NL8501362A - Variabele-zonweringsinrichting. - Google Patents

Description

* · VO 7179 -1-

Variabele-zonweringsinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een zonwerings-inrichting met tenminste één van een schermrolas afwikkel-baar doek of scherm.

Het doel van de uitvinding is een dergelijke 5 zonweringsinrichting b.v. voor terrasoverkapping of voor klimaatbeheersing in een broeikas, die onder elke gewenste hellingshoek toepasbaar is en nauwkeurig beheersbaar is, ook tijdens belasting door wind en dergelijke, een en ander bij een eenvoudige en lichte constructie.

10 Hiertoe is de zonweringsinrichting volgens

de uitvinding voorzien van tenminste één, zowel in langs-als in dwarsrichting met soortgelijke eenheden voor gezamenlijke aandrijving koppelbare eenheid, bestaande uit parallelle langsrails die als gootprofielen, in het bijzonder 15 C-profielen kunnen zijn uitgevoerd, een schermrolas waarop een doek is gewikkeld, in de langsrails verrijdbare wagentjes in elk waarvan een schermrolaseinde vrij draaiend is gelegerd, bij de aseinden vast met de as verbonden I

kabelopwikkelschijven, bij één einde van de langsrails 20 een verankering voor het vrije doekeinde en bij het andere einde van de langsrails keerwielen voor op de opwikkelschij-ven gewikkelde kabels en spanmiddelen voor de kabels, alsmede middelen om de wagentjes over de langsrails aan te drijven.

25 Bij verplaatsing van de wagentjes van de of elke eenheid wordt het doek af- of opgerold en gelijktijdig worden de kabels op de schijven gewikkeld, resp. daarvan afgewikkeld. De langsrails kunnen horizontaal, verticaal of in elke tussenliggende hellingstand zijn geplaatst.

30 Doordat het traject van de wagentjes door de rails wordt bepaald kan de verplaatsing van de schermrolas nauwkeurig worden gecontroleerd. j

Voor uitbreiding van het te overkappen oppervlak in dwarsrichting kunnen volgens de uitvinding naast elkaar 35 gelegen eenheden worden gekoppeld doordat de resp. scherm- $ 0 v ! V 0 £ -2- rolassen axiaal zijn gekoppeld, resp. de doeken achter elkaar op een gemeenschappelijke as zijn gewikkeld.

Voor uitbreiding van het te overkappen oppervlak in langsrichting kunnen volgens de uitvinding in langsrich-5 ting achter elkaar gelegen eenheden zijn gekoppeld door opeenvolgende wagentjes op dezelfde langsrail met elkaar verbindende stangen.

Het verplaatsen van een stel wagentjes met een door deze wagentjes gedragen schermrol kan volgens 10 de uitvinding geschieden door een op één van de assen aangrijpende motor of door een op één van de wagentjes aangrijpend tandheugel-aandrijfrondselsamenstel.

De eenvoudige bedienbaarheid van een eenheid van de zonweringsinrichting of van een samenstel van 15 een aantal naast en/of achter elkaar gelegen eenheden met in beginsel slechts één aandrijfmotor en per eenheid slechts één as, nl. de schermrolas, één scherm en één paar kabels, is mogelijk gemaakt door de functionele koppeling van de schermrolasrotatie en de verplaatsing 20 van de wagentjes.

Ter verduidelijking van de uitvinding zullen, onder verwijzing naar de tekening, enige uitvoeringsvoor-beelden van de variabele-zonweringsinrichting worden beschreven.

25 Fig. la is een schematisch zijaanzicht van een eenheid van de zonwering volgens de uitvinding; fig. lb toont een aantal eenheden overeenkomstig fig. la achter elkaar en onderling gekoppeld; fig. lc is een aanzicht overeenkomstig fig. lb, 30 echter met een andere aandrijving; fig. 2a, 2b en 2c zijn resp. bovenaanzichten van naast elkaar aangebrachte zonweringseenheden in de uitvoeringen volgens fig. la, resp. lb en lc; en fig. 3 is een perspectief aanzicht met uiteenge-35 nomen delen van een zonweringseenheid.

Alvorens in detail onder verwijzing naar fig. 3 8501362 -3- op de zonweringseenheid in te gaan zullen eerst het werkings-principe van de zonweringseenheid onder verwijzing naar fig. la en de koppelmogelijkheden van opeenvolgende eenheden onder verwijzing naar de fign. lb en lc worden bespro-5 ken.

Volgens fig. la is een doek of scherm 1 gewikkeld op een schermrolas 2 die vrij draaiend is gelegerd in wagentjes 6 die verrijdbaar zijn in langsrails 5. Het vrije einde van het scherm 1 is bevestigd aan een hoekpro-fiel aan het linker einde van de rails 5. Op dezelfde 10 as 2 die door een elektromotor 7 in beide draairichtingen aandrijfbaar is, zijn kabels 3 gewikkeld die over kabelkeer-wielen 8 zijn geleid naar een spanveer 9..Bij rotatie van de aandrijfmotor 7 rechtsom, gezien in fig. la, wikkelt het doek op en worden de wagentjes 6 over de rails 5 15 naar links gedwongen terwijl tegelijkertijd de kabels 3 afrollen. Bij rotatie van de as 2 linksom gebeurt het tegenovergestelde, nl. bewegen de wagentjes 6 naar rechts omdat de kabels 3 worden opgewikkeld terwijl het doek 1 wordt afgewikkeld.

20 In fig. lb is een aantal zonweringseenheden volgens fig. la in langsrichting achter elkaar afgebeeld, waarbij de wagentjes 6 per langsrail 5 onderling zijn verbonden door duw- of trekstangen 10. Door rotatie van de as 2 van de in fig. lb meest linkse eenheid en daardoor 25 verplaatsing van de betreffende wagentjes worden de wagentjes van de via de stangen 10 daarmee gekoppelde andere eenheden automatisch mee heen en weer bewogen.

Hetzelfde geschiedt in de in fig. lc weergegeven situatie, waarbij echter niet één van de schermrolassen 30 worden aangedreven maar gebruik wordt gemaakt van een met een duwstang 10 verbonden tandheugel 11 met aandrijf-rondsel 12.

Een bovenaanzicht van eenheden volgens fig. la die naast elkaar zijn gemonteerd, is afgebeeld in 35 fig. 2a.

iS Π Ί -i “J v V a v v ï

V

-4-

In fig. 2b is dezelfde situatie afgebeeld, echter bij in langsrichting door middel van stangen 10 gekoppelde eenheden conform fig. lb. De aandrijving geschiedt met behulp van een elektromotor 7 die inwerkt op één 5 van de aandrijfassen 2. De schermassen van naast elkaar gelegen eenheden zijn zowel in fig. 2a als in fig. 2b en ook in fig. 2c gekoppeld door middel van stangen 17.

Fig. 2c is een aanzicht overeenkomstig fig.

2b, echter toont een aandrijfmotor 15 die aangrijpt op 10 een aandrijfas 12 welke is uitgerust met rondsels 12 (zie fig. lc) die aangrijpen op tandheugels 11.

Thans verwijzend naar fig. 3 ziet men wederom het doek 1 dat op een schermrolas 2 is gewikkeld. Met onderbroken lijnen is een tweede doek 1 weergegeven van 15 een in langsrichting opvolgende zonweringseenheid. De spankabels 3 zijn over keerwielen 8 geleid en verbonden met spanveren 9. De kabels 3 zijn gewikkeld op kabelschij-ven 18 die op de einden van de schermas 2 kunnen worden gemonteerd. Het samenstel van as 2 en schijven 18 is 20 vrij draaiend gelegerd in de wagentjes 6 met behulp van een van de wagentjes uitstekende pen die draaibaar is in een asprop 13. De wagentjes 6 zijn verrijdbaar in de gootvormige rails 5 met behulp van wieltjes 9 die op assen 20 zijn gelegerd.

25 De vrije rand van het scherm 1 is bevestigd in een profiel 24 dat in een hoekprofiel 25 is vastgezet.

Het hoekprofiel 25 is met behulp van een moer 22 -en-bout 23 verbinding bevestigd aan hoeksteunen 4, die aan één einde van de langsrails 5 zijn gemonteerd. Verder 30 zijn in fig. 3 nog kopschotten 27 en een dek 28 aangegeven.

De rails 5 kunnen met hoeksteunen 26 worden gemonteerd aan een terrasoverkapping, een broeikas en dergelijke.

Voor aandrijving van de as 2 wordt volgens 35 fig. 3 gebruik gemaakt van een elektromotor 7 waarvan de voedingskabel 31 tijdens verplaatsingen van de wagentjes 8501362 -5- 6 strak wordt gehouden door middel van een compensatiekabel 30 die over katrollen 29 is geleid.

Zoals blijkt uit fig. 3 zijn opvolgende eenheden met elkaar gekoppeld door stangen 10 die resp. wagentjes 5 6 in dezelfde rail op een vaste onderlinge afstand houden.

8501362

Claims (4)

1. Zonweringsinrichting voorzien van tenminste : één, zowel in langs- als in dwarsrichting met soortgelijke ; eenheden voor gezamenlijke aandrijving koppelbare eenheid, | bestaande uit parallelle langsrails die als schootprofielen, 5 in het algemeen C-profielen kunnen zijn uitgevoerd, een schermrolas waarop een doek is gewikkeld, in de langsrails verrijdbare wagentjes, in elk waarvan een schermrolaseinde vrij draaiend is gelegerd, bij de aseinden vast met de as verbonden kabelopwikkelschijven, bij één einde van 10 de langsrails een verankering voor het vrije doekeinde, bij het andere einde van de langsrails keerwiélen voor op de opwikkelschijven gewikkelde kabels en spanmiddelen voor de kabels, alsmede middelen om de wagentjes over de langsrails aan te drijven.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in dwarsrichting naast elkaar gelegen eenheden zijn gekoppeld doordat de resp. schermrolassen axiaal zijn gekoppeld, resp. de doeken op een gemeenschappelijke as zijn gewikkeld. j 20

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het ' kenmerk, dat in langsrichting achter elkaar gelegen eenhe- : den zijn gekoppeld door opeenvolgende wagentjes op dezelfde langsrail met elkaar verbindende stangen.

4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclu- 25 sies, met het kenmerk, dat de middelen om wagentjes over de langsrails aan te drijven hetzij een op één van de \ assen aangrijpende motor omvatten, hetzij een op één i van de wagentjes aangrijpende tandheugel/aandrijfrondsel- • inrichting. i i i 8501362