NL8403631A - Inrichting voor het aanbrengen van stokjes in vriesbakjes. - Google Patents

Inrichting voor het aanbrengen van stokjes in vriesbakjes. Download PDF

Info

Publication number
NL8403631A
NL8403631A NL8403631A NL8403631A NL8403631A NL 8403631 A NL8403631 A NL 8403631A NL 8403631 A NL8403631 A NL 8403631A NL 8403631 A NL8403631 A NL 8403631A NL 8403631 A NL8403631 A NL 8403631A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sticks
push rod
grooves
freezer
stick
Prior art date
Application number
NL8403631A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Gram Brdr As
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gram Brdr As filed Critical Gram Brdr As
Publication of NL8403631A publication Critical patent/NL8403631A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23GCOCOA; COCOA PRODUCTS, e.g. CHOCOLATE; SUBSTITUTES FOR COCOA OR COCOA PRODUCTS; CONFECTIONERY; CHEWING GUM; ICE-CREAM; PREPARATION THEREOF
    • A23G9/00Frozen sweets, e.g. ice confectionery, ice-cream; Mixtures therefor
    • A23G9/04Production of frozen sweets, e.g. ice-cream
    • A23G9/22Details, component parts or accessories of apparatus insofar as not peculiar to a single one of the preceding groups
    • A23G9/26Details, component parts or accessories of apparatus insofar as not peculiar to a single one of the preceding groups for producing frozen sweets on sticks
    • A23G9/265Details, component parts or accessories of apparatus insofar as not peculiar to a single one of the preceding groups for producing frozen sweets on sticks for manipulating the sticks

Description

* NL 32.517-dV/Vö/rvdv Sjr-- ï
Inrichting voor het aanbrengen van stokjes in vriesbakjes^
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aanbrengen van stokjes in vriesbakjes, die in rijen in een vriesinstallatie rijn gerangschikt, voorzien van toevoerorganen met groeven voor het opnemen en naar vooraf vast-5 gelegde posities voeren van de stokjes en middelen voor het uit de groeven verwijderen van de stokjes alsmede middelen voor het in een rij van vriesbakjes aanbrengen van de stokjes.
Een inrichting van de in de aanhef genoemde soort 10 is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 3.478.703. Volgens deze bekende publicatie bestaan de toevoerorganen uit een magazijnband, dat is voorzien van groeven in de onderzijde van de band, en die is onderworpen aan een heen en weer gaande beweging. Gedurende de voorwaartse beweging worden aan 15 de groeven in de onderzijde van de magazijnband stokjes toegevoerd, en wordt de band voorwaarts bewogen totdat de stokjes de vooraf vastgelegde posities innemen. Vervolgens wordt een, een stang dragend aanbrengorgaan in benedenwaartse richting bewogen, waarbij de uiteinden van de stokjes tegen een 20 aanslag worden gedrukt, die zodanig verzwenkt, dat aanbreng-organen kunnen aangrijpen op de uiteinden van de stokjes. Bij een voortgaande benedenwaartse beweging van de genoemde stang brengen de aanbrengorganen de stokjes aan in de vriesbakjes.
Het aantal aanbrengorganen komt overeen met het aantal stok-25 jes in de magazijnband. De lege band wordt vervolgens teruggevoerd en opnieuw in voorwaartse richting bewogen, terwijl stokjes aan de groeven worden toegevoerd.
Gewezen wordt eveneens op het Amerikaanse octrooischrift 4.105.384, waaruit een inrichting van de in de aanhef 30 genoemde soort bekend is, waarbij de toevoerorganen bestaan uit een slede met een U-vormige dwarsdoorsnede. In de bovenranden van de zijwanden van de slede zijn inkepingen aangebracht, welke groeven vormen voor het opnemen van de stokjes.
De slede is heen en weer beweegbaar en gedurende de voor-35 waartse beweging neemt de slede stokjes op vanuit een magazijn. Het aantal .stokjes, dat bij elke slag van de slede wordt aangevoerd, bedraagt het dubbele van het aantal in een rij geplaatste, van stokjes te voorziene., vriesbakjes. In de 8403631 ‘ -2- « voorwaartse positie wordt het uiteinde van elk stokje gegrepen door een zwenkarm, die het vastgepakte stokje vanuit de betreffende groef optilt en naar een verticale positie ver-zwenkt. Nadat op deze wijze een rij stokjes in verticale po-5 sitie is geplaatst worden de stokjes om en om vastgegrepen door middelen voor het in een rij vriesbakjes aanbrengen van de stokjes. Wanneer dit aanbrengen is uitgevoerd worden de zwenkarmen evenwijdig aan hen zelf bewogen en, dienovereenkomstig, eveneens de resterende stokjes, die worden gedragen 10 door de zwenkarmen, en wel zodanig, dat de resterende stokjes gedurende de volgende stap van de inrichting kunnen worden gegrepen door de middelen voor het in de volgende rij vriesbakjes aanbrengen van de stokjes.
In het recente verleden hebben, de vriesinstallaties 15 van het hier ter zake doende type zich in de richting vein toenemende capaciteiten ontwikkeld. Tijdens het bedrijf van inrichtingen van deze soort kan het voorkomen, dat het vastpakken van een bevroren lichaam, bijvoorbeeld een ijslollie, mislukt, zodat een vriesbakje, wanneer dit arriveert bij de • 20 inrichting voor het aanbrengen van het stokje, een bevroren lichaam bevat. Een dergelijk lichaam zal het aanbrengen van een stokje in het betreffende bakje verhinderen, en het stokje zal hetzij breken, hetzij de inrichting voor het aanbrengen van het betreffende stokje blokkeren. Ten gevolge van het 25 feit, dat de betreffende inrichtingen functioneren met steeds toenemende stapsnelheden kunnen dergelijke haperingen snel in ernst toenemen, omdat de stokjes toegevoerd blijven worden naar de geblokkeerde aanbrengmiddelen.. Dit vereist tevens arbeidsintensieve herstelwerkzaamheden, terwijl de bakjes, die 30 volgen op het geblokkeerde bakje niet worden voorzien van stokjes.
De uitvinding beoogt, een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, welke de in het voorgaande genoemde bezwaren niet bezit.
35 Hiertoe heeft de inrichting, volgens de uitvinding het kenmerk, dat de middelen voor het uit de groeven verwij -deren van de stokjes elk afzonderlijk bestuurbaar zijn. Hierdoor wordt bereikt, dat haperingen van de in het voorgaande genoemde soort snel kunnen worden opgeheven, omdat het toe-40 voeren van stokjes naar de middelen voor het aanbrengen van 8403631 % -3- , .
de stokjes naar de positie, waar de hapering is opgetreden, snel kan worden gestopt. Het betreffende aanbrengorgaan kan snel opnieuw tot functioneren worden gebracht, terwijl door het herstarten van de organen voor het verwijderen van de 5 stokjes, welke behoren bij de betreffende positie, het correct aanbrengen van de stokjes snel kan worden hervat.
In een voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uitvinding bevatten de middelen voor het uit de groeven verwijderen van de stokjes een schudorgaan op elke posi-10 tie alsmede een elektromagneet die, in zijn geactiveerde toestand, het schudorgaan buiten de bewegingsbaan van een acti-veringsorgaan moet houden, dat de schudorganen moet spannen en loslaten, en dat bovendien een besturingsorgaan is voorzien voor het afzonderlijk activeren van de elektromagneten.
15 Een dergelijke uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding biedt een precieze geleiding van de middelen voor het uit de groeven verwijderen van de stokjes terwijl het schudorgaan gelijktijdig een snel verwijderen van de stokjes uit de groeven mogelijk maakt. In. verband hiermee 20 wordt opgemerkt, dat onder de term "geactiveerde toestand", zoals deze in het voorgaande is gebezigd, zowel de gemagnetiseerde als de niet-gemagnetiseerde toestand van de elektromagneten moet worden verstaan omdat beide toestanden kunnen worden gebruikt. Het heeft echter de voorkeur, om de geacti-25 veerde toestand te verkrijgen gedurende magnetisatie, omdat de werking hierbij preciezer zal zijn.
Er zijn inrichtingen voor het aanbrengen van stokjes bekend, waarbij de middelen voor het in de vriesbakjes aanbrengen van de stokjes drukstangen omvatten, die in verti-30 cale richting beweegbaar zijn door middel van een op en neer bewegend aandrijforgaan, waarmee de drukstangen losneembaar zijn verbonden, zodat een drukstang, wanneer een aan te brengen stokje zou blokkeren, door het.aandrijforgaan wordt losgelaten en door het aandrijforgaan naar een hogere positie 35 dan de normale opgetilde positie van de betreffende drukstang wordt bewogen. Dergelijke inrichtingen, voor. het aanbrengen van stokjes worden bijvoorbeeld vervaardigd door aanvraagster. Deze bekende inrichtingen zijn echter niet voorzien van toevoerorganen, die groeven bezitten voor het opnemen van de 40 stokjes om deze stokjes naar de in het voorgaande genoemde 8403631 s' * -4— t vooraf vastgestelde posities te bewegen.
Indien een dergelijke bekende inrichting volgens een handige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt voorzien van afzonderlijk bestuurbare middelen 5 voor het uit dergelijke groeven verwijderen van stokjes, bevat de inrichting een fotocel-opstelling, waarvan de lichtstraal zodanig is gericht dat hij zal worden onderbroken door een boven zijn normale positie uit opgetilde drukstang, en die is verbonden met een alarminrichting. Door middel van een 10 dergelijke uitvoeringsvorm wordt bereikt, dat de aandacht van een persoon, die toezicht houdt op de inrichting, snel zal worden gevestigd op de toestand van de inrichting, zodat deze persoon kan ingrijpen, bijvoorbeeld door de middelen voor het verwijderen van de stokjes uit de toevoerorganen in de posi-15 tie waarbij de betreffende drukstang behoort te desactiveren.
In een met voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, waarbij de middelen voor het in de vriesbakjes aanbrengen van de stokjes druk-stangen omvatten, zoals in het voorgaande is beschreven, is 20 een contact aangebracht voor elke drukstang, welke contacten zodanig zijn geplaatst, dat zij worden geactiveerd door de corresponderende drukstang wanneer deze boven zijn normale positie uit wordt opgetild, waarbij elk contact is verbonden met de elektromagneet van de corresponderende drukstang voor 25 het in de geactiveerde positie van het betreffende contact activeren van deze elektromagneet. Met behulp van deze uitvoeringsvorm wordt bereikt, dat de betreffende inrichting geheel automatisch de toevoer van stokjes naar die drukstang zal stoppen, waar een verstopping of een ander mankement op-30 treedt.
In een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding bevatten de. toevoerorganen over hun, met de vooraf vastgelegde posities corresponderende, lengte een aantal groeven, welk aantal tenminste het dubbele be-35 draagt van het aantal middelen voor het uit de groeven verwijderen van de stokjes. Door middel van een dergelijke uitvoeringsvorm wordt bereikt, dat de toevoerorganen met een in verhouding lage snelheid ten opzichte van de werksnelheid van de corresponderende vriesinstallatie kunnen werken.
40 De uitvinding zal hierna aan de hand van de teke- 8403631 -5- . . a m ning nader worden toegelicht.
Pig. 1 is een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van de inrichting voor het aanbrengen van stokjes volgens de uitvinding, 5 Fig. 2 is een doorsnede volgens de lijn II-II in fig. it
Fig. 3A en 3B tonen op grotere schaal een vooraanzicht van de Inrichting volgens fig. 1,
Fig. 4 is een gedeelte van de doorsnede volgens de 10 lijn IV—IV in fig. 3A, waarbij een drukstang van de inrichting wordt getoond in zijn aangrijpstand,
Fig. 5 is een aanzicht overeenkomstig fig. 4, waarin de drukstang echter buiten aangrijping is,
Fig. 6 is een doorsnede volgens de lijn VI-VI in 15 fig. 4,
Fig. 7 toont op grotere schaal een schudorgaan voor de getoonde inrichting, en
Fig. 8 toont schematisch een gedeelte van een be-sturingsinrichting voor de getoonde inrichting.
20 In de tekening is een gestel 1 voor de inrichting weergegeven, welke inrichting een toevoerorgaan 2 bezit met groeven 3 voor het toevoeren van stokjes 4 naar vooraf vastgelegde posities, die in fig. T zijn weergegeven met de nummers 5,6,7...16, dus in totaal twaalf posities. Volgens de 25 getoonde uitvoeringsvorm bestaat het toevoerorgaan uit een eindloos transportband met onderling gekoppelde,verbindingen, waarbij de groeven 3 op regelmatige afstanden liggen. De transportband strekt zich uit rond een eind-omkeerrol, die in het linker gedeelte van fig. 1 is aangebracht in het gestel 30 1, maar die omwille van de duidelijkheid niet is getoond. In verband hiermee wordt opgemerkt, dat in de doorsnedetekening van fig. 2 slechts het bovenste gedeelte van de betreffende transportband 2 is getoond. De transportband arriveert vanaf de rechter zijde in fig, 1, nadat deze is voorzien van stok-35 jes door middel van een stokjestoevoerorgaan, dat.op zichzelf bekend is en derhalve niet nader is getoond.
Ter plekke van elke positie 5,6,7...16 zijn middelen aangebracht voor het vanaf de band 2 verwijderen van de stokjes 4. In elke positie omvatten deze middelen een schud-40 orgaan 17, dat hierna nader zal worden toegelicht. Deze 8403631 . -6- schudorganen 17 dienen, gedurende elke stap van de inrichting, voor het in een corresponderende stokjesgeleiding schudden van een stokje 4, dat tegenover een dergelijk schud-orgaan is geplaatst. De stokjesgeleidingen zijn voorzien van 5 het nummer 18. Elke geleiding gaat over in een geleidings-glijbaan 19, die in fig. 2 is weergegeven, en welke gelei-dingsglijbanen 19 op gelijke afstanden van elkaar evenwijdig aan elkaar verlopen. De geleidingsglijbanen 19 zijn samen verzwenkbaar vanuit de in fig. 2 in doorgetrokken lijnen ge-10 toonde positie naar een in hoofdzaak verticale positie, welke in fig. 2 door gestippelde lijnen wordt weergegeven. Teneinde de geleidingsglijbanen te kunnen verzwenken, is een verzwenk-orgaan aangebracht, dat bestaat.uit twee cilinder-zuigersa-menstellen 20, namelijk ëën aan elk uiteinde van de inrich-15 ting. Door een dergelijke verzwenking van een geleidingsglij-baan zal een daarin geplaatst stokje in een verticale gelei-dingsgroef 21 in een corresponderend geleidingshuis 22 worden aangebracht.. Elk van de geleingshuizen is verticaal vastgemaakt aan het gestel van de inrichting, namelijk door middel 20 van een klem 24 aan een dwarsstang 23.
Bovendien bevat de inrichting middelen 26 voor het in een rij vriesbakjes 27 aanbrengen van de stokjes, van welke middelen er één is weergegeven in fig. 2. De vriesbakjes 27 zijn in rijen in een vriesinstallatie (die niet nader is 25 weergegeven) geplaatst, waarbij de rijen zich in radiale richting in een tafel van een roterende vriesinstallatie kunnen uitstrekken, of waarbij de rijen zich onderling evenwijdig kunnen uitstrekken bij andere typen van vriesinstallaties samen waarmee de -getoonde inrichting kan, worden toegepast.
30 Uit de hierna volgende toelichting wordt duidelijk, dat de geleidingshuizen 22 in een rij zijn geplaatst en dat de inrichting dientengevolge de stokjes in een.corresponderende rij van vriesbakjes 27 kan aanbrengen wanneer, deze laatste in de in fig. 2 weergegeven positie zijn geplaatst.
35 In de geleidingsgroef 21 .van elk huis is beweegbaar' een drukstang 28 aangebracht, die op en neer kan worden bewogen door middel van een aandrijforgaan 29. Het aandrijforgaan bestaat uit een balk 30 met een U-vormige dwarsdoorsnede, welke balk 30 zich langs de voorzijde van de inrichting uit-40 strekt, zoals blijkt uit de fig. 3A en 3B. Elk der uiteinden 8403631 -7- van de balk is verbonden met het onderste uiteinde van een heugel 31 resp. 32, die beweegbaar zijn aangebracht in stationaire geleidingen 33 en 34, die worden ondersteund door het gestel van de inrichting. Een rondsel 35 is in aangrij-5 ping met elke heugel 31 resp. 32. Van de rondsels 35 is er slechts één in fig. 2 weergegeven. De rondsels zijn onderling verbonden door middel van een synchronisatieas 36, die zich buitenwaarts van de geleidingen 34 uitstrekt, zoals in het rechter gedeelte van fig. 3B is weergegeven. Hêt zich buiten-10 waarts uitstrekkende uiteinde van de as 36 draagt een tandwiel (niet getoond) dat in aangrijping is met een heugel, die op en neer beweegbaar is, zodat de as 36 afwisselend in de richting van de klok en tegengesteld aan de richting van de klok wordt geroteerd. Tijdens het overbrengen van deze bewe-15 gingen naar de heugels 31 en 32 wordt de balk 30 en overeenkomstig tevens de drukstangen 28 op en neer bewogen. Zoals blijkt uit fig. 4 in samenhang met de doorsnede IV-IV in fig. 3A, wijzen de flenzen 38 en 39 van de balk 30, gezien vanaf de voorzijde van de in fig. 3A en fig. 3B getoonde inrich-20 ting, binnenwaarts. Aan de voorzijde is elke drukstang 28 voorzien van een drukklauw 40 in de vorm van een‘zich verticaal uitstrekkende schuif, die zich, zoals blijkt uit fig. 5, ten opzichte van het voorvlak van de inrichting buitenwaarts uitstrekt. In de aangrijppositie van een drukstang 28 is de 25 schuif van de drukstangen in aangrijping met een verende holte 44, zie fig. 6, die is aangebracht in twee onderling naar elkaar toe gerichte benen van twee L-vormige klemdelen 41. De klemdelen 41 van elk paar zijn meegevend met elkaar verbonden door middel van een bout 42, om de as waarvan een veer is 30 geplaatst. De andere uiteinden van de L-vormige klemdelen 41 zijn door een hoekuitsparing 43 in de onderste flens 38 van de balk 30 gevoerd. Elk der uiteinden van de klemdelen 41 is gespannen door een drukveer 45, waarbij de afstand tussen de drukveren 45 voldoende groot is voor het daar tussendoor voe-35 ren van een drukklauw 40. Aan de tegenover gelegen zijde van deze ruimte is in de bovenste flens 39 van de balk 30 een hoekuitsparing 46 aangebracht. Zoals is getoond In fig. 4 bevindt de drukklauw 40 van elke drukstang 28 zich in het normale geval in de corresponderende holte 44 tussen de klemde-40 len 41. Wanneer een drukstang 28 echter een relatief hoge 8403631 ; , -8- weerstand ondervindt gedurende de benedenwaartse beweging, wordt de drukklauw 40 van een dergelijke drukstang uit de holte 44 gedrukt en zal de betreffende drukstang 28 zijn positie handhaven, terwijl de balk 30 zijn benedenwaartse bewe-5 ging voortzet. Gedurende de daarop volgende bovenwaartse beweging van de balk zal de onderste rand van de drukklauw 40 tegen de omhoog gerichte uiteinden van. de klemdelen 41 aanslaan en zal de betreffende drukstang dientengevolge naar een hoger niveau worden opgetild dan het bereikte niveau van de 10 drukstang gedurende de normale werking daarvan. Een dergelijke opgetilde positie is in fig. 5 weergegeven.
Gedurende de benedenwaartse beweging zal elke drukstang 28 in het normale geval aanslaan tegen een stokje, dat is geplaatst in de geleidingsgroef 21 en dit stokje voor zich 15 uit in het vriesbakje 27 drukken, dat onder de geleidingsgroef 21 is geplaats, waarbij een dergelijk stokje derhalve in het gedeeltelijk bevroren materiaal, dat zich in een dergelijk vriesbakje bevindt, zal worden aangebracht. Het is echter mogelijk, dat een stokje onder dergelijke omstandigheden 20«blokkeert, en indien dit het geval is zal de betreffende drukstang 28 een hogere weerstand ontmoeten, zoals in het voorgaande is toegelicht, waarbij de ontkoppeling van de drukstang, zoals is uiteengezet, zal plaatsvinden.
Een dergelijke blokkering zal dientengevolge door 25 het optillen van de betreffende drukstang boven de balk 30 uit, zoals in fig. 5 is getoond, worden aangeduid.
Om te verhinderen dat een stokje onder invloed van zijn eigen gewicht uit een geleidingsgroef 21 valt waarin hij is aangebracht, is een smalle pal aan het onderste uiteinde 30 van elke geleidingsgroef 21 aangebracht, welke pal een stokje tegenhoudt, dat is aangebracht in de geleidingsgroef.. Bovendien is ter plaatse van het onderste uiteinde van elke groef 21 zwenkbaar een lip 49 aangebracht, waarbij de pal 48 zodanig aan een dergelijke lip is bevestigd, dat de lip 49 vanuit 35 de in fig. 2 in doorgetrokken lijnen getoonde, positie wordt opgetild naar de door middel van gestippelde lijnen weergegeven positie gedurende de benedenwaartse beweging van een stokje. De inrichting is voorzien van een fotocel-opstelling, welke bestaat uit een aan één zijde geplaatste lamp en een 40 aan de tegenoverliggende zijde geplaatste fotocel, waarbij de 8403631 -9- Λ.
lippen 49 zich in de baan van de lichtstraal bevinden wanneer de lippen 49 de onderste positie innemen. Nadat de benedenwaartse beweging van de stokjes is begonnen wordt de fotocel-opstelling geactiveerd, en wanneer een van de lippen 49 niet 5 is opgetild ten gevolge van het ontbreken van een stokje in de corresponderende geleidingsgroef 21, zal in verband hiermee een zodanig signaal worden veroorzaakt dat de betreffende fout kan worden gecorrigeerd.
Elk schudorgaan 17 bevat, zoals in fig. 7 is weer-10 gegeven, een elektromagneet 50 en een.schudplaat 51, welke door middel van een leger 52, zie ook fig. 2, aan zijn bovenste uiteinde zwenkbaar is opgehangen. Tussen de schudplaat 21 .en een gesteldeel 53 is een veer 54 aangebracht alsmede een stang 55, die is verbonden met het anker van de elektromag-15 neet, en die zich door gaten 56 en 57 in het gesteldeel 53 resp. de schudplaat 51 uitstrekt.
Alle schudorganen worden geactiveerd door middel van een roteerbaar in het gestel van de inrichting onder de schudorganen geleide as 60, die twee diametraal en in de 20 lengterichting van de as 60 uitstekende vinnen 61 éh 62 bevat. De as 60 wordt via'een paldrijfwerk aangedreven door een cilinder-zuigersamenstel 64, waarbij telkens wanneer het ci-linder-zuigersamenstel 64 een verticaal omlaag gerichte slag uitvoert een kettingwiel 66, dat wordt aangedreven door het 25 paldrijfwerk 65 in fig. 2 één stap in de richting van de klok zal worden geroteerd. Het kettingwiel 66 drijft een ketting 67 aan, die in aangrijping is met het kettingwiel 68, dat is aangebracht op het ene uiteinde van de as 60. Gedurende de omhoog gerichte slag van het cilinder-zuigersamenstel 64 laat 30 het paldrijfwerk 65 het kettingwiel 66 onbeweeglijk. Gedurende elke dergelijke aandrijfbeweging wordt de as 60 over een hoek van 180®, in fig. 7 gezien in de richting van de klok, geroteerd, namelijk vanuit een positie waarin de vinnen 61 en 62 verticaal op één lijn zijn gelegen naar een positie, waar-35 in dit eveneens het geval is.
De veren 54 houden het onderste uiteinde van elke schudplaat 51 in contaöt met die vin 61, 62, die op het betreffende tijdstip de hoogst gelegen positie bezit. De schudorganen zijn zodanig uitgevoerd, dat de schudplaten 51 in de 40 in fig. 7 getoonde stand het juist mogelijk maken, dat de / 8403631 ; * -ιο- stokjes 4, die door de transportband 2 worden gedragen/ de schudplaten passeren.
Nadat de transportband 2 naar een positie is bewogen, waarin een stokje 4 tegenover elke positie 5,6,7...16 is 5 geplaatst, wordt het cilinder-zuigersamenstel 64 geactiveerd, waarbij de as 60, zoals is -uiteengezet, een halve omwenteling zal uitvoeren. Daarbij zal, zie fig. 7, de vin 61 de schudplaten 51 in fig. 7 naar rechts bewegen, waarbij gelijktijdig de corresponderende veren 54 worden gespannen. Op het ogen-10 blik, dat de betreffende vin de onderste randen van de schudplaten 51 loslaat, zullen deze laatstgenoemden plotseling in fig. 7 naar links verzwenken onder invloed van de veren 54, waarbij de platen 51 dientengevolge de uiteinden van de tegenover de betreffende schudorganen geplaatste stokjes 4 zul-15 len schudden. Deze schudbeweging is beëindigd voordat de andere vin van de as 60 is geroteerd naar de positie, welke de vin 61 in fig. 7 inneemt. Nadat de rotatie heeft plaatsgevonden, zal de aldaar arriverende vin de schudplaten 51 in de in fig. 7 getoonde positie vasthouden.
20 De in het voorgaande beschreven schudbeweging zal telkens een van de stokjes in elk der stokjesgeleidingen 18 schudden, waarna de stokjes van daaruit in benedenwaartse richting in elk der geleidingsglijbanen 19 bewegen, waarna deze glijbanen 19 gereed zijn voor het aanbrengen van de 25 stokjes in de geleidinggroeven, zoals in het voorgaande is toegelicht.
In fig. 7 is het eigenlijke schudorgaan weergegeven in de vorm van een schudplaat 51 en. een veer 54, maar het is duidelijk, dat hetzelfde effect kan worden bereikt door 30 aan hun bovenste uiteinde vastgemaakte veren in plaats van schudplaten 51.
Bij de getoonde inrichting hoort een elektrisch be-sturingsorgaan 70 met twaalf uitgangena,b,c,...1, zie fig. 8. De uitgangen zijn door middel van niet getoonde geleiders elk 35 verbonden met een der elektromagneten 17 in de posities 5,6, 7...16. Het besturingsorgaan 70 bevat bovendien een aantal knoppen 71, die namelijk corresponderen met het aantal elektromagneten. Wanneer een persoon, die toezicht houdt over de inrichting, een verstoring van de werking opmerkt, meer in 40 het bijzonder een opgetilde drukstang zoals in het voorgaande 8403631 -11- is beschreven, zal hij de drukknop 71 van de corresponderende elektromagneet indrukken, waarbij de betreffende elektromagneet wordt geactiveerd en zijn anker 55 aantrekt, bijvoorbeeld in fig. 7 naar rechts, waarbij een aanslag 73 op de be-5 treffende ankerstang de corresponderende schudplaat 51 in fig. 7 naar rechts verzwenkt, namelijk naar een positie, waarin de onderrand van de corresponderende schudplaat 51 buiten de bewegingsbaan van de uiteinden van de vinnen 61 en 62 is geplaatst. Dientengevolge zal tijdens de volgende stap 10 van de werking van de inrichting ter plaatse van deze positie geen stokje naar de transportbaan 2 worden geschud. Derhalve zal een dergelijk stokje door de transportband 2 langs de rij schudorganen worden getransporteerd.
Teneinde de toezicht houdende persoon te informeren 15 omtrent de optredende fout, bevat de getoonde uitvoering van de inrichting een fotocel-opstelling met een lamp 74, zie fig. 3A, en een fotocel 75, zie fig. 3B. De baan van de stralen van deze fotocel-opstelling verloopt onmiddellijk boven de bovenste uiteinden van de drukstangen 28, wanneer deze hun 20 normale hoogste positie innemen. Wanneer een drukstang echter, zoals in het voorgaande is uiteengezet, zodanig wordt vrijgemaakt, dat deze de in fig. 5 getoonde positie inneemt, zal de betreffende drukstang de lichtstraal van de fotocel-opstelling doorbreken en wordt een waarschuwingssignaal ver-25 oorzaakt. De toezicht houdende persoon ziet nu, welke drukstang is vrijgemaakt en activeert de corresponderende elektromagneet door op de corresponderende knop 71 te drukken. In plaats van een dergelijke fotocel-opstelling kan de inrichting, zoals is weergegeven door middel van. A,B,C,D,E... in 30 fig. 3A, zijn uitgerust met een aantal contacten, die zich onmiddellijk boven elke drukstang 28 in de normaal hoogste positie van deze bevinden. Wanneer een drukstang zoals is toegelicht wordt vrijgemaakt, zal hij het corresponderende contact sluiten. De contacten A,B,C... zijn door middel van 35 geleiders (niet getoond) verbonden met corresponderende uitgangen A,B,C... van het besturingsorgaan 70, zie.fig. 8. In ~ dit laatste geval is het besturingsorgaan 70 zodanig uitgevoerd, dat wanneer een van de contacten A,B,C... is gesloten, de corresponderende elektromagneet via zijn verbinding met 40 het besturingsorgaan 70 door middel van de uitgangen A,B,C....
/ 8403631 ; c -12- daarvan, zoals in het voorgaande is toegelicht, zal worden geactiveerd. In het laatste geval zijn elektrische lampen toegepast in plaats van de drukknoppen 71 en overeenkomstig de hiervoor genoemde werkingswijze zal de lamp die correspon-5 deert met het contact A,B,C... worden ingeschakeld, waarbij de persoon die toezicht houdt onmiddellijk wordt geïnformeerd ten aanzien van welke drukstang is vrijgemaakt, waardoor hij onmiddellijk de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen kan nemen om de fout te corrigeren.
10 Een dergelijke fout in het functioneren zal in de meeste gevallen bestaan uit het blokkeren van een stokje in een geleidingsgroef 21. Een dergelijke blokkering kan bijvoorbeeld plaatsvinden omdat het onder de geleidingsgroef 21 geplaatste vriesbakje 27 reeds een bevroren, lichaam bevat.
15 Dit kan gebeuren, wanneer het uitnemen van een dergelijk bevroren lichaam niet heeft plaatsgevonden. Een bevroren lichaam zal het aanbrengen van het betreffende stokje verhinderen, en dientengevolge zal de corresponderende drukstang geen stokje aanbrengen. Hierdoor wordt het onderste uiteinde van 20 de drukstang tegengehouden of naast het bovenste .uiteinde van het betreffende stokje gedrukt. Wanneer de drukstang wordt tegengehouden zal het losmaken daarvan op de in het voorgaande beschreven wijze plaatsvinden, terwijl wanneer de drukstang naast het betreffende stokje wordt gedrukt tenminste 25 een blokkering zal plaatsvinden wanneer de betreffende drukstang het volgende stokje omlaag tracht te drukken. Teneinde de stokjes in de genoemde gevallen op eenvoudige wijze uit de betreffende geleidingsgroef 21 te kunnen verwijderen, is een deur 76 tegenover elke geleidingsgroef 21 aangebracht. Elke 30 deur 76 scharniert om zijn onderste uiteinde 77 en is voorzien van een handvat 78 terwijl, zoals uit fig. 2 blijkt, het inwendige oppervlak van de deur gekromd is. Een deur wordt geopend door deze in de richting van de pijl 79 in fig.. 2 te verzwenken totdat deze deur een positie inneemt., waarin deze, 35 in fig. 2 naar links, omlaag helt.. Geblokkeerde stokjes kunnen op eenvoudige wijze uit de geleidingsgroef 21 worden verwijderd door de betreffende deur, en wanneer de. toezicht houdende persoon de deur, die toegang verschaft tot een geblokkeerde geleidingsgroef 21, opent voordat. hij de corresponde-40 rende elektromagneet activeert, kunnen de stokjes, die worden 8403631 -13- toegevoerd voordat de betreffende magneet is geactiveerd, ten gevolge van het gekromde inwendige oppervlak van de deuren uit de geleidingsgroef worden geleid.
Nadat de betreffende geleidingsgroef is leeggemaakt 5 kan de corresponderende drukstang opnieuw worden aangebracht * door een slag op het bovenste uiteinde daarvan, wanneer de balk 30 de bovenste positie inneemt. Hierbij wordt de druk-klauw 40 in benedenwaartse richting tussen de klemdelen 41 gedrukt en opgesloten in de holte 44, waarna hij opnieuw zal 10 deelnemen aan de op en neer beweging van de balk.
Zoals echter blijkt uit fig. 2 en is weergegeven in fig. 5, kan de inrichting zijn voorzien van een tegenhoudbalk 80 met een hoekige dwarsdoorsnede welke balk aan zijn uiteinde zwenkbaar is ondersteund en is verbonden met het ene uit-15 einde van een hefboom 81, waarvan het andere uiteinde scharnierend is verbonden met een knieverbindingsorgaan 82, 83, waarvan de knie is verbonden met een cilinder-zuigersamenstel 84. In de geïnactiveerde stand uit fig. 2 is één flens van de tegenhoudbalk 80 geplaatst buiten de bewegingsbaan, die het 20 bovenste uiteinde van een drukstang zal volgen gedurende het laatste gedeelte van de omhoog gerichte beweging wanneer de drukstang is vrijgemaakt. Dientengevolge zal de tegenhoudbalk 80 geen invloed uitoefenen op het doen ontstaan van het in het voorgaande genoemde waarschuwingssignaal. Wanneer ech-25 ter het opnieuw aangrijpen van een drukstang wordt gewenst, wordt het cilinder-zuigersamenstel 84 zodanig geactiveerd, dat de bovenste flens van de tegenhoudbalk 80 zich in de bewegingsbaan van de vrijgemaakte drukstangen, zie fig. 5, zal uitstrekken zodat de tegenhoudbalk 80 een vrijgemaakte druk-30 stang omlaag naar zijn normaal hoogste stand zal drukken. Ten gevolge hiervan zal de drukklauw 40 van de betreffende drukstang in de betreffende holte 44 worden opgesloten gedurende de volgende omhoog gerichte slag van de balk 30.
Zoals blijkt uit fig. 1, zijn naast de posities 5, 35 6,7...16 meer dan twee keer'zoveel groeven. 3 geplaatst dan het dubbele aantal van de posities. Bovendien zijn de posities niet equidistant aangebracht, omdat de afstand tussen de posities overeenkomt met het dubbele of het drievoudige van de afstand tussen de groeven 3. Bovendien is 40 zichtbaar, dat niet alle groeven 3 bij aankomst van de /’ 8403631 -14- transportband in de getoonde inrichting zijn voorzien van stokjes, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de twee lege groeven 3 in het.rechter gedeelte van de transportband in fig. 1. De reden voor deze opstelling is, dat samen met de in de teke-5 ning getoonde uitvoering van de inrichting een speciaal stok-jesaanvoerorgaan wordt toegepast voor het aan de band 2 toevoeren van stokjes vanuit een stokjesopslagplaats. Wanneer een dergelijk stokjesaanvoerorgaan in werking is, voorziet dit de band 2 met een groter aantal stokjes dan het aantal 10 stokjes, dat wordt gebruikt door de inrichting. Voordat de band ter plaatse van de getoonde inrichting arriveert, worden overbodige stokjes verwijderd en getransporteerd naar een bufferopslag. Wanneer deze bufferopslag is gevuld met stokjes wordt het stokjesaanvoerorgaan gestopt, waarna de transport-15 band stokjes ontvangt vanuit de bufferopslag totdat deze een signaal naar het stokjesaanvoerorgaan stuurt, dat vervolgens opnieuw in overvloed stokjes aan de transportband toevoert.
Op deze wijze wordt er voor gezorgd, dat er altijd een juist aantal stokjes aan de band 2 wordt toegevoerd en dat de stok-• 20 jes volgens het gewenste patroon zijn aangebracht. Dit patroon hangt af van het aantal posities 5,6,7...16 en de onderlinge afstanden tussen de posities. Volgens de in de tekening, getoonde uitvoeringsvorm, wordt de band 2 tussen elke, door de schudorganen voor de stokjes naar de middelen voor 25 het aanbrengen van de stokjes uitgevoerde, transportbewerking over een afstand, die overeenkomt met vijftien keer de afstand tussen de groeven, bewogen, üit fig. 1 blijkt, dat wanneer het verwijderen van stokjes vanaf de band wordt uitgevoerd gedurende de volgende schudbewerking, alle stokjes, die 30 links van het stokje, dat zich tussen de posities 9 en 10 bevindt, zullen worden verwijderd. Dit is natuurlijk ook van toepassing op de stokjes, die tegenover de posities 5,6,7,8 en 9 zijn geplaatst. Dientengevolge zullen, op de band de volgende stokjes achterblijven: een stokje tussen de posities 10 35 en 9, een stokje tussen de posities 9 en 8,. een stokje rechts van de positie 8 gevolgd door twee lege groeven, een stokje tussen de posities 7 en 6, een stokje tussen de posities 6 en 5 en een stokje onmiddellijk rechts van de positie 5. Wanneer de band nu over een afstand van vijftien keer de afstand tus-40 sen de groeven naar links in fig. 1 wordt bewogen, zal het 8403631 -15- * " .
stokje, dat zich in fig. 1 tussen de posities 10 en 9 bevindt, tegenover de positie 16 worden geplaatst, waarbij het volgende stokje tegenover de positie 15, en het daaropvolgende stokje tegenover de positie 14 wordt geplaatst, waarbij de 5 stokjes, in het kort gezegd, het in fig. 1 getoonde patroon zullen bieden. Teneinde de ongelijke afstand tussen de posities 5,6,7...16 te compenseren, zijn een aantal stokjesgelei-dingen 18 enigszins hellend aangebracht, zoals zichtbaar is in het bovenaanzicht van fig. 1, teneinde het transporteren 10 van de stokjes naar de geleidingshuizen 22 mogelijk te maken, welke geleidingshuizen 22 een gelijke afstand bezitten, omdat, zoals duidelijk is, de afstand tussen de geleidingshuizen overeen moet komen met de afstand tussen de vriesbakjes in elke rij.
'é 8403631

Claims (5)

1. Inrichting voor het aanbrengen van stokjes (4) in vriesbakjes (27) ,. die in rijen in een vries installatie zijn gerangschikt, voorzien van toevoerorganen (2) met groeven voor het opnemen en naar vooraf vastgelegde posities (5, 5 6,7...16) voeren van de stokjes (4) en middelen (17,50) voor het uit de groeven (3) verwijderen van de stokjes (4) alsmede middelen (28,30) voor het in een rij van vriesbakjes (27) aanbrengen van de stokjes (4), m e t het kenmerk, dat de middelen (17,50) voor het uit de groeven (3) verwijde-10 ren van de stokjes (4) elk afzonderlijk bestuurbaar zijn.
2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het k e n m e r k, dat de middelen voor het uit de groeven (3) verwijderen van de stokjes (4) een schudorgaan (17) op elke positie (5,6,7...16) bevatten alsmede een elektromagneet (50) 15 die, in zijn geactiveerde toestand, het schudorgaan (17) buiten de bewegingsbaan van een activeringsorgaan (60-68) moet houden, dat de schudorganen moet spannen en loslaten, en dat • bovendien een besturingsorgaan is voorzien voor het afzonderlijk activeren van de elektromagneten (50). 20
3. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de mid delen (28,30) voor het in de vriesbakjes (27) aanbrengen van de stokjes (4) drukstangen (28) omvatten, die in verticale richting beweegbaar zijn door middel van een op en neer bewegend aandrijforgaan (30,31,32), waarmee.de drukstangen los-25 neembaar zijn verbonden, zodat een drukstang, wanneer een aan te brengen stokje zou blokkeren, door het aandrijforgaan wordt losgelaten en door het aandrijforgaan naar een hogere positie dan de normale opgetilde positie van de betreffende drUkstahg (28) (fig. 5) wordt bewogen, met het ken-30 m e r k, dat de inrichting een fotocel-opstelling (74,75) bevat, waarvan de lichtstraal zodanig is gericht dat hij zal worden onderbroken door een boven zijn normale positie uit opgetilde drukstang (28), en die is verbonden met een alarm-inrichting. 35
4. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de mid delen (28,30) voor het in de vriesbakjes (27) aanbrengen van de stokjes (4) drukstangen (28) omvatten,, die in verticale richting beweegbaar zijn door middel van een op en neer bewe- 8403631 * 4 -17- , .5 gend aandrijforgaan (30,31,32), waarmee de drukstangen losneembaar zijn verbonden, zodat een drukstang, wanneer een aan te brengen stokje zou blokkeren, door het aandrijforgaan wordt losgelaten en door het aandrijforgaan naar een hogere 5 positie dan de normale opgetilde positie van de betreffende drukstang (28) (fig.
5) wordt bewogen, met het kenmerk, dat een contact (A,B,C...) is aangebracht voor elke drukstang (28), welke contacten zodanig zijn geplaatst, dat zij worden geactiveerd door de corresponderende drukstang 10 (28) wanneer deze boven zijn normale positie uit wordt opgetild (fig. 5), waarbij elk contact (A,B,C...) is verbonden met de elektromagneet (50)' van de corresponderende drukstang (28) voor het in de geactiveerde positie van het betreffende contact (A,B,C...) activeren van deze elektromagneet (50). 15 5o Inrichting volgens conclusie 3 of 4, m e t het kenmerk, dat de toevoerorganen (2) over hun, met de vooraf vastgelegde posities (5,6,7...16) corresponderende, lengte een aantal groeven (3) bevatten, welk aantal tenminste het dubbele bedraagt van het aantal middelen (17, 50) voor 20 het uit de groeven (3) verwijderen van de stokjes (4). .<' c 8403631
NL8403631A 1983-12-05 1984-11-29 Inrichting voor het aanbrengen van stokjes in vriesbakjes. NL8403631A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DK559483A DK149299C (da) 1983-12-05 1983-12-05 Apparat til brug ved indsaetning af pinde i fryselommer
DK559483 1983-12-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8403631A true NL8403631A (nl) 1985-07-01

Family

ID=8143792

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8403631A NL8403631A (nl) 1983-12-05 1984-11-29 Inrichting voor het aanbrengen van stokjes in vriesbakjes.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US4592709A (nl)
JP (1) JPS60248138A (nl)
BE (1) BE901176A (nl)
CA (1) CA1222164A (nl)
DE (1) DE3443781A1 (nl)
DK (1) DK149299C (nl)
FR (1) FR2563085B1 (nl)
GB (1) GB2150541B (nl)
IT (1) IT1178708B (nl)
NL (1) NL8403631A (nl)
NO (1) NO157123C (nl)
SE (1) SE460635B (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DK171493B1 (da) * 1986-04-21 1996-12-02 Ntc Engineering Aps Mekanisme til overføring af pinde fra et magasin til en medbringer, samt apparat med en sådan mekanisme til isætning af pinde i iscremelegemer
JP5285175B1 (ja) * 2012-10-12 2013-09-11 森永製菓株式会社 スティック付き食品の製造方法及びスティック付き食品の差し込み状態是正装置
US11910800B2 (en) * 2018-05-07 2024-02-27 Automated Food Systems, Inc. Apparatus for preparing and cooking coated food articles impaled upon a stick
DK179834B1 (da) * 2018-06-21 2019-07-26 Gram Equipment A/S Pindiskyder for iscremeprodukter og fremgangsmåde til at indskyde en pind i iscremeprodukter

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1689879A (en) * 1928-10-30 Machine relating to the production of candy
US1735621A (en) * 1927-01-19 1929-11-12 Ideal Wrapping Machine Co Sucker-impaling machine
US2892423A (en) * 1957-07-22 1959-06-30 Robert T Glass Confection machines
US2953105A (en) * 1958-12-01 1960-09-20 Marlin B Rasmusson Frozen confection machine stick inserter
US3168216A (en) * 1962-06-25 1965-02-02 Universal Machine Co Inc Feeding mechanism for filling machine
US3221673A (en) * 1963-07-12 1965-12-07 Shelly Brothers Inc Stick inserting mechanism
US3478703A (en) * 1967-12-11 1969-11-18 Diamond Int Corp Stick inserter for confection machine
US3554138A (en) * 1968-09-09 1971-01-12 Robert Taylor Glass Stick conveyor and inserter for frozen confections
US3730661A (en) * 1970-10-26 1973-05-01 John Lewis Inc Stick inserter
DK149731C (da) * 1975-06-25 1989-01-16 Stormax Aps Apparat til isaetning af pinde i iscremelegemer
US4130936A (en) * 1977-08-11 1978-12-26 Champion International Corporation Stick handling and inserting method and apparatus
US4274531A (en) * 1979-09-21 1981-06-23 Whitmore Henry B Apparatus for orienting oblong articles
US4501365A (en) * 1981-10-26 1985-02-26 Industrial Automation Corp. Transfer system

Also Published As

Publication number Publication date
US4592709A (en) 1986-06-03
DK559483A (da) 1985-06-06
CA1222164A (en) 1987-05-26
DK559483D0 (da) 1983-12-05
IT8423895A1 (it) 1986-06-05
NO157123C (no) 1988-01-27
DK149299B (da) 1986-04-28
FR2563085A1 (fr) 1985-10-25
DK149299C (da) 1986-09-08
NO844841L (no) 1985-06-06
JPH0555100B2 (nl) 1993-08-16
DE3443781C2 (nl) 1993-02-25
DE3443781A1 (de) 1985-06-13
BE901176A (fr) 1985-03-15
GB2150541A (en) 1985-07-03
SE8406123D0 (sv) 1984-12-04
IT1178708B (it) 1987-09-16
GB2150541B (en) 1986-09-03
JPS60248138A (ja) 1985-12-07
SE460635B (sv) 1989-11-06
SE8406123L (sv) 1985-06-06
GB8429318D0 (en) 1984-12-27
NO157123B (no) 1987-10-19
IT8423895A0 (it) 1984-12-05
FR2563085B1 (fr) 1989-05-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1003057C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het aan-, afvoeren en overbrengen van voorwerpen, zoals vruchten.
DK2389330T3 (en) Hanging conveyor system for transporting packaging trays
US5290187A (en) Apparatus for suspending poultry from its legs
EP0145077A2 (en) Device for conveying chickens to a slaughtering plant
NL1004408C1 (nl) Inrichting voor het opnemen en afgeven van slachtdieren of delen daarvan.
US4478024A (en) Stack handling method and apparatus
NL8301756A (nl) Inrichting voor het opnemen van staafvormig materiaal.
JP2014039537A (ja) ソーセージ竿掛装置およびソーセージの竿掛方法
FR2593788A1 (fr) Appareil de stockage a alimentation continue
NL8403631A (nl) Inrichting voor het aanbrengen van stokjes in vriesbakjes.
CS271466B2 (en) Equipment for egg transportation
NL8003998A (nl) Inrichting voor het invoeren en voortbewegen van produkten over de platen van een koel- of vriesinrichting met horizontale koelplaten.
NL1013974C2 (nl) Inrichting voor het verwerken van slachtdieren of delen daarvan.
KR20010041431A (ko) 농산물 선별 이송 메커니즘
PL174631B1 (pl) Urządzenie do ustawiania kręgli
US5358090A (en) Automatic sorting apparatus
GB2349860A (en) Suspension conveyor system
US4597704A (en) Stack handling method and apparatus
NL8401182A (nl) Inrichting voor het uitlichten van in een vriesinstallatie in vormen bevroren artikelen.
EP1782693A1 (fr) Machine de chargement sur barres de saucissons, saucisses, et similaires frais
JPH0551124A (ja) 選別装置の供給装置
JPS6087114A (ja) 細長い食品製品を処理する装置および方法
BE1009180A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het planten van bollen.
JPH0532313A (ja) 選別装置の供給装置
US4989720A (en) Ice cream sandwich collating apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed