NL8402346A - Ruimtediversiteitsontvanger. - Google Patents

Ruimtediversiteitsontvanger. Download PDF

Info

Publication number
NL8402346A
NL8402346A NL8402346A NL8402346A NL8402346A NL 8402346 A NL8402346 A NL 8402346A NL 8402346 A NL8402346 A NL 8402346A NL 8402346 A NL8402346 A NL 8402346A NL 8402346 A NL8402346 A NL 8402346A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
signals
level
output
voltage
Prior art date
Application number
NL8402346A
Other languages
English (en)
Other versions
NL192169B (nl
NL192169C (nl
Original Assignee
Sony Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from JP58135583A external-priority patent/JPS6027238A/ja
Priority claimed from JP58147720A external-priority patent/JPS6039933A/ja
Application filed by Sony Corp filed Critical Sony Corp
Publication of NL8402346A publication Critical patent/NL8402346A/nl
Publication of NL192169B publication Critical patent/NL192169B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192169C publication Critical patent/NL192169C/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04BTRANSMISSION
    • H04B7/00Radio transmission systems, i.e. using radiation field
    • H04B7/02Diversity systems; Multi-antenna system, i.e. transmission or reception using multiple antennas
    • H04B7/04Diversity systems; Multi-antenna system, i.e. transmission or reception using multiple antennas using two or more spaced independent antennas
    • H04B7/08Diversity systems; Multi-antenna system, i.e. transmission or reception using multiple antennas using two or more spaced independent antennas at the receiving station
    • H04B7/0802Diversity systems; Multi-antenna system, i.e. transmission or reception using multiple antennas using two or more spaced independent antennas at the receiving station using antenna selection
    • H04B7/0817Diversity systems; Multi-antenna system, i.e. transmission or reception using multiple antennas using two or more spaced independent antennas at the receiving station using antenna selection with multiple receivers and antenna path selection
    • H04B7/082Diversity systems; Multi-antenna system, i.e. transmission or reception using multiple antennas using two or more spaced independent antennas at the receiving station using antenna selection with multiple receivers and antenna path selection selecting best antenna path
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04BTRANSMISSION
    • H04B7/00Radio transmission systems, i.e. using radiation field
    • H04B7/02Diversity systems; Multi-antenna system, i.e. transmission or reception using multiple antennas
    • H04B7/04Diversity systems; Multi-antenna system, i.e. transmission or reception using multiple antennas using two or more spaced independent antennas
    • H04B7/08Diversity systems; Multi-antenna system, i.e. transmission or reception using multiple antennas using two or more spaced independent antennas at the receiving station
    • H04B7/0802Diversity systems; Multi-antenna system, i.e. transmission or reception using multiple antennas using two or more spaced independent antennas at the receiving station using antenna selection
    • H04B7/0831Compensation of the diversity switching process for non-uniform properties or faulty operations of the switches used in the diversity switching process

Description

- * —irf ^ --.
w * C/Ho/ar/1637 a ..
Ruimtediversiteitsontvanger.
De uitvinding betreft een inrichting voor het ontvangen van omroepsignalen en meer in het bijzonder een ruimtediversiteitsontvanger, die ten minste twee signalen ontvangt en het signaal kiest welke de beste signaal/ruis-5 verhouding heeft voor het vormen van een uitgangsaudiosig-naal daaruit.
Diversiteitstransmissie is een vorm van transmissie met verschillende modems, meestal in de tijd of in de ruimte, om compensatie te bieden voor fading of wegval van 10 signalen in een van de andere modems. In een ruimtediversi-teitssysteem, wordt hetzelfde signaal gelijktijdig uitgezonden over verschillende transmissiebanen, welke voldoende zijn gescheiden zodat onafhankelijke voortplantingsomstandigheden kunnen worden verwacht. In diversiteitsontvangst, worden de 15 effecten van fading gedurende ontvangst van een radiosignaal geminimaliseerd door het combineren of selecteren van twee of meer bronnen van een ontvangen signaal, welke dezelfde informatie dragen maar in sterkte verschillen of verschillende signaal/ruis-verhouding hebben.
20 Een ruimtediversiteitsontvanger van bekende constructie voor het ontvangen van omroepsignalen, omvat een paar ontvangstschakelingsblokken. Elk ontvangstschakelings-blok is voorzien van een antenne voor het ontvangen van het omroepsignaal. De ruimtediversiteitsontvanger vergelijkt het 25 niveau van de beide ontvangen signalen of de ruiscomponenten in de signalen, ten einde het signaal te selecteren dat de beste signaal/ruis-verhouding heeft. De ontvanger gebruikt de vergelijking om om te schakelen van één signaal naar het andere, wanneer de sterkte van de beide signalen veranderen 30 en een audio-uitgangssignaal vormen uit het sterkere signaal. Ongewenste pulsruis kan echter gegenereerd worden uit de schakelverrichting en dit kan tot uiting komen in het audio-uitgangssignaal. Dit is met name merkbaar wanneer een ruimtediversiteitsontvanger wordt gebruikt in een voertuig aange-35 zien de plaats van de ontvanger over een relatief groot gebied verandert en de sterkte van het electrische veld van 8402346 - 2 - , » . .* het omroepsignaal zeer frequent variëert, zodat het frequent schakelen tussen de ontvangende schakelblokken plaatsvindt.
De pulsruis is met name merkbaar en bezwaarlijk wanneer de sterkte van het elektrische veld van het omroepsignaal rela-5 tief zwak is. Opgemerkt wordt dat de signalen die verkregen worden uit de ontvangstschakelingen in een dergelijk geval zonder meer een overeenkomstig lage signaal/ruis-verhouding hebben en een audio-uitgangssignaal produceren van lage kwaliteit zelfs zonder de toevoeging van de pulsruis.
10 Teneinde de pulsruis die veroorzaakt wordt door het schakelingen tussen de signalen door de ontvangende schakelingen te reduceren, is voorgesteld het audio-uitgangssignaal toe te voeren aan een houdschakeling, die het voorgaande niveau "vasthoud" of herhaald. Elk segment van het 15 audio-uitgangssignaal dat verkregen wordt tijdens het schakelen wordt vervangen door het niveau van het direct voorgaande signaalsegment, zodat de pulsruis geëlimineerd wordt. In dit voorstel echter gaan de hoogfrequente componenten van het audio-uitgangssignaal verloren tezamen met de pulsruis in de 20 vervangende delen van het signaal. Dienovereenkomstig gaat de kwaliteit van het audio-uitgangssignaal aanzienlijk achteruit.
Het is het doel van de uitvinding een verbeterde ruimtediversiteitsontvanger te verschaffen voor het ontvangen van omroepsignalen, welke de bovengenoemde problemen welke 25 kleven aan de stand van de techniek vermijdt.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een verbeterde ruimtediversiteitsontvanger voor het ontvangen van omroepsignalen, welke de pulsruis kunnen reduceren, welke het gevolg is van het schakelen tussen de sig-30 nalen uit meer dan één ontvangstschakeling en die het ontvangen signaal kan selecteren zodanig dat een audio-uitgangssignaal met een betere signaal/ruis-verhouding wordt geproduceerd.
Weer een ander doel van de uitvinding is het 35 verschaffen van een verbeterde ruimtediversiteitsontvanger voor het ontvangen van omroepsignalen, waarin het schakelen tussen signalen uit meer dan één ontvangsschakeling tijdelijk 8402346 *. * - 3 - wordt verhinderd of geblokkeerd wanneer de sterkte van het elektrische veld van het omroepsignaal kleiner is dan de vooraf vastgestelde waarde, zodat een uitgangsaudiosignaal dat verkregen wordt uit het ontvangen signaal geen lage sig-5 naai/ruis-verhouding, die veroorzaakt wordt door pulsruis geproduceerd door het schakelen tussen de ontvangen signalen heeft.
Volgens de uitvinding omvat een ruimtediversi-teitsontvanger voor de ontvangst van de omroepsignalen eerste 10 en tweede antennes, eerste en tweede ontvangstschakelingen die gekoppeld zijn met respectievelijk eerste en tweede antennes voor het toevoeren van eerste en tweede uitgangssignalen, een schakelkring voor de ontvangst van de eerste en tweede uitgangssignalen en het toevoeren van éën van de 15 uitgangssignalen als reactie op besturingssignalen, een detec-tieschakeling voor de ontvangst van de eerste en tweede uitgangssignalen en de identificering van êên van de signalen met een goede signaal/ruis-verhouding, een evaluatieschake-ling voor de vergelijking van de signaal/ruis-verhouding voor 20 het uitgangssignaal dat geïdentificeerd is door de detectie-middelen met de vooraf vastgestelde waarde en voor het produceren van een stopsignaal, wanneer de signaal/ruis-verhouding lager is dan de voorafvastgestelde waarde, een schakelbestu-ringskring voor het genereren van de bestuursignalen om éën 25 van de eerste en tweede uitgangssignalen die geleid worden naar de schakelkring te selecteren, ten einde het uitgangssignaal dat geïdentificeerd wordt door de detectieschakeling in afwezigheid van een stopsignaal uit de evaluatieschake-ling te vormen en voor het bewerkstelligen dat de schakel-30 kring tijdelijk het schakelen tussen de eerste en tweede uitgangssignalen stopt en voor het toevoeren van één van de uitgangssignalen als reactie op het stopsignaal uit de evalua-tieschakeling en een uitgangsschakeling voor het produceren van een audio-uitgangssignaal als reactie op het uitgangs-35 signaal dat wordt toegevoerd door de schakelkring.
De bovengenoemde en andere doeleinden, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen blijken uit 8402346 ΐ t - 4 - de volgende gedetailleerde beschrijving van de bijgaande tekeningen.
In de tekening tonen: fig. 1 een schema van een ruimtediversiteits-5 ontvanger volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, fig. 2A-2K signaalvormen, welke gebruikt worden voor een beter begrip van de werking van de uitvoeringsvorm volgens fig. 1, fig. 3 een schema van een alternatieve uitvoe-10 ringsvorm van een ruimtediversiteitsontvanger volgens de uitvinding, en fig. 4A-4K signaalvormen die bruikbaar zijn voor een beter begrip van de uitvoeringsvorm volgens fig. 3.
In fig. 1 is een uitvoeringsvorm van een ruimte-15 diversiteitsontvanger volgens de uitvinding getekend voor de ontvangst vanhet frequentiegemoduleerde stereofonische signaal (FM-stereosignaal). De ruimtediversiteitsontvanger volgens fig. 1 omvat een paar ontvangstschakelingsblokken 1A en 1B. Het ontvangstschakelingsblok 1A omvat een antenne 2A en 20 een voorste eindschakeling 3A. Een omroep FM stereosignaal wordt door de antenne 2A ontvangen en geleid naar de schakeling 3A, waar deze omgezet wordt in frequentiegemoduleerde tussenfrequentie (FM IF) signaal S^. De ontvangstschakeling 1B omvat een antenne 2B en een voorste eindschakeling 3B.
25 Een omroep FM stereosignaal wordt door de antenne 2B ontvangen en geleid naar schakeling 3B ten einde in een FM IF signaal S te worden omgezet.
O
FM IF signalen SA en SB uit respectievelijk de schakelingen 1A,1B, worden geleid naar de ingangen 4A,4B van 30 een schakelkring 4, welke een van de FM IF signalen S_,S_ A o leidt naar een uitgang 4E als reactie op schakelbesturings-signalen die toegevoerd worden via de besturingsingangen 4C,4D. Het signaal uit ingang 4E wordt via een tussenversterker 5 geleid naar de FM detector 6 om frequentiegedemoduleerd 35 te worden. Het uitgangssignaal uit de FM detector 6 gaat naar de stereodemodulator 7, waar het in linker- en rechterkanaal-audio-uitgangssignalen wordt gescheiden. De linker- en rechter- 84 02 3 4 6 * ti - 5 - kanaalaudio-uitgangssignalen worden via audioversterkers 8L, 8R geleverd en dan geleid naar de uitgang 9L en 9R.
De FM IF signalen en Sg uit de ontvangst-schakelingen respectievelijk 1A en 1B worden eveneens geleid 5 naar een niveauvergelijkingsschakeling 10/ waar de niveaus van de FM IF signalen en Sg met elkaar worden vergeleken om vast te stellen welke van deze signalen het hogere niveau heeft. Met name worden de FM IF signalen en Sg geleid naar amplitudedetectieschakelingen respectievelijk 11A, 11B, om 10 in amplitude gedetecteerd te worden. De amplitudedetectieschakelingen 11A,11B produceren gedetecteerde uitgangsspanningen VA/Vg, die in fig. 2A zijn weergegeven. De gedetecteerde uitgangsspanningen en Vg worden geleid naar een spanningsvergelijker 12 om een paar signalen XA,Xg te vormen 15 die verschijnen aan de uitgangen van de schakeling 12. Wanneer het niveau van het FM IF signaal S groter dan het signaal
A
Sg is en derhalve het gedetecteerde uitgangsspanningssignaal VA groter is dan de gedetecteerde uitgangsspanning Vg/ heeft signaal XA een hoog niveau en Xg een laag niveau, zoals de 20 fig. 2B en 2C tonen. Wanneer het niveau van het FM IF signaal lager is dan het niveau van het FM IF signaal SB en derhalve de gedetecteerde uitgangsspanning V lager is dan de gedetecteerde uitgangsspanning νβ, neemt het signaal X^ een laag en het signaal Xg een hoog niveau aan, hetgeen eveneens 25 in de fig. 2B en 2C is aangeduid.
Een niveaubeoordelingsschakeling 20 maakt eveneens deel uit van de ontvanger uit fig. 1 om te beoordelen of ten minste ëën van de niveaus van de FM IF signalen S^/Sg uit de ontvangstschakeling 1A,1B gelijk is aan of hoger is 30 dan een vooraf vastgesteld niveau, corresponderende met een benedenste grens van een signaal/ruis-verhouding of dat elk van de niveaus van de FM IF signalen S* en S_ kleiner is dan het vooraf vastgestelde niveau.
In de getekende uitvoering zijn de signalen X^ 35 en Xg uit de niveauvergelijkingsschakeling 10 niet direct toegevoerd aan de besturingsingangen 4C,4D van de schakeling 4 als schakelbestuursignalen maar worden in plaats daarvan 8402348 - 6 - . £ , * geleid naar een speciale schakelbesturingssignaal genererende schakeling 30. De schakeling 30 vormt de schakelbesturings-signalen Z_ en Z_, die gevoerd worden naar de besturings-ingangen 4C,4D van de schakeling 4 als reactie op een uit-5 gangssignaal uit de niveaubeoordelingsschakeling 20 en de signalen X^ en Xg, zoals nog nader wordt beschreven.
De gedetecteerde uitgangsspanningen en Vg uit de detectoren 11A en 11B in de niveauvergelijkingsschakeling 10 worden geleid naar de spanningsvergelijkers respectieve-10 lijk 21A en 21B, en vergeleken met een referentiespanning VR in de niveaubeoordelingsschakeling 20. De spanningsvergelij-kingsschakelingen 21A en 21B genereren vergelijkingsschake-lingen en Wg als reactie op de vergelijkingen, zoals de fig. 2D en 2E aangeven. De vergelijkingsschakelingen en 15 W_ worden geleid naar een NOF-poort 22. Ten minste één van de vergelijkingssignalen en WB uit de spanningsvergelijkers 21A en 21B heeft een hoog niveau en derhalve neemt het uitgangssignaal uit de NOF-poort 22 een laag niveau aan, zoals fig. 2F toont, wanneer het niveau van ten minste één van 20 de FM IF signalen en Sg uit de ontvangstschakelingen 1A en 1B groter is dan of gelijk is aan een vooraf vastgesteld niveau, zodat ten minste één van de gedetecteerde uitgangs-spanningen en Vg uit de amplitudedetectieschakelingen 11A, 11B groter is dan of gelijk is aan de referentiespannin Vg.
25 Anderzijds nemen beide signalen en Wg een laag niveau aan en neemt derhalve het uitgangssignaal W^ uit de NÖF-poort 22 een hoog niveau aan, zoals fig. 2F toont, waneer de niveaus van FM IF signalen SA en Sg uit de ontvangstschakelingen IA en 1B kleiner zijn dan het vooraf vastgestelde niveau, zodat 30 beide gedetecteerde uitgangsspanningen V. en V_ uit de ampli-tudedetectieschakelingen 11A en 11B lager zijn dan de referentiespanning V . In de getekende uitvoeringsvorm, fungeert het uitgangssignaal Wc als een stop of blokkeringssignaal voor de schakelkring 4, zoals nog nader wordt verduidelijkt, wan-35 neer het een hoog niveau aanneemt.
De schakelbesturingssignaal genererende schakeling 30 omvat een J-K flip-flop 31 met een voorzetaansluiting 8402346 ·» * - 7 - PR die via weerstand 32A verbonden is met de uitgang van de spanningsvergelijker 12 van waaruit het signaal wordt verkregen en die eveneens is verbonden met de collector van de transistor 34A. Een wisaansluiting CL van de flip-flop 31 is 5 verbonden via een weerstand 32B met de uitgang van de spanningsvergelijker 12 waaruit het signaal Xg wordt verkregen en eveneens verbonden met de collector van de transistor 34B.
De basis van transistor 34A is via weerstand 33A verbonden met de uitgang van de NQF-schakeling 22 en de emitter van 10 transistor 34A ligt aan aarde* De basis van transistor 34B is via een weerstand 33b verbonden met de uitgang van de NOF-poort 22 en de emitter van de transistor 34B ligt aan aarde. Een aansluiting J, een klokaansluiting CP en een aansluiting K van de flip-flopschakeling 31 liggen aan aarde-15 De schakelbesturingssignalen en Ζβ worden verkregen op de aansluitingen Q respectievelijk Q, van de flip-flop 31, die verbonden zijn met de besturingsaansluitingen 4C en 4D van de schakelkring 4.
De uitvoeringsvorm volgens fig. 1 werkt als volgt: 20 Wanneer ten minste één van de ontvangen signalen relatief sterk is, hetgeen betekent dat ten minste één van de niveaus van de FM IF signalen en Sg uit de ontvangen schakelingen respectievelijk 1A,1B gelijk is aan of meer dan een vooraf vastgesteld niveau, levert de schakeling 4 aan de 25 IF versterker 5 het signaal of met het hoogste niveau.
Met name worden de omroepsignalen die ontvangen worden door de antennes 1A,1B omgezet in FM IF signalen en S , welke worden toegevoerd aan amplitudedetectoren 11A,11B voor het vormen van gedetecteerde uitgangsspanningen en νβ respec- 30 tievelijk. Wanneer ten minste één van de niveaus van de FM IF signalen SA,Sg gelijk is aan of hoger dan een vooraf vastgesteld niveau, dat wil zeggen wanneer hetzij de gedetecteerde uitgangsspanning V of V (of beide) het vooraf vastgestelde niveau overschrijdt, neemt het uitgangssignaal W^ uit de 35 niveaubeoordelingsschakeling 20 een laag niveau aan, zodat de transistoren 34a en 34B niet geleidend zijn. De gedetecteerde uitgangssignalen en Vg worden geleid naar de span- 8402346 1 Pt 5 - 8 - ningsvergelijker 12, die signaal X en X genereert die
Ά O
direct toegevoerd worden aan voorzetaansluiting PR en wisklem CL van de flip-flop 31. (De aandacht wordt erop gevestigd dat de signalen Y& en Υβ (de fig. 2G en 2H) op de voor-5 zetaansluiting PR en de wisaansluiting CL respectievelijk, dezelfde zijn als de signalen XA en Xg (fig. 2B en 2C) uit de niveauvergelijkingsschakeling 10 zolang het stopsignaal op een laag niveau verkeert (fig. 2F)). Dienovereenkomstig vallen de schakelbesturingssignalen ZA en Ζβ uit de Q en 10 Q aansluitingen van de flip-flop 31 dan samen met signalen YA en Yg die geleverd worden aan de aansluiting PR respectievelijk CL, zoals is aangegeven in de fig. 21 en 2J. Anders gezegd corresponderen de schakelsignalen Z^ en Ζβ met de signalen XA en Xg uit de niveauvergelijkingsschakeling 10, zo-15 lang het signaal op een laag niveau verkeert.
Zoals fig. 2K toont, wordt dienovereenkomstig in de periode voor t^ en in de periode na t2 gedurende welke perioden signaal W laag is, een diode D in de schakelkring L> Ά 4 geleidend gemaakt en een diode D niet geleidend gemaakt,
Q
20 zodat het FM IF signaal SA wordt geleid naar het uitgangssignaal 4E gedurende elk interval, wanneer het niveau van het FM IF signaal SA groter is dan het niveau van het FM IF signaal Sg. Anderzijds wordt, gedurende elk interval wanneer het niveau van het FM IF signaal Sg groter is. dan het niveau 25 van het FM IF signaal SA, de diode DA niet geleidend gemaakt en wordt de diode Dg geleidend, zodat het FM IF signaal Sg wordt geleid naar de uitgang 4E. Zoals in het voorgaande is beschreven, wordt het FM IF signaal S_ of S_ het hoogste niveau A X5 heeft gekozen om uitgevoerd te worden uit de schakelkring 4.
30 Het zal duidelijk zijn dat het uitgangssignaal uit de kring 4 wordt gebruikt om de linker- en rechterkanaalaudio-uitgangs-signalen die verschijnen op de uitgangen 9L,9R te verkrijgen.
Het kan natuurlijk gebeuren dat beide ontvangen signalen een relatief lage kwaliteit hebben, dat wil zeggen 35 beide beneden het voorafbepaalde niveau zijn. Wanneer de niveaus van beide FM IF signalen SA en Sg uit de schakelingen 8402346 • i 4 - 9 - respectievelijk IA en 1B kleiner zijn dan het vooraf vastgestelde niveau, wordt het FM IF signaal S_ of S_ dat voordien is geselecteerd geleverd op de uitgang 4Ξ en gebruikt om de linker- en rechterkanaalaudio-uitgangssignalen te verkrij-5 gen. Met name wanneer de niveaus van beide FM IF signalen S , S_ laag zijn, zijn de gedetecteerde uitgangsspanningen VA en VB uit de amplitudedetectoren HA en 11B kleiner dan referentiespanning VR, zoals wordt bepaald door de vergelij-kingsschakelingen 21A en 21B. Het uitgangssignaal W^ van de 10 niveaubeoordelingsschakeling 20 neemt dan een hoog niveau aan om te fungeren als stop of blokkeersignaal. Wanneer uitgangssignaal Wc met een hoog niveau wordt geleid naar de bases van de transistoren 34A en 34B, worden de transistoren geleidend aan komende voorzet aansluiting PR en de wisaansluiting 15 CL van de flip-flop 31 geaard. Zoals in de fig. 21 en 2J is getoond, blijven dienovereenkomstig in de perioden tussen de tijdstippen t^ en t^, de schakelbesturingssignalen Z^ en Za uit de aansluitingen Q en Q van flip-flop 31 in de standen
.D
of posities direct voorafgaande aan tijdstip , dat wil 20 zeggen het tijdstip waarop de niveaus van de FM IF signalen en Sg kleiner worden dan het voorafvastgestelde niveau.
Het schakelbesturingssignaal neemt een laag niveau aan en het schakelbesturingssignaal ZR neemt een hoog niveau aan ongeacht de relatie tussen de niveaus van de FM IF signalen 25 en Sg. Dientengevolge schakelt de schakelkring 4 niet langer tussen de FM IF signalen en Sg en gaat voort met het toevoeren van het signaal dat direct voorafgaande aan het tijdstip t.j werd geselecteerd. Het zal duidelijk zijn dat in het getekende voorbeeld in de periode voorafgaande aan tij d-30 stip t1, de diode niet geleidend is en de diode Dg wel geleid, zodat het FM IF signaal Sg wordt geleid naar de uitgang 4E van de schakelkring 4, zoals is aangeduid in fig. 2K, in de periode tussen het tijdstip t en t.. In de periode 1 ^ waarin de signalen en S kleiner zijn dan het vooraf vast-35 gestelde niveau, wordt dus eên van de FM IF signalen en Sg continu toegevoerd uit de schakelkring 4 en gebruikt om de linker- en rechterkanaalaudiosignalen daaruit te verkrijgen.
8402346 - 10 -
In de uitvoeringsvorm van fig. 1, gaat, zolang de niveaus van beide PM IP signalen SA en Sg kleiner blijven dan het vooraf vastgestelde niveau, de schakelkring 4 voort om als uitgangssignaal het signaal of Sg te leveren, dat 5 het leverde direct voor het tijdstip waarop beide signalen en SB kleiner werden dan het vooraf vastgestelde niveau.
Als alternatief kan een ruimtediversiteitsontvanger volgens de uitvinding geconstrueerd worden zodanig, dat de schakel-besturingssignalen ZA en Ζβ steeds vooraf vastgestelde toe-10 standen of configuraties innemen waarin, bijvoorbeeld, het schakelbesturingssignaal Z^ een hoog niveau aanneemt ën het schakelbesturingssignaal Zg een laag niveau wanneer de signalen SAen SB beide beneden het vooraf vastgestelde niveau liggen. In dergelijk voorbeeld, zal dus de schakelkring 4 15 voortgaan met het toevoeren van het FM IP signaal SA op de uitgang 4E gedurende de periode waarin de niveaus van beide FM IF signalen S& en Sg kleiner zijn dan het vooraf vastgestelde niveau. (Het zal duidelijk zijn dat in een dergelijk stelsel, diode D,. geleid en diode D_, niet geleid) .
20 Het zal voorts duidelijk zijn, dat het speciale schakelbesturingssignaal genererende circuit 30 in de uitvoering van fig. 1 weggelaten kan worden en de signalen XA en Xg van de niveauvergelijkingsschakeling 10 direct gevoed kunnen worden op de besturingsaansluitingen 4C en 4D van de 25 schakelkring 4, in welk geval de spanningsvergelijker 12 welke deel uitmaakt van de schakeling 10 gestuurd zou worden door het uitgangssignaal W^ vanuit de niveaubeoordelingsschakeling 20. In een dergelijk geval, worden, wanneer ten minste één van de FM IF signalen SA en SB een niveau heeft gelijk aan 30 of groter dan een voorafvastgesteld niveau, gedetecteerde uitgangsspanningen VA en VB uit de amplitudedetectieschakelingen 11A en 11B met elkaar vergeleken in de spanningsvergelijker 12 als reactie op een laag niveau van het uitgangssignaal Wq. De resulterende signalen XA en Xg van de span-35 ningsvergelijker 12 indiceren, welke van de FM IF signalen SA en SB het hogere niveau heeft. Wanneer de niveaus van beide FM IF signalen SA en Sg beide kleiner zijn dan het voor- .8 *n 2 3 4 5 - m - 11 - af vastgestelde niveau, zal het resulterende hoge niveau van het signaal Wc de spanningsvergelijker 12 blokkeren voor een spanningsvergelijking. Het zal duidelijk zijn dat het uit- . gangssignaal Wc in een dergelijk geval zal fungeren als een 5 stopsignaal om de schakelkring 4 te blokkeren tegen omschakelen van het ene naar het andere van de signalen en Sg.
De signalen X^ en Xg uit de spanningsvergelijker 12 behouden een vooraf vastgestelde niveauvorm waarin, bijvoorbeeld, het signaal X^ een hoog niveau aanneemt en het signaal Xg een 10 laag niveau, ongeacht de relatie tussen de gedetecteerde uit-gangsspanningen en νβ uit de amplitudedetectieschakelingen 11A en 11B,
Fig. 3 toont een andere uitvoeringsvorm van de ontvanger volgens de uitvinding, welke eveneens een FM 15 stereosignaal ontvangt en is voorzien van een paar ontvangst-schakelingen 40A en 40B. De ontvangstschakeling 40A omvat een antenne 41A, een vooreindschakeling 42A voor omzetten van een omroep FM stereosignaal dat ontvangen wordt door de antenne 41A in een FM IF signaal, een tussenversterker 43A voor het 20 versterken van het FM IF signaal uit de schakeling 42A en een FM detector 44A voor het in frequentie demoduleren van het FM IF signaal uit de tussenversterker 43A voor het produceren van een gedemoduleerd signaal . Op soortgelijke wijze bevat de ontvangstschakeling 40B een antenne 41B, een voor-25 eindschakeling 42B, een tussenversterker 43B en een FM detector 44B en voorts genereert deze schakeling een gedemoduleerd signaal Sg.‘.
De gedemoduleerde signalen ' en Sg' uit respectievelijk de ontvangstschakelingen 40A en 40B worden 30 toegevoerd aan de ingangen 4A en 4B van de schakelkring 4.
Een van de gedemoduleerde signalen S^' en Sg' wordt selectief toegevoerd door de schakelkring 4 naar de uitgang 4E als reactie op schakelbesturingssignalen die toegevoerd worden aan de besturingsaansluitingen 4C en 4D, zoals nog nader in 35 detail wordt beschreven. Het gedemoduleerde signaal op de aansluiting 4E wordt geleid naar de stereodemodulator 45, waar het gescheiden wordt in linker en rechterkanaalaudio-uitgangs- 8*02346
9 C
- 12 - signalen SL en S .
De gedemoduleerde signalen SA' en SB' uit respectievelijk de ontvangstschakelingen 40A en 40B worden eveneens geleid naar een niveauvergelijkingsschakeling 50.
5 De niveaus van de ruiscomponenten in de gedemoduleerde signalen S^' en SB' worden vergeleken om vast te stellen welke van deze signalen het laagste ruisniveau bevat, dat wil zeggen dat de niveauvergelijkingsschakeling 50 vaststelt welke van de signalen SA' en Sg' de beste signaal/ruis-verhouding 10 bezit. De gedemoduleerde signalen SA' en Sg' worden geleid naar hoogdoorlaatfliters respectievelijk 51A en 51B waarin de ruiscomponenten NA en Ng met frequenties hoger dan een vooraf vastgestelde, bijvoorbeeld 60Khz, onttrokken worden aan de gedemoduleerde signalen SA' en SB'. De ruiscomponenten NA en 15 Ng worden geleid naar de detectieschakelingen 52A respectievelijk 52B voor het produceren van de gedetecteerde uitgangs-spanningen VA' en Vg’, zoals fig. 4A toont.
De gedetecteerde uitgangsspanningen VA' en V„' worden geleid naar een spanningsvergelijker 53 en daarin
O
20 vergeleken voor het vormen van een paar signalen XA’ en Xg', welke aangeven welk signaal de beste signaal/ruis-verhouding heeft. Wanneer het niveau van de ruiscomponent NA in het gedemoduleerde signaal SA' kleiner is dan het niveau van de ruiscomponent Ng in het gedemoduleerde signaal Sg' en der-25 halve de gedetecteerde uitgangsspanning VA' lager is dan de gedetecteerde uitgangsspanning Vg' (hetgeen betekent dat de signaal/ruis-verhouding van het gedemoduleerde signaal SA' groter is dan de signaal/ruis-verhouding van het gedemoduleerde signaal Sg’) neemt het signaal XA' een hoog niveau 30 en het signaal Xg! een laag niveau aan, zoals geïllustreerd is in de fig. 4B en 4C. Wanneer het niveau van de ruiscomponent Νβ in het gedemoduleerde signaal Sg' kleiner is dan het niveau van de ruiscomponent NA in het gedemoduleerde signaal SA' en derhalve de gedetecteerde uitgangsspanning VB' lager 35 is dan de gedetecteerde uitgangsspanning VA' (hetgeen betekent dat de signaal/ruis-verhouding van het gedemoduleerde signaal Sg' groter is dan de signaal/ruisverhouding van de 8^02346 * - * - 13 - gedemoduleerde signaal SA') neemt het signaal XA’ een laag niveau aan en het signaal Xg' een hoog niveau, zoals de fig. 4B en 4C tonen.
De uitvoering van fig. 3 bevat voorts een 5 niveaubeoordelingsschakeling 60 ten einde te beoordelen of ten minste dén van de niveaus van de ruisöomponenten N^en Νβ in de gedemoduleerde signalen S^' en Sg * uit de ontvangst-schakelingen 40A en 4QB, kleiner is dan een vooraf vastgesteld niveau corresponderend met een benedenste limiet van 10 een signaal/ruis-verhouding. Met andere woorden beoordeelt de niveaubeoordelingsschakeling 60 of de niveaus van beide ruiscomponenten en Νβ deel uitmaken van de gedemoduleerde signalen respectievelijk SA‘ en Sg', groter zijn dan of gelijk aan een vooraf vastgesteld niveau. Het zal duidelijk 15 zijn dat in de uitvoering van fig. 3 de signalen SAf en Sg' uit de niveauvergelijkingsschakeling 50 niet direct geleid worden naar de besturingsklemmen 4C en 4D van de schakelkring 4 als schakelbestuursignalen maar in plaats daarvan worden geleid naar een schakelbesturingssignaal genererende schake-20 ling 30 die soortgelijk is aan die welke beschreven is aan de hand van fig. 1 en die schakelbesturingssignalen Z^ en Zg genereert die worden geleid naar de besturingsaansluitingen 4C en 4D van de schakelkring 4. Een uitgangssignaal Wcr uit de niveaubeoordelingsschakeling 60 bestuurt de schakelbe-25 sturingssignaal genererende schakeling 30, zoals nog nader wordt beschreven.
De gedetecteerde uitgangsspanningen V^1 en V ' uit de detectieschakelingen 52A en 52B van de niveau-
O
vergelijkingsschakeiing 50 worden geleid naar spanningsver-30 gelijkers respectievelijk 61A en 61B, in de niveaubeoordelingsschakeling 60 en daar vergeleken met de referentie-spanning VR' ten einde de signalen W^’ respectievelijk Wg' te genereren (fig. 4D en 4D). De signalen W ' en Wgr uit de spanningsvergelijkers 61A en 61B worden geleid naar de EN-35 poort 62. Dienovereenkomstig neemt ten minste êën van de signalen W^' en Wg1 een laag niveau aan en neemt dus de uitgang uit de EN-poort 62 een laag niveau aan, zoals 8402346 $ , * - 14 - fig. 4F toont, wanneer ten minste één van de niveaus van de ruiscomponenten N^ en Νβ in de gedemoduleerde signalen S^' en S_* kleiner is dan. het vooraf vastgestelde niveau en ten minste één van de gedetecteerde uitgangsspanningen V^' 5 en v r kleiner is dan de referentiespanning 1. Anderzijds neemt elk van de signalen W^' en WB' een hoog niveau aan en gaat dus de uitgang W^,' uit de EN-poort 62 hoog, zoals fig.
4F toont, wanneer beide niveaus van de ruiscomponenten en Νβ in de gedemoduleerde signalen S^' en Sg' groter zijn 10 dan of gelijk aan het vooraf vastgestelde niveau en beide gedetecteerde uitgangsspanningen V^' en Vg‘ uit de detectie-schakelingen 52A en 52B groter zijn dan of gelijk aan de referentiespanning V '. In de getekende uitvoering, fungeert het uitgangssignaal Wc‘ als een stopsignaal wanneer het een 15 hoog niveau aanneemt ten einde het schakelen van de signalen SA' en SB' door de schakelkring 4 te voorkomen.
De schakelbesturingssignaal genererende schakeling 30 is met zijn voorzetaansluiting PR van de OK flipflop 31 PR verbonden via de weerstand 32A met de uitgang van 20 de spanningsvergelijker 53, waaraan het signaal X^' wordt ontleend en met de collector van de transistor 34A. De wisaansluiting CL van de flip-flop 31 is via de weerstand 32B verbonden met de uitgang van de spanningsvergelijker 53, waaraan het signaal Xg' wordt ontleend en met de collector van 25 transistor 34B. De basis van transistor 34A is via de weerstand 33A gelegen aan de uitgang van de EN-poort 62. De emitters van de transistoren 34A en 34B liggen aan aarde. De basis van transistor 34B is via weerstand 33B gekoppeld met de uitgang van de EN-poort 62. De andere aansluitingen van 30 de flip-flop 31 zijn verbonden zoals in fig. 1 en de beschrijving derhalve zal niet worden herhaald.
De uitvoering van fig. 3 werkt als volgt:
De ontvangstschakelingen 40A en 40B produceren gedemoduleerde signalen S ' en SB', die worden geleid 35 naar schakelkring 4 en naar de niveauvergelijkingsschakeling 50 voor het vormen van gedetecteerde uitgangsspanningen VA' t en Vg1 in de signalen X^' en Xg'· De gedetecteerde uitgangs- 8402346 > * ' - 15 - spannlngen V^’ en νβ' worden geleid naar de. niveaubeoorde-lingsschakeling 60, waar ze met de referentiespanning VR' voor het vormen van het uitgangssignaal Wc' worden vergeleken. Wanneer het niveau van de ruiscomponenten en Νβ in ten 5 minste êën van de gedemoduleerde signalen S^' en SR1 kleiner is dan het vooraf vastgestelde niveau, neemt het uitgangssignaal Wc' uit de niveaubeoordelingsschakeling 60 een laag niveau aan, zodat de transistoren 34A en 34B niet geleidend worden. Dienovereenkomstig worden de signalen X^r en Xg’ uit 10 de niveauvergelijkingsschakeling 50 in principe direct toegevoerd aan de voorzetaansluiting PR en de wisaansluiting CL respectievelijk van flip-flop 31. Met andere woorden, zijn de signalen Y 1 en Yg' op de aansluiting PR en aansluiting CL dezelfde als de signalen XA' en Xg' uit de niveauver-15 gelijkingsschakeling 30, zoals fig. 4G en 4H tonen. De schakel-besturingssignalen Z^en Ζβ uit de Q en Q klemmen van flipflop 31 vallen samen met de signalen Y^' en Υβ1 die worden geleid naar de voorzetaansluiting PR en wisaansluiting CL, zoals respectievelijk is aangegeven in de fig. 41 en 4J en 20 derhalve zijn de schakelbesturingssignalen Z^ en Ζβ in principe hetzelfde als de signalen X^' en Xg' uit de niveauvergelijkingsschakeling 50.
Zoals aangegeven is in fig. 4A en 4K, wordt in de periode voor het tijdstip t^' en na het tijdstip 25 diode D^ in de schakelkring 4 geleidend en diode Dg niet geleidend, zodat het gedemoduleerde signaal S^* wordt geleid naar de uitgang 4E van de schakelkring 4, wanneer het niveau van de ruiscomponent N in het gedemoduleerde signaal S *
A A
kleiner is dan het niveau van de ruiscomponent Νβ in het 30 gedemoduleerde signaal SR1. Omgekeerd wanneer het signaal van de ruiscomponent N_ in het gedemoduleerde signaal S *
D O
kleiner is dan het niveau van ruiscomponent in het gedemoduleerde signaal S^1, wordt diode niet.geleidend en diode D geleidend, zodat het gedemoduleerde signaal S' toege-B " 35 voerd wordt naar de uitgang 4E. Het gedemoduleerde signaal SA' of Sg' dat de laagste ruisniveaucomponent bevat, wordt derhalve geselecteerd voor het vormen van de linkerkanaal en rechterkanaaluitgangsaudiosignalen.
8402346 - 16 - ' !
Wanneer beide omroepsignalen ruis bevatten, dat wil zeggen dat de ruiscomponenten in beide gedemoduleerde signalen S^' en SB' groter worden dan of gelijk aan een vooraf vastgesteld niveau, wordt het gedemoduleerde signaal 5 S ' of Sg' dat voordien toegevoerd. werd vanuit de schakel-kring 4, verder geleverd en vindt geen schakeling plaats.
Met name wanneer de.niveaus van beide ruiscomponenten en N_ in de gedemoduleerde signalen S ‘ en S' groter is dan 13 A n of gelijk aan het vooraf vastgestelde niveau, neemt het uit-10 gangssignaal Wc' van de niveaubeoordelingsschakeling 60 een hoog niveau aan om te fungeren als een stopsignaal voor de schakelkring 4. Met name worden de transistoren 34A en 34B geleidend gemaakt zodat de voorzetaansluiting PR en de wisklem CL van de flip-flop 31 geaard worden. Dientengevolge, 15 zoals getekend is in fig. 41 en 4J in de periode tussen de tijdstippen t^' en t2', blijven de schakelbestuursignalen Z en ZB die toegevoerd worden vanaf de klemmen Q en Q van de flip-flop 31 in een toestand waarin ze waren voorafgaande aan het tijdstip t^, dat wil zeggen voorafgaande aan het 20 tijdstip wanneer de niveaus van beide ruiscomponenten en en Ng groter werden dan of gelijk aan het vooraf vastgestelde niveau. In het getekende geval, neemt, op het tijdstip t.j 1 en daarna het tijdstip t£’ het schakelbestuursignaal een laag niveau aan en neemt het schakelbestuursignaal Ζβ 25 een hoog niveau aan, zoals op het tijdstip direct voorafgaande aan de tijd t^' ongeacht de relatie daarna tussen de niveaus van de ruiscomponenten en Νβ. Dientengevolge schakelt de schakelkring 4 niet langer tussen de gedemoduleerde signalen S_' en S ' en behoudt de toestand die bestond 30 direct voorafgaande aan het tijdstip t^'. In dit voorbeeld wordt de diode D_ niet geleiden!en de diode D geleidend, A o zodat het gedemoduleerde signaal S 1 toegevoerd wordt aan Ώ de uitgang 4E van de schakelkring 4, zoals is aangeduid in fig. 4K, in de tijdsperiode tussen tijdstip t^' en tijdstip 35 t2'· Een van de gedemoduleerde signalen S^' en SB' wordt dus continu geleverd zonder dat daartussen wordt geschakeld en dit signaal wordt gebruikt om de linker- en rechterkanaalaudio- 8402346 ♦ ^ * - 17 - uitgangssignalen te verkrijgen. Het zal duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding een ongewenste pulsruis vermijdt, welke wordt veroorzaakt door de werking van de schakelkring 4 wanneer de ruisniveaus in beide ontvangen signalen een 5 vooraf vastgesteld niveau overschrijden.
In de uitvoering van fig. 3, wanneer de niveaus van beide ruiscomponenten en Νβ in de gedemoduleer-de signalen S^’ en ' groter zijn dan of gelijk aan het vooraf vastgestelde niveau, worden voorts de linker- en 10 rechterkanaalaudio-uitgangssignalen S_ en S_ uit de stereo-demodulator 45 niet direct geleid naar de uitgangen zonder modificatie, maar worden in plaats daarvan geleid naar de uitgangen via de bandonderdrukschakelingen 701» en 70R, waarin de ruiscomponenten worden onderdrukt als reactie op het uit-15 gangssignaal Wc* en de gedetecteerde spanningen V^’ en VB'.
In de getekende uitvoering, hebben de bandonderdrukschakelingen 70L en 70R dezelfde configuratie en bevatten elk een ingang 71 waar het audio-uitgangssignaal of SR wordt ontvangen en een serieverbinding van een weer-20 stand 72 en de condensator 73. De collector-emitter overgang van de transistor 74 en de collector-emitter overgang van de transistor 75 staan in serie tussen elke ingang 71 en aarde.
De basis van elke transistor 74 ligt aan een besturingsaan-sluiting 77. De basis van elke transistor 75 is via een span-25 ningsdeler 76 verbonden met een tweede besturingsaansluiting 78. Een uitgang 79 voor de onderdrukschakeling 70L of 7OR is gekoppeld met een verbindingspunt tussen de respectieve weerstand 72 en de condensator 73.
Het genereren van stuursignalen voor de 30 bandonderdrukschakelingen 70L of 70R zal in het volgende worden beschreven. Een optelschakeling of opteller 80 ontvangt de gedetecteerde uitgangsspanningen V^' en V^1 uit de detectieschakelingen 52A en 52B en vormt een gemiddelde spanning Vc als volgt: 3S 7C = i <V * V).
8402346 , tf t w - 18 - ^
De opteller 80 voert de gemiddelde spanning V^t<ie^aan be-sturingsaansluiting 77 van elke van de ban^oiiderdrukschake-lingen 70L en 70R. Een tweede besturingéaansluiting 78 van de bandonderdrukschakelingen 70L en 70R" zijn verbonden met de 5 uitgang van de niveaubeoordelirigsschakeling 60 en ontvangen het· uitgangssignaal W^' daaruit.
Zoals in het voorgaande is vermeld, neemt, wanneer ten minste één van de niveaus van de ruiscomponenten Na en Ng in de gedemoduleerde signalen SA* en Sg', kleiner 10 is dan het vooraf vastgestelde niveau, het uitgangsniveau Wc‘ een laag niveau aan en worden de transistoren 75 in de band-onderdrukschakeling 70L en 70R afgeschakeld. Dienovereenkomstig worden de linker- en rechterkanaalaudio-uitgangssignalen S_ en S' uit de stereodemodulator 45 overgedragen via 15 weerstanden 72 naar de uitgangen 79 zonder enige frequentieverandering. Wanneer de niveaus van de ruiscomponenten NA en Ng in beide gedemoduleerde signalen SA’ en Sg* groter zijn dan of gelijk aan het vooraf vastgestelde niveau, neemt het signaal Wc' een hoog niveau.aan. De transistoren 75 worden dus 20 ingeschakeld door het signaal Wc' en de transistoren 74 worden ingeschakeld door de gemiddelde spanning Vc uit de opteller 80, zodat de bandonderdrukschakelingen 70L en 70R als laag-doorlaatfilters fungeren. Dienovereenkomstig worden de linker-en rechterkanaalaudio-uitgangssignalen en SR overgedragen 25 door de bandonderdrukschakelingen 70L en 70R naar de uitgangs-klem 79, met de hoogfrequentbanddelen, dat wilTzeggen het deel waar de ruiscomponenten NA en Ng gelegen zijn, in onderdrukte toe stand. In de uitvoering volgens fig. 3 is het gewenst dat des te hoger de gemiddelde spanning Vc uit de op-30 teller 80 is, des te lager de afsnij frequentie van de laag-doorlaatfilters gevormd door- de bandonderdrukschakelingen 7QL en 7OR is.
In de uitvoering van fig. 3 gaat de schakel-kring 4 verder met het toevoeren van het gedemoduleerde sig-35 naai SA' of S ', dat geleverd werd op een tijdstip waarop de niveaus van beide ruiscomponenten NA en Ng groter werden dan of gelijk aan een voorafvastgesteld niveau. Een ruimte- 8402346 - 19 - diversifceitsontvanger soortgelijk aan die uit fig. 1, kan echter worden verschaft volgens de uitvinding om ervoor te zorgen dat de schakelbesturingssignalen Z^ en Z^ vooraf vastgestelde toestanden of configuraties aanneraen wanneer beide 5 ruiscomponenten en Νβ het vooraf vastgestelde niveau overschrijden. Het schakelbestuursignaal Z bijvoorbeeld kan een
A
hoog niveau .aannemen en het schakelbestuursignaal Z_ kan een
O
laag niveau aannemen wanneer beide ruiscomponenten en Νβ groter zijn dan of gelijk aan het vooraf vastgestelde niveau.
10 Op dat moment wordt diode D& geleidend en DB niet geleidend, zodat het gedemoduleerde signaal S* geleverd wordt aan klem 4E.
Volgens een verdere modificatie van de uitvinding volgens fig. 3, kunnen de signalen X^’ en 3^' uit de 15 niveauvergelijkingsschakeling 50 direct geleverd worden aan de besturingsaansluitingen 4C en 4D van de schakelkring 4 en wordt het uitgangssignaal W^,’ uit de schakeling 60 gebruikt om de spanningsvergelijker 53 te sturen. In een dergelijk geval, wanneer ten minste êën van de niveaus van de ruiscompo-20 nenten en Νβ kleiner is dan het vooraf vastgestelde niveau, wordt de spanningsvergelijker 53 werkzaam gemaakt door het uitgangssignaal W^,' voor het vergelijken van de gedetecteerde spanningen V^' en νβ 1. De spanningsvergelijker 53 levert de signalen X T en Xg’ om aan te geven welke van de gedemoduleerde 25 signalen S^' en SB' de lagere ruisniveaucomponent heeft. Wanneer de niveaus van beide ruiscomponenten en groter zijn dan of gelijk aan het vooraf vastgestelde niveau, wordt de spanningsvergelijker 53 onwerkzaam gemaakt om een spannings-vergelijking uit te voeren als reactie op het uitgangssignaal 30 Wc', dat fungeert als een stopsignaal en nemen de signalen X^' en Xg * vooraf vastgestelde waarden aan. Het signaal X^' kan bijvoorbeeld een hoog niveau krijgen, terwijl het signaal X ' een laag niveau heeft ongeacht de relatie tussen de gedetec-
D
teerde uitgangsspanningen 1 en νβ'.
35 8402346

Claims (10)

1. Ruimtediversiteitsontvanger voor de ontvangst van omroepsignalen omvattende eerste en tweede antennes, eerste en tweede ontvangstmiddelen die zijn gekoppeld met respectievelijk de eerste en de tweede antennes voor het 5 leveren van eerste en tweede uitgangssignalen als reactie op die omroepsignalen, schakelmiddelen, die de eerste en tweede uitgangssignalen ontvangen en één van de uitgangssignalen selecteren als reactie op daaraan toegevoerde besturingssig-nalen, detectiemiddelen voor het identificeren welke van de 10 eerste en tweede uitgangssignalen een relatief betere signaal/ ruisverhouding heeft, beoordelingsmiddelen voor het genereren van een stopsignaal wanneer de signaal/ruis-verhoudingen van beide van de eerste en de tweede uitgangssignalen kleiner zijn dan die vooraf vastgestelde waarde, schakelbesturings-15 middelen die verbonden zijn met de detectie en beoordelingsmiddelen voor het genereren van de besturingssignalen, ten einde de schakelmiddelen ëën van de beide eerste en tweede uitgangssignalen te laten selecteren, welke op elk tijdstip geïdentificeerd wordt door de detectiemiddelen in de afwezig-20 heid van dat stopsignaal en om de schakelmiddelen één van de eerste en tweede uitgangssignalen continu te laten selecteren als reactie op de aanwezigheid van dat stopsignaal en uitgangsmiddelen voor het vormen van een audio-uitgangssig-naal als reactie op het uitgangssignaal dat geselecteerd wordt 25 door de schakelmiddelen.
2. Ruimtediversiteitsontvanger volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de detectiemiddelen een schakeling omvatten voor het vergelijken van het niveau van de eerste en tweede uitgangssignalen als een maat voor 30 hun relatieve signaal/ruis-verhoudingen.
3. Ruimtediversiteitsontvanger volgens conclusie 2, met het'ken'merk, dat de beoordelingsmiddelen niveaubeoordelingsschakelmiddelen omvatten voor het vergelijken van de niveaus van de eerste en de tweede uit- 35 gangssignalen met een vooraf vastgesteld niveau en voor het genereren van een stopsignaal wanneer de niveaus van beide van 8402346 - '9 - 21 - de uitgangssignalen lager zijn dat het vooraf vastgestelde niveau.
4. Ruimtediversiteitsontvanger volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de niveauvergelijkings- 5 schakeling eerste amplitudedetectiemiddelen omvat voor het detecteren van het niveau van het eerste uitgangssignaal voor het vormen van een eerste spanning corresponderende met het gedetecteerde niveau, tweede amplitudedetectiemiddelen voor het detecteren van het niveau van het tweede uitgangssignaal 10 voor het vormen van een tweede spanning corresponderend met het gedetecteerde niveau en spanningsvergelijkingsmiddelen voor het vergelijken van de eerste en tweede spanningen en het produceren van corresponderende indicatorsignalen, die indiceren welke van de eerste en de tweede uitgangssignalen 15 het hoogste niveau heeft.
5. Ruimtediversiteitsontvanger volgens conclusie 4,met het kenmerk, dat de beoordelingsmidde-len eerste aanvullende spanningsvergelijkingsmiddelen omvatten voor het vergelijken van de eerste spanning met een referen- 20 tiespanning voor het vormen-van een eerste vergeleken signaal, tweede aanvullende spanningsvergelijkingsmiddelen voor het vergelijken van een tweede spanning met de referentiespanning voor het vormen van een tweede vergeleken signaal en logische middelen die reageren op de eerste en tweede vergeleken sig-25 nalen voor het vormen van het stopsignaal.
6. Ruimtediversiteitsontvanger volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat elk van de eerste en tweede uitgangssignalen een ruiscomponent bevat en waarbij de detectiemiddelen een niveauvergelijkingsschakeling omvatten 30 voor het vergelijken van de niveaus van de ruiscomponenten in de eerste en de tweede uitgangssignalen als een maat voor hun relatieve signaal/ruis-verhouding.
7. Ruimtediversiteitsontvanger volgens conclusie 6,met het kenmerk, dat de beoordelingsmidde- 35 len een niveaubeoordelingsschakeling omvatten voor het vergelijken van de niveaus van de ruiscomponenten met een vooraf-vastgesteld niveau en voor het genereren van een stopsignaal 8402346 . ψ ^ - 22 - wanneer de niveaus van de ruiscomponenten in beide van de uitgangssignalen groter zijn dan dat vooraf vastgestelde niveau.
8. Ruimtediversiteitsontvanger volgens conclu-5 sie 6, m e t het kenmerk/ dat de detectiemiddelen een eerste hoogdoorlaatfilter omvatten voor het onttrekken van de ruiscomponent aan het eerste uitgangssignaal/ een tweede hoogdoorlaatfilter voor het onttrekken van de ruiscomponent aan het tweede uitgangssignaal, eerste detectiemidde-10 len voor het detecteren van het niveau van die ruiscomponent die onttrokken is door het eerste hoogdoorlaatfilter voor het vormen van een eerste spanning corresponderend met het gedetecteerde niveau, tweede detectiemiddelen voor het detecteren van het niveau van de ruiscomponent welke onttrokken 15 is door het tweede hoogdoorlaatfilter voor het vormen van een tweede spanning corresponderend met het gedetecteerde niveau en spanningsvergelijkingsmiddelen voor het vergelijken van de eerste en tweede spanningen met elkander voor het vormen van indicatorsignalen/ die aanduiden welke van de eerste 20 en tweede uitgangssignalen de kleinste ruiscomponent heeft.
9. Ruimtediversiteitsontvanger volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de niveaubeoordelings-schakeling eerste aanvullende spanningsvergelijkingsmiddelen omvat voor het vergelijken van de eerste spanningssignalen 25 met de referentiespanning voor het vormen van een eerste vergeleken spanning, tweede aanvullende spanningsvergelijkingsmiddelen voor het vergelijken van de tweede spanning met een referentiesignaal voor het vormen van een tweede vergeleken spanning en logische middelen die reageren op de eerste en 30 tweede vergeleken spanningen voor het vormen van een stopsignaal.
10. Ruimtediversiteitsontvanger volgens conclusie 9, gekenmerkt door middelingsmiddelen voor het ontvangen van de eerste en tweede spanningen corresponderend 35 met de gedetecteerde niveaus van de eerste en tweede uitgangssignalen en voor het genereren van een gemiddeld signaal daar- 8402346 - 23 - uit en waarbij de uitgangsmiddelen een filter omvatten, dat reageert op het gemiddelde signaal en het stopsignaal voor het filteren van het uitgangssignaal dat geleverd wordt door de schakelmiddelen. 8402346
NL8402346A 1983-07-25 1984-07-25 Ruimtediversiteitsontvanger. NL192169C (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP58135583A JPS6027238A (ja) 1983-07-25 1983-07-25 受信機
JP13558383 1983-07-25
JP58147720A JPS6039933A (ja) 1983-08-12 1983-08-12 Fm受信機
JP14772083 1983-08-12

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8402346A true NL8402346A (nl) 1985-02-18
NL192169B NL192169B (nl) 1996-10-01
NL192169C NL192169C (nl) 1997-02-04

Family

ID=26469403

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8402346A NL192169C (nl) 1983-07-25 1984-07-25 Ruimtediversiteitsontvanger.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4578819A (nl)
AT (1) AT393577B (nl)
CA (1) CA1218115A (nl)
DE (1) DE3427473A1 (nl)
FR (1) FR2550032B1 (nl)
GB (1) GB2144947B (nl)
NL (1) NL192169C (nl)

Families Citing this family (27)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4742568A (en) * 1985-06-10 1988-05-03 Nec Corporation Receiver for antenna switching diversity systems
JPS61284125A (ja) * 1985-06-11 1986-12-15 Nec Corp ダイバ−シチ受信方式
JPH0683127B2 (ja) * 1985-07-22 1994-10-19 日本電気株式会社 ダイバーシチ受信無線機
DE3612235A1 (de) * 1986-04-11 1987-10-15 Blaupunkt Werke Gmbh Verfahren und schaltungsanordnung zum empfang von radiowellen mit mehreren antennen
JPS6387081A (ja) * 1986-09-30 1988-04-18 Toshiba Corp モニタテレビジヨン装置
US5204904A (en) * 1986-12-01 1993-04-20 Carver Corporation Apparatus for receiving and processing frequency modulated electromagnetic signals
DE3641109A1 (de) * 1986-12-02 1988-08-25 Lindenmeier Heinz Signaldiversity-anlage fuer den mobilen empfang
JP2622972B2 (ja) * 1987-09-17 1997-06-25 三洋電機株式会社 Fmラジオ受信機
FR2626111B1 (fr) * 1988-01-20 1990-04-27 Saint Gobain Vitrage Systeme d'antennes pour vehicule
DE3814900A1 (de) * 1988-05-03 1989-11-23 Hirschmann Richard Gmbh Co Empfangsverfahren und empfangs-antennensystem fuer mobilen empfang
JPH0338932A (ja) * 1989-07-06 1991-02-20 Oki Electric Ind Co Ltd スペースダイバーシチ方式
US5224121A (en) * 1992-06-04 1993-06-29 Motorola, Inc. Rolling synthesizer method for baseband slow frequency hopping
IL104264A (en) * 1992-08-20 1996-07-23 Nexus Telecomm Syst Remote location determination system
US5335246A (en) * 1992-08-20 1994-08-02 Nexus Telecommunication Systems, Ltd. Pager with reverse paging facility
US5430759A (en) * 1992-08-20 1995-07-04 Nexus 1994 Limited Low-power frequency-hopped spread spectrum reverse paging system
US5351274A (en) * 1993-08-20 1994-09-27 General Electric Company Post detection selection combining diversity receivers for mobile and indoor radio channels
KR960009446B1 (en) * 1993-12-23 1996-07-19 Hyundai Electronics Ind A diversity device of gps antenna
GB2308530B (en) * 1995-12-21 2000-03-22 Nokia Mobile Phones Ltd Antenna selection control circuitry
US6839543B1 (en) * 1996-09-09 2005-01-04 Victory Industrial Corporation Method and system for detecting and discriminating multipath signals
JPH1098423A (ja) * 1996-09-20 1998-04-14 Sumitomo Wiring Syst Ltd 放送受信システムおよび放送受信システムの制御方法
KR19980033998A (ko) * 1996-11-04 1998-08-05 김광호 무선 전송 시스템에서 공간 다이버시티를 적용한 수신 장치 및 방법
SE508290C2 (sv) * 1997-01-21 1998-09-21 Ericsson Telefon Ab L M Mottagaranordning för två frekvensband
US5911124A (en) * 1997-02-03 1999-06-08 Motorola, Inc. Method and apparatus for applying echo mitigation in a communication device
US6009307A (en) * 1997-05-13 1999-12-28 Qualcomm Incorporated Multiple antenna detecting and selecting
DE19743123B4 (de) * 1997-09-30 2005-11-24 Harman Becker Automotive Systems (Xsys Division) Gmbh Verfahren und Schaltungsanordnung zur Auswahl eines von mehreren Empfängern einer Diversity-Empfangsanlage
US7248843B2 (en) * 2003-11-07 2007-07-24 Ge Medical Systems Information Technologies, Inc. Antenna selection system and method
US7640040B2 (en) * 2005-08-22 2009-12-29 Kyocera Corporation Systems and methods for tuning an antenna configuration in a mobile communication device

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB825785A (en) * 1956-10-17 1959-12-23 Collins Radio Co Single sideband diversity system
FR1499243A (fr) * 1966-08-04 1967-10-27 Thomson Houston Comp Francaise Perfectionnements aux procédés et dispositifs de réception en diversité
DE1591144B2 (de) * 1967-11-28 1976-12-16 Gottstein, Dietrich, 8026 Ebenhausen Empfangseinrichtung mit mindestens zwei empfaengerzuegen und einer automatischen umschalteinrichtung
CA1065020A (en) * 1974-06-27 1979-10-23 William L. Hatton High reliability diversity communications system
US4035729A (en) * 1976-05-21 1977-07-12 General Electric Company Audio signal quality indicating circuit
JPS56168442A (en) * 1980-05-30 1981-12-24 Nissan Motor Co Ltd Diversity receiver for car
JPS5733834A (en) * 1980-08-07 1982-02-24 Clarion Co Ltd Frequency modulation noise reducing circuit
US4403343A (en) * 1980-09-30 1983-09-06 Clarion Co., Ltd. Diversity receiver
GB2096865B (en) * 1981-03-26 1984-12-12 Ferranti Ltd Diversity receivers
JPS587939A (ja) * 1981-07-08 1983-01-17 Nissan Motor Co Ltd 車両用ダイバ−シテイ受信装置
JPS5880939A (ja) * 1981-11-09 1983-05-16 Sony Corp アンテナ装置
JPS58191538A (ja) * 1982-04-30 1983-11-08 Clarion Co Ltd 車載用ダイバ−シテイ受信装置

Also Published As

Publication number Publication date
ATA240784A (de) 1991-04-15
NL192169B (nl) 1996-10-01
US4578819A (en) 1986-03-25
NL192169C (nl) 1997-02-04
CA1218115A (en) 1987-02-17
DE3427473A1 (de) 1985-02-14
AT393577B (de) 1991-11-11
FR2550032B1 (fr) 1987-01-02
FR2550032A1 (fr) 1985-02-01
GB2144947B (en) 1987-02-04
GB8418788D0 (en) 1984-08-30
GB2144947A (en) 1985-03-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8402346A (nl) Ruimtediversiteitsontvanger.
US4380824A (en) Receiving reproducing system
US4314377A (en) Noise removing apparatus
US5134707A (en) Satellite receiver
US4399325A (en) Demodulating circuit for controlling stereo separation
KR0123755B1 (ko) 음성신호 송수신시스템
US5631963A (en) Circuit arrangement for the recognition of adjacent channel interference
US4512031A (en) Arrangement for receiving TV-signals having left and right stereo sound signals
EP0399557B1 (en) FM stereo receiver
US4827153A (en) Circuit arrangement for optionally connecting signal sources to a signal sink
CA1174737A (en) Apparatus for demodulating an am stereophonic signal
JPS5920212B2 (ja) ステレオ復調装置
JP2708153B2 (ja) 受信機
US5752178A (en) Waveform identity discriminating circuit
JP2895861B2 (ja) Fmステレオ受信機
JP2895857B2 (ja) Fmステレオ受信機
JP3157283B2 (ja) 受信機
JP3120457B2 (ja) ダイバーシティ方式のfm受信装置
JP2957598B2 (ja) Fmステレオ受信機
JPS6223161Y2 (nl)
JP2723187B2 (ja) 音声多重復調回路
JP2504800B2 (ja) Fm受信機
JPH06197087A (ja) ステレオ放送信号受信装置
JP4121267B2 (ja) 音声多重信号復調装置
JP2895858B2 (ja) Fmステレオ受信機

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20030201