NL8503069A - Stellingraamtafel. - Google Patents

Stellingraamtafel. Download PDF

Info

Publication number
NL8503069A
NL8503069A NL8503069A NL8503069A NL8503069A NL 8503069 A NL8503069 A NL 8503069A NL 8503069 A NL8503069 A NL 8503069A NL 8503069 A NL8503069 A NL 8503069A NL 8503069 A NL8503069 A NL 8503069A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
longitudinal beams
window
table according
shelving
plate
Prior art date
Application number
NL8503069A
Other languages
English (en)
Other versions
NL193755B (nl
NL193755C (nl
Original Assignee
Lahyer Eberhard
Langer Ruth Geb Lahyer
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lahyer Eberhard, Langer Ruth Geb Lahyer filed Critical Lahyer Eberhard
Publication of NL8503069A publication Critical patent/NL8503069A/nl
Priority to NL9800004A priority Critical patent/NL194374C/nl
Publication of NL193755B publication Critical patent/NL193755B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL193755C publication Critical patent/NL193755C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G1/00Scaffolds primarily resting on the ground
    • E04G1/15Scaffolds primarily resting on the ground essentially comprising special means for supporting or forming platforms; Platforms
    • E04G1/152Platforms made of metal or with metal-supporting frame
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G1/00Scaffolds primarily resting on the ground
    • E04G1/15Scaffolds primarily resting on the ground essentially comprising special means for supporting or forming platforms; Platforms
    • E04G2001/156Stackable platforms

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Panels For Use In Building Construction (AREA)
  • Rod-Shaped Construction Members (AREA)
  • Ladders (AREA)
  • Mutual Connection Of Rods And Tubes (AREA)
  • Tables And Desks Characterized By Structural Shape (AREA)
  • Connection Of Plates (AREA)
  • Gloves (AREA)
  • Coating By Spraying Or Casting (AREA)
  • Organic Low-Molecular-Weight Compounds And Preparation Thereof (AREA)

Description

• _ i - 1 -
Stellingraamtafel
De uitvinding heeft betrekking op een steilingraam-tafel met een met langsliggers en dwarslijsten gevormd metalen raam en met een daaraan bevestigde, een gang- en werkoppervlak vormende plaat.
5 Er zijn veel raamtafels bekend, waaronder ook zodanige, waarbij de langsliggers van het metalen raam uit door dwarslijsten verbonden geëxtrudeerde aluminium profielen bestaan. Men heeft bijvoorbeeld op de wijze van ladders opgebouwde ramen gebruikt en in de ladderliggereinden haken 10 voor het inhangen van de stellingraamtafels bevestigd. Daar onder zijn profielen gebruikt, die in het bovengordingsbereik een door benen begrensde opneemgroef voor de plaat hebben.
Voor dergelijke langsliggerprofielen heeft men I-profielen, in het gegeven geval met de daaraan gevormde groeven gebruikt, 15 zoals deze ook in het Duitse Offenlegungsschrift 32 45 126 en het Duitse Offenlegungsschrift 32 29 957 behandeld zijn.
Uit het Franse octrooischrift 25 27 251 (82 08649) is een constructie-element voor een stellingraamtafel bekend, waarvan de langsliggers uit rechthoekige buisprofielen be-20 staan, welke in het bereik van de bovengordingen telkens een naar binnen open opneemgroef hebben, waarin de plaat ingeschoven wordt. Daarbij ligt de opneemgroef over het geheel over de bovengording. Boven- en ondergording hebben in het inwendige ribben, die voor het aanleggen van haakelementen 25 voor de afsteuning op de stelling geschikt zijn. De langsliggers wórden met dwarslijsten of door lassen of door schroeven op zodanige wijze verbonden, dat een drukbuis tussen de langsliggers ligt, waar een trekstaaf doorheen gevoerd is, die de langsliggers tegen de onder spanning door de schroeven vastgehouden drukbuis 30 drukt. Er zijn meerdere van dergelijke dwarslijsten over de lengte van de stellingraamtafels verdeeld. Aan elk einde ligt een daarvan. De hoekverbindingen door lassen leiden tot spanningen, die een gelijkmatig opleggen van de stellingraam- * 4 - 2 - tafels bij het stapelen en/of in de stelling verhinderen kunnen. De lasverbindingen verminderen de sterkte in wijde bereiken naast de naden aanzienlijk. De schroefverbindingen zijn duur.
5 Uit het Duitse gebruiksmodel 83 05 623 is een stellingplank bekend, waarbij het profiel van de langsliggers in het bovengordingbereik een groef vertoont, doch geen gesloten doosvorm bezit, maar in het onderste bereik een L-vormig voorkomen heeft. Dedwarslijsten bestaan uit T-]0 profielen, waarvan de bovengordingen nauwkeurig passend uitgenomen en in de ribbe van een sleuf voorzien zijn.
In het gegeven geval kan een voor een vernageling van de houten plaat met een been gezorgd zijn. Er treedt echter alleen een onder de optredende vormen aansluitende bijeenhouding 15 tussen de langsprofielen en de dwarsprofielen op. Fabricage- toleranties kunnen niet gecompenseerd worden. Wanneer het in te schuiven deel te groot is, kan het hoe dan ook niet ingevoerd worden. Wanneer deze slechts in geringe mate te klein vervaardigd is,hee± deconstructie onvermijdelijk de 20 neiging om te klapperen en krachtoverbrengingen worden sterk geschaad of er moet gelast worden. Een stabiel raam, dat zonder ingelegde plaat een redelijke bijeenhouding hebben zou, kan niet gevormd worden. Er zijn meerdere dwars-lijsten vereist, die ookde plaat aan de onderzijde afsteunen.
25 Uit het Duitse gebruiksmodel 80 10 112 is een uit meerdere, gelijke extrusieprofielen vervaardigd raam bekend, dat in de hoeken en overige verbindingen gelast is eis waarbij een dubbel doosprofiel een loodrecht begrenzingsbeen naast de bovenopgelegde plaat heeft. De plaat kan niet ingespannen 30 worden. De bovengording ligt niet op de hoogst mogelijke plaats. Daardoor is het weerstandsmoment ongunstiger. De gelaste constructie is met betrekking tot de sterkte in de lasbereiken ongunstig en kan tot spanningen en tot kromtrekken leiden.
35 Uit het Duitse gebruiksmodel 39 52 977 is een stelling- - 3 - 1 t constructie bekend, waarbij de langsliggers uit tot telkens twee samenhangende doosvormige plaatprofielen gevormde delen bestaan, waarbij de er.e doos naar binnen met betrekking tot een loodrecht doorgaande wand onder de plaat en de andere 5 doos naar buiten met betrekking tot de loodrechte wand naast de plaat gevormd is. Een dergelijk profiel heeft in hoofdzaak geringere stabiliteit voor de gehele stellingraamtafel tengevolge dan een als een eenheid uitgevoerd doosprofiel met meerdere afkantingen, daar namelijk op de verbindings-10 plaats slechts ëën langsverbinding, maar geen dwarsverbinding van de doos optreedt en zodoende de bovenste doos ten opzichte van de onderste doos afgebogen kan worden. Er zijn overeenkomstige maatregelen tegen afbuigen en uitknikken te treffen.
De materiaalophoping in het midden is statisch ongunstig.
15 Het profiel is ook niet stapelbaar uitgevoerd, daar de loodrechte wand doorgaand uitgevoerd is. Het concept is op de opleggesteldheden aan het einde zonder speciale haken of dergelijke afgestemd en derhalve voor een stellingraamtafel, die met haken of klauwen ingehangen wordt, niet geschikt.
20 De ingelegde plaat bestaat uit in langsrichting verlopende golfplaat van grote hoogte. De plaat is niet op dwarsstijfheid afgestemd. De golfvorming vereist overeenkomstige dwarsondersteuningen, daar de golven alleen een verstijving in langsrichting bewerkstelligen.
25 De tot dusver bekende raamtafels zijn in verschillende opzichten niet geheel bevredigend. Vooreerst is de belastbaarheid van deze raamtafels, in het bijzonder bij grote spanwijdten, begrensd. Dat is enerzijds op de tot dusver gebruikte profielvormen en anderzijds op onvoldoende uitvoering van 30 de verbindings- en aansluitmiddelen terug te voeren. Voorzover men rondom gelaste ramen met meestal meerdere dwarsverbindingen gebruikt heeft, werd aan sterkte ingeboet en ontstonden aanzienlijke inwendige spanningen door het aaneenlassen, die gemakkelijk tot het verwringen van de tafels leidden, zodat » 1 - 4 - geen goede oplegging in de stelling optrad. Meestal waren de profielen echter te zwak en ontstonden reeds bij het optrekken ’verwringingen. De bij de lasnaden optredende steeds wisselende belastingen hebben eveneens bij gelegen-5 heid tot problemen geleid. Door de aanbrenging van de bevestigingshaken in het bereik van de langsliggereinden kon men ook niet een wisselende inhanggesteldheden tegemoet komen. De platen, die de gang- en werkoppervlakken vormen, vereisten in de regel de meervoudige ondersteuning door 10 dwarsverbindingen. De dwarsverbindingen op hun beurt waren ook nodig, om de profielen bij belasting tegen verdraaiing en uitknikken te beveiligen. De vele verbindingen van de dwarslijsten waren uit een oogpunt van fabricage duur.
Aan de uitvinding ligt het oogmerk ten grondslag, 15 uitvoeringsvormen voor dergelijke raamtafels aan te geven, waarbij zonder of zonder hoofdzakelijke verhoging van het eigengewicht een grotere belastbaarheid en een eenvoudige vervaardiging met grote duurzame betrouwbaarheid mogelijk zijn. Volgens de uitvinding zijn minstens de volgende 20 aspecten verschaft: - het raam bestaat uit langsliggers en aan de einden daarvan bevestigde dwarslijsten; - de langsliggers bestaan uit metalen, buisvormige holle 1ichamen; 25 - de metalen holle lichamen zijn tenminste gedeeltelijk door rechthoekig of ongeveer rechthoekig ten opzichte van elkaar aangebrachte, platte oppervlakken van de wanden daarvan begrensd en meerkantig uitgevoerd; - de dwarslijsten bestaan uit metaal; 30 - de dwarslijsten zijn met de langsliggers door nagels ver bonden; - de dwarslijsten hebben aan de einden daarvan afgebogen, in de holle buizen van de langsliggers passend ingrijpende nagelstrippen; 35 - aan de dwarslijsten zijn inrichtingen voor het inhangen * · - 5 - van de stellinghangtafel aangebracht.
Door de vorming van de langsliggers als buisvormige holle lichamen van verschillende vormgeving kan men zonder hoofdzakelijke verhoging van het eigen-gewicht 5 de belastbaarheid aanzienlijk vergroten en wordt ook een vringvaste raamconstructie verkregen. Door de aanbrenging van de inrichting voor het inhangen van de stellingraam-tafels aan de dwarslijsten kan men de meestal als naar onder open haken uit te voeren inrichtingen aan de telkens 10 optredende gesteldheden beter en vrijer aanpassen dan bij haken aan de langsliggereinden. Deze zijn ook fabricage-technisch gunstiger te vervaardigen, daar deze met de korte dwarslijsten op de gewenste plaatsen op gunstige wijze te verbinden zijn. Daardoor is ook van de voordelige ligging 15 van de dwarslijsten aan de einden van de langsliggers op gunstige wijze gebruik gemaakt. Door de nagelverbindingen tussen de dwarslijsten en langsliggers worden spanningen, die tot het kromtrekken leiden, en het aan sterkte inboeten door lassen vermeden. Door de bijzonder doelmatige vormgeving 20 van de dwarslijsten met aan de einden daarvan afgebogen, in de holle buizen passend ingrijpende nagelstrippen zijn relatief weinig nagels nodig en kan er door met de vormgeving overeenstemmende, in meerdere vlakken en hoekstanden liggende nagelstrippen een zeer stabiele, op daarvoor geschikte 25 fabricageautomaten gemakkelijk te vervaardigen en goed uit te voeren hoekverbinding verschaft worden. De vernageling, in de eerste plaats met holle nagels, kan bij de montage ook na het samenstellen om de plaat heen plaats vinden en er behoeft niet eerst een volledig raam verschaftteworden. De 30 combinatie van als hol lichaam uitgevoerde langsliggers met door middel lasstrippen ingenagelde dwarslijsten heeft ook het voordeel, dat de fabricage en de montage eenvoudiger en met minder speling en de verbinding beter te verstijven en dragend uitgevoerd kan worden. Er wordt een stabiele, bij het 35 opleggen en transporterenwringvaste raamconstructie verschaft, * * - 6 - die wegens de grote weerstandsmomenten van de buisvormige holle lichamen een zo grote stabiliteit heeft, dat in tussen-bereiken geen dwarsverbindingen vereist zijn en vrij aangebrachte platen mogelijk gemaakt worden. De tafel is licht, billijk 5 en duurzaam.
De langsliggers kunnen telkens al naar gelang van de wensen en eisen uit verschillende materialen vervaardigd zijn, en in het bijzonder kunnen deze - zoals voor andere constructies bekend is - uit lichtmetaalprofielen, bijvoorbeeld 10 aluminium extrusieprofielen, bestaan. Dan kan men zonder aan de fabricagegesteldheden van afkantprofielen gebonden te zijn,vrij ereprofielyormen voor de verschillende oogmerken van de langsligger kiezen en heeft deze bij een gering gewicht een hoge stabiliteit. In een andere zeer voordelige uitvoerings-15 vorm kunnen de langsliggers uit afgekant metaalplaat, in het bijzonder staalplaat, bestaan. Deze buisvormige uitvoering van de langsliggers van het raam maakt het gebruik van hoogwaardig staal mogelijk, zonder dat een ongewenste geiiichts-verhoging optreedt. Daar het meerkantige buisprofiel zeer 20 goede sterkte-eigenschappen waarborgt, bestaat bij geringere belastingen (in hoofdzaak bij korte raamtafels) zonder meer de mogelijkheid, in plaats van de staalplaat ook een ander materiaal aan te wenden, bijvoorbeeld andere roestvrije metaalplaten of extrusieprofielen.
25 De dwarslijsten kunnen als naar de binnenruimte van de tafel open, uit plaat afgekante U-profielen met de passend afgebogen nagelstrippen en aangelaste, in U-profiel-vorm in een vorm geperste haken uitgevoerd zijn. In plaats van U-profielen kunnen ook rechthoekige buizen voor de dwars-30 lijsten gebruikt worden.
De plaat, die het gang- en werkoppervlak vormt, kan doelmatig uit een houten plaat of houtmateriaalplaat, in het bijzonder een schilhoutplaat of multiplexplaat bestaan, waarbij het multiplex met de vezelrichting dwars op de langs-35 as van de raamtafel in te bomden is. Bij schilhout verloopt 4 *-lr « < - 7 - de bovenste deklaag met de vezelrichting daarvan dwars op de langsas van de raamtafels. Bij andere platen, bijvoorbeeld uit gegolfde of van een randverstijving voorziene plaat, verloopt de profielrichting dwars op de langsas van de raam-5 tafels. De plaat heeft dan geen verdere ondersteuningen nodig. Deze wordt doelmatig door middel van nagels aan het metalen raam vastgemaakt. Deze is over het geheel uit water- en bij voorkeur kookvast materiaal en met een passende opgeruwde, bij voorkeur uit kunststof gevormde, deklaag 10 gevormd. De plaat wordt ondersteuningsvrij, alleen aan de langsranden daarvan en in het gegeven geval op de dwars-lijsten opliggend en ingestoken met het metalen raam verbonden. Deze laat zich dan gemakkelijker inbouwen en uitwisselen dan wanneer deze op veel plaatsen opliggen en 15 vernageld moet worden. De plaat kan ook uit een geprofileerde metaal- of staalplaat bestaan.
Bij de uitvinding gaat het er echter juist om, de dwarsstijfheid van de plaat zo te henutten, dat een gunstiger draagverband tot stand komt en de langsstijfheid door 20 geschikte oplegging van de plaat op de hoogst stabiele langsliggers en in het gegeven geval inspannen of vastspannen daaraan verzekerd is.
Zo kunnen doelmatigde uit ruisvormige holle lichamen gevormde langsliggers door een ook over grote lengten zonder 25 dwarsverspanningen buig-, draai- en k.-.ikstabiel uitgevoerd en met de plaat verbonden lichtmetaalprofiel gevormd zijn, dat in het bereik van de bovengording een naar binnen open opneemgroef voor de plaat heeft. Dan treedt met zekerheid een goede vastlegging tussen het doosprofiel van de langsliggers 30 en de plaat op, en de plaatrand is tegelijk tegen beschadigingen beschermd. Ook in het overbelastingsgeval draagt de ingespannen plaat tot de verhindering van verwringingen van de onder omstandigheden lange langsliggers bij.
Daarbij kan de opneemgroef tussen een boven de in-35 wendige verticale wandlijn stekend bovengordingsbeen en een - 8 - 0 « op de afstand van de dikte van de plaat daarvan naar onder verschoven horizontaal draagbeen en een ten opzichte van de verticale binnenwand naar binnen verschoven groefbegrenzings-been gevormd zijn, die aan een voor het overige langgerekt 5 rechthoekig, opstaand lichtmetaalprofiel, bij voorkeur een aluminium extrusieprofiel, gevormd is. Zo heeft men op een gunstige plaats zonder overstek de voordelen van de op zich bekende opneemgroef met loodrecht been en ondergording met de gunstiger eigenschappen van het rechthoekige holle profiel JO verenigd en bijkomende mogelijkheden verschaft voor opleg- oppervlakken en verdere zinvolle vormgevingen. Het lichtmetaal-profiel volgens de uitvinding heeft het voordeel, dat de bovengording in het bovenste stellingraamtafelvlak ligt en zodoende gunstiger gesteldheden met betrekking tot het J5 weerstandsmoment heeft. Het groefbegrenzingsbeen en het horizontale draagbeen stellen een te verstijven bestanddeel van het lichtmetaalprofiel voor de langsliggers voor, wat voor de optimaalstelling van de gesteldheden met betrekking tot gewicht, draagvermogen en ondersteuningsvrijheid van de 20 plaat zomede van de mogelijkheden tot het weglaten van dwars- verspanningen bijzonder gunstig is. Daarbij is het van belang, dat bij het samenwerken met het speciale lichtmetaalprofiel de nagelverbinding met strippen sterk uitmunt boven de schroefverbindingen met drukbuizen of andere schroefver-25 bindingen, daar deze in totaal minder spanningen op de gehele constructie uitoefent dan een dwarsgespannen totale vast-schroeving of een vastlassing.
Om de plaat over grotere lengten goed vast te houden en een bedrijfszekere verbinding zonder verdere beschermings-30 en bevestigingselementen, zoals bijvoorbeeld volgens het
Duitse Offenlegungsschrift 32 29 957, goed in het profiel te houden, kan het horizontale draagbeen tenminste in het voorste bereik van een vasthoudprofiel, bij voorkeur een in de inschuifrichting geneigd zaagtandprofiel, voorzien zijn.
ψ ' · -.9 -
Stellingraamtafels zijn te stapelen en wel vaak in hoge stapels. Het is dan doelmatig, hulpmiddelen voor het verhinderen van het afglijden te hebben. Zodoende kunnen aan de boven- en onderzijde van de langsliggers bijeenpassende 5 in langsriehting verlopende stapel-ingrijpingselementen aange bracht zijn. Deze verhinderen een zijdelings afglijden van de platen tegen elkaar en maken het anderzijds mogelijk de platen aan een zijde op te trekken, zonder dat de andere afglijdt. Dergelijke stapel-ingrijpingselementen kunnen 10 op verschillende wijze gevormd zijn. Deze kunnen als afgekante borsten van het metaalplaatprofiel metinachtname van de dikte van de daarop genagelde plaat uitgevoerd zijn. Daarbij kan doelmatig de bovenzijde van de langsliggers een langs de ligger verlopende, op de buitenzijde van het raam een zodanig verheven 35 borst omvatten, dat op de binnenzijde van het raam een door deze borst begrensd oplegoppervlak voor de plaat optreedt.
Zo wordt door het afkantprofiel met inachtname van de plaat-dikte zonder verdere hulpmaatregelen een ingrijpingselement verschaft. Daarbij kan de verhevenheid van de aan de buitenzijde 20 optredende aan de bovenzijde van de langsliggers in langsriehting verlopende borst zo groot zijn, dat de borst over het oppervlak van de houten bedekking in een zekere mate heen steekt. Voor de verschaffing van het tegenelement van de onderzijde van de langsliggers op de binnenzijde van het raam een in langsriehting 25 verlopende naar onder wijzende borst van geringe hoogte ver tonen, waarvan de breedte zo bemeten is, dat deze bij het stapelen van de stellingraamtafels op geringe afstand naast de binnenzijde van de aan de bovenzijde aangebrachte borst komt te liggen. Door deze uitvoering wordt een profilering van 30 de holle langsligger verkregen, die ook tot de totale stabili teit daarvan door de meervoudige afkantingen aanzienlijk bijdraagt. In een andere, vooral voor extrusieprofielen geschikte vorm van de ingrijpingselementen kunnen deze als aande stelling-raamtafel op geschikte afstanden aangebachte, over de buiten-35 begrenzingsvlakken stekende ribben, bij voorkeur driekante - JO - prismaribben uitgevoerd zijn. Deze vervullen vooreerst een doeleinde bij het stapelen en dragen aan de andere kant door hun vormgeving tot het draagvermogen door hun aandeel in het weerstandsmoment in weerwil van een gunstiger 5 materiaalverdeling bij. Bij een andere, het stapelen en zowel het opzetten en rechtzetten begunstigende uitvoering van de stapel-ingrijpingselementen is er in voorzien, dat deze door over de hoofdoppervlakken van de boven- en onderzijden van de langsliggers stekende ribben op zodanige 10 wijze gevormd zijn, dat aan de onderzijden in buiteiwbereiken twee,bij voorkeur half-cilindrisch gevormde oplegribben optreden, en op de bovenzijden telkens een in de vrije ruimte van de aan de onderzijde optredende oplegribben van een daarboven liggende langsligger passende, over de telkens optredende 15 bovenzijde uitstekende, bij voorkeur driekante prismavormige langsribbe aangebracht is, waarvan het buitenoppervlak telkens op geringe afstand resp. met speling naar binnen ten opzichte vanhet door de binnenkant van de daarbij aangebrachte buitenste oplegribbe bepaalde verticale vlak aangebracht is.
20 Deze vormgeving vereist een niet zo nauwkeurig opzetten en desondanks goed uitrichten en veronderstelt een gunstige materiaalverdeling voor de vervaardiging en weerstandsmoment. 'De bodemwanden van de langsliggers kunnen naar binnen stekende langsversterkingen vertonen. Zo wordt zonder al te grote, 25 de fabricage belemmerende materiaalophopingen door de geprofileerde vorm een verhoging van het weerstandsmoment door materiaalophopingen op gunstige plaatsen zonder noemenswaardige gewichtsverhoging verkregen.
Voor de juiste beschrijving van de uitvinding, is het 30 van belang, er debevestigingsklauwen van de stellingraamtafels, aanhet de langsliggers verbindende metalen profiel bevestigd zijn. Men kan de uitvinding in een andere voorstelling ook zo definiëren, dat de stellingraamtafel uit een metalen raam bestaat, waarbinnen een als houten bedekking uitgevoerd gang- -lien werkopp ervlak ingericht is, dat gekenmerkt is doordat de aan de einden daarvan telkens door een metalen dwarslijst verbonden langsliggers van het raam door bij voorkeur uit staalplaat vervaardigde, door rechthoekig of ongeveer 5 rechthoekig ten opzichte van elkaar aangebrachte platte oppervlakken begrensde, meerkantige holle lichamen gevormd zijn. Een belangrijke combinatie van aspecten van de onderhavige uitvinding bestaat hierin, dat het om een stelling-raamtafel met een metalen raam en met een daaraan bevestigde, 10 een gang- en werkoppervlak vormende plaat met de volgende kenmerken gaat: - het raam bestaat uit langsliggers en aan de einden daarvan bevestigde dwarslijsten: - de langsliggers bestaan uit metalen buisvormige meerkantige, 15 door tenminste gedeeltelijk loodrecht op elkaar staande wanden van langgerekte opstaande vorm gevormde holle lichamen; - de dwarslijsten bestaan uit metaal; - aan de dwarslijsten zijn inrichtingen voor het inhangen 20 van de stellingraamtafel aangebracht; en is gekenmerkt door de volgende aspecten: - de langsliggers bestaan uit lichtmetaalprofielen met opneemmiddelen voor de plaat; - de dwarslijsten bestaan uit staal; 25 - de dwarslijsten en de langsliggers zijn door nagels verbonden; - de plaat is als op benen van de langsliggers zijdelings opliggende en daaraan genagelde, overigens ondersteunings-vrije plaat uitgevoerd.
Daarbij kan er voorts voor gezorgd zijn, dat 30 ~ de dwarslijsten aan de einden daarvan afgebogen, in de holle buizen van de langsliggers passend ingrijpende nagel-strippen hebben.
De combinatie van langsliggers uit lichtmetaalprofielen en dwarslijsten uit staal, die daaraan genageld zijn en het 35 vastnagelen van de plaat aan overeenkomstige benen stelt een - 12 - combinatie van aspecten voor, die bij een uiterst eenvoudige montage een hoge stabiliteit en een goede gebruikswaarde heeft. In het bijzonder kunnen de bestanddelen voor het vernagelen zonder vorming van een vast raamwerk samengevoegd 5 en dan vernageld worden. Dit betekent een aanzienlijk fabricagevoordeel.
Uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding worden in het volgende aan de hand van de tekeningen beschreven.
Fig. 1 toont een schuin aanzicht van een stellingdeel ]0 met ingehangen stellingraamtafel; fig. 2 toont een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een raamtafel in bovenaanzicht, schematisch; fig. 3 toont de dwarsdoorsnede van een langsligger, op in hoofdzaak grotere schaal als in fig. 2; 15 fig. 4 toont een gedeeltelijk bovenaanzicht op een einde van een raamtafel op grotere schaal; fig. 5 toont een doorsnede langs de lijn 5-5 in fig. 4; fig. 6 toont een gedeeltelijke doorsnede langs de 20 lijn 6-6 in fig. 4; fig. 7 toont het detail A in fig. 6 op grotere schaal zowat overeenkomstig aan fig. 3; fig. 8 toont het bovenaanzicht op een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een raamtafel; 25 fig. 9 toont het zijaanzicht van de raamtafel volgens fig. 8; fig. 10 is een dwarsdoorsnede langs de lijn 10-10 in fig. 8 schematisch; fig. 11 toont het linker randbereik van fig. 10 op 30 grotere schaal, maar zonder de achter het vlak van tekening liggende elementen; fig. 12 toont een gedeeltelijk aanzicht in de richting van de pijl 12 in fig. 8 op een hoekverbinding; fig. 13 toont een gedeeltelijk aanzicht in de richting 35 van de pijl 13 in fig. 8 op de hoekverbinding; - 13 - fig. 14 toont een aan fig. 11 overeenkomstige voorstelling van twee op elkaar gestapelde stellingraamtafels; fig. 15 toont een aan fig. 14 overeenkomstige voorstelling van een verder uitvoeringsvoorbeeld voor de 5 profielvorm van de langsliggers met twee op elkaar gestapelde stellingraamtafels op iets grotere schaal.
Fig. 1 veraanschouwelijkt, hoe een stellingraamtafel 1 met zijn bevestigingsklauwen resp. in de vorm geperste haken 5 in de U-dwarsbalken 31 van een stelraam 30 van een 10 stelling ingehangen is. Van het stelraam 30 zijn alleen twee verticale stijlen 32 en de dwarsbalk 31 met de hoek-verbindingslasplaat 33 weergegeven. In de vrije benen van de naar boven open U van de dwarsbalk 31 kan op overeenkomstige wijze de daarop aansluitende stellingraamtafel 1 ingehangen 15 worden.
De stellingraamtafel, waarvan het eerste uitvoeringsvoorbeeld ia fig. 2 t/m 7 voorgesteld is,bestaat uitbet.uitdelaigsligges 2 en de dwarslijsten 4 gevormde raam 26 en de daarmee verbonden plaat 3, die het gang- en werkoppervlak vormt en 20 als houten bedekking aangemerkt wordt, ofschoon deze uit verschillende geschikte materialen bestaan kan.
Elk van de langsliggers 2 bestaat uit een meerkantig, buisvormig hol lichaam, waarvan de staalplaatmantel 21 door een lasnaad 22 gesloten is en dat, bijvoorbeeld door 25 middel van een uit op geschikte wijze aangebrachte rollen bestaande profielwals tot een profiel gevormd is, zoals fig. 2 weergeeft. Dit profiel is samengesteld uit rechthoekig op elkaar aansluitende, horizontaal en verticaal verlopende platte oppervlakken. Telkens langs de met betrekking tot 30 het inwendige van het raam buitenste langszijde van de langsligger 2 is aan de bovenzijde daarvan een verheven borst 23 aangebracht op zodanige wijze, dat een daardoor begrensd oplegoppervlak 25 voor de plaat 3 ontstaat. De verhevenheid a is zo bemeten, dat deze na het inbrengen van de plaat 3 (zie - 14 - fig. 5) over het bovenoppervlak 3' bij 7 in zekere mate d (fig. 7) heen steekt.
De onderzijde van de langsligger 2 vertoont een langs de naar het inwendige van het raam wijzende zijde 5 naar onder gerichte borst 24 van geringere hoogte b, die er toe dient, bij het op elkaar stapelen van de raamtafels een zijdelings verschuiven te verhinderen, doordat deze op geringe afstand naasthet in de mate d overstekende deel van de bovenste borst 23 komt te liggen; de breedte daarvan 10 is dienovereenkomstig zo bemeten, dat bij het stapelen tussen de beide borsten 23 en 24 van de over elkaar liggende raamtafels 1 slechts een kleine, het stapelen mogelijk makende tussenruimte c optreedt.
De beide langsliggers 2 zijn aan de beide einden 15 van de raamtafel telkens door een metalen dwarslijst 4 verbonden, die bijvoorbeeld uit een U-profiel uit staalplaat bestaan kan en door middel van een aangebogen lasplaat 13 en holle nagels 11 (fig. 7) aan de langsliggers 2 vastgemaakt is. In plaats van een U-profiel kan bijvoorbeeld ook een 20 rechthoekige buis dienen.
Als plaat 3 dient schilhout en multiplex, waarbij het laatstgenoemde steeds zo ingelegd is, dat de vezelrichting dwars op de langsas van de raamtafel verloopt. Op deze wijze wordt een extra verstijving van de raamtafel verkregen. De 25 plaat 3 wordt aan de langsliggers2 door op afstanden van elkaar aangebrachte holle nagels 12 bevestigd.
Aan de aan de einden van de raamtafel aangebrachte dwarslijsten 4 zijn de bevestigingsklauwen of haken 5 aangebracht .
30 Er staan ook van het weergegeven voorbeeld afwijkende uitvoeringsmogelijkheden open. Zo kan het profiel van de langsliggers ongeveer op zodanige wijze vervaardigd zijn, dat in plaats van een lasnaad 22 een felsverbinding optreedt, die dan op geschikte wijze in het onderste horizontale 35 oppervlak van het profiel gelegd wordt. Deze kan dan dankzij - 15 - de hierbij verkregen door de fels ontstane grotere materiaal-sterkte gelijktijdig er toe aangewend worden, de bij belasting in het onderste deel van de langsliggers optredende sterke trekspanning op te nemen.
5 Terwijl het eerste uitvoeringsvoorbeeld telkens twee uit plaat gevormde met elkaar verbonden delen, namelijk langsliggers 2 en dwarslijsten 4 toonde, die met meerdere holle nagels 11 en 12 op bijzonder geschikte wijze tot een voor het gebruik geschikte hoekverbinding verbonden zijn, 10 toont het in fig. 8 t/m 14 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld bij overeenkomstige dwarslijsten 4 met haken of bevestigings-klauwen 5 langsliggers 42, die uit licht-metaal-extrusie-profielen gevormd zijn, en in de hoeken telkens met de dwarslijsten eveneens door tussenkomst door voordelige 15 geschikte nagelverbindingen verbonden zijn.
Gelijke delen zijn van gelijke verwijzingscijfers voorzien. Er zijn hier - evenals bij het eerste uitvoeringsvoorbeeld - drie bevestigingsklauwen 5 aan elke dwarslijst 4, bij voorkeur door lassen, aangebracht. Deze zijn als in 20 ïï-profielvorm in de vorm geperste haken uitgevoerd en hebben daardoor de vereiste stabiliteit. Deze zijn door lassen aan het uit afgebogen staalplaat gevormde met naar de binnenruimte van de tafel open ü-profiel van de dwarslijsten 4 op geschikte wijze aangebracht, wat bij licht^metaal-ex-25 trusieprofielen moeilijker mogelijk zou zijn en niet zo goedesterkte-eigenschappen zou als een staalplaat-dwarslijst.
In de materiaalcombinatie van staalplaat-dwarslijsten met ge’êxtrudeerde lichtmetaalprofielen en een op geschikte wijze genagelde hoekverbinding ligt een bijzonder voordeel van dit 30 uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding.
Terwijl de dwarslijsten tot op de nauwkeurige vormgeving van de afgebogen nagelstrippen 13 aan het eerste uitvoeringsvoorbeeld gelijk zijn, zijn de langsliggers niet alleen uit verschillend materiaal, maar ook met 35 verschillend doorsnedeprofiel gevormd, waarbij echter b^ide - 16 - voorbeelden de buisvorm met rechthoekig op elkaar staande wanden voor de vorming van een opstaande, relatief langgerekte rechthoek gemeenschappelijk hebben.
Het profiel is duidelijk in fig. 11 en 14 te zien.
5 De langsliggers 42 hebben een verticaal staande, gladde, even dikke buitenwand 45 en een binnenste verticale wand 46, die eveneens met glad oppervlak, maar korter uitgevoerd is. Deze eindigen beide onder op gelijke hoogte en gaan met afgeronde hoeken in de bodemwand 47 over. Deze is op 10 de oppervlakken daarvan geprofileerd. Buiten heeft deze twee op kleine afstand 48 van elkaar liggende driekante prismavormige ribben 49, terwijl het bereik in het inwendige van de wand 47 tussen de ribben 49 door een als langsribbe 50 werkende wandversterking gevormd is. Boven sluit op 15 de gladde buitenwand 45 de bovengordingwand 51 aan. Deze steekt over de verticale wandlijn 52 van de verticale wand 46 met het bovengordingbeen 53 over de helft van de groef-diepte 54 van de opneemgroef 55 voor de rand 56 van de plaat 3 heen. Zowat op de afstand van de dikte d van de plaat 20 3 onder het bovengordingbeen 53 is het horizontale draagbeen 56 van gelijke lengte als het bovengordingbeen gevormd.
Het gaat aan het einde daarvan in het groefbegrenzingsbeen 58 over, dat met de bovengordingwand 51 ten opzichte van de verticale wand 46 naar binnen verschoven in êën stuk ver-25 bonden is.De zowat-voor de helft binnen en zowat half buiten de verticale wandlijn 52 gevormde opneemgroef 55 veroorlooft het, in het buiten het profiel in de richting naar de binnenruimte van het plaatraam liggende beenbereik daarvan nagels 60 door de plaatrand 56 aan te brengen, zoals de doorsnede-30 afbeeldingen veraanschouwelijken. De groefbegrenzingswanden geven ook een goede hoekverstijving voor het gehele profiel en dragen tot de stabiliteit en wringvastheid bij. De bovengordingwand 51 heeft passend bij de onderste als stapel-in-grijpingselementen dienende ribben 49 en wel daarbuiten liggende - η - bovenste stapelribben 62, die eveneens een driekante prismavorm hebben. Deze kunnen, zoals fig. 14 veraanschouwelijkt, bij het stapelen ineengrijpen en een zijdelings afglijden verhinderen.
5 Het horizontale draagbeen 57 heeft aan de binnenzijde daarvan een vasthoudprofilering 63, die - zoals uit de tekeningen blijkt - op de wijze van een zaagtandprofiel gevormd is, waarbij de geneigde flanken zo gericht zijn, dat men de plaat 3 zijdelings inschuiven kan en deze tegen uittrekken goed 10 beveiligd is. Daardoor wordt een bijzonder goede verbinding zonder verdere hulpmiddelen tussen plaatrand 56 en langsligger 42 verschaft.
Voor de verbinding van langsliggers 42 en dwarslijsten 4 hebben de laatste voor de mogelijke aanlegoppervlakken 15 afzonderlijke nagelstrippen. De verticaal staande nagelstrip 65 is voor de verbinding met de buitenwand 45, de onderste nagelstrip 66 voor de verbinding in het bereik van de binnenste langsribbe 50 en de bovenste dwarsstrip 67 voor de verbinding met de bovengordingwand 51 aangebracht. Het bereik om de 20 opneemgroef is bij de dwarslijst naar onder verschoven uitge drukt en kan hier eveneens van een nagelbeen 68 voorzien zijn. Deze verlaging is zinvol, om een doorgaande oplegging voor de plaat 3 in het randbereik daarvan mogelijk te maken, want de dwarslijsten 4 zijn met hun bovenste oplegwanden 25 69 uitgericht met het horizontale draagbeen 57 resp. de vast houdprof ilering 63, zoals fig. 3 veraanschouwelijkt. De nagelbenen 65, 66 en 67 zijn zodoende passend bij het profiel van de langsligger 42 afgebogen en daarin van de kopzijde ingestoken.. De binnenste verticale wand 46 van de langsligger 30 42 kan dienovereenkomstig uitgenomen zijn, om de benen te laten toetreden. Voor de horizontale verbinding is telkens een holle nagel 70 aangebracht, die telkens tussen de ribben 49 resp. 62 gezet is en door de ribbentussenruimte daarvan goed gecentreerd opgenomen wordt. De verbindingen met de 35 zijwanden worden door de holle nagels 71 verschaft. Een nagel - 18 - 72 in de hoek verbindt de plaat en beide profieldelen. Zcwordt een in meerdere richtingenvarstijfde gunstige hoekverbinding verschaft, die spanningsvrij is en zodoende de gehele stelling-raamtafelvringvast gevormd, die echter bij 5 het gebruik bij de doorbuiging optredende hoekbelastingen goed opnemen kan. Het profiel van de langsliggers 42 wordt doelmatig uit aluminium extrusiemateriaal vervaardigd en eenvoudig door op lengte afsnijden op de gewenste maat gebracht, terwijl de dwarslijsten in vormautomaten uit 10 plaat gebogen kunnen worden. Deze worden dan doelmatig samen met de bevestigingsklauwen 5 verzinkt. Door het nagelen is de gunstige materiaalcombinatie mogelijk, die voor beide delen roestvrijheid biedt. De in de hoeken optredende openingen maken het mogelijk, dat eventueel in het profiel terecht 15 gekomen water afvloeien kan. Door het uitsluitende vernagelen in het bereik van de hoeken en wel met behulp van holle nagels en het wegvallen van verdere dwarsverspanningen kan een bijzonder voordelige montage op zodanige wijze verkregen worden, dat de langsliggers op de plaat 3 gestoken worden, zodat een 20 inschuiven in de met de zaagtandvormige vasthoudprofilering 63 uitgevoerde opneemgroef goed en stevig mogelijk is. Dan worden de dwarslijsten 4 in de liggers en met de bovenste oplegwand 69 onder de plaat 3 geschoven. Dan eerst heeft het vernagelen plaats. Daardoor is de montage aanzienlijk 25 eenvoudiger dan wanneer men een volledig raam voorfabriceert, bijvoorbeeld samenlast en dan de plaat aanbrengen moet.
Deze kan dan practisch niet meer in in langsrichting verlopende groeven ingeschoven worden, wanneer deze daar stevig zitten moet. Dat is bij het tweede en in het volgende beschreven 30 uitvoeringsvoorbeeld mogelijk. Er wordt dan een vlakke en wringvaste steilingraamtafel snel en met een hoogwaardige hoekverbinding op billijke wijze vervaardigd.
Bij het in het voorgaande behandelde uitvoeringsvoorbeeld liggende driekant prismavormige ribben 49 als stapel-in-35 grijpingselementen van de telkens optredende bovenste ligger 42 g - 19 - tussen de op de bovenzijde van de onderste langsligger gevormde stapelribben 62.
Bij het in fig. 15 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn aan de uit lichtmetaal-extrusieprofiel gevormde langs-5 liggers 42 aan de onderzijde daarover omlaag stekende ongeveer halfcilindrisch gevormde oplegribben 83 aangebracht. Deze reiken tot aan de buitenwand 45 en tot aan de binnenste verticale wand 46. De binnenste begrenzingswand 84 van de buitenste oplegribbe 83.1 bepaalt een verticaal vlak 85.
10 Op de bovenzijde 86 is alleen een driekant prismavormige langsribbe 87 gevormd, terwijl het overige oppervlak tot aan het bovengordingbeen 53 glad is. De driekant prismavormige langsribbe 87 heeft een buitenoppervlak 87.1. Dit ligt met geringe speling op afstand binnen het verticale vlak 85.
15 Daardoor verkrijgt men - zoals fig. 15 toont - een goede cen trering van op elkaar gestapelde stellingraamtafels, waarbij elke zijde van de stellingraamtafel alleen in één richting tegen zijdelingse verschuiving gefixeerd is. Daardoor kan men de stellingraamtafels in de aan één zijde enigszins 20 opgeheven toestand beter zijdelings verschuiven en uitrichten.
De overige vormgevingen van het profiel en van de overige delen van de stellingraamtafel zomede de verbindingen zijn gelijk of overeenkomstig aan de in het voorgaande behandelde uitvoeringsvoorbeelden.
25 Bij de vorming van de langsliggers kan in plaats van lichtmetaal ook een ander voor extrusie geschikt materiaal gekozen worden, in het bijzonder kan men echter ook een doosprofiel voor de langsliggers uit plaat ongeveer volgens het profiel van het tweede of derde uitvoeringsvoorbeeld 30 vormen, waarbij namelijk een opneemgroef voor de rand 56 van de plaat 3 verschaft wordt, opdat deze goed ingespannen en tegen kantbeschadigingen beschermd is. De plaat kan uit dezelfde materialen als bij het eerste uitvoeringsvoorbeeld, maar ook uit geprofileerd lichtmetaal- of staalplaat vervaardigd 35 zijn. Het bijzondere voordeel van alle drie uitvoeringsvoor- - 20 - beelden is, dat de plaat alleen langs de randen daarvan ingespannen is en niet opgelegd is. De raamwerken zijn voldoende stabiel, om ook bij grote lengten buig-, draai- en knikvast te zijn, zonder dat deze in tussen-bereiken verstijfd 5 zouden zijn. Een voldoende sterke plaat 3 kan vrij tussen de randen ingespannen de optredende belastingen opnemen.
Deze laat zich bij beschadigingen gemakkelijk uitwisselen, wat voor een bedrijfszeker en duurzaam gebruik van het hoogwaardige raam van belang is, daar plaatselijke door de kleine 10 ruimte ontstane overbelastingen alleen de plaat, maar niet de gehele stellingtafel onbruikbaar maakt.
Samengevat kan de uitvinding ook als volgt beschreven worden:
De stellingraamtafel heeft een metalen raam, waarbinnen 15 een, een gang- en werkoppervlak vertonende, plaat 3 aangebracht is. Het metalen raam bestaat uit langsliggers 2 en dwarslijsten 4. De langsliggers kunnen uit staalplaat of lichtmetaalprofiel als holle lichamen met rechthoekig op elkaar staande wanden en de dwarslijsten uit staalprofielen met bij voorkeur U-vormige 20 doorsnede en daaraan aangebrachte haken 5 bestaan. De langsliggers 2 en dwarslijsten 4 zijn met elkaar door nagels 11, 12 verbonden.
- 21-
Verwijzingslijst: 1 stellingraamtafel 50 Xangsribbe 2 langsligger 51 bovengordingwand/boven- 3 plaat gording 3' bovenoppervlak van 3 52 ™«icale «andlijn 5 4 dwarslijst 53 bovengordingbeen 5 haak/bevestigingsklauw ^ groefdiepte η 55 opneemgroef Π holle nagel 56 plaatrand 12 holle nagel 57 horizontale draagbeen 10 13 nagelstrip 58 groefbegrenzingsbeen 21 staalplaatmantel 88 nagels 22 lasnaad 62 «“pelribbe 23 verheven borst 63 vasthoudprofilering 24 naar onder gerichte borst 65 buitenste hhgelstrip 15 25 oplegoppervlak 66 onderste nagelstrip nr 67 bovenste dwarslasplaat
Zo raam 30 stelraam 68 naSelbeen 31 U-dwarsbalk 69 bovenste °Plegwand 32 verticale stijl 70 holle naSel 20 33 hoekverbindingslasplaat 7^ bo^be nagel 42 langsligger 7^ nageb / c l · a. - j D dikte van 3 45 buitenwand 46 binnenste verticale wand langsligger . , 83 oplegribbe a ver he vermeid ° 2^ b hoogte van 24 83.1 buitenste oplegribbe c tussenruimte 83.2 binnenste oplegribbe d mate van uitsteking n/ . . , 84 begrenzmgswand
47 bodemwand nr . . .. T
85 verticale vlak 48 kleine afstand . ...
86 bovenzijde 49 driekaniprismavormige ribben , ...
87 langsribbe 87.1 buitenoppervlak daarvan

Claims (23)

1. Stellingraamtafel (1) met een met langsliggers (2, 42, 82) en dwarslijsten (4) gevormd metalen raam (26) met een daaraan bevestigde, een gang- en werkoppervlak (3') vormende plaat (3), gekenmerkt door de volgende 5 aspecten: - het raam (26) bestaat uit langsliggers (2, 42, 82) en aan de einden daarvan bevestigde dwarslijsten (4); - de langsliggers (2, 42, 82) bestaan uit metalen, buisvormige holle lichamen; 10. de metalen holle lichamen zijn tenminste gedeeltelijk door rechthoekig of ongeveer rechthoekig ten opzichte van elkaar aangebrachte, platte oppervlakken van hun wanden (21,45, 56, 47, 51) begrensd en meerkantig uitgevoerd; - de dwarslijsten (4) bestaan uit metaal; 15. de dwarslijsten (4) zijn met de langsliggers (2, 42, 82) door nagels (11, 12, 70, 71, 72) verbonden; - de dwarslijsten (4) hebben aan de einden daarvan afgebogen, in de holle buizen van de langsliggers (2, 42, 82) passend ingrijpende nagelstrippen (13, 65, 66, 67, 68); 20. aan de dwarslijsten (4) zijn inrichtingen (5) voor het inhangen van de stellingraamtafel aangebracht.
2. Stellingraamtafel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de langsliggers (42, 82) uit lichtmetaalprofielen bestaan.
3. Stellingraamtafel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de langsliggers (2) uit afgekant metaalplaat bestaan.
4. Stellingraamtafel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de dwarslijsten (4) als 30 naar de binnenruimte van de tafel (1) open, uit plaat afgekante U-profielen met de passend afgebogen nagelstrippen (J3, 65 ... ) en aangelaste, in U-profielvorm in de vorm geperste haken of klauwen (5) gevormd zijn.
5. Stellingraamtafel volgens conclusie .1, met het - 23 - kenmerk, dat de beide einden van de langsliggers (2, 42, 82) door als rechthoekige buizen gevormde dwarslijsten met elkaar verbonden zijn.
6. Stellingraamtafel volgens conclusie 1, met het 5 kenmerk, dat de plaat (3) uit schilhout bestaat en door middel van nagels (12) aan het metalen raam (26) vastgemaakt is.
7. Stellingraamtafel volgens conclusie 1 of 6, met het kenmerk, dat de vezelrichting of profielrichting 10 van de plaat (3) dwars op de langsas van de raamtafels verloopt.
8. Stellingraamtafel volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat het bovenoppervlak van de langs de randen vrij ingespannen watervast en in het gegeven geval 15 kookvast verlijmde schilhoutplaat (3) van een opgeruwde kunststoflaag voorzien is.
9. Stellingraamtafel volgens conclusie 1, 6 of 7, met het kenmerk, dat de plaat (3) ondersteuningsvrij alleen aan de langsranden daarvan en in het gegeven geval op de 20 dwarslijsten (4) opliggend of ingestoken met het metalen raam (26; 42, 82; 4) verbonden is.
10. Stellingraamtafel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de uit buisvormige holle lichamen gevormde langsliggers (42, 82) door een over grote lengten zonder 25 dwarsverspanningen buig-, draai- en knikvast uitgevoerd en met de plaat (3) verbonden lichtmetaalprofiel (42, 82) gevormd zijn, dat in het bereik van de bovengording (51) een naar binnen open opneemgroef (55) voor de plaat (3) heeft. J1. Stellingraamtafel volgens conclusie 10, met het 30 kenmerk, dat de opneemgroef (55) tussen een over de binnenste verticale wandlijn (52) stekend bovengordingbeen (53) en een op de afstand van de dikte (d) daarvan naar onder verschoven horizontaal draagbeen (47) en een ten opzichte van de verticale binnenwand (46) naar binnen verschoven groefbegrenzingsbeen - 24 - (58) gevormd is, die aan een door het overige langgerekt rechthoekig, opstaand lichtmetaalprofiel gevormd zijn,
12. Stellingraamtafel volgens conclusie II, met het kenmerk, dat het horizontale draagbeen (57) tenminste 5 in het voorste bereik van een vasthoudprofilering (63), bij voorkeur een in de inschuifrichting geneigd zaagtandprofiel voorzien is.
13. Stellingraamtafel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de boven- en onderzijden van de langsliggers 10 (2, 42, 82) bijeenpassende, in langsrichting verlopende s tapel-ingr ij pings elementen ver tonen.
14. Stellingraamtafel volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de stapel-ingrijpingselementen als afgekante borsten van het metaalplaatprofiel (21) met inacht-15 name van de dikte van de daarop genagelde plaat (3) gevormd zijn.
15. Stellingraamtafel volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de bovenzijde van de langsliggers (2) een langs de ligger verlopende op de bovenzijde van het raam 20 zodanig verheven borst (23) vertoont, dat op de binnenzijde van het raam een door deze borst begrensd oplegoppervlak (25) voor de plaat (3) optreedt.
16. Stellingraamtafel volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de verhevenheid (a) van de aan de buitenzijde 25 optredende aan de bovenzijde van de langsliggers (2) in langsrichting verlopende borst (23) zo groot is, dat de borst (23) over het bovenoppervlak (3') van de plaat (3) in een zekere mate (d)heensteekt.
17. Stellingraamtafel volgens conclusie 16, met het 30 kenmerk, dat de onderzijde van de langsliggers op de binnen zijde van het raam een in langsrichting verlopende naar onder wijzende borst (24) van geringe hoogte (b) vertoont, waarvan de breedte zo bemeten is, dat deze bij het stapelen van de stellingraamtafels op geringe afstand (c) naast de -25- binxxenzijde van de aan de bovenzijde aangebrachte borst (23) komt te liggen.
18. Stellingraamtafel volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de stapel-ingrijpingselementen als aan de 5 stellingraamtafel op overeenkomstige afstanden aangebrachte, over de buitenbegrenzingsoppervlakken van de langsliggers (42, 82) heen stekende ribben (49, 62; 83, 87) van bij voorkeur driekante prismaribben, gevormd zijn.
19. Stellingraamtafel volgens conclusie 13, met het 10 kenmerk, dat de stapel-ingrijpingselementen door over de hoofdoppervlakken van de boven- en onderzijden van de langsliggers (82) heen stekende ribben (83, 87) op zodanige wijze gevormd zijn, dat aan de onderzijden in buitenbereiken twee, bij voorkeur halfcilindrisch gevormde oplegribben 15 (83.1, 83.2) optreden, en op de bovenzijden (86) telkens een in de vrije ruimte van de aan de onderzijde optredende oplegribben (82) van een daarover liggende langsligger (82) passende, boven de telkens optredende bovenzijde (86) uitstekende, bij voorkeur driekant prismavormige langsribbe 20 (87) aangebracht is, waarvan het buitenoppervlak (87.1) op geringe afstand (met speling) naar binnen ten opzichte van de door de binnenkant (84) vanhet bijbehorende buitenste oplegribbe (83.1) bepaalde verticale vlak (85) aangebracht is.
20. Stellingraamtafel volgens conclusie 2, met het 25 kenmerk, dat de bodemwanden (47) van de langsliggers (42, 82) naar binnen stekende langsversterkingen (50) vertonen.
21. Stellingraamtafel volgens conclusie 1 of 5, met het kenmerk, dat de bevestigingsklauwen (5) van de stelling-raamtafel aan het metalen profiel (4), dat de langsliggers 30 (2) verbindt, bevestigd zijn.
22. Stellingraamtafel (1) met een metalenraam (26) en met een daaraan bevestigde, een gang- en werkoppervlak (3*) vormende plaat (3)met de volgende aspecten: - het raam (26) bestaat uit langsliggers (42, 82) en aan de 35 einden daarvan bevestigde dwarslijsten (4); - 26 - - de langsliggers (42, 82) bestaan uit metalen, buisvormige, meerkantige, door tenminste gedeeltelijk loodrecht op elkaar staande wanden van langgerekte opstaande vorm gevormde holle lichamen; 5. de dwarslijsten (4) bestaan uit metaal; - aan de dwarslijsten (4) zijn inrichtingen (5) voor het inhangen van de stellingraamtafels (1) aangebracht; gekenmerkt door de volgende aspecten: - de langsliggers (42, 82) bestaan uit lichtmetaalprofielen 10 met opneemmiddelen (55) voor de plaat (3); - de dwarslijsten (4) bestaan uit staal; - de dwarslijsten (4) en de langsliggers (42) zijn door nagels (70, 71, 72) verbonden; - de plaat (3) is als op benen (57) van de langsliggers 15 (42) zijdelings opliggende en daaraan genagelde, overigens ondersteuningsvrije plaat (3) uitgevoerd.
23. Stellingraamtafel volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de dwarslijsten (4) aan de einden daarvan afgebogen, in de holle buizen van de langsliggers (2, 42, 82) 20 passend ingrijpende nagelstrippen (13; 65, 66, 67, 68) hebben.
24. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen.
NL8503069A 1984-11-09 1985-11-08 Stellingraamtafel. NL193755C (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9800004A NL194374C (nl) 1984-11-09 1998-04-24 Stapelbare stellingraamtafel.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3440997 1984-11-09
DE3440997 1984-11-09
DE3503415 1985-02-01
DE3503415 1985-02-01

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8503069A true NL8503069A (nl) 1986-06-02
NL193755B NL193755B (nl) 2000-05-01
NL193755C NL193755C (nl) 2000-09-04

Family

ID=25826393

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8503069A NL193755C (nl) 1984-11-09 1985-11-08 Stellingraamtafel.

Country Status (11)

Country Link
AT (1) AT395457B (nl)
BE (1) BE903617A (nl)
CH (1) CH675142A5 (nl)
DK (1) DK163443C (nl)
FR (1) FR2573115B1 (nl)
GB (1) GB2168412B (nl)
IT (2) IT1182669B (nl)
LU (1) LU86154A1 (nl)
NL (1) NL193755C (nl)
NO (1) NO166374C (nl)
SE (1) SE460372B (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3724269A1 (de) * 1987-07-22 1989-02-02 Langer Geb Layher Geruestrahmentafel aus leichtmetall-strang-press-profilteilen
DE68913733D1 (de) * 1989-07-12 1994-04-14 Travhydro Echafaudages S A Verfahren zum Verbinden einer vorgefertigten Gerüstbühne mit einer horizontalen Traverse, und vorgefertigte Gerüstbühne dazu.
PT100416B (pt) * 1992-07-02 1998-05-29 Salemo E Merca Lda Piso de andaime destinado a equipar aidames da construcao civil
GB2305457B (en) * 1995-09-20 1999-01-20 Sgb Holdings Ltd A scaffolding platform
DK175063B1 (da) 2003-07-04 2004-05-17 Pf Man Holding Aps Beslag egnet til samling af stilladsplanker
GB2440402A (en) * 2006-07-27 2008-01-30 Wls Intellectual Property Ltd A scaffolding platform
CN111197402A (zh) * 2018-11-20 2020-05-26 中建材创新科技研究院有限公司 一种可移动的悬挑工作平台
GB2599892A (en) * 2020-09-18 2022-04-20 Rhino Deck Ltd Scaffolding apparatuses and systems

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1952977U (de) * 1966-08-01 1967-01-05 Eduard Peters Geruest.
DE3014212A1 (de) * 1980-04-14 1981-10-15 Plettac Gmbh Stahlbau Und Gesenkschmiede, 5970 Plettenberg Baugeruest, insbesondere fahrgeruest
FR2527251A1 (fr) * 1982-05-18 1983-11-25 Self Lock Echafaudages Element de construction comportant une armature realisee au moyen de longerons et traverses, en particulier pour planchers d'echafaudage
DE3229957A1 (de) * 1982-08-12 1984-02-16 Hünnebeck GmbH, 4030 Ratingen Vorrichtung zum verstaerken von aus holz o. dgl. bestehenden bauteilen wie bauplatten
DE3245126A1 (de) * 1982-12-07 1984-06-07 Hünnebeck GmbH, 4030 Ratingen Laufplanke fuer fassadengerueste
DE8305623U1 (de) * 1983-02-28 1983-06-16 AluTeam Gerätebau GmbH, 5440 Mayen Geruestbohle

Also Published As

Publication number Publication date
DK514885A (da) 1986-05-10
DK514885D0 (da) 1985-11-08
AT395457B (de) 1993-01-25
GB2168412A (en) 1986-06-18
NO166374B (no) 1991-04-02
NO166374C (no) 1991-07-10
DK163443C (da) 1992-07-20
NL193755B (nl) 2000-05-01
ATA323985A (de) 1992-05-15
GB8527636D0 (en) 1985-12-11
SE8505261L (sv) 1986-05-10
BE903617A (fr) 1986-03-03
FR2573115A1 (fr) 1986-05-16
GB2168412B (en) 1987-12-31
NL193755C (nl) 2000-09-04
LU86154A1 (de) 1986-03-24
IT1182669B (it) 1987-10-05
DK163443B (da) 1992-03-02
IT8567949A0 (it) 1985-11-11
NO854457L (no) 1986-07-01
FR2573115B1 (fr) 1989-03-24
IT8554022V0 (it) 1985-11-11
CH675142A5 (nl) 1990-08-31
SE8505261D0 (sv) 1985-11-07
SE460372B (sv) 1989-10-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU601274B2 (en) Building construction
US5161701A (en) Installation shelf arrangement or like storage apparatus in particular for long material
US4423817A (en) Shelf rack
KR200399026Y1 (ko) 조립식 물탱크의 보강구조
NL8503069A (nl) Stellingraamtafel.
FI87597C (fi) Foerbindningskonstruktion foer staellningsbottnars vaograeta stoed
DE9218415U1 (de) Balkon
NL7909248A (nl) Loopplank.
RU2007138387A (ru) Каркас для здания
FR2606123A1 (fr) Lisse profilee destinee a supporter des charges, notamment pour casiers de stockage
NL9800004A (nl) Stellingraamtafel.
DE3539507A1 (de) Geruestrahmentafel
DE8502756U1 (de) Gerüstrahmentafel
NL9300535A (nl) Profiel-hoofdligger.
RO118316B1 (ro) Element de cadru
EP1044632A1 (en) Element of load-bearing structures, especially girders for modular shelves
EP2118398B1 (en) False wall
FI70784C (fi) Foervaringshylla foer kaellare och smaogaragen
NL192993C (nl) Bekistingssysteem.
CZ134097A3 (en) Working platform
ITTV20000048U1 (it) Profilo di giunzione tra elementi complanari di tamponamento trasparenti, particolarmente in una struttura di parete per la partizione d&#39;int
GB2448199A (en) Support for scaffolding boards
SK5642Y1 (en) Modular shelf assembly
NL1024258C1 (nl) Rek.
IT201900001332U1 (it) Parapetto anticaduta

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20030601