NL8520041A - Kleurstofmengsel alsmede werkwijze voor het kleuren van thermoplastische materialen onder toepassing van dat mengsel. - Google Patents
Kleurstofmengsel alsmede werkwijze voor het kleuren van thermoplastische materialen onder toepassing van dat mengsel. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8520041A NL8520041A NL8520041A NL8520041A NL8520041A NL 8520041 A NL8520041 A NL 8520041A NL 8520041 A NL8520041 A NL 8520041A NL 8520041 A NL8520041 A NL 8520041A NL 8520041 A NL8520041 A NL 8520041A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- coloring
- mixture
- mixture according
- weight
- product
- Prior art date
Links
Classifications
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C09—DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- C09B—ORGANIC DYES OR CLOSELY-RELATED COMPOUNDS FOR PRODUCING DYES, e.g. PIGMENTS; MORDANTS; LAKES
- C09B67/00—Influencing the physical, e.g. the dyeing or printing properties of dyestuffs without chemical reactions, e.g. by treating with solvents grinding or grinding assistants, coating of pigments or dyes; Process features in the making of dyestuff preparations; Dyestuff preparations of a special physical nature, e.g. tablets, films
- C09B67/0071—Process features in the making of dyestuff preparations; Dehydrating agents; Dispersing agents; Dustfree compositions
- C09B67/0083—Solutions of dyes
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D06—TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- D06P—DYEING OR PRINTING TEXTILES; DYEING LEATHER, FURS OR SOLID MACROMOLECULAR SUBSTANCES IN ANY FORM
- D06P1/00—General processes of dyeing or printing textiles, or general processes of dyeing leather, furs, or solid macromolecular substances in any form, classified according to the dyes, pigments, or auxiliary substances employed
- D06P1/44—General processes of dyeing or printing textiles, or general processes of dyeing leather, furs, or solid macromolecular substances in any form, classified according to the dyes, pigments, or auxiliary substances employed using insoluble pigments or auxiliary substances, e.g. binders
- D06P1/60—General processes of dyeing or printing textiles, or general processes of dyeing leather, furs, or solid macromolecular substances in any form, classified according to the dyes, pigments, or auxiliary substances employed using insoluble pigments or auxiliary substances, e.g. binders using compositions containing polyethers
- D06P1/613—Polyethers without nitrogen
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D06—TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- D06P—DYEING OR PRINTING TEXTILES; DYEING LEATHER, FURS OR SOLID MACROMOLECULAR SUBSTANCES IN ANY FORM
- D06P1/00—General processes of dyeing or printing textiles, or general processes of dyeing leather, furs, or solid macromolecular substances in any form, classified according to the dyes, pigments, or auxiliary substances employed
- D06P1/44—General processes of dyeing or printing textiles, or general processes of dyeing leather, furs, or solid macromolecular substances in any form, classified according to the dyes, pigments, or auxiliary substances employed using insoluble pigments or auxiliary substances, e.g. binders
- D06P1/64—General processes of dyeing or printing textiles, or general processes of dyeing leather, furs, or solid macromolecular substances in any form, classified according to the dyes, pigments, or auxiliary substances employed using insoluble pigments or auxiliary substances, e.g. binders using compositions containing low-molecular-weight organic compounds without sulfate or sulfonate groups
- D06P1/651—Compounds without nitrogen
- D06P1/65106—Oxygen-containing compounds
- D06P1/65125—Compounds containing ester groups
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D06—TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- D06P—DYEING OR PRINTING TEXTILES; DYEING LEATHER, FURS OR SOLID MACROMOLECULAR SUBSTANCES IN ANY FORM
- D06P1/00—General processes of dyeing or printing textiles, or general processes of dyeing leather, furs, or solid macromolecular substances in any form, classified according to the dyes, pigments, or auxiliary substances employed
- D06P1/90—General processes of dyeing or printing textiles, or general processes of dyeing leather, furs, or solid macromolecular substances in any form, classified according to the dyes, pigments, or auxiliary substances employed using dyes dissolved in organic solvents or aqueous emulsions thereof
- D06P1/92—General processes of dyeing or printing textiles, or general processes of dyeing leather, furs, or solid macromolecular substances in any form, classified according to the dyes, pigments, or auxiliary substances employed using dyes dissolved in organic solvents or aqueous emulsions thereof in organic solvents
- D06P1/928—Solvents other than hydrocarbons
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Textile Engineering (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
- Organic Chemistry (AREA)
- Coloring (AREA)
Description
NL 33133 WO-Kp/dJ-vD -1- 8 5 2 Q 9 B f
Kleurstofmengsel alsmede werkwijze voor het kleuren van thermoplastische materialen onder toepassing van dat mengsel.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een watervrij dompelkleurmengsel voor bekledings- of andere thermoplastische producten. De uitvinding heeft verder betrekking op de toepassing van de mengsels als toevoegsels 5 voor op water gebaseerde systemen die bruikbaar zijn bij het kleuren, de spinfinish of het smeren van textiele vezels en weefsels.
Een continue werkwijze voor een watervrije kleuring van textiele en kunststofmaterialen is voorgesteld in de 10 Amerikaanse octrooischriften 4.047.889 en 4.055.971. Het daarin beschreven vloeibare medium is een glycol of glycol-ether met een hoog kookpunt.
De toepassing van geëthoxyleerde materialen voor het kleuren van voorwerpen is beschreven in de Amerikaanse oc-15 trooischriften 3.362.779 en 4.332.587.
In het Amerikaanse octrooischrift 3.824.125 is de toepassing voorgesteld van hogere trialkyltrimellitaten in waspreparaten om de vuil loslatende eigenschappen van synthetische vezels, zoals polyesters, te verbeteren.
20 In de Amerikaanse octrooischriften 4.293.305 en 4.394.126 zijn mengsels beschreven die veresterde derivaten van een gehydrogeneerd Diels-Alderadduct van linoleenzuur en acrylzuur bevatten en die bestemd zijn voor toepassing in diverse textielbehandelingsmengsels.
25 Alhoewel een verscheidenheid aan oplosmiddelsystemen is gesuggereerd voor het kleuren van producten in watervrije systemen, worden door geen van de thans beschikbare systemen snelle, gebrekenvrije kleuringen verschaft, die worden verricht zonder nadelige uitlopende vloeistoffen teweeg te 30 brengen of zonder anderszins onaanvaarbaar te zijn vanuit commerciëel oogpunt.
De onderhavige uitvinding beoogt derhalve een mengsel te verschaffen voor de watervrije dompelkleuring van kunststof producten die gemaakt zijn door de bekledings- en 35 andere industrieën. Dergelijke producten zijn, zonder daartoe beperkt te worden, buttons, ritssluitingen, kledingstuk- 8520041 - 2 - ken, tapijtstoffen, linten, draperingen, schoenveters, naaigaren, kant, sokken, kunststofbuizen en -pijpen, met kunststof beklede draad, touwen, polyester- en polyamidefilms, speelgoed, omhulsels voor potloden, pennen, keukengereed-5 schappen en telefoons.
Tevens beoogt de onderhavige uitvinding een werkwijze voor de snelle watervrije kleuring van dergelijke producten te verschaffen.
Daartoe wordt het vloeibare medium voor de watervrije 10 dompelkleuring van thermoplastische producten volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het een aromatische polyester met de formule C.-H .-(COOR.) , waarin z 3,4,5 of 6 is, z' 6-z is en R^ een gesubstitueerd of ongesubstitueerd hoger alkyl of een alkylfenolether van een alkoxyalkanol is, 15 en/of een diëster van een gehydrogeneerd Diels-Alderadduct van linoleenzuur en acrylzuur omvat. Wanneer het vloeibare medium wordt toegepast als een verfbad voor het kleuren van thermoplastische producten zal het tevens voldoende hoeveelheden van een organisch kleurmiddel bevatten voor het kleu-20 ten van de thermoplastische producten, welke geverfd worden.
Volgens een ander aspect heeft een werkwijze volgens de uitvinding voor het watervrij kleuren van thermoplastische producten, die gemaakt zijn van een kunststofmengsel, het kenmerk, dat een product wordt blootgesteld aan de eerder 25 genoemde mengsels, die op een temperatuur tussen 100°C en de temperatuur waarbij de kunststof ontleed worden gehouden, gedurende een periode welke voldoende is om de gewenste kleuringsgraad te verkrijgen.
De onderhavige uitvinding heeft bovendien betrekking 30 op mengsels, die één van de voornoemde aromatische polyesters en één of meer emulgeermiddelen bevatten, voor toepassing in waterige media voor de spinfinish, het smeren of verven van textiele producten die gemaakt zijn van synthetische polymeren.
35 De term "aromatische polyester", die in de beschrij ving en in de conclusies is gebruikt, betekent een ester welke gevormd is door de reactie tussen een polybasisch aromatisch zuur uit de benzeenreeks en een hoger alkanol om zo een volledige verestering van alle carboxylfuncties daarin 8520041 - 3 - tot stand te brengen. "Hoger alkanol" betekent een gesubstitueerd of ongesubstitueerd alkanol van ten minste zes kool-stofatomen, bijv. hexanol, octanol, 2-ethylhexanol, isodeca-nol, decanol, hexadecanol, octadecanol, docosanol, oleylal-5 cohol, linoleylalcohol of dergelijke.
Voor de doeleinden van de onderhavige uitvinding behoren tot de "hogere alkanolen" tevens alkylfenolethers van alkoxyalkanolen met de formule C H0 . .-C^H.-0(C H_ 0). C H„ OH, a 2a + 1 64 x 2x b x 2x 10 waarin a is 1 - 12, b is 1 - 24 en x is 2 of 3, waarin eventueel blokken van ethyleenoxy- en propyleenoxy-eenheden aanwezig zijn.
De esters kunnen bereid worden door de reactie tussen, bijvoorbeeld, trimellietzuur en het gekozen alkanol, gewoon-15 lijk zodanig, dat het bijproduct water verwijderd of meegevoerd wordt. Alternatief, kunnen de aromatische polyesters bereid worden door de transverestering tussen een lagere ester, bijv. trimethyltrimellitaat, en het hogere alkanol.
In een dergelijke reactie zal het lager kokend alcohol ge-20 woonlijk verwijderd worden uit het reactiemedium door destillatie.
Tot de aromatische polyesters behoren esters van ben-zeentetra-, -penta- en -hexacarbonzuren, waarin R de boven gedefinieerde betekenis heeft. Dienovereenkomstig behoren 25 daartoe de esters van prehnitine-, mellofaan-, pyromelliet-, trimesine-,trimelliet- en hemimellietzuren evenals esters van benzeenpentacarbonzuur en mellietzuur.
Alhoewel triësters van elk van de benzeentricarbonzu-ren gebruikt kunnen worden, verdient het de voorkeur de tri-30 esters van 1,2,4-benzeentricarbonzuur, eveneens bekend als trimellietzuur, te gebruiken. Voorkeursesters zijn tris(2-ethylhexyl)trimellitaat, trisisodecyltrimellitaat, trisiso-octyltrimellitaat, tridecyltrimellitaat, en trihexadecyltri-mellitaat. Het zal duidelijk zijn dat gemengde esters, zoals ; 35 hexyl-, octyl-, decyltrimellitaat eveneens kunnen worden gebruikt. Tris(2-ethylhexyl)trimellitaat (CAS No. 3319-31- 1), eveneens bekend als trioctyltrimellitaat, dat gekocht kan worden bij Eastman Chemical Products, Inc., Kingsport, ; Tennessee, als Kodaflex ® TOTM verdient de meeste voor- ; @5 2 0 0 4 f *'' - 4 - keur.
De eerder genoemde polyesters worden alleen of in combinatie gebruikt met een cycloalifatische diëster met formule 1 van het formuleblad, waarin R is: een gesubstitu- 5 eerd of niet-gesubstitueerd alkyl met rechte of vertakte keten en met 4-20 koolstofatomen; polyoxyalkyleen met de formule H0(C^H^O^C^H - of gefosfateerd polyoxyalkyleen met de formule (ΗΟ)2Ρ(=Ο)Ο(<0χΗ2χΟ)η(:χΗ2χ of een ZOUt daarvan' waarin (C H„ 0) is (CH_CH_0) , (C.EL.0) of (CH.CH.0) -(C H x n Z Z n j b n Z Z jp 3 b 10 0)q, n is 2-22 en de som van p + q is n. Andere cycloalifatische diësterverbindingen die gebruikt kunnen worden, zijn die waarin R is ArC00(CHoCHo0) CH.CH -, ArC00(C H 0) C - H -, 22n22 36n3 6
ArC00(C„H,0) (CoHc0) C_H - of ArC00(C_H,0) -(C H 0) C H-, 24p36q36 36p 24q24 waarin n, p en q zijn zoals eerder gedefinieerd en Ar een Ί5 gesubstitueerd of ongesubstitueerd mono- of bicyclisch aryl met tot aan 15 koolstofatomen is. Het verdient de voorkeur dat mengsels volgens de onderhavige uitvinding, welke een additionele ester bevatten, ten minste 5 gew.% van één of meer van deze cycloalifatische diësters bevatten. Tevens 20 verdient het de voorkeur, dat de mengsels ten hoogste 95 gew.% van de cycloalifatische diëster bevatten. Gezien de superieure thermische stabiliteit van aromatische polyesters, verdienen vloeibare media, die deze als de enige niet-kleur-stofcomponent bevatten, echter eveneens de voorkeur.
25 Het bij het bereiden van de mengsels volgens de onderhavige uitvinding gebruikte dibasische cycloalifatische zuur is een Diels-Alderadduct van acrylzuur en linoleenzuur en kan bereid worden zoals beschreven in het U.S. octrooi-schrift 3.753.968. Het dizuur heeft formule 2 van het formu-30 leblad en is derhalve een mengsel van (5 en 6)-carboxy-4-hexyl-2-cyclohexeen-l-octaanzuren. Het dizuur is commerciëel verkrijgbaar bij Westvaco onder de naam "Diacid 1550".
De bereiding van adducten van geconjugeerd octadeca-dieenzuur en onverzadigde zuren en/of hun hydrogenering is 35 eveneens beschreven door Teeter e.a., J. Org. Chem., vol. 22 (1957), 512-514, en in de Amerikaanse octrooischriften 3.899.476 en 3.981.682.
De bereiding van esters uit het dizuuradduct is gerapporteerd door Ward e.a., J. Mier. Oil Chemists1 Soc., 8520041 - 5 - vol. 57 (1957), 219-224. Geëthoxyleerde esters met 4-119 ethyleenoxide-eenheden staan bekend als geschikte kalkzeep-dispergeermiddelen. Van de alkylesters is beschreven, dat deze bruikbaar zijn in smeermiddeltoepassingen, waaronder de 5 toepassing als textiele smeermiddelen en plastificeermidde-len voor PVC.
Het dizuur kan veresterd worden met alcoholen met behulp van, bijvoorbeeld, zure katalysatoren zoals p-tolu-eensulfonzuur, methaansulfonzuur of zwavelzuur. Gedurende de 10 verestering wordt het reactiemengsel bij voorkeur ook behandeld met een ontkleuringsmiddel, bijv. koolstof of klei.
Na de verestering wordt het dizuur gereduceerd tot een verzadigde verbinding. Een nikkelkatalysator zoals Raneynikkel, nikkel op kiezelgoer of nikkel op aluminiumoxi-15 de kan worden gebruikt. De vereiste hoeveelheid variëert tot aan 5-10 gew.% van de ester.
De hydrogenering wordt na de verestering uitgevoerd om te voorkomen dat nikkel complexeert met het vrije zuur. Andere katalysatoren zoals platina of rhodium nemen dit pro-20 bleem weg, maar de kosten ervan zijn belemmerend. De katalysator kan verwijderd worden door middel van filtratie door een "plaat en frame"-persfilter. Het verkegen filtraat is het product.
Polyoxyalkyleendiësters worden bereid door de reactie 25 van het dizuur met ethyleen- of propyleenoxide in aanwezigheid van een alkalische katalysator. De reactie zal plaatsvinden aan beide zuurgroepen. Men kan het toevoegen van ethyleenoxide voortzetten totdat het product ten minste dis-pergeerbaar of, bij voorkeur, oplosbaar in water is. Dit 30 zal overeenkomen met de toevoeging van totaal 5-25 ethyleenoxide-eenheden. Het met ethyleenoxide verkregen product heeft vöór de hydrogenering een structuur die wordt voorgesteld door formule 3 van het formuleblad, waarin x + y = 5 - 25.
35 Het gefosforyleerde produkt is gemakkelijk verkrijg baar door de reactie met fosforpentoxide. De verzadigde diëster kan verkregen worden door met nikkel gekatalyseerde hydrogenering.
Met betrekking tot het gefosforyleerde derivaat, 8520041 - 6 - dient de hydrogenering vooraf te gaan aan de fosforylering. De gefosforyleerde derivaten kunnen worden omgezet in zouten ervan door de reactie met een metaalhydroxide. Natrium- en kaliumzouten verdienen de voorkeur.
5 Verbindingen waarin R is ArCOO(CH* CH^O) CH.CH -, enz.
2 2. n 2 2 worden verkregen door polyoxyalkyleentussenproducten te behandelen met een aromatisch zuur, bijv. benzeencarbon-, to-lueencarbon- of mellietzuur, gewoonlijk met een zure katalysator. Hydrogenering van de dubbele binding in de cycloali-10 fatische ring kan worden uitgevoerd voorafgaand of na de verestering met het aromatische zuur.
Voorbeelden van het gesubstitueerde alkyl R, welke toegepast kunnen worden in de producten van de onderhavige uitvinding, zijn butoxybutyl, 10-hydroxystearyl, 10-hydroxy-15 decyl, 10-halostearyl, ω-alkanoyloxyalkyl of dergelijke.
Voorkeurscycloalifatische diesters voor toepassing in de onderhavige uitvinding zijn die, waarin: (a) R is een alkyl met rechte of vertakte keten en met 4-20 koolstofatomen, 20 (b) R is 2-ethylhexyl, lauryl of stearyl, (c) R is HO(CH CH O) CH CH -, 2 2 n 2 2 (d) R is HO(C H O) C H -, (e) R is HO(CHO) (C HO) C H -, 24 p 36 q 3 6 (f) R is (HO) P=0(OCH CH ) OCH CH - of een zout 2 2 2 n 2 2 25 daarvan, (g) R is C H CO(OC H ) OC H -, y 6 5 2 4 n 2 4 (h) R is CH C H CO(OC H ) OC H -, 3 6 4 2 4 n 2 4 (i) R is C H CO(OC H ) OC H -, en 6 5 3 6 n 3 6 (j) R is CH C H CO(OC H ) OC H -.
364 36η 36 30 De typen van kunststofmaterialen, die gekleurd kunnen : worden onder toepassing van de mengsels en de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding, zijn, zonder daartoe beperkt te worden, polyesters, polyamiden, polyurethanen, acrylen, gehalogeneerde polyolefinen en epoxykunststoffen. Textiel-35 en bekledingsverwante producten worden echter gewoonlijk gemaakt van polyesters, polyamiden, polyurethanen en acrylen, waardoor deze substraten de voorkeur verdienen bij het ter uitvoering brengen van de onderhavige uitvinding.
Pijpen en buizen worden gewoonlijk vervaardigd van gechlo- 8520041 - 7 - rineerd polyethyleen (CPE) of post-gechlorineerd PVC (PCPVC).
Tot polyesterproducten behoren die, welke gemaakt zijn van poly(alkyleentereftalaten), zoals poly(ethyleente-5 reftalaat), of polyesters die gemaakt zijn van cyclohexaan-dimethanol. Typische polyesterproducten zijn van tevoren genaaide kledingstukken, waaronder pantalons, jeans, japonnen, shirts, sjawls en dergelijke. Tot het gebied van polyesterproducten behoren tevens buttons, draperingen, kant, 10 veiligheidsgordels, linten, ritssluitingen en andere stukgoederen, evenals schijfjes van polyesterharsen, polyester bekledingen op draad of metaal, polyesterproducten (waaronder die, welke gemaakt zijn van gestyreneerde polyesters), polyesterfilm, speelgoed, onderdelen van automobielen en 15 vliegtuigen en omhulsels voor potloden, pennen of huishoud-producten.
Polyamiden die vooral beschouwd worden als substraten in de praktijk van de onderhavige uitvinding, zijn die, welke bekend staan als nylon 6; 6,6 of 6,10. Producten die 20 gekleurd kunnen worden volgens de onderhavige uitvinding omvatten dezelfde typen producten als voor polyesters, evenals lingerie en ondergoed. Het is bijvoorbeeld gebruikelijk om polyamidetanden in ritssluitingconstructies te gebruiken. Polyamiden worden vaak gebruikt voor tapijtstoffen en tou-25 wen.
Acrylkunststoffen die binnen het kader van de onderhavige uitvinding vallen, zijn rechte acrylen, zoals poly-acrylonitril, en modacrylen. De laatstgenoemde zijn copoly-meren van acrylonitril of methacrylonitril, gewoonlijk met 30 vinylchloride of vinylideenchloride. Van acrylen gemaakte producten zijn kleding, tapijten en stukgoederen.
Tot de acrylen behoren eveneens harsen die bestand zijn tegen grote schokken en die bestaan uit hetzij meng-hetzij entcopolymeren. Deze worden gewoonlijk aangeduid als 35 ABS-harsen. Daarvan vervaardigde producten zijn schijfjes, bekledingen voor draad en metaal, telefoonomhulsels, speelgoed, slagvaste vormstukken voor automobielen en vliegtuigen, omhulsels voor potloden, pennen en keukengereedschappen.
8520041 - 8 -
Polyurethanen omvatten talloze mengsels, die gemaakt zijn door de reactie tussen bijvoorbeeld glycolen en organische di- of polyisocyanaten. Tot de glycolen, die gebruikt worden om polyurethanen te maken, behoren eenvoudige glyco-5 len, zoals alkyleenglycolen, en polymere glycolen, waaronder polyether- en polyesterglycolen. Polyurethaan bevattende produkten zijn regenkleding, kunstleer, speelgoed, vormstuk-ken en extrusiestukken voor automobielen en vliegtuigen. Al deze producten kunnen gekleurd worden door de maatregelen 10 volgens de onderhavige uitvinding.
In bepaalde gevallen kunnen de eerder genoemde typen van kunststoffen gemengd worden met natuurlijke of synthetische cellulosematerialen en gekleurd worden volgens de onderhavige uitvinding.
15 De term "organisch kleurmiddel", die in de beschrij ving en conclusies is gebruikt, omvat zowel kleurstoffen en pigmenten van elke structuur. Gewoonlijk behoeven de kleurstoffen of pigmenten die gebruikt worden niet oplosbaar te zijn in water. Derhalve bevatten dergelijke kleurstoffen en 20 pigmenten gewoonlijk geen water oplosbaarmakende functies, zoals een veelvoud van sulfonzuurgroepen. De in de praktijk van de onderhavige uitvinding toegepaste kleurstoffen/pig-menten worden in het algemeen gekozen uit in water onoplosbare kleurstoffen, die eveneens bekend staan als disperse-25 kleurstoffen. Tot deze klasse van kleurstoffen, die toegepast kunnen worden op vezels zoals celluloseacetaat, polyamiden of polyesters, vanuit elk soort kleuringsmedium, behoren kleuren met azo-, azomethine-, nitroareen-en anthra-chinonstructuren. Het zal duidelijk zijn, dat de kleur-30 stoffen, welke bruikbaar zijn in de praktijk van de onderhavige uitvinding, niet beperkt worden tot deze klasse van verbindingen.
De in de praktijk van de onderhavige uitvinding toegepaste kleurstoffen of pigmenten kunnen geïdentificeerd 4
35 worden door hun chemische benamingen, bijv.: 3-nitro-N
-fenylsulfanylanilide, een gele kleurstof; p-Jp-(fenylazo)-fenylazo~l fenol, een rood-gele kleurstof; ethyl-4-hydroxy-l-anthrachinoncarbamaat een oranje kleurstof; l-amino-4-hy-droxyanthrachinon, een rode kleurstof; l-amino-2-broom-4- - 9 - hydroxy-anthrachinon, een rood-blauwe kleurstof of 4,5-diaminochrysazien, een blauwe kleurstof.
Alternatief kunnen de kleurstoffen geïdentificeerd worden volgens de standaard chemische handboeken, zoals 5 "The Color Index", derde editie, The Society of Dyes and
Colours and the American Association of Textile Chemists and Colorists (1971). Dit type handboek correleert de kleurstof-structuur met de handelsnamen. Typische kleurmiddelen die volgens dit handboek geïdentificeerd zijn en die bij de uit-10 voering van de onderhavige uitvinding kunnen worden toegepast, zijn Solvent Orange 20; Acid Blue 83 (C.I. 42660), Acid Blue 59 (C.I. 50315), Direct Blue 86 (C.I. 74180); Direct Red 81 (C.I. 28160) en Acid Yellow 36 (C.I. 13065).
Kationogene kleurstoffen kunnen eveneens in de onder-15 havige uitvinding worden toegepast, bijvoorbeeld Rhodamine 6G, Rhodamine B, Rhoduline Blue 6G en Methylene Blue BB.
Eveneens kunnen gemetalliseerde azo-kleurstoffen worden gebruikt in de praktijk van de onderhavige uitvinding. Gemetalliseerde azo-kleurstoffen die gebruikt kunnen worden, 20 zijn bijvoorbeeld Co, Ni, Cu of Cr complexen of koppelings-produkten van 2-amino-4-nitrofenol en resorcinol; 2-amino-4-chloor-5-nitrofenol en acetoaceetanilide; dianisidine en 3-hydroxy-2-naftanilide; 2-amino-4-chloor-5-nitrofenol en 2-aminonaftaleen of dergelijke.
25 Het zal bovendien duidelijk zijn, dat andere textiel- behandelingsmiddelen, zoals optische glansmiddelen, bijvoorbeeld styrylnaftoxazool-verbindingen, tezamen met kleurstoffen of pigmenten kunnen worden toegepast.
De kleurstoffen/pigmenten kunnen in elke vorm worden 30 toegepast, d.w.z., als perskoek of als gedroogde geperste kleurstof. Desgewenst kunnen dispergeermiddelen worden toegevoegd. Alternatief, kunnen de kleurstoffen of pigmenten worden toegevoegd aan het kleurbad in een oplos/dispergeer-medium dat verenigbaar is met het kleurbad. In de praktijk 35 van de onderhavige uitvinding is het geschikt en verdient het de voorkeur om toevoegselvrije vaste disperse kleurstoffen te gebruiken;
Gebleken is dat watervrije kleurstofbaden, die ten minste 5 gew.% van een aromische ester bevatten, ontkleurd ;40 kunnen worden met geactiveerde koolstof, terwijl baden met 8520041 - 10 - bekende mengsels, welke geen aromatische polyester bevatten, op deze manier niet gemakkelijk ontkleurd kunnen worden. Het meest bij voorkeur bevatten deze mengsels ten minste 5 gew.% trialkyl-trimellitaat, waarbij het alkyl 6-22 koolstofatomen 5 heeft.
Gevonden werd dat de toevoeging van trifenyl-fosfiet aan de kleurstofbaden de verkleuring van de kleurstofbaden vermindert. Bijgevolg verdienen mengsels welke 0,1-2,0 gew.% trifenyl-fosfiet bevatten de voorkeur. Naast of in 10 plaats van trifenyl-fosfiet kunnen de baden 0,1-2,0 gew.% 2,2 'oxamido-bis-{ethy 1-3-(3,5-di-tert-butyl-4-hydroxyfenyl) propionaat} bevatten.
Eventuele emulgeermiddelen of kleuringshulpmiddelen, toegepast in de mengsels van de onderhavige uitvinding, zijn, 15 maar worden niet beperkt tot, gealkoxyleerde alkylfenolen en hun esters, gealkoxyleerde ricinusolieverbindingen, gealkoxyleerde gehydrogeneerde ricinusolieverbindingen, gealkoxyleerde primaire alkanolen, zouten van gefosfateerde gealkoxyleerde primaire alkanolen of alkylfenolen, geëthoxy-20 leerde sorbitan-esters en mengsels daarvan. Deze eventuelè emulgeermiddelen of kleuringshulpmiddelen kunnen worden gebruikt in de watervrije kleurstofbadmengsels of in ... . smeermiddel", spinfinish- of kleurstofbadtoevoegsels voor waterige kleurstofbaden, volgens de Amerikaanse octrooi-25 schriften 4.293.305 en 4.394.126.
De hoeveelheid van het eventuele emulgeermiddel of kleuringshulpmiddel, die in de mengsels van de onderhavige uitvinding gebruik wordt, is ten minste ca. 0,5 gew.% van het mengsel en kan zo hoog zijn als 60-80 gew.%. Watervrije 30 kleurstofbadmengsels bevatten bij voorkeur 5-10 gew. % van één of meer eventuele emulgeermiddelen.
Als eventuele emulgeermiddelen gebruikte geëthoxy-leerde alkanolen zijn alkanolen met 8-24 koolstofatomen, die zodanig geëthoxyleerd zijn dat zij 2-30 ethyleenoxy-35 eenheden bevatten. Typische geëthoxyleerde alkanolen die gebruikt kunnen worden zijn lauryl-alcohol 3,5 ethoxylaat (POE 3,5) of POE (18) tridecyl-alcohol.
Voorkeurskleuringshulpmiddelen van keuze zijn gealkoxyleerde alkylfenolen en hun esters. Deze verbindingen heb-40 ben de formule 8520041 - 11 - C -CrH -0(C H„ OhR", a 2a + 1 6 4 x 2x b waarin a is 1-12, b is 1-24, R" is H, aroyl van mono/bicycli-sche aromatische zuren met tot aan 15 koolstofatomen of een gesubstitueerd of ongesubstitueerd alkanoyl met 8-30 kool-5 stofatomen. Voorbeelden van kleuringshulpmiddelen zijn derhalve geëthoxyleerde en gepropoxyleerde alkylfenolen en overeenkomstige esters, zoals het lauraat, myristaat, palmitaat, coconaat, oleaat, stearaat, isostearaat, benzoaat en toluaat-esters. Voorkeursalkylfenolen zijn nonylfenol, octylfenol 10 en dodecylfenol.
Het zal duidelijk zijn, dat de alkylfenolen en de zuren, die gebruikt worden voor de verestering van gealkoxy-leerde alkylfenolen, eveneens mengsels kunnen zijn.
Het meest bij voorkeur zijn de gealkoxyleerde alkyl-15 fenolen geëthoxyleerde derivaten met 5-10 ethyleenoxydeeen-heden.
Voorkeursemulgeermiddelen of eventuele kleuringshulpmiddelen zijn die, waarin: (a) R" is een alkanoyl met 12-18 koolstofatomen of mengsels 20 daarvan, (b) R" is n-C1?H33CO, (c) R" is n-C.^Ho_C0, (d) R" is iso-C.-H-cCO, (e) R" is benzoyl, 25 (f) R" is n-C11H23CO, (g) R" is H, (h) a is 5-10, omvattende elk van (a) - (g) , (i) b is 6-15, omvattende elk van (a) - (h), (j) b is 8-11, omvattende mengsels daarvan en elk van 30 (a) -(h), (k) a is 9, b is 8 en R" is n-C^ .jH^CO, (l) a is 9, b is 6-10 en R" is H en (m) x is 2, omvattende elk van (a) - (1).
Gealkoxyleerde ricinusolie, welke gebruikt wordt als 35 i een eventueel toevoegsel in de mengsels van:;de onderhavige uitvinding, bevat 15-100 oxyalkyleeneenheden, bij voorkeur 40-85 oxyethyleeneenheden. De gehydrogeneerde ricinusolie-derivaten bevatten 5-200 oxyalkyleeneenheden, bij voorkeur : 20-30 oxyethyleeneenheden. Deze typen van materialen kunnen 40 gekocht worden bij ICI America en Whitestone Chemical Co.
8520041 - 12 -
Volgens de onderhavige uitvinding is gevonden, dat produkten zeer snel en zeer homogeen geverfd of gekleurd kunnen worden. Gewoonlijk geeft dompeling in het kleurstof-bad gedurende slechts 30 seconden bij 160° C een significante 5 kleuring. Voor nog snellere resultaten kunnen de kleuringen echter worden uitgevoerd bij 180-200° C 'of hoger. Gebruikmaking van de mengsels van de onderhavige uitvinding bij 200° C of hoger leidt niet tot roken of verontreiniging van de procesfabriek, hetgeen een probleem is wanneer ethyleen-10 glycol of diethyleenglycol de kleurende oplosmiddelen zijn.
In de praktijk is het geschikt om een temperatuur tot aan die waarbij de te verven kunststof ontleedt, toe te passen. Temperaturen tussen 120-235°C, het meest bij voorkeur 140— 295°C, verdienen echter de voorkeur.
15 Alhoewel het de voorkeur verdient de te behandelen produkten door dompeling in een bad met het kleurstofmengsel te verven, kunnen de kleurstoffen ook door sproeiing worden opgebracht. Vervolgens dienen de besproeide produkten verhit te worden in een bad tot ten minste 140° C om de opname van 20 de kleurstof in het produkt te voltooien.
Of het produkt gekleurd is door dompeling of op een andere manier, het gekleurde produkt wordt gewoonlijk gereinigd met een oplosmiddel om de overmatige kleurstof te verwijderen. De voor het reinigen gebruikte oplosmiddelen 25 zijn bijvoorkeur gechlorineerde of gefluorineerde koolwaterstoffen. Hooggechlorineerde oplosmiddelen zoals perchloor-ethyleen en trichloorethyleen verdienen echter de voorkeur bij reiniging door middel van dompeling in een vloeistofbad. Fluorchloorkoolstoffen zoals dichloordifluormethaan, chloor-30 trifluormethaan, welke bij omgevingstemperaturen of even daarboven gassen zijn, kunnen gebruikt worden voor het reinigen van de geverfde produkten in dampfase. Gewoonlijk wor- : den apparaten gebruikt om het reinigingsoplosmiddel terug te winnen en terug te voeren in plaats van dit in de atmosfeer 35 te dechargeren.
Een verder voordeel van de werkwijze volgens de uitvinding is, dat deze in wezen gesloten is en vrij van uitlopende. vloeistof, d.w.z., dat weinig of geen materiaal | verloren gaat of gedechargeerd wordt in de atmosfeer.
40: In de inrichting volgens de onderhavige uitvinding 8520041 - 13 - zijn de voornaamste bestanddelen een dompeltank, een kleurstof-terugwinningseenheid, een oplosmiddelreinigingstank, een op-losmiddelterugwinningsdestilleerapparaat en een droger. De dompeltank is voorzien van een verhittingsapparaat en 5 roerder, om zo de circulatie van de kleurende oplossing binnen de dompeltank en naar een kleurstofterugwinningseenheid, welke uitwendig daarvan is gelegen, mogelijk te maken.
De kleurstofterugwinningseenheid bevat gewoonlijk een filtratie-inrichting voor de verwijdering van vaste over-10 blijfselen uit de gebruikte kleurstofoplossingen en destilleer- en condenseerinrichtingen voor de terugwinning van het oplosmiddel. De gezuiverde kleurstofoplossing kan worden teruggevoerd naar de dompeltank, onder toevoeging van kleurstof of andere toevoegsels om zo het gewenste mengsel aan de 15 dompeltank te verschaffen, of kan dit worden opgeslagen voor later gebruik.
Bij het kleuren van de vele typen van textiel-verwante produkten, waaronder jeans, korte broeken, lingerie, tapijten, ondergoed, ritssluitingen en kant als voorbeeld, verdient 20 het de voorkeur een perswalsinrichting toe te passen, die in wezen functioneert als een wringer om zo de overmaat kleurstofoplossing uit de behandelde produkten te verwijderen. De op dit punt verwijderde kleurstofoplossing kan worden teruggevoerd naar de externe terugwinningseenheid of kan 25 rechtstreeks worden teruggevoerd naar de dompeltank.
Wanneer het kleurstofbad ten minste 5 gew.% aromatische polyester bevat en vrij is van andere eventuele kleuringshulpmiddelen, verdient het de voorkeur om het zuivere vloeibare medium voor de kleurstof terug te winnen 30 door behandeling met geactiveerde koolstof. Deze behandeling staat het hergebruik van het vloeibare kleurstofmedium toe met een verscheidenheid van verschillende organische kleur-middelen en vermijdt de noodzaak om het vloeibare kleurstofmedium terug te winnen door middel van destillatie.
35 Na het perswalsstation worden de produkten in de op- losmiddelzuiveringstank overgebracht om de overmaat of niet-hechtende kleurstof volledig te verwijderen. Het verdient de voorkeur meerdere van dergelijke oplosmiddelzuiveringstanks te gebruiken. Tevens verdient het de voorkeur om het oplos-40 middel uit de tank te circuleren via een uitwendige oplos- 8520041 - 14 - middelterugwinningseenheid, die is uitgerust met filters ter verwijdering van vaste stoffen en met destilleer- en condenseer-inrichtingen voor het zuiveren van het oplosmiddel, en het gezuiverde oplosmiddel in het systeem terug te voeren. De kleur-5 stof die is teruggewonnen op het filter öf als residu uit de destillatie, kan weer worden overgebracht naar het systeem voor de terugvoering. Wanneer meerdere oplosmiddelzuiverings-tanks gebruikt worden, verdient het de voorkeur om het oplosmiddel tegengesteld aan de richting waarin de te behandelen 10 produkten worden vervoerd, te laten stromen.
Het laatste onderdeel van het apparaat is de droger, bijvoorbeeld een hetelucht-droger, waaruit de produkten het systeem verlaten en gecontroleerd en verpakt kunnen worden. Oplosmiddeldampen uit de hetelucht-droger kunnen gecon-15 denseerd en teruggevoerd naar het systeem worden.
De in de praktijk van de onderhavige uitvinding gebruikte textiel-bewerkingsmengsels, andere dan watervrije kleurstofbadmedia, kunnen in elke van de verschillende fases van de vezelbewerking worden toegepast. Hieronder volgen 20 voorbeelden voor de toepassing op polyestervezel.
A. Spinfinish - toepassing.
De spinfinish wordt toegepast op het garen uit een 10-20% emulsie zodat op het garen een finishniveau van 0,25-10% wordt verkregen. Het behandelde garen kan tot garenwikkels 25 worden gevormd die gebruikt kunnen worden in textureermachines met hoge snelheid.
De als spinfinish gebruikte mengsels hebben bij voorkeur de volgende samenstelling: gewicht sde1en 30 0-40 cycloalifatische diester 20 - 60 aromatische polyester 10-50 emulgeermiddelen en eventuele toevoegsels Het meest bij voorkeur bevatten de mengsels 25-35 ge-wichtsdelen cycloalifatische diester en 25-35 gewichtsdelen 35 aromatische polyester. Er worden echter aanvaardbare spin-finishrnengsels verkregen onder gebruikmaking van een aromatische polyester en emulgeermiddelen en andere toevoegsels als de enige bestanddelen.
| Spinfinishrnengsels bevatten bij voorkeur een cyclo- 140 alifatische diesterwaarin R een alkyl is met 4-20 koolstof- 8520041 - 15 - atomen. De aromatische polyester is bij voorkeur zoals boven gedefinieerd.
Voorkeursfacultatieve kleuringshulpmiddelen zijn ge-ethoxyleerde nonylfenolesters, vooral in combinatie met één 5 of meer van de groep geëthoxyleerde ricinusolie, geëthoxy-leerde gehydrogeneerde riciriusolie en/of gefosfateerd ge-ethoxyleerd alkylfenol.
Spinfinishmengsels, welke de meeste voorkeur verdienen bestaan in wezen uit: 10 gewichtsdelen 25 - 35 cycloalifatische bis(2-ethylhexyl)ester 25 - 35 trioctyltrimellitaat 10-20 geëthoxyleerd nonylfenollauraat 4 - 6 geëthoxyleerde ricinusolie 15 8-12 geëthoxyleerde gehydrogeneerde ricinusolie 8-12 geëthoxyleerd nonylfenolfosfaat, K - zout
De spinfinishmengsels kunnen verdund worden met water tot een stabiele emulsie of dispersie. De spinfinish wordt 20 bij voorkeur toegepast om een opname van 0,4-0,75 gew.% teweeg te brengen. .
Een representatieve polyester die met de spinfinish van de onderhavige uitvinding is behandeld tot een opname van 0,5-0,6% heeft lagere hittehistoriekenmerken dan garen dat 25 behandeld is met een conventionele spinfinish. Aldus behandelde garens kunnen dienovereenkomstig getextureerd worden bij lagere temperaturen dan eerder mogelijk was en kunnen geverfd worden in een waterig bad bij lagere temperaturen dan eerder werden toegepast. Bovendien rookt of dampt de spin-30 finish niet gedurende het textureren bij 200-240° C.
Bij voorkeur worden, nadat de spinfinishmengsels van de onderhavige uitvinding zijn toegepast, geen verdere smeermiddelen gebruikt om een vervalsing van de finishes te voorkomen. Het grootste voordeel wordt verkregen door het 35 uitsluitendegebruik van de mengsels van de onderhavige uitvinding, via omzetting van het behandelde garen,bij stukgoederen en het kleuren.
B. Brei-toepassingen
Het mengsels wordt toegepast als een breismeermiddel 40 en wordt op het garen gelaten gedurende de stroomafwaartse 8520041 - 16 - verwerking van het garen. D.w.z., dat het smeermiddel niet behoeft te worden uitgewassen, zoals de conventionele smeermiddelen. Het vermogen om een eerder benodigde bewerkings-stap weg te laten is een belangrijk voordeel bij het toe-5 passen van de leer van de onderhavige uitvinding. Gedurende het weven of breien worden hoge temperaturen verkregen door de wrijving/ maar de smeermiddelen van.de onderhavige uitvinding blijven werkzaam en kleven niet aan of verzamelen zich niet op de apparatuur.
10 Bij het kleuren in een waterig verfbad wordt het smeer middel niet afgebroken gedurende de kleuringskringloop en rookt het niet gedurende het drogen en de versteviging door hitte van de vezel. Het wegnemen van een heiige blauwe rook gedurende het drogen en de versteviging door hitte is belang-15 rijk vanwege de toenemende strenge beperkingen op het gebied van de luchtvervuiling.
De smeermiddelmengsels van de onderhavige uitvinding hebben bij voorkeur de volgende samenstelling: gewichtsdelen 20 0-30 cycloalifatische diester 30 - 90 aromatische polyester 10-60 emulgeermiddelen en facultatieve toevoegsels Het meest bij voorkeur bevatten de mengsels 15-25 gewichtsdelen cycloalifatische diester, 35-45 gewichtsdelen 25 aromatische triester en 15-25 gewichtsdelen facultatieve kleuringshulpmiddelen. Voorkeursbestanddelen zijn zoals hierboven gedefinieerd. Zoals eerder is opgemerkt, zijn op water gebaseerde mengsels die geen cycloalifatische diester bevatten geheel aanvaardbaar.
30 Andere materialen in het smeermiddelmengsel kunnen zijn: een antioxidant zoals gebutyleerd hydroxytolueen, in een hoeveelheid van ten hoogste ca. 0,5 gew.%, een alkanol-amine,zoals triethanolamine, in een hoeveelheid van ten hoogste ca. 5,0 gew. %; en ten hoogste 2,5 gew.% water.
35 Een smeermiddelmengsel dat zeer de voorkeur verdient, is: gewichtsdelen 25 - 35 cycloalifatische bis(2-ethylhexyl)ester 35 - 45 trioctyltrimellitaat 40 15-25 geëthoxyleerd nonylfenollauraat 8520041 - 17 - 5 - 15 geëthoxyleerd nonylfenol 0,05 - 0,2 gebutyleerd hydroxytolueen 1 - 5 triethanolamine 1-2 water 5 Voor een bevredigende prestatie dient de opname, uit gedrukt als minimum percentage extraheerbare stoffen, ten minste 0,075 gew.% cycloalifatische diester en 0,075 gew.% aromatische polyester te bedragen, wanneer de behandelde vezel of weefsel wordt over gebracht in,,.de verfmachine.
10 C. Toepassing als kegelspoelolie
Kegelspoelolie wordt toegepast na het textureren of terwijl het garen wordt gewikkeld. Voor deze toepassing bevatten de mengsels ook een grote hoeveelheid, ten hoogste 70 gew. %, van copolymeren van ethyleenoxide en propyleenoxide met 15 een molecuulgewicht tussen 2000-5000. Typische geschikte materialen zijn Ucon®LB en HB (Union Carbide Co.) en de vloeistoffen Pluronics (BASF) of Jeffox (Texaco, Ine.).
Kegelspoeloliën volgens de onderhavige uitvinding omvatten: 20 qewichtdelen 0-10 cycloalifatische diester 5-20 aromatische polyester 2-20 emulgeermiddelen en facultatieve kleurings-hulpmiddelen 25 60-70 ethyleenoxide-propyleenoxidecopolymeer
Voorkeursmengsels bevatten cycloalifatische diesters, waarin R 4-20 koolstofatomen heeft, meest bij voorkeur 6-12 koolstofatomen, en een trimellitaatester. Het facultatieve kleuringshulpmiddel is bij voorkeur een ester van een ge- 30 ethoxyleerd alkylfenol, het meest bij voorkeur nonylfenol. Andere voorkeurstoevoegsels zijn geëthoxyleerde alkanolen, de overeenkomstige fosfaten en geëthoxyleerde gehydrogeneer- ; de ricinusolie.
Kegelspoeloliemengsels kunnen eveneens ten hoogste ca.; 35 0,5 gew.% antioxidant, zoals gebutyleerd hydroxytolueen, ten hoogste ca. 2,5 gew.% alkanolamine en ten hoogste 2,5 gew.% water bevatten.
D. Kleuren
Kleuringshulpmiddelen voor waterige kleurbaden bestaan 40 uit: 8520041 - 18 - gewichtsdélen 0-40 cycloalifatische diester 20 - 90 aromatische polyester 10-30 facultatieve kleuringshulpmiddelen 5 De cycloalifatische diesters, waarvan gebruik wordt ge maakt bij dit aspekt van de uitvinding, zijn bijvoorbeeld die, waarin R een alkyl met 4-20 koolstofatomen, het meest bij voorkeur 6-12 koolstofatomen, is. Voorkeursaromatische polyesters zijn trimellitaten, het meest bij voorkeur trioctyl-10 trimellitaten.
Verrassenderwijs is gevonden, dat waterige en niet-waterige kleurbaden die een aromatische polyester, met of zonder emulgeermiddelen of andere facultatieve kleuringshulpmiddelen, maar geen cycloalifatische diester bevatten, een 15 betere stabiliteit bij hoge temperatuur hebben dan mengsels die zowel de aromatische polyester alsook de cycloalifatische diester bevatten.
Voorkeursemulgeermiddelen en facultatieve toevoegsels zijn esters van geëthoxyleerde alkylfenolen, het meest bij 20 voorkeur geëthoxyleerd nonylfenol. Voorkeursmengsels bevatten tevens ten minste één uit de groep van geëthoxyleerde rlcinusolie of geëthoxyleerde gehydrogeneerde ricinusolie of een gefosfateerd derivaat (K-zout) van een geëthoxyleerde cycloalifatische diester (R is gefosfateerd polyoxyethyleen). 25 Kleuringshulpmengsels welke de meeste voorkeur ver dienen, bevatten: gewichtsdelen 25 - 35 cycloalifatische bis(2-ethylhexyl)ester 35-45 trioctyltrimellitaat 30 10-20 POE nonylfenollauraat 4 - 6 POE ricinusolie 8-12 POE gehydrogeneerde ricinusolie 8-12 POE cycloalifatisch diesterfosfaat, K - zout 35 Andere, zeer de voorkeur verdienende kleuringshulp- mengsels bevatten: - 19 - gewichtsdelen 40 - 60 trioctyltrimellitaat 15 - 25 POE nonylfenollauraat 5-10 POE ricinusolie 5 10-15 POE gehydrogeneerde ricinusolie / 10 - 15 POE cycloalifatisch diesterfosfaat, K - zout
Het mengsel wordt in het kleurbad toegepast bij een gehalte van ca. 0,25 gew.% van de goederen die in het zure 10 (pH = 5 ± 0,5) kleurbad komen. De enige additionele bestanddelen in het bad zijn water en het kleurmiddel. Dit komt niet overeen met conventionele processen, waarin het kleuringshulp-middel wordt toegevoegd in een hoeveelheid van 2-4 gew.% tezamen met aanvullende gelijkmaakmiddelen.
15 De met de mengsels van de onderhavige uitvinding ver kregen gekleurde garens vergelijken zich gunstig met de conventioneel gekleurde garens met betrekking tot de eigenschappen zoals lichtechtheid, wrijfechtheid, kleurdiepte en gelijkmatigheid.
20 Bij een zeer de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm bevatten de mengsels van de onderhavige uitvinding 15-90 gew.
% aromatische polyester en 0,05-2,0 gew.% trifenylfosfiet, waarbij de aromatische polyester een trialkyltrimellitaat is, waarin het alkyl 6-20 koolstofatomen heeft, en de cycloalifa-25 tische diester een diester is, waarin R 6-20 koolstofatomen heeft, en het organisch kleurmiddel een disperse kleurstof is.
Een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding, welke zeer de voorkeur verdient, is een werkwijze waarin het te 30 behandelen produkt wordt blootgesteld aan het voornoemde mengsel, waarbij de temperatuur tussen 140-235° C wordt gehouden gedurende een periode die voldoende is om de gewenste mate van kleuring te verkrijgen.
Zonder verdere uiteenzetting wordt gemeend, dat een 35 deskundige met behulp van de voorafgaande beschrijving de onderhavige uitvinding in al diens facetten kan toepassen.
De volgende specifieke uitvoeringsvormen dienen derhalve slechts als toelichting te worden beschouwd en op generlei wijze als beperkend voor.de rest van de beschrijving. In de 40 volgende voorbeelden zijn de temperaturen in ° C weergegeven.
8520041 - 20 -
Tenzij anders aangegeven, hebben alle delen en percentages betrekking op het gewicht.
Voorbeeld I
Bereiding van polyoxyethyleennonylfenyllauraat 5 In een driehalskolf, uitgerust met een roerder, con densor, ontvanger, thermometer, stikstofinlaat en verwarmings-mantel werden 750 g (1,1 mol ) gepolyoxyethyleerd. nonylfenol (9,5 mol oxyethyleen, NF 9,5), 208 g (1 mol) laurinezuur en 2,4 g p-tolueensulfonzuur overgebracht. De lucht werd uit 10 de kolf verwijderd door stikstof en het mengsel werd verhit tot 160-170° C. Het water werd continu verwijderd. De reactie werd voortgezet totdat een zuurgetal onder 10 mg/KOH was verkregen voor een monster van het produkt. Het produkt werd afgekoeld en gefilteerd.
15 Andere polyoxyethyleenverbindingen worden op een ge lijksoortige manier gemaakt uit: (1) NF 9,5 en cocosnootvetzuur, 1:1 molaire verhouding (2) NF 9,5 en oliezuur, 1:1 molaire verhouding (3) NF 9,5 en stearinezuur, 1:1 molaire verhouding 20 (4) NF 9,5 en benzeencarbonzuur,1:1 molaire verhouding.
Voorbeeld II
Bereiding van cycloalifatische diester (R is 2-ethyl- hexyl)
In een driehalskolf, uitgerust met roerder, thermo-25 meter, stikstofinlaat, condensor, zij-armontvanger en ver-: warmingsmantel werden 352 g (1 mol) Diacid 1550,273 g (2,1 mol ) 2-ethylhexanol, 1,5 g p-tolueensulfonzuur en 2 g ontkleurende koolstof overgebracht. De lucht werd uit de kolf verwijderd met stikstof en het reactiemengsel werd geroerd 30 en verhit op 160-170° C gedurende 4-6 uur. Het gedurende de reactie gevormde water werd verzameld in de zij-armontvangerJ De reactie werd voortgezet totdat het zuurgetal lager was dan 5 mg KOH/g. De katalysator en het koolstof werden verwijderd door filtratie. Het esterprodukt en 25 g nikkel op 35 kiezelgoer werden gechargeerd in een geroerd, verhit drukvat. Het mengsel werd verhit tot 160-170° C en onder druk gebracht met waterstof tot 2750 kPa. Een monster werd genomen na 6-8 uur ter bepaling van het jodiumgetal. De reactie werd voortgezet totdat het jodiumgetal lager was dan 0,5 g 40 jodium/100 g monster.
8520041 - 21 -
Het produkt werd afgekoeld tot 50° C en de katalysator werd verwijderd door filtratie.
Op dezelfde wijze werden esters bereid uit:
(1) Diacid 1550 en decylalcohol, 1:2 molaire verhouding 5 (2) Diacid 1550 en tridecylalcohol, 1:2 molaire verhouding U
(3) Diacid 1550 en Neodol 25 (een mengsel van ^-)2-15 alcoholen), 1:2 molaire verhouding
10 Voorbeeld III
A. Bereiding van een polyoxyethyleen onverzadigde cycloalifatische ester, R is HO(CH^CH^O)^CH^CH^-)
In een geroerde autoclaaf, uitgerust met verwarmings- en afkoelingsspiralen, werd 352 g (1 mol) Diacid 1550 overge-1 5 bracht. De katalysator (1,0 g kaliumhydroxide) werd gechargeerd in de reactor. De temperatuur werd verhoogd tot 110° C en de reactor werd vacuum gestript gedurende 30-60 min ter verwijdering van enig water dat is achtergebleven bij het voorafgaande wassen of dat afkomstig is van één of meer van 20 de gechargeerde reactiecomponenten of katalysator. De reactor werd gespoeld met stikstof ter verwijdering van lucht, vervolgens onder vacuum gebracht en weer gespoeld met stikstof.
De inhoud van de reactor werd geroerd en verhit tot 140° C
en 100 g (2,3 mol) ethyleenoxide werd aan de reactor toege-25 voegd. De druk in de reactor nam onmiddellijk toe tot 200- 340 kPa. Na een inductieperiode van 30-60 min begon een exo- therme polymerisatiereactie (tot 150-160° C). De reactie ging gepaard met een drukvermindering tot nul (0 kPa), wanneer het ethyleenoxide verbruikt was. Ethyleenoxide werd aan de reac-30 tor toegevoegd tot een totaal van 660 g (15 mol). De temperatuur werd door koeling gehouden bij 150-160°C. De toevoeging van ethyleenoxide werd beëindigd en men liet het mengsel geduren- de nog 30 min verder reageren. De reactor werd afgekoeld tot 90-100 °C en tweemaal met stikstof gespoeld.
35
Een monster van het produkt had een hydroxylgetal van 110 mg KOH/g (15 mol ethyleenoxide toegevoegd aan het dizuur).
De diester werd aangezuur met azijnzuur ter neutralisering van de ckaliumhydroxidekatalysator en behandeld met 3 g waterstof-; peroxide om het produkt te bleken en de kleur ervan lichter 40 te maken. De reactor werd afgekoeld tot 30 °C alvorens het 85 2 0 0 4 1 - 22 - produkt te verwijderen, dat vervolgens gefiltreerd werd door filtreerpapier onder toepassing van een porseleinfilter.
B. Reductie van de polyoxyethyleendiester
Het produkt van voorbeeld UIA en 25 g nikkel op kiezel-5 goer werden overgebracht in een geroerd, verhit drukvat. Het mengsel werd verhit op 160-170°C en onder druk gebracht met waterstof tot 2750 kPa. Na 6-8 uur werden met tussenpozen monsters genomen ter bepaling van het jodiumgetal. De reactie werd voortgezet totdat het jodiumgetal kleiner was dan 0,5 g/ 10 100 g monster.
Voorbeeld IV
Bereiding van de gefosfateerde polyoxyethyleendiester (R is (H0)oP(=0)(OCH^CH^) -0CH„CH„-) -—£—n-_£—2r~
Het in voorbeeld IIIB verkregen gepolyoxyethyleerde 15 (15 mol ethyleenoxide) dizuur werd verhit op 50-60°C, geroerd en grondig gespoeld met stikstof ter verwijdering van lucht.
Aan ca. 1015 g (1 mol) van deze stof werd 24 g (0,17 mol) fosforpentoxide toegevoegd. Onmiddellijk daarna begon een exotherme reactie tot een temperatuur van 85-95°C. Het reactie-20 mengsel werd op deze temperatuur gehouden door middel van koeling en een extra hoeveelheid van 24 g (0, 17 mol) fosforpentoxide werd toegevoegd. Nadat al het fosforpentoxide was toegevoegd, werd de reactie nog drie uur voortgezet. De reactor werd afgekoeld tot 50 °C alvorens een monster te nemen. Het 25 zuurgetal van het produkt was 32 mg KOH/g, hetgeen erop wees dat de reactie voltooid was. De charge werd gebleekt bij 85-9 5°C met 5 g waterstofperoxide, en vervolgens afgekoeld tot 30°C en gefiltreerd.
Voorbeeld V
30 Aroylpolyoxyethyleencycloalifatische diester
Een aroylpolyoxyethyleencycloalifatische diester werd gesynthetiseerd in een autoclaaf met een inhoud van 2 liter welke voorzien is van een stikstofinlaat, condensor en ontvanger voor de verwijdering van het bijprodukt water. De 35 chargehoeveelheden waren: 510.0 g Diacid 1550 2,0 g KOH-korrels 636.0 g ethyleenoxide
Na spoeling van het systeem met stikstof werden Diacid 40 1550 en KOH verhit tot 130°C. Over een periode van vier uur : ,85 2 0 0 4 1 - 23 - werd ethyleenoxide toegevoegd waarbij de temperatuur op 150— 165°C werd gehouden. Het verkregen geëthoxyleerde produkt werd afgekoeld tot 90°C voor het nemen van een monster. Het hydroxy1-getal hiervan was 139. Aan dit tussenprodukt werd toegevoegd: 5 3,5 g azijnzuur (watervrij) 7,5 g methaansulfonzuur (70%) 340.0 g benzeencarbonzuur
Na spoeling met stikstof werd de temperatuur van het mengsel verhoogd tot en gehouden op 165-170°C, totdat het 10 zuurgetal kleiner was dan 5 mg KOH per g. De theoretische hoeveelheid water werd gedurende de reactie verwijderd en verzameld in de ontvanger. Het monster werd afgekoeld en gefiltreerd.
Het gefiltreerde produkt werd gehydrogeneerd in een 15 twee-literautoclaaf: 1000.0 g geëthoxyleerd produkt, zie boven 50,0 g Raney-nikkel QS waterstof
De reductie werd uitgevoerd bij 100-125°C en 1380-1720 20 kPa totdat het verbruik van waterstof ophield. Het product werd afgekoeld en gefiltreerd.
Voorbeeld VI
Geëthoxyleerde en gehydrogeneerde ricinusoliën werden bereid zoals in voorbeeld III. Ethyleenoxide draagt bij tot 25 de hydroxylgroep van de ricinusolie.
Voorbeeld VII
Een watervrij kleurmengsel werd bereid van bis(2-ethyl-hexyl)cycloalifatische diester van voorbeeld II en tris(2-ethylhexyl)trimellitaat (Eastman) in een gewichtsverhouding 30 van 20:80, bevattende 5 g/1 Disperse Blue 60 en 0,1 gew.% trifenylfosfiet.
Dit mengsel werd op 185°C gehouden en geroerd terwijl een stuk polyestertapijt daarin werd gedompeld gedurende 30 sec. Het tapijtdeel werd verwijderd, gewassen in perchloorethyleen 35 en gedroogd. Het tapijt was homogeen gekleurd met een goede hechting van de kleurstof. Er was weinig of geen rookvorming gedurende de kleuringsbewerking.
Voorbeeld VIII
Een dompelkleuroplossing werd bereid van 80 gewichts-40 delen tris(2-ethylhexyl)trimellitaat, 20 gewichtsdelen bis(2- 8520041 - 24 - ethylhexyl)cycloalifatische diester en 0,1 gew.% trifenyl-fosfiet.
Hieraan werd Sandoz Pigment Yellow 2B toegevoegd tot een hoeveelheid van 5 g/1. Het verkregen mengsel werd ge-5 bruikt om een stuk nylontapijt te kleuren (200°C, 2 min).
De proef was anders als in voorbeeld VII. Het nylontapijt werd geel gekleurd met een goede gelijkmatigheid.
Voorbeeld IX
Zuiver tris(2-ethylhexyl)trimellitaat werd gebruikt 10 om nylon- en polyester proefstukken te kleuren met Disperse Blue 56 (5 g/1) bij 185°C gedurende 30 sec. De resultaten kwamen overeen met die van de voorbeelden VII en VIII. Gelijksoortige goede resultaten werden verkregen onder toepassing van 10 of 20 g/1 van dezelfde kleurstof.
15 Voorbeeld X
De zuivere bis(2-ethylhexyl)diester van voorbeeld II werd gebruikt om nylon- en polyester proefstukken te kleuren met Disperse Blue 56 (5 g/1) bij 185°C gedurende 30 sec. De resultaten waren gelijk aan die van voorbeelden VII en VIII.
20 Voorbeeld XI
40 g van een verfoplossing welke Disperse Blue in 80:20 tris(2-ethylhexyl)trimellitaat:bis(2-ethylhexyl)cycloalifatische diester bevat met een gehalte van 5 g kleurstof/1, werd bij 150°C behandeld met 3 g geactiveerde koolstof. De 25 hete oplossing werd gefiltreerd door Whatman no. 1 filtreer-papier. Aan het lichtgekleurde filtraat werd 1 g geactiveerde koolstof toegevoegd. Het mengsel werd verhit tot 150°C en heet gefiltreerd. Het filtraat was licht geel van kleur en kon gebruiktworden voor een verfbad met een kleurstof van een 30 andere kleur.
Voorbeeld XII
Proeven die gelijk zijn aan die van voorbeeld XI werden uitgevoerd met een 80:20 kleurstofbad, dat 5-10 g/1 Disperse Red 60, Disperse Yellow 54, Nylanthrene Blue 2RFF (een :35 zure kleurstof) of ftoma Violet Pigment RL 9613; bevat. In alle gevallen leidde de behandeling met ca. 10 gew.% geactiveerde koolstof, met betrekking tot het gewicht van het kleur-middel, bij 100-200°C tot een in wezen schone verfbadoplos-sing, welke teruggevoerd kan worden zonder destillatie.
40 Voorbeeld XIII
8520041 - 25 - (a) Een kleurstofoplossing van ethyleenglycol, welke 1 g/1 van een zuivere, blauwe perskoekkleurstof bevatte, werd verhit tot 180°C onder voortdurend roeren. Bij ca. 107°C begon de oplossing te roken. De rook-vorming werd bij 125°C zeer schadelijk en zelfs nog erger bij 180°C.
5 In de oplossing van 180°C werd een 15 cm-deel van een polyester ritssluiting gedompeld. Na een dompeling van 1 min werd.de ritssluiting verwijderd, afgekoeld in de lucht en gereinigd in een perchloorethyleen-oplossing ter verwijdering van de achtergebleven kleurstofoplossing. De ritssluiting was moeilijk te reinigen. De ritssluiting was ongelijkmatig 10 gekleurd en had vele vlekken.
(b) Een gelijksoortige proef werd uitgevoerd met diethyleen-glycol als oplosmiddel. Het geverfde product was ongelijkmatig gekleurd en had vele vlekken.
Deze proeven tonen aan dat het gebruik van de glycoloplos-15 middelen onaanvaardbaar is vanuit een vervuilingsstandpunt en dat gekleurde produkten worden verkregen die onaanvaardbaar zijn.
Voorbeeld! XIV
Een 0,48 cm roestvrijstalen tank met een inhoud van 265 1 die 236 kg dompelkleurstofoplossing van glyceryltri-20 benzoaat en nonylfenol (7 oxyethyleeneenheden, Union Carbide Corp.) in een gewichtsverhouding van 20:80, bevat bij een kleurstofhoeveelheid van 0,23 kg Latyl Blue BCN 356 (ruwe grondkleurstof), werd uitwendig verhit tot een temperatuur van 182°C.
25 Een pomp werd gebruikt om het materiaal in het verfbad rond te voeren gedurende het verhitten en tijdens het dompelen van een polyester ritssluiting van ca. 61 cm in het geroerde bad gedurende 30 sec. De ritssluiting werd uit het bad verwijderd en licht uitgeperst met een wals ter verwijde-30 ring van de overmaat kleurstofoplossing. De ritssluiting werd gewassen in een tank met een mengsel van trichloorethyleen en perchloorethyleen. Na onderdompeling in het bad gedurende 30 sec werd de ritssluiting gedroogd in een hetelucht-kamer. De ritssluiting was daarna gereed voor een laatste controle 35 en verzending.
De ritssluiting werd snel gekleurd met behulp van deze methode en had een aangenaam uiterlijk.
Voorbeeld XV
Een dompelkleurstofoplossing werd gemaakt van de vol-: 40 gende bestanddelen, zoals boven: 8520041 - 26 - gewichtsdelen 40 gehydrogeneerde cycloalifatische diester met 2-ethyl-hexylalcohol (voorbeeld II) 40 propyleenglycoldibenzoaat 5 20 POE nonylfenyllauraat (voorbeeld I) 1 Latyl Blue BCN 356
De dompelkleurstofoplossing werd gebruikt, zoals eerder beschreven, met gelijke resultaten.
Voorbeeld XVI
10 Textielbehandelingsmengsels werden bereid door de materialen, die bereid zijn zoals eerder is aangegeven, te combineren in de volgende gewichtshoeveelheden: gewichtsdelen
A B
^ 20 0 bis(2-ethylhexyl)ester 40 60 trioctyltrimellitaat 20 20 polyethoxyethyleennonylfenollauraat (9,5 mol ethyleenoxide) 10 10 polyethoxyethyleen gehydrogeneerde ricinusolie 20 (25 mol ethyleenoxide) 10 10 polyethoxyethyleen ricinusolie (80 mol ethyleenoxide)
Voorbeeld XVII
De textielbehandelingsmengsels van voorbeeld XVI wer-25 den gedurende de kleuringskringloop toegepast op een 10 g proefstuk van een T56 getextureerd polyesterweefsel met be- , hulp van de volgende techniek:
Een proefstuk werd in een roestvrijstalen beker over- ! gebracht, welke 150 ml water, 0,067 g Disperse Yellow 67, 30 0,091 g Disperse Blue 56, 0,1 g azijnzuur (56%) en 0,03 g textielbehandelingsmengsel bevatte. De beker werd afgesloten en overgebracht in een launderometer ingesteld op 38°C. De temperatuur werd met 4-5°C/min verhoogd tot 130°C en daarop gehouden gedurende 30 min. De beker werd afgekoeld met 35 4-5°C/min tot 52°C en uit de launderometer genomen. Het polyester proefstuk werd uit de beker verwijderd. Het was uniform gekleurd in een middelbruine tint. Bijna alle kleurstof was uit de waterige oplossing verwijderd.
Voorbeeld XVIII
8520041 - 27 -
Textielbehandelingsmengsels werden op dezelfde manier als in voorbeeld XVI bereid uit: gewichtsdelen A B
-5 30,0 0 cycloalifatische.bis(2-ethylhexyl)ester 30.0 60,0 trioctyl-trimellitaat 15.0 15,0 POE(9,5)nonylfenollauraat 5,0 5,0 POE(80)ricinusolie 10.0 10,0 POE(25)gehydrogeneerde ricinusolie 10 10,0 10,0 POE(15) diesterfosfaat, K-zout (voorbeeld IV) (b) De aldus verkregen mengsels werden toegepast vanuit een 20% waterige oplossing als spinfinish op een polyester-vezel van 17 tex, welke vervolgens werd gesponnen en getextu-15 reerd.
De zoals hierboven toegepaste spin-finish rookt niet, druipt niet, verzamelt zich niet op de verhittingsplaten en veroorzaakt geen "‘‘ongewenste omstandigheden.
Het getextureerde garen werd gebreid tot een dubbelge-20 breide doek. Het garen was goed breihaar:. Er werd geen damp, nevel of geur waargenomen in de breifabriek.
De doek werd getransporteerd naar de verfinrichting en overgebracht in een Gaston County sproeimachine met zes openingen. De goederen werden noch door overstroming gewassen, 25 noch gespoeld. De schuimvorming gedurende het laden van de doek was aanmerkelijk lager dan bij doeken die behandeld zijn met conventionele smeermiddelen. Een goede kleuring werd verkregen.
Voorbeeld XIX
30 (a) spinfinishmengsels werden bereid van:
gewichtsdelen A B
30 0 cycloalifatische bis(2-ethylhexyl)ester 30 60 trioctyltrimellitaat 35 15 15 POE(9) nonylfenollauraat 5 5 POE(81) ricinusolie 10 10 POE(25) gehydrogeneerde ricinusolie 10 10 POE(10) nonylfenolfosfaat, K-zout 40 (b) De mengsels van deel (a) werden als een 20%-emul- 85 2 004 1 - 28 - sie toegepast op polyestergaren (56 tex/34 filamenten) om door een enkele dompeling een droge opname van 0,5-0,6% te verkrijgen. Het verkregen getextureerde garen had goede eigenschappen.
5 Voorbeeld XX
Smeermiddelen met de volgende samenstellingen werden bereid:
gewichtsdelen A B
10 20,0 0 cycloalifatische bis(2-ethylhexyl)ester 39,3 59,3 trioctyltrimellitaat 20.0 20,0 POE(9,5) nonylfenollauraat 10.0 10,0 POE(10) nonylfenol 0,1 0,1 gebutyleerd hydroxytolueen 15 6,3 6,3 POE(9,5) nonylfenolfosfaat 2,5 2,5 triethanolamine (98%) 1,8 1,8 water
Voorbeeld XXI
Kegelspoelolie, voor toepassing bij een hoeveelheid 20 van 2-4% na texturering, werd bereid van: gewichtsdelen A B
7.50 0 cycloalifatische bis(2-ethylhexyl)ester 7.50 15,0 trioctyltrimellitaat 25 3,75 3,75 POE(9,5)nonylfenolcoconaat 10.0 10,0 POE(3,5)laurylalcohol 2.50 2,50 POE(25)gehydrogeneerde ricinusolie 2.50 2,50 POE(10)nonylfenolfosfaat 64,15 64,15 Ucon LB-65 30 0,10 0,10 gebutyleerd hydroxytolueen 1.00 1,00 triethanolamine 1.00 1,00 water
De kegelspoelolie verschaft de noodzakelijke smering zodat het garen snel kan worden kegelgespoeld, gebreid of 35 geweven.
Voorbeeld XXII
Een apparaat voor de verwijdering van de kleurstof-oplossingen volgens de uitvinding bestond uit drie roestvrijstalen kolommen van elk 5 cm in diameter en 50 cm in lengte.
40 Elke kolom was voorzien van een cirkelvormig kussen (5 micron) 8520041 - 29 - waarvan in het midden een opening van 0,64 cm in diameter was. Het kussen was bedekt met een schijf van een roestvrijstalen zeef waarboven Whatman no. 1 filtreerpapier was aangebracht.
5 De eerste kolom van de reeks was gevuld met 100-200 g geactiveerde korrelige koolstof (Calgon Corp.) en werd gebruikt als een wachttank voor het verhitten van de kleur-.stofoplossing tot ca. 185 °C.
Zowel de tweede als de derde kolom waren gevuld met 10 ca. 500 g geactiveerde koolstof. De temperatuur van de door deze kolommen geleide vloeistof was respectievelijk ca.
185°C en 120°C.
Kleurstofoplossingen (Disperse Blue 60 met een concentratie van 5 g/1) in een mengsel van tris(2-ethylhexyl)-15 trimellitaat en bis(2-ethylhexyl)cycloalifatische diester met een volumeverhouding van 80:20, werden ontkleurd in de eerder genoemde reeks van drie kolommen. Ca. 15,5 1 kleurstofoplossing werd ontkleurd door ca. 500 g geactiveerde korrelige koolstof. Bij een kleurstofconcentratie van 5 g/1 ont-20 kleurt 0,45 kg koolstof dientengevolge ca. 14 kg kleurstof-mengsel.
De stroomsnelheden werden gevarieerd van zeer langzaam tot een snelheid van 40 1/min/m2 oppervlak zonder de terugwinning van de vloeibare media nadelig te beïnvloeden.
25 Het eerder genoemde apparaat werd gebruikt voor het ontkleuren van kleurstofoplossingen die 5-10 g/1 van ca.
60 verschillende kleurstoffen bevatte.Dit proces hoeft niet uitgevoerd te worden onder een inerte atmosfeer.
Voorbeeld XXIII
30 Spinfinishmengsels werden bereid van:
ABC
10 5 10 80:20 mengsel van tris (2-ethylhexyl)- trimellitaat en bis(2-ethylhexyl)-cycloalifatische diester 35 5 - - POE(10)nonylfenolfosfaat - 5 5 POE(5)gehydrogeneerde ricinusolie 20 5 5 POE(3,5)laurylalcoholfosfaat 55 - POE(25)gehydrogeneerde ricinusolie 80 80 80 water 8520041 - 30 -
De mengsels werden geëvalueerd op polyamidegarens, waarbij de wrijving van garen-tot-garen (G/G) en garen-tot-metaal (G/M), de statische elektriciteit en het percentage olieverlies bij het trekken werden gemeten ten opzichte van 5 een standaard commerciële spinfinish. De volgende resultaten werden verkregen:
Statische elektrici- Oliever-G/M (g) G/G (g) teit (mV) lies (¾) 85 145-654 +125 0,05 Commerciële spinfinish
135 488-660 - 20 0,08 A
10 130 452-631 ± 0 0,09 B
130 480-673 +110 0 C
Uit deze resultaten blijkt, dat spinfinishmengsels, die bereid zijn volgens de onderhavige uitvinding, zich gunstig laten vergelijken met commercieel verkrijgbare mengsels.
15 Voorbeeld XXIV
Spinfinish voor polyamide werd bereid uit: gew.delen 5 tris(2-ethylhexyl)trimellitaat 5 1025 polypropyleenglycolditallaat 20 5 POE(25) gehydrogeneerde ricinusolie 5 POE(10) nonylfenolfosfaat 80 water.
Voorbeeld XXV
De hittestabiliteit van niet-waterige kleurstofbaden 25 werd bepaald door middel van verhitting gedurende 96 uur bij 185°C. Een representatieve aromatische polyester, tris(2--ethylhexyl)trimellitaat was licht amber van kleur en bevatte geen teerachtig residu. Onder dezelfde omstandigheden was een 80:20 mengsel van tris(2-ethylhexyl)trimellitaat en bis (2-30 -ethylhexyl)cycloalifatische diester onbruikbaar voor een verdere kleuring en bevatte een zwart teerachtig residu.
Voorbeeld XXVI
Een kleurstofoplossing werd gemaakt van: gew.delen 35 80 trioctyltrimellitaat 20 polyoxyethyleennonylfenollauraat (9,5 mol ethyleen- 8520041 - 31 - oxide) 1 Latyl Blue BCN 356.
De dompelkleurstofoplossing werd op dezelfde manier gebruikt als in voorbeeld XV, met soortgelijke resultaten.
Voorbeeld XXVII
5 Een verfbad werd gemaakt door 0,5 gew.% van een zure kleurstof, Nylanthrene Blue 2RFF, op te lossen in 200 g van een bad dat bestaat uit 20 g POE(5) nonylfenol, 144 g tris-(2-ethylheXyl)trimellitaat, 18 g triisooctyltrimellitaat, 17,2 g lineair trimellitaat, 0,4 g trifenylfosfiet en 0,4 g 10 2,21-oxamido-bis [ethyl-3-(3,5-di-tert.-butyl-4-hydroxyfenyl)-propionaat] .
Het verfbad werd verhit tot 150°C en een proefstuk van nylonweefsel werd gekleurd door dompeling in het verhitte bad gedurende 1 min. Het gekleurde proefstuk werd uit het bad 15 getrokken, gewassen met perchloorethyleen en gedroogd. Het gekleurde product was donkerblauw en had een goede gelijkmatigheid.
Een zelfde bad werd bereid met een organisch pigment, Filamid Red 2925, in plaats van een zure kleurstof. Een tapijt-20 proefstuk kon goed worden geverfd en had een goede gelijkmatigheid en echtheid.
De voorafgaande voorbeelden kunnen herhaald worden met evenveel succes door de in het algemeen of specifiek beschreven reactiebestanddelen en/of procesomstandigheden van 25 de onderhavige uitvinding te vervangen door die, welke in de voorafgaande voorbeelden werden gebruikt.
Uit de voorafgaande beschrijving kan een deskundige gemakkelijk de wezenlijke kenmerken van de onderhavige uitvinding bepalen en kan hij, zonder buiten het kader van de 30 onderhavige uitvinding te treden, de uitvinding op verschillende manieren veranderen en modificeren om deze aan te passen aan de verschillende toepassingen en omstandigheden.
852004!
Claims (38)
1. Watervrij dompelkleurstofmengsel voor bekledings- of andere thermoplastische producten, met het kenmerk, dat het omvat: een aromatische polyester met de formule CgHz, (COOR.J) z , waarin een al dan niet gesubstitueerd 5 alkyl met 6-22 koolstofatomen of het residu van een alkylfenol-ether van een alkoxyalkanol is en z is 3, 4, 5 of 6 en z' is 6 - z; een cycloalifatische diester met formule 1 van het formuleblad, waarin R voorstelt een al dan niet gesubstitueerd alkyl met rechte of vertakte keten en met 4-20 koolstofatomen, 10 een polyoxyalkyleen met de formule Rf(OC H- ) , een gefosfa-teerd polyoxyalkyleen met de formule (H0)2Pl=0)(0CxH2x)n0CxH2x- of een zout daarvan, waarin (C H0 0) is (C^H.O) - of x 2x n 2 4 n (C^HgOg-, R' H of ArCO is, Ar een al dan niet gê-15 substitueerd mono- of bicyclisch aryl met ten hoogste 15 koolstofatomen is, x 2 of 3 is, n 2-22 is en de som van p + q is n; en een organisch kleurmiddel.
2. Mengsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tenminste 5 gew.% van de aromatische poly- 20 ester bevat.
3. Mengsel volgens conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat het tenminste 5 gew.% van een trialkyltri-mellitaat, waarin het alkyl 6-22 koolstofatomen heeft, bevat.
4. Mengsel volgens conclusies 1-3, met het ken-25 m e r k, dat het tenminste 5 gew.% cycloalifatische diester, waarin R een alkyl met 6-20 koolstofatomen is, bevat.
5. Mengsel volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het tenminste 0,05-2,0 gew.% trifenylfosfiet be vat .
6. Mengsel volgens conclusies 1-5, met het ken merk, dat het organische kleurmiddel een disperse kleurstof is.
7. Hengsel volgens conclusies 1-6, met het ken merk, dat het in wezen omvat 15-90 gew.% trialkyltrimelli-35 taat, waarin het alkyl 6-22 koolstofatomen heeft, 0,1-2,0 gew.% trifenylfosfiet, een organisch kleurmiddel en een cycloalifatische diester, waarin R een alkyl is met 6-22 koolstofatomen . 8520041 - 33 -
8. Mengsel volgens conclusie 7, met het k e n- m e r k, dat het trialkyltrimellitaat tris(2-ethylhexyl)tri-mellitaat is en de cycloalifatische diester bis(2-ethylhexyl)-diester is.
59. Werkwijze voor het kleuren van van kunststof ge maakte producten, met het k e n m e r k, dat de werkwijze omvat het blootstellen van een te behandelen product aan een mengsel volgens conclusies 1-8, waarbij de temperatuur wordt gehouden tussen 100°C en de temperatuur waarbij de kunst-10 stof ontleedt, gedurende een periode die voldoende is om de gewenste graad van kleuring te bereiken.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de kunststof polyester, polyamide, polyurethaan, acryl, gehalogeneerd polyolefine of epoxy is.
11. Werkwijze volgens conclusies 9 en 10, met het kenmerk, dat het product in het kleuringsmengsel wordt gedompeld bij een temperatuur van tenminste 140°C gedurende tenminste 1 minuut.
12. Werkwijze volgens conclusies 9 en 10, m e t h e t 20 kenmerk, dat het product besproeid wordt met het kleu- ringsmengsel en verhit wordt in een bad of oven tot tenminste 140 °C.
13. Werkwijze volgens conclusies 9-12, met het kenmerk, dat deze de verdere stappen van het reinigen 25 van het gekleurde product met een gehalogeneerd oplosmiddel en het drogen van het aldus gereinigde product omvat.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het gehalogeneerde oplosmiddel perchloorethyleen of trichloorethyleen is en het gehalogeneerde oplosmiddel 30 wordt verzameld en wordt teruggevoerd in het proces.
15. Werkwijze voor het kleuren van producten die gemaakt zijn van polyester-, polyamide-, polyurethaan-, acryl-, gehalogeneerde polyolefine- of epoxykunststoffen, met het kenmerk, dat de werkwijze bestaat uit het blootstellen 35 van een te behandelen product aan een watervrij kleuringsmengsel volgens conclusie 7, waarvan de temperatuur wordt gehouden tussen 120-235°C, gedurende een periode die voldoende is om de gewenste graad van kleuring te bereiken. 8520041 - 34 -
16. Werkwijze volgens conclusie 15., met het ken merk, dat het product in het kleuringsmengsel wordt ondergedompeld bij een temperatuur van tenminste 140°C gedurende tenminste 1 minuut.
17. Werkwijze volgens conclusies 15 en 16, met het kenmerk, dat deze de verdere stappen van het drogen van het gekleurde product, het reinigen van het product met een gehalogeneerd oplosmiddel en het drogen van het aldus gereinigde product omvat.
18. Werkwijze voor het kleuren van producten die gemaakt zijn van polyester-, polyamide-, polyurethaan-, acryl-, gehalo-geneerde polyolefine- of epoxykunststoffen, m e t h e t kenmerk, dat deze bestaat uit het blootstellen van een te behandelen product aan een watervrij kleuringsmengsel vol-15 gens conclusie 2, waarbij de temperatuur tussen 120-235°C wordt gehouden, gedurende een tijd die voldoende is om de gewenste graad van kleuring teweeg te brengen, waarbij het kleuringsmengsel na gebruik behandeld wordt met geactiveerde koolstof om het watervrije medium te herwinnen voor toepas-20 sing met een ander organisch kleurmiddel.
19. Werkwijze voor het kleuren van producten die gemaakt zijn van polyester-, polyamide-, polyurethaan-, acryl-, ge-halogeneerde polyolefine- of epoxykunststof, met het kenmerk, dat deze bestaat uit het blootstellen van een 25 te behandelen product aan een watervrij kleuringsmengsel volgens conclusie 3, waarbij de temperatuur tussen 120-235°C wordt gehouden, gedurende een tijd die voldoende is om de gewenste graad van kleuring teweeg te brengen, waarbij het kleuringsmengsel na gebruik wordt behandeld met geactiveerde 30 koolstof om het watervrije medium te herwinnen voor toepassing met een ander organisch kleurmiddel.
20. Watervrij dompelkleurstofmengsel voor bekledings- of andere thermoplastische producten, met het kenmerk, dat het een aromatische polyester met de formule
35 CgHz,(COOR^)z omvat, waarin R1 een al dan niet gesubstitueerd alkyl met 6-22 koolstofatomen. of het residu van een alkylfenol-ether van een alkoxyalkanol is, z 3, 4, 5 of 6 is en z' 6 - z is alsmede een organisch kleurmiddel.
21. Werkwijze voor het kleuren van producten die gemaakt % - 35 - zijn van kunststof, met het kenmerk, dat deze bestaat uit het blootstellen van een te behandelen product aan een mengsel volgens conclusie 20, waarbij de temperatuur wordt gehouden tussen 100°C en de temperatuur waarbij de 5 kunststof ontleedt, gedurende een periode die voldoende is om de gewenste graad van kleuring te bereiken.
22. Watervrij dompelkleurstofmengsel voor bekledings- of andere thermoplastische producten, met het ken-m e r k, dat het omvat: een cycloalifatische diester met for-10 mule 1 van het formuleblad, waarin R voorstelt een al dan niet gesubstitueerd alkyl met rechte of vertakte keten en met 4-20 koolstofatomen, een polyoxyalkyleen met de formule R'(OC H9 ) -, een gefosfateerd polyoxyalkyleen met de formule (HO^P^O)(00χΗ2χ)ncxH2x- °f een zout daarvan, waarin 15 (CxH2x0)n ls <C2H40)n-' <C3H60)n-°f ‘C2H40)p(C3H60)q' R’ H of ArCO is, Ar een al dan niet gesubstitueerd mono- of bi- cyclisch aryl met ten hoogste 15 koolstofatomen is, x 2 of 3 is, n 2-22 is en de som van p + g is n; en een organisch kleurmiddel.
23. Werkwijze voor het kleuren van producten die gemaakt zijn van kunststof, met het kenmerk, dat deze bestaat uit het blootstellen van een te behandelen product aan een mengsel volgens conclusie 21, terwijl de temperatuur gehouden wordt tussen 100°C en de temperatuur waarbij de kunst-25 stof ontleedt, gedurende een periode die voldoende is om de gewenste graad van kleuring teweeg te brengen.
24. Watervrij dompelkleurstofmengsel voor bekledings- of andere thermoplastische producten, met het kenmerk, dat het omvat: een aromatische polyester met de for-30 mule CgHz , (COOR^) z , waarin R^ een al dan niet gesubstitueerd alkyl met 6-22 koolstofatomen of het residu van een alkyl-fenolether van een alkoxyalkanol is, z 3, 4,5 of 6 is en z1 6 - z is; een organisch kleurmiddel en tenminste 5 gew.% van een additioneel facultatief kleuringshulpmiddel.
25. Werkwijze voor het kleuren van producten die gemaakt zijn van kunststof, met het kenmerk, dat deze bestaat uit het blootstellen van een te behandelen product aan een mengsel volgens conclusie 24, waarbij de temperatuur wordt gehouden tussen 100°C en de temperatuur waarbij de kunststof * - 36 - ontleedt, gedurende een periode die voldoende is om de gewenste graad van kleuring te bereiken.
26. Textielbehandelingsmengsel, jm et h e t k e n- m e r k, dat het omvat: tenminste 5 gew.% van een aromatische 5 polyester met de formule CgH^,(COOR^)z , waarin een al dan niet gesubstitueerd alkyl met 6-22 koolstofatomen of het residu van een alkylfenolether van een alkoxyalkanol is, z 3, 4, 5 of 6 is en z' 6 - z is; en tenminste 0,5 gew.% van een emulgeermiddel of facultatief kleuringshulpmiddel.
27. Mengsel volgens conclusie 26, met h e t k e n- m e r k, dat het emulgeermiddel of facultatief kleuringshulp middel gekozen is uit de groep van gealkoxyleerde alkylfenolen en hun esters, gealkoxyleerde ricinusolieverbindingen, gealkoxyleerde gehydrogeneerde ricinusolieverbindingen, gealkoxy-15 leerde primaire alkanolen, zouten van gefosfateerde gealkoxyleerde primaire alkanolen of fenolen of een mengsel daarvan.
28. Mengsel volgens conclusie 26, m e t h e t k e n- m e r k, dat het bovendien tenminste 0,5 gew.% van een cyclo- alifatische diester met formule 1 van het formuleblad bevat, 20 waarin R, een al dan niet gesubstitueerd alkyl met rechte of vertakte keten en met 4-20 koolstofatomen, polyoxyalkyleen met de formule R'(OC H9 ) - of gefosfateerd polyoxyalkyleen x zx n met de formule (HO) 2P (=0) (0<3χΗ2χ) η<ΧχΗ2χ- of een zout daarvan is, waarin (0χΗ2χ0)η is (C^O)-, ^HgO^- of (C^O) p ^HgO) g-, 25 R' H of ArCO is, Ar een al dan niet gesubstitueerd mono- of bicyclisch aryl met ten hoogste 15 koolstofatomen, x 2 of 3 is, n 2-22 is en de som van p + q is n.
29. Mengsel volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat het tenminste 5 gew.% van een of meer emulgeer- 30 middelen of facultatievekleuringshulpmiddelen bevat.
30. Textielbehandelingsmengsel volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat het een spinfinishmengsel is dat 0-40 gew.% cycloalifatische diester, 20-60 gew.% aromatische polyester en 10-50 gew.% van een of meer emulgeermid- 35 delen of facultatieve kleuringshulpmiddelen bevat.
31. Mengsel volgens conclusie 30, met het kenmerk, dat het 25-35 gew.% cycloalifatische diester en 25-35 gew.% aromatische polyester bevat. 8520041 r - 37 -
32. Textielbehandelingsmengsel volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat het een smeermiddel is dat 0-30 gew.% cycloalifatische diester, 30-90 gew.% aromatische polyester en 10-60 gew.% van één of meer facultatieve kleu- 5 ringshulpmiddelen of emulgeermiddelen bevat.
33. Mengsel volgens conclusie 32, methetken-m e r k, dat het 15-30 gew.% cycloalifatische diester en 35-45 gew.% aromatische polyester bevat.
34. Textielbehandelingsmengsel volgens conclusie 27, lOmethet kenmerk, dat het een kegelspoelolie is die 0-10 gew.% cycloalifatische diester, 5-20 gew.% aromatische polyester, 2-20 gew.% van één of meer emulgeermiddelen of facultatieve kleuringshulpmiddelen en 60-70 gew.% ethyleen-oxide-propyleenoxidecopolymeer bevat.
35. Textielbehandelingsmengsel volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat het een kleuringshulpmiddel voor waterige kleurbaden is dat 0-40 gew.% cycloalifatische diester, 20-90 gew.% aromatische polyester en 10-30 gew.% van één of meer facultatieve kleuringshulpmiddelen bevat.
36. Mengsel volgens conclusie 35, met hetke n- m e r k, dat het 25-35 gew.% cycloalifatische diester en 35-45 gew.% aromatische polyester bevat.
37. Mengsel volgens conclusie 35, met het ken merk, dat het 40-60 gew.% aromatische polyesters bevat 25 alsmede facultatieve emulgeermiddelen of kleuringshulpmiddelen. 8520041
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US58414484A | 1984-02-27 | 1984-02-27 | |
US58414484 | 1984-02-27 | ||
PCT/US1985/000229 WO1985003959A1 (en) | 1984-02-27 | 1985-02-15 | Dye composition and method of use thereof for coloring thermoplastic materials |
US8500229 | 1985-02-15 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8520041A true NL8520041A (nl) | 1986-01-02 |
Family
ID=24336097
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8520041A NL8520041A (nl) | 1984-02-27 | 1985-02-15 | Kleurstofmengsel alsmede werkwijze voor het kleuren van thermoplastische materialen onder toepassing van dat mengsel. |
Country Status (12)
Country | Link |
---|---|
US (2) | US4608056A (nl) |
EP (1) | EP0174341A4 (nl) |
JP (1) | JPS61501577A (nl) |
AU (1) | AU3993485A (nl) |
BR (1) | BR8505478A (nl) |
DE (1) | DE3590079T1 (nl) |
ES (1) | ES8606437A1 (nl) |
GB (3) | GB2166459B (nl) |
IT (1) | IT1182712B (nl) |
NL (1) | NL8520041A (nl) |
SE (1) | SE8505008L (nl) |
WO (1) | WO1985003959A1 (nl) |
Families Citing this family (23)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4722738A (en) * | 1984-02-27 | 1988-02-02 | Crucible Chemical Company | Process to decolorize dye composition and method of use thereof for coloring thermoplastic articles |
WO1988000607A1 (en) * | 1984-02-27 | 1988-01-28 | Robert Buchanan Wilson | Dye composition and method of use thereof for coloring thermoplastic articles |
US5162046A (en) * | 1991-09-30 | 1992-11-10 | Mercado Emilio A | Method for dyeing PET films with solvent dye and glycerol triacetate, (triacetin) |
US5338318A (en) * | 1991-09-30 | 1994-08-16 | Acquired Technolgy, Inc. | Method for dyeing polyethylene terephthalate films |
US5329799A (en) * | 1992-05-29 | 1994-07-19 | Toyota Jidosha Kabushiki Kaisha | Process and apparatus for press-forming tubular container-like article from strip, including forward and backward ironing steps |
US5358648A (en) * | 1993-11-10 | 1994-10-25 | Bridgestone/Firestone, Inc. | Spin finish composition and method of using a spin finish composition |
US6106597A (en) * | 1998-12-18 | 2000-08-22 | Milliken & Company | Wax compositions comprising fatty ester poly(oxyalkylenated) colorants |
EP1070781A1 (de) * | 1999-07-19 | 2001-01-24 | Clariant International Ltd. | Erhöhung der Nassgleitfähigkeit von Textilmaterial und Nassgleitmittel dafür |
US6426142B1 (en) * | 1999-07-30 | 2002-07-30 | Alliedsignal Inc. | Spin finish |
EP1094147A1 (de) | 1999-09-22 | 2001-04-25 | Clariant International Ltd. | Erhöhung der Nassgleitfähigkeit von Textilmaterial und Nassgleitmittel dafür |
JP2001164480A (ja) * | 1999-12-03 | 2001-06-19 | Toray Ind Inc | ポリエステル布帛の染色方法 |
KR100546030B1 (ko) * | 1999-12-07 | 2006-01-24 | 제일모직주식회사 | 폴리카보네이트계 열가소성 수지용 조색제 분산 조성물 |
DE10057686B4 (de) * | 2000-11-21 | 2004-09-23 | V. G. Kunststofftechnik Gmbh | Verfahren zur Nachbehandlung von dreidimensionalen Objekten, die mittels der Stereolithographie erzeugt worden sind |
US6740406B2 (en) | 2000-12-15 | 2004-05-25 | Kimberly-Clark Worldwide, Inc. | Coated activated carbon |
US20040166248A1 (en) * | 2000-12-15 | 2004-08-26 | Sheng-Hsin Hu | Coated activated carbon |
US20050080189A1 (en) * | 2003-08-19 | 2005-04-14 | John Waters | Polymeric colorants |
GB0421145D0 (en) * | 2004-09-23 | 2004-10-27 | Unilever Plc | Laundry treatment compositions |
PL1794276T3 (pl) | 2004-09-23 | 2009-10-30 | Unilever Nv | Kompozycje do obróbki bielizny do prania |
DE102004051174A1 (de) * | 2004-10-20 | 2006-05-04 | BSH Bosch und Siemens Hausgeräte GmbH | Beleuchtungsvorrichtung für ein wasserführendes Haushaltsgerät |
US20080177089A1 (en) | 2007-01-19 | 2008-07-24 | Eugene Steven Sadlowski | Novel whitening agents for cellulosic substrates |
TWI425056B (zh) * | 2010-10-29 | 2014-02-01 | Taiwan Textile Res Inst | 染色組合物以及染色程序 |
US8715368B2 (en) | 2010-11-12 | 2014-05-06 | The Procter & Gamble Company | Thiophene azo dyes and laundry care compositions containing the same |
WO2012085550A2 (en) * | 2010-12-21 | 2012-06-28 | Colormatrix Holdings, Inc. | Polymeric materials |
Family Cites Families (17)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1958700A (en) * | 1929-11-16 | 1934-05-15 | Benjamin R Harris | Composition of matter |
DK72642C (da) * | 1942-06-02 | 1951-06-18 | Grindstedvaerket As | Middel til farvning af emulsioner og andre dispersioner, navnlig af olie-i-vand-typen, og fremgangsmåde til dets fremstilling. |
US3650801A (en) * | 1968-07-25 | 1972-03-21 | Burlington Industries Inc | Oil release for 100% synthetic fibers |
US3682694A (en) * | 1970-01-23 | 1972-08-08 | Yasuharu Kato | Oils for heat treatment of thermoplastic fibers |
JPS4817624B1 (nl) * | 1970-10-21 | 1973-05-30 | ||
CH566433A (nl) * | 1972-10-13 | 1975-09-15 | ||
SE7609628L (sv) * | 1976-08-31 | 1978-03-01 | Danielsson Karl Victor | Komposition for fergning av har |
JPS6047393B2 (ja) * | 1977-12-26 | 1985-10-21 | 花王株式会社 | 捺染用染色助剤 |
US4221566A (en) * | 1978-06-05 | 1980-09-09 | Velsicol Chemical Corporation | Dye compositions containing a combination of dye assistants which includes a mixture of lower alkyl esters of aromatic carboxylic acids |
US4192754A (en) * | 1978-12-28 | 1980-03-11 | Allied Chemical Corporation | Soil resistant yarn finish composition for synthetic organic polymer yarn |
DE2943902A1 (de) * | 1979-10-31 | 1981-05-14 | Hoechst Ag, 6000 Frankfurt | Verwendung von veresterten oxalkylaten als praeparationsmittel fuer farbstoffe und entsprechende farbstoffzubereitungen |
US4293305A (en) * | 1979-11-01 | 1981-10-06 | Northwestern Laboratories, Inc. | Diester composition and textile processing compositions therefrom |
US4426297A (en) * | 1979-11-01 | 1984-01-17 | Crucible Chemical Company | Diester composition and textile processing compositions therefrom |
US4394126A (en) * | 1979-11-01 | 1983-07-19 | Wilson Robert B | Diester composition and textile processing compositions therefrom |
US4604316A (en) * | 1982-02-19 | 1986-08-05 | Allied Corporation | Fluorochemical composition for coating soil resistant yarn |
NL8320379A (nl) * | 1982-11-10 | 1984-10-01 | Pomeroy William F | Watervrij dompelkleurmengsel alsmede werkwijze voor het gebruik ervan voor synthetische voorwerpen. |
GB2140463B (en) * | 1982-11-10 | 1987-04-15 | Robert B Wilson | Waterless dip dye composition and method of use thereof for textile-related materials |
-
1985
- 1985-02-15 BR BR8505478A patent/BR8505478A/pt unknown
- 1985-02-15 JP JP60500945A patent/JPS61501577A/ja active Pending
- 1985-02-15 WO PCT/US1985/000229 patent/WO1985003959A1/en not_active Application Discontinuation
- 1985-02-15 AU AU39934/85A patent/AU3993485A/en not_active Abandoned
- 1985-02-15 GB GB08525188A patent/GB2166459B/en not_active Expired
- 1985-02-15 NL NL8520041A patent/NL8520041A/nl unknown
- 1985-02-15 DE DE19853590079 patent/DE3590079T1/de not_active Withdrawn
- 1985-02-15 EP EP19850901221 patent/EP0174341A4/en not_active Withdrawn
- 1985-02-15 US US06/702,316 patent/US4608056A/en not_active Expired - Lifetime
- 1985-02-27 ES ES540751A patent/ES8606437A1/es not_active Expired
- 1985-02-27 IT IT47742/85A patent/IT1182712B/it active
- 1985-08-26 US US06/769,612 patent/US4602916A/en not_active Expired - Lifetime
- 1985-10-24 SE SE8505008A patent/SE8505008L/ not_active Application Discontinuation
-
1987
- 1987-03-18 GB GB08706975A patent/GB2191217A/en not_active Withdrawn
- 1987-03-18 GB GB08706976A patent/GB2191224A/en not_active Withdrawn
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
GB2166459A (en) | 1986-05-08 |
IT8547742A0 (it) | 1985-02-27 |
IT8547742A1 (it) | 1986-08-27 |
US4602916A (en) | 1986-07-29 |
BR8505478A (pt) | 1986-02-18 |
US4608056A (en) | 1986-08-26 |
GB2166459B (en) | 1988-10-19 |
GB8525188D0 (en) | 1985-11-13 |
SE8505008D0 (sv) | 1985-10-24 |
IT1182712B (it) | 1987-10-05 |
DE3590079T1 (de) | 1986-02-06 |
SE8505008L (sv) | 1985-10-24 |
GB2191224A (en) | 1987-12-09 |
ES8606437A1 (es) | 1986-04-01 |
GB8706976D0 (en) | 1987-04-29 |
ES540751A0 (es) | 1986-04-01 |
WO1985003959A1 (en) | 1985-09-12 |
GB2191217A (en) | 1987-12-09 |
GB8706975D0 (en) | 1987-04-29 |
EP0174341A1 (en) | 1986-03-19 |
EP0174341A4 (en) | 1987-01-22 |
JPS61501577A (ja) | 1986-07-31 |
AU3993485A (en) | 1985-09-24 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8520041A (nl) | Kleurstofmengsel alsmede werkwijze voor het kleuren van thermoplastische materialen onder toepassing van dat mengsel. | |
US4293305A (en) | Diester composition and textile processing compositions therefrom | |
US4394126A (en) | Diester composition and textile processing compositions therefrom | |
DE2153366C3 (de) | Polyglykolätherverbindungen, Verfahren zu deren Herstellung und deren Verwendung | |
US4529405A (en) | Waterless dye composition and method of use thereof for coloring thermoplastic materials | |
US4722738A (en) | Process to decolorize dye composition and method of use thereof for coloring thermoplastic articles | |
US4581035A (en) | Waterless dye composition and method of use thereof for coloring thermoplastic articles | |
US4609375A (en) | Waterless dip dye composition and method of use thereof for textile-related materials | |
GB1594596A (en) | Textile teatment process and composition for use therein | |
US4661117A (en) | Waterless dip dye composition and method of use thereof for synthetic articles | |
KR20020019067A (ko) | 방직 섬유 처리시 폴리알콕실화 테르펜 유도체의 용도 | |
NL8320374A (nl) | Watervrij dompelkleurmengsel en werkwijze voor de toepassing ervan voor met textiel verwante materialen. | |
JPS6132439B2 (nl) | ||
FR2482637A1 (fr) | Procede pour teindre et appreter les matieres fibreuses textiles, preparation moussante utilisee dans ce procede et matieres textiles fibreuses ainsi traitees | |
EP0064029B1 (de) | Hilfsmittelgemisch und seine Verwendung als Faltenfreimittel beim Färben oder optischen Aufhellen von Polyesterfasern enthaltenden Textilmaterialien | |
WO1988000607A1 (en) | Dye composition and method of use thereof for coloring thermoplastic articles | |
US5911902A (en) | Use of modified fatty amines for preventing low molecular weight by-product deposits on textile materials | |
US4200585A (en) | Acid esters of propylene oxide poly-adducts | |
WO1990001084A1 (en) | Composition and method of use thereof for treating plastic articles | |
MXPA06012716A (es) | Donadores de acido para la tincion de poliamida. | |
US3093438A (en) | Assisting dyeing of synthetic fibers with | |
NL8104516A (nl) | Diesterpreparaat en daarmee verkregen textielbewerkingspreparaten | |
NL8320379A (nl) | Watervrij dompelkleurmengsel alsmede werkwijze voor het gebruik ervan voor synthetische voorwerpen. | |
CA1051614A (en) | Process for dyeing materials which contain synthetic fibres | |
KR820002253B1 (ko) | "폴리에스테르 섬유 또는 이들을 함유하는 섬유직물을 염색하는 방법" |