NL7906211A - Deurbovenrandafdichtinrichting voor rolluikdeuren. - Google Patents

Description

49 255/ftH/AS , i.s ------\ ‘ I * ! Crawford Door AB, ; j te Torslanda, Zweden. i i v

Deurbovenrandafdichtinrichting voor rolluikdeuren.

De uitvinding heeft betrekking op een deurbovenrandafdichtinrichting voor rolluikdeuren met geleidingen, j die gemonteerd zijn in de tegenover elkaar gelegen verticale 1 * | randen van een deuropening, in welke geleidingen rolluik- 5 ; bladen beweegbaar zijn, welke afdichtinrichting dient om in de gesloten stand van de deur de afstand tussen het boven- i ; randdeel van het rolluikblad en de ene zijde van de wand, I waarlangs het rolluikblad verschuifbaar is, te overbruggen.

Dergelijke deuren vertonen dikwijls een gela-10 : mineerde constructie, d.w.z. zij zijn voorzien van een bui tenste metaallaag en van een tussenlaag van isolerend ma-: teriaal zoals bijvoorbeeld kunststofschuim. Deuren van de betreffende soort lopen gewoonlijk in geleidingen, die verschaft zijn aan de binnenzijde van de tegenover elkaar ; ( 15 gelegen verticale zijwanden van de deuropening. Dit betekent j dat de deur in de gesloten toestand nauwsluitend moet passen ; in de binnenzijde van de wand. Doordat gewoonlijk de tempe- ï ratuur, die aan de buitenzijde van de deur heerst, verschilt i ; van die aan de binnenzijde hiervan, zullen verschillen « 20 krachtens de veranderingen in de langsrichting van één oppervlaklaag van de deur ten opzichte van haar andere • oppervlaklaag optreden, hetwelk tot gevolg heeft, dat de bovenrand van de deur zal gaan bolstaan. Hierdoor kunnen problemen ontstaan met betrekking tot de nauwsluitende pas-25 sing tussen het bovenranddeel van het rolluikblad en het I deel van de wand van het gebouw, dat geplaatst is boven de deuropening.

De uitvinding heeft ten doel een afdichting te - verschaffen, die zeer aanzienlijke bewegingen van het boven- ! 30 _ __________________ 7906211 I ______ __________________________, .

-2 - ♦ randdeel van het rolluikblad in de rechter hoek aan het openingsvlak toelaat zonder dat hierbij de doeltreffendheid van de afdichting wordt aangetast.

Voor het bereiken van dit oogmerk wordt volgens 5 de uitvinding voorzien in een deurbovenrandafdichtinrichting van de bovengenoemde soort/ die hierdoor wordt gekenmerkt, dat zij bestaat uit een vrije stijve lijst, die zich uitstrekt tussen geleidingen van de rolluikbladen welke lijst op haar plaats is bevestigd in de nabijheid van de buiten-10 randen van de. rolluikbladen, uit een strook flexibel materiaal, i die zich uitstrekt tussen de bevestigingspunten, van welke I strook de ene langsrand verbonden is met de lijst, terwijl de andere langsrand van deze strook verbonden is met het bovenranddeel van de deur, waardoor afdichting tussen het \ 15 rolluikblad en de wandzijde wordt in stand gehouden onafhankelijk van uitstrekking van het rolluikblad tussen haar j geleide randen.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van 20 ! voorbeeld een gunstige uitvoeringsvorm van de afdichtin- i richting volgens de uitvinding is weergegeven.

! Hierin toont: j Fig. 1 in perspectief een rolluikblad, voorzien I van een afdichtinrichting volgens de uitvinding en gezien I 25 I vanaf de binnenzijde van de deur, j i Fig. 2 een eindaanzicht van het bovenranddeel j i 1 I van het rolluikblad, voorzien van de afdichtinrichting,

Fig. 3 een verticale doorsnede over dit randdeel ; van het rolluikblad, \ s 30 Fig. 4 een verticale doorsnede over naast elkaar j geplaatste randdelen van twee hiertussen verbonden deur- j segmenten, en j

Fig. 5 een verticale doorsnede over het onderste ! randdeel van het onderste deursegment met de onderste af-35 dichtlijst.

3

J

7906211 —3 _ f

. ’“"^“"“1 " 1 ·« > I ..1..1., , 11..,.J

De in de tekening weergegeven deur is verdeeld ! in een aantal horizontale segmenten 1, 2 en 3, op zichzelf ! ! bekende wijze alleen gekoppeld zijn door middel van horizon- \ : tale scharnieren 4. In de tekening is de deur in de ge-5 sloten stand voorgesteld, waarbij de rolluikbladen 1, 2 en 3 i ; de opening 6 bedekken, die gevormd is in de wand van een I gebouw. De deur is aan de binnenzijde van deze wand aange-' bracht en is langs de wand en langs het openingsvlak ver-I schuifbaar. De deur loopt op een op zichzelf bekende wijze 10 j met haar tegenover elkaar gelegen verticale randen in niet I nader weergegeven geleidingen. De afzonderlijke deursegmenten; ! hebben een binnenste oppervlaklaag 7 en een buitenste opper- | vlaklaag 8, die bijeengehouden worden door middel van tussen i { gelegen isolerende laag 9. De oppervlaktelaag is gewoanlijk 15 Ξ gevormd van metaal en de isolerende laag van een relatief I stijf kunststofschuimmateriaal. Een schuiflijst 10 rust tegen, : de bovenrandzijdè van de deur en is gevormd door-middel van ! extrusie. De schuiflijst heeft een vlakke onderzijde 11. j s In een vooruitstekend deel 12 is een ondersnijdingsgroef 13 - i 20 : gevormd, die open is aan de onderzijde van de schuiflijst

en in het langsranddeel bevindt zich een ondersnijdingsgroef j : 14, die open is in de richting van de wand 5. Een iets I

' dikker randdeel 15 van een flexibele strook 16 is in de { | groef 13 ingebracht, terwijl deze strook met een verder dik j 25 ; randdeel 17 is ingebracht in een corresponderende ondersnij- ; i : dingsgroef in het bovenste deursegment 3. De strook 16 loopt · : in de dwarsrichting aldus in een lus tussen de schuiflijst | 10 en het deursegment 3. Aan elk van haar uiteinden, d.i. .

| aan de verticale zijranden van het rolluikblad, is de schuif-30 | lijst 10 bevestigd aan het bovenste deursegment door middel I van plaatvormige bevestigingselementen 18, die door middel I - j van schroefbouten 19 en 20 zijn geschroefd aan de schuif- i ; i lijst en door middel van schroefbouten 21 en 22 zijn ge- ; t i

i schroefd aan de randvoeringen 23 van het bovenste deursegment 35 · welke voeringen bestaan uit gootvormige rails, waarvan de I

7906211 I ____________________, ·* 3 - 4 - zijflenzen in de richting van het deursegment langs haar vlakke zijden lopen. Verder zijn in de schuiflijst langs- 1 groeven 24 en 25 gevormd voor het bevestigen van de schroef- j bouten 19 en 20 hierin, welke groeven aan één van hun zijden 5 j open zijn. De schuiflijst 10 draagt verder aan één van haar 1 uiteinden een bufferlichaam 26, dat een aanslag vormt wanneer de deur zich in de omhoog gebrachte stand bevindt. Een iets dikker randdeel 27 van een afdichtlijst 28 komt in ingrijping^ in de ondersteuningsgroef 14, waarbij een deel van de af- ; 10 dichtlijst, dat het dichtst bij de schuiflijst 10 is geplaatst relatief stij'f is, terwijl het buitenste deel 28a van de \ afdichtlijst relatief flexibel is teneinde gemakkelijk aanpasbaar te zijn aan de vorm van de wand 5. Doordat de schuif— lijst 10 alleen aan haar buiteneinden aan het rolluik dat is ! j 15 j bevestigd kan de schuiflijst vrij glijden tegen het bovenste j deursegment 3 wanneer hetdeursegment bol gaat staan in de ï

I - I

I richting van de wand vrij vandaan en hier naartoe als gevolg j ! van variërende temperatuurverschillen tussen de buitenzijde j I | ! en de binnenzijde van het rolluikblad. Aldus wordt voorkomen,! 20 | dat de schuiflijst 10 krom gaat staan en zal zij een doel- j i matige afdichting tegen de wand verschaffen onafhankelijk j j 1 ; van de bewegingen van het rolluikblad als gevolg van tem- 1 ’ j • peratuurvariaties. Dankzij de flexibele strook 16 wordt een j I doeltreffende afdichting bovendien in stand gehouden tussen 25 | de schuiflijst 10 en het rolluikblad.

j I Het deel van de twee deursegmenten 2 en 3, dat ; zich bevindt rondom het scharnierpunt 4, is weergegeven in fig. 4, waarbij een scharnierbevestiging aan de binnenzijde i van de deur is aangeduid met 29. Een bodemafdichtinrichting 30 . 30, gemonteerd aan de onderrand van het onderste segment .

van de deur, is weergegeven in fig. 5, Daar het scharnier 4 j en de bodemafdichtinrichting 30 geen essentieel bestanddeel j van de uitvinding vormen, wordt een andere beschrijving overbodig geacht. j 35 De uitvinding is geens beperkt tot het boven- j 79 0 62 1 1

. ___:_______________I

_5 _ * »’ ' ” "" ..... —I·—— ........ -. ------ ----- . _ _ ...

- Λ beschreven uitvoeringsvoorbeeld, doch er kunnen velerlei | gewijzigde uitvoeringsvormen worden ontwikkeld zonder hier- i ‘ bij buiten het kader van de uitvinding te treden. De deur- t ; bovenrandafdichtinrichting kan uiteraard ook worden toege-5 j past bij andere deurtypen, waarbij het rolluikblad dient ; voor een afsluiting tegen de zijde van de wand, waarlangs het rolluikblad verschuifbaar is.

i i i i ! | < 1 i ! j i f \ i j j | 3 ï t | t

ί I

• i i j i ί | < j ï ί • ! : j

* I

: I

__ Conclusies. ; 79ÖT2Ï1" 1

Claims (5)

1 I

1. Deurbovenrandafdichtinrichting voor rolluik-deuren en soortgelijke sluitmiddelen met in tegenover elkaar · gelegen verticale wanden van een deuropening gemonteerde geleidingen, waarin rolluikbladen beweegbaar zijn, welke 5 afdichtinrichting dient om in de gesloten stand van de deur de afstand tussen het bovenranddeel van het rolluikblad en | de ene zijde van de wand, waarlangs het rolluikblad ver- ' schuifbaar is, te overbruggen, met het kenmerk, I dat deze inrichting bestaat uit een vrije stijve lijst (10) , ; 10. die zich uitstrekt tussen de geleidingen van de rolluikbladen, welke lijst op haar plaats is bevestigd in de : i nabijheid van de buitenranden van de rolluikbladen, uit een i | strook (16) van flexibel materiaal, die zich uitstrekt i J ] I tussen de bevestigingspunten, van welke strook de ene langs- j 15. rand is verbonden met de lijst, terwijl de andere langsrand | hiervan verbonden is met het bovenranddeel van de deur, j waardoor een afdichting tussen het rolluikblad en de wand- j zijde wordt in stand gehouden onafhankelijk van de uitstrek- j j kingen van het rolluikblad tussen haar geleidingsranden.

2. Deurbovenrandafdichtinrichting volgens con- = clusie 1, m e t het kenmerk, dat de lijst (10) ! zich relatief ver uitstrekt in de dikterichting van de deur, j i zodat de lijst de bovenrandzijde van de deur bedekt onaf-i hankelijk van mogelijke positieveranderingen, gerekend aan j 25 de rechte hoek van het openingsvlak van het deel van de j deur, geplaatst tussen de geleidingen. <

3. Deurbovenrandafdichtinrichting volgens conclusie 2,met het kenmerk, dat de lijst (10) bestaat uit een metalen deel met een ondersnijdingsgroef 30 (13) in de langsrichting, die een iets dikker randdeel (15) $ < | I . ii | ^ , ........... 7906211 - 7 - • τ i — - ---] Λ, i ί i van de flexibele strook (16) opneemt. I

4. Deurbovenrandafdichtinrichting volgens con- i clusie 3, met het kenmerk, dat de lijst (10) ; in haar randdeel, dat tegenover het wandvlak ligt, een onder-5 { snijdingsgtoef (14) in de langsrichting heeft, die het iets dikkere randdeel (27) van een flexibele afdichtrand (28) opneemt, waarvan het andere randdeel (28a) in de gesloten ; stand.van de deur in aanslag komt tegen de betreffende rand ! (5). I S *

5. Deurbovenrandafdichtinrichting volgens een ! der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat i ; de lijst (10) in de nabijheid van haar bevestigingspunten i voorzien is van bufferaanslagen (28) voor een begrenzing ; van de maximum openingsstand van het rolluikblad. _______ i I j i i . i : i i j i ! ! j I i i i | i : t ί ί f ' I I i ; i » \ f ! i I ! 5 ΤβϊΓβΓΠ