NL8502601A - Draaibaar in een deurkozijn gemonteerde kluisdeur met vergrendelinrichting. - Google Patents

Draaibaar in een deurkozijn gemonteerde kluisdeur met vergrendelinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8502601A
NL8502601A NL8502601A NL8502601A NL8502601A NL 8502601 A NL8502601 A NL 8502601A NL 8502601 A NL8502601 A NL 8502601A NL 8502601 A NL8502601 A NL 8502601A NL 8502601 A NL8502601 A NL 8502601A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
closing
door
frame
bar
hinge side
Prior art date
Application number
NL8502601A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Koninkl Martens Brandkasten B
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Koninkl Martens Brandkasten B filed Critical Koninkl Martens Brandkasten B
Priority to NL8502601A priority Critical patent/NL8502601A/nl
Publication of NL8502601A publication Critical patent/NL8502601A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05CBOLTS OR FASTENING DEVICES FOR WINGS, SPECIALLY FOR DOORS OR WINDOWS
    • E05C19/00Other devices specially designed for securing wings, e.g. with suction cups
    • E05C19/001Other devices specially designed for securing wings, e.g. with suction cups with bolts extending over a considerable extent, e.g. nearly along the whole length of at least one side of the wing

Description

* * ... v» ' " i 1 VO 7413
Draaibaar in een deurkozijn gemonteerde kluisdeur met vergrendelinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een draaibaar in een deurkozijn gemonteerde kluisdeur, voorzien van een vergrendelinrichting, welke ten minste drie in het deurkozijn aangebrachte sluitbalken omvat, die met behulp van een bedieningsinrichting brengbaar zijn in een positie, 5 waarbij de sluitbalken ten dele grijpen in corresponderende uitsparingen, aangebracht in de kluisdeur.
Een dergelijke inrichting is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 75.02311. Bij deze bekende inrichting hebben de sluitbalken in doorsnede de vorm van een cirkelsegment met een middelpuntshoek, 10 die groter is dan 180°. Bij geopende positie van de kluisdeur liggen de sluitstangen volledig in cirkelvormige uitsparingen, aangebracht in het kozijn, terwijl de sluitbalken door middel van een bedieningsinrichting over 180° verdraaibaar zijn, zodanig dat zij bij gesloten kluisdeur ten dele liggen in uitsparingen aangebracht in de kluis-15 deur en ten dele in de in het kozijn aangebrachte uitsparingen. De sluitbalken zijn elk aan beide uiteinden in legers opgenomen en voorzien van een conisch tandwiel, waarmee de sluitbalken via een bedieningsinrichting over 180° in openings- of sluitrichting worden geroteerd. De bedieningsinrichting omvat een aantal haakse tandwielover-20 brengingen en beslaat een groot gedeelte van de kluisdeur omdat alle sluitbalken vanuit één punt roteerbaar moeten worden aangedreven.
Door de in doorsnede ronde vorm van de sluitbalken moeten ook de uitsparingen in de kluisdeur en in het deurkozijn een overeenkomstige ronde vorm hebben die betrekkelijk lastig is aan te brengen.
25 De uitvinding beoogt een in een deurkozijn draaibaar gemon teerde kluisdeur te verschaffen met een vereenvoudigde vergrendelen bedieningsinrichting en is daartoe gekenmerkt doordat de vergrendelinrichting bestaat uit vier, langs de gehele omtrek van de kluisdeur in het deurkozijn aangebrachte, onderling gekoppelde, verschuifbare 30 siuimaiken, waarvan de aan de scnarnierzijde van de kluisdeur gelegen sluitbalk verschuifbaar is in het deurkozijn en de overige drie sluitbalken verschuifbaar zijn in corresponderende, in de kluisdeur aangebrachte uitsparingen, terwijl de bedieningsinrichting verschuifbare W U? * V 'K, -2- sGhoten omvat, welke in de vergrendelrichting aandrukbaar zijn tegen de aan de scharnierzijde van de deur aangebrachte sluitbalk en in ope-ningsrichting aandrukbaar zijn tegen de tegenoverliggende sluitbalk. Doordat de sluitbalken slechts in hun eigen hoofdvlak ver-5 schuifbaar zijn kunnen zij een zeer eenvoudige, bijvoorbeeld rechthoekige doorsnede hebben. Door de onderlinge koppeling van de vier sluitbalken behoeft slechts één sluitbalk in een bepaalde richting te worden verschoven waardoor de overige sluitbalken automatisch worden meegenomen. Dit maakt het mogelijk de vergrendelinrichting in een 10 aanzienlijk kleinere ruimte onder te brengen zodat een groter gedeelte van de kluisdeur van een relatief goedkope wapening kan worden voorzien terwijl slechts een klein gedeelte met de relatief dure staalplaat moet worden gewapend, nl. dat gedeelte waarachter zich het aanzienlijk kleinere bedieningsmechanisme bevindt.
15 Een uitvoeringsvorm van een kluisdeur volgens de uitvinding wordt aan de hand van de tekening nader toegelicht. Hierin toont: fig. 1 een perspectiefaanzicht van een geopende kluisdeur, waarbij duidelijkheidshalve de sluitbalken in de gesloten stand zijn getekend en 20 fig. 2 een aanzicht van een kluisdeur vanuit de kluis met de vergrendelinrichting in geopende respectievelijk gesloten stand.
In fig. 1 is een kluisdeur 2 om een verticale as schamier-baar in een deurkozijn 1 aangebracht. Tegenover de scharnierzijde van de deur is in het kozijn een verticale sluitbalk 3 aangebracht, weer-25 gegeven in de stand, die de sluitbalk 3 bij gesloten kluisdeur 2 in neemt. De sluitbalk 3 valt bij gesloten deur ten dele in de uitsparing 8 van de kluisdeur 2. In het kozijn zijn verder een bovenste sluitbalk 4 en een onderste sluitbalk 6 aangebracht, die bij gesloten deur ten dele reiken in aan de boven- en onderzijde van de kluisdeur 30 aangebrachte uitsparingen, die met de uitsparing 8 in één vlak zijn gelegen. In fig. 1 is de aan de scharnierzijde van de deur gelegen sluitbalk 5 niet weergegeven. Zoals hierna nog wordt toegelicht vervult de sluitbalk 5 geen vergrendelfunctie voor de kluisdeur. De sluitbalk 5 vormt een onderdeel van de vergrendelinrichting voor het in de 35 vergrendelde respectievelijk niet vergrendelde positie brengen van de sluitbalken 3, 4 en 6. Aan de scharnierzijde van de kluisdeur 2 is in 8502501 * -3- het kozijn een verticaal lopende afsluitrug 9 aangebracht, die bij gesloten kluisdeur 2 steekt in de corresponderende uitsparing 10 van de kluisdeur 2. In het kozijn is verder een aanslag 7 aangebracht waartegen een uitstekende rand van de kluisdeur 2 in gesloten positie 5 van de kluisdeur komt aan te liggen. De onderdorpel van het kozijn 1 wordt verzonken in de vloer aangebracht zodat men gemakkelijk met transportwagentjes de door de kluisdeur 2 afsluitbare ruimte kan in-en uitrijden.
In fig. 2 is de kluisdeur 2 aangegeven met de rond de omtrek 10 daarvan gelegen vergrendelinrichting. In tegenstelling tot fig. 1 bevindt zich de scharnierzijde van de kluisdeur 2 aan de linkerzijde van de tekening. De omtrek van de kluisdeur is in dikke, getrokken lijnen weergegeven. De vier sluitbalken van de vergrendelinrichting zijn in getrokken lijnen weergegeven in de positie, die de sluitbal-15 ken bij gesloten kluisdeur 2 innemen, terwijl de binnen het vlak van de deur gelegen grenslijnen van de sluitbalken in vergrendelde toestand met stippellijnen zijn weergegeven. De positie van de sluitbalken bij geopende deur is met stippellijnen weergegeven.
In de gesloten toestand van de kluisdeur 2 liggen de bovenste 20 sluitbalk 4, de tegenover de scharnierzijde van de deur gelegen verticale sluitbalk 3 en de onderste sluitbalk 6 ten dele binnen de omtrek van de kluisdeur 2, die op deze wijze aan drie zijden is vergrendeld. De aan de scharnierzijde van de kluisdeur 2 gelegen verticale sluitbalk 5 bevindt zich volledig in het deurkozijn 1. De positie van 25 de sluitbalken 3-6 bij geopende deur is weergegeven met de verwijzings-cijfers 3'-6'. De onderste sluitbalk 6 en de bovenste sluitbalk 4 zijn beide verbonden met de verticale sluitbalk 5 door middel van verticale verlengstukken 12 resp. 13, die de sluitbalk 5 ten dele overlappen. Het verlengstuk 12 is voorzien van twee pennen 14, 15, die 30 zijn opgenomen in sleufgaten 18, 19, aangebracht in het ondereinde van de sluitbalk 5. De sleufgaten 18, 19 zijn zodanig ten opzichte van de pennen 14, 15 aangebracht, dar de onderste sluitbalk <5 een opzichte van de verticale sluitbalk 5 naar beneden kan verschuiven, zodat de sluitbalk 6 kan terechtkomen in de positie 6‘, waarbij de 35 bovenrand van de sluitbalk 6 onder de onderrand van de kluisdeur 2 komt te liggen.
2502801 -4-
Het verlengstuk 13 van de bovenste sluitbalk 4 is op overeenkomstige wijze voorzien van de pennen 16, 17, die steken in de sleufvormige gaten 20, 21, aangebracht in de verticale sluitbalk 5. De sleufgaten 20, 21 liggen zodanig ten opzichte van de pennen 16, 17 5 dat de sluitbalk 4 ten opzichte van de sluitbalk 5 naar boven kan worden verschoven om terecht te komen in de positie 4', waarbij de onderrand van de sluitbalk 4' ligt boven de bovenrand van de kluisdeur 2.
In de bovenste sluitbalk 4 zijn twee sleuven 38, 39 aange-10 bracht, die vanaf de bovenrand van de sluitbalk 4 aanvankelijk verticaal naar beneden lopen, vervolgens overgaan in een horizontaal verlopend sleufgedeelte, dat eindigt in een schuin bovenwaarts verlopend oploopvlak 40 resp. 41. In elk van deze sleufgaten 38, 39 bevindt zich een geleidingsrol 36 resp. 37, die vast in het deurkozijn 1 is 15 aangebracht. In de sluitstand van de sluitbalk 4 liggen de geleidings-rollen 36, 37 aan het einde van de oploopvlakken 40, 41, zoals in fig.
2 weergegeven. Indien de sluitbalk 4 op later te beschrijven wijze naar rechts wordt verschoven dwingen de oploopvlakken 40, 41 de sluitbalk 4 in bovenwaartse richting in de met 4' aangegeven openings-20 positie. De geleidingsrollen 37, 38 bevinden zich dan beneden het afgeplatte uiteinde van de oploopvlakken 40, 41 in het horizontale gedeelte van de sleufgaten 38, 39. Zoals hierboven reeds aangegeven wordt de opwaartse beweging van de sluitbalk 4 mogelijk gemaakt door de vorm en ligging van de sleufgaten 20, 21 in het bovenste deel van 25 verticale sluitbalk 5.
De onderste sluitbalk 6 moet, in tegenstelling tot de bovenste sluitbalk 4 bij het overgaan van de sluitpositie naar de openings-positie in benedenwaartse richting worden verplaatst. Daartoe zijn in de onderdorpel van het deurkozijn 1 twee wigvormige oploopnokken 34, 30 35 met afgeplat bovenvlak aangebracht. Deze oploopnokken 34, 35 werken samen met twee geleidingsrollen 32, 33, die vast met de onderste sluitbalk 6 zijn verbonden. Tn de sluitpositie van de sluitbalk 6 rusten de geleidingsrollen 32, 33 op het afgeplatte bovenvlak van de oploopnokken 34, 35. Bij een verschuiving naar rechts van de sluitbalk 6 lopen 35 de geleidingsrollen 32, 33 over de oploopnokken 34, 35 naar beneden, totdat de sluitbalk 6 is terechtgekomen in de met 6' weergegeven ope- 8502601 -5- ningspositie. De benedenwaartse beweging van de sluitbalk 6 wordt mogelijk gemaakt door de vorm en de ligging van de sleufgaten 18, 19 in het onderste uiteinde van de verticale sluitbalk 5.
Zoals uit fig. 2 duidelijk blijkt ligt de verticale sluitbalk 5 5 in de openingspositie 5' nog volledig binnen het deurkozijn 1.
In de vergrendelstand van de sluitbalk 5 bevindt deze zich dieper in het deurkozijn 1, dat wil zeggen verder verwijderd van de linkerrand van de scharnierzijde van de kluisdeur 2. De sluitbalk 5 levert zelf geen bijdrage aan het vergrendelen van de kluisdeur 2, is echter nood-• 10 zakelijk voor het in de openings- of vergrendelingsstand brengen van de onderling gekoppelde sluitbalken 3-6.
De verticale sluitbalk 3 is voorzien van twee horizontaal verlopende sleuven 26, 27, waarin de pennen 23, 24 zijn gestoken, die vast in het kozijn zijn aangebracht. De verticale sluitbalk 3 15 is derhalve zijdelings verschuifbaar van de weergegeven sluitpositie in de openingspositie 31, waarbij de sluitbalk 3' volledig in het kozijn is opgenomen. De verticale sluitbalk 3 is aan zijn boven- en ooder-uiteinde door middel van knievormige hefbomen 28 resp. 30 verbonden met het rechteruiteinde van de onderste sluitbalk 6 en de bovenste sluitbalk 4. 20 Met 29 is het scharnierpunt van de hefboom 28 op de sluitbalk 6 weergegeven. Het andere uiteinde van de hefboom 28 is eveneens scharnierbaar met de verticale sluitbalk 3 verbonden. Op overeenkomstige wijze is de hefboom 30 verbonden met het scharnierpunt 31 van de bovenste sluitbalk 4, terwijl het andere uiteinde van de 25 hefboom 30 scharnierend met de verticale sluitbalk 3 is verbonden.
In het middengedeelte van de deur is de bedieningsinrichting 42 aangebracht welke is voorzien van twee verschuifbare, tegen de verticale sluitbalk 5 aandrukbare schoten 43, 44 en verder van twee tegen de verticale sluitbalk 3 aandrukbare schoten 45, 46. De bedie-30 ningsinrichting 42 kan verder van een gebruikelijk type zijn dat slechts behoeft te voldoen aan de eis dat de schoten 43-46 in horizontale richting verschuifbaar respectievelijk aandrijfbaar zijn.
De inrichting volgens de uitvinding werkt als volgt:
Bij gesloten toestand van de kluisdeur 2 bevinden de schoten 35 42-46 zich in de in fig. 2 weergegeven positie. Om van de gesloten in de geopende toestand over te gaan worden de schoten 45, 46 ver- $ * 0 2 6 ü Ί -c -6- plaatst in de door de pijl O aangegeven richting, waarbij de schoten 45, 46 de sluitbalk 3 naar rechts verplaatsen en deze sluitbalk brengen in de positie 3'. Deze horizontale verschuiving van de sluitbalk 3 is mogelijk door de sleufgaten 26, 27. Door de zijdelingse verschui-5 ving van de verticale sluitbalk worden zowel de bovenste sluitbalk 4 en de onderste sluitbalk 6, die via de kniehefbomen 30, resp, 28 met de sluitbalk 3 zijn gekoppeld eveneens naar rechts getrokken. Bij deze verschuiving naar rechts ondergaat de bovenste sluitbalk 4 door de onderlinge samenwerking van de geleidingsrollen 36, 37 met de oploop-10 vlakken 40, 41 bovendien een verschuiving naar boven, terwijl de onderste sluitbalk 6 door de samenwerking van de geleidingsrollen 32, 33 met de oploopnokken 34, 35 behalve een verschuiving naar rechts tevens een verticale verplaatsing naar beneden ondergaat. Aangezien de sluitbalken 4 en 6 aan hun linkeruiteinden zijn verbonden met de 15 verticale sluitbalk 5 wordt deze eveneens naar rechts verschoven over dezelfde afstand als de sluitbalk 3 naar rechts is verschoven. Alle sluitbalken 3'-6' zijn nu volledig in het kozijn opgenomen, zodat de kluisdeur 2 kan worden geopend.
Om van de geopende weer in de vergrendelde toestand te gera-20 ken dienen de schoten 43, 44 te worden verplaatst in een richting tegengesteld aan de pijl 0. De schoten 43, 44 drukken daarbij de verticale sluitbalk 5' naar links in de met 5 aangegeven positie. Door de onderlinge koppeling van de sluitbalk met de sluitbalken 3, 4 en 6 worden deze sluitbalken meegetrokken naar links, waarbij de bovenste 25 sluitbalk 4 eveneens een verplaatsing naar beneden ondergaat en de onderste sluitbalk 6 tevens in bovenwaartse richting wordt verschoven. De vergrendelinrichting bevindt zich dan weer in de vergrendelde toestand, waarbij de sluitbalken de met de verwijzingscijfers 3-6 weergegeven positie innemen.
30 Zoals uit fig. 2 blijkt neemt de bedieningsinrichting 42 slechts een beperkt deel van het oppervlak van de kluisdeur 2 in beslag. Slechts dit gedeelte moet van een stalen bepantsering worden voorzien. De overige delen van de deur kunnen met een goedkopere wape-ningsmassa worden opgevuld.
8502 60 1

Claims (7)

1. Draaibaar in een deurkozijn gemonteerde kluisdeur, voorzien van een vergrendelinrichting, welke ten minste drie in het deurkozijn aangebrachte sluitbalken omvat, die met behulp van een bedieningsinrichting brengbaar zijn in een positie, waarbij de sluitbalken ten 5 dele grijpen in corresponderende uitsparingen, aangebracht in de kluisdeur, met het kenmerk, dat de vergrendelinrichting bestaat uit vier, langs de gehele omtrek van de kluisdeur (2) in het deurkozijn (1) aangebrachte, onderling gekoppelde, verschuifbare sluitbalken (3, 4, 5, 6), waarvan de aan de scharnierzijde van de kluisdeur (2) 10 gelegen sluitbalk (5) verschuifbaar is in het deurkozijn (1) en de overige drie sluitbalken (3, 4, 6) verschuifbaar zijn in corresponderende, in de kluisdeur (2) aangebrachte uitsparingen (8), terwijl de bedieningsinrichting (42) verschuifbare schoten (43-46) omvat, welke in de vergrendelrichting aandrukbaar zijn tegen de aan de schar-15 nierzijde van de deur (2) aangebrachte sluitbalk (5) en in openings- richting (0) aandrukbaar zijn tegen de tegenoverliggende sluitbalk (3).
2- Kluisdeur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de boven ste (4) en onderste (6) sluitbalk aan een uiteinde zijn voorzien van verticaal lopende verlengstukken (12, 13) die de aan de scharnier-20 zijde van de kluisdeur gelegen sluitbalk (5) ten dele overlappen en daarmede zodanig zijn verbonden dat de bovenste en onderste sluitbalk (4, 6) in verticale richting verschuifbaar zijn.
3. Kluisdeur volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat de verlengstukken (12, 13) van de bovenste en onderste sluitbalk (4, 6) 25 zijn voorzien van pennen (14-17), welke zijn opgenomen in sleufgaten (18-21) aangebracht in de aan de scharnierzijde van de kluisdeur (2) gelegen sluitbalk (5)
4. Kluisdeur volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de tegenover de scharnierzijde gelegen sluitbalk (3) is gemonteerd op 30 twee in het deurkozijn (1) aangebrachte pennen (23, 24), welke zijn opgenomen in horizontaal lopende sleufgaten (26, 27) van genoemde sluitbalk (3). 3502 60 1 -8-
5. Kluisdeur volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de uiteinden van de tegenover de scharnierzijde gelegen sluitbalk (3) via knievormige hefbomen (28, 30) zijn verbonden met een uiteinde van de bovenste respectievelijk onderste sluitbalk (4, 6), welke hef- 5 bomen (28, 30) scharnierend (bij 29, 31) met de bijbehorende sluit-balken zijn verbonden.
6. Kluisdeur volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de onderste sluitbalk (6) is voorzien van twee geleidingsrollen (32, 33), welke kunnen samenwerken met in de kozijndorpel aangebrachte wigvor- 10 mige oploopnokken (34, 35) met afgeplat bovenvlak.
7. Kluisdeur volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de bovenste sluitbalk (4) is opgehangen aan twee in het kozijn aangebrachte geleidingsrollen (36, 37), welke steken in sleufvormige uitsparingen (38, 39) in genoemde sluitbalk (4), welke uitsparingen 15 (38, 39) zijn voorzien van schuin bovenwaarts verlopende oploopvlak- ken (40, 41) met afgeplat uiteinde. * 6502 50 1
NL8502601A 1985-09-23 1985-09-23 Draaibaar in een deurkozijn gemonteerde kluisdeur met vergrendelinrichting. NL8502601A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8502601A NL8502601A (nl) 1985-09-23 1985-09-23 Draaibaar in een deurkozijn gemonteerde kluisdeur met vergrendelinrichting.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8502601A NL8502601A (nl) 1985-09-23 1985-09-23 Draaibaar in een deurkozijn gemonteerde kluisdeur met vergrendelinrichting.
NL8502601 1985-09-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8502601A true NL8502601A (nl) 1987-04-16

Family

ID=19846606

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8502601A NL8502601A (nl) 1985-09-23 1985-09-23 Draaibaar in een deurkozijn gemonteerde kluisdeur met vergrendelinrichting.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8502601A (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL192436C (nl) Kabelgeleiding voor een motorvoertuigschuifdaksamenstel.
EP0492743B1 (en) Door system of the swivel-sliding type for use in a vehicle
NL9320012A (nl) Anti-kantelinrichting.
NL8801359A (nl) Open dakconstructie voor een voertuig.
NL1011864C2 (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.
NL1013053C2 (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.
NL8502601A (nl) Draaibaar in een deurkozijn gemonteerde kluisdeur met vergrendelinrichting.
NL8203193A (nl) Afsluitinrichting voor een wanddoorlaat van een transportinstallatie.
AU2004283914B2 (en) Foldable access ramp for vehicles
US3277951A (en) Cabinet construction
NL8800936A (nl) Scheidingswand, bestaande uit scharnierbaar aan elkaar gekoppelde dubbelwandige panelen.
US1612497A (en) Locking device for folding partitions
US5619822A (en) Sash window unit, at least comprising a frame with a sash window which is slidable vertically therein
NL8501855A (nl) Schakelkast.
NL8120332A (nl) Tuimelraam.
NL1001138C2 (nl) Voerhek.
GB2204023A (en) Lidded containers
NL192771C (nl) Vanghek voor koeien.
US3066730A (en) Combination folding door and guide means therefor
NL1042326B1 (nl) Grendelsysteem voor deurbladen of raambladen van voertuigen
BE1007638A6 (nl) Geleidings- en kantelmechanisme voor een laadinrichting.
US3422877A (en) Flush deck hatch cover assembly and movable pivot mount therefor
NL1008182C2 (nl) Deur omvattende ten minste twee deurpanelen, alsmede een deurpaneel en een scharnier voor toepassing in de deur.
JPH0120472Y2 (nl)
NL8900439A (nl) Rolluikmechanisme.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed