NL8600702A - Stabiele enzymatische vloeibare detergenssamenstelling die het loslaten van vuil bevordert. - Google Patents

Description

i* __ · 4 VO 8095

Stabiele enzymatische vloeibare detergenssamenstelling die het loslaten van vuil bevordert.

De uitvinding heeft betrekking stabiele vloeibare detergens-samenstellingen. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op dergelijke samenstellingen die effectieve hoeveelheden van een aantal als detergens actieve componenten bevatten en die een gestabiliseerd 5 polymeer bevatten dat het loslaten van vuil bevordert en zich afbet op polyester en mengmaterialen met polyester tijdens het wassen daarvan en daardoor het loslaten van later aangebracht lipofiel vuil bevordert. Dergelijke samenstellingen bevatten ook enzyme(n) en een of meer fluorescerende heldermakende stoffen, om hun bekende eigenschappen, en zijn 10 verrassenderwijze fysisch en functioneel stabiel bij bewaren, ondanks het feit dat andere vloeibare detergenssamenstellingen die sommige van dergelijke componenten bevatten onstabiel zijn gebleken.

Deze aanvrage is gericht op wat wordt aangeduid als een "1/2 kop” produkt, hetgeen betekent dat 1/2 kop daarvan de normale hoeveelheid is 15 voor een wasmachine voor huishoudelijk gebruik, die een normale hoeveelheid wasgoed bevat (ongeveer 3,5 kg) in ongeveer 65 liter waswater.

Eerder heeft aanvraagster andere octrooiaanvragen ingediend, nl. de Amerikaanse octrooiaanvragen 481.904 (thans vervallen), 539.079, 539.080 en 628.967, die alle gericht zijn op vloeibare detergenssamen-20 stellingen van het "1/4 kop" type. Die eerdere aanvragen betroffen meer geconcentreerde samenstellingen en bevatten soms andere materialen naast die volgens de onderhavige uitvinding en bijgevolg waren daarbij verschillende beperkingen opgelegd ter verkrijging van aanvaardbare produk-ten.

25 Vloeibare detergentia zijn gebruikt voor het wassen van huishou delijk wasgoed in wasmachines en een aantal van dergelijke detergentia bevatten enzymen (alhoewel dikwijls veel of de gehele enzymatische activiteit tijdens bewaren verloren ging). De toepassing van copolymeren van polyethyleentereftalaat en polyoxyethyleentereftalaat in detergenssamen-30 stellingen als stoffen voor het bevorderen van het loslaten van vuil is in verschillende octrooischriften beschreven, waaronder de Britse oc-trooischriften 1.154.370 en 1.377.092 en de Amerikaanse octrooischriften 3.962.152, 4.125.370 en 4.132.680. Vloeibare detergentia die een poly- ' 7 * Ό • / * V ï -2- meer van het genoemde type voor het bevorderen van het loslaten van vuil bevatten zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 4.125.370 en 4.132.680. In deze beide octrooischriften zijn de beschreven vloeibare detergentia evenwel niet van het type volgens de onderhavige uitvinding, 5 omdat de detergentia volgens die octrooischriften triethanolamine en/of ioniseerbare in water oplosbare zouten bevatten in zodanige hoeveelheden, dat zij zouden neigen tot destabilisatie van vloeibare detergentia die als middel voor het bevorderen van het loslaten van vuil een copolymeer volgens de onderhavige samenstellingen bevatten en/of tot het destabili-10 seren van een dergelijk polymeer dat het loslaten van vuil bevordert bij bewaren, waardoor het polymeer zich afscheidt van de andere componenten en/of minder effectief wordt voor het bevorderen van het loslaten van vuil.

In vloeibare detergentia hebben enzymen de neiging om hun acti-15 viteit bij bewaren te verliezen, tenzij zij zijn gestabiliseerd, zoals door bepaalde zouten, bijvoorbeeld natriumformiaat. Maar. de genoemde zouten hebben de neiging om het copolymeer, dat het loslaten van vuil bevordert, te destabiliseren, welk copolymeer een wenselijke component is van de onderhavige vloeibare detergentia, en dat destabiliseren van 20 het middel voor het bevorderen van het loslaten van vuil is vooral sterk in aanwezigheid van een lager alkanolamine of zouten daarvan, zoals triethanolamine (TEA), en multivalente zouten, zoals K2S04' waarvan de· aanwezigheid volgens de onderhavige uitvinding zou moeten worden vermeden. Bepaalde anionische detergentia, zoals hogere alkylbenzeensulfonaten-25 natriumzouten, kunnen bovendien soms destabiliserende effecten hebben op de polymeren voor het bevorderen van het loslaten van vuil en op het enzyme van de onderhavige samenstellingen. Daarom was het verrassend dat het onderhavige vloeibare detergens in een stabiele, zich niet scheidende vorm kon worden gebracht, waarbij de diverse functionele compo-30 nenten daarvan ook na bewaren bij verhoogde temperatuur doelmatig werkzaam blijven.

Volgens de onderhavige uitvinding bevat een stabiel enzymatisch vloeibaar detergens voor het bevorderen van het loslaten van vuil (van het 1/2 kop-type) een voor reinigingsdoeleinden geschikte hoeveelheid van een 35 niet-ionisch detergens, een het detergens aanvullende en de substantiviteit van een fluorescerende heldermakende stof verhogende hoeveelheid van een an- & t i -3- ionisch gesulfoneerd of gesulfateerd synthetisch organisch detergens, een fluorescerende helderheid-bewerkende hoeveelheid van een fluorescerende heldermakende stof, een het loslaten van vuil bevorderende hoeveelheid van een polymeer van polyethyleentereftalaat en polyoxyethyleen-5 tereftalaat dat het loslaten van vuil bevordert, een hoeveelheid enzyme voldoende voor enzymatisch hydrolyseren van eiwithoudend en/of zetmeel-houdend vuil op weefsel tijdens het wassen daarvan met een waterige wasoplossing van een dergelijke vloeibare detergenssamenstelling, een stabiliserende en bufferende hoeveelheid van een stabilisator voor het 10 enzyme of de enzymen, die er tevens voor zorgt dat de onderste pH bij bewaren niet lager daalt dan 6,2, en een waterig milieu, waarin de pH is gelegen in het gebied van 6,2 tot 6,5 na bewaren, waarin de viscositeit wordt gehandhaafd in het gebied 50 tot 150 cP, en waarin geen triethanolamine aanwezig is of minder dan 0,2% daarvan, en niet meer dan 15 in totaal 10% van in water oplosbaar ioniseerbaar zout materiaal {waaronder ioniseerbaar detergens). In sommige samenstellingen binnen deze uitvinding mag de pH (bij bewaren) verminderen tot een waarde in het gebied van 5,8 tot 7,0 zonder het copolymeer, het (de) enzyme(n) of de fluorescerende heldermakende stof te destabiliseren, ten dele af-20 hankelijk van welke van dergelijke componenten aanwezig zijn. De pH is evenwel bij voorkeur gelegen in het gebied van 6,2 tot 7,0 en liefst in het gebied van 6,2 tot 6,5. Ideaal is de pH zo dicht mogelijk gelegen bij 6,2 zonder enig neerslaan van welk bestanddeel van het vloeibare detergens ook, zoals de heldermakende stof te veroorzaken.

25 Alhoewel diverse synthetische organische niet-ionische detergen- tia met bevredigende fysische eigenschappen kunnen worden gebruikt, waaronder condensatieprodukten van ethyleenoxyde en propyleenoxyde met elkaar en met hydroxylbevattende basismaterialen, zoals nonylfenol en alcoholen van het oxo-type, heeft het voor het verkrijgen van de beste 30 resultaten in hoge mate de voorkeur dat het niet-ionische detergens een condensatieprodukt is van ethyleenoxyde en een hoger lineaire alcohol of vetalcohol. In dergelijke produkten heeft de hogere alcohol 10 tot 20 koolstofatomen, bij voorkeur 12 tot 15 of 16 koolstofatomen, en bevat het niet-ionische detergens van 2 tot 30 ethyleenoxydegroepen per mol, 35 bij voorkeur 3 tot 20 en liefst 6 tot 11 of 12. Volgens de grootste voorkeur is het niet-ionische detergens een detergens waarin de hogere ' ï ï » -4- alcohol ongeveer 12 tot 15 of 12 tot 14 koolstofatomen bevat en dat van 6 tot 11 of van 7 tot 11 mol ethyleenoxyde bevat, bijvoorbeeld 6,5 of 7. Tot dergelijke detergentia behoren Alfonic 1214-60C, verkocht door de Conoco Division van E.I. DuPont de Nemours & Co., Ine., en Neodol 5 23-6,5 en 25-7, in de handel gebracht door Shell Chemical Company. Der gelijke detergentia bezitten niet alleen een goede reinigende werking ten opzichte van olie- en-vetachtige vuilafzettingen op wasgoed en een uitstekende verenigbaarheid met'de onderhavige.polymere, het loslaten van vuil bevorderende stoffen en enzymen, maar bovendien, hebben zij bijzonder aan-10 trekkelijke eigenschappen wat betreft hun verenigbaarheid met de diverse overige componenten van de onderhavige vloeibare detergenssamenstellingen alsmede een langdurige stabiliteit van hun viscositeit in waterige en waterige alcoholische oplossingen.

De anionische detergenscomponent van de onderhavige vloeibare 15 detergenssamenstellingen is een gesulfateerd of een gesulfoneerd synthetisch organisch detergens. Gemakshalve worden dergelijke "gesulfateerde en/of gesulfoneerde" detergentia aangeduid als "gesulfateerd en/of gesulfoneerd". Geschikte gesulfateerde en/of gesulfoneerde detergentia omvatten de rechte hogere alkylbenzeensulfonaten, olefinesulfonaten en paraf-20 finesulfonaten, en hogere vetalcoholsulfaten, hogere vetalcoholpoly-ethoxylaatsulfaten (met 3 tot 30 ethoxygroepen, bij voorkeur 3 tot 15), monoglyceridesulfaten en andere aanvaardbare en commercieel beschikbare sulfaten en/of sulfonaten met bevredigende detergerende eigenschappen en een bevredigende stabiliteit in de onderhavige vloeibare detergens-25 samenstellingen. Dergelijke produkten bevatten gewoonlijk een lipofiel gedeelte, waarvan een hogere alifatische groep deel uitmaakt, die liefst een hogere lineaire alkylgroep is. Een dergelijke alkylgroep bevat gewoonlijk 8 tot 20 koolstofatomen, bij voorkeur 10 tot 18 koolstofatomen, bijvoorbeeld lauryl, myristyl of cetyl. Alhoewel het dikwijls de voor-30 keur heeft gebruik te maken van alkylgroepen afkomstig van natuurlijke vetten en oliën, zijn ook synthetische produkten geschikt en verwisselbaar bruikbaar met die welke afkomstig zijn van natuurlijke bronnen. In sommige gevallen zijn vertakte alkylgroepen geschikt, maar gewoonlijk gaat de voorkeur uit naar die welke een rechte of een in hoofdzaak rechte 35 keten hebben. Het is een kenmerk van deze uitvinding dat, alhoewel de genoemde detergenszouten kunnen zijn afgeleid van ammoniak of bepaalde ' , " / ·- .s . , 1 *x «l i -5- alkanolaminen ter bevordering van de oplosbaarheid in waterig milieu, alkalimetaalzouten en bij voorkeur natriumzouten voldoende oplosbaar zijn in een dergelijk milieu in de onderhavige samenstellingen, teneinde heldere produkten te bereiden, die stabiel zijn bij bewaren en hun aan-5 trekkelijk helder uiterlijk behouden evenals hun functionele activiteiten.

Het polymeer dat het loslaten van vuil bevordert is een polymeer van polyethyleentereftalaat en polyoxyethyleentereftalaat dat oplosbaar is in deze samenstellingen en dat uit het waswater, dat het detergens 10 of de detergentia bevat, kan worden afgezet op de synthetische vezelvormige materialen uit organische polymeren, in het bijzonder polyesters en polyestermengmaterialen, teneinde daaraan vuil-loslatende eigenschappen te verlenen, terwijl die materialen toch comfortabel blijven voor een drager van kleding die uit dergelijke materialen is vervaardigd en 15 niet,althans niet beduidend wordt verhinderd dat damp door die kleding wordt doorgelaten. Er is ook gebleken dat dergelijke polyesters eigenschappen bezitten die het opnieuw af zetten tegengaan en dikwijls helpen bij het verwijderen van vlekken van substraten. Zij hebben de neiging om vuil vast te houden, in het bijzonder olie- of vetachtig vuil, dat 20 in het waswater is gedispergeerd tijdens het wassen en het spoelen, zodat dat vuil niet opnieuw op het wasgoed wordt afgezet. Geschikte zodanige produkten zijn copolymeren van ethyleenglycol of een andere geschikte bron van een ethyleenoxydegroep, polyoxyethyleenglycol en tereftaalzuur of een andere geschikte bron van de tereftalaatgroep.

25 De copolymeren kunnen ook worden beschouwd als condensatieprbdukten van polyethyleentereftalaat (PET), dat dikwijls wordt aangeduid als een ethyleentereftalaatpolymeer, en polyoxyethyleentereftalaat (POET). Alhoewel de tereftalaatgroep de voorkeur heeft als de enige dibasische zuur-groep in het polymeer, valt het ook binnen de uitvinding om gebruik te 30 maken van een betrekkelijk kleine hoeveelheid isoftaalzuur en/of ortho-ftaalzuur (en soms ook nog andere dibasische zuren), teneinde de eigenschappen van het polymeer te modificeren. De eigenschappen van dergelijke zuren of bronnen van dergelijke aanvullende groepen die in welk reactie-mengsel ook worden gebracht, en de overeenkomstige hoeveelheden in het 35 uiteindelijke polymeer, zullen gewoonlijk kleiner zijn dan 10% elk van de totale aanwezige ftaalzuurgroepen en zullen bij voorkeur kleiner zijn dan 5% daarvan.

.·* * % 0 , -6-

Het molecuulgewicht van het polymeer zal zijn gelegen in het gebied van ongeveer 15.000 tot 50.000/ bij voorkeur van 19.000 of 20.000 tot 43.000 en liefst van ongeveer 19.000 tot 25.000/ bijvoorbeeld ongeveer 22.000. Dergelijke molecuulgewichten zijn gewichtsgemiddelde 5 molecuulgewichten/ als onderscheiden van getalsgemiddelde molecuulgewichten, die in het geval van de onderhavige polymeren dikwijls lager zijn. Bij de gebruikte polymeren zal het polyoxyethyleen een molecuulgewicht hebben in het gebied van ongeveer 1.000 tot 10.000, bij voorkeur ongeveer 2.500 tot 5.000 en liefst 3.000 tot 4.000, bijvoorbeeld 10 ongeveer 3.400. Bij dergelijke polymeren zal de molaire verhouding van polyethyleentereftalaat- tot polyoxyethyleentereftalaateenheden (waarbij 9 /p=\ 9 9 /p=\ 9 i0CH2CH20-C- (( )} -Ci en €(0CH2CH2)n-0-C- U)) -ai als zodanige eenheden worden beschouwd) zijn gelegen in het gebied van 15 2/1 - 6/1, bij voorkeur 5/2 - 5/1, liefst 3/1 - 4/1, en bijvoorbeeld ongeveer 3/1 bedragen. De verhouding van de ethyleenoxydegroep tot de ftaalzuurgroep in het polymeer bedraagt ten minste 10/1 en dikwijls 20/1 of meer en is bij voorkeur gelegen in het gebied van 20/1 - 30/1 of meer en bedraagt liefst ongeveer 22/1. Er blijkt dus dat het polymeer kan 20 worden beschouwd als zijnde in essentie een gemodificeerd ethyleenoxyde-polymeer, waarbij de ftaalzuurgroep slechts een tamelijk kleine component daarvan vormt, zowel berekend op molaire basis als op gewichts-basis. Het is verrassend dat, met een dergelijk betrekkelijk kleine hoeveelheid ethyleentereftalaat of polyethyleentereftalaat in het polymeer, 25 het polymeer voldoende gelijkenis vertoont met het polymeer van het poly-estervezelsubstraat (of andere polymeren waaraan het kan worden vastgehecht, zoals polyamiden) om daarop te worden vastgehouden tijdens de was-, spoel- en droogbehandelingen. Desalniettemin, zoals blijkt uit vergelijkende proeven en verschillende wasproeven waarbij het loslaten van 30 vuil wordt gemeten, zet het beschreven polymeer, in de onderhavige deter-genssamenstellingen, zich uit het waswater af op gewassen synthetische materialen, in het bijzonder polyesters, waardoor die synthetische materialen beter kunnen worden gewassen ter verwijdering van olieachtig vuil in een latere wasbehandeling met behulp van de vloeibare niet-ionische *. » -7- detergenssamenstelling of een ander produkt met detergerende werking.

Een mogelijke verklaring is dat de hydrofiele eigenschappen van het polymeer, die toe te schrijven zijn aan de grote hoeveelheid hydrofiele ethy-leenoxydegroepen die daarin aanwezig zijn, verantwoordelijk is voor de 5 uitstekende vuil-verwijderende eigenschappen (voor het loslaten van lipofiel vuil) die door het polymeer worden verschaft aan de materialen waarop het is afgezet. Die hydrofiele eigenschappen kunnen het polymeer ook helpen om samen te werken met de componenten van het vloeibare niet-ionische detergensprodukt en kunnen helpen om het polymeer te stabili-10 seren in aanwezigheid van de overige componenten van het vloeibare detergens volgens deze uitvinding. In vergelijking met andere PET-POET-copoly-meren, kan het copolymeer volgens de onderhavige uitvinding toch dikwijls meer doelmatig zijn als middel ter bevordering van het loslaten van vuil, omdat het een belans van lipofiele groepen bevat welke voldoende is om het 15 te doen hechten aan of te verenigen met polyestervezels.

Diverse artikelen, handboeken en octrooischriften beschrijven methoden voor de bereiding van polymeren van het onderhavige type. Bij wijze van voorbeeld kunnen worden genoemd Journal of Polymer Science, deel 3, blz. 609-630 (1948), Journal of Polymer Science, deel 8, blz. 1-20 22 (1951), Fibers From Synthetic Polymers, publicatie van Elsevier

Publising Company, New York (1953), blz. 320-322, de Britse octrooischriften 1.088.984 en 1.119.367 en de Amerikaanse octrooischriften 3.557.039, 3.893.929 en 3.959.230. Alhoewel geschikte methoden die kunnen worden aangepast voor het bereiden van de onderhavige polymeren in 25 die referenties zijn beschreven, heerst de mening dat geen van hen de specifieke polymeren beschrijft die volgens de onderhavige uitvinding worden gebruikt (maar die zijn in de handel verkrijgbaar) en dat eveneens geen van hen de onderhavige detergenssamenstellingen beschrijft. Dergelijke polymeren kunnen worden beschouwd als willekeurig of statis-30 tisch te zijn opgebouwd uit polyethyleentereftalaat- en polyoxyethyleen-tereftalaatgroepen, zoals kan worden verkregen door reactie van polyethyleentereftalaat (b.v. van een kwaliteit om te worden versponnen) en polyoxyethyleentereftalaat, of door reactie van ethyleenglycol, polyoxy-ethyleenglycol en zuur- of methylestervoorlopers daarvan. Toch valt het 35 ook binnen deze uitvinding om meer geordende copolymeren te gebruiken, zoals die verkregen door omzetting van componenten met voorafbepaalde -8- of bekende ketenlengten of raolecuulgewichten, ter verkrijging van wat wordt genoemd blokcopolymeren of niet-statistische copolymeren. Ook ent-polymeren kunnen worden toegepast.

Geschikte copolymeren voor de bereiding van de detergenssamen-5 stellingen volgens deze uitvinding worden in de handel gebracht door Alkaril Chemicals Ine., en commerciële produkten van dit bedrijf, die met succes zijn gebruikt ter verkrijging van voldoeningschenkende deter-genssamenstellingen die het loslaten van vuil bevorderen worden door dat bedrijf verkocht onder de handelsnamen Alkaril QCJ en Alkaril QCF, vroe-10 ger Quaker QCJ en Quaker QCF (Alkaril Chemicals Ine. heeft Quaker

Chemical Corporation overgenomen). Die produkten zijn beschreven in een niet-gedateerde informatiefolder van twee bladzijden van Quaker Chemical Corporation, met als titel Quaker QCF. Het produkt QCJ, dat gewoonlijk wordt geleverd als een waterige dispersie met een concentratie van onge-15 veer 15%, en dat bij voorkeur wordt gebruikt voor het bereiden van de onderhavige vloeibare detergentia, is eveneens verkrijgbaar als een in hoofdzaak droog vast produkt (QCF). Bij deze beide typen van produkten bedraagt de molaire verhouding van ethyleenoxyde tot de ftaalzuurgroep ongeveer 22/1, Van een 16%'s dispersie in water, zoals in het geval van 20 QCJ, bedraagt de viscositeit bij 100°C ongeveer 96 cSt. Naarmate het molecuulgewicht van het polymeer groter is mag de molaire verhouding hydrofiel/hydrofoob daarin kleiner zijn om toch nog bevredigende resultaten te verkrijgen wat betreft het bevorderen van het loslaten van vuil door de onderhavige detergenssamenstellingen. De QCJ- en QCF-polymeren 25 hebben smeltpunten (bepaald door differentiële thermische analyse) van g ongeveer 50 tot 60°C, een carboxylanalyse van 5 tot 20 equivalenten/10 g en een pH van 6 tot 8 in gedestilleerd water voor een concentratie van 5%. Het molecuulgewicht (gewichtsgemiddeld) is gelegen in het gebied van 20.000 tot 25.000 en de molaire verhouding van de eenheden ethyleen-30 tereftalaat tot polyoxyethyleentereftalaat bedraagt ongeveer 74/26.

De genoemde in de handel verkrijgbare produkten zijn oplosbaar in water of in heet water (bij 40 tot 70QC) of kunnen ten minste gemakkelijk worden gedispergeerd en kunnen worden gekenmerkt als produkten met een groot molecuulgewicht, boven 15.000, in het algemeen in het gebied van 35 19.000 tot 43.000 en liefst in het gebied van 20.000 tot 25.000, bijvoor beeld ongeveer 22.000.

i * , . / f ΛΛ -9-

De toegepaste enzymen omvatten proteolytische en amylolytische enzymen, zoals de alkalische proteasen (subtilisine) en alfa-amylase.

Tot de voorkeursenzymepreparaten, die kunnen worden gebruikt, behoren Alcalase 2.5L (2.5 Ansoneenheden/g) en Termamyl 120L, beide vervaardigd 5 door Novo Industri A/S. Er kunnen evenwel ook andere geschikte proteolytische en amylolytische enzymepreparaten worden gebruikt. De genoemde samenstellingen bevinden zich in vloeibare vorm en bevatten 5% actief enzyme in combinatie met 65% propyleenglycol. en 3Q% water. In deze beschrijving genoemde hoeveelheden betreffen de enzymen in de preparaten, 10 de actieve delen daarvan.

De stabilisator of een mengsel van stabilisatoren voor het enzyme is liefst natriumformiaat of bevat een dergelijk zout, maar andere in water oplosbare carboxylaten, zoals kaliumformiaat en acetaten, kunnen eveneens worden gebruikt, waarbij de aanwezige hoeveelheid zodanig is 15 dat de uiteindelijke evenwichts-pH niet kleiner is dan 5,8, bijvoorbeeld niet kleiner dan 6,1 en liefst niet kleiner dan 6,2, en equivalente zouten of mengsels van dergelijke zouten kunnen worden gebruikt. Acetaten, soms toegepast met calciumionen, bijvoorbeeld in hoeveelheden van 100 tot 200 d.p.m., zijn effectieve stabilisatoren voor het enzyme, maar kunnen 20 ongewenste azijnzuurgeuren afgeven en worden daarom dikwijls vermeden.

Het gebruikte waterige milieu bevat water en bij voorkeur tevens een lagere alkanol. Het water is bij voorkeur gedemineraliseerd water, maar leidingwater met een hardheid tot ongeveer 300 d.p.m., als calcium-carbonaat (de hardheid is gewoonlijk afkomstig van magnesium en calcium-25 ionen), kan dikwijls worden gebruikt, alhoewel het de voorkeur heeft dat het water is zachtgemaakt (zoals door zeolietbehandeling) en dat de hardheid minder bedraagt dan 50 d.p.m. en bij voorkeur minder dan 20 d.p.m., teneinde ongewenste wolkerigheid of destabilisatie van het vloeibare detergens te vermijden of te vermijden dat sommige componenten daaruit 30 worden afgescheiden. In plaats van gedemineraliseerd of zachtgemaakt water kan een deel van het water afkomstig zijn van de uitgangsmaterialen, zoals waterige materialen voor het bevorderen van het loslaten van vuil, enzymepreparaten, alkanolen en kleurstoffen. De lagere alkanol, gebruikt als co-solvent) kan ethanol, isopropanol of n-propanol zijn, 35 maar de voorkeur gaat uit naar ethanol. Ethanol wordt gewoonlijk gebruikt als gedenatureerde alcohol, zoals SD-3A of SD-40-2, die een kleine hoe -10- veelheid water bevat alsmede denatureringsmiddel. Kleine hoeveelheden verenigbare opgeloste zouten kunnen eveneens in het waterige milieu aanwezig zijn maar gewoonlijk wordt zulks in de mate van het mogelijke vermeden.

5 Diverse geschikte toevoegstoffen kunnen in de onderhavige vloei bare detergentia aanwezig zijn, zoals fluorescerende kleurstoffen, kleurmiddelen (kleurstoffen en in water dispergeerbare pigmenten, zoals ultramarijn blauw), bactericiden, fungiciden en parfums. De concentraties van dergelijke componenten zijn gewoonlijk laag en bedragen dikwijls 10 minder dan 1% en liefst zelfs minder dan 0,7%. Aldus bedraagt de parfum-concentratie minder dan 1%, bij voorkeur 0,2 tot 0,6%, bijvoorbeeld 0,4%. Fluorescerende helder makende stoffen of optische bleekmiddelen kunnen in het vloeibare detergens aanwezig zijn in een hoeveelheid van 0,02 tot 2%, bij voorkeur 0,05 tot 0,5% en liefst 0,1 tot 0,3 of 0,4%, bijvoorbeeld 15 0,2%. De genoemde percentages betreffen de in de handel verkrijgbare materialen. Dergelijke heldermakende stoffen zijn bekend als helder makende stoffen voor katoen, oplosbare helder makende bleekmiddelen, helder makende stoffen voor polyamide en polyester, en in het algemeen worden mengsels daarvan gebruikt teneinde het detergens bruikbaar te 20 maken voor het helder maken van een grote verscheidenheid van te wassen materialen waaronder katoen en synthetische materialen. Voorbeelden van derg. helder makende stoffen die geschikt zijn gebleken zijitrdie welke zijn aangeduid als: TA, DM, DMEA, DDEA, DMDDEA, BA, NTA, BBI, AC, DP, BBO, BOS en NTSA, in een welbekend artikel met als titel "Optical Brighteners 25 and Their Evaluation" van Per S. Stensby, gepubliceerd in "Soap and Chemical Specialties" in april, mei, juli, augustus en september 1967. Verdere besprekingen van de fluorescerende helder makende stoffen zijn te vinden in een artikel met als titel "Optical Bleaches in the Soaps and Detergents" van F.G. Villaume, verschenen in"The Journal of the 30 American Oil Chemists' Society" (oktober 1^58), Vol. 35, No. 10, biz.

558-566. Bruikbare fluorescerende helder makende stoffen worden verkocht onder de handelsnamen: Phorwite RKH (Mobay); Phorwite BHC (Mobay); Calcofluor White ALF (American Cyanamid); ALF-N (American Cyanamid); SOF A-2001 (CIBA); CWD (Hilton-Davis); CSL, poeder, zuur (American 35 Cyanamid); FB 766 (Mobay); Blancophor PD(GAF); UNPA (Geigy); Tinopal RBS (Geigy); en Tinopal RBS 200 (Geigy). De verschillende helder makende % -11- stoffen komen gewoonlijk voor in de vorm van hun in water oplosbare zouten, maar kunnen ook worden toegepast in de overeenkomstige zuurvor-men. De meeste van die materialen zijn bruikbaar voor het helder maken van katoen en behoren tot het stilbeensulfonzuur- (of zout) of amino-5 stilbeentype, hierna aangeduid als helder makende stoffen van het stil-beentype. Kleurmiddelen, zoals Polar Brilliant Blue, zijn, indien zij worden toegepast, aanwezig in een hoeveelheid van 0,001 tbt 0,03%, bij voorkeur 0,002 tot 0,02% van het vloeibare detergens, bijvoorbeeld in een hoeveelheid van 0,01%. De diverse toevoegmaterialen worden gekozen 10 op grond van hun verenigbaarheid met de overige componenten van het preparaat en op grond van hun vermogen om zich niet af te scheiden of niet te bezinken. Omdat in water oplosbare ioniseerbare zouten, zowel anorganische als organische, in het algemeen niet verenigbaar zijn met middelen voor het bevorderen van het loslaten van vuil, in het bijzonder 15 wanneer de zouten multivalent zijn (waaronder bivalent), zal hun aanwezigheid in het algemeen in de mate van het mogelijke worden vermeden.

Het anionische detergens, natriumformiaat en natriumacetaat zijn evenwel ioniseerbare zouten die door de onderhavige samenstellingen worden verdragen en de bovengrens van hun zoutgehalte kan tot 10% bedragen.

20 Gewoonlijk moet een zodanige grens voor wat betreft het gehalte aan multivalent zout worden gesteld op ongeveer 2%, bij voorkeur bij 1%.

Onder de zouten die liefst wordt vermeden bevinden zich natriumsulfaat, kaliumsulfaat, ammoniumsulfaat, natriumchloride, kaliumchloride en ammo-niumchloride, in het bijzonder de sulfaten, maar deze zijn slechts enkele 25 voorbeelden van dergelijke zouten. De aanwezigheid van ioniseerbare materialen, zoals triëthanolamine (TEA), diethanolamine, ethanolamine, di-isopropanolamine, n-propanolamine en de lagere mono-, di-, tri- en gemengde lagere alkanolaminen met 2 tot 4 koolstofatomen per alkanolge-deelte wordt vermeden, omdat die materialen, zoals de genoemde zouten, 30 het polymeer dat het loslaten van vuil bevordert en/of het vloeibare detergens kunnen destabiliseren. Van deze materialen blijkt TEA het meest destabiliserend te werken en in belangrijke mate afscheiding van het polymeer te veroorzaken. In deze beschrijving dient een dergelijk ioniseer-baar materiaal, dat zouten kan vormen, te worden geteld als delen van de 35 toelaatbare hoeveelheden van elk van dergelijke zouten die aanwezig kunnen zijn. In het algemeen is het wenselijk om de aanwezigheid te vermij- -12- den van andere toevoegstoffen dan kleurmiddelen, parfums, fluorescerende helder makende stoffen, anti-oxidantia en neutraliserende middelen die kunnen worden gebruikt om de pH van het vloeibare detergens te regelen in het stabiele gebied. Het heeft de voorkeur dat elke stof, die wordt 5 gebruikt om de pH te regelen, nl. om de pH van het vloeibare detergensmeng-sel te verhogen of te verlagen, een alkalimetaalhydroxyde is, zoals natrium-hydroxyde, in een waterige oplossing met een concentratie van 5 tot 40%, bijvoorbeeld 15 tot 25%#of een zuur, zoals zwavelzuur, in een concentratie van 75 tot 95%, bijvoorbeeld van 93,7%. In het bijzonder te vermijden, 10 zelfs in hoeveelheden van slechts 0,1%, zijn triëthanolaminezouten en vrij triethanolamine.

Het vloeibare detergens, zoals bereid, heeft een gewenste viscositeit, die gewoonlijk is gelegen in het gebied van 50 tot 150 of 200 cP, bij voorkeur 65 tot 115 cP, en bijvoorbeeld 90 cP bedraagt. De viscosi-15 teit kan worden geregeld door de hoeveelheid lagere alkanol te modificeren binnen het gegeven gebied. Het vloeibare detergens is gemakkelijk te gieten, maar bezit een gewenst "body”. De aanvankelijke pH, nl. de pH bij de fabricage en waarop het detergens dan kan worden ingesteld (maar de pH zal bij bewaren dalen tot een waarde die zo dicht mogelijk is ge-20 legen bij 6,2), zal zijn gelegen in het gebied van 7,3 tot 7,8 en bijvoorbeeld 7,7 bedragen. De uiteindelijke evenwichtswaarde van de pH zal evenwel zo dicht mogelijk zijn gelegen bij 6,2, teneinde de stabiliteit van het QCJ-polymeer zo groot mogelijk te maken en toch te verhinderen dat de fluorescerende helder makende stof zich bij bewaren uit de oplossing 25 afscheidt of uitzakt. Het evenwicht van de pH zal worden bereikt na êén maand bewaren of minder. Tenminste op dat tijdstip zal de pH zijn verminderd tot het gebied van 6,2 tot 7,0 en gewoonlijk ongeveer 6,2 bedragen.

In de onderhavige vloeibare detergentia voor het bevorderen van 30 het loslaten van vuil, welke detergentia een verbeterde helderheid en stabiliteit bij bewaren bezitten, zodat het polymeer dat het loslaten van vuil bevordert en het enzyme of de enzymen niet leiden tot een onaanvaardbare wolkerigheid of niet ontleden en zich niet afscheiden van de rest van de samenstelling, zijn de diverse componenten aanwezig in 35 hoeveelheden als hieronder weergegeven. Al de genoemde diverse componenten, ook al zijn zij slechts in enkelvoud vermeld, omvatten tevens meng- * * -13- sels. Het gehalte aan synthetisch organisch niet-ionisch detergens bedraagt gewoonlijk 10 tot 22% van het produkt/ bij voorkeur 12 tot 20% en liefst 15 tot 17%, bijvoorbeeld 16%. Het gehalte aan anionisch detergens bedraagt gewoonlijk 2 tot 6%, bij voorkeur 3 tot 5% en liefst 3 tot 4%, 5 bijvoorbeeld 3,5%. Het gehalte aan fluorescerende helder makende stof bedraagt 0,05 tot 0,5%, bij voorkeur 0,1 tot 0,4% of 0,1 tot 0,3%, bijvoorbeeld 0,2%. Het gehalte aan polymeer ter bevordering van het loslaten van vuil bedraagt ongeveer 0,4 tot 2%, bij voorkeur 0,5 tot 1,5% en liefst 0,8 tot 1,2%, bijvoorbeeld ongeveer 1% (op basis van het actieve 10 ingrediënt). Het totale enzymegehalte (op zuivere basis) bedraagt gewoonlijk 0,02 tot 0,1%, bij voorkeur 0,025 tot 0,05% en liefst ongeveer 0,04%. Gewoonlijk is tenminste de helft van het enzyme proteolytisch en bij voorkeur is ongeveer 60% proteolytisch en ongeveer 40% amylolytisch.

De stabilisator voor het enzyme, een alkalimetaalzout van een lager ali-15 fatisch zuur met 1 tot 3 koolstofatomen, liefst natriumformiaat, is gewoonlijk aanwezig in een hoeveelheid van 0,2 tot 5%, bij voorkeur, voor natriumformiaat, 2 tot 4%, en liefst ongeveer 3%, en bij voorkeur, voor natriumacetaat, 0,2 tot 1% en liefst ongeveer 0,5%. Het gehalte aan lagere alkanol bedraagt 2 tot 10%, bij voorkeur 3 tot 8% en liefst 4 tot 20 6%, bijvoorbeeld ongeveer 5%. Het watergehalte bedraagt ongeveer 55 tot 75%, bij voorkeur 65 tot 75% en liefst 70 tot 75%, bijvoorbeeld ongeveer 70%. Het waterige milieu (het water en de alkanol) vormt de balans van het vloeibare detergens en vormt gewoonlijk 60 tot 85%, bij voorkeur 65 tot 80% en liefst 70 tot 80% daarvan, waarbij 5 tot 25% van het milieu 25 bestaat uit lagere alkanol, bij voorkeur 5 tot 15% en liefst ongeveer 7%, en de balans wordt gevormd door water.

De beschreven vloeibare detergenssamenstelling is helder, zoals zij wordt bereid, en kan die helderheid gedurende lange bewaartijden behouden. Het PET-POET-copolymeer, dat dikwijl de neiging heeft in vloei-30 bare detergenssamenstellingen te ontleden bij bewaren, waardoor die samenstellingen een wolkerig uiterlijk krijgen en de activiteit van het copoly-meer om het loslaten van vuil te bevorderen afneemt, in het bijzonder in aanwezigheid van triethanolamine en ioniseerbare zouten, behoudt zijn stabiliteit in de onderhavige samenstellingen ondanks de aanwezigheid 35 daarin van dergelijke ioniseerbare zouten, klaarblijkelijk omdat de zouten die aanwezig zijn, natriumformiaat (en/of acetaat) en natrium lineair Μ 9 -14- hoger alkylbenzeensulfonaat, in combinatie met de andere componenten van de vloeibare detergenssamenstelling, worden afgehouden van het nadelig beïnvloeden van het copolymeer wanneer de pH bij bewaren wordt gehandhaafd in het gebied van 6,2 tot 7,0, en de beste resultaten worden ver-5 kregen wanneer het bewaren plaatsvindt bij een pH van ongeveer 6,2, waarbij de fluorescerende helder makende stof oplosbaar blijft, de QCF stabiel is en de enzymen hun activiteiten behouden.

Natriumformiaat, wanneer deze verbinding wordt gebruikt, stabiliseert het enzyme of de enzymen en voorkomt dat deze tijdens bewaren ont-10 leden, waardoor wolkvorming in de vloeibare detergenssamenstelling zou kunnen optreden en de detergenswerking zou afnemen. Natriumformiaat (of acetaat) is tevens werkzaam als een doelmatige buffer voor de vloeibare detergenssamenstelling, met een buffering van de pH op 6,2 en een verhindering van afbraak van het copolymeer en tevens verhindering dat de 15 fluorescerende helder makende stof uit de oplossing wegzakt. Het is verrassend dat natriumformiaat, dat een bekende stabilisator is voor enzymen, tevens werkt als een doelmatige bufferstof in het onderhavige systeem.

Dat is verrassend omdat de K van natriumformiaat ongeveer 4,5 bedraagt,

Si waardoor de deskundige een geringe bufferende werking zou verwachten 20 voor het pH-gebied van 6 tot 7. Proefondervindelijk is evenwel gebleken dat natriumformiaat het specifieke beschreven systeem op bevredigende wijze buffert tegen ongewenste pH-veranderingen, die anders aanvankelijk zouden kunnen plaatsvinden, vooral als gevolg van de reactie van kooldioxy-de in de ruimte aan de bovenkant van de f les^ waarin het vloeibare deter-25 gens is aangebracht, en lucht met de geringe alkaliniteit van het detergens. Dus door middel van de onderhavige uitvinding een enkel materiaal, natriumformiaat (of een ander geschikt lager carboxylaat) het enzyme en het bufferen van het detergens, daardoor wordt afbraak van het copolymeer en het enzyme verhinderd en wordt verhinderd dat het copolymeer en de 30 fluorescerende helder makende stof bij bewaren neerslaan of uitzakken. Dergelijke effecten waren niet te voorzien en zijn verrassend gunstig.

De onderhavige vloeibare detergentia kunnen worden bereid door de verschillende componenten daarvan (behalve het enzyme) te mengen met het waterige milieu, dat bij voorkeur tenminste een deel van de lagere alka-35 nol bevat, totdat zij daarin oplossen of nagenoeg oplossen, of verschillende componenten (behalve het enzyme) kunnen selectief worden opgelost .«*. /Λ **7 J»' V‘ · J ;i 5.

i * -15- in delen van het water en/of lagere alkanol en/of vloeibaar preparaat van polymeer dat het loslaten van vuil bevordert enz., en vervolgens kunnen de diverse vloeibare fracties met elkaar worden gemengd. Na die menging wordt de pH gemeten en wanneer deze buiten het juiste aanvankelijke 5 of bereidingsgebied is gelegen, wordt hij geregeld met hetzij een oplossing van natriumhydroxyde of een oplossing van zwavelzuur (of beide) totdat de pH is ingesteld in het gebied van 7,3 tot 8,1, bij voorkeur 7,5 tot 7,9, liefst 7,6 tot 7,8, bijvoorbeeld 7,7. Ondanks het feit dat de materialen voor het regelen van de pH ioniseerbare zouten kunnen vor-10 men, wanneer die zouten niet multivalent zijn, hebben zij niet zoveel effect in het veroorzaken van instabiliteit van het produkt zolang de totale hoeveelheid aanwezig zout (met inbegrip van het anionische detergens en de stabilisator voor enzyme) niet groter is dan 10% en bij voorkeur kleiner is dan 8% en liefst kleiner dan 7%. Anderzijds dient de 15 grens voor het gehalte aan multivalent zout te worden gesteld op ongeveer 2%,bij voorkeur op 1% en liefst op 0,5% en bedraagt dat gehalte bijvoorbeeld 0,2%. De bij voorkeur gebruikte alkalische stof voor het verhogen van de pH is een waterige oplossing van natriumhydroxyde, die gewoonlijk tussen 10 en 45% natriumhydroxyde en bij voorkeur 20 tot 41% natrium-20 hydroxyde bevat, alhoewel het soms wenselijk is om meer verdunde oplossingen te gebruiken. De bij voorkeur gebruikte stof voor het regelen van een zure pH is een tamelijk geconcentreerde waterige oplossing van zwavelzuur met een concentratie van 75 tot 95% en bij voorkeur met een concentratie van 93,2% (66° Be). Bij voorkeur zijn de middelen voor het 25 regelen van de pH tamelijk geconcentreerd, teneinde verdunning van het vloeibare detergens te vermijden, en bij voorkeur worden minimale hoeveelheden toegevoegd teneinde het gehalte aan gevormd zout te beperken. Tegelijk kan de viscositeit van het produkt worden ingesteld met behulp van alkanol en/of de toevoeging van water.

30 De onderhavige vloeibare detergenssamenstelling kan worden ge bruikt voor het wassen (en behandelen) van wasgoed dat synthetische vezels bevat, zoals polyestervezels, bijvoorbeeld Dacron, op normale wijze zoals dat wordt gedaan bij het wassen met andere "1/2 kop" vloeibare detergen-tia. De concentratie van het gebruikte vloeibare detergens bedraagt 35 gewoonlijk van ongeveer 0,04 tot 0,6% en bij voorkeur van 0,1 tot 0,3%.

• < 2 -16-

In het algemeen wordt geadviseerd om ongeveer 1/2 kop (ongeveer 120 cm^) van het vloeibare detergens te gebruiken per standaard waslading (ongeveer 65 liter voor een wasmachine met bovenlading), hetgeen overeenkomt met een concentratie van ongeveer 0,19% van het vloeibare detergens in 5 het waswater. Ongeveer dezelfde concentratie kan worden gebruikt wanneer wordt gewassen in een wasmachine met zogenaamde voorlading, alhoewel dan minder water wordt gebruikt. Gewoonlijk wordt ongeveer 3 tot 3,5 kg wasgoed in de wasmachine gebracht. Het waswater heeft bij voorkeur een temperatuur van ten minste 49°C, maar .een goede wasbehandeling en verdere 10 behandelingen, met het polymeer voor het bevorderen van het loslaten van vuil, de enzymen en de fluorescerende helder makend stof in het vloeibare detergens, kunnen worden verkregen bij temperaturen in het gebied van ongeveer 40 tot 80°C, bij voorkeur 45 tot 70°C. Het droge gewicht van te wassen en te behandelen materialen bedraagt gewoonlijk van 15 ongeveer 3 tot 10% of van 4 tot 8% van het gewicht van het waterige wasmilieu, bij voorkeur ongeveer 4 tot 6% daarvan. Het wassen wordt uitgevoerd onder omkering van het wasgoed gedurende een periode van ongeveer 5 minuten tot 0,5 uur of een uur, dikwijl van 10 tot 20 minuten. Vervolgens wordt het wasgoed gespoeld, gewoonlijk een aantal keren, en ge-20 droogd, zoals in een automatische wasdroger. Bij voorkeur wordt de eerste wasgang van het te behandelen materiaal uitgevoerd wanneer het materiaal niet al te vuil is, zodat het polymeer voor het bevorderen van het loslaten van vuil wordt afgezet op een zo schoon mogelijk oppervlak. Dit is evenwel niet noodzakelijk en verbeteringen bij het reinigen van 25 later vuil geworden materialen worden ook verkregen wanneer geen bijzondere inspanning is gedaan om de eerste wasbehandeling uit te voeren met een schoner substraat. Tot op een grens, dikwijls na ongeveer drie of vijf behandelingen, vergroot het uitvoeren van een aantal wasbehandelingen met het vloeibare detergens volgens de uitvinding de eigenschappen 30 van het aldus behandelde materiaal om vuil los te laten, terwijl dat materiaal zijn normaal aanvoelen en uiterlijk behoudt. Terwijl meer dan vijf wasgangen niet meer leidt tot een verdere verbetering van het loslaten van vuil, wordt de mate waarin het loslaten van vuil wordt bevorderd echter in stand gehouden en verdere herhaling van wasbehandelingen 35 met het beschreven vloeibare detergens leiden tot een goede reiniging en loslaten van vuil.

-17-

Wanneer polyesterweefsels en mengweefsels van polyester en katoen of de beschreven wijze worden gewassen met de samenstellingen volgens de uitvinding en vervolgens met vuile motorolie worden vuilgemaakt en worden gewassen met een detergens volgens deze uitvinding of met een 5 ander in de handel verkrijgbaar detergens (dikwijls van het builder-type), dan wordt een aanzienlijke verwijdering van het lipofiele vuil waargenomen in vergelijking met soortgelijke behandelingen waarbij het aanvankelijk gebruikte vloeibare detegens geen enkel polymeer voor het bevorderen van het loslaten van vuil bevatte. Bij andere vergelijkingen, 10 wanneer aanzienlijke hoeveelheden van in water oplosbaar multivalent ioniseerbaar zout, zoals meer dan 2% natriumsulfaat of meer dan 1% triethanolamine of een zout daarvan, aanwezig zijn in het vloeibare detergens, werd gevonden dat na bewaren bij verhoogde temperatuur (43°C) gedurende twee weken, waardoor een langere bewaartijd bij kamertemperatuur 15 wordt gesimuleerd, fasen zich uit het vloeibare detergens afscheiden en de eigenschappen van het daarin aanwezige polymeer om het loslaten van vuil te bevorderen worden verminderd, zoals ook de enzymatische, de helder makende en de detergerende activiteiten worden verminderd. Het heeft gewoonlijk de voorkeur om triethanolamine weg te laten of, wanneer die 20 stof aanwezig is, om dan zijn concentratie te beperken tot 0,2% van het produkt. Wanneer de enzymestabilisator wordt weggelaten wordt de enzymatische werking aanzienlijk verminderd bij bewaren en wordt het heldere vloeibare detergens wolkerig vanwege het feit dat de pH niet op de vereiste waarde wordt gehouden. De samenstellingen volgens deze uitvinding 25 zijn dus geschikt en verrassend gunstig. Zij zijn stabiel en resulteren daardoor in een meer doelmatig produkt voor de beoogde doeleinden, en bezitten detergente, het loslaten van vuil bevorderende, fluorescerend helder makende en enzymatisch reinigende effecten, en vormen ook een meer aantrekkelijke vloeibare detergenssamenstelling, waarin geen schei-30 dingsverschijnselen plaatsvinden bij bewaren.

De uitvinding wordt nader toegelicht, maar niet beperkt aan de hand van de volgende voorbeelden. Tenzij anders aangegeven zijn alle delen gewichtsdelen en zijn temperaturen in °C.

i Ψ -18-

VOOREEELD I

Component Procent

Neodol 25-71 ' 16,1 2

Oplossing van lineair dodecylbenzeensulfonzuurnatriumzout 6,71 3 5 Alkaril QCJ1 (polymeer ter bevordering van het 6,7 loslaten van vuil)

Gedenatureerde ethanol (3A, 90,5 vol % ethanol) 5,5

Natriumformiaat (technische kwaliteit? minimaal 96% actief) 3,0 4

Dual-enzyme (vloeistof) 0,75 5 10 Phorwite RKH (zuiver) 0,13

Phorwite BHC6 766 0,08

Kleurstof (Polar Brilliant Blue, 1% waterige oplossing) 1,0

Parfum 0,4 7

Zachtgemaakt water 59,6 15 100,0 1. Condensatieprodukt van ongeveer 7 mol ethyleenoxyde en een hogere vetalcohol met gemiddeld 12 tot 15 koolstofatomen per mol, verkocht door Shell Chemical Co.

2. Waterige oplossing met 52,2% actieve ingrediënt.

20 3. 15%'s oplossing of dispersie in water van een copolymeer van poly- ethyleentereftalaat en polyoxyethyleentereftalaat met een molecuul-gewicht van ongeveer 22.000, waarbij het polyoxyethyleen een molecuul-gewicht heeft van ongeveer 3.400, de molverhouding van polyethyleen-tereftalaat- tot polyoxyethyleentereftalaateenheden ongeveer 3/1 be- 25 draagt, en de verhouding van ethyleenoxyde tot ftaalzuurgedeelte in het polymeer ongeveer 22/1 bedraagt, verkocht door Alkaril Chemicals Ine.

4. 60% proteolytisch enzyme, Alcalase 2,5L, verkocht door Novo Industri, A/S (5% actief enzyme-ingrediênt, 65% propyleenglycol en 30% water) 30 en 40% amylolytisch enzyme, Termamyl 120L, verkocht door Novo

Industri, A/S (5% enzyme A.I., 65% propyleenglycol en 30% water).

5. Een fluorescerende helder makende stof van het stilbeentype, nl. dinatrium 4,4'-bis(4-anilino-6-2"-hydroxyethyl) methylamino-s-triazin-2-ylamino)-2,2'-stilbeendisulfonaat, verkocht door CIBA-GEIGY.

35 6. Een fluorescerende helder makende stof van het stilbeentype, nl.

4,4' -bis (4-feny1-2H-1,2,3-triazol-2-yl)-2,2’-stilbeendinatriumsulfonaat, S'-”,-'-'- - V -’’t verkocht door CIBA-GEIGY.

7. Met zeoliet zacht gemaakt water met een hardheid, als CaCO^, van min der dan 20 d.p.m. (gewoonlijk minder dan 1 g per 3,78 liter).

-19-

Het vloeibare detergens werd bereid door achtereenvolgens met 5 elkaar te mengen een deel (het grootste) van het water, gevolgd door de alcohol, fluorescerende helder makende stof, anionisch detergens, na-triumformiaat, niet-ionisch detergens, kleurstofoplossing, de balans aan water en het copolymeer. Het mengen werd voortgezet gedurende nog eens drie minuten en de pH werd gemeten. Wanneer de pH was gelegen buiten 10 het gewenste aanvankelijke traject van 7,3 tot 8,1, werd hetzij zwavelzuur (66° Be) of natriumhydroxydeoplossing (40,5% in water) toegevoegd teneinde de pH in te stellen op 7,7. De gebruikte hoeveelheid materiaal voor het regelen van de pH was klein en bedroeg bijvoorbeeld ongeveer 0,2% of minder NaOH of H2S0^. Vervolgens werd het enzyme-preparaat mee-15 gemengd gedurende 3 minuten en werd het produkt gefiltreerd ter verkrijging van een fonkelende transparante blauwe vloeistofsamenstelling. De viscositeit van het produkt, bepaald bij 25eC met een Brookfield-visco-simeter onder toepassing van een naald nr. 1 bij 20 omw/min, bedroeg 90 cP. Het bereide produkt werd onderzocht door het een week te bewaren 20 bij 43,3eC, waarna werd waargenomen dat het produkt een iets troebele lichtblauwe vloeistof was in een enkele stabiele fase, in hoofdzaak zoals nadat het pas was bereid. De protease-activiteit was beter dan die vein een vloeibaar vergelijkingsdetergens dat 2,8% triethanolamine (TEA) bevatte en was veel beter dan bij andere samenstellingen zoals het verge-25 lijkingsmateriaal, maar zonder natriumformiaat. Wanneer zowel het formiaat als TEA uit de vergelijkingsformule werden weggelaten (in alle gevallen werden de verschillen aangevuld met water) waren de protease- en amylase-activiteiten drastisch afgenomen. Het vergelijkingsmateriaal en de variaties daarvan waren onstabiel bij bewaren, waarbij het polymeer uitzakte. 30 Kort na zijn bereiding werd het vloeibare detergens gebruikt voor het wassen van een proeflading schoon weefsel, waaronder sommig weefsel uit polyestermaterialen en ander weefsel bestaande uit 65% polyester en 35% katoenmateriaal. De wasconcentratie bedroeg 0,18 gew.% van het vloeibare detergens, op basis van het gewicht van het waswater, en de gewas-35 sen porties bedroegen ongeveer 5 gew.% van het waswater. Nadat het wassen in een standaard-wasmachine, onder toepassing.van eerder beschreven

* V

-20- standaardomstandigheden, was voltooid, werden de porties gespoeld en gedroogd. Daarna werd elke proefportie vuil gemaakt met ongeveer drie druppels vuile motorolie van een standaard-type als gebruikt voor een dergelijk onderzoek en weer gewassen in hetzelfde type machine, waarbij 5 een in de handel verkrijgbaar detergens werd gebruikt. Ter vergelijking werden ock porties gebruikt die niet vooraf waren behandeld met het onderhavige vloeibare detergens. De wasbehandeling en de wastemperatuur waren in alle gevallen hetzelfde, nl. een temperatuur van 49°C, hetgeen wordt beschouwd als een optimale temperatuur voor de behandeling. Bij sommige 10 proeven werd de latere wasbehandeling uitgevoerd met de onderhavige vloeibare detergenssamenstelling. In al die gevallen waren de behandelde porties aanzienlijk witter voor het oog en volgens meting met een reflec-tometer dan de vergelijkingsporties, hetgeen bewijst dat de component voor het bevorderen van het loslaten van vuil van de vloeibare detergens-15 oplossing doelmatig hielp bij het verwijderen van het genoemde aangebrachte vuil van de porties tijdens de latere wasbehandelingen. Er werd ook waargenomen dat het opnieuw afzetten van de vuile motorolie (die was verwijderd van de plaats van aanbrenging) op niet bevuilde delen van het weefsel werd verminderd wanneer vuil-loslatend polymeer op het weef-20 sel was aangebracht alvorens dit te bevuilen met het oog op het uit te voeren onderzoek. Het onderhavige vloeibare detergens, dat polymeer bevat ter bevordering van het loslaten of loskomen van vuil, helpt dus niet alleen om het vuil te verwijderen, maar helpt ook om dat vuil in suspensie te houden, waardoor wordt verhinderd dat dergelijk verwijderd 25 vuil op andere delen van het proefmateriaal wordt afgezet.

Wanneer 2,8% triethanolamine of TEA-zout aanwezig was in het vloeibare detergens met de eerder beschreven samenstelling, ter vervanging van een deel van het water daarvan, dan bleek het detergens afscheiding te vertonen na een week bewaren bij 43,3°C. Wolkerigheid en afschei-30 ding traden eveneens op onder die omstandigheden wanneer het triethanolamine afwezig was en meer dan 2% natriumsulfaat in de samenstelling aanwezig was. Het bewaren bij kamertemperatuur leidde ook tot zodanige afscheiding en overeenkomstige vermindering van de activiteit om het loslaten van vuil te bevorderen bij samenstellingen die de genoemde hoeveel-35 heden triethanolamine en/of natriumsulfaat bevatten, in vergelijking met de proefsamenstelling.

-21-

Wanneer de hoeveelheid polymeer voor het bevorderen van het loslaten van vuil werd verminderd tot 0,8% van het uiteindelijke produkt, . werden dezelfde soort resultaten verkregen als hierboven weergegeven, be halve dat de samenstelling met 0,8% polymeer iets minder doelmatig is.

5 wanneer de hoeveelheid van het polymeer voor het bevorderen van het loslaten van vuil werd vergroot tot 2%, terwijl de hoeveelheid niet-ionisch detergens werd vergroot tot 24% en het formiaat werd verminderd tot 2% (anders zou de stabiliteit van het produkt daaronder leiden), dan nam de activiteit van het polymeer ter bevordering van het loslaten van vuil 10 dienovereenkomstig toe.

Wanneer soortgelijke proeven werden uitgevoerd onder toepassing van andere soorten lipofiel vuil, zoals maïsolie (rood), boter, schoen-crême, lippestift, mayonaise en barbeque-saus werden soortgelijke resultaten verkregen. Dezelfde resultaten werden eveneens verkregen wanneer 15 de proefweefsels bestonden uit enkelgeknoopt Dacron, dubbelgeknoopt Dacron en mengweefsels van Dacron en katoen, en ook wanneer andere behandelings-temperaturen dan 49°C werden toegepast. Analoge resultaten werden eveneens verkregen wanneer in plaats van een laboratorium-wasmachine voor onderzoek een commerciële wasmachine of een wasmachine voor huishoude-20 lijk gebruik, hetzij een bovenlader of een voorlader, werd gebruikt-

Het onderzoeken van het vloeibare detergens op het punt van enzymatische reiniging en fluorescerende helder makende werking was eveneens bevredigend, hetgeen erop wees dat de proteolytische en amylolytische enzymen functioneel effectief waren in het stabiele vloeibare detergens, 25 en dat de fluorescerende helder makende stof niet uit dé oplossing uitzakte, Dit is zo ondanks het feit dat enzymen dikwijls onstabiel zijn in vloeibare detergenssystemen, in het bijzonder bij hogere temperaturen, en helder makende stoffen pH-gevoelig zijn.

VOORBEELD II

30 De samenstelling weergegeven in voorbeeld I werd gemodificeerd door de hoeveelheid lineair alkylbenzeensulfonaat te verminderen tot 2%, op basis van het actieve ingrediënt (A.I.), de hoeveelheid ethanol te vergroten tot 7,5%, 0,005% met Polar Brilliant Blue kleurstof te gebruiken (100% actief) en de combinatie van fluorescerende helder makende stoffen 35 te vervangen door 0,24% Tinopal 5BM en 0,1% Phorwite BKC. Aldus werd een.sta-biel vloeibaar detergens verkregen, dat eigenschappen bezit om het los- J> *** -22- laten van vuil te bevorderen, enzymatische doelmatigheid, helder makende werking en reinigende werking vergelijkbaar met de samenstelling van voorbeeld I. Het vloeibare detergens was helder lichtblauw en zonder enige kleurstof zou het een lichte kleur hebben, zodat het desgewenst 5 ook zou kunnen worden gekleurd met andere kleurstoffen. In plaats van het genoemde helder makende systeem kunnen equivalente hoeveelheden worden gebruikt van Tinopal RBS-200, Tinopal 4226 (CIBA-Geigy) of Phorwite RKH (Mobay Chemical Company) en mengsels daarvan. In al die gevallen werd de substantieve aard van de fluorescerende helder makende stof ver-10 beterd tengevolge van de aanwezigheid van het anionische detergens, en ondanks de aanwezigheid van het alkylbenzeensulfonaatdetergens werd de polymere stof voor het bevorderen van het loslaten van vuil niet gedestabiliseerd.

VOORBEELD III

15 De samenstelling van voorbeeld I werd gewijzigd, zodat 3% lineair tridecylbenzeensulfonaatnatriumzout aanwezig was in plaats van het doce-cylbenzeensulfonaat. Het bereide produkt was stabiel en helder na bewaren bij verhoogde temperatuur en de enzymatische stabiliteit was gelijk aan die van het produkt volgens voorbeeld I. Wanneer evenwel tevens 2,8% 20 TEA aanwezig was in de samenstelling, werd het produkt onstabiel doordat het QCJ-polymeer voor het bevorderen van het loslaten van vuil uitvlokte na een week bewaren bij 43°C.

VOORBEELD IV

De hoeveelheden van de verschillende proefsamenstellingen volgens 25 de uitvinding als weergegeven in de voorbeelden I-III werden ± 10% en ± 25% gevarieerd, terwijl de hoeveelheden van de verschillende materialen werden gehouden binnen de gebieden die in de beschrijving zijn vermeld. Bij dergelijke samenstellingen werden, in plaats van het QCJ-polymeer voor het bevorderen van het loslaten van vuil (waterige oplossing), 30 equivalente hoeveelheden (op basis van de vaste stof) QCF (Alkaril

Chemicals CAS 9016-88-0) en water gebruikt, waarbij het QCF-polymeer eerst in het water werd opgelost. Ook konden andere enzymen, stabilisatoren, alcoholen en kleurmiddelen als die welke zijn beschreven worden gebruikt in hoeveelheden gelegen binnen de gegeven gebieden. De daardoor 35 verkregen detergentia waren helder, stabiel en zonder afscheiding en bezaten goede eigenschappen betreffende het bevorden van het loslaten van . ' ¥ -t -23- vuil, het reinigen en het helder maken, te vergelijken met die beschreven in de voorbeelden Ï-III. Dat was eveneens het geval wanneer de fluorescerende kleurstof, het kleurmiddel en de parfum uit de samenstellingen volgens dit voorbeeld werden weggelaten, alhoewel de specifieke bij-5 dragen van de betreffende stoffen aan het uiteindelijke produkten dan uiteraard verloren gingen. Wanneer triëthanolamine of een ioniseerbaar zout in een dergelijke samenstelling aanwezig was in hoeveelheden gelegen buiten ds gestelde grenzen, werd het produkt minder stabiel en minder doelmatig voor het bevorderen van het loslaten van vuil tijdens wassen, en 10 wanneer het natriumformiaat werd weggelaten gingen de effecten van het enzyme verloren na slechts enkele dagen bewaren bij verhoogde proef-temperatuur, en het verliezen van het bufferend effect van het formiaat resulteerde in uiteindelijke wolkerigheid en destabilisatie van het produkt.

15 Bij andere variaties van dit voorbeeld is het niet-ionische de tergens Neodol 23-6.5 of een mengsel van gelijke delen Neodol 23-6.5 en Neodol 25-7, waarbij dezelfde totale hoeveelheid wordt gebruikt, en wordt een stabiel doelmatig produkt verkregen. Ook kunnen in plaats van het beschreven anionische detergens andere eerder genoemde detergentia worden 20 gebruikt en worden dan eveneens goede resultaten verkregen. Met dergelijke variaties kunnen resultaten analoog aan die eerder vermeld in verband met de voorbeelden I-III worden verkregen, zowel bij proefwasma-chines als bij commerciële wasmachines en wasmachines voor huishoudelijk gebruik, en dat zowel bij bovenladers als bij voorladers. Zulks is eveneens 25 het geval wanneer de pH-instellingen worden uitgevoerd met kaliumhydro-xyde en wanneer dergelijke instellingen, uitgevoerd met natriumhydroxyde of met kaliumhydroxyde, worden uitgevoerd tot het verkrijgen van aanvankelijke pH-waarden van 7,4, 7,7 en 8,0. Gewoonlijk is voor dergelijke pH-instellingen minder dan 1% natriumhydroxyde en/of zwavelzuuroplossing 30 nodig, bij voorkeur minder dan 0,5% daarvan en liefst minder dan 0,2% daarvan- In sommige gevallen kan de geschikte pH-instellende of regelende stof worden toegevoegd als een bestanddeel van de samenstelling in een zodanige hoeveelheid als bekend is voor het verkrijgen van de gewenste pH-regeling (gebaseerd op eerdere ondervinding met de betreffende samen-35 stelling), maar het verdient toch in hoge mate de voorkeur om die pH-regelstof toe te voegen voor de toevoeging van het enzyme. Terwijl 40,5% I .t i -24- en 93,2% concentraties van respectievelijk NaOH en H2S04 9ewoonlijk de voorkeur hebben, kunnen ook andere concentraties van die stoffen worden gebruikt.

Uit de voorbeelden en de voorafgaande beschrijving zal het duide-5 lijk zijn dat de uitvinding betrekking heeft op een stabiel en aantrekkelijk helder vloeibaar detergens, dat diverse componenten bevat waarvan viel te verwachten dat zij zouden inwerken op de stabiliteit van het uiteindelijke produkt. Toch werd verrassenderwijze geconstateerd dat een stabiel produkt kan worden verkregen volgens de uitvinding. Een dergelijk 10 produkt bezit gewenste eigenschappen wat betreft het bevorderen van het loslaten van vuil, het ontleden van vuil, het fluorescerend helder maken (wanneer de helder makende stof aanwezig is) en het reinigen. Verscheidene van de componenten van de onderhavige samenstellingen hebben daarin dubbele effecten. Het anionische detergens bijvoorbeeld vergroot de deter-15 gente werking en helpt om de substraten (wasgoedvezels) meer substantief te maken, zodat de fluorescerende helder makende stoffen eveneens meer effectief zijn. Het natriumformiaat dat een stabilisator is voor enzymen leidt niet tot destabilisatie van de stof voor het bevorderen van het loslaten van vuil, zoals te verwachten viel, en het stabiliseert het 20 copolymeer en de fluorescerende helder makende stof evenals de enzymen.

De verschillende componenten van deze vloeibare detergentia werken samen ter verkrijging van een verrassend attractieve, stabiele en doelmatige heldere detergenssaménstelling. Het is derhalve duidelijk dat de onderhavige samenstellingen een niet te voorziene vooruitgang betekenen in 25 het gebied van het maken van stabiele vloeibare detergenssamenstellingen die PET-POET-copolymeer en enzyme(n) bevatten.

De uitvinding is beschreven aan de hand van diverse toelichtingen en voorkeursuitvoeringsvormen daarvan, maar is niet daartoe beperkt, omdat de deskundige, met deze beschrijving in de hand, gemakkelijk substi-30 tuties en equivalenten kan bedenken zonder af te wijken van de geest van deze uitvinding.

• q 7 ·. 7

Claims (10)

1. Stabiel enzymatisch vloeibaar detergens dat het loslaten van vuil bevordert en de volgende componenten omvat: een voor het reinigen geschikte hoeveelheid van een niet-ionisch detergens, een het detergens aanvullende en de substantiviteit van een fluorescerende helder makende 5 stof vergrotende hoeveelheid van een anionisch gesulfateerd of sulfo-neerd synthetisch organisch detergens, een fluorescerende helder makende stof in een hoeveelheid die een fluorescerende helder makende werking bewerkstelligt, een voor het bevorderen van het loslaten van vuil toereikende hoeveelheid van een het loslaten van vuil bevorderend polymeer 10 van polyethyleentereftalaat en polyoxyethyleentereftalaat, een hoeveelheid enzyme voldoende voor enzymatisch hydrolyseren van eiwithoudend en/of zetmeelhoudend vuil op weefsel tijdens het wassen daarvan met een waterige wasoplossing van een dergelijke vloeibare detergenssamenstel-ling, een stabiliserende en bufferende hoeveelheid van een stabilisator 15 voor het enzyme of de enzymen, en een waterig milieu, waarin (bij bewaren) de pH wordt gehouden in het gebied van 6,2 tot 7,0 en de viscositeit wordt gehandhaafd in het gebied van 50 tot 150 cP, en waarin geen triethanolamine aanwezig is en niet meer dan een totaal van 10% aan in water oplosbaar ioniseerbaar zout materiaal.

2. Vloeibaar detergens volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hoeveelheid niet-ionisch detergens 10 tot 22% bedraagt, het anionische gesulfateerde of gesulfoneerde detergens is gekozen uit de groep bestaande uit lineaire hogere alkylbenzeensulfonaten en hogere vetalcoholpoly-ethoxylaatsulfaten en mengsels daarvan en de totale hoeveelheid daarvan 25 2 tot 6% bedraagt, het polymeer dat het loslaten van vuil bevordert een polymeer is van polyethyleentereftalaat en polyoxyethyleentereftalaat met een molecuulgewicht in het gebied van ongeveer 15.000 tot 50.000, waarbij het polyoxyethyleen van het polyoxyethyleentereftalaat een molecuulgewicht heeft in het gebied van ongeveer 1000 tot 10.000 en de mol-30 verhouding van ethyleentereftalaat- tot polyoxyethyleentereftalaateenhe-den is gelegen in het gebied van 2/1 tot 6/1, en de hoeveelheid daarvan 0,4 tot 2% bedraagt, het enzyme een proteolytisch enzyme bevat en de aanwezige hoeveelheid enzyme 0,02 tot 0,1% bedraagt, de stabilisator voor het enzyme is gekozen uit de groep gevormd door natriumformiaat, 35 natriumacetaat en mengsels daarvan en de hoeveelheid daarvan 0,2 tot 5%

3. Vloeibaar detergens volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het niet-ionische detergens een condensatieprodukt is van een mol hogere vetalcohol met 10 tot 20 koolstofatomen en 3 tot 20 mol ethyleenoxyde en 10 de hoeveelheid van dat niet-ionische detergens 12 tot 20% bedraagt, het anionische gesulfateerde of gesulfoneerde detergens een lineair hoger alkylbenzeensulfonaat is en de hoeveelheid daarvan 3 tot 5% bedraagt, het polymeer voor het bevorderen van het loslaten van vuil een polymeer is van polyethyleentereftalaat en polyoxyethyleentereftalaat met een mole-15 cuulgewicht in het gebied van 19.000 tot 43.000, waarbij het polyoxy-ethyleen van het polyoxyethyleentereftalaat een molecuulgewicht heeft in het gebied van ongeveer 2.500 tot 5.000 en de molverhouding van ethy-leentereftalaat- tot polyoxyethyleentereftalaateenheden is gelegen in het gebied van 5/2 tot 5/1, en de hoeveelheid daarvan 0,5 tot 1,5% be-20 draagt, het enzyme proteolytische en amylolytische enzymen bevat en de hoeveelheid enzyme 0,025 tot 0,05% bedraagt, de stabilisator voor het enzyme natriumformiaat is en de hoeveelheid daarvan 2 tot 4% bedraagt, de fluorescerende helder makende stof een helder makende stof van het aminostilbeentype of het azolylstilbeentype of een mengsel van fluores-25 cerende helder makende, stoffen is dat een dergelijke helder makende stof bevat, en de hoeveelheid daarvan 0,1 tot 0,4% bedraagt, en het waterige milieu een waterig alcoholisch milieu is dat voor 5 tot 15% bestaat uit ethanol en voor 95 tot 85% uit water, welk water een hardheid, als CaC03, heeft van minder dan 50 d.p.m.

4. Vloeibaar detergens volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het detergens een helder uiterlijk heeft, een pH heeft van 6,2 tot 7,0 en een viscositeit van 65 tot 115 cP, waarbij het niet-ionische detergens een condensatieprodukt is van een mol hoger vetalcohol met 12 tot 15 koolstofatomen en 6 tot 11 mol ethyleenoxyde, de alkylgroep van het hogere alkylbenzeensulfonaat 10 tot 14 koolstofatomen bevat, het poly-35 meer dat het loslaten van vuil bevordert een polymeer is van polyethyleentereftalaat en polyoxyethyleentereftalaat met een molecuulgewicht in het .1 .» * > - ’ ^ . -27- gebied van 19.000 tot 25.000, waarbij het polyoxyethyleen van het poly-oxyethyleentereftalaat een molecuulgewicht heeft in het gebied van ongeveer 3.000 tot 4.000 en de molverhouding van ethyleentereftalaat- tot polyoxyethyleentereftalaateenheden is gelegen in het gebied van 3/1 tot 5 4/1, en de molverhouding van ethyleenoxyde tot ftaalzuurcomponent daarin is gelegen in het gebied van 20/1 tot 30/1, en het water van het waterige milieu zacht water is met een hardheid van minder dan 20 d.p.m. CaCO^.

5. Vloeibaar detergens volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de hoeveelheden niet-ionisch detergens, hoger alkylbenzeensulfonaat, fluores- 10 cerende helder makende stof, polymeer voor het bevorderen van het loslaten van vuil, enzymen, natriumformiaat, ethanol en water respectievelijk zijn gelegen binnen de navolgende grenzen: 15 tot 17%, 3 tot 4%, 0,1 tot 0,3%, 0,8 tot 1,2%, 0,025 tot 0,05%, 2 tot 4%, 4 tot 6% en 65 tot 75%.

5· V -26- bedraagt, de fluorescerende helder makende stof een stilbeen helder makende stof is of een mengsel van helder makende stoffen bevattende een stilbeen helder makende stof en de hoeveelheid daarvan 0,05 tot 0,5% bedraagt, en het waterige milieu een waterig alcoholisch milieu is dat 5 voor 5 tot 25% bestaat uit een lagere alkanol met 2 tot 3 koolstofatomen en voor 95 tot 75% bestaat hit water.

6. Vloeibaar detergens volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het 15 detergens in hoofdzaak bestaat uit ongeveer 16% van een niet-ionisch detergens dat het condensatieprodukt is van een hogere vetalcohol met 12 tot 15 koolstofatomen en ongeveer 7 molaire hoeveelheden ethyleenoxyde, ongeveer 3,5% natriumdodecylbenzeensulfonaat, ongeveer 0,2% van een fluorescerende helder makende stof van het aminostilbeentype, onge-20 veer 1% het loslaten van vuil bevorderend PET-POET-polymeer met een ge-wichtsgemiddeld molecuulgewicht van ongeveer 22.000, waarin het polyoxyethyleen van het polyoxyethyleentereftalaat een molecuulgewicht heeft van ongeveer 3.400, de molverhouding van ethyleentereftalaat- tot poly-oxyethyleentereftalaateenheden van het polymeer ongeveer 3/1 bedraagt en 25 de molverhouding van ethyleenoxyde tot ftaalzuurcomponent. daarin ongeveer 22/1 bedraagt, ongeveer 0,04% van een gemengd proteolytisch en amylo-lytisch enzymepreparaat, ongeveer 3% natriumformiaat, ongeveer 5% ethanol, ongeveer 0,4% parfum en ongeveer 70,1% zacht water, dat een pH heeft van ongeveer 6,2 en een viscositeit van ongeveer 90 cP bij 25°C.

7. Werkwijze voor het bereiden van een stabiel, het loslaten van vuil bevorderend enzymatisch vloeibaar detergens volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het niet-ionische detergens, het anionische gesul-fateerde of gesulfoneerde synthetische organische detergens, de fluorescerende helder makende stof, het polymeer voor het bevorderen van het 35 loslaten van vuil, de stabilisator voor enzyme en waterig milieu met elkaar worden gemengd, de pH van het mengsel wordt gemeten, de pH wordt -28- ingesteld door toevoeging van zwavelzuur en/of natriumhydroxyde tot de pH is gelegen in het gebied van 7,3 tot 8,1, en het enzyme wordt toegevoegd aan het mengsel waarvan de pH is ingesteld, en het produkt zo wordt verouderd, dat de pH ervan vermindert tot een punt in het traject 5 van 6,2 tot 7,0.

8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het stabiele, het loslaten van vuil bevorderende, enzymatische vloeibare detergens dat wordt bereid een detergens is overeenkomstig conclusie 4, de pH waarop het vloeibare detergens wordt ingesteld, door toevoeging van zwavelzuur 10 en/of natriumhydroxyde, is gelegen in het gebied van 7,5 tot 7,9, met het waterige mengsel bij die pH een waterige oplossing van een mengsel van proteolytische en amylolytische enzymen wordt gemengd, het verkregen vloeibare detergensprodukt wordt gefiltreerd tot helderheid, en vervolgens wordt verouderd zodat de pH afneemt tot 6,2.

9. Werkwijze voor het wassen van wasgoed, waarbij aan het wasgoed het loslaten van vuil bevorderende alsmede fluorescerende helder makende eigenschappen worden verschaft, met het kenmerk, dat het wasgoed wordt gewassen in waswater dat 0,04 tot 0,6% van een detergenssamenstelling volgens conclusie 1 bevat, en het wasgoed vervolgens wordt gespoeld en 20 gedroogd.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het waswater een temperatuur heeft in het gebied van 40 tot 80°C, de gebruikte detergenssamenstelling een samenstelling is overeenkomstig conclusie 6, en de hoeveelheid vloeibare detergenssamenstelling in het waswater is gelegen 25 in het gebied van 0,1 tot 0,3%. A ) ' ··