NL1005326C2 - Afscherming en samenstel van een aantal van dergelijke afschermingen. - Google Patents

Description

Titel: Afscherming en samenstel van een aantal van dergelijke afschermingen.

De uitvinding heeft betrekking op een afscherming voor het afschermen van een bepaald oppervlak. Hierbij kan worden worden gedacht aan verandazonweringen, zonnetenten, terrasoverkappingen, insectenweringen, zwembadafschermingen, 5 windschermen, zonnefilters, vrachtwagenzeilen, kamerschermen, snelloopdeuren, kassen, container-afsluitingen, stofschermen bij productieprocessen, afschermingen van carports, scheidingswanden en dergelijke toepassingen.

De bekende afschermingen hebben ofwel tot bezwaar dat 10 hiermee slechts een beperkt oppervlak kan worden afgeschermd, ofwel dat de bedieningsmiddelen voor het in en uitschuiven van de afscherming bijzonder ingewikkeld is. Bedieningsmiddelen van bijvoorbeeld verandazonweringen omvatten een groot aantal koorden, geleidingen, draagstangen en dergelijke. Het grote 15 aantal onderdelen heeft het bezwaar dat de bekende afschermingen kostbaar zijn en dat deze bovendien veel onderhoud vereisen.

De uitvinding beoogt een afscherming zonder de hierboven beschreven nadelen, die geschikt is voor het afschermen van 20 grote oppervlakken.

De uitvinding verschaft hiertoe een afscherming voorzien van een aantal spanrollen die elk met de vrije uiteinden daarvan verplaatsbaar zijn gelegerd in twee zijgeleidingen en elk roteerbaar zijn rond de langshartlijn van de betreffende 25 spanrol, waarbij elke spanrol is voorzien van een spanveer, waarbij de spanrollen onderling met elkaar zijn verbonden via schermdoekdelen, en waarbij de spanveren in de spanrollen zodanig zijn voorgespannen dat de afscherming geneigd is een ingerolde toestand aan te nemen en tegen de voorspanning van 30 de spanveren in uittrekbaar is.

De afscherming volgens de uitvinding is eenvoudig en derhalve op economische wijze te vervaardigen. Als gevolg van 1 0 E 3 ? :; 2 de aanwezigheid van de spanrollen zijn de schermdoek.de 1 en altijd strakgetrokken. De spanrollen hebben niet alleen een opslagfunctie voor de schermdoekdelen wanneer de afscherming zich in een geheel of gedeeltelijk ingerolde of ingeschoven 5 toestand bevindt, maar hebben tevens de functie van ondersteuningsprofiel. Bij zich in een horizontaal vlak uitstrekkende afschermingen kunnen de spanrollen een lengte' hebben tot ca. 7 m, hetgeen derhalve de mogelijkheid verschaft een afscherming van ca. 7 m breed te vervaardigen met slechts 10 twee zij geleidingen. De lengte van de afscherming is in wezen onbeperkt.

De kracht die benodigd is voor het verder uittrekken van de afscherming stemt overeen met de te overwinnen veerspanning van de spanrol met de slapste of minst strak gespannen 15 spanveer. Als gevolg van dit principe is de afscherming telkens eenvoudig met relatief weinig kracht uit te trekken. Het inrollen van de afscherming is zeer eenvoudig aangezien dit door de voorgespannen spanveren vanzelf gebeurt wanneer een vergrendeling, waarmee de afscherming in een geheel of 20 gedeeltelijk uitgetrokken stand kan worden vastgezet, wordt verbroken.

Afhankelijk van de toepassing van de afscherming kunnen de schermdoekdelen zijn vervaardigd uit stof, zeil, folie, horgaas of dergelijk materiaal.

25 Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing van de tekening, hierna verder worden verduidelijkt.

Fig. 1 toont een perspectiefaanzicht van een eerste 30 uitvoeringsvoorbeeld van de afscherming volgens de uitvinding; fig. 2 toont een vrij uiteinde van een spanrol van de in fig. 1 weergegeven afscherming; fig. 3 toont een doorsnede-aanzicht over lijn III-III uit fig. 1; 35 fig. 4 toont een tweetal zij-aanzichten van mogelijke uitvoeringsvoorbeelden van een afscherming; 1005326 3 fig. 5 toont een langsdoorsnede aanzicht van een spanrol die kan worden toegepast in een afscherming volgens de uitvinding; fig. 6 toont een perspectief-aanzicht van een tweede 5 uitvoeringsvoorbeeld volgens de uitvinding; fig. 7 toont een gedeeltelijk doorsnede-aanzicht van een samenstel van een tweetal afschermingen; en fig. 8 toont twee verschillende wijzen waarop de schermdoekdelen kunnen worden op- en afgewikkeld.

10 Alle weergegeven uitvoeringsvoorbeelden tonen een afscherming A of delen daarvan die is voorzien van een aantal spanrollen 1, 2, 3 die elk met de vrije uiteinden 10 daarvan verplaatsbaar zijn gelegerd in twee zijgeleidingen 4, 5 of 13. De spanrollen 1, 2, 3 zijn elk roteerbaar rond de 15 langshartlijn L. Elke spanrol 1, 2, 3 is voorzien van een spanveer 6 die bij het roteren van de spanrol 6 wordt gespannen of ontspannen, afhankelijk van de rotatierichting van de spanrol 1, 2, 3. De spanrollen 1, 2, 3 zijn onderling met elkaar zijn verbonden via schermdoekdelen 7, 7b, 7d. De 20 spanveren 6 in de spanrollen 1, 2, 3 zijn zodanig voorgespannen dat de afscherming A geneigd is een ingerolde toestand aan te nemen. De afscherming A kan tegen de voorspanning van de spanveren 6 in, worden uitgetrokken. De getoonde afscherming A is voorzien van een beginspanrol 1, een 25 eindspanrol 2 en ten minste één tussengelegen spanrol 3. Aan elke tussengelegen spanrol 3 zijn twee schermdoekdelen 7, 7b, 7d bevestigd, die in een geheel of gedeeltelijk ingerolde toestand geheel, respectievelijk gedeeltelijk in elkaar zijn gewikkeld. Bij voorkeur is de beginspanrol 1 is voorzien van 30 een eerste en een tweede beginrolschermdoekdeel 7a,resp. 7b. Het eerste beginrolschermdoekdeel 7a is met een van de beginspanrol 1 afgekeerd einde vast verbonden met een vast frame- of bouwwerkdeel 8. Het tweede beginrolschermdoekdeel 7b is met een van de beginspanrol 7 afgekeerd einde verbonden met 35 een tussengelegen spanrol 3. De eindspanrol 2 is voorzien van een eerste en een tweede eindrolschermdoekdeel 7c, resp. 7d. Het eerste eindrolschermdoekdeel 7c is aan een van de 1005326 4 eindspanrol 2 afgekeerd einde voorzien van vergrendelingsmiddelen 9 voor het in een geheel en/of gedeeltelijk afgerolde toestand vastzetten van de afscherming 1. Het tweede eindrolschermdoekdeel 7d is met een van de 5 eindspanrol 2 afgekeerde einde verbonden met een tussengelegen spanrol 3.

Zoals duidelijk zichtbaar is weergegeven in figuren 2,'3 en 7 zijn de vrije uiteinden 10 van de spanrollen 1, 2, 3 gelegerd in lagerblokken 11, die verplaatsbaar zijn gelegerd 10 in de zijgeleidingen 4, 5, 13. In de weergegeven gevallen worden de lagerblokken gevormd door rollagerblokken die zijn voorzien van rollen of wielen 16. De wielen 16 zijn gelegerd in een lagerblokdeel 17 dat met behulp van een splitpen 14 is verbonden met de vrije uiteinden 10 van de spanrol 1, 2, 3.

15 Bovendien zijn de wielen 16 verrijdbaar in de zijgeleidingen 4, 5, 13.

Het in fig. 2 weergegeven uiteinde 10 stemt overeen met het linker uiteinde 10a van de spanrol uit fig. 5. De spanrol 1, 2, 3 is voorzien van een inwendige as 18 die roteerbaar is 20 ten opzichte van de spanrolmantel 19. In het inwendige van de spanrol 1, 2, 3 bevindt zich tevens een spanveer 6 die met het ene uiteinde 6a vast is verbonden met de spanrolmantel 19 en met het andere uiteinde 6b met de inwendige as 18. Bij het inschuiven het uittrekken van de afscherming A roteert de 25 spanrolmantel 19 van elke spanrol 1, 2, 3 ten opzichte van de in die spanrol 1, 2, 3 bevindende inwendige as 18, zodat de zich daarin bevindende spanveer 6 wordt ontspannen, respectievelijk gespannen. De inwendige as 18 is aan het eerste uiteinde 10a voorzien van een niet-ronde doorsnede, die 30 in een niet-rond gat in het lagerdeel 17 is gelegerd, zodat rotatie van de as 18 wordt verhinderd.

Het spreekt vanzelf dat de lagerblokken 11 ook als schuiflagerblokken kunnen zijn uitgevoerd die in plaats van verrijdbaar verschuifbaar in de zijgeleidingen 4, 5, 13 zijn 35 gelegerd. Met name voor kleinere afschermingen A voldoet een dergelijke lagering, die economisch voordelig is.

1005326 5

Zoals hierboven reeds aangegeven is het eerste eindrol-schermdoekdeel 7c aan een van de eindspanrol 2 afgekeerd einde is voorzien van vergrendelingsmiddelen 9. Bij het in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn deze 5 vergrendelingsmiddelen uitgevoerd als ogen 9 die in een haak kunnen worden gehaakt. Andere oplossingen zijn vanzelfsprekend denkbaar. Zo is bijvoorbeeld een wrijvingsaangrijping tussen de uiteinden van de eindlat 20 en de zijgeleidingen mogelijk wanneer de eindlat 20 onder invloed van de schermdoekspanning 10 kantelt rond de langs-hartlijn van de eindlat 20.

Fig. 6 toont een alternatieve uitvoering van de vergrendelingsmiddelen. Hierbij worden de vergrendelingsmiddelen gevormd door een aandrijfmotor 12 en een aandrijfkoord of ketting 15 dat over geleidewielen 16 is 15 geleid. Het aandrijfkoord of de aandrijfketting 15 is met een eerste uiteinde bij 21 vast verbonden met de zijgeleiding 5. Een tweede uiteinde van het aandrijfkoord of -ketting 15 is verbonden met de poelie 22 die wordt aangedreven door de aandrijfmotor 12. Met een dergelijke constructie kan de 20 afscherming eenvoudig worden ingeschoven en uitgetrokken. Het spreekt vanzelf dat de motor 12 ook kan worden vervangen door een handzwengel met een vergrendeling.

Fig. 7 toont een gedeeltelijk doorsnede aanzicht van een samenstel van twee afschermingen A, A' die naast elkaar zijn 25 opgesteld. De naburige vrije uiteinden 10, 10' van de spanrollen 3, 3’ van de twee aan elkaar grenzende afschermingen A, A' zijn gelegerd in een gemeenschappelijke zijgeleiding 13 en met elkaar zijn gekoppeld via een gemeenschappelijk lagerblok 11. Hiermee wordt bewerkstelligd 30 dat de afschermingen A, A' van het samenstel op dezelfde wijze en tegelijkertijd worden uitgetrokken en ingeschoven.

Fig. 8 toont nog dat de schermdoekdelen 7 van de afscherming A op verschillende wijze kunnen verlopen. De puntstippellijn toont een uitvoering waarbij de 35 schermdoekdelen 7' telkens vanaf de bovenzijde van de ene spanrol 3 naar de onderzijde van de volgende spanrol 3 verlopen. De streepstippellijn toont een uitvoering waarbij de 1005326 6 schermdoekdelen 7" opeenvolgend van spanrolbovenzijde naar spanrolbovenzijde en van spanrolonderzijde naar spanrolonderzijde verlopen.

Het spreekt vanzelf dat de schermdoekdelen 7, 7a, 7b, 7c, 5 7d van de afscherming, afhankelijk van de toepassing waarvoor deze is bestemd, kunnen zijn vervaardigd uit stof, zeil, folie, horgaas of dergelijk materiaal.

Het is duidelijk dat de uitvinding is niet beperkt tot de beschreven uitvoeringsvoorbeelden maar dat diverse wijzigingen 10 binnen het raam van de uitvinding mogelijk zijn.

1005326

Claims (8)

1. Afscherming (A) voorzien van een aantal spanrollen (1, 2, 3. die elk met de vrije uiteinden daarvan verplaatsbaar zijn gelegerd in twee zijgeleidingen (4, 5; 13) en elk roteerbaar zijn rond de langshartlijn (L) van de betreffende spanrol (1, 5 2, 3), waarbij elke spanrol (1, 2, 3) is voorzien van een spanveer (6), waarbij de spanrollen (1, 2, 3) onderling met elkaar zijn verbonden via schermdoekdelen (7, 7b, 7d), en waarbij de spanveren (6) in de spanrollen (1, 2, 3) zodanig zijn voorgespannen dat de afscherming (1) geneigd is een 10 ingerolde toestand aan te nemen en tegen de voorspanning van de spanveren (6) in uittrekbaar is.

2. Afscherming volgens conclusie 1, gekenmerkt door een beginspanrol (1), een eindspanrol (2) en ten minste één tussengelegen spanrol (3), waarbij aan de of elke 15 tussengelegen spanrol (3) twee schermdoekdelen (7, 7b, 7d) zijn bevestigd, die in een geheel of gedeeltelijk ingerolde toestand geheel, respectievelijk gedeeltelijk in elkaar zijn gewikkeld.

3. Afscherming volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de 20 beginspanrol (1) is voorzien van een eerste en een tweede beginrolschermdoekdeel (7a,resp. 7b), waarbij het eerste beginrolschermdoekdeel (7a) met een van de beginspanrol (1) afgekeerd einde vast is verbonden met een vast frame- of bouwwerkdeel (8), waarbij het tweede beginrolschermdoekdeel 25 (7b) met een van de beginspanrol (7) afgekeerd einde is verbonden met een tussengelegen spanrol (3), waarbij de eindspanrol (2) is voorzien van een eerste en een tweede eindrolschermdoekdeel (7c, resp. 7d), waarbij het eerste eindrolschermdoekdeel (7c) aan een van de eindspanrol (2) 30 afgekeerd einde is voorzien van vergrendelingsmiddelen (9) voor het in een geheel en/of gedeeltelijk afgerolde toestand vastzetten van de afscherming (A), waarbij het tweede eindrolschermdoekdeel (7d) met een van de eindspanrol (2) afgekeerde einde is verbonden met een tussengelegen spanrol 35 (3). 1005326

4. Afscherming volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat schermdoekdelen (7, 7a, 7b, 7c, 7d) zijn vervaardigd uit stof, zeil, folie, horgaas of dergelijk materiaal.

5. Afscherming volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vrije uiteinden (10) van de spanrollen (1, 2, 3) zijn gelegerd in schuiflagerblokken, die schuifbaar zijn gelegerd in de zijgeleidingen (4, 5; 13).

6. Afscherming volgens één van de conclusies 1-4, met het 10 kenmerk, dat de vrije uiteinden (10) van de spanrollen (1, 2, 3. zijn gelegerd in rollagerblokken (11) die verrijdbaar zijn gelegerd in de zijgeleidingen (4, 5; 13).

7. Afscherming volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een aandrijfmotor (12) en een aandrijfkoord of 15 ketting (15) voor het uittrekken en laten intrekken van de afscherming (A).

8. Samenstel van afschermingen volgens één der voorgaande conclusies, waarbij ten minste twee afschermingen (A, A') naast elkaar zijn opgesteld, waarbij de naburige vrije 20 uiteinden (10) van de spanrollen (1, 2, 3) van twee aan elkaar grenzende afschermingen (A, A') zijn gelegerd in een gemeenschappelijke zijgeleiding (13) en met elkaar zijn gekoppeld. 1005326