BE1009479A6 - Deuromlijsting. - Google Patents

Abstract

Deuromlijsting, daardoor gekenmerkt dat zij gevormd wordt door lijsten (3) die hoofdzakelijk bestaan uit een dragend deel (5) en een afdekdeel (6), die ieder gevormd zijn door profielen uit plaatmateriaal die door middel van er deel van uitmakende geleidingsgedeelten (7-8) meer of minder in elkaar kunnen worden geschoven in funktie van de dikte van de muur (4) waarmede de deuromlijsting (1) samenwerkt.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Deuromlijsting. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een deuromlijsting meer speciaal een deuromlijsting waarvan de deurstijlen eenvoudig aan de dikte van de muur kunnen worden aangepast, waarbij de samenstellende delen eenvoudig kunnen worden verwezenlijkt. 



  Tot dit doel bestaat de uitvinding uit een deuromlijsting, die lijsten vertoont bestaande uit hoofdzakelijk een dragend deel en een afdekdeel, waarbij deze laatste ieder gevormd zijn door profielen uit plaatmateriaal die door middel van er deel van uitmakende geleidingsgedeelten in elkaar kunnen worden geschoven in funktie van de dikte van de muur waarmede de deuromlijsting samenwerkt. 



  Naast de voornoemde voordelen bezit deze omlijsting nog het voordeel dat voor het samenstellen ervan slechts twee profielen nodig zijn en dat, doordat deze profielen over hun volledige lengte in elkaar schuiven, ten allen tijde een optimale verbinding gewaarborgd blijft. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een deur met een deuromlijsting volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn 11-11 in figuur   1i   figuur 3 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn 111-111 in figuur 1, tijdens het monteren ; 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur 3. 



  Zoals weergegeven in figuur 1 heeft de uitvinding betrekking op een deuromlijsting   1,   waarin op bekende wijze een deur 2 kan worden bevestigd. Deze deuromlijsting 1 bestaat hierbij uit drie lijsten 3, die respektievelijk de bovenrand en de twee zijranden van de in de betreffende muur 4 aangebrachte deuropening begrenzen. 



  Volgens de uitvinding vertoont de deuromlijsting 1 lijsten 3 die hoofdzakelijk bestaan uit een dragend deel 5 en een afdekdeel 6, die, zoals afgebeeld in de figuren 2 en 3, ieder gevormd zijn door profielen uit plaatmateriaal die door middel van er deel van uitmakende geleidingsgedeelten 7 en 8 meer of minder in elkaar kunnen worden geschoven in funktie van de dikte van de muur 4 waarin de deuromlijsting 1 dient te worden gemonteerd. 



  Het geleidingsgedeelte 7, dat zoals afgebeeld bij voorkeur deel uitmaakt van het afdekdeel 6, vertoont een gleufvormige zitting 9, terwijl het geleidingsgedeelte 8, dat deel uitmaakt van het dragend deel 5, hoofdzakelijk bestaat uit een flens 10 die precies in de de gleufvormige zitting 9 past. Deze flens 10 bestaat bij voorkeur uit een enkelvoudige plaat, gevormd door de rand van het betreffende profiel. 



  De gleufvormige zitting 9 is gevormd door twee ombuigingen 11-12 van het plaatmateriaal over   1800.   Verder kan een derde ombuiging 13 zijn aangebracht, bij voorkeur over   90.,   waarbij de eerste en de derde ombuiging 11-13 de randen van de ingang 14 van de zitting 9 definiëren. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  De aan weerszijden van de eerste ombuiging 11 aangrenzende plaatgedeelten 15 en 16 bevinden zich bij voorkeur tegen elkaar of nagenoeg tegen elkaar. De aan de tweede ombuiging 12 aangrenzende plaatgedeelten 17 en 18 bevinden zieh op een afstand van elkaar die gelijk is aan of nauwelijks groter is dan de dikte van de voornoemde flens 10, die in de weergegeven uitvoeringsvorm overeenstemt met de dikte van de platen waaruit het dragend deel 5 en het afdekdeel 6 zijn vervaardigd. 



  De aanslagvormende zitting 19 voor de deur 2 is in het dragend deel 5 aangebracht. In haar binnenhoek is zij voorzien van een geprofileerde uitsparing 20, welke door een ombuiging is gevormd. Deze uitsparing 20, die in doorsnede bij voorkeur een hoekige vorm heeft, vormt een zitting voor een afdichtingsstrip 21 en vormt gelijktijdig een uit het oog onttrokken versteviging voor het dragend deel 5. 



  Het dragend deel 5 en het afdekdeel 6 zijn beide voorzien van muuraansluitflenzen, respektievelijk 22 en 23, die gevormd zijn doordat de randen 24 en 25 van de profielen twee maal omgeplooid zijn, zodanig dat naar binnen geplooide flensdelen 26 en 27 gevormd worden die parallel zijn aan elkaar en aan de muuroppervlakken waar zij tegenaan sluiten. 



  Zoals afgebeeld in de figuren 3 en 4 wordt voor de bevestiging aan de muur 4 gebruik gemaakt van bevestigingsmiddelen 28, meer speciaal klemmiddelen, waarmee het dragend deel 5 tegen de muur 4 kan worden aangespannen, biJ voorkeur met behulp van klauwen 29 die met het betreffende flensdeel 26 samenwerken. Deze bevestigingsmiddelen 28 zijn zodanig uitgevoerd dat de positie van de lijsten 3 in laterale richting L kan worden aangepast. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn deze bevestigingsmiddelen 28 hiertoe samengesteld uit een eerste deel 30 dat aan de muur 4 kan worden vastgemaakt, bijvoorbeeld door middel van schroeven 31, en een tweede deel 32 dat minstens lateraal verstelbaar is ten opzichte van het eerste. 



  Het voornoemde eerste deel 30 bestaat uit een hoekprofiel, enerzijds, met een flens 33 die voorzien is van gleufvormige openingen 34 die een bevestiging aan de muur 4 toelaten, door middel van de voornoemde schroeven 31 en, anderzijds, met een flens 35, die bedoeld is om parallel aan het vlak van de muur 4 te worden gemonteerd. Het tweede deel 32 bestaat uit een in twee richtingen omgebogen hoekprofiel, met een basisdeel 36, een eerste flens die de reeds genoemde klauw 29 vormt en een tweede flens 37 die parallel tegenover de flens 35 kan worden geplaatst. 



  De verbinding tussen de twee delen 30 en 32 gebeurt door middel van een schroef of bout 38 die de flenzen 35 en 37 verbindt. De bout 38 past hierbij vrij doorheen een opening 39 in de flens 35 en kan in een van schroefdraad voorziene opening 40 in de flens 37 worden geschroefd. De laterale instelling van het tweede deel 32 ten opzichte van het eerste deel 30 is mogelijk doordat de opening 39 gevormd is door een horizontale gleuf. 



  Zoals weergegeven in figuur 2 is het afdekdeel 6 bij voorkeur uitsluitend aan het dragend deel 5 bevestigd, zulks met   een   of meer schroefverbindingen 41 waarmee het afdekdeel 6 tegen de muur 4 kan worden aangespannen. 



  De schroefverbindingen 41 bestaan uit schroeven of bouten 42 die in openingen 43 in de aanslagvormende zitting 19 voor de deur zijn aangebracht en die aangrijpen in een flens 44 die gevormd is ten gevolge van de voornoemde derde 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 ombuiging 13, waarbij deze schroefmiddelen bij voorkeur uit het zicht onttrokken worden door middel van de voornoemde sluitstrip 21. 



  Het dragend deel 5 en het afdekdeel 6 bestaan bij voorkeur uit metaal, meer speciaal staal, dat van een bekledingslaag is voorzien, zoals een gemoffelde verflaag. 



  De montage van de deuromlijsting 1 is eenvoudig en als volgt. 



  Eerst worden de delen 30 geplaatst. Vervolgens worden de dragende delen 5 gepositioneerd en bevestigd door middel van de delen 32. De laterale instelling gebeurt hierbij door de delen 32 meer of minder te verplaatsen ten opzichte van de delen 30 en/of door het dragend deel 5 met zijn flens 26 verder of minder ver onder de klauwen 29 te schuiven. 



  Vervolgens wordt ieder afdekdeel 6 gemonteerd door dit met de zitting 9 over de flens 10 te schuiven en vervolgens de schroefverbindingen 41 te realiseren, waarna de afsluitstrip in de uitsparing 20 kan worden vastgedrukt. 



  Het is duidelijk dat de huidige uitvinding geenszins beperkt is tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke deuromlijsting kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (1)

1. Konklusies.

   1. - Deuromlijsting, daardoor gekenmerkt dat zij gevormd wordt door lijsten (3) die hoofdzakelijk bestaan uit een dragend deel (5) en een afdekdeel (6), die ieder gevormd zijn door profielen uit plaatmateriaal die door middel van er deel van uitmakende geleidingsgedeelten (7-8) meer of minder in elkaar kunnen worden geschoven in funktie van de dikte van de muur (4) waarmede de deuromlijsting (1) samenwerkt.

   2.-Deuromlijsting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat een van de profielen een geleidingsgedeelte (7) in de vorm van een gleufvormige zitting (9) vertoont, terwijl het andere profiel een geleidingsgedeelte (8) vertoont in de vorm van een flens (10) die in de gleufvormige zitting (9) past.

   3. Deuromlijsting volgens konklusie 2, daardoor gekenmerkt dat het geleidingsgedeelte (7) met de gleufvormige zitting (9) deel uitmaakt van het als afdekdeel (6) funktionerende profiel.

   4.-Deuromlijsting volgens konklusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat de gleufvormige zitting (9) gevormd is door EMI6.1 twee ombuigingen (11-12) van het plaatmateriaal over 1800.

   5.-Deuromlijsting volgens konklusie 4, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde flens (10) bestaat uit een enkelvoudig plaatvormig uiteinde ; en dat de aan de eerste ombuiging (11) van de zitting (9) aanliggende plaatgedeelten (15-16) tegen elkaar of nagenoeg tegen elkaar liggen ; en dat de aan de tweede ombuiging (12) aangrenzende plaatgedeelten (17-18) zieh op een afstand van elkaar bevinden die gelijk <Desc/Clms Page number 7> is aan of nauwelijks groter is dan de plaatdikte van de voornoemde flens (10).

   6.-Deuromlijsting volgens konklusie 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat aan de gleufvormige zitting (9) een derde ombuiging (13) is voorzien, waarbij de eerste en de derde ombuiging (11-13) de randen van de ingang (14) van de zitting (9) vormen.

   7.-Deuromlijsting volgens een van de voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij een aanslagvormende zitting (19) voor de deur (2) vertoont die aan haar binnenhoek is voorzien van een geprofileerde uitsparing (20).

   8.-Deuromlijsting volgens konklusie 7, daardoor gekenmerkt dat de uitsparing (20) een zitting vormt voor een afsluitstrip (21).

   9.-Deuromlijsting volgens een van de voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat het afdekdeel (6) uitsluitend aan het dragend deel (5) is bevestigd, door middel van schroefverbindingen (41) waarmee het afdekdeel (6) kan worden aangespannen.

   10.-Deuromlijsting volgens de konklusies 6 en 9, daardoor gekenmerkt dat de schroefverbindingen (41) bestaan uit schroeven of bouten (42) die in openingen (43) in de aanslagvormende zitting (19) voor de deur (2) zijn aangebracht en die aangrijpen in een flens (44) die gevormd is ten gevolge van de voornoemde derde ombuiging (13), waarbij deze schroefverbindingen (41) uit het zieht onttrokken worden door middel van een sluitstrip (21). <Desc/Clms Page number 8> 11.-Deuromlijsting volgens een van de voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van bevestigingsmiddelen (28), meer speciaal klemmiddelen, waarmee het dragend deel (5) met behulp van klauwen (29) tegen de muur (4) kan worden aangespannen.

   12.-Deuromlijsting volgens een van de voornoemde konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van bevestigingsmiddelen (28) die zijn samengesteld uit een eerste deel (30) dat aan de muur (4) kan worden vastgemaakt en een tweede deel (32) dat minstens lateraal verstelbaar is ten opzichte van het eerste en dat samenwerkt met het voornoemde dragende deel (5).

   13.-Deuromlijsting volgens een van de voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de profielen muuraansluitflenzen (22-23) vertonen die gevormd zijn doordat de randen van de profielen naar binnen omgeplooid zijn.

   14.-Deuromlijsting volgens de konklusies 11 en 13, daardoor gekenmerkt dat de klauwen (29) aangrijpen achter de naar binnen geplooide muuraansluitflenzen (22).

   15.-'Deuromlijsting volgens een van de voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij in metaal is uitgevoerd.