NL8800936A - Scheidingswand, bestaande uit scharnierbaar aan elkaar gekoppelde dubbelwandige panelen. - Google Patents

Description

ft

Hw/Mv/3 Pella

Scheidingswand, bestaande uit scharnierbaar aan elkaar gekoppelde dubbelwandige panelen

De uitvinding heeft betrekking op een in een opening beweegbare scheidingswand, bestaande uit met de staande randen, scharnierbaar aan elkaar gekoppelde dubbelwandige panelen, welke om en om zijn uitgevoerd met een vast aan het paneel 5 bevestigde, langs een zich boven de panelen uitstrekkende rail verplaatsbaar geleide-orgaan.

Dergelijke scheidingswanden zijn in velerlei uitvoeringsvormen bekend, in het bijzonder die waarbij de wanden van het paneel uit plaatvormig houtmateriaal zijn vervaar-10 digd. Vooral bij grote afmetingen zijn dergelijke panelen relatief zwaar, De montage en transport vanaf fabriek naar de gebruiksplaats dient daarbij zo simpel mogelijk gehouden te worden. Bovendien verdient het de voorkeur de panelen, in de stand waarbij de opening is afgesloten, zo gestrekt mogelijk 15 in eikaars verlengde te hebben.

De uitvinding beoogt een paneelwand van het bovengenoemde type zodanig te verbeteren ten opzichte van de bekende panelen, dat aan bovengenoemde eisen op zo eenvoudig mogelijke wijze wordt voldaan, 20 Een scheidingswand volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat een of elk paneel zonder geleide-orgaan is uitgevoerd met strekmiddelen, in de vorm van een in de bovenrail verschuifbaar penvormig lichaam, dat voortdurend is belast door een naar één der staande scharnierranden gerichte 25 kracht.

Met deze maatregel wordt verzekerd dat het strekken van de panelen zich op bijzonder eenvoudige wijze laat uitvoeren, omdat bij het sluiten van de scheidingswand het penvormig lichaam zich zodanig in de bovenrail beweegt dat het zich 30 tussen de aangrenzende panelen vrij scharnierbare paneel parallel aan de geleiderail wordt gedrongen, waardoor tevens de aangrenzende panelen worden gestrekt.

.8800936 * * -2-

In een uitvoeringsvorm is het penvormig lichaam aangebracht op een slede die zich nabij de bovenrand van het paneel bevindt, welke slede bij voorkeur via een flexibel element is verbonden aan een gewicht. Dit gewicht zal onder 5 invloed van de zwaartekracht de gewenste stalkracht op het penvormig lichaam leveren.

De uitvinding verschaft voorts een scheidingswand welke zich onderscheidt doordat op de scharnierranden twee of meer scharniersamenstellen zijn aangebracht, elk voorzien van ten-10 minste drie parallelle scharnierpennen en van telkens een paar bij elk scharnierdeel behorende vleugels, welke in de gevouwen stand van de panelen zich loodrecht op die panelen uitstrekken.

Een dergelijk scharniersamenstel heeft het voordeel dat 15 het aan elkaar bevestigen van de naast elkaar gelegen panelen, die bij voorkeur vooraf in de geleiderail zijn geplaatst, op eenvoudige wijze kan plaatsvinden door de vleugels van de scharnierdelen aan elkaar te bevestigen , welke volgens de uitvinding vol in zicht liggen en derhalve gemak-20 kelijk bereikbaar voor bevestigingsmateriaal zoals schroefbouten en dergelijke.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is elk scharniersamenstel voorzien van zeven scharnierpennen, waarbij telkens twee paren scharniervleugels zijn aangebracht, die onderling be-25 vestigbaar zijn. Een dergelijke uitvoering biedt het voordeel dat het scharnier bijzonder robuust en zonder speling kan worden uitgevoerd, hetgeen bijdraagt aan de goede krachts-overdracht, hetgeen nodig is bij het strekken van de panelen-wand.

30 Verder beoogt de uitvinding een panelenwand te verschaf fen, waarbij tussen de wanden van elk paneel afstandselemen-ten zijn aangebracht, welk afstandselement volgens de uitvinding bestaat uit twee, elk aan een wand bevestigbare delen, welk deel is voorzien van twee ten opzichte van elkaar ver-35 zette lijfplaten. Door een juiste montage van de afstandhouder op de wanden van elk paneel, behoeven de wanden slechts met de afstandselementdelen tegen elkaar te worden gemonteerd, waarbij de versprongen lijfplaten automatisch tegen elkaar komen te liggen hetgeen schroefmontage vereenvoudigt.

,8800936 $ -3-

Bovengenoemde en andere kenmerken van de scheidingswand volgens de uitvinding zullen nader worden toegelicht in de hieronderstaande figuurbeschrijving van een aantal uitvoe-ringsvoorbeelden.

5 In de tekening toont:

Fig. 1 een perspektivisch bovenaanzicht van een in een opening aangebrachte, door panelen gevormde scheidingswand volgens de uitvinding,

Fig. 2 en 3 een bovenaanzicht van de panelenwand uit 10 fig. 1 in de sluit- resp. open stand van de deur,

Fig. 4 een perspektivisch aanzicht van het bovenste gedeelte van een paneel uit de panelenwand, voorzien van strek-middelen volgens de uitvinding,

Fig. 5 een perspektivisch bovenaanzicht van een schar-15 nierkonstruktie tussen de panelen van de wand volgens de uitvinding,

Fig. 6 een schematische weergave van het bewegingsmecha-nisme uit fig. 5,

Fig. 7 en 8 een bovenaanzicht van het schanrier uit 20 fig. 5 in de gestrekte, resp. gevouwen stand van de scheidingswand,

Fig. 9 en 10 een met fig. 7 en 8 overeenkomend aanzicht waarbij het scharnier is afgeschermd door een kap,

Fig. 11 een perspektivisch aanzicht van een tweede uit-25 voeringsvorm van het scharnier, geschikt voor een scheidingswand volgens de uitvinding,

Fig. 12 een met fig. 11 overeenkomend aanzicht van het scharnier in gemonteerde toestand tussen twee paneeldelen met dekstroken, 30 Fig. 13 en 14 een perspektivisch aanzicht van een twee tal uitvoeringsvormen van afstandselementen tussen de wanden van een paneel,

Fig. 15 het afstandselement volgens fig. 13 in gemonteerde toestand.

35 De scheidingswand volgens de uitvinding bestaat in fig.

1 uit een aantal naast elkaar staande panelen 1, welke hieronder nog nader qua konstruktie worden toegelicht. De staande randen van de panelen zijn onderling scharnierend verbonden, ,8800936 « -4- waarbij de panelen om en otn zijn voorzien van een geleide-orgaan 2 welke in een bovenrail 3 verschuifbaar is. De bovenrail kan op elke passende wijze in de konstruktie van een bouwwerk 4 zijn opgenomen. De hoogte van de panelen stemt na-5 genoeg overeen met de hoogte van de opening 5 in het bouwwerk dat door de scheidingswand moet worden afgesloten. De breedte van de panelen zijn gewoonlijk van gelijke afmeting, echter kunnen eind- of tussenpanelen een afwijkende breedte vertonen voor het verkrijgen van de gewenste scharnierwerking, zie 10 fig. 2 en 3, het paneel 1'.

De scharnierende werking van de scheidingswand is te zien in fig. 2 en 3. Uitgaande van de gestrekte toestand uit fig. 1, waarbij de panelen in eikaars verlengde liggen, kan het paneel 1'1 een bepaalde drukwerking ondergaan in de rich-15 ting van pijl P1, waardoor de panelen met de staande randen scharnierend ten opzichte van elkaar zich met de vlakke zijden tegen elkaar vlijen. Daarbij blijft het geleide-orgaan 2 in de rail 3 zitten, zodat het midden van het paneel onder de rail 3 blijft. Een uitzondering vormt het paneel 1' wat vol-20 ledig naast de rail 3 zwenkt.

In de teruggaande beweging vanuit de open naar de sluit-stand van de scheidingswand dienen de panelen weer in eikaars verlengde te komen, hetgeen problemen met zich meebrengt vanwege de optredende wrijvingen ten gevolge van de scharnier-25 wrijving en van de afdichtingsprofielen over de grond resp. plafond. Deze afdichtingsprofielen zijn op zichzelf niet getoond en worden bekend verondersteld.

Teneinde het strekken van de panelen derhalve te vergemakkelijken zijn daartoe middelen aangebracht, welke in fig.

30 4 nader zijn toegelicht.

Tussen de twee wanden 6 van een paneel, welke bestaan uit plaatmateriaal van willekeurige aard, bijv. hout, is een slede 7 opgenomen, welke is voorzien van een tweetal op afstand van elkaar gelegen wielstellen 8. Deze wielstellen wor-35 den geleid in tegen de binnenzijde van de wanden 6 aangebrachte boven- en onderprofielen, 9, 10, welke profielen parallel aan de bovenrand van de wanden 6 lopen, resp. parallel aan de gelëiderail 3. De slede 7 is aan de bovenzijde 8800936 ____ . . — -d -5- uitgevoerd met een omhoogstekende pen 11, waarvan het vrije einde is voorzien van een ten opzichte daarvan draaibare huls 12, welke in een sleuf 13 van de geleiderail 3 steekt. Aan de onderzijde is de slede 7 uitgevoerd met omlaaggerichte astap 5 14, dat een geleidewiel 15 draagt, welke afsteunt tegen de binnenzijde van de wanden 6.

Eveneens aan de binnenzijde van de wand 6 is een draagplaat 16 aangebracht, waarop een geleidewiel 17 draaibaar is bevestigd. De vorm van het geleidewiel alsmede de wijze van 10 bevestiging kan willekeurig zijn. Aan de onderzijde van het geleidewiel 17 is tussen de beide wanden 6 in een kokervormige geleiding 18 aangebracht, waarin in vertikale zin een gewicht 19 vrij op en neer beweegbaar is. Tussen het gewicht 19 en de slede 7 is een flexibel element 20 bevestigd, dat 15 over het geleidewiel 17 is geslagen.

De werking van deze strekmiddelen zijn als volgt. Uitgaande van fig. 3 zal bij het in de richting van de pijl P2 naar buiten trekken van de deur de geleideorganen 2 zich langs de rail 3 bewegen, waarbij het penvormig lichaam 11 van 20 het tussenliggende paneel zich eveneens in de geleidebaan 3 bevindt. De slede bevindt zich nagenoeg in het midden van het paneel zolang deze dwars op de rail staat gericht. Naarmate het paneel 1 zich meer in de richting van de rail 3 uitstrekt, zal de pen zich meer naar een randdeel van het paneel 25 gaan bewegen, hetgeen wordt bevorderd door de constante trekkracht van het gewicht 19 via flexibel orgaan 20 op de slede 7. Deze beweging ten opzichte van het paneel wordt aangegeven met de pijl P3 in fig. 3. De pen resp. de slede 7 bewegen zich naar één staande scharnierrand van het paneel, zodat bij 30 het verder strekken deze scharnierrand vanzelf onder de rails 3 wordt gedwongen. Zodoende worden de panelen gestrekt tot in de stand van fig. 2.

Bij het weer opvouwen van de deur zal door het verzwen-ken van het vrije paneel 1 in fig. 2 tevens het tussenlig-35 gende paneel zonder geleide-orgaan 2 mee willen gaan zwenken. Dankzij de vrije verschuifbaarheid van de slede 7 langs de bovenzijde van het paneel zal bij een voldoende stelkracht groter dan het door het gewicht 19 uitgeoefende trekkracht de '8800936 ü> -6- slede 7 weer terugbewegen tot naar het midden van het paneel 1.

De hierboven beschreven strekmiddelen vragen een robuuste scharnierkonstruktie tussen de panelen onderling. Een eer-5 ste uitvoeringsvorm van een dergelijke scharnierkonstruktie is getoond in de figuren 5 t/m 10.

Het scharnier heeft een zevental scharnierpennen, welke parallel aan de scharnierrand van de panelen 1 lopen. De hoofdscharnierpennen zijn aangegeven met de cijfers 22, 23, 10 elk waarvan op een scharnierplaat 24, 25 zijn aangebracht. De scharnierplaten 24 en 25 worden op de binnenwand van een wandpaneel 6 vast bevestigd door elk passend bevestigingsmateriaal 26.

De scharnierplaat 24 heeft bij de van de scharnierpunt 15 22 afgekeerde rand een tweetal omgeslagen lippen 27, waartussen een derde resp. vierde scharnierpen 28 resp. 29 is opgenomen. Deze scharnierpen 28 resp. 29 is via een schalmenstel-sel 30, 31 scharnierbaar via de pen 32, 33 verbonden met een scharniervleugel 34, 35, welke in ruimtelijke zin boven el-20 kaar zijn aangebracht. De scharniervleugel 34 heeft een geknikte vorm en vertoont aan zijn van de scharnierzijde 32 afgekeerde rand een tweetal doorgaande sleufgaten, waardoorheen bouten 36 zijn gestoken. Deze bouten 36 worden gedraaid in een met de tegenoverliggende scharnierpen 23 verbonden 25 hulpvleugel 37 resp. een met de scharnierpen 32 verbonden hulpvleugel 38. De hulpvleugel 37 en 38 zijn via een zevende scharnierpen 39 scharnierend verbonden met een hulpvleugel 37' resp. 38'. Een dergelijke zevenvoudige scharnier biedt het voordeel dat een exacte geleiding van de panelen ten 30 opzichte van elkaar ook na langdurig gebruik gewaarborgd blijft, waarbij de panelen vanuit de gestrekte stand tot in de gevouwen stand kan worden gebracht, zie fig. 7 resp. fig.

8, met als bijzonderheid dat de scharnierkonstruktie nagenoeg geheel binnen de wanden 6 van een paneel 1 blijven.

35 De scharnierbeweging van de verschillende delen van het scharnierstelsel zijn schematisch aangegeven in fig. 6, waarbij de met vol getrokken lijn de gestrekte stand van de panelen aangeeft, de grof onderbroken lijn de volledig uitgesla- , ft 8.0 0036 ___ » %» --7- gen stand volgens fig. 8 en de fijn onderbroken lijn de tussenposities aangeeft.

Slechts in de volledig opengeklapte stand in fig. 8 is telkens een hoofdvleugel 34 en 35 te zien, waarvan het vrije 5 geknikte deel volledig aan de kopzijde van het paneel ligt.

Dit biedt als voordeel dat de bevestigingsbouten 36 zeer gemakkelijk van buitenaf bereikbaar zijn, hetgeen de montage van de panelen aan elkaar vereenvoudigd. Immers kan telkens een paneel op de juiste hoogte naast een hangend paneel wor-10 den aangebracht, waarna slechts de vleugels 34, 35 door middel van de bouten 36 aan het aangrenzende scharnierdeel worden bevestigd, nadat de scharnierpen 39 de hulpvleugels 37 resp. 38 onderling hebben bevestigd. Voor het overige kan het scharnier vooraf aan de betreffende panelen worden gemon-15 teerd. Zodoende wordt de eindmontage van de deur op de ge-bruiksplaats zeer vergemakkelijkt. Daarbij zorgen de sleuf-gaten in vleugel 34, 35 ervoor dat het scharnier op eenvoudige wijze in- en nagesteld kan worden zodanig dat de verti-kale naad tussen de opeenvolgende paneelelementen de gewen-20 ste, konstante breedtemaat heeft, wanneer de wand zich in uitgevouwen, vlakke toestand bevindt. Het zogenaamde 'uit- en doorhangen' van de paneelelementen als gevolg van bijvoorbeeld montage-onnauwkeurigheden, speling door vormfouten in de onderdelen of gewoon door slijtage kan door deze stelmoge-25 lijkheid zowel tijdens als na de installatie vande wand op eenvoudige wijze verholpen worden.

Aangezien de scharnieren relatief klein zijn kunnen zij gemakkelijk worden gevat in een dekkap 40, welke geheel in de ruimte tussen de wanden 6 van een paneel past. De afschermkap 30 40 steekt bovendien door een uitsparing van een dekstrook 41 aan de kopzijde van een paneel 1. Zodoende is de gehele kopzijde van een paneel volledig af te sluiten.

Een tweede uitvoeringsvorm van een scharnier is getoond in fig. 11 en 12.

35 In deze uitvoering wordt gebruik gemaakt van een schar nier met een drietal parallelle scharnierpennen 41 en een viertal onderling schanrierende scharnierplaten 42, 43. De scharnierplaten 42 worden aan de binnenzijde van een wanddeel ----4 .8800936 -8- 6 van een paneel 1 bevestigd. Deze bevestiging kan op willekeurige wijze plaatsvinden. Tevens wordt in deze uitvoering gebruik gemaakt van een doorlopend kunststof scharnier 44 met scharnierlijn 45, welk scharnier is voorzien van veren 46 die 5 in groeven in de kopzijde van elk paneelwanddeel 6 steken. Zodoende ontstaat er een nauwkeurige scharnierbeweging bij de staande rand van het paneel 6 waarbij de krachtsoverdracht kan plaatsvinden via het samengestelde scharnier volgens fig. 11.

10 In deze bijzondere uitvoeringsvorm wordt tevens gebruik gemaakt van afstandselementen tussen de wanddelen 6 van het paneel 1. Deze afstandselementen zijn getoond in de figuren 13, 14 en 15, welke elementen bij voorkeur bestaan uit een L-vormig gebogen plaat 47, waarbij het ene plaatdeel gelijk-15 tijdig de scharnierplaat 42 van het scharnier volgens fig. 11 vormt. Daartoe is dit plaatdeel voorzien van een hulsvormig randdeel 48 voor het opnemen van de scharnierpen 41. De gaten 49 dienen voor het doorvoeren van bevestigingsmateriaal, bijv. bouten, die in de wand 6 worden geschroefd.

20 Het andere deel van plaat 47 bestaat uit twee ten op zichte van elkaar versprongen lijfplaatdelen 50.

Het feitelijke afstandselement wordt gevormde door een tweetal platen 47, welke geheel identiek van vorm zijn en door het over 180° verdraaien een in elkaar sluitende eenheid vor-25 men, hetgeen te zien is in fig. 15. Dit biedt het voordeel dat de in het lijfplaatdeel 50 aangebrachte gaten 52 kunnen dienen voor het vanaf de kopzijde van de panelen bereikbare montagezijde, zodat de schroefbout 53 gemakkelijk in een moerdeel 54 aan de achterzijde van het linkerlijfplaatdeel te 30 draaien is. Met het aanhouden van nauwkeurige maatvoering is niet alleen de eenvoudige montage gewaarborgd maar tevens de planparallelle stand van de wanddelen 6 van een paneel 1, Dankzij de identieke uitvoering van de platen 47, kan tevens het scharnier volgens fig. 11 op eenvoudige wijze wor-35 den gevormd door de scharnierplaten 43 aan te brengen tussen twee naast elkaar gelegen afstandselementen van twee aangrenzende panelen, zie fig. 12.

«0800936 -9-

De kopzijde van de panelen kan verder worden afgedekt door een extra kunststof dekstrook 55 welke met een veer 56 op overeenkomstige wijze als veer 46 in een groef van het wanddeel 6 is te steken. De dekstrook 55 heeft een P-vormig 5 flensdeel 57, waarin de vrije rand 58 van de scharnierstrook 45 is te steken.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm.

Zo kan het krachtmechanisme voor het de strekmiddelen 7 10 - 15 anders dan door een gewicht 19 zijn veroorzaakt, bijv. door een gasveer, schroefveer en dergelijke.

De in de figuren 13 - 15 getoonde afstandsmiddelen kunnen ook zonder scharnierhulzen 48 zijn uitgevoerd.

.8800936

Claims (10)

1. In een opening beweegbare scheidingswand, bestaande uit met de staande randen scharnierbaar aan elkaar gekoppelde, dubbelwandige panelen, welke om en om zijn uitgevoerd met een vast aan het paneel gemonteerd, langs een zich boven de 5 panelen aangebrachte rail verplaatsbaar geleidingsorgaan, met het kenmerk, dat een of elk paneel zonder geleide-or-gaan, is uitgevoerd met strekmiddelen in de vorm van een in de bovenrail verschuifbaar penvormig lichaam, dat voortdurend is gelast door een naar één der staande scharnierranden ge-10 richte kracht.

2. Wand volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het penvormig lichaam op een nabij de bovenrand van het paneel verplaatsbare slede is aangebracht.

3. Wand volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 15 de slede via een flexibel element (koord, ketting enz.) is verbonden met een gewicht.

4. Wand volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het flexibele element over één of meer katrolwielen is geslagen.

5. Scheidingswand, bestaande uit met de staande randen scharnierbaar aan elkaar gekoppelde dubbelwandige panelen, met het kenmerk, dat op de scharnierranden twee of meer scharniersamenstellen zijn aangebracht, elk voorzien van tenminste drie parallelle scharnierpennen en van telkens een 25 paar, bij elk scharnierdeel behorende vleugels, welke in de gevouwen stand van de panelen zich loodrecht op die panelen uitstrekken.

6. Wand volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het scharniersamenstel is voorzien van zeven parallelle 30 scharnierpennen, waarbij telkens twee paren scharniervleugels zijn aangebracht.

7. Wand volgens één der voorgaande conclusies, waarbij tussen de wanden van elk paar afstandselementen zijn aangebracht, waarbij elk element bestaat uit twee telkens aan een 35 wand bevestigde delen, dat is voorzien van twee ten opzichte van elkaar versprongen lijfplaten. , 88009 3 6 -11- ft,

8. Wand volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de of elke lijfplaat is gevormd met een zoekrand.

9. Wand volgens conclusie 6 en 7, met het kenmerk, dat een afstandsdeel tevens een scharniervleugel vormt.

10. Wand volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de breedte van het dichtst bij een rand van de af te sluiten opening gelegen buitenste paneel kleiner is dan die van het aangrenzende paneel. .8800936