NL8401182A - Inrichting voor het uitlichten van in een vriesinstallatie in vormen bevroren artikelen. - Google Patents

Inrichting voor het uitlichten van in een vriesinstallatie in vormen bevroren artikelen. Download PDF

Info

Publication number
NL8401182A
NL8401182A NL8401182A NL8401182A NL8401182A NL 8401182 A NL8401182 A NL 8401182A NL 8401182 A NL8401182 A NL 8401182A NL 8401182 A NL8401182 A NL 8401182A NL 8401182 A NL8401182 A NL 8401182A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plate
articles
shaped parts
slide
molds
Prior art date
Application number
NL8401182A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Gram Brdr As
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gram Brdr As filed Critical Gram Brdr As
Publication of NL8401182A publication Critical patent/NL8401182A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23LFOODS, FOODSTUFFS, OR NON-ALCOHOLIC BEVERAGES, NOT COVERED BY SUBCLASSES A21D OR A23B-A23J; THEIR PREPARATION OR TREATMENT, e.g. COOKING, MODIFICATION OF NUTRITIVE QUALITIES, PHYSICAL TREATMENT; PRESERVATION OF FOODS OR FOODSTUFFS, IN GENERAL
    • A23L3/00Preservation of foods or foodstuffs, in general, e.g. pasteurising, sterilising, specially adapted for foods or foodstuffs
    • A23L3/36Freezing; Subsequent thawing; Cooling
    • A23L3/363Freezing; Subsequent thawing; Cooling the materials not being transported through or in the apparatus with or without shaping, e.g. in form of powder, granules, or flakes
    • A23L3/364Freezing; Subsequent thawing; Cooling the materials not being transported through or in the apparatus with or without shaping, e.g. in form of powder, granules, or flakes with packages or with shaping in form of blocks or portions
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23GCOCOA; COCOA PRODUCTS, e.g. CHOCOLATE; SUBSTITUTES FOR COCOA OR COCOA PRODUCTS; CONFECTIONERY; CHEWING GUM; ICE-CREAM; PREPARATION THEREOF
    • A23G9/00Frozen sweets, e.g. ice confectionery, ice-cream; Mixtures therefor
    • A23G9/04Production of frozen sweets, e.g. ice-cream
    • A23G9/22Details, component parts or accessories of apparatus insofar as not peculiar to a single one of the preceding groups
    • A23G9/221Moulds
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23GCOCOA; COCOA PRODUCTS, e.g. CHOCOLATE; SUBSTITUTES FOR COCOA OR COCOA PRODUCTS; CONFECTIONERY; CHEWING GUM; ICE-CREAM; PREPARATION THEREOF
    • A23G9/00Frozen sweets, e.g. ice confectionery, ice-cream; Mixtures therefor
    • A23G9/04Production of frozen sweets, e.g. ice-cream
    • A23G9/22Details, component parts or accessories of apparatus insofar as not peculiar to a single one of the preceding groups
    • A23G9/26Details, component parts or accessories of apparatus insofar as not peculiar to a single one of the preceding groups for producing frozen sweets on sticks
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23LFOODS, FOODSTUFFS, OR NON-ALCOHOLIC BEVERAGES, NOT COVERED BY SUBCLASSES A21D OR A23B-A23J; THEIR PREPARATION OR TREATMENT, e.g. COOKING, MODIFICATION OF NUTRITIVE QUALITIES, PHYSICAL TREATMENT; PRESERVATION OF FOODS OR FOODSTUFFS, IN GENERAL
    • A23L3/00Preservation of foods or foodstuffs, in general, e.g. pasteurising, sterilising, specially adapted for foods or foodstuffs
    • A23L3/36Freezing; Subsequent thawing; Cooling
    • A23L3/361Freezing; Subsequent thawing; Cooling the materials being transported through or in the apparatus, with or without shaping, e.g. in form of powder, granules, or flakes
    • A23L3/362Freezing; Subsequent thawing; Cooling the materials being transported through or in the apparatus, with or without shaping, e.g. in form of powder, granules, or flakes with packages or with shaping in form of blocks or portions

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Nutrition Science (AREA)
  • Devices That Are Associated With Refrigeration Equipment (AREA)
  • Confectionery (AREA)
  • Freezing, Cooling And Drying Of Foods (AREA)
  • Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)
  • Control And Other Processes For Unpacking Of Materials (AREA)

Description

NL 32.040-dV/Vo/rvdv s
Inrichting voor het uitlichten van in een vriesinstallatie in vormen bevroren artikelen
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het uitlichten van in een vriesinstallatie in vormen bevroren artikelen# welke inrichting middelen omvat voor het in de vormen brengen van vasthoudorganen, die in contact komen 5 met de artikelen, en middelen om de vasthoudorganen op te tillen teneinde de artikelen uit te lichten.
In de bekende inrichtingen van de in de aanhef genoemde soort, is het bekend om als vasthoudorganen stokjes voor ijslollies te gebruiken, die in het in de vormen gevulde 10 materiaal worden gestoken, waarbij de stokjes na het bevriezen en het gedeeltelijk losdooien van de ijslollies worden vastgegrepen en de ijslollies uit de vormen worden gelicht.
Bovendien is het bekend om als vasthoudorganen uit-lichtmiddelen te gebruiken, waarvan de onderzijdë is voorzien 15 van groeven. Deze uitlichtmiddelen worden bovenop het te bevriezen materiaal geplaatst nadat dit in de vormen is gebracht, en tijdens het vriesproces van het materiaal worden de betreffende artikelen aan de onderzijde van de uitlichtmiddelen vastgevroren, waarna de uitlichtmiddelen worden gebruikt voor 20 het uitlichten van de artikelen nadat deze ten opzichte van de vormen zijn losgedooid. De eerder beschreven uitlichtmiddelen zijn niet altijd evenzeer geschikt, omdat ze aan de ene kant voldoende moeten hechten aan de betreffende artikelen teneinde deze te kunnen optillen, terwijl aan de andere kant 25 het losdooien van de artikelen ten opzichte van de vormen niet tegelijkertijd moet leiden tot een verminderde hechting van de bevroren artikelen aan de uitlichtmiddelen.
De uitvinding beoogt, een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die genoemde bezwaren 30 niet heeft.
Hiertoe heeft de inrichting volgens de uitvinding het kenmerk, dat de vasthoudorganen voor elke vorm tenminste twee plaatvormige delen omvatten, die langs de inwendige oppervlakken van twee tegenover elkaar gelegen buitenste zij-35 wanden van een vorm in deze vorm brengbaar zijn. Deze, tenminste twee, plaatvormige delen zorgen voor een stevig vastvriezen van de plaatvormige delen aan de betreffende artikelen, 8401182 -2- I r en het risico dat de plaatvormige delen losdooien ten opzichte van de betreffende artikelen is minimaal, gezien het feit dat zich tussen de binnenzijde van de vormen en de buitenzijde van de plaatvormige delen geen materiaal bevindt, dat moet worden 5 gesmolten voordat de artikelen kunnen worden uitgelicht.
Om echter voor een nog beter contact tussen de vast-houdorganen en de artikelen te zorgen wanneer deze uit de vormen worden gelicht, is de onderste rand van éën plaatvormig deel voorzien van een vasthoudflens, die naar het tegenover-10 liggende plaatvormige deel is gericht. Dit heeft als voordeel, dat tegelijkertijd een goede aansluiting langs de omvang tussen de vasthoudorganen en de artikelen wordt verkregen gezien het feit, dat de vasthoudflens samen zal werken met een corresponderende uitsparing in de bevroren artikelen, terwijl 15 deze artikelen niet buiten aanraking met de vasthoudflens kunnen komen, omdat de tegenover elkaar liggende zijden van de artikelen worden gesteund door de aldaar geplaatste plaatvormige delen.
Om ervoor te kunnen zorgen, dat de vasthoudorganen 20 kunnen worden losgemaakt van de artikelen nadat deze uit de vormen zijn verwijderd, bevat de inrichting volgens een bijzonder gunstige uitvoering van de uitvinding een, om de as, die nagenoeg evenwijdig verloopt aan de horizontale richting van de plaatvormige delen in de uitlichtstand, zwenkbare glij-25 baan die, in verticale richting gezien, zijdelings ten opzichte van het, van een vasthoudflens voorziene, plaatvormige deel is geplaatst, welke glijbaan beweegbaar is vanuit een stand, waarin ze, in verticale richting gezien, zijdelings van de plaatvormige delen verloopt, naar een stand, waarin ze 30 hellend onder de plaatvormige delen in hun opgetilde positie verloopt. Hierdoor kan de glijbaan een schommelende beweging op de artikelen uitvoeren, zodat de verbinding tussen de vasthoudf lens en de daardoor gevormde uitsparing wordt losgemaakt.
Volgens een andere bijzonder voordelige uitvoering 35 van de inrichting volgens de uitvinding, is hieraan een transporteur toegevoegd , waarvan een uiteinde in de nabijheid van de plaatvormige delen is geplaatst, d.w.z. aan de van de glijbaan afgekeerde zijde, waarbij het uiteinde van de transporteur zich tevens in de nabijheid bevindt van het onderste uit-40 einde van de glijbaan in haar hellende stand. Dit betekent, 8401182 -3- , dat naast het losmaken van de bevroren artikelen ten opzichte van de plaatvormige delen, de glijbaan tevens zorgt voor een veilig transport van de losgemaakte artikelen vanaf de plaatvormige delen naar de transporteur.
5 Teneinde het losmaken van de plaatvormige delen ten opzichte van de bevroren artikelen verder te vergemakkelijken, is het mogelijk, dat de middelen voor het optillen van de plaatvormige delen zijn ontworpen voor het, na het uitlichten van de artikelen, uit elkaar bewegen van de tegenover elkaar 10 gelegen plaatvormige delen.
De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening waarin een uitvoeringsvoorbeeld is weergegeven.
Fig. 1A en 1B tonen een verticale doorsnede door een 15 uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding, langs de lijn I-I in fig. 4, waarbij echter voor de duidelijkheid enkele delen zijn weggelaten;
Fig. 2a en 2B tonen een bovenaanzicht van de inrichting uit fig. 1A en 1B; 20 Fig. 3 toont een verticale doorsnede door een vries- vorm, die een bevroren artikel bevat voordat dit is uitgelicht;
Fig. 4 toont een doorsnede volgens de lijn IV-IV in fig. 1B, met een gedeeltelijk uit zijn vorm gelicht bevroren artikel; 25 Fig. 5 toont een aanzicht volgens fig. 4, echter op een later tijdstip van het uitlichtproces;
Fig. 6 toont een aanzicht volgens de fig. 4 en 5 waarbij een nog later tijdstip in het uitlichtproces wordt getoond, en 30 Fig. 7 toont een verticale doorsnede door een vriesvorm"nadat het uitlichtproces is beëindigd.
In de figuren wordt een vriesvormdraagdeel 1 van een vriesinstallatie getoond. Dit deel draagt een rij vries-vormen 2, waarvan de fig. 1A en 1B slechts de twee uiterste 35 vormen tonen. Het vormdraagdeel 1 kan bestaan uit een tafel van een roterende vriesinstallatie, in welk geval de rij vries-vormen 2 radiaal uitsteekt ten opzichte van het middelpunt van de tafel en radiaal uitsteekt ten opzichte van andere overeenkomstige rijen vriesvormen. Het vormdraagdeel 1 kan echter ook 40 deel uitmaken van een vriesinstallatie van het type, waarin 8401182 -4- de rijen vriesvormen in evenwijdige rijen verlopen. Het is een kenmerk van de hier behandelde vriesinstallaties, dat zij diverse stations bevatten die de rijen vriesvormen tijdens het gebruik van de installatie passeren. Zo passeren de rijen vor-5 men een vulstation, waar de vormen worden gevuld met het te bevriezen materiaal, een dooigebied in de installatie, waar de bevroren artikelen worden losgedooid, en een uitlichtstation voor het uit hun vormen lichten van de artikelen. Het bevriezen wordt in het algemeen bereikt door een gekoelde vloeistof 10 of gekoelde lucht langs de buitenzijde van de vriesvormen te leiden.
De fig. 1A, 1B, 2A, 2B, 4, 5 en 6 tonen het uitlichtstation van de betreffende vriesinstallatie. Fig. 3 is een. verticale doorsnede in een richting loodrecht op een rij vries-15 vormen en door een van deze, waarin de toestand van de vriesvormen wordt getoond voordat deze bij de getoonde uitlichtin-stallatie komen. De transportrichting van het vormdraagdeel 1 is in fig. 1 aangegeven door de pijl 3. Zoals blijkt, is de vriesvorm 2 gevuld met een materiaal 4 dat reeds is bevroren 20 en een artikel vormt. De vriesvorm 2 komt in aanraking met dat gedeelte van de plaatvormige delen 5,. 6, dat in de stand, waarin de plaatvormige delen 5/ 6 in de vorm zijn gestoken, langs het binnenvlak van de twee tegenover elkaar gelegen zijwanden van de vorm liggen, namelijk de wanden van de vries-25 vorm 2, die in fig. 3 zijn weergegeven met de nummers 8 en 9. Zoals blijkt uit fig. 1A, die een verticale centrale doorsnede toont door de rij vriesvormen, neemt elke vriesvorm twee paren plaatvormige delen 5, 6 op. Er wordt echter op gewezen, dat het ook mogelijk is om één paar plaatvormige delen toe te 30 passen die voldoende breedte bezitten en die ver genoeg in de respectievelijke vriesvorm steken om een goede hechting te krijgen tussen deze vasthoudorganen en de bevroren artikelen. Fig. 3 toont, dat de onderste randen van de plaatvormige delen 5, die, gezien in de transportrichting 3 van de vormen, ach-35 terwaarts verlopen, een vasthoudflens 10 bevatten die in de richting van het tegenover gelegen plaatvormige deel 6 verloopt. Hierdoor wordt ervoor gezorgd, dat de vasthoudorganen 5, 6 stevig aangrijpen op het bevroren artikel, namelijk door middel van een stevige onderlinge verbinding, omdat de vast-40 houdorganen 10 zullen aangrijpen in corresponderende uitspa- 8401182 -5- * * ringen in de bevroren artikelen. In dit verband wordt erop gewezen, dat in de, in de tekening getoonde uitvoering, de plaatvormige delen 5, 6 zijn gevormd uit platen uit verenstaal met een dikte van 0,5 mm, en dat de vasthoudflenzen 10 een 5 hoek van 90° vormen met de belangrijkste delen van de plaatvormige delen 5.
Zoals blijkt uit fig. 3, zijn de bovenste uiteinden van de plaatvormige delen 5, 6 bevestigd aan de tegenover gelegen zijden van twee stangen 14, 15, waarvan de beide uitein-10 den zijn vastgemaakt aan een L-vormig grijpdeel. Fig. 1A en fig. 1B tonen de grijpdelen 16, 17 van de stang 14. Fig. 3 toont een grijpdeel 19 van de stang 15, terwijl fig. 2A het tweede grijpdeel 18 van de stang 15 toont. Zoals blijkt uit fig. 3, heeft elk grijpdeel een nagenoeg vierkante vorm, waar-15 bij de tegenover elkaar gelegen zijden van de grijpdelen 17 en 18 in de in fig. 3 getoonde stand van de stangen 14 en 15 dicht bij elkaar liggen , zodat tussen de plaatvormige delen 5 en 6 een ruimte wordt gevormd die nagenoeg gelijk is aan de dikte van de vriesvormen 2.
20 De grijpdelen zijn zodanig aan de uiteinden van de stangen 14, 15 vastgemaakt, dat de basis van elke L aan de bovenzijde is gelegen, zoals, met betrekking tot de grijpdelen 16, 17, duidelijk is te zien in de fig. 1A en 1B. Deze bases 20 zijn naar elkaar toe gericht en vormen een ruimte 21 (fig.
25 1A) tussen de bases en de corresponderende stang. Aan de van de bijbehorende stang afgerichte zijde is elk grijpdeel voorzien van een geleidingspen 23.
Zoals duidelijk blijkt uit de fig. IA - 2B, bestaat de uitlichtinrichting zelf uit twee einddelen 24 en 25, die 30 door middel van niet getoonde ondersteuningen in een vaste relatie ten opzichte van het uitlichtstation zijn aangebracht, met een onderlinge afstand die enigszins groter is dan de lengte van een rij vriesvormen 2. Omdat de twee einddelen in het algemeen identiek zijn, wordt hierna aan de hand van fig. 4 35 slechts één einddeel 25 verder toegelicht.
Aan de binnenzijde van het einddeel zijn vier verzonken geleidingsgroeven 26 - 29 aangebracht, die, wat betreft hun onderste gedeelte, evenwijdig aan elkaar verlopen, en die, wat betreft hun bovenste gedeelte, zijn gerangschikt in diver-40 gerende paren 26', 27' en 28', 29'. Van deze groeven nemen de 8401182 -6- t t binnenste geleidingsgroeven 27, 28 de geleidingspennen 23 van een paar stangen 14, 15 op, wanneer de bevroren artikelen 4 in een corresponderende rij vriesvormen 2 moeten worden uitgelicht. De groeven 26, 29 dienen voor de geleiding van de ge-5 leidingspennen 30, 31, die zijn aangebracht op respectievelijke geleidingsblokken 32, 33. Deze. geleidingsblokken 32, 33 zijn glijdend aangebracht op een draagstang 34, die zich dwars op de bovenste gedeelten van de geleidingsgroeven 26 - 29 uitstrekt. Eén geleidingsblok 32. wordt duidelijk getoond in fig.
10 1B, waaruit blijkt, dat dit geleidingsblok 32 aan zijn onderzijde en aan de naar het bijbehorende einddeel 25 gerichte zijde is voorzien van een dwarsgerichte inspringing 36, die dient voor het opnemen van de basis 20 van het getoonde grijp-deel 17.
15 Zoals reeds is vermeld, is het tweede einddeel 24 nagenoeg identiek aan het einddeel 25, en is dit einddeel 24 dus voorzien van geleidingsgroeven voor twee geleidingsblokken, die op overeenkomstige wijze glijdend zijn aangebracht op een draagstang 35, zoals fig. 1A laat zien.
20 De twee draagstangen 34 en 35 worden ondersteund door een rechthoekig gestel 37, dat, zoals duidelijk blijkt uit de fig. 2A en 2B, de twee einddelen 24 en 25 omringt. Door middel van niet getoonde bedieningsorganen is dit gestel 37, vanuit de, in de fig. 1A en 1B door middel van dikke lijnen 25 getoonde stand, omhoog beweegbaar naar een, in de fig. 1A en 1B door middel van stippellijnen weergegeven stand, zoals in fig. 1A wordt aangeduid met de dubbele pijl 38.
Zoals blijkt uit de fig. 2A en 2B, worden de twee einddelen 24 en 25 verbonden door een as 40, die draaibaar is 30 ondersteund in de einddelen en die een plaatvormige glijbaan 41 draagt. Terwille van de duidelijkheid is deze as met de bijbehorende glijbaan niet getoond in de fig. 1A en 1B, terwijl de dwarsdoorsnede hiervan duidelijk is te zien in de fig. 4, 5 en 6. Voor het verzwenken van de glijbaan 41 is tussen 35 een uithouder 42, die is bevestigd aan het einddeel 25, en de glijbaan 41 een zuigermechanisme 43 aangebracht, dat pneumatisch kan worden bediend via een schematisch getoonde pijpleiding 45, 46. Eveneens terwille van de duidelijkheid is dit zuigermechanisme 43 slechts getoond in fig. 4, maar de wer-40 kingswijze hiervan is in de fig. 5 en 6 door middel van de 8401182 -7- pijlen 43' en 43" weergegeven. Wanneer de fig. 4 en 6 met elkaar worden vergeleken, blijkt, dat de glijbaan 41 verzwenk-baar is vanuit een stand waarin zij, gezien in verticale richting, vlak naast een paar stangen 14, 15 in hun uitlichtstand 5 is geplaatst, naar een glij- of geleidingsstand.
Zoals valt op te merken uit de fig. 2A en 2B, dienen de einddelen 24 en 25 bovendien voor de ondersteuning van een as 45, die dienst doet als een laatste draairol voor een transporteur die, in de getoonde uitvoering van de figuur, belt) staat uit een transportband 46. Zoals blijkt uit fig. 6 bevindt het onderste uiteinde van de glijbaan 41 zich in die stand in de nabijheid van deze transporteur.
De getoonde uitlichtinriehting werkt als volgt: Wanneer een rij vriesvormen 2 ter. plaatse van de 15 uitlichtinriehting is gearriveerd, worden de artikelen 4, die zich in- de vormen bevinden los gedooid ten opzichte van de vormen 2, en nemen de delen de stand aan die wordt getoond in fig. 3, waarin de geleidingspennen 23 van de grijpdelen 14, 15 een onderlinge afstand hebben, die overeenkomt met de afstand 20 tussen de geleidingsgroeven 27, 28 van het einddeel 25. Het is vanzelfsprekend, dat de geleidingspennen 23 van de grijpdelen 16, 18, die ter plaatse van de tegenover elkaar gelegen uiteinden van de twee stangen 14 en 15 zijn aangebracht, eveneens een onderlinge afstand zullen hebben, die overeenkomt met de 25 overeenkomstige geleidingsgroeven in het einddeel 24. De rijen vormen 2 worden stapsgewijs voorwaarts bewogen, waarbij de synchronisatie van deze stappen zodanig is, dat aan het eind .van een dergelijke stapsgewijze beweging een rij vormen 2 zich tussen de twee einddelen 24 en 25 bevindt, terwijl op datzelf-30 de moment de geleidingspennen 23 van de grijpdelen zich onder de onderste uiteinden van de geleidingsgroeven 27, 28 in de twee einddelen zullen bevinden.
Tegelijkertijd wordt de hoogte van de grijpblokken 32, 33 in laagste stand van het gestel .37 aangepast zodat de 35 bases 20 van de grijpdelen tijdens het laatste gedeelte van de stapsgewijze beweging zijdelings in de zijuitsparingen 36 van de grijpblokken worden bewogen. Deze stand wordt getoond in de fig. 1A en 1B. Vervolgens wordt het gestel 37 opgetild zodat de assen 34 en 35 de geleidingsblokken 32 en 33 naar bo-40 ven bewegen. Door middel van hun geleidingspennen 30, 31 wor- 8401182 , , -β άθη deze blokken in de geleidingsgroeven 26, 29 in de einddelen geleid, en tegelijkertijd zullen de geleidingsblokken de .geleidingspennen 23 van de grijpdelen in de geleidingsgroeven 27 en 28 trekken. In het kort gezegd leidt dit tot een geleide 5 opwaartse beweging van de twee stangen 14, 15 en de bijbehorende plaatvormige delen 5, 6, die de bevroren artikelen 4 uit de rij vormen 2 zullen tillen. De aanvang van een dergelijke opwaartse beweging wordt getoond in fig. 4. Terwijl de opwaartse beweging van het gestel 37 voortgang vindt, zie fig.
10 5, zullen de onderste uiteinden van de artikelen 4 door het optillen de onderste rand van de glijbaan 41 passeren, waarna de glijbaan 41 wordt verzwenkt zoals door pijl 43' in fig. 5 wordt aangegeven, waardoor deze glijbaan een stand onder het artikel en onder de plaatvormige delen 5, 6 inneemt. Wanneer 15 de opwaartse beweging voortschrijdt, zie fig. 6, worden de geleidingsblokken 32, 33 door de divergerende bovenste gedeelten 26' en 29' van de geleidingsgroeven voor de geleidingspennen 30, 31, uit elkaar bewogen. Hierdoor zullen eveneens de stangen 14, 15 uit elkaar worden bewogen, omdat hun geleidingspen-20 nen 23 de divergerende gedeelten 27' en 28' van de respectievelijke geleidingsgroeven zullen volgen. Tegelijkertijd wordt de glijbaan 21 verder verzwenkt in de richting van pijl 43' in fig. 6, waarna de bevroren artikelen 4, die uit de bijbehorende rij vormen 2 zijn losgemaakt, vervolgens naar de transpor-25 teur 45, 46 worden overgebracht, door welke transporteur de artikelen 4 vanaf de uitlichtinrichting worden afgevoerd.
tJit de bovenstaande toelichting blijkt, dat de glijbaan 41 in dezelfde richting wordt verzwenkt als de oriëntatie van de vasthoudflenzen 10. Dit betekent tegelijkertijd dat de 30 artikelen 4 worden verzwenkt zodat ze vrij komen van de vasthoudf lenzen. Bevorderlijk hiervoor is tevens het feit, dat het onderste gedeelte 41' van de glijbaan 41 enigszins in de richting van de transporteur is gebogen, zodat het onderste gedeelte van de artikelen 4 als eerste in contact komt met de 35 glijbaan, echter niet voordat deze glijbaan zover is verzwenkt dat de artikelen veilig naar de transporteur worden geleid.
Nadat de artikelen de transporteur hebben bereikt, wordt de glijbaan 41 naar zijn beginstand terug gezwenkt, en wordt het gestel 37 overeenkomstig omlaag bewogen naar zijn 40 beginstand. Hierdoor zullen de plaatvormige delen 5, 6 naar 8401182 -9- ,, hun oorspronkelijke stand worden terug bewogen, wat betekent dat zij opnieuw een onderlinge afstand zullen hebben, die nagenoeg overeenkomt met de dikte van de vormen 2, zie fig. 4.
De stangen 14, 15 zullen op de bovenkant van het vriesvorm-5 draagdeel 1 rusten, waardoor ze ervoor zorgen dat de plaatvormige delen 5, 6 de juiste positie in de vormen innemen. Aan het begin van de volgende cyclus van de vriesinstallatie, worden de bases 20 van de grijpdelen uit de zijdelingse uitsparingen 36 van de geleidingsblokken 32, 33 bewogen, waarna de 10 in fig. 7 getoonde stand wordt bereikt. De rij vriesvormen 2 kan nu een nieuwe lading van het te bevriezen materiaal opnemen, waarna de hierboven beschreven stappen kunnen worden herhaald met een nieuwe rij vriesvormen.
In de hiervoor beschreven uitvoering van de uitlicht-15 inrichting volgens de uitvinding neemt deze inrichting een vaste positie in ter plaatse van het uitlichtstation, namelijk daar, waar een rij vriesvormen stopt nadat het bevriezen en het losdooien heeft plaatsgevonden. Een dergelijke uitvoering is geschikt voor vriesinrichtingen, in welke de rijen vormen 20 evenwijdig aan elkaar, dus volgens rechtlijnige banen worden bewogen. Wanneer de vriesinrichting van het type is met een roterende vriestafel, die de vormen draagt, kan een dergelijke vaste positie ongeschikt zijn, omdat de transporteur 45, 46 op die manier een gedeelte van de tafel bedekt. In een dergelijk 25 geval kan het raadzaam zijn, om de uitlichtinrichting op te hangen, zodat ze zwenkbaar is naar een positie, waarin de uitgelichte artikelen zich buiten de omtrek van de tafel bevinden. In dit geval kan de hele inrichting worden opgehangen aan een arm, die horizontaal zwenkbaar is aangebracht, namelijk rond 30 een verticale as buiten de omtrek van de tafel. In deze uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding wordt het uitlichten uitgevoerd in twee stappen, waarbij de uitlichtbewer-king wordt onderbroken wanneer de delen zich in de in fig. 5 getoonde stand bevinden, namelijk wanneer de uitgelichte arti-35 kelen nog steeds tussen de plaatvormige delen 5, 6 worden vastgehouden, en voordat de glijbaan 41 in contact is gekomen met de artikelen. In deze stand wordt de hele uitlichtinrichting buiten het gebied van de vriesvormen bewogen, en nadat een gewenste afgiftestand is bereikt, wordt de laatste stap 40 van de omhoog gerichte beweging van het gestel 37 uitgevoerd 8401182 - I U- totdat de delen de in fig. 6 getoonde stand aannemen, waarbij de afgifte wordt uitgevoerd. Het is duidelijk, dat in dit laatste geval geen behoefte bestaat aan een transporteur, die over de vriestafel reikt.
5 Het spreekt tevens voor zichzelf, dat in het laatste geval een vriesinstallatie een aantal uitlichtinrichtingen kan bevatten, die opeenvolgend naar de uitlichtstand worden bewogen en die achtereenvolgens naar de stand worden bewogen waar de afgifte plaatsvindt. In dit laatste geval zal het ontwerp 10 zodanig zijn dat wanneer een uitlichtinrichting van de uitlichtstand wordt afbewogen, de volgende uitlichtinrichting naar deze stand wordt toebewogen terwijl de rij vormen stilstaat. Daarom is het volgens deze uitvinding niet noodzakelijk, dat elke rij vriesvormen zijn eigen paar stangen 14, 15 met 15 bijbehorende plaatvormige delen 5, 6 bezit.
8401182

Claims (7)

1. Inrichting voor het uitlichten van in een vries-installatie in vormen bevroren artikelen, welke inrichting middelen omvat voor het in de vormen brengen van vasthoudorganen, die in contact komen met de artikelen, en middelen om de 5 vasthoudorganen op te tillen teneinde de artikelen uit te lichten, met het kenmerk, dat de vasthoudorganen voor elke vorm tenminste twee plaatvormige delen (5, 6) omvatten, die langs de inwendige oppervlakken van twee tegenover elkaar gelegen buitenste zijwanden (8, 9) van een vorm (2) in 10 deze vorm (2) brengbaar zijn.
2. Inrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat de onderste rand van êën plaatvormig deel (5) is voorzien van een vasthoudflens (10),. die naar het tegenoverliggende plaatvormige deel (6) is gericht.
3. Inrichting volgens conclusie 2,met het kenmerk, dat deze een, om de as (40), die nagenoeg evenwijdig verloopt met de horizontale richting, van de plaatvormige delen (5, 6) in de uitlichtstand, zwenkbare glijbaan (41) bevat die, in verticale richting gezien, zijdelings ten op- 20 zichte van het, van een vasthoudflens (10) voorziene, plaatvormige deel (5) is geplaatst, welke glijbaan (41) beweegbaar is vanuit een stand (fig. 4), waarin ze, in verticale richting gezien, zijdelings van de plaatvormige delen (5, 6) verloopt, naar een stand, waarin ze hellend onder de plaatvormige delen 25 (5, 6) in hun opgetilde positie verloopt. %
4. Inrichting volgens conclusie 3,met het kenmerk, dat hieraan een transporteur (45, 46) is toegevoegd waarvan een uiteinde in de nabijheid van de plaatvormige delen (5, 6) is geplaatst, d.w.z. aan de van de glijbaan (41) 30 afgekeerde zijde, waarbij het uiteinde van de transporteur (45, 46) zich tevens in de nabijheid bevindt van het onderste uiteinde van de glijbaan (41) in haar hellende stand.
5. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de middelen (37, 35, 34, 33, 32, 20, 19, 18, 35 17, 16) voor het optillen van de plaatvormige delen zijn ontworpen voor het, na het uitlichten van de artikelen (4), uit elkaar bewegen van de tegenover elkaar gelegen plaatvormige delen (5, 6). 8401182 -12-
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, welke wordt gebruikt in combinatie met vriesinstallaties met in rijen geplaatste vormen, met het kenmerk, dat de bovenste uiteinden van de plaatvormige delen (5, 6) zijn 5 bevestigd aan twee stangen (14, 15), waarvan de twee uiteinden telkens zijn voorzien van middelen (16, 17, 18 en 19), die samenwerken met geleidingsorganen (32, 33), welke zodanig gedwongen worden geleid, dat ze, wanneer ze omhoog bewegen, eerst evenwijdig, en vervolgens uit elkaar bewegen.
7. Inrichting volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat de glijbaan (41) een,, met de verticale beweging van de geleidingsorganen (32, 33) gesynchroniseerd, be-dieningsorgaan (43) omvat, zodat de glijbaan (41) tijdens het laatste gedeelte van de opwaartse beweging van de gèleidings- 15 organen (32, 33) naar haar hellende stand wordt bewogen. 'v 8 4 0 1 1 8 2
NL8401182A 1983-04-14 1984-04-12 Inrichting voor het uitlichten van in een vriesinstallatie in vormen bevroren artikelen. NL8401182A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DK164083A DK153663C (da) 1983-04-14 1983-04-14 Apparat til brug ved optagning af genstande, der er frosset i forme i en frysemaskine
DK164083 1983-04-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8401182A true NL8401182A (nl) 1984-11-01

Family

ID=8106800

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8401182A NL8401182A (nl) 1983-04-14 1984-04-12 Inrichting voor het uitlichten van in een vriesinstallatie in vormen bevroren artikelen.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US4535605A (nl)
JP (1) JPS6041444A (nl)
BE (1) BE899397A (nl)
CA (1) CA1243474A (nl)
DE (1) DE3414089A1 (nl)
DK (1) DK153663C (nl)
FR (1) FR2544248B1 (nl)
GB (1) GB2143013B (nl)
IT (1) IT1176027B (nl)
NL (1) NL8401182A (nl)
NO (1) NO158916C (nl)
SE (1) SE459223B (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3608740A1 (de) * 1986-03-15 1987-10-08 Prufrex Elektro App Kondensator-zuendanlage
GB2232656A (en) * 1989-06-16 1990-12-19 Pa Consulting Services Article handling apparatus and methods
US5786004A (en) * 1994-09-30 1998-07-28 Yamauchi; Keijiro Apparatus for producing ice vessel
US7138596B2 (en) * 2001-08-01 2006-11-21 Pippin James M Apparatus and method for mail sorting
NL1028768C2 (nl) * 2005-04-14 2006-10-17 Cfs Weert Bv Verpakkingsmachine voor lollies en andere snoepwaren.
NL1031139C2 (nl) 2005-04-14 2007-11-14 Cfs Weert Bv Inrichting voor het verpakken van artikelen.
EP1847179B2 (en) * 2006-04-20 2013-02-27 CFS Weert B.V. Singling machine for lollipops
ATE473922T1 (de) * 2006-05-22 2010-07-15 Cfs Weert Bv Verpackungsmaschine für gegenstände
ES2907756T3 (es) 2014-05-20 2022-04-26 Gea Food Solutions Weert Bv Rueda de transferencia entre una unidad de formado de chupachups y una de envoltura de chupachups y método para transferir un chupachups

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB190410944A (en) * 1904-05-12 1905-03-02 William Gilley Improvements in or relating to Means or Apparatus for Removing Blocks of Ice from the Freezing Cells.
US1480703A (en) * 1922-05-10 1924-01-15 Ward John Clark Ice-removing apparatus
US2166381A (en) * 1936-07-09 1939-07-18 Lamson Co Confection machine
US3077271A (en) * 1958-08-23 1963-02-12 Siempelkamp Eugen Process and apparatus for charging and discharging multi-level presses
NL134078C (nl) * 1966-12-15 1971-12-15
US3488976A (en) * 1968-05-06 1970-01-13 Fmc Corp Frozen product machine
US3696948A (en) * 1970-10-05 1972-10-10 Moore Dry Kiln Co Lumber bin sorter with guide sling and tiltable bin floor
US3700120A (en) * 1971-08-02 1972-10-24 Us Natural Resources Apparatus for collecting and discharging lumber
US3763661A (en) * 1971-12-23 1973-10-09 Fmc Corp Independent mold frozen confection machine
US4281953A (en) * 1978-03-13 1981-08-04 Newnes W R Vertical sort bin
US4335583A (en) * 1980-05-05 1982-06-22 Fmc Corporation Apparatus for freezing confections
DK153624C (da) * 1981-03-30 1988-12-19 Gram Brdr As Apparat til brug ved optagning af ispinde fra en ispindefrysemaskine
DE3207401A1 (de) * 1982-03-02 1983-09-08 Dr. Oetker Eiskrem Gmbh, 7505 Ettlingen Verfahren zum ausschleusen, reinigen und wiedereinsetzen von geteilten formenleisten in rundgefrierern
JPH0736163Y2 (ja) * 1989-06-14 1995-08-16 エスエムシー株式会社 ロッドレスシリンダの集中配管機構
JPH048871U (nl) * 1990-05-14 1992-01-27

Also Published As

Publication number Publication date
BE899397A (fr) 1984-07-31
IT8420507A0 (it) 1984-04-12
DK164083D0 (da) 1983-04-14
NO158916C (no) 1988-11-16
FR2544248B1 (fr) 1988-01-29
SE459223B (sv) 1989-06-19
DE3414089A1 (de) 1984-10-18
NO158916B (no) 1988-08-08
GB8409436D0 (en) 1984-05-23
DK153663B (da) 1988-08-15
FR2544248A1 (fr) 1984-10-19
JPS6041444A (ja) 1985-03-05
CA1243474A (en) 1988-10-25
SE8402014D0 (sv) 1984-04-11
GB2143013B (en) 1986-02-26
DK153663C (da) 1988-12-27
GB2143013A (en) 1985-01-30
US4535605A (en) 1985-08-20
NO841479L (no) 1984-10-15
DK164083A (da) 1984-10-15
SE8402014L (sv) 1984-10-15
IT1176027B (it) 1987-08-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3068987A (en) Conveyor system
NL8401182A (nl) Inrichting voor het uitlichten van in een vriesinstallatie in vormen bevroren artikelen.
NL8004549A (nl) Opslaginrichting voor produkten met behulp van steunorganen.
US4432214A (en) Device for insertion and feed of products on the plates in a horizontal plate freezer
US4196802A (en) Product cooling and freezing system
US4554865A (en) Taco shell forming and cooking apparatus
NL8304279A (nl) Werkwijze voor het opnemen van ijslolly's uit vriesligplaatsen in een ijslollyvriesmachine en opneeminrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
US4510165A (en) Taco shell forming and cooking method
US2880850A (en) Conveyor apparatus for foodstuffs
EP0300530A1 (en) Apparatus for the ordered arrangement and creation of a feed stock in boxing plants for cones and/or conoids
US3056482A (en) Bread handling apparatus
US2781121A (en) Article transferring, loading and unloading device
NL2021558B1 (nl) Transportinrichting
EP0885161B1 (en) Apparatus for loading and unloading a container with stacks of packages, such as, for instance, egg trays or egg boxes
US2736417A (en) Tray conveyor mechanism
US2555227A (en) Article handling apparatus
US20070271875A1 (en) Accumulating Refrigeration Apparatus
NL8802568A (nl) Vormbakkenmontage voor een baksteenvorminrichting.
US3360097A (en) Bread cooling apparatus
NL8802566A (nl) Inrichting voor het vormen van baksteenvormlingen.
US20030223845A1 (en) Chain store and process for unloading it
US4133372A (en) Apparatus for blasting castings
RU2259521C2 (ru) Устройство для автоматической разгрузки вертикальных морозильных установок
CN114207368B (zh) 冷冻设施
US2815847A (en) Conveying apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed