NL8501375A - Magnetisch registreermedium voor het registreren van een beeld. - Google Patents
Magnetisch registreermedium voor het registreren van een beeld. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8501375A NL8501375A NL8501375A NL8501375A NL8501375A NL 8501375 A NL8501375 A NL 8501375A NL 8501375 A NL8501375 A NL 8501375A NL 8501375 A NL8501375 A NL 8501375A NL 8501375 A NL8501375 A NL 8501375A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- magnetic
- coating
- resin
- tape
- stiffness
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B5/00—Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
- G11B5/62—Record carriers characterised by the selection of the material
- G11B5/68—Record carriers characterised by the selection of the material comprising one or more layers of magnetisable material homogeneously mixed with a bonding agent
- G11B5/70—Record carriers characterised by the selection of the material comprising one or more layers of magnetisable material homogeneously mixed with a bonding agent on a base layer
- G11B5/708—Record carriers characterised by the selection of the material comprising one or more layers of magnetisable material homogeneously mixed with a bonding agent on a base layer characterised by addition of non-magnetic particles to the layer
- G11B5/7085—Record carriers characterised by the selection of the material comprising one or more layers of magnetisable material homogeneously mixed with a bonding agent on a base layer characterised by addition of non-magnetic particles to the layer non-magnetic abrasive particles
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B5/00—Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
- G11B5/62—Record carriers characterised by the selection of the material
- G11B5/73—Base layers, i.e. all non-magnetic layers lying under a lowermost magnetic recording layer, e.g. including any non-magnetic layer in between a first magnetic recording layer and either an underlying substrate or a soft magnetic underlayer
- G11B5/735—Base layers, i.e. all non-magnetic layers lying under a lowermost magnetic recording layer, e.g. including any non-magnetic layer in between a first magnetic recording layer and either an underlying substrate or a soft magnetic underlayer characterised by the back layer
- G11B5/7356—Base layers, i.e. all non-magnetic layers lying under a lowermost magnetic recording layer, e.g. including any non-magnetic layer in between a first magnetic recording layer and either an underlying substrate or a soft magnetic underlayer characterised by the back layer comprising non-magnetic particles in the back layer, e.g. particles of TiO2, ZnO or SiO2
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10S—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10S428/00—Stock material or miscellaneous articles
- Y10S428/90—Magnetic feature
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T428/00—Stock material or miscellaneous articles
- Y10T428/25—Web or sheet containing structurally defined element or component and including a second component containing structurally defined particles
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T428/00—Stock material or miscellaneous articles
- Y10T428/25—Web or sheet containing structurally defined element or component and including a second component containing structurally defined particles
- Y10T428/256—Heavy metal or aluminum or compound thereof
- Y10T428/257—Iron oxide or aluminum oxide
Landscapes
- Paints Or Removers (AREA)
- Magnetic Record Carriers (AREA)
Description
% -1- 24697/Vk/mvl &
Korte aanduiding: Magnetisch registreermedium voor het registreren van een beeld.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een magnetisch 5 registreermedium. Meer in het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een beeldband die een ferromagnetische legering bevat waarbij een ferromagnetische legering bestaat uit een magnetische registreerlaag, waardoor de fluctuatie in de af te geven signalen, de samenklontering en de defecte plaatsen worden geminimaliseerd en 10 met een voortreffelijke stabiliteit tijdens het lopen en duurzaamheid.
De laatste tijd zijn magnetische registreerbanden op ruime schaal toegepast bij het registreren van geluid en video, computers, magnetische schijven en dergelijke. Zodoende is de hoeveelheid informatie die moet worden geregistreerd op magnetische registreerbanden elk jaar 15 toegenomen en is er een steeds grotere behoefte aan verbetering van de registreerdichtheid van de magnetische registreermedia of banden.
Registreermedia van het magnetische deklaag-type waarbij een magnetisch legerirïgspoeder -wordt toegepast, hebbe'n een hogere coërcitief-kracht en grotere verzadigingsmagnetisatie dan conventionele banden met 20 y-Fe^O^ of van Co-gedoteerd type. Zodoende hebben registreerbanden voor het opnemen van beelden op basis van een ferromagnetische legering voortreffelijke elektromagnetische omzettingskarakteristieken. De conventionele legeringsbanden hebben echter een zwakke contactkracht (aanraking) met de kop, waardoor het aanraken van de kop door de 25 banden slechter wordt en een fluctuatie van de af te geven signalen wordt verkregen, samenklontering of defecte plaatsen kunnen optreden.
De onderhavige uitvinders hebben uitgebreid onderzoek uitgevoerd om dergelijke nadelen te kunnen overwinnen en dit heeft uiteinde-30 lijk geleid tot een magnetische band met een voortreffelijke stabiliteit tijdens het lopen met een minimale fluctuatie in het af te geven signaal, samenklontering en defecte plaatsen kan zodoende worden verkregen, welke magnetische registreerband is voorzien van een ferromagnetische legeringsband van een magnetische laag, gevormd op een 35 niet-magnetisch substraat, waarbij de stijfheid van de totale band voor het registreren van het beeld op basis van een ferromagnetische legering binnen een bepaald specifiek gebied ligt. De onderhavige uit- 8501375 λ\ » -2- 24697/Vk/mvl vinding is op dit principe gebaseerd. De onderhavige uitvinding maakt het mogelijk dat een registreerband voor beelden op basis van een ferro- magnetische legering wordt verkregen, die hierdoor wordt gekenmerkt, dat de stijfheid van de totale band wordt weergegeven door de volgende formule: 5 3 0,149 x ^ ^ e' = 0,05 tot 0,15 g.mm waarbij w de belasting (g) is, a is de diameter (mm) van de bandring, b is de breedte (mm) van de band en d is de deformatie (mm) 10 van de bandring.
De onderhavige uitvinding zal nader worden beschreven met verwijzing naar de bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvormen en wordt nader toegelicht aan de hand van de volgende beschrijving, waarbij is verwezen naar de bijgevoegde tekening waarin: 15 fig. 1 een grafiek is die het verband aangeeft tussen de oppervlakteruwheid van.de magnetische laag en de deklaag aan de achterzijde van een magnetisch registreermedium en de S/N-verhouding, fig. 2 een grafiek is die het verband aangeeft tussen het BET specifiek oppervlak van een magnetisch poeder van een legering en 20 de S/N-verhouding en fig. 3 een grafiek is die een voorbeeld aangeeft van het verband tussen de dikte van de basisfilm en de stijfheid van de beeld-registreerband op basis van een ferromagnetische legering volgens de uitvinding.
25 De stijfheid die wordt weergegeven door de bovenvermelde formule wordt als volgt verkregen. Een beeldregistreerband op basis van een ferromagnetische legering wordt gevormd tot een ring met de magnetische laag aangebracht aan de binnenzijde en met de band van de basisfilm (die kan^zijn voorzien van een deklaag aan de achterzijde) aangebracht 30 aan de buitenkant, waardoor de diameter van de ring van de band kan worden uitgedrukt in a (mm) en de breedte van de band is b (mm). De ringvormige band wordt zodanig geplaatst dat het oppervlak van de band in contact is met een basisgedeelte en een belasting w (g) wordt uitgeoefend op het bandoppervlak vanaf de bovenkant van de bandring, waar-35 door de deformatie in de richting van de kracht kan worden aangegeven als d (mm). Daarna worden de respectieve waarden voor a, b, w en d overgebracht naar de bovenvermelde formule ter verkrijging van de stijfheid.
0501375 4 · "«-L. 4 -3- 24697/Vk/mvl \
Indien de band zo stijf is dat de waarde van de stijfheid komt boven 0,15 g.mm heeft het af te geven signaal de neiging te fluctueren en zal een samenklontering kunnen optreden of defecte plaatsen.
De aanraking met de kop van de band is dan zwak omdat wanneer de waarde 5 voor de stijfheid te hoog is, de aanraking van de band met de kop zwak wordt, hetgeen leidt tot ongewenste resultaten. Wanneer de waarde 0,15 g.mm of minder is, is de band flexibel en is de aanraking met de kop voldoende, waardoor de bovenvermelde problemen zullen worden opgelost. Anderzijds indien de waarde van de stijfheid van de totale beeldregistreer-10 band op basis van de ferromagnetische legering minder is dan 0,05 g.mm is de aanraking van de band met de kop te sterk waardoor de loop van de band te moeilijk wordt en de afschuring van de bovenste deklaag en de hechting van de band aan de kop toeneemt, hetgeen ongewenst is. De stijfheid is bij voorkeur gelegen tussen 0,05 en 0,13 g.mm, meer in het bij-15 zonder tussen 0,06 en 0,11 g.mm.
Het is mogelijk in de beeldregistreerband met de ferromagnetische legering volgens de uitvinding een anorganisch pigment toe te voegen met een gemiddelde deeltjesgrootte van ten hoogste 0,7 ym en een Mohs-hardheid van ten minste 6. Een pigment met een Mohs-hardheid 20 van minder dan 6 heeft de neiging te leiden tot een fluctuatie van het af te geven signaal, samenklonteren of defect en geeft geen zuiverende werking. Verder is het met het oog op de elektromagnetische omzettings-output gewenst een anorganisch pigment te gebruiken met een gemiddelde deeltjesgrootte van ten hoogste 0,7 ym· Als anorganisch pigment kan bij-25 voorbeeld worden toegepast Ti02> SnO^, SiOg, ZrO^, FeSg, MgO, Cr^O^,
Al^O^, ^2^3* Fe^O^, ^e2^3’ ZrSiO^, Sb20^, K20, BeO, NiO, FeCrgO^,
MgTiOg, FeAlgO^, CaTiOg, MnOg, ZrSiO^ of ZnS.
De instelling van de stijfheid van de band met de ferromagnetische legering kan worden geregeld door (1) veranderen van de 30 dikte van de basisfilm, (2) toepassen van een basisfilm met een flexibiliteit (te weten een lage Young’s-modulus), (3) een combinatie voor de basisfilm van een stijf materiaal op een kant en een materiaal met een lage Young’s-modulus aan de andere kant, (4) veranderen van de sterkte van de ferromagnetische legering houdende magnetische laag, 35 (5) toepassing van een deklaag met een flexibiliteit of (6) het verkrijgen van een flexibele onderlaag onder de ferromagnetische legeringslaag en/of deklaag of het verwerken van een pigment om de ferromagnetische legering houdende laag en/of de deklaag te harden.
§501375 i s i -4- 24697/Vk/mvl \
Als basisfilm (niet-magnetisch basismateriaal) voor de beeld-registreerband met de ferromagnetische legering, kan een polyester, een polyetheentereftalaat, een aromatische polyester, een polycarbonaat, een aromatisch polyamide, een polysulfon, een polyimide, een diacetaat, 5 triacetaat, cellofaan, hard polyvinylchloride of polypropeen worden toegepast. Andere materialen die gewoonlijk worden gebruikt voor de basisfilm van dit type kunnen ook worden gebruikt.
Met betrekking tot de basismaterialen zoals boven aangegeven onder (1), (2) en (3) kan de stijfheid worden ingesteld door het kiezen 10 van de Young's-modulus en de dikte van de basisfilm en het basismateriaal voor de laminering.
De sterkte van de ferromagnetische legering houdende magnetische laag zoals vermeld onder punt (4) zoals boven aangegeven, kan worden gewijzigd door het kiezen van het bindmiddelmateriaal, de verhouding 15 magnetisch poeder tot bindmiddel en het type en de hoeveelheid pigment in de ferromagnetische legering houdende magnetische laag.
Het bovenvermelde punt (5) kan worden bereikt door de keuze van het materiaal voor de op te brengen deklaag.
Volgens het bovenvermelde punt (6) kan een door bestralen 20 hardbaar hars worden toegepast als tussenlaag en als fijn deeltjesvormig pigment kan men een anorganisch pigment gebruiken dat hetzelfde is als toegepast in de bovenvermelde magnetische laag die de ferromagnetische legering bevat of de daarna genoemde deklaag kan worden toegepast.
Verder wordt bij voorkeur een pigment gebruikt met een gemiddelde 25 deeltjesgroote van ten hoogste 500 2. Bij het gebruik van Si02 is een fijn deeltjesvormig pigment beschikbaar in de vorm van (1) een colloïdale oplossing van superfijne deeltjes van kiezelzuuranhydride (Snowtex, * merkaanduiding, een waterig systeem, een methanol houdende sol van . siliciumoxide en dergelijke, bereid door Nissan Chemical Industries, Ltd.), 30 of (2) superfijne deeltjesvormige watervrije siliciumoxide (Standard-produkt: 100 2),bereid door het verhitten van gezuiverd siliciumtetra-chloride (Aerosil, merkaanduiding, bereid door Nippon Aerosil Co., Ltd.). Verder is het mogelijk superfijne deeltjesvormige aluminiumoxide en titaanoxide te gebruiken die kan worden bereid door een dampfasemethode 35 op dezelfde wijze als aangegeven voor de bovenvermelde colloïdale oplossing van superfijne deeltjes (1) en het superfijne deeltjesvormige, watervrije siliciumoxide (2) evenals de bovenvermelde fijne deeltjes- 8501375 \ « λ -5- 24697/Vk/mvl vormige pigmenten. Wanneer methanol houdende SiO^ wordt gebruikt als ondergelegen laag, kan deze als zodanig worden toegepast.
De beeldregistrerende band met de ferromagnetische legering volgens de uitvinding kan worden voorzien van een aan te brengen dek-5 laag en in sommige gevallen kan deze worden voorzien van een bovenste deklaag.
Met betrekking tot de bekledingslaag bij de uitvoeringsvorm voor de vorming van de deklaag, die van een bedekkings-type is, kan de bekledingslaag een anorganisch pigment, een organisch bindmiddel, een 10 smeermiddel, een dispergeermiddel, een antistatisch middel en dergelijke bevatten.
Als anorganisch pigment kan worden genoemd 1) grafiet en roetdeeltjes met een elektrische geleidbaarheid en 2) anorganische vulmiddelen zoals Si02, TiO^, Al^O^, Cr^, SiC, CaO, CaCO^ , zinkoxide, 15 geothiet, a-Fe^, talk, kaoline, CaSO^, boriumnitride, graf iet fluoride, molybdeendisulfide en ZnS. De hoeveelheid van een dergelijk anorganisch pigment dat hierin kan worden verwerkt moet bij voorkeur variëren van 20 tot 200 gew.delen ten opzichte van 100 gew.delen bindmiddel bij het gebruik van een elektrisch geleidend pigment 1) en van 10 tot 300 gew.delen 20 bij het gebruik van een anorganisch vulmiddel 2). Wanneer de hoeveelheid anorganisch pigment te groot is, ontstaan er nadelen zoals het feit dat de deklaagfilm bros wordt en het aantal defecten toeneemt.
Als smeermiddel dat kan worden toegepast voor de deklaag volgens de uitvinding kan bijvoorbeeld siliconolie, fluor houdende olie, vetzuur, 25 vetzure ester, paraffine, vloeibare paraffine of een oppervlakte-actief middel worden toegepast als smeermiddel, dat gewoonlijk wordt toegepast voor de op te brengen deklaag van dit type. Het verdient echter met name de voorkeur een vetzuur en/of een vetzure ester te gebruiken.
„ Als vetzuur kan een vetzuur worden genoemd met ten minste 30 12 koolstof atomen {RC00H, waarbij R een alkylgroep is met ten minste 11 koolstof atomen) zoals caprylzuur, caprinezuur, laurinezuur, myristine-zuur, palmitinezuur, stearinezuur, beheenzuur, oliezuur, elaïdinezuur, linolzuur, linoleenzuur, stearolzuur. Als vetzure ester kan een vetzure ester worden gebruikt van een éénwaardig vetzuur met 12 tot 16 koolstof-35 atomen met een éénwaardige alcohol met 3 tot 12 koolstof atomen of als vetzure ester van een éénwaardig vetzuur met ten minste 17 koolstofatomen met een éénwaardige alcohol met koolstofatomen in een totaal van 21 tot 23, 8501375
j , V
-6- 24697/Vk/ravl » met inbegrip van het aantal koolstofatomen van het vetzuur. Verder kunnen ook metallische zepen van de bovenvermelde alifatische zuren met alkali-metalen of aardalkalimetalen en lecithine worden toegepast.
Als silicon kan een met vetzuur gemodificeerd silicon of een 5 gedeeltelijk gefluoreerd silicon worden toegepast. Als alcohol kan een hogere alcohol worden gebruikt. Als fluor houdende olie kan men die oliesoorten gebruiken, die zijn bereid door elektrolytische substitutie, telomerisatie of oligomerisatie.
Van de smeermiddelen kunnen met name smeermiddelen die gehard 10 zijn door bestralen worden toegepast ter voorkoming van de overdracht van de ruwheid van de achterzijde van de dunne ferromagnetische laag of het ontstaan van defecten of ter vermindering van het verschil in het af te geven signaal tussen de buitenzijde en de binnenzijde van de rol of een gewalste band en ter verkrijging van de mogelijkheid van de 15 produktie on-line. Dergelijke door bestralen hardbare smeermiddelen omvatten verbindingen die in de molekulen van de molekulaire keten smerende eigenschappen hebben en acrylzure dubbele bindingen zoals acrylaten, raethacrylaten, vinylacetaten, acrylzuuramideverbindingen,· vinylalcoholesters, methylvinylalcoholesters, allylalcoholesters en 20 glyceriden. Deze smeermiddelen kunnen worden weergegeven door de volgende struktuurformules: j 3 CH2=CHC00R, CH2=C-C00R, CH2=CH-CH2C00R, CH2=CHC0NHCH20C0R,
CH-l J
CH_0C0CHsCHP, RCOOCHsCH,, RC00C=CH„ en RCOOCH^-CHrCH..
25 | d d d d d d
CH0C0R
CH20C0R
In de bovenvermelde formules is er een rechte of vertakte keten, verzadigde of onverzadigde koolwaterstofgroep met ten minste 30 7 koolstofatomen, bij voorkeur 12 tot 23 koolstofatomen, die kunnen zijn gesubstitueerd met fluor. Als gefluoreerde substituenten kunnen worden genoemd CnF2n+1 ^CH2^m~ ^waarbi0 m = 1“5),
R
ε/2η+1302“*2®2-' CnF2n+1®2^®CH2CH2-- ^n-!0—<θ)—C00™2CH2-35
De bij voorkeur toe te passen specifieke voorbeelden van dergelijke door bestralen hardbare smeermiddelen omvatten stearinezuur- 8501375 ' ύ Λ -7- 24697/Vk/mvl methacrylaat of acrylaat, methacrylaat of acrylaat van stearylalcohol, raethacrylaat of acrylaat van glycerol, methacrylaat of acrylaat van glycol en methacrylaat of acrylaat van silicon.
Indien geen smeermiddel wordt toegepast, zal de deklaag een 5 hogere wrijvingscoëfficient hebben, waardoor de flikkering van het beeld of schitteringen vaak kunnen optreden. Verder geldt omdat de wrijvingscoëfficient met name hoog is bij het lopen van de band bij hoge temperatuur, het afschuren van de deklaag makkelijk kan ontstaan en het opwinden van de band onregelmatig kan zijn.
10 Als organisch bindmiddel dat wordt toegepast voor de deklaag volgens de onderhavige uitvinding, kan men thermoplastische harsen, thermohardende harsen of reactieve harsen of mengsels hiervan gebruiken die gewoonlijk worden gebruikt voor de magnetische registreermedia. Met het oog echter op de sterkte van de gevormde deklaag wordt bij voorkeur 15 een hars van het hardbare type, met name door bestralen hardbaar hars toegepast.
Als thermoplastisch hars kan men een hars gebruiken met een verwekingspunt van ten hoogste 150 °C, een gemiddeld molekuulgewicht van 10.000 tot 200.000 en een polymerisatiegraad van ongeveer 200 tot 2.000.
20 Hiertoe kan bijvoorbeeld een vinylchloride-vinylacetaat-copolymeer (met inbegrip van een polymeer dat een carbonzuur bevat), een vinyl-chloride-vinylacetaat-vinylalcohol-copolymeer (met inbegrip van een polymeer met een carbonzuur), een vinylchloride-vinylideenchloride-copolymeer, een vinylchloride-acrylonitrile-copolymeer, een acrylaat-25 acrylonitrile-copolymeer, een acrylaat-vinylideenchloride-copolymeer, een acrylaat-styreen-copolymeer, een methacrylaat-acrylonitrile-copolymeer, een methacrylaat-vinylideenchloride-copolymeer, een methacrylaat-styreen-copolymeer, een urethanelastomeer, een Nylon-siliconhars, een nitrocellulose-polyaraidehars, een polyvinylfluoride, een vinylideen-30 chloride-acrylonitrile-copolymeer, een butadieen-acrylonitrile-copolymeer, een polyamidehars, een polyvinylbutyral, een cellulosederivaat (zoals cellulose-acetaat, cellulosediacetaat, cellulosetriacetaat, cellulose-propionaat of nitrocellulose), een styreen-butadieen-copolymeer, een polyesterhars, een chloorvinylether-acrylaat-copolymeer, een aminohars, 35 een synthetische rubber-type thermoplastisch hars of een mengsel hiervan worden toegepast.
Als thermohardend hars of reactief hars kan een hars worden 850 1 375 -8- 24697/Vk/mvl * x i gebruikt zoals een hars met een molekuulgewicht van ten hoogste 200.000 in de toestand van een deklaag houdende oplossing en die,wanneer verwarmd, na te zijn aangebracht en gedroogd, een condensatie of additiereactie kan ondergaan, zodat het een onbeperkt molekuulgewicht heeft. Van deze 5 harsen verdienen de voorkeur de harsen die niet zacht worden of smelten tenzij ze thermisch ontleden. Met name kunnen bijvoorbeeld worden genoemd een fenolhars, een epoxyhars, een polyurethan-thermohardend hars, een ureum houdend hars, een melaminehars, een alkydhars, een siliconhars, een acrylzuur reactief hars, een epoxy-polyamidehars, een nitrocellulose-10 melaminehars, een mengsel van een hoog molekulair polyesterhars met een isocyanaat-prepolymeer, een mengsel van methacrylaat-copolymeer met een diisocyanaat-prepolymeer, een mengsel van een polyesterpolyol met een polyisocyanaat, een ureumformaldehydehars, een mengsel van een laag molekulair glycol/een hoog molekulair diol/trifenylmethaantriisocyanaat, 15 een polyaminehars of een mengsel hiervan.
Met name de voorkeur verdient een thermohardend hars dat een combinatie is van een cellulosehars (zoals nitrocellulose), een vinyl-chloride-vinylacetaat-vinylalcohol-copölymeer. en urethan (waarbij een hardingsmiddel wordt toegepast) of een door bestralen hardhaar hars dat 20 is samengesteld uit een vinylchloride-vinylacetaat-vinylalcohol-copolymeer (met inbegrip van een hars dat een carbonzuur bevat) of een met acrylzuur gemodificeerd vinylchloride-vinylacetaat-vinylalcohol-copolymeer (met inbegrip van het hars dat een carbonzuur bevat) en een urethanacrylaat.
Als door bestralen hardhaar hars kan verder naast de bovenvermelde 25 bij voorkeur toegepaste combinatie een thermoplastisch hars worden toegepast dat in het molekuul bevat of is samengesteld met door bestralen hardbare of polymeriseerbare groepen zoals acrylzure dubbele bindingen van acrylzuur, methacrylzuur of de esterverbindingen hiervan die onverzadigde dubbele bindingen bevatten met radikaal-polymeriseerbare allyl-30 type dubbele bindingen zoals diallylftalaat of onverzadigde bindingen van bijvoorbeeld maleïnezuur of een maleïnezuurderivaat. Als andere geschikte bindmiddelcomponenten kunnen worden genoemd acrylzuur, methacrylzuur en acrylamide als monomeren. Een bindmiddel dat dubbele bindingen bevat kan ook worden verkregen door het modificeren van diverse polyesters, 35 polyolen, polyurethanen of dergelijke met een verbinding met een acrylzure dubbele binding. Verder is het ook mogelijk polymeren te verkrijgen met diverse molekuulgewichten door het hierin verwerken van een meerwaardige 8501375 .* i.
-9- 24697/Vk/mvl alcohol en een meerwaardig carbonzuur afhankelijk van het feit of dit is vereist. De bovenvermelde specifieke voorbeelden zijn slechts een deel van de geschikte, voor bestralen gevoelige polymeren en ze kunnen worden toegepast in combinatie als mengsel. Met name de voorkeur is een combina-5 tie bestaande uit: (a) een plastische verbinding met een molekuulgewicht van 5.000 tot 100.000 en die ten minste twee voor bestralen gevoelige hard-bare onverzadigde dubbele bindingen bevat, (b) een rubberachtige verbinding met een molekuulgewicht van 10 3.000 tot 100.000 en die ten minste één, door bestralen hardbare onver zadigde dubbele binding bevat of een dergelijke dubbele binding niet bevat en (c) een verbinding met een molekuulgewicht van 200 tot 3.000 en die ten minste één, voor bestralen hardbare onverzadigde dubbele 15 binding bevat in een hoeveelheid van 20 tot 70 gew.% van de verbinding (a), van 20 tot 80 gew.% van de verbinding (b) en van 10 tot 40 gew.% verbinding (c).
De molekuulgewichten van de polymeren en oligomeren van de bovenvermelde verbindingen (a), (b) en (c) zijn getalgemiddelde 20 molekuulgewichten, verkregen door de volgende meetmethode.
Meting van een gemiddeld molekuulgewicht van een bindmiddel door GPC.
GPC (gelpermeatiechromatografie) is een methode voor het scheiden van molekulen in een te onderzoeken monster, afhankelijk van 25 de grootte in een mobiele fase, waarbij een poreus gel werkend als molekulaire zeef, wordt aangebracht in een kolom waarin de vloeistof-chromatografie wordt uitgevoerd. Voor de berekening van een gemiddeld molekuulgewicht wordt een polystyreen met een bekend molekuulgewicht gebruikt^als standaard en een ijkcurve wordt samengesteld, gebaseerd 30 op de elueertijd. Een gemiddeld molekuulgewicht berekend als polystyreen wordt daarbij verkregen, ZNiMi
““ 'TNT
35 waarbij Mn een getalgemiddeld molekuulgewicht is en Ni een aantal molekulen is met een molekuulgewicht van Mi in een bepaalde polymere stof.
8501375 -10- 24697/Vk/mvl
J V V
Bij de bereiding van het magnetische registreermedium volgens de uitvinding is het gebruikelijk dat wanneer het organisch bindmiddel van een thermohardend type is dat tijdens de bereiding het smeermiddel in de deklaag leidt tot de overdracht tot de magnetische dunne film, 5 waardoor het ongewenste verschijnsel zoals veroorzaakt door het onregelmatig lopen, het defect aan produkt zal afnemen of het beeld zal verdwijnen of het niveau van de wrijving dat nog te hoog is, of door de overdracht van de ruwheid van de achterzijde,de ferromagnetische legering houdende magnetische laag zal worden vernietigd. Ten einde dergelijke ongewenste 10 verschijnselen te voorkomen, is het van belang om eerst een bovenste deklaag aan te brengen. In veel gevallen is de aanbrenging van een dergelijke laag echter nadelig met het oog op de bewerking. Bij het gebruik van een thermohardend hars zal er verder een probleem zijn dat de elektromagnetische omzettingskarakteristieken verschillen zoals tussen 15 de binnenzijde en de buitenzijde van de grote wals tijdens het verloop van de thermoharding door de overdracht van het patroon aan de achterzijde van het oppervlak aan de achterkant, veroorzaakt door het aantrekken van de winding .van de grote rol op het tijdstip van de thermoharding.
Terwijl bij een door bestralen hardhaar hars een continue 20 harding mogelijk is en er geen overdracht plaatsheeft van de ruwheid van de achterzijde naar de magnetische laag, kan het defect zijn van produkten worden voorkomen. Verder kan de harding door bestralen on-line worden uitgevoerd, hetgeen leidt tot een energiebesparing en tot besparing van mankracht voor de produktie, hetgeen op zijn beurt resulteert in een 25 verlaging van de kosten. Met het oog op de eigenschappen is het niet alleen mogelijk defecten bij produkten te voorkomen door het strak aantrekken van de winding tijdens de harding door verwarmen, maar het is ook mogelijk het verschil in het af te geven signaal in de longitudinale richting^van de magnetische band te voorkomen, hetgeen zou kunnen worden 30 toegeschreven aan het drukverschil van de respectieve delen in de richting van de straal van de opgerolde band.
Verder kan volgens de uitvinding een hars zonder oplosmiddel binnen een korte tijdsduur worden gehard, waarbij geen oplosmiddel is vereist. Zodoende kan een dergelijk hars ook worden toegepast voor de 35 achterkant van de deklaag.
Het hardingsmiddel dat wordt toegepast voor het thermohardende hars, kan een willekeurig hardingsmiddel zijn dat gewoonlijk wordt toege- 8501375 ' ί -11- 24697/Vk/mvl past voor thermohardende harsen van dit type. In het bijzonder wordt een isocyanaat-type hardingsmiddel bij voorkeur toegepast. In dit kader kan worden genoemd FCryspon 4565 en 4560, bereid door Dai-Nippon Ink & Chemicals Co., Colonate L, bereid door Nippon Polyurethane Industry Co.
5 en Takenate XL-1007, bereid door Takeda Chemical Industries, Ltd.
Als dispergeermiddel kan een organische titaanverbinding als koppelingsmiddel worden toegepast, een silaan houdend koppelingsmiddel of een oppervlakte-actief middel. Als antistatisch middel kunnen diverse oppervlakte-actieve middelen worden gebruikt. Verder kunnen ook gebruike-10 lijke toevoegstoffen zoals roet in de laag worden verwerkt.
De hoeveelheden van de bovenvermelde toevoegstoffen kunnen variëren van 15 tot 50 gew.delen hardingsmiddel, 1 tot 10 gew.delen smeermiddel en 1 tot 10 gew.delen antistatisch middel zoals een dispergeermiddel of oppervlakte-actief middel met betrekking tot 100 gew.delen 15 bindmiddel.
De dikte van de deklaag aan de achterzijde volgens de onderhavige uitvinding is gewoonlijk gelegen binnen 0,3 tot 10 ym na te zijn aangebracht en gedroogd. Wanneer het oppervlakte-actief middel of het organische bindmiddel in de deklaag aan de achterzijde (of de aan de 20 bovenkant gelegen deklaag in sommige gevallen) een stof is die door bestralen kan worden gehard, zoals door actieve energiestralen die kunnen worden gebruikt voor de verknoping hiervan, kan men elektronenstralen toepassen die worden ontwikkeld uit een deeltjesversneller als bron voor go de bestraling zoals γ-stralen ontwikkeld uit Co als stralingsbron, 90 25 β-stralen ontwikkeld uit Sr als stralingsbron of Rö-stralen, ontwikkeld uit een Rö-straalgenerator als stralingsbron, of ultraviolette stralen.
Met het oog op de makkelijke regeling van de absorptiedosis, de inpassing in de produktielijn of de afscherming van de geïoniseerde straling, is het van bijzonder voordeel een stralingssysteem te gebruiken 30 verkregen via een versneller als bron voor de bestraling.
Ten aanzien van de karakteristieken van de bestraling die wordt toegepast voor het harden van de laag aan de achterzijde of de ondersteunende laag (en de deklaag aan de bovenzijde), verdient het de voorkeur, met het oog op de binnendringende kracht, te bestralen door 35 middel van een versneller met een versnellingsspanning van 100 tot 700 KV, of bij voorkeur van 150 tot 300 KV bij een absorptiedosis in het gebied van 0,5 tot 20 Mrad.
8 5 f 1 3 7 S
J .. * -12- 24697/Vk/mvl
Voor de harding door de bestraling zoals eerder aangegeven, wordt bij voorkeur een versneller met een lage dosering (een elektron-afschermsysteem), vervaardigd door Energy Science Co., U.S.A.), bij voorkeur toegepast met het oog op de makkelijke inbrenging in de 5 produktielijn voor het aanbrengen van de deklaag op de band en de afscherming van de secundaire Rö-stralen binnen de versneller.
Het zal duidelijk zijn dat het ook mogelijk een Van de Graaff-type versneller toe te passen die tot nu toe op ruime schaal is toegepast als versneller voor de bestraling.
10 Verder is het bij de verknoping door bestraling van belang de ondersteunende laag te bestralen (en de aan de bovenkant aangebrachte deklaag) met stralen in een inerte gasstroom zoals stikstof (N^J-gas, helium (He)-gas en dergelijke. Het. is zeer zeker nadelig de bestraling uit te voeren in lucht omdat 03 en dergelijke, ontwikkeld door de 15 bestraling voor de verknoping van de bindniiddelcomponenten, ertoe bijdraagt dat de radikalen die ontwikkeld worden in het polymeer de beoogde werking hebben met betrekking tot de verknopingsreactie.
Het is daarom van belang de atmosfeer in dat gedeelte waar de actieve energiestralen worden ontwikkeld, te handhaven op een inerte 20 gasatmosfeer zoals N2, He of C02, met de zuurstofconcentratie die zo laag raogelijk is, te weten maximaal 5%.
Ten aanzien van de bovenste deklaag is het mogelijk de harding te bewerkstelligen met behulp van ultraviolette stralen door het in de laag verwerken van een gevoelig makend middel voor de fotopolymerisatie.
25 Anderzijds is de magnetische laag volgens de uitvinding ver vaardigd uit een ferromagnetische legering. Als legering kan worden* genoemd een magnetische legering zoals Fe-Co, Fe-Ni, Co-Ni, Fe-Rh, Fe-Cu, . Fe-Au, Co-Cu, Co-Au, Co-Y, Co-La, Co-Pr, Co-Gd, Co-Sm, Co-Pt, Ni-Cu, Fe-Co-Ndt Μη-Bi, Mn-Sb, Μη-Al, Fe-Co-Cr of Co-Ni-Cr.
30 Tot nu toe wordt in het algemeen een ferromagnetisch poeder, bijvoorbeeld y-Fe^Oy Co-houdend y-Fe203> Fe.^, Co-houdend Fe^ of Cr02 toegepast. De karakteristieken zoals de coërcitiefkracht en de maximale resterende magnetische fluxdichtheid van dergelijke ferromagnetische poeders zijn echter onvoldoende voor een registratie met een 35 hoge gevoeligheid en hoge dichtheid en deze zijn niet geschikt om te worden toegepast voor de magnetische registratie van een signaal met een korte registreergolflengte bij een niveau van ten hoogste ongeveer 1 pm of voor het magnetisch registreren met een smalle spoorbreedte.
I50U7I
* V
-13- 24697/Vk/mvl
Omdat de eisen voor de magnetische registreermedia streng zijn geworden, zijn er ontwikkelingen geweest ten aanzien van voorstellen voor ferromagnetische poeders met karakteristieken die geschikt zijn voor een registratie met een hoge dichtheid. Dergelijke ferromagnetische 5 poeders omvatten metalen of legeringen zoals Fe, Co, Fe-Co, Fe-Co-Ni of Co-Ni en legeringen hiervan met Al, Cr of Si. Voor de registratie met een hoge dichtheid is een magnetische registreerlaag waarbij een dergelijk legeringspoeder wordt gebruikt, vereist, waarbij dit een hoge coërcitiefkracht heeft en een hoge resterende magnetische fluxdichtheid.
10 Daarom is het gewenst dat diverse methoden voor de produktie of legering-samenstellingen worden gekozen zodat aan deze eisen wordt voldaan.
De onderhavige uitvinders hebben magnetische registreermedia bereid onder toepassing van diverse poedervormige legeringen en daarbij is gebleken dat een magnetisch registreermedium met een ruisniveau dat 15 voldoende laag is en geschikt voor een hoge registratie van korte golven, wordt verkregen wanneer het specifiek oppervlak, gemeten volgens de 2 BET-methode ten minste 48 m /g is, de coërcitiefkracht van de magnetische laag ten minste 1000 0e i? en de oppervlakteruwheid van de magnetische laag ten hoogste 0,08 pm is, berekend als een I^-waarde (een gemiddelde 20 waarde van 20 waarnemingen), met een afsnijding van 0,17 mm volgens de
Talystep-methode. Wanneer een dergelijke magnetische laag wordt toegepast voor het magnetisch registreermedium voor de beeldregistratie volgens de onderhavige uitvinding, kan het loslaatverschijnsel (het loskomen van de bandwikkeling wanneer de band plotseling wordt gestopt), defect 25 produkt en de wrijving worden verlaagd. Verder bestaat de trend dat de basis voor de magnetische band een kunststoffilm is, vervaardigd uit bijvoorbeeld polyethyleentereftalaat, polyethyleennaftalaat, polyimide of polyamide met een dikte, die zo dun mogelijk is, te weten 11 pm of minder en zodoende is er een toenemende neiging voor het sterker vast-30 wikkelen van de bandwinding, hetgeen leidt tot een overdracht van de oppervlakteruwheid van de deklaag aan de achterzijde naar de magnetische laag en een daarvan het gevolg zijnde daling in het af te geven signaal. Dergelijke nadelen worden ook overwonnen door de bovenvermelde combinatie van de magnetische registreerlaag en de ondersteunende deklaag volgens 35 de onderhavige uitvinding. Verder is het aannemelijk dat wanneer een ferro-magnetisch metaal wordt gebruikt als hoofdcomponent van het ferroraagne-tische materiaal, dan de elektrische weerstand van de laag,hoog is en zo- 850U73 -14- 24697/Vk/mvl
* v V
doende defecten in de banden ontstaan waardoor het noodzakelijk is een bepaalde antistatische maatregel te nemen. Een dergelijk probleem kan echter worden opgelost door het toepassen van een samenstelling volgens de onderhavige uitvinding.
5 Het bij voorkeur toegepaste gebied van de coërcitiefkracht van de bovenvermelde magnetische registreerlaag varieert van 1000 tot 2000 0e. Indien de coërcitiefkracht boven dit gebied ligt, heeft de magnetische kop de neiging te worden verzadigd op het tijdstip van registratie of het wordt moeilijk de magnetisatie uit te wissen. In het algemeen geldt dat 10 hoe hoger het specifieke oppervlak is van het magnetische poeder, hoe sterker de S/N-verhouding zal worden verbeterd. Indien echter het specifieke oppervlak te hoog is, heeft de dispergeerbaarheid van het magnetische poeder in het bindmiddel de neiging zwak te zijn of kan de effectiviteit worden verzadigd. Anderzijds beïnvloedt de oppervlakteruwheid van de 15 magnetische registreerlaag de gevoeligheid bij de registratie. Indien de oppervlakteruwheid laag is, zal de gevoeligheid voor de registratie van korte golven toenemen.
Een ferromagnetische legering die voldoet aan de bovenvermelde karakteristieken kan worden gebruikt in de vorm van een fijn poeder van 20 Co, Fe-Co, Fe-rCo-Ni of Co-Ni of een dergelijk fijn poeder gemengd met Cr, Al of Si. Het is mogelijk dat een fijn poeder verkregen door een natte reductie van een metaalzout met een reductiemiddel zoals BH^, een fijn poeder geeft, verkregen door het aanbrengen van een deklaag op het oppervlak van ijzeroxide met een Si-verbinding en de droge reductie van 25 het produkt in H2-gas of een fijn poeder verkregen door het verdampen van een legering in argonatmosfeer onder verlaagde druk en het heeft een axiale verhouding van 1:5 tot 1:10 en een resterende magnetische fluxdichtheid Br van 2.000 tot 3.000 Gauss en voldoet aan de bovenvermelde eisen voor de coërcitiefkracht en het specifiek oppervlak. Er kunnen 30 diverse bindmiddelen worden toegepast in combinatie met het magnetische legeringspoeder ter bereiding van magnetische deklaagsamenstellingen»
Het verdient gewoonlijk de voorkeur een thermohardend harsvormig bindmiddel te gebruiken of een door stralen hardhaar bindmiddel. Als andere toevoegstoffen kunnen een dispergeermiddel, een smeermiddel of aan anti-35 statisch middel worden toegepast volgens een conventionele methode. Omdat er een probleem is ten aanzien van de dispergeerbaarheid vanwege het gebruik van het magnetische poeder met een BET-specifiek oppervlak van 8501375 ' * 2 -15- 24697/Vk/mvl ten minste 48 m /g, is het aan te bevelen een oppervlakte-actief middel, een organisch titaan houdend koppelingsmiddel of een silaan houdend koppelingsmiddel als dispergeermiddel te gebruiken. Als bindmiddel kan een bindmiddel worden toegepast dat een vinylchloride-vinylacetaat-vinyl-5 alcohol-copolymeer, een polyurethan-prepolymeer en een polyisocyanaat bevat, welk bindmiddel verder nitrocellulose, andere bekende thermo-hardende bindmiddelen of een door bestralen hardhaar bindmiddel bevat met harsgroepen zoals acrylzure dubbele bindingen of maleinezure dubbele bindingen die gevoelig zijn voor ioniserende energie.
10 Volgens een gebruikelijke methode wordt het magnetische legeringspoeder gemengd met het bindmiddel en een te voren bepaald oplosmiddel en diverse toevoegstoffen ter bereiding van een magnetisch deklaag-materiaal. Het deklaagmateriaal wordt daarna aangebracht op een substraat zoals een polyester-basisfilm en daarna onderworpen aan thermoharding of 15 harding door bestraling ter vorming van een magnetische laag en verder aan een calandeerbewerking.
Zoals boven aangegeven wordt voor de deklaag aan de achterzijde, waarbij een door bestralen hardhaar bindmiddel wordt toegepast, een continue harding mogelijk voor de werkwijze en heeft er geen over-20 dracht plaats van de ruwheid van de achterzijde naar de magnetische laag* zoals normaal optreedt, waardoor defecten kunnen worden voorkomen. Verder kan de harding door bestralen on-line worden uitgevoerd, zodat energie kan worden bespaard evenals mankracht bij de produktie, hetgeen op zijn beurt weer leidt tot een vermindering van de kosten. Ten 25 aanzien van de eigenschappen is het raogelijk dat niet alleen defecten in de band worden voorkomen door de te dichte wikkeling tijdens het harden door verwarmen, maar ook wordt het verschil voorkomen met betrekking tot de afvoer in de longitudinale richting van de magnetische band, hetgeen is toe te schrijven aan het drukverschil van de respectieve delen in de 30 richting van de straal van de opgerolde band. Wanneer de dikte van de basis laag is, te weten 11 pm of minder en de oppervlaktehardheid van de magnetische laag is laag, omdat de hardheid van het magnetisch poeder lager is dan van magnetisch oxide zoals γ-Fe^Qy wordt het magnetisch registreermedium onderhevig aan de invloed van het opwinden van de band-35 wikkeling. Door het gebruik van de door bestralen geharde magnetische laag en de deklaag aan de achterzijde, kan dit nadelige effekt echter worden vermeden en het verschil in output tussen dè buitenkant en de 8501375 -16- 24697/Vk/mvl binnenkant van de gewikkelde tape of het verschil ten aanzien van defecten kunnen worden opgeheven. Zodoende verdient het met name de voorkeur een door bestralen hardhaar bindmiddel te gebruiken voor de magnetische laag en de deklaag aan de achterzijde.
5 Zoals boven aangegeven ligt de stijfheid van de totale beeld- registrerende band op basis van de ferromagnetische legering binnen een specifiek gebied, waardoor het mogelijk wordt de fluctuatie van de output te minimaliseren evenals de samenklontering en defecten in de band en om de tekortkomingen bij het lopen te vermijden evenals de 10 afschuring van de bovenste deklaag en de hechting van de band aan de kop.
De ferromagnetische legering houdende band kan als magnetisch registreermedium volgens de uitvinding in eerste instantie worden gebruikt als videoband.
15 Een ferromagnetische legeringsband volgens de uitvinding met een stijfheid binnen een bepaald gebied, is een band met een goede werking, voortreffelijke elektromagnetische omzettingskarakteristieken en fysische eigenschappen en is het meest geschikt als videocassetteband, die een opmerkelijke technische vooruitgang vertoont en maakt een 20 expansie van de markt zoals opgetreden in de laatste jaren mogelijk en is geschikt voor 8 mm videocassettebanden, waarvan het te verwachten is dat deze op korte termijn in de handel zullen komen.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de volgende voorbeelden, die echter niet als beperkend moeten worden 25 opgevat.
Voorbeeld I
(1) De vorming van magnetische lagen.
Diverse legeringspoeders werden bereid door een natte- reductiemethode. Deze poeders werden samengesteld uit naaldvormige 30 deeltjes met een axiale verhouding (korte· as/lange as) van 1/5 tot 1/10 en met een resterende magnetische fluxdichtheid van 2.000 tot 3.000 Gauss, een coërcitiefkracht van 1.000 tot 2.000 Oe en een specifiek oppervlak 2 van 45 tot 70 m /g, gemeten volgens de BET-methode. Deze magnetische poeders werden in de volgende hoeveelheden gemengd op een gebruikelijke 35 wijze ter verkrijging van de respectieve magnetische lagen.
8501375 * ' * -17- 24697/Vk/mvl
Magnetische lssg_1_Uherm°hardend_type]_ gew. delen
Fe-Co-Ni legeringspoeder (Hc = 1200 0e, lange as: 0,4 pm, korte as: 0,05 ym, BET specifiek oppervlak: 100 5 52 m2/g) ai2o3 (0,3 ym) io vinylchloride-vinylacetaat-vinylalcoholcopolymeer IQ (VAGH, bereid door UCC, U.S.A.) polyurethanprepolymeer (Desmocol 22, bereid door
Bayer AG) 10 raethylethylketon/tolueen (1/1) 250 myristine2uur 2 sorbitanstearaat 2 ___; _ 20
Aan dit mengsel werden 30 gew.delen polyisocyanaat (Desmodule L, bereid door Bayer AG) toegevoegd ter verkrijging van een magnetische deklaagsamenstelling. De magnetische deklaagsamenstelling werd aangebracht op een polyesterfilm in een dikte van 3,5 ym en daarna onderworpen 25 aan een calendeerbehandeling.
Magnetische laag 2 (door stralen hardhaar type)
Hetzelfde magnetische legeringspoeder en de basis zoals toegepast voor de eerste magnetische laag werden gebruikt. Het volgende mengsel werd aangebracht op een polyesterfilm in een dikte van 3,5 ym en onder-30 worpen aan een harding door elektronstralen en de calendeerbehandeling.
8501375 *k - * -18- 24697/Vk/mvl gew.delen
Fe-Co-Ni legeringspoeder 100 5 Cr2°3 (0,7 yra) 5 vinylchloride-vinylacetaat-vinylalcoholcopolymeer (VAGH, bereid door ÜCC, U.S.A.) 15 10 polyvinylbutyralhars 10 acrylzure dubbele binding-geïntroduceerde urethan 10 methylethylketon/tolueen (50/50) 250 15 -- (2) De vorming van deklagen ter ondersteuning (achterzijde). Ondersteunende deklaag 1 (thermohardend type).
Het volgende mengsel werd goed gemengd en opgelost.
2Q gew.delen zinksulfide (80 npn) 200 hardingsmiddel: Colonate L 20 pc J smeermiddel: stearinezuur-gemodificeerd silicon U, butylstearaat 2 nitrocellulose A0 30 vinylchloride-vinylacetaat-vinylalcoholcopolymeer (S-lec A bereid door Sekisui Plastics Co., Ltd) polyurethanelastomeer (Essen 5703, bereid door ^ B.F. Goodrich Co.) oplosmiddelmengsel (MIBK/tolueen) 250 8501375 -19- 24697/Vk/mvl
Het aldus bereide deklaagmateriaal werd aangebracht op een polyesterfilm met een dikte van 15 ym en het oplosmiddel werd afgedampt met behulp van een infraroodlamp of met warme lucht. Daarna werd de opgebrachte film onderworpen aan een gelijkmatig makende oppervlakte- 5 behandeling en in opgerolde toestand gehouden in een oven,gehouden op een temperatuur van 80 °C gedurende 48 uren om de verknopingsreactie door het isocyanaat te bevorderen.
Ondersteunende deklaag 2 (van het door bestralen . .
_hardbare type)_ egw-delen 10 zinksulfide (50 mym) 30 roet 25 acrylonitrile-gemodificeerd vinylchloride-vinylacetaat- 40 15 vinylalcoholcopolymeer met een molekuulgewicht van 30.000 acrylonitrile-gemodificeerd polyurethanelastomeer met een 40 molekuulgewicht van 20.000 20 polyfunktioneel acrylaat met een molekuulgewicht van 1000 20 stearinezuur 4 butylstearaat 2 25 ------------------------------------------------------------------------- oplosmiddelmengsel (MIBK/tolueen) 250
Het mengsel met de bovenvermelde samenstelling werd gedispergeerd in een kogelmolen gedurende 5 uren en het gedispergeerde mengsel werd 30 aangebracht op de achterzijde van de polyesterfilm waarop een magneet-laag reeds was gevormd op een zodanige wijze dat de dikte van de deklaag na drogen 1,5 ym is. Daarna werd de ondersteunende laag bestraald met elektronenstralen in stikstof (N2) door middel van een elektron-afscherraingstype elektronenstraalversneller bij een versnellingsspanning 35 van 150 KeV bij een elektrodestroom van 10 mA en bij een absorptie-dosering van 5 Mrad.
8501375 J ψ * -20- 24697/Vk/mvl ondersteunende deklaag 3 gew.delen
CaCO^ (80 mum) 50 c acrylonitrile-gemodificeerd vinylchloride-vinylacetaat- 30 vinylalcoholcopolymeer met een molekuulgewicht van 30.000 acrylonitrile-gemodificeerd polyurethanelastomeer met een molekuulgewicht van 50.000 ^ 10 acrylonitrile-gemodificeerd fenoxyhars met een molekuul- 20 gewicht van 35-000 polyfunktioneel acrylaat met een molekuulgewicht van 500 20 15 / stearinezuur 4 oplosmiddel (MEK/tolueen =1/1) 300 20
Het bovenvermelde mengsel werd behandeld en aangebracht op dezelfde wijze als boven is aangegeven.
In een legering bevattende band zijn zelfs kleine defecten problematisch en zodoende is het van groot belang dat de deklaag taai is 25 * en vrij van afgeschuurd materiaal en de defecten minimaal zijn.
De oppervlakteruwheid van de videoband bij de combinatie van de bovenvermelde magnetische laag 2 en de ondersteunende laag 2 werd onderzocht.
30 In fig. 1 is de S/N-verhouding (relatieve waarde) aangegeven wanneer de videoband werd aangedreven met een snelheid van 3,8 m/seconde en de registratie en reproduktie werd uitgevoerd bij een hoofdfrequentie van 5 MHz. De getallen die zijn vermeld bij de krommen geven de oppervlakteruwheid aan van de magnetische lagen. Het zal duidelijk zijn 35 uit fig. 1 dat de S/N-verhouding op een hoog niveau kan worden gehandhaafd wanneer de oppervlakteruwheid van de magnetische laag ten hoogste 0,08 pm is en de oppervlakteruwheid van de ondersteunende deklaag ten 8501375 * * -21- 24697/Vk/mvl hoogste 0,6 ym is. Hetzelfde geldt voor andere combinaties. Wanneer het anorganische pigment een deeltjesgroote heeft boven 0,7 ym is er een ongewenste vermindering van de oppervlakteruwheid van de ondersteunende » deklaag.
5 Ten aanzien van de bovenvermelde videoband is de verhouding tussen het BET-specifiek oppervlak van het legeringspoeder en de S/N-verhouding binnen het gebied waarbij de oppervlakteruwheid van de magnetische laag ten hoogste 0,08 ym is en de oppervlakteruwheid van de ondersteunende deklaag 0,05 tot 0,6 ym bedraagt, onderzocht, waarbij de 10 resultaten zoals aangegeven in fig. 2 zijn verkregen. Daarbij werd 55 dB als referentie gebruikt. Het is duidelijk uit fig. 2 dat voortreffelijke karakteristieken worden verkregen wanneer de BET-waarde ten minste 2 48 m /g bedraagt. Hetzelfde geldt voor de andere combinatie. Verder zullen voorbeelden worden gegeven voor het instellen van de stijfheid 15 van de ferromagnetische legering houdende beelregistreerband volgens de uitvinding.
1. Instelling van de stijfheid door het veranderen van de dikte , van de basisfilm.
In de ferromagnetische legeringsband 1 kan de stijfheid 20 worden ingesteld door het veranderen van de dikte van de basisfilm van 2 gerekte polyester (Young*s-modulus 800 kg/mm ) met een magnetische laag van 2 ym. De dikte van de basisfilm van de gerekte polyester voor de ferromagnetische legering als magnetische laag in de combinatie van de ferromagnetische legering voor de magnetische laag 1 en de ondersteunende 25 laag 2 werd gewijzigd tot 11 - 10,5 - 10 - 9,5 - 7- 6- 4 en 3 ym, waardoor de stijfheid veranderde zoals weergegeven in fig. 3.
Verder zijn de karakteristieken van de magnetische banden weergegeven in de tabel.
8501375 /5 v -22- 24697/Vk/mvl -- “~ φ ' 73 o.
S? o ^ r-l ^ o -T c ^ d _ o o φ o ^ 1 2 3 4 5 r ^ ^ „.po o. φ i ®
O CM N O O T3 -H
C CM 4-3 Φ N
(0 CO Φ C
cd ® 2 <d _60 44_cd co 60 c
Irt ‘d o .5 -H -S
-3- ° -ri co V ïn φ o o % 3 « 3 c _Φ_ vo C c c c Q CM Φ O φφφ „ φ CM Φ Φ Φ o O 60 60 60 60
r- C C C C
CM Φ O ΦΦΦ
^ * * φ CM φ Φ <D
O o b0 b0 bfl bO
ö0
rr> C Ή C C
^ n (D σ c φ u * „ ·*φ>τ ·ηφφ Q O bo Φ bo b0
V
. *· c c c tnco ^φφ Μ°·. « -H C- ΦΦΦ S^ o O ' Φ ή 60 60 < · 2 * Η 60 ιο in ·Η c c c m e ο ·γ4ΦΦ * „ -·Η£- ΦΦΦ ° ο Ο Φ Η 60 60 ·" · 2 ·* ϋ .2 :ρ :σ
ι—I ' I
C- β Ο β C C
,— φ Ο φ Ή φ „ η ·η σ ι-ι φ φ ο Ν CM Ν r-l 60 β β -2 Π) <0 - cd Φ 8501375 2 60 2¾ 3 •Ρ £- Ο
•ι-) 44 φ CO
rl β Ό
Λ Ο β C
4 ο — ο cd β > 4-> > _ φ 3 0 Ό Ο. φ 3 Ο Ό Ö „ ο > — β ·Η Cd _ r-l φ CQ -rl Ο Φ Ρ 5 ·Η Ό Ε CM β -Ο ~ 4J4J — \ 60 βφ φ cd r-i -ri cd ό β β r-i Φ ed-H-p “ — φ ·Η 4J β β β .j Ε β t -ρ β υ φφ £ ε cd cd β cd βθβ«> V, · >β 3 Φ Cd Φ>Φ “ί 60 φ -Ρ β ~ Ο. β β 60
m — β Φ Ο Φ Ο Φ Φ cd C
J .H3SC3-P Ή > .ρ Cd ·Η ο 13 60 β Ο ι-Ι β φβ 60 .ρ φ φ VO **-4 Ο fi β ·Η Ο 60 ·Η φ 2 Ό ΙιΗΦ Φ 4J γ-Ι β Ό Ζ β ββ2>2ί-ι-> ·φφΛ:·'-ι cd ν <ρ -ρ ο cd 3 β υ .2 r-c β .ρ β - j ό φ > & φ φ φ φ β υ £ τ4 β υ 4JE6-*.OLEOn 4J ο Τ3 3 cd Φ C> cd®®
Cl) Ό ·Η O CO Ό β CO β 23 •HO® cd Φ Λ CM β β Φ •V ' .......^ ' fc -23- 24697/Vk/mvl
Zoals duidelijk zal zijn uit de tabel zal wanneer de stijfheid komt boven 0,15, de aanraking met de kop zwak zijn en de fluctuatie in de output en het samenklonteren toenemen als karakteristieken in het begin. Daardoor wordt het aantal af te keuren produkten of defecten 5 (dropout) groot. De hechting van de band aan de kop is minimaal. Zodoende is het duidelijk dat de samenklontering en de fluctuatie van de output zijn toe te schrijven aan de zwakke aanraking met de kop.
Anderzijds geldt dat wanneer de stijfheid lager is dan 0,05, de wrijving toeneemt en het lopen onstabiel wordt waardoor de 10 fluctuatie van de output toeneemt en de aanraking met de kop zo sterk is, dat samenklontering daarvan het resultaat zal zijn. Daardoor wordt het aantal defecten groot. Door de hoge wrijving stopte de band tijdens de tweede loop.
Zodoende geldt dat door het instellen van de stijfheid op 15 een niveau tussen 0,15 en 0,05 het mogelijk is een registreermedium te . verkrijgen met verbeterde elektromagnetische omzettingskarakteristieken en fysische eigenschappen. De stijfheid is bij voorkeur 0,13 tot 0,05, meer in het bijzonder van 0,11 tot 0,06. .
2. De instelling van de stijfheid door het veranderen van 20 de Young's-modulus van de basisfilm.
1) (a) De basisfilm met een dikte van 11,0 ym werd veranderd in een film op basis van een polyester van een uitgebalanceerd 2 type met een Young's-modulus van 400 kg/cm waardoor de stijfheid 0,09 g.mm werd.
25 2. De basisfilm met een dikte van 11,0 ym vermeld onder (a) werd gewijzigd in een film op basis van polyester van het gerekte type 2 met een Young's-modulus van 300 kg/mm , waardoor de stijfheid 0,07 g.nm werd.
De banden verkregen onder 1) en 2) hadden een fluctuatie 30 van de output van 0,2 dB en er had geen samenklontering plaats. De defecten waren niet hoger dan 20, hetgeen een zeer goede eigenschap betekent.
Verder was de duurzaamheid tijdens het lopen voortreffelijk.
3. De instelling van de stijfheid onder toepassing van een laminaat-basisfilm.
35 De basisfilra met een dikte van 11,0 ym, vermeld onder (a) werd gewijzigd in een laminaat-basisfilm bestaande uit een filrabasis van polyester van het uitgebalanceerde type met een Young’s-modulus van 8501375 ✓ η -24- 24697/Vk/mvl 2 2 400 kg/cm en van polypropeen met een Young * s-modulus van 200 kg/cm waardoor de stijfheid 0,07 g.mm werd. Door het verlagen van de stijfheid werd de fluctuatie van de output geminimaliseerd, had er geen samenklontering plaats en werd het aantal defecten geminimaliseerd.
5 4. De stijfheid van de combinatie van de magnetische laag 2 (2 ym)-basisfilm (11 ym) was 0,17 g.mm. De magnetische laag 2 werd gewijzigd in een samenstelling die 15 gew.delen vinylchloride en 17 gew.delen urethan bevatte, waardoor de stijfheid 0,14 g.mm werd. Er werden voldoende resultaten verkregen met betrekking tot de fluctuatie 10 van de output, het samenklonteren en defecten. Verder werd door het vervangen van de basisfilm door een uitgebalanceerd type met een Young's- 2 modulus van 400 kg/cm de stijfheid 0,07 g.mm, waardoor zelfs betere resultaten werden verkregen. Vergelijkbare resultaten werden verkregen door het veranderen van de hoeveelheid en het type anorganisch vulmiddel.
15 5. De instelling van de stijfheid onder toepassing van een flexibel materiaal voor de ondersteunende deklaag.
Een combinatie van bijvoorbeeld een ferromagnetische legeringslaag '1 (3 ym)-polyesterbasisfilm (10 ym) (zeer sterk getrokken, 2
Young's-modulus: 800 kg/cm ) met een ondersteunende deklaag met Zn, 20 gevormd door dampopbrenging onder verlaagde druk van 5 x 10-1 Torr en stearinezuur aangebracht hierop door een damp-opbrengmethode had een stijfheid van 0,17 g.mm, waardoor een aanzienlijke fluctuatie van de output, samenklonteren en defect werd verkregen en zodoende was dit materiaal slecht met betrekking tot deze eigenschappen.
25 Door het vervangen van de bovenvermelde ondersteunende deklaag door een ondersteunende deklaag 1 werd de stijfheid 0,14 g.mm waardoor voldoende resultaten werden verkregen ten aanzien van de fluctuatie van de output, samenklonteren en aantal defecten. Verder werd dejjasisfilm gewijzigd in een uitgebalanceerd type met een 2 30 Young's-modulus van 400 kg/cm , waardoor de stijfheid 0,07 g.mm en betere resultaten werden verkregen.
Vergelijkbare resultaten kunnen worden verkregen door het veranderen van de dikte van de deklaag aan de achterzijde of ter ondersteuning.
35 6. Andere methoden.
1) De dikte of sterkte van de ferromagnetische legering als magnetische laag.
8501375 * -25- 24697/Vk/mvl • 2) Een flexibele onderlaag ter ondersteuning wordt aan gebracht onder de magnetische laag met de ferromagnetische legering en/of de ondersteunende deklaag of een pigment wordt hierin verwerkt voor de versteviging.
5 Daarbij kan een door bestralen hardhaar polymeer worden toegepast voor de onderlaag voor de ondersteuning en er kunnen anorganische vulmiddelen of fijne deeltjesvormige pigmenten worden toegepast, zoals gebruikt voor de ondersteunende deklaag of de deklaag zoals Si02,
Zr02» Gr2°3» A^2°3’ ^2®3* Ce02’ Fe3°4’ Fe2°3’ ZrSi04» Sb2° en Ti02* 10 Deze materialen kunnen worden bereid door de gewoonlijke dampfase, vaste fase of vloeibare fase-methoden of door elektrolytische bewerkingen.
In het geval van SiC>2 is een fijn deeltjesvormig pigment beschikbaar in de vorm van (1) een colloïdale oplossing van zeer fijne deeltjes van kiezelzuuranhydride (Snowtex, merkaanduiding, hetgeen een waterig 15 systeem is, een methanol houdende silicasol en dergelijke bereid door
Nissan Chemical Industries, Ltd.) of (2) zeer fijne deeltjesvormige, watervrije siliciumoxide (standaardprodukt: 100 8), bereid door het branden van gezuiverd siliciiimtetrachloride (Aerosil, merkaanduiding, bereid door Nippon Aerosil Co., Ltd.).
20 Verder is het mogelijk superfijn deeltjesvormig aluminium- oxide en titaanoxide te gebruiken dat kan worden bereid volgens een dampfasemethode op dezelfde wijze als boven aangegeven voor de colloïdale oplossing van superfijne deeltjes (1) en superfijn deeltjesvormig watervrij siliciumoxide (2) evenals de bovenvermelde fijne 25 deeltjesvormige pigmenten.
Wanneer methanol houdende Si02 wordt toegepast als de ondersteunende deklaag aan de onderzijde, kan deze als zodanig worden aangebracht. Het fijne deeltjesvormige pigment omvat bij voorkeur 2 1000 tot 1.000.000 deeltjes/100 pm .
30 3) De Young’s-modulus kan ook worden ingesteld door het hierin verwerken van het bovenvermelde deeltjesvormige pigment tot een bovenste deklaag. Het bovenstaande is ook van toepassing op de ondersteunende deklaag 3.
Het door stralen hardbare type verdient de voorkeur omdat 35 daarbij nagenoeg geen verschil wordt verkregen met betrekking tot de elektromagnetische omzettingskarakteristieken zoals bij de binnenzijde en buitenzijde van de jumborol.
8501375 4 v -26- 24697/Vk/mvl
De verschillende eigenschappen werden gemeten door middel van de volgende methoden: 1. Stijfheid.
De stijfheid wordt weergegeven door de volgende formule: 5 3 0,149 x "dW s,mm waarbij w de belasting (g) is, a de diameter is van de bandvormige ring (mm), b de breedte is van de band (mm) en d de 10 deformatie is van de bandvormige ring (mm).
2. Fluctuatie van de output.
De registratie en reproduktie werden uitgevoerd bij een hoofdfrequentie van 5 MHz, waarbij de fluctuatie van de output werd gemeten.
15 3. Defecten (dropouts).
Onder toepassing van een VHS-deck bij 20 °C onder een relatieve vochtigheid van 60% werd een enkel signaal van 5 MHz geregistreerd en gereproduceerd, waarbij een aantal monsters waarmee het gereproduceerde signaal wordt verlaagd met ten minste 18 dB gerekend vanaf 20 het gemiddelde gereproduceerde niveau gedurende ten minste 15 microseconden werden geteld met betrekking tot 10 monsters gedurende 1 minuut elk en het gemiddeld aantal werd aangegeven als aantal uitgevallen produkten.
4. Beschadiging van de hoek.
De beschadigingen van de randen van de band nadat de 25 band 50 keer had gelopen, werden bepaald met het blote oog.
8501375
Claims (3)
1. Beeldregistratieband met een ferromagnetische legering, met het kenmerk, dat de stijfheid van de totale band wordt weergegeven 5 door formule: 0,149 x "--xab = 0,05 tot 0,15 g.mm waarbij w de belasting (g) is, a de diameter (ram) is van 10 de bandring, b de breedte (mm) is van de band en d de deformatie (mm) is van de ringvormige band.
2. Beeldregistratieband met een ferromagnetische legering volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze een anorganisch pigment bevat met een gemiddelde deeltjesgrootte van ten hoogste 0,7 ym en een
15 Mohs-hardheid van ten minste 6.
3. Beeldregistratieband met een ferromagnetische legering volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat deze een ondersteunende deklaag heeft. 8501375
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP14971484 | 1984-07-20 | ||
JP14971484A JPS6129417A (ja) | 1984-07-20 | 1984-07-20 | 画像記録用磁気記録媒体 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8501375A true NL8501375A (nl) | 1986-02-17 |
Family
ID=15481213
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8501375A NL8501375A (nl) | 1984-07-20 | 1985-05-14 | Magnetisch registreermedium voor het registreren van een beeld. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4780366A (nl) |
JP (1) | JPS6129417A (nl) |
DE (1) | DE3517439C2 (nl) |
GB (1) | GB2161722B (nl) |
NL (1) | NL8501375A (nl) |
Families Citing this family (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS648508A (en) * | 1987-06-30 | 1989-01-12 | Toshiba Corp | Magnetic recording medium |
US5055351A (en) * | 1987-10-15 | 1991-10-08 | Canon Kabushiki Kaisha | Metal thin film type magnetic recording medium |
US4992300A (en) * | 1988-05-24 | 1991-02-12 | Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. | Manufacturing method for a recording medium or a recording head |
JP3017255B2 (ja) * | 1990-06-28 | 2000-03-06 | コニカ株式会社 | 磁気記録媒体 |
JP2645910B2 (ja) * | 1990-10-08 | 1997-08-25 | 富士写真フイルム株式会社 | 磁気記録媒体 |
JPH0520664A (ja) * | 1991-07-10 | 1993-01-29 | Diafoil Co Ltd | 高密度磁気記録媒体 |
US5286534A (en) * | 1991-12-23 | 1994-02-15 | Minnesota Mining And Manufacturing Company | Process for plasma deposition of a carbon rich coating |
JPH05290361A (ja) * | 1992-04-13 | 1993-11-05 | Fuji Photo Film Co Ltd | フレキシブル磁気ディスク及びその製造方法 |
JP4234338B2 (ja) * | 2001-12-21 | 2009-03-04 | Tdk株式会社 | フィルムの蒸着方法 |
US8993134B2 (en) | 2012-06-29 | 2015-03-31 | Western Digital Technologies, Inc. | Electrically conductive underlayer to grow FePt granular media with (001) texture on glass substrates |
Family Cites Families (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4328935A (en) * | 1980-06-12 | 1982-05-11 | Minnesota Mining And Manufacturing Company | Flexible magnetic recording tape having low-friction backside coating |
US4474843A (en) * | 1980-08-18 | 1984-10-02 | Fuji Photo Film Co., Ltd. | Magnetic recording medium |
JPS5774828A (en) * | 1980-10-24 | 1982-05-11 | Fuji Photo Film Co Ltd | Magnetic recording medium |
JPS57162128A (en) * | 1981-03-31 | 1982-10-05 | Fuji Photo Film Co Ltd | Magnetic recording body |
JPS57169929A (en) * | 1981-04-13 | 1982-10-19 | Tdk Corp | Magnetic recording medium and its manufacture |
JPH0762892B2 (ja) * | 1984-06-08 | 1995-07-05 | ティーディーケイ株式会社 | 画像記録用磁気記録媒体 |
-
1984
- 1984-07-20 JP JP14971484A patent/JPS6129417A/ja active Pending
-
1985
- 1985-05-02 GB GB08511140A patent/GB2161722B/en not_active Expired
- 1985-05-14 NL NL8501375A patent/NL8501375A/nl not_active Application Discontinuation
- 1985-05-14 DE DE3517439A patent/DE3517439C2/de not_active Expired - Fee Related
-
1986
- 1986-08-26 US US06/902,055 patent/US4780366A/en not_active Expired - Fee Related
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE3517439A1 (de) | 1986-01-30 |
GB8511140D0 (en) | 1985-06-12 |
JPS6129417A (ja) | 1986-02-10 |
DE3517439C2 (de) | 1996-02-22 |
US4780366A (en) | 1988-10-25 |
GB2161722A (en) | 1986-01-22 |
GB2161722B (en) | 1987-10-28 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4560616A (en) | Magnetic recording medium having binder cured by electron beam radiation | |
US4624892A (en) | Magnetic recording medium | |
NL8501375A (nl) | Magnetisch registreermedium voor het registreren van een beeld. | |
US4629646A (en) | Magnetic recording medium | |
JPS6043224A (ja) | 磁気記録媒体 | |
EP0279613B1 (en) | Magnetic recording tape comprising a support film having a high transverse direction modulus | |
US4666754A (en) | Magnetic recording medium | |
US4741954A (en) | Magnetic recording medium | |
US4614687A (en) | Magnetic recording medium | |
US4693934A (en) | Magnetic recording medium for image recording | |
US4619855A (en) | Magnetic recording medium with electron beam cured magnetic layer | |
JPS60160022A (ja) | 磁気記録媒体 | |
JPH08241515A (ja) | 磁気記録媒体 | |
US4735844A (en) | Magnetic recording medium | |
US4621027A (en) | Magnetic recording medium | |
JPS62137718A (ja) | 磁気記録ディスクの製造方法 | |
US4699819A (en) | Magnetic recording medium | |
US20050170214A1 (en) | Magnetic recording medium and method for producing the same | |
US4946729A (en) | Resin composition and magnetic recording medium employing the composition | |
JPS6139225A (ja) | 磁気記録媒体 | |
JPS61214128A (ja) | 磁気記録媒体 | |
JPS6285403A (ja) | 磁気記録媒体 | |
JPS619820A (ja) | 磁気記録媒体 | |
JP2001148111A (ja) | 磁気記録媒体及び磁気記録媒体の製造方法 | |
JPH0612569B2 (ja) | 磁気記録方法 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |