NL9101603A - Systeem voor het ophangen van een binnendeur aan een frame, alsmede het in een dergelijk systeem toepasbare samenstel van twee metalen profielen en scharnieren. - Google Patents

Description

Systeem voor het ophangen van een binnendeur aan een frame, alsmede het in een dergelijk systeem toepasbare samenstel van twee metalen profielen en scharnieren.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het ophangen van een binnendeur aan het bijbehorende frame, en op een samenstel van twee metalen profielen en scharnieren, dat geschikt is voor het uitvoeren van een dergelijk systeem. In het bijzonder is het systeem toepasbaar voor een kamerdeurbevestiging van het type waarin het frame om de deuropening bestaat uit twee stijlen en een dwarsligger, die elk zijn gevormd van een paar metalen profielen die zijn verbonden met de doorsnede van de wand en zijn verenigd door middel van losneembare bevestigingsorganen, waardoor de twee profielen de inwendige en uitwendige sierranden en het binnenwerk van de deur verschaffen.

Gebruikelijk bestaat de deur zelf uit een uit profielen geconstrueerd kozijn, dat is opgehangen aan de stijlen van het frame, die enerzijds scharnieren en anderzijds middelen waarin de schoot van een aan het kozijn gemonteerd slot grijpt, dragen, waarbij zowel de stijlen als de dwarsligger een aanslagdeel verschaffen.

Aldus vereist de constructie van een frame op de hiervoor aangeduide traditionele wijze twee speciale metalen profielen met in wezen L-vormige doorsnede, die zijn voorzien van een hol gedeelte en een flensgedeelte, en geschikte scharnieren. De profielen zijn samengevoegd tegen het de deuropening omgevende deel van de wand, waarbij hun twee flensgedeelten met de bijbehorende vlakken van de wand zijn verbonden op zodanige wijze dat inwendige en uitwendige sierranden worden verschaft, terwijl de twee holle gedeelten in combinatie het binnenwerk vormen. De twee profielen worden samengevoegd door het insteken van een deel van het holle gedeelte van het ene in een L-vormig uitsteeksel (het aanslagdeel) dat tevoorschijn komt uit het andere, waarna het samenstel wordt geborgd met schroeven. Bovendien verschaft het holle gedeelte van het de inwendige sierrand vormende profiel ten minste twee verhoogde delen, hetgeen ook het geval is bij het profiel dat wordt benut voor de constructie van het kozijn, waaraan de onderdelen van het scharnier worden verankerd. Bepaalde nadelen worden ondervonden bij het gebruikelijke systeem voor het ophangen van binnendeuren aan bijbehorende metalen frames, en het betreffende samenstel van twee profielen en scharnieren, namelijk: -het gebruik van een kozijnframe van metalen profielen is een eerste vereiste, waardoor het gewicht van de deur wordt verhoogd, de installatiekosten worden verhoogd en aan kopers de keuze van een geheel houten deur wordt onthouden; in bepaalde toepassingen leidt in feite de noodzaak van een metalen kozijnframe kopers weg van de keuze van kwaliteitshard-hout, ofwel effen of vaker gedecoreerd met panelen; -de scharnieren en andere deurbenodigdheden dienen van een type te zijn dat speciaal is ontworpen voor metalen deur- en raambevestigingen, die in het algemeen zwaarder, ingewikkelder en duurder zijn; -bij geopende deur blijven de scharnierankerdelen zichtbaar langs de bijbehorende langsoppervlakken van het kozijn en het binnenwerk, hetgeen leidt tot een minder dan acceptabel uiterlijk.

Dienovereenkomstig is het een doel van de onderhavige uitvinding de hiervoor beschreven nadelen op te heffen.

Het beschreven doel wordt allereerst volgens de uitvinding bereikt door een systeem voor het ophangen van een binnendeur aan zijn frame van de in de aanhef genoemde soort, die daardoor is gekenmerkt, dat het de inwendige sierrand verschaffende profiel een in hoofdzaak glad blootliggend oppervlak met L-vormig doorsnede vertoont, waarvan één vlak een aanslag vormt waartegen de deur of het kozijn sluit, en waarvan een ander vlak, dat loodrecht op het aanslagvlak staat, een verbergbare langsuitsparing verschaft, waarin middelen kunnen worden verankerd ofwel voor het bevestigen van een scharnier of voor het vasthoudèn van een stootplaat; het systeem wordt voorts daardoor gekenmerkt, dat de deur of het kozijn niet behoeft te zijn uitgevoerd met een omtreksframe dat is aangepast aan de sierrand, of in ieder geval, doordat een dergelijk frame kan worden gevormd van een geheel glad profiel. Het genoemde doel wordt in de tweede plaats gerealiseerd met een samenstel van twee profielen en scharnieren dat geschikt is voor het uitvoeren van een systeem volgens de on derhavige uitvinding voor het ophangen van een binnendeur aan zijn frame, dat van het type volgens de aanhef van conclusie 2 is en is gekenmerkt doordat de profielen zijn voorzien van bijbehorende flensgedeelten die in één vlak liggen met de betreffende vlakken van de wand, en bijbehorende holle gedeelten die zijn verbonden door het insteken van een deel van het holle gedeelte van het de uitwendige sierrand vormende profiel, of van een verlenging van een dergelijk hol gedeelte, in een L-vormig uitsteeksel dat te voorschijn komt uit het holle gedeelte van het de inwendige sierrand vormende profiel en het aanslagdeel vormt, en die aan elkaar zijn bevestigd met schroeven; dat het holle gedeelte van het de inwendige sierrand vormende profiel een gedeeltelijk omsloten groef met C-vormige dwarsdoorsnede verschaft; dat de scharnieren enerzijds met kolomschroeven of schroeven zonder kop aan gewone in de groef steekbare klemplaten, en anderzijds direct aan een deur of kozijn zijn bevestigd; dat in de betreffende groef in de het verst van de scharnieren staande stijl de stootplaat voor een aan het kozijn gemonteerd slot opneemt; en dat elke groef ten minste discrete gedeelten van een decoratiestrook met een dwarsdoorsnede die passend is gemaakt met dat van de groef zelf, opneemt, waardoor de delen van de groef die niet zijn ingenomen door de scharnieren of door de stootplaat zijn gevuld en glad gemaakt.

Een van de voordelen die worden bereikt met de onderhavige uitvinding is dat het elimineren van een kozijnframe de deur lichter van constructie maakt, de voor het vervaardigen en installeren vereiste tijd verkort en leidt tot een verbeterd uiterlijk door het toestaan van het gebruik van geheel houten panelen, met inbegrip van hardhout of materialen die zijn versierd met decoratief werk.

Een ander voordeel van de uitvinding is dat gebruik kan worden gemaakt van een standaard type houtwerkscharnier met platte vleugels die perfect vlak zijn zodanig dat toleranties worden verkleind en zij omkeerbaar zijn in tegenstelling tot de meeste scharnieren die zijn ontworpen voor metalen bevestigingen.

Een verder voordeel wordt verschaft door de mogelijkheid van het gebruik van gewone deurkrukken en benodigdheden voor houten deuren, die worden bevestigd aan het kozijn en eenvoudigweg in de C-vormige groef van het de sierrand vormende metalen profiel grijpt, waardoor de kosten aanzienlijk worden verminderd en de keuze en het uiterlijk worden verbeterd.

De uitvinding zal thans meer gedetailleerd worden toegelicht aan de hand van de tekening, die een uitvoerings-voorbeeld van de uitvinding weergeeft.

Fig. 1 toont een vooraanzicht van een binnendeur, waarvan het kozijn in het frame is gehangen door middel van het systeem volgens de uitvinding.

Fig. 2 is een doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1, die het samenstel van de sierranden vormende profielen en scharnieren volgens de uitvinding weergeeft.

Fig. 3 is een doorsnede volgens de lijn III-III in fig. 1, die de profielen volgens de uitvinding weergeeft.

Fig. 4 is een dwarsdoorsnede van de inwendige en uitwendige sierranden vormende profielen, met een variatie in de uitvoering van de laatste, volgens de uitvinding.

Fig. 5 is een dwarsdoorsnede van het scharnier van een samenstel volgens de uitvinding.

Onder verwijzing naar de bijgaande tekeningen, omvat het systeem volgens de onderhavige uitvinding de toepassing van een samenstel van twee profielen 1 en 2 (of 1 en 2' in fig. 4, afhankelijk van de dikte van de wand) voor het vormen van de stijlen 20 en 21 (fig. 2) en de dwarsligger 22 (fig. 3) van het vaste frame om een binnendeur (fig. 1).

De profielen 1 en 2 of 2' kunnen worden beschouwd als delen met een speciaal doel, die in de meeste gevallen uit een lichte aluminium legering zijn geëxtrudeerd, en die een althans ongeveer L-vormige doorsnede bezitten en zijn voorzien van een, een lege ruimte omvattend hol gedeelte en een loodrecht op het holle gedeelte geplaatst flensgedeelte.

Meer exact is het met verwijzingscijfer 1 aangeduide profiel voorzien van een althans ongeveer rechthoekig hol gedeelte 3 en een flensgedeelte 4 dat onder rechte hoeken vanaf één uiteinde van het holle gedeelte 3 verloopt; een verder gedeelte 5 met L-vormige doorsnede steekt uit vanaf het midden van het holle gedeelte 3, terwijl het holle gedeelte 3 aan het van het flensgedeelte 4 verwijderde uiteinde is verlengd door een ander gedeelte 6 met L-vormige doorsnede. Het met verwijzingscijfer 2 aangeduide profiel is voorzien van een althans ongeveer rechthoekig hol gedeelte 7 en een flensgedeelte 8 dat zich onder rechte hoeken vanaf één uiteinde van het holle gedeelte 7 uitstrekt.

Op dezelfde wijze is het met 2' aangeduide profiel voorzien van een althans ongeveer rechthoekig hol gedeelte 7' en een flensgedeelte 8' dat zich onder rechte hoeken vanaf één uiteinde van het holle gedeelte 7' uitstrekt. In dit geval is het holle gedeelte 7' verlengd door een verder gedeelte 9' met C-vormige doorsnede aan het uiteinde dat het verste ligt van het flensgedeelte 8'.

De profielen 1 en 2 of 1 en 2' worden verbonden met het de deuropeningen omlijstende profiel van de wand 10, en worden aan elkaar bevestigd met de flensgedeelten 4 en 8 of 8' vlak tegen de bijbehorende wandvlakken op zodanige wijze dat inwendige en uitwendige sierranden worden gevormd, terwijl de holle gedeelten 3 en 7 of 7' de dikte van de wand overbruggen voor het verschaffen van het binnenwerk van de deur. De keuze van de geschikte combinatie van profielen 1 en 2 of 1 en 2' zal worden gemaakt in overeenstemming met de grotere of kleinere dikte van de wand. Het voorbeeld volgens de fig. 2 en 3 toont profielen 1 en 2 in gebruik.

De profielen 1 en 2 worden verenigd door het insteken van een deel van het holle gedeelte 7 van het de uitwendige sierrand vormende profiel 2 in het L-vormige uitsteeksel 5 van het de inwendige sierrand vormende profiel 1. De verbinding wordt geborgd door middel van bevestigingsschroeven 11 waarvan de koppen worden opgenomen door een zitting 12 in het L-vormi-ge uitsteeksel 5 en de zelf tappende schachten grijpen in het holle gedeelte 7 van het ingestoken profiel 2. Het L-vormige uitsteeksel 6 dient derhalve als een aanslagdeel voor het kozijn of het deurpaneel 13 en hiertoe is een C-vormige groef 14 verschaft door het aanslagvlak, waarin een buigzaam element 15 kan worden verankerd.

Het deurkozijn 13 is aan het de inwendige sierrand vormende profiel 1 van de met 20 aangeduide stijl gemonteerd door middel van scharnieren 16 (fig. 2 en 5). De scharnieren 16 zullen van een standaard houtwerktype zijn met platte vlakke vleugels, die kunnen worden gebruikt voor het naar links of rechts openen. De montagevlakken van de vleugels zijn uitgevoerd met gedeelten met zaagtandprofiel, zoals aangeduid bij 16', op zodanige wijze dat een positieve grip wordt verschaft wanneer deze enerzijds met het kozijn 13 is verbonden, en anderzijds met het bijbehorende profiel 1 van de stijl 20. Het scharnier is aan het profiel 1 bevestigd door middel van schroeven (niet weergegeven) die in een C-vormige groef 17 zijn gestoken, die is gevormd in het holle gedeelte 3 aangrenzend aan en loodrecht op het aanslagdeel 5. De groef 17 is ingenomen door een platte strook 18 die in dwarsdoorsnede is aangepast aan de C-vormige doorsnede, of ten minste door gedeelten van een dergelijke strook, die dient als een decorelement door te waarborgen dat het zichtbare deel van het holle gedeelte 3 geheel glad lijkt. Dezelfde groef 17 is ook ontworpen voor het opnemen van gebruikelijke inzetstukken (niet weergegeven ten behoeve van de eenvoud) waaraan de scharnieren 16 met kolomschroeven of schroeven zonder kop worden geklemd. Op overeenkomstige wijze ontvangt de groef 17 in het betreffende profiel 1 van de tegenoverstaande stijl 21 de stootplaat voor een slotschoot, of voor de klink van een gewone deurkruk (niet weergegeven) van het type dat aan houten deuren wordt gemonteerd.

De gestelde doelen worden derhalve volgens de onderhavige uitvinding gerealiseerd, hetgeen de mogelijkheid opent voor het toepassen van een binnendeur met een frame dat slechts uit twee metalen profielen 1 en 2 (of 1 en 2' voor wanden van grotere dikte) is geconstrueerd, en met een kozijn dat bestaat uit een enkel paneel van hout, hard of zacht, of zelfs van kunststof of andere geschikte materialen, dat is uitgerust met scharnieren en sloten of bevestigingsorganen van het gebruikelijke type zoals wordt toegepast bij houtwerk. Bovendien maken de profielen perfect gladde aanslag- en bin-nenwerkoppervlakken zonder enige hoeken of uitsteeksels of dergelijke mogelijk. Derhalve biedt de uitvinding, zoals is beschreven in de voorgaande beschrijving en de nuvolgende conclusies, de voordelen van het toelaten van een vermindering van het aantal metalen profielen dat nodig is voor het construeren van een binnendeurbevestiging, van het bereiken van een goedkope en gemakkelijke toepassing door het opnemen van gebruikelijke scharnieren en deurbeslag zoals worden gebruikt bij houtwerk, en het verhogen van de functionele en esthetische kwaliteit van een bevestiging die een sterk, stabiel en duurzaam frame van twee metalen profielen met een geheel van zacht of hard, effen of gedecoreerd hout vervaardigde deur combineert.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven en in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoor-beelden, die op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kunnen worden gevarieerd.

Claims (4)

1. Systeem voor het ophangen van een binnendeur aan een frame, waarbij het de deuropening omgevende frame bestaat uit twee stijlen en een dwarsligger, die elk zijn gevormd van een paar metalen profielen die met de doorsnede vèn de bijbehorende wand zijn verbonden en aan elkaar zijn bevestigd door losneembare bevestigingsorganen, voor het verschaffen van inwendige en uitwendige sierranden en het in combinatie verschaffen van het binnenwerk van de deur, waarbij de inwendige sierrand een aanslagstuk vormt en is uitgerust met scharnieren aan één zijde en met middelen voor het insteken van een slot-schoot aan de andere zijde, met het kenmerk, dat het de inwendige sierrand verschaffende profiel (1) een in hoofdzaak glad blootliggend oppervlak met L-vormige doorsnede vertoont, waarvan een vlak een aanslag vormt waartegen de deur of het kozijn sluit, en waarvan een ander vlak, dat loodrecht op het aan-slagvlak staat, een verbergbare langsuitsparing verschaft, waarin middelen kunnen worden verankerd ofwel voor het bevestigen van een scharnier of voor het vasthouden van de middelen waarin de slotschoot wordt gestoken; en dat de scharnieren en de slotschoot direct aan een deur of kozijn zijn gemonteerd zonder gebruikmaking van een kozijnframeprofiel dat is aangepast aan de doorsnede van het de inwendige sierrand vormende profiel (1).

2. Samenstel van twee metalen profielen en scharnieren voor het samenstel van een deurframe volgens conclusie 1, waarbij de profielen bestaan uit holle delen met een althans ongeveer L-vormige doorsnede, die met de doorsnede van een wand worden verbonden en op zodanige wijze worden verenigd dat inwendige en uitwendige sierranden worden verschaft, met het kenmerk, dat de profielen (1, 2 of 1, 2') zijn voorzien van bijbehorende flensgedeelten (4, 8 of 4, 8') die in één vlak liggen met de betreffende vlakken van de wand (10), en bijbehorende holle gedeelten (3, 7 of 3, 7') die zijn verbonden door het insteken van een deel van het holle gedeelte (7) van het de uitwendige sierrand vormende profiel (2), of van een verlenging (9') van een dergelijk hol gedeelte (7'), in een L-vormig uitsteeksel dat te voorschijn komt uit het holle ge deelte (3) van het de inwendige sierrand vormende profiel (1) en het aanslagdeel vormt, en die aan elkaar zijn bevestigd met schroeven (11); dat het holle gedeelte (3) van het de inwendige sierrand vormende profiel (1) een gedeeltelijk omsloten groef (17) met C-vormige dwarsdoorsnede verschaft; dat de scharnieren (16) enerzijds met kolomschroeven of schroeven zonder kop aan gewone in de groef (17) steekbare klemplaten, en anderzijds direct aan een deur of kozijn (13) zijn bevestigd; dat in de betreffende groef (17) in de het verst van de scharnieren staande stijl de stootplaat voor een aan het kozijn (13) gemonteerd slot opneemt; en dat elke groef (17) ten minste discrete gedeelten van een decoratiestrook (18) met een dwarsdoorsnede die passend is gemaakt met dat van de groef zelf, opneemt, waardoor de delen van de groef die niet zijn ingenomen door de scharnieren of door de stootplaat zijn gevuld en glad gemaakt.

3. Samenstel van twee metalen profielen en scharnieren volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de scharnieren (16) bestaan uit houtwerkscharnieren van het standaardtype met platte vleugels voor vlakke plaatsing en geschikt voor het naar links of rechts openen, terwijl de deur of het kozijn (13) is uitgevoerd als een enkelvoudig paneel van hout of ander materiaal.

4. Samenstel van twee metalen profielen en scharnieren volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de montage-oppervlakken van het scharnier (16) die respectievelijk met de sierrand (1) en het kozijn (13) zijn verbonden een zaagtand-profiel (16’) met een positieve grip vertoont.