezelfde wijze is aangebracht als bij de U-vormige steunen 16 aan de einden van de langsbalk 3. Voor de arm 13 is een verstelmechanisme 37 aanwezig. Het verstelmechanisme 37 35 omvat een schroefspindel 38, waarvan het ondereinde door een pin 39 verzwenkbaar aan de arm 13 is aangebracht (Fig. 6). Het boveneinde van de schroef spindel is omsloten door een pijp 40 en voorzien van diametraal tegenover elkaar gelegen 860 1 1 1 5 - 5 - -- i tappen 41, die naar boven respektievelijk naar beneden beweegbaar zijn in een sleufvormige geleiding 42. De sleuf-vormige geleidingen zijn aangebracht in zich aan weerszijden van de schroefspindel 38 bevindende plaatvormige steunen 43, 5 die op de langsbalk 3 zijn bevestigd. Een van de plaatvormige steunen 43 is aan de achterzijde over een deel 44 haaks omgezet. Nabij de onderzijde is door het deel 44 van de betreffende steun 43 een bout 45 gevoerd. Elke bout is aan de voorzijde ondersteund door middel van een oor 46. Om 10 de bout 45 is een arm 33 verzwenkbaar, welke arm door middel van een veer 34 na het terugdraaien van de stelarm 35 binnen het bereik van de tap 41 brengbaar is, zodat hierdoor een neerwaarts bewegen van de tap wordt voorkomen (Fig. 6). Binnen het kokervormige gesteldeel 5 is elk van de assen 6 15 voorzien van een tandwiel 47 met rechte vertanding, een en ander zodanig, dat de tandwielen op de assen van naast elkaar gelegen bewerkingsorganen 7 met elkaar in aandrijvende verbinding staan. Nabij het midden is de as van een bewerkingsorgaan 7 verlengd. De verlenging reikt tot in een 20 tandwielkast 48, waarbinnen deze as via een conische tandwieloverbrenging in verbinding staat met een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as, die via een aan de achterzijde van de tandwielkast 48 aanwezige toerenvariator 49 in verbinding staat met een zich in de 25 voortbewegingsrichting A uitstrekkende daar boven gelegen as 50, die aan de voorzijde buiten de tandwielkast uitsteekt.
Het uitstekende einde van de as 50 kan door middel van een tussenas 51 met de aftakas van een trekker worden gekoppeld.
De voorste langsbalk 2 van de draagconstructie 1 is voorzien 30 van een bok 52, die een driepuntsbevestiging vormt voor aankoppeling van de machine aan de driepuntshefinrichting van een trekker.
De werking van de in het voorgaande beschreven machine is als volgt: 35 Tijdens het bedrijf is de machine door middel van de bok 52 met de driepuntshefinrichting van een trekker gekoppeld en kan bij voortbeweging in de richting volgens pijl A vanaf de aftakas v-ia de tussenas 51 en de in het voorgaande %, . .
8601115 - 6 - beschreven overbrenging een zodanige aandrijving van de bewerkingsorganen 7 worden verkregen dat naast elkaar gelegen bewerkingsorganen tegengesteld roteren en daarbij met hun bewerkingselementen 9 tenminste aan elkaar grenzende 5 stroken grond bewerken. De werkdiepte van de bewerkingsorganen 7 kan met behulp van de hefinrichting van de trekker worden ingesteld waarbij het draaggestel 1 ten opzichte van de rollen 14 voor een obstakel vanuit de in de figuren weergegeven stand naar boven kan uitwijken, doordat het 10 geheel van armen 12, 13 en verstelmechanismen 21, 37, welke de schroefspindels 22 respektievelijk 38 omvat in twee boven elkaar gelegen punten via de tappen 17, 27, 28 respektievelijk 17, 41 in de sleufvormige geleidingen 19, 29 respektievelijk 42 een vrije, begrensde beweging kan uitvoeren. Hier-15 door kan, indien de bewerkingsorganen 7 op zich in de bodem bevindende -harde voorwerpen stoten, het draaggestel 1 ten opzichte van de rollen 14 in hoogterichting bewegen, waardoor beschadiging van de bewerkingselementen van de bewerkingsorganen kan worden voorkomen en eveneens een even-20 tuele beschadiging van de aandrijving voor de bewerkingsorganen.
Indien men een diepteinstelling wil verkrijgen door middel van de rollen 14, kan men door middel van de stel-armen 35 de verzwenkbare armen 33 zodanig verzwenken dat het 25 boveneinde van de armen onder de tap 28 respektievelijk 41 komt, waardoor een beweging van het verstelmechanisme 21 respektievelijk 37 en de armen 12 respektievelijk 13 wordt voorkomen. Vervolgens kan men met behulp van de schroefspindels 22, 38 de armen 12 respektievelijk de arm 13 zoda-30 nig verstellen dat de gewenste diepte van de bewerkingsorganen wordt verkregen. Hierbij kan de tap op een arm 12 respektievelijk 13, gevormd door de bout 17 in de gebogen sleufvormige geleiding 19 bewegen tot de gewenste stand is bereikt, waarna de bout kan worden vastgedraaid, zodat een 35 extra vergrendeling van de arm ten opzichte van de steun 16 respektievelijk 36 wordt verkregen. Wil men vervolgens opnieuw een bewegingsmogelijkheid van het draaggestel 1 ten opzichte van de rollen 14 creëren, dan kan men door middel 86 0 iH 5
- '. V
wr - 7 - van de verdraaibare stelarmen 35 de armen 33 buiten het bereik van de tap 28 respektievelijk 41 brengen, waardoor de bovengenoemde beperkte vrije beweeglijkheid van het draag-gestel opnieuw tot stand komt- Alhoewel niet weergegeven, 5 zal het duidelijk zijn dat in plaats van de rollen 14 ook een enkele rol aanwezig kan zijn met aan de einden de in de figuren 1-3 afgebeelde voorziening.
Met behulp van de bovenbeschreven constructie kan men, bij toepassing van een in hoogterichting beweegbaar draag-10 gestel, een gemakkelijk bedienbaar en compact uitgevoerd verstelmechanisme voor de armen van een rol verkrijgen, hetwelk bovendien beschermd is tegen vervuiling en beschadiging en een snel blokkeren van de beweeglijkheid van het draaggestel bestaat.
15 De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande, doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.
-Conclusies- 8601115

Claims (20)

1. Grondbewerkingsmachine voorzien van een draag-gestel en een aantal daarin ondersteunde, om assen aan-drijfbare, bewerkingsorganen, waarbij achter de bewerkings-organen tenminste één rol is aangebracht door middel van 5 verzwenkbare armen, die ten opzichte van het draaggestel in hoogterichting verstelbaar zijn door middel van tenminste één vers telmechanisme, dat tussen het draaggestel en een verzwenkbare arm is aangebracht, met het kenmerk, dat het verstelmechanisme tesamen met een verzwenkbare arm van de 10 rol vrij beweegbaar ten opzichte van het draaggestel van de machine is aangebracht.
2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het geheel van een verstelmechanisme en een arm in twee boven elkaar gelegen punten in hoogte- 15 richting vrij beweegbaar ten opzichte van het draaggestel is ondersteund.
3. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het draaggestel is voorzien van een steun, die een geleiding omvat voor zowel een verstel- 20 mechanisme als een arm.
4. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat een verstelmechanisme nabij de bovenzijde en de arm nabij de onderzijde van de steun in een geleiding is ondersteund.
5. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de geleiding wordt gevormd door een sleuf, waarin een tap op het verstelmechanisme, respektievelijk een tap op de arm, vrij beweegbaar is.
6. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 5, met 30 het kenmerk, dat de steun U-vormig is, waarbij de benen van de U naar buiten zijn gericht en een sleufvormige geleiding zich in een been, respektievelijk in een tussen de benen gelegen deel van de U-vormige steun, bevindt.
7. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 5 of 6, 35 met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn met behulp waarvan een beweging van de tap op het vers te lmechanisme in 8601115 ♦ - 9 - * de sleufvormige geleiding kan worden geblokkeerd.
8. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de middelen aangrijpen op een tap, die zich bevindt aan de onderzijde van een glijstuk, waarmee de 5 bovenzijde van de schroefspindel van het verstelmechanisme scharnierend is verbonden.
9. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de laatst genoemde tap eveneens in de sleufvormige geleiding beweegbaar is aangebracht.
10. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de middelen een verzwenkbare arm omvatten, waarvan de bovenzijde met de onderste tap op het glijstuk kan samenwerken.
11. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 7, met 15 het kenmerk, dat de middelen een verzwenkbare arm omvatten, die met een tap, welke een scharnierende verbinding vormt voor het boveneinde van de schroefspindel, kan samenwerken, teneinde een beweging van deze tap in de sleuf vormige geleiding te blokkeren.
12. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de verzwenkbare arm door middel van een stelarm verstelbaar is.
13. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 10 - 12, met het kenmerk, dat de verzwenkbare arm onder veer-25 werking verzwenkbaar is.
14. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 10 - 13, met het kenmerk, dat de verzwenkbare arm een uitsparing omvat, die met de in de sleufvormige geleiding beweegbare tap kan samenwerken.
15. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 5 - 14, met het kenmerk, dat de tap op een arm voor de rol beweegbaar is in een sleufvormige geleiding, die concentrisch ten opzichte van het zwenkpunt voor de arm verloopt.
16. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 15, met 35 het kenmerk, dat de tap wordt gevormd door een bout, waarmede de arm voor de rol ten opzichte van de sleuf vormige geleiding fixeerbaar is.
17. 'Grondbewerkingsmachine volgens een der conclu- 860 1 1 1 5 <* - 10 - 7 'C sies 2 - 16, met het kenmerk, dat het verstelmechanisme een schroefspindel omvat, die met de arm beweegbaar is en de verbinding vormt tussen twee boven elkaar gelegen ten opzichte van het draaggestel in hoogterichting beweegbare 5 punten.
18. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan beide einden van de rol een verstelmechanisme aanwezig is, dat met een arm voor de rol ten opzichte van het draaggestel in hoogterichting 10 vrij beweegbaar is.
19. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies 1-17, met het kenmerk, dat twee rollen naast elkaar en in eikaars verlengde zijn gelegen, waarbij midden ‘ tussen de rollen een met een arm voor de rollen gemeenschap-15 pelijk beweegbaar verstelmechanisme en aan de buitenzijden van de rollen eveneens een met een arm voor een rol beweegbaar verstelmechanisme aanwezig is.
20. Grondbewerkingsmachine, zoals beschreven in het voorgaande en weergegeven in de figuren. 8601115
NL8601115A 1986-05-01 1986-05-01 Grondbewerkingsmachine. NL8601115A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8601115A NL8601115A (nl) 1986-05-01 1986-05-01 Grondbewerkingsmachine.
DE8787200797T DE3770986D1 (de) 1986-05-01 1987-04-28 Bodenbearbeitungsgeraete.
EP87200797A EP0244038B1 (en) 1986-05-01 1987-04-28 A soil cultivating machine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8601115A NL8601115A (nl) 1986-05-01 1986-05-01 Grondbewerkingsmachine.
NL8601115 1986-05-01

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8601115A true NL8601115A (nl) 1987-12-01

Family

ID=19847961

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8601115A NL8601115A (nl) 1986-05-01 1986-05-01 Grondbewerkingsmachine.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0244038B1 (nl)
DE (1) DE3770986D1 (nl)
NL (1) NL8601115A (nl)

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7111947A (nl) * 1971-08-31 1973-03-02
NL7510308A (nl) * 1975-09-02 1977-03-04 Lely Nv C Van Der Landbouwwerktuig.
AT391050B (de) * 1982-08-31 1990-08-10 Rau Gmbh Maschf Kombinationsgeraet zur landwirtschaftlichen bodenbearbeitung
NL8402020A (nl) * 1984-06-27 1986-01-16 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder geschikt voor de bereiding van een zaaibed.

Also Published As

Publication number Publication date
DE3770986D1 (de) 1991-08-01
EP0244038A1 (en) 1987-11-04
EP0244038B1 (en) 1991-06-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8500396A (nl) Grondbewerkingsinrichting.
NL8202530A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL192558C (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8501109A (nl) Landbouwwerktuig.
NL8204705A (nl) Grondbewerkingsrol.
NL8402540A (nl) Ploeg.
NL7903571A (nl) Rol voor het aandrukken van aarde.
NL8601115A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL192287C (nl) Rotorkopeg.
NL193084C (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8402585A (nl) Ploeg.
NL193433C (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8403460A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8402020A (nl) Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder geschikt voor de bereiding van een zaaibed.
NL8201055A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8403369A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8801489A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602430A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL192019C (nl) Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bewerking van een zaaibed.
NL192594C (nl) Combinatie van een grondbewerkingsmachine en een daarmee te koppelen verdere machine.
NL8602005A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL9101330A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8700952A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602972A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8006776A (nl) Grondbewerkingsmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed