NL8503006A

NL8503006A - Werkwijze en inrichting voor het afdrukken van beelden op helften van beide zijden van bladen.

Info

Publication number: NL8503006A
Application number: NL8503006A
Authority: NL
Original assignee: Oce Nederland Bv
Priority date: 1985-11-04
Filing date: 1985-11-04
Publication date: 1987-06-01
Also published as: DE3676658D1; US4848231A; JPS62116949A; EP0226233A1; US4852487A; US4815378A; EP0226233B1; JP2637725B2

Description

i

Uitvinders J.B.Stienstra Océ-Nederland B.V., te Venlo

Werkwijze en inrichting voor het afdrukken van beelden op helften van beide zijden van bladen

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het afdrukken van beelden op helften van beide zijden van door een afdrukstation gevoerde ontvangstbladen, welke aldus bedrukte en gezamenlijk dubbel gevouwen bladen een boek vormen waarin de volgorde van 5 de beelden overeenkomt met de volgorde van de oorspronkelijke beelden. Ben dergelijke werkwijze is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4334765. Voor het maken van een boek van afdrukken van een aantal genummerde originelen volgens deze bekende werkwijze wordt van een aantal bladen de helft van de eerste zijde bedrukt met de helft van de 10 oneven genummerde originelen. De andere helft van de oneven genummerde originelen wordt afgedrukt op een helft van de andere zijde van die bladen. Daarna wordt de helft van de even genummerde originelen afgedrukt op de nog beeldvrije helft van de eerste zijde van de bladen en de andere helft van de even genummerde originelen op de nog 15 beeldvrije helft van de andere zijde van de bladen.

Deze bekende werkwijze heeft als bezwaar dat de bladen die samen boeken moeten gaan vormen telkens na het afdrukken van een beeld op zo'n blad, op een stapel moeten worden gelegd en weer een voor een van de stapel afgenomen moeten worden voor het afdrukken van een volgend beeld 20 daarop. Dit kan gemakkelijk aanleiding geven tot fouten bij het in de juiste volgorde afdrukken van beelden op de bladen, bijvoorbeeld doordat samengevoegde bladen aan elkaar blijven kleven en tesamen door het apparaat gaan. Zo'n fout is vaak niet te herstellen en leidt er gewoonlijk toe dat de gehele boekproduktie onbruikbaar wordt.

25 De uitvinding stelt zich ten doel een werkwijze te verschaffen voor het afdrukken van beelden op helften van beide zijden van door een afdrukstation gevoerde bladen, die samen een boek vormen zoals aangegeven in de aanhef, die dit bezwaar niet heeft.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat een blad vier 30 keer direct achter elkaar door het afdrukstation wordt gevoerd en na elke van de eerste drie doorvoeren wordt omgekeerd voor het afdrukken Λ ·** ,* Λ Λ ^ :00ο ________ .-2- » Μ * van een volgend beeld op de andere zijde van het blad als die waarop het vorige beeld werd afgedrukt en de bladen, na de laatste doorvoer, in de juiste oriëntatie worden verzameld voor het vormen van het boek.

De uitvinding stelt zich verder ten doel een inrichting te verschaffen 5 voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding.

Bij een inrichting die is voorzien van een afdrukstation, een transportbaan langs het afdrukstation, een bladomkeerbaan en een bladuitvoerbaan die aansluiten op de transportbaan, alsmede een bladwissel die in een eerste stand een blad van het afdrukstation in de omkeerbaan geleidt en 10 in een tweede stand het blad van het afdrukstation in de uitvoerbaan geleidt, wordt dit doel bereikt doordat eerste besturingsmiddelen aanwezig zijn die de wissel in de eerste stand houden gedurende de eerste drie opeenvolgende passages van een blad en in de tweede stand houden gedurende de daaropvolgende vierde passage en doordat een tijdelement 15 aanwezig is dat het tijdstip van doorvoer van een blad door het afdrukstation zo regelt dat bij de eerste en de vierde passage van een blad een beeld op een, in de doorvoerrichting gezien, andere helft van het blad wordt afgedrukt als bij de tweede en de derde passage van het blad.

20 Hierdoor wordt bereikt dat elk van een aantal bladen die tesamen een boek als bedoeld in de aanhef moeten gaan vormen, volledig kan worden afgewerkt alvorens een volgend blad in bewerking wordt genomen. Wanneer daarbij de bladen in de volgorde van het buitenste blad naar het binnenste blad worden afgewerkt, wordt tevens bereikt dat de desbetreffende 25 originelen in een oplopende volgorde vanaf het laagste nummer, respectievelijk in een aflopende volgorde vanaf het hoogste nummer afgewerkt kunnen worden.

De uitvinding is bijzonder aantrekkelijk bij het afdrukken van originelen die in electronische vorm aanwezig zijn, maar kan ook worden 30 gebruikt bij het afdrukken van bladvormige originelen. Voor dit laatste geval is een aantrekkelijke uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding uitgerust met een originelentoevoerinrichting voor het stuk voor stuk aanvoeren van bladvormige originelen van een stapel naar een aftaststation van de inrichting, welke toevoerinrichting twee 35 transportorganen omvat die elk een origineel van een verschillende zijde van de stapel kunnen aanvoeren en een originelenafleginrichting die twee aflegplaten omvat, waarbij de originelen die van de ene zijde van de stapel zijn aangevoerd op de ene aflegplaat worden afgelegd en 350 3 ÜO 6 , * Μ.

-3- de originelen die van de andere zijde van de stapel zijn aangevoerd in omgekeerde oriëntatie op de andere aflegplaat worden afgelegd.

Met deze uitvoeringsvorm kan telkens een cyclus worden uitgevoerd waarin 5 opeenvolgend twee originelen van de ene zijde van de stapel en twee originelen van de andere zijde van de stapel worden afgetast om aldus van een originelenset, die bestaat uit een aantal originelen dat een veelvoud is van vier, automatisch een kopieënset te maken die tot het in de aanhef bedoelde boek gevouwen kan worden.

10 Toor het maken van zo’n boek uitgaande van een willekeurig aantal originelen, is deze aantrekkelijke uitvoeringsvorm verder voorzien van instelmiddelen die kunnen worden ingesteld op het aantal originelen dat de stapel omvat en van besturingsmiddelen die een eerste telsignaal afgeven dat correspondeert met het ten opzichte van het ingestelde aan-15 tal naast hogere getal dat een veelvoud van vier is voor het overeenkomstig dit getal een aantal keren uitvoeren van genoemde cyclus en die een tweede telsignaal afgeven dat correspondeert met het verschil tussen genoemd getal en het ingestelde aantal en van besturingsmiddelen die vanaf de aanvang van de eerste cyclus één van de transportorganen 20 automatisch een aantal keren buiten werking houden dat correspondeert met het genoemde verschil, bij overigens dezelfde cyclusafloop.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen waarin: 25 - Fig. 1A t/m 1D schematisch een inrichting volgens de uitvinding weergeven, waarbij verschillende stadia bij het bedrukken van een ont-vangstblad volgens de uitvinding worden aangegeven, - Fig. 2 schematisch een gedeelte van een inrichting volgens de uitvinding weergeeft waarmee van een set enkelzijdig bedrukte origine- 30 len automatisch een kopieënset gemaakt kan worden volgens de werkwijze van de uitvinding, - Fig. 3 schematisch een gedeelte van een inrichting volgens de uitvinding weergeeft waarmee van een set enkelzijdig bedrukte originelen automatisch een aantal kopieënsets gemaakt kan worden.

35 In de Figuren 1A t/m 1D is een houder 10 voor een stapel ontvangst-bladen weergegeven.

Een afneemrol 6 kan deze bladen stuk voor stuk van de stapel scheiden en in een toevoerbaan 3 voeren, waarlangs het blad naar een afdruksta-tion 4 wordt geleid.

8503 00 6 ____— v l? % -4-

In het afdrukstation komt het ontvangstblad samen met een voortbewegende beelddrager 5· Op de beelddrager 5 kunnen met behulp van niet weergegeven middelen op regelmatige afstanden beelden zijn aangebracht die in het afdrukstation 4 op ontvangstbladen kunnen worden overgedragen.

5 Achter het afdrukstation 4 sluiten op de toevoerbaan 3 een blad-uitvoerbaan 7 en een bladomkeerbaan 8 aan. Bij de tweesprong is een bladwissel 9 opgesteld die twee standen kan innemen, een in de Figuren 1A t/m 1C weergegeven terugvoerstand waarin een door baan 3 gevoerd blad in de omkeerbaan 8 wordt geleid en een in Fig. 1D weergegeven uit-10 voerstand waarin een door baan 3 gevoerd blad in de uitvoerbaan 7 wordt geleid.

De uitvoerbaan 7 mondt uit in een opvangbak 12 waarin de in het afdrukstation volledig bedrukte bladen op elkaar kunnen worden afgelegd. De omkeerbaan 8 mondt uit in de toevoerbaan 3· 15 In de toevoerbaan 3 is een activeerbaar tegenhoudorgaan 13 opgesteld dat in een actieve stand een blad tegenhoudt dat rechtstreeks van de houder 10 in de toevoerbaan 3 is gekomen of dat via de omkeerbaan 8 in de toevoerbaan 3 is gekomen. Bij desactivering geeft het tegenhoudorgaan 13 het tegengehouden blad vrij voor verder transport naar het afdrukstation 20 4. Een niet weergegeven besturingssysteem van de afdrukinrichting is verbonden met het tegenhoudorgaan voor het op voorafbepaalde tijdstippen vrijgeven van een tegengehouden blad voor toevoer naar het afdrukstation 4.

Met behulp van de in Fig. 1A t/m 1D weergegeven afdrukinrichting kan als 25 volgt een boek als bedoeld in de aanhef gevormd worden.

In de houder 10 worden ontvangstbladen gereedgelegd van een zodanig formaat dat daarop, gezien in de doorvoerrichting van de bladen, twee beelden naast elkaar kunnen worden aangebracht.

Wanneer het totaal aantal beelden dat in een boek moet komen een 30 veelvoud is van vier worden de desbetreffende beelden op de voortbewegende beelddrager 5 aangebracht in een volgorde waarbij eerst de twee laagst genummerde beelden en dan de twee hoog3t genummerde beelden het afdrukstation 4 bereiken en vervolgens van de resterende beelden weer telkens eerst de twee laagst genummerde beelden en dan de twee 35 hoogst genummerde beelden, totdat alle beelden zijn aangebracht.

In het geval dat het totaal aantal beelden geen veelvoud is van vier wordt uitgegaan van het naasthoger gelegen veelvoud van vier en worden 3503008 -5- .-7- '>.*? · · « % de beeldplaatsen voor de ontbrekende hoogst genummerde beelden op de beelddrager 5 blanco gelaten.

Na het gereedliggen van het eerste ontvangstblad bij het tegenhoudorgaan 13 wordt door het besturingssysteem van de afdrukinrichting het ont-5 vangstvel voor verder transport vrijgegeven op een zodanig tijdstip dat in het afdrukstation 4 het eerste laagst genummerde beeld (1) wordt af gedrukt op de voorlopende helft van dat ontvangstvel.

Bij het afdrukken van het eerste beeld (1) staat bladwissel 9 in een stand waarbij een ontvangstblad in de bladomkeerbaan 8 wordt gevoerd» 10 zodat het» omgekeerd liggend» weer in de toevoerbaan 3 komt waar het door het inmiddels weer geactiveerde tegenhoudorgaan 13 wordt tegengehouden.

Deze toestand is in Fig. 1A weergegeven.

Vervolgens wordt dit tegengehouden ontvangstvel door het 15 besturingssysteem voor verder transport vrijgegeven op een zodanig tijdstip dat in het afdrukstation 4 het volgende» op één na laagstgenua-merde beeld (2) wordt afgedrukt op de nalopende helft van dat ontvangstvel. Het ontvangstblad komt opnieuw terug in de toevoerbaan 3» welke toestand in Fig. 1B is weergegeven.

20 Voor het afdrukken van het volgende» hoogst genummerde beeld (n) wordt deze laatstgenoemde bewerking herhaald, waarbij de in Fig. 1C weergegeven toestand wordt bereikt.

In reactie op een daarna afgegeven besturingssignaal wordt de bladwissel 9 in de uitvoerstand gezet en wordt het bij het tegenhoudorgaan 13 25 gereedliggende ontvangstblad vrijgegeven voor verder transport op een zodanig tijdstip dat in het afdrukstation 4 het volgende» op een na hoogst genummerde beeld (n-1) wordt afgedrukt op de voorlopende helft van het ontvangstblad.

Het blad dat nu van vier beelden is voorzien wordt, met het eerst 30 afgedrukte beeld (1) omlaag gericht, via uitvoerbaan 7 in aflegbak 12 afgelegd, zoals weergegeven in Fig. 1D.

Deze cyclus waarin direct na elkaar vier beelden op een ontvangstblad kunnen worden gevormd, wordt herhaald voor elke nog resterende serie van vier beelden. De daarbij bedrukte ontvangstbladen worden op de eerder 35 bedrukte bladen af gelegd.

O ~ Λ

ij ÏJ U -J J J

' -a:·__ -6- i Μ

Daarna worden de aldus tot een stapel gevormde bladen gezamenlijk dubbel gevouwen voor het vormen van een boek als bedoeld in de aanhef.

Voorafgaand aan het vouwen kunnen de bladen worden samengehecht door 5 de set op de vouwlijn te nieten.

In Fig. 2 is schematisch een gedeelte van een inrichting volgens de uitvinding weergegeven waarmee van een set enkelzijdig bedrukte ori-gineelbladen automatisch een kopieënset gemaakt kan worden.

De inrichting is uitgerust met een magazijn 20 waarin een stapel ori-10 ginelen kan worden gelegd.

Het magazijn is voorzien van een bladafneemrol 21 voor het stuk voor stuk afnemen van bladen vanaf de onderkant van de stapel en een bladafneemrol 22 voor het stuk voor stuk afnemen van bladen vanaf de bovenkant van de stapel. Een door rol 21 afgenomen blad, kan via een 15 baan 23 naar de belichtingsruit 24 van de inrichting gevoerd worden en een door rol 22 afgenomen blad kan via een baan 25 naar de belichtingsruit 24 gevoerd worden.

Op de gemeenschappelijke baan 26 die langs de belichtingsruit 24 loopt, sluit een afvoerbaan 27 aan waarlangs een belicht origineel via 20 een bladwissel 28 naar een opvangbak 29 kan worden geleid.

De opvangbak 29 wordt gevormd door twee af legplaten 30 en 31 die in tegengestelde richtingen schuin omhoog lopen en met hun onderste rand onderling zijn verbonden.

De bladwissel 28 leidt in de met getrokken lijnen weergegeven 25 uitgangsstand een door de baan 27 gevoerd blad af in de richting van aflegplaat 30 en in de met onderbroken lijnen weergegeven stand in de richting van aflegplaat 31.

De werking van deze inrichting voor het aanbieden van een set originelen in de volgorde die nodig is voor het automatisch uitvoeren van de 30 werkwijze volgens de uitvinding is als volgt.

Een set originelen bestaande uit een veelvoud van vier, of met blanco bladen tot dit veelvoud aangevuld, wordt met de beeldzijden omlaag gericht, in het magazijn 20 gelegd.

Daarna wordt rol 21 geactiveerd voor het afnemen van het onderste 35 origineel uit het magazijn 20, welk origineel via baan 23 naar de belichtingsruit 24 wordt gevoerd voor het vormen van een beeld op de 8505006 , 5 ^ ·4 -"K- * -7- in Fig 1Α t/m 1D weergegeven beelddrager.

Daarna wordt dit origineel in de afvoerbaan 27 gevoerd en door blad-wissel 28, die in de uitgangsstand staat, naar af legplaat 30 gevoerd waarop het origineel met de beeldzijde omlaag gericht wordt afgelegd.

5 Deze cyclus wordt herhaald met het volgende onderste origineel van de nog in het magazijn 20 aanwezige originelen. Vervolgens wordt rol 22 geactiveerd voor het afnemen van het bovenste origineel uit het magazijn 20, welk origineel via baan 25 naar de belichtingsruit 24 wordt gevoerd voor het vormen van een volgend beeld op de beelddrager, 10 waarna het origineel via afvoerbaan 27 en bladwissel 28, die inmiddels in de met onderbroken lijn aangegeven stand is gezet, met de beeldzijde omhoog gericht op aflegplaat 31 wordt af gelegd. Ook deze cyclus wordt herhaald met het volgende bovenste origineel van de nu nog in het magazijn 20 aanwezige originelen.

15 De vier hiervoor beschreven cycli worden telkens herhaald voor de volgende vier originelen, totdat het magazijn 20 leeg is.

Van de op de beelddrager gevormde beelden wordt op de aan de hand van Fig. 1A t/m 1D beschreven wijze een kopieënset gemaakt.

De op aflegplaten 30 en 31 afgelegde originelen worden tegen elkaar 20 geklapt en als een geheel uit aflegbak 29 genomen.

Bij de in Fig. 3 weergegeven inrichting voor het aanbieden van originelen is in vergelijking met de in Fig. 2 weergegeven inrichting een bak 35 toegevoegd die is voorzien van een toevoerbaan 38 waarlangs belichte originelen in de bak kunnen worden gevoerd en een afneemrol 25 37 die telkens het onderste origineel uit deze bak via baan 36 terug voert naar de belichtingsruit.

Voor het maken van één kopieënset werkt de in Fig. 3 weergegeven inrichting op dezelfde manier als de hiervoor beschreven inrichting.

Voor het maken van meer kopieënsets van een set originelen, worden de 30 een keer belichte originelen in bak 35 gevoerd en daarna door afneemrol 37 stuk voor stuk naar de ruit 24 teruggevoerd. Deze cyclus wordt herhaald tot aan het maken van de laatste kopieënset . Bij het maken van de laatste kopieënset worden de originelen naar opvangbak 30 gevoerd en daarin afgelegd op de hiervoor beschreven wijze. Wordt 35 bij het recirculeren van originelen naar en van bak 35 een fout gesignaleerd dan kan alleen de in bewerking zijnde kopieënset fout zijnj de eerder gemaakte en afgelegde kopieënsets zijn correct.

3303 0 0 o -8-

De gevolgen van een fout bij het stapelen en weer afnemen van originelen zijn daarbij niet zo bezwaarlijk als het in de aanhef genoemde bezwaar van het stapelen van gedeeltelijk bedrukte ontvangstbladen.

In plaats van het toevoegen van blanco bladen aan de in magazijn 20 5 gelegde originelen, om steeds met een veelvoud van vier originelen te kunnen werken, kan het besturingssysteem van de inrichting zodanig uitgevoerd zijn dat in plaats van een blanco blad door te voeren op de betreffende tijdstippen de afneemrol 22, respectievelijk afneemrol 37, buiten werking gehouden wordt, bij overigens dezelfde cyclus-10 afloop.

8305003

Claims

1. Werkwijze voor het afdrukken van beelden op helften van beide zijden van door een afdrukstation (4) gevoerde ontvangstbladen, welke aldus bedrukt en gezamenlijk dubbelgevouwen bladen een boek vormen waarin de volgorde van de beelden overeenkomt met de volgorde van de 5 oorspronkelijke beelden, met het kenmerk, dat een blad vier keer direct achter elkaar door het afdrukstation (4) wordt gevoerd en na elke van de eerste drie doorvoeren wordt omgekeerd voor het afdrukken van een volgend beeld op de andere zijde van het blad als die waarop het vorige beeld werd af gedrukt en de bladen, na de laatste doorvoer, in de juiste 10 oriëntatie worden verzameld voor het vormen van het boek.

2. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1, voorzien van een afdrukstation, een transportbaan langs het afdrukstation (4), een bladomkeerbaan (8) en een bladuitvoerbaan (7) die 15 aansluiten op de transportbaan, alsmede een bladwissel (9) die in een eerste stand een blad van het afdrukstation (4) in de omkeerbaan (8) geleidt en in een tweede stand het blad van het afdrukstation (4) in de uitvoerbaan (7) geleidt, met het kenmerk, dat eerste besturingsmid-delen aanwezig zijn die de wissel (9) in de eerste stand houden 20 gedurende de eerste drie opeenvolgende passages van een blad en in de tweede stand houden gedurende de daaropvolgende vierde passage en dat een tijdelement aanwezig is dat het tijdstip van doorvoer van een blad door het afdrukstation (4) zo regelt dat bij de eerste en de vierde passage van een blad een beeld op een, in de doorvoerrichting gezien, 25 andere helft van het blad wordt afgedrukt als bij de tweede en de derde passage van het blad.

3· Inrichting volgens conclusie 2, voorzien van een originelen-toevoerinrichting voor het stuk voor stuk aanvoeren van bladvoraige ori-30 ginelen van een stapel (20) naar een aftaststation (24) van de inrichting met het kenmerk, dat de toevoerinrichting twee transport-organen (21,22) omvat die elk een origineel van een verschillende zijde van de stapel (20) kunnen aanvoeren voor het uitvoeren van een cyclus waarin genoemde transportorganen (21,22) afwisselend twee originelen van 35 de ene zijde van de stapel en twee originelen van de andere zijde van de stapel naar en door het aftaststation (24) voeren. 8503008 -10-

4. Inrichting volgens conclusie 3» met het kenmerk» dat een afleginrichting (28,29) voor afgetaste originelen aanwezig is die twee af legplaten (30,31) omvat, waarbij de originelen die van de ene zijde van de stapel (20) zijn aangevoerd op de ene aflegplaat worden afgelegd 5 en de originelen die van de andere zijde van de stapel (20) zijn aangevoerd in omgekeerde oriëntatie op de andere aflegplaat worden afgelegd.

5· Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat instelmiddelen aanwezig zijn die kunnen worden ingesteld op het aantal 10 originelen dat de stapel (20) omvat en dat besturingsmiddelen aanwezig zijn die een eerste telsignaal afgeven dat correspondeert met het ten opzichte van het ingestelde aantal naasthogere getal dat een veelvoud van vier is voor het overeenkomstig dit getal een aantal keren uitvoeren van genoemde cyclus en die een tweede telsignaal afgeven dat 15 correspondeert met het verschil tussen genoemd getal en het ingestelde aantal.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat besturingsmiddelen aanwezig zijn die vanaf de aanvang van de eerste 20 cyclus één van de transportorganen (22,37) automatisch een aantal keren buiten werking houden dat correspondeert met het * verschil, bij overigens dezelfde cyclusafloop.

7. Inrichting volgens een der conclusies 2-6, met het kenmerk, dat 25 een houder (35) aanwezig is waarin de originelen na de eerste aftasting kunnen worden afgelegd en welke houder (35) is voorzien van een transportorgaan (37) dat deze originelen een voor een van de houder (35) naar het aftaststation (24) en terug kan voeren en dat besturingsmiddelen aanwezig voor het herhalen van deze recirculatie 30 totdat het aantal aftastingen voor het maken van het gewenste aantal kopieënsets is uitgevoerd.

8. Inrichting volgens conclusie 6 en 7, met het kenmerk, dat verder besturingsmiddelen aanwezig zijn die het transportorgaan (37) 35 dat originelen uit genoemde houder (35) kan voeren automatisch buiten werking houden overeenkomstig de tijdstippen dat genoemde één van de transportorganen (22,37) buiten werking werd gehouden, bij overigens dezelfde cyclusafloop. 8503006 i ______ I ............... , . ........