NL8402069A - Magnetisch registreermedium. - Google Patents

Magnetisch registreermedium. Download PDF

Info

Publication number
NL8402069A
NL8402069A NL8402069A NL8402069A NL8402069A NL 8402069 A NL8402069 A NL 8402069A NL 8402069 A NL8402069 A NL 8402069A NL 8402069 A NL8402069 A NL 8402069A NL 8402069 A NL8402069 A NL 8402069A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
magnetic
layer
surface roughness
base film
recording medium
Prior art date
Application number
NL8402069A
Other languages
English (en)
Other versions
NL191422C (nl
NL191422B (nl
Original Assignee
Tdk Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Tdk Corp filed Critical Tdk Corp
Publication of NL8402069A publication Critical patent/NL8402069A/nl
Publication of NL191422B publication Critical patent/NL191422B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL191422C publication Critical patent/NL191422C/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/62Record carriers characterised by the selection of the material
    • G11B5/73Base layers, i.e. all non-magnetic layers lying under a lowermost magnetic recording layer, e.g. including any non-magnetic layer in between a first magnetic recording layer and either an underlying substrate or a soft magnetic underlayer
    • G11B5/735Base layers, i.e. all non-magnetic layers lying under a lowermost magnetic recording layer, e.g. including any non-magnetic layer in between a first magnetic recording layer and either an underlying substrate or a soft magnetic underlayer characterised by the back layer
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/62Record carriers characterised by the selection of the material
    • G11B5/68Record carriers characterised by the selection of the material comprising one or more layers of magnetisable material homogeneously mixed with a bonding agent
    • G11B5/70Record carriers characterised by the selection of the material comprising one or more layers of magnetisable material homogeneously mixed with a bonding agent on a base layer
    • G11B5/714Record carriers characterised by the selection of the material comprising one or more layers of magnetisable material homogeneously mixed with a bonding agent on a base layer characterised by the dimension of the magnetic particles
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/62Record carriers characterised by the selection of the material
    • G11B5/73Base layers, i.e. all non-magnetic layers lying under a lowermost magnetic recording layer, e.g. including any non-magnetic layer in between a first magnetic recording layer and either an underlying substrate or a soft magnetic underlayer
    • G11B5/739Magnetic recording media substrates
    • G11B5/73923Organic polymer substrates
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S428/00Stock material or miscellaneous articles
    • Y10S428/90Magnetic feature
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T428/00Stock material or miscellaneous articles
    • Y10T428/25Web or sheet containing structurally defined element or component and including a second component containing structurally defined particles
    • Y10T428/256Heavy metal or aluminum or compound thereof
    • Y10T428/257Iron oxide or aluminum oxide
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T428/00Stock material or miscellaneous articles
    • Y10T428/31504Composite [nonstructural laminate]
    • Y10T428/31551Of polyamidoester [polyurethane, polyisocyanate, polycarbamate, etc.]
    • Y10T428/31609Particulate metal or metal compound-containing
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T428/00Stock material or miscellaneous articles
    • Y10T428/31504Composite [nonstructural laminate]
    • Y10T428/31855Of addition polymer from unsaturated monomers
    • Y10T428/31935Ester, halide or nitrile of addition polymer

Description

C * i -1- 24031/Vk/mvl
Korte aanduiding: Magnetisch registreermedium.
De uitvinding heeft betrekking op een magnetisch registreermedium bestaande uit een basisfilm van kunststof en een 5 magnetische laag gevormd op een zijde van de basisfilm en samengesteld uit een ferromagnetisch legeringspoeder, gedispergeerd in een harsvormig bindmiddel. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een registreermedium met een hoge dichtheid, met voortreffelijke fysische en elektromagnetische conversiekarakteristieken.
10 Als ferromagnetische poeders die zijn toegepast voor magnetische registreermedia kunnen bijvoorbeeld worden genoemd y-Fe203, Co-houdend y-Fe^, Fe.^, Co-houdend Fe^O^ en Cr02· De magnetische karakteristieken van deze ferromagnetische poeders, zoals de coërcitiekracht en dé' maximale rest magnetische fluxdichtheid zijn 15 echter voldoende voor registratie bij een hoge dichtheid, met een hoge gevoeligheid en deze zijn niet geschikt voor magnetische registratie van een signaal met een korte registratiegolflengte van ten hoogste ongeveer 1 μα of voor de magnetische registratie met een smalle spoorbreedte.
20 Omdat de eisen voor dergelijke magnetische registreer media streng zijn geworden, zijn ferromagnet.ische poeders ontwikkeld of voorgesteld met karakteristieken die geschikt zijn voor registratie bij hoge dichtheid. Als dergelijke magnetische poeders kunnen worden genoemd metalen of metaallegeringen zoals Fe, Co, Fe-Co, Fe-Co-Ni en 25 Co-Ni of legeringen van deze materialen met Al, Cr of Si. Een magnetische registreerlaag waarbij gebruik wordt gemaakt van een legeringspoeder, wordt vereist om een hoge coërcitiekracht te hebben en een hoge rest-magnetisctefluxdichtheid, met als doel een registratie bij een hoge dichtheid en het is vereist een werkwijze te kiezen voor de 30 bereiding van een legeringssamenstelling, zodat het bovenvermelde magnetische poeder aan deze eisen voldoet.
De onderhavige uitvinders hebben magnetische registreermedia bereid onder toepassing van'verschillende legeringspoeders en het is gebleken dat een magnetisch registreermedium met een ruisniveau dat 35 voldoende laag is en geschikt voor een registratie met een hoge dichtheid van korte golven kan worden verkregen wanneer het specifieke 2 oppervlak volgens de BET-methode ten minste 48 m /g is, de coërcitie- 8402069 t · { τ -2- 24031/Vk/mvl kracht van de magnetische laag ten minste 1000 0e is en de oppervlakte-ruwheid van de magnetische laag ten hoogste 0,08 ym is als een R^-waarde (een gemiddelde waarde van 20 waarden) met een afsnijding van 0,17 mm volgens de Talystep-methode die hierna zal worden toegelicht. Wanneer 5 echter de oppervlakte-eigenschap op een zodanige wijze wordt verbeterd, neemt de weerstand toe, waardoor het afstoppen van de lopende band en fouten bij het opwinden van de band kunnen optreden.
Verder is er een neiging dat de basisfilm voor de band, waarin een magnetisch poeder op basis van een legering wordt toegepast, dunner 10 wordt. Tegenwoordig wordt een basisfilm bestudeerd met een dikte van ongeveer 11 ym. Als materiaal voor de basisfilm kunnen met name worden genoemd polyethyleentereftalaat,. polyethyleennaftalaat, polyimide en polyamide.
Wanneer de basisfilm dunner wordt heeft de band de neiging 15 zo flexibel te worden, dat de weerstand toeneemt en dit kan leiden tot het stoppen van de band tijdens het lopen. Daarom is het noodzakelijk geworden, de basisfilm te versterken ter verbetering van de loop-karakteristieken. Als bekend middel ter verbetering van de loop-karakteristieken is het bekend een toplaag aan te brengen op de magnetische 20 laag. In een dergelijk geval is er echter een probleem zodat het smeermiddel op het oppervlak van de bovenste deklaag niet duurzaam is of dit kan een hechting veroorzaken tijdens het bewaren bij hoge temperatuur. Wanneer verder een magnetische laag is bereid uit een legeringspoeder, is de oppervlakteruwheid extreem laag en wanneer een bovenlaag hierop 25 is aangebracht wordt de hechting gewoonlijk veroorzaakt door het aandrukken van de wikkelingen van de band. Door deze omstandigheden is in het kader van de uitvinding geprobeerd een deklaag op de achterkant aan te brengen van de basisfilm uit kunststof. Als resultaat hiervan is gebleken dat de S/N-verhouding van het magnetisch registreerraedium 30 wordt beïnvloed niet alleen door het specifieke oppervlak van het legeringspoeder dat is toegepast voor de magnetische laag, gemeten volgens de BET-raethode en door de oppervlakteruwheid van de magnetische laag, maar ook door de oppervlakteruwheid van de laag aan de achterzijde. Vanwege de verdere problemen zoals het verschijnsel dat de 35 wikkeling van de band loskomt wanneer de band plotseling wordt gestopt, de afslijting of weerstand van de laag aan de achterzijde en de hechting van de magnetische laag met de laag aan de achterzijde, is het onmogelijk 8402059 ♦ % -3- 24031/Vk/mvl I f een magnetisch registreermedium te verkrijgen met goede elektromagnetische conversiekarakteristieken, loopkarakteristieken en duurzaamheid, zonder een hiertoe geschikte laag aan de achterzijde toe te
De onderhavige uitvinding is bedoeld om een voortreffelijk 5 magnetisch registreermedium te verkrijgen door een combinatie van een magnetische laag met specifieke magnetische en oppervlakte-eigenschappen en een laag aan de achterzijde met specifieke fysische en oppervlakte-eigenschappen.
De onderhavige uitvinding is hierop gebaseerd dat zelfs 10 wanneer de oppervlakte-eigenschap van de magnetische laag is verbeterd (zelfs wanneer de oppervlakteruwheid is verlaagd) het mogelijk is de loopkarakteristieken te verbeteren en de af te keuren produkten te verminderen en zodoende wordt een voortreffelijk magnetisch registreermedium verkregen door het aanbrengen van een laag aan de achterzijde 15 vervaardigd uit een samenstelling bestaande uit vinylchloride-vinyl- acetaat-vinylalcoholcopolymeer, een polyurethanhars en een polyisocyanaat of een dergelijke samenstelling die verder nitrocellulose bevat of een toevoegstof, indien dit is vereist, op de achterzijde van een basisfilm van kunststof bedekt met een magnetische laag samengesteld uit een 20 magnetisch legeringspoeder met de bovenvermelde specifieke waarden voor het BET-oppervlak en de coërcitiekracht en met de bovenvermelde specifieke oppervlakteruwheid en waarbij de oppervlakteruwheid van de laag aan de achterzijde wordt gekozen binnen een gebied van 0,05 tot 0,6 ym.
Zodoende wordt volgens de onderhavige uitvinding een 25 magnetisch registreermedium verkregen bestaande uit een basisfilm van kunststof en een magnetische laag, aangebracht op de basisfilm en samengesteld uit een ferromagnetisch legeringspoeder, gedispergeerd in een harsvormig bindmiddel, welk registreermedium hierdoor wordt gekenmerkt, dat het ferromagnetische legeringspoeder een oppervlakte 2 30 heeft van ten minste 48 m /g, gemeten volgens de BET-methode, de magnetische laag een coërcitiekracht heeft van ten minste 1000 0e en een oppervlakteruwheid van ten hoogste 0,08 ym en een thermogeharde laag aan de achterzijde met een oppervlakteruwheid van 0,05 tot 0,6 ym, gevormd op de andere kant van de basisfilm, waarbij de laag aan de achterzijde 35 is vervaardigd uit een thermohardende harssamenstelling die een vinyl-chloride-vinylacetaat-vinylalcoholcopolymeer omvat, een polyurethanhars en een polyisocyanaat.
8402069 t * 1 * -4- 24031/Vk/mvl
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de volgende beschrijving van de bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvormen en de bijgevoegde tekening, waarin: fig. 1 een grafiek voorstelt die het verband aangeeft tussen 5 de S/N-verhouding en de oppervlakteruwheid van de magnetische laag en de laag aan de achterzijde van' het magnetisch registreermedium en fig. 2 een grafiek is die het verband weergeeft tussen de S/N-verhouding en het BET-specifiek oppervlak van het magnetische legeringspoeder.
10 De magnetische laag van het magnetische registreermedium volgens de uitvinding heeft een coërcitiekracht (He) van ten minste 1000 Oe en een oppervlakteruwheid van ten hoogste 0,08 ym en het magnetische legeringspoeder in de magnetische laag heeft een specifiek 2 oppervlak van ten minste'48 m /g, gemeten volgens de BET-methode.
15 Het bij voorkeur toegepaste gebied van de coërcitiekracht varieert van 1000 tot 2000 0e. Indien de coërcitiekracht buiten dit gebied komt, heeft de magnetische kop de neiging te worden verzadigd op het tijdstip van registratie of het wordt moeilijk de magnetisatie te verwijderen. Hoe groter het specifiek oppervlak is van het magnetische 20 poeder, hoe sterker de S/N-verhouding zal worden verbeterd. Indien het specifiek oppervlak echter te hoog wordt, heeft de dispergeerbaarheid van het magnetische poeder in het bindmiddel de neiging zwak te worden of de effectiviteit heeft de neiging te worden verzadigd. Anderzijds indien de oppervlakteruwheid laag is, zal de registratiegevoeligheid 25 voor een korte golflengte toenemen.
Als magnetische legering, die voldoet aan de bovenvermelde karakteristieken, kunnen fijne poeders worden toegepast van Co, Fe-Co, Fe-Co-Ni of Co-Ni of soortgelijke fijne poeders gemengd met Cr, Al of Si. Er kunnen fijne poeders worden verkregen door het onder natte omstandig-30 heden reduceren van een metaalzout met een reductiemiddel zoals BH^, fijne poeders verkregen door aanbrengen van een. deklaag op het oppervlak van ijzeroxide met een Si-verbinding en het droog reduceren van het produkt in H2-gas of fijne poeders verkregen door verdampen van een legering onder argonatmosfeer onder verlaagde druk en ze kunnen een axiale 35 verhouding hebben van 1:5 tot 1:10 en een rest magnetische fluxdichtheid Br van 2000 tot 3000 Gauss en voldoen aan de bovenvermelde omstandigheden voor de coërcitiekracht en het oppervlak.
8402069 • t * * -5- 24031/Vk/mvl
Er kunnen verschillende bindmiddelen worden toegepast in combinatie met het magnetische legeringspoeder ter bereiding van magnetische deklaagsamenstellingen. Het verdient gewoonlijk de voorkeur een thermohardend harsvormig bindmiddel toe te passen of een harsvormig 5 bindmiddel dat kan worden gehard door elektronenstralen. Als verdere additieven kunnen een dispergeermiddel, een smeermiddel of een anti- statisch middel worden toegepast volgens de bekende werkwijze. Wanneer er een probleem ontstaat met betrekking tot de dispergeerbaarheid vanwege het gebruik van het magnetisch poeder met een BET-specifiek oppervlak 2 10 van 48 m /g, kan een oppervlakte actief middel of een organisch titaan-houdend koppelingsmiddel worden toegepast als dispergeermiddel. Als bindmiddel kan een middel worden toegepast bestaande uit vinylchloride-vinylacetaat-vinylalcoholcopolymeer, een polyurethanprepolymeer en een polyisocyanaat zoals een bindmiddel dat verder nitrocellulose bevat of 15 andere bekende thermohardende bindmiddelen of een harsvormig bindmiddel dat hardt door bestralen dat polymeer vormende groepen bevat zoals acrylzure dubbele bindingen of maleïnezure dubbele bindingen die gevoelig zijn voor geïoniseerde energie.
Volgens de gebruikelijke methode wordt het magnetische 20 legeringspoeder gemengd met het bindmiddel en een te voren bepaald oplosmiddel en diverse toevoegstoffen ter bereiding van een magnetische deklaagsamenstelling. Het deklaagmateriaal wordt aangebracht op een substraat zoals een polyester-basisfilra en daarna onderworpen aan thermoharding of aan harding door middel van elektronenstralen ter 25 vorming van een magnetische laag,die vervolgens wordt onderworpen aan een kalendeerbewerking. Daarna wordt een laag aan de achterzijde gevormd op een vergelijkbare wijze en het totale produkt wordt onderworpen aan een kalendeerbewerking ter verkrijging van een registreermedium met een te voren bepaalde oppervlakteruwheid. Wanneer de laag aan de 30 achterzijde is gevormd op de andere kant van de dunne basisfilm, zoals een polyester-basisfilm, vervaardigd uit een thermohardend bindmiddel zoals een vinylchloride-vinylacetaat-vinylalcoholcopolymeer, een polyurethanprepolymeer en een polyisocyanaat of een thermohardend mengsel van een dergelijk bindmiddel met nitrocellulose, kan de 35 bestandheid tegen afslijten van de laag aan de achterzijde aanmerkelijk worden verbeterd en toch kan de vormgeving door de kalendeerbewerking nog worden verbeterd. De oppervlakteruwheid van de laag aan de achter- 8402069 -6- 24031/Vk/mvl zijde volgens de uitvinding is bij voorkeur 0,05 tot 0,6 μπι. Samen met het materiaal aan de achterzijde dient deze oppervlakteruwheid niet alleen ter verbetering van de loopkarakteristieken van de band en de bestandheid tegen afslijten, maar ook ter vermindering van de hechting 5 met de magnetische laag 'en het verschijnsel waarbij de bandwikkeling los wordt wanneer de band plotseling wordt gestopt. Verder is gebleken dat in verband met de oppervlakteruwheid van de magnetische laag de S/N-verhouding kan worden gehandhaafd op een voldoende niveau wanneer de oppervlakteruwheid van de laag aan de achterzijde ten hoogste 0,6 yra 10 is. Het is gebleken dat wanneer de oppervlakteruwheid minder is dan · 0,05 ym, er het bovenvermelde verschijnsel van het loskomen zal optreden, de hechting en piroblemen ontstaan met betrekking tot de loopeigenschap.
De hoeveelheden van de componenten van het bindmiddel voor de laag aan de achterzijde kunnen binnen ruime grenzen worden gevarieerd. 15 Bij een combinatie van een vinylchloride-vinylacetaat-vinylalcohol-copolymeer en een polyurethan, verdient het echter de voorkeur dit te gebruiken van 10 tot 80 gew.% van het eerste middel en de rest van het laatste middel en een polyisocyanaat toe te voegen in een hoeveelheid van 5 tot 80 gew.delen ten opzichte van 100 gew.delen van de totale 20 hoeveelheid van de bovengenoemde polymeren.
Wanneer nitrocellulose wordt toegevoegd aan de bovenvermelde bindmiddelsamenstelling, in een hoeveelheid van 15 tot 60 gew.% nitrocellulose, 15 tot 60 gew.% vinylchloride-vinylacetaat-vinylalcohol-copolymeer en 10 tot 70 gew.% polyurethan, kan men de totale hoeveelheid 25 op 100 gew.% brengen. Vervolgens wordt een polyisocyanaat toegevoegd in een hoeveelheid van 5 tot 80 gew.delen ten opzichte van 100 gew.delen van de totale hoeveelheid van de bovenvermelde polymeren. De toevoeging van nitrocellulose dient om verder de hechting te verlagen en de bestandheid tegen afslijten te verbeteren.
30 Als vulmiddelen voor de laag aan de achterzijde volgens de uitvinding kunnen worden genoemd 1) een geleidend vulmiddel zoals grafiet of roet en 2) een anorganisch vulmiddel zoals Si02, TiOg, A^O^, Cr SiC, CaCO^, zinkoxide, geothiet, a-Fe^O^, talk, kaoline, CaSO^, borium- 35 nitride, teflonpoeder, gefluoreerde grafiet of molybdeendisulfide.
Deze vulmiddelen kunnen worden toegepast in een hoeveelheid van 20 tot 200 gew.delen wat betreft vulmiddel 1) of 1 tot 300 gew.delen 8402069 # . % -7- 24031/Vk/mvl voor vulmiddel 2) ten opzichte van 100 gew.delen bindmiddel. Indien de hoeveelheid bindmiddelen te veel is, wordt de opgebrachte film te bros, hetgeen leidt tot een nadeel waardoor de hoeveelheid af te keuren pro-dukten wordt vergroot.
5 De uitvinding zal nader worden beschreven aan de hand van de volgende voorbeelden. Het zal echter duidelijk zijn dat de uitvinding niet wordt beperkt door deze specifieke voorbeelden.
Voorbeeld I
Verschillende legeringspoeders werden bereid door het toe- 10 passen van een natte reductie. Deze poeders werden samengesteld uit naaldvormige deeltjes met een axiale verhouding {verhouding korte as/lange as) van 1/5 tot 1/10 en met een resterende magnetische fluxdichtheid van 2000 tot 3000 gauss, een coërcitiekracht van 1000 tot 2000 0e en een 2 BET-specifiek oppervlak' van 45 tot 70 m /g. Elk van deze magnetische 15 poeders werd gemengd met andere componenten in de volgende mengverhouding volgens een hiertoe gebruikelijke methode.
gew.delen 2Q Fe-Co-Ni legeringspoeder 100 vinylchloride-vinylacetaat-vinyl-alcoholcopolyraeer (VAGH, bereid 15 door U.C*C* Co.,U.S.A·) polyurethanprepolymeer {Desmodule 22 bereid door Bayer AG) 22 methylethylketon/tolueen (50/50) 250 myristinezuur 2 sorbitoltristearaat 2 _
Aan het aldus verkregen mengsel werden 30 gew.delen polyiso-30 cyanaat {Desmodule L, bereid door Bayer AG) toegevoegd ter verkrijging van een magnetisch deklaagraateriaal. Het deklaagmateriaal werd aangebracht op een polyesterfilm in een dikte van 3,5 urn, daarna gedroogd en onderworpen aan een kalendeerb'ewerking. Vervolgens werd de aldus behandelde film onderworpen aan een thermohardende reactie bij 80 °C 35 gedurende 48 uren.
Anderzijds werd de volgende polymeersamenstelling bereid voor de laag aan de achterzijde.
8402069 r ~ t ^ -8- 24031/Vk/mvl gew.delen
CaC03 (40 ym) 70 ^ vinylchloride-vinylacetaat- 3q vinylalcoholcopolymeer (VAGH) polyurethanprepolymeer (Desmodule 22) stearinezuur 5 myristylmyristaat 2 10 methylethylketon/tolueen _nn (50/50)
Aan het mengsel werden 30 gew.delen polyisocyanaat (Desmodule L) toegevoegd' en gemengd. Het mengsel werd aangebracht op 15 de achterzijde van de bovenvermelde polyesterfilm, voorzien van de magnetische laag, in een dikte van 1 ym» daarna gedroogd en onderworpen aan een kalendeerbewerking, gevolgd door thermoharden en daarna snijden tot een videoband.
Door het regelen van de kalendeerbewerking werd de opper-20 vlakteruwheid van de magnetische laag ingesteld zodat deze was gelegen tussen 0,02 en 0,12 ym. en de oppervlakteruwheid van de achterzijde werd ingesteld zodat deze was gelegen tussen 0,05 en 0,8 ym.
Voorbeeld II
25 Onder toepassing van dezelfde magnetische poeders zoals toegepast in voorbeeld I werden mengsels bereid met de volgende samenstelling.
gew.delen 2q Fe-Co-Ni legeringspoeder 100
vinylchloride-vinylacetaat-vinyl- 1Q
alcoholcopolyraeer (VAGH) polyvinylbutyralhars 10 polyurethan dat een acrylzure dubbele binding bevat (4040 bereid door Nippon 10 Polyurethane Co. waarvan de eindstandige delen zijn gemodificeerd met MDI en HEMA) methylethylketon/tolueen (50/50) 250 myristinezuur 2 sorbitoltristearaat 2 3402069 ' ** -9- 24031/Vk/mvl
Sik mengsel werd aangebracht op een polyesterfilm in een. dikte van 3,5 ym, daarna gedroogd, onderworpen aan kalendeerbewerking en gehard door elektronenstralen.
Vervolgens werd een laag. aan de achterzijde gevormd op 5 dezelfde wijze als aangegeven in voorbeeld I, behalve dat de volgende samenstelling werd toegepast.
gew.delen nitrocellulose (nitrocellulose -q bereid door Dicell) 10 roet 30 A1203 20
vinylchloride-vinylacetaat-vinyl- _Q
alcoholcopolymeer (VAGH) polyurethanprepdlymeer (Desmodule 22) 40 15 stearinezuur 5 myristylmyristaat 2 methylethylketon/tolueen (50/50) 400
Videobanden, waarvan de oppervlakteruwheid van de 20 magnetische laag is gelegen tussen 0,02 en 0,12 μη en de oppervlakteruwheid van de laag aan de achterzijde gelegen tussen 0,05 en 0,8 ym werden vervaardigd.
Vergelijkend voorbeeld 1
Een ter vergelijking dienende band werd vervaardigd op 25 dezelfde wijze als aangegeven in voorbeeld I, behalve dat 25 gew.delen polyurethanprepolymeer werden gebruikt in plaats van VAGH voor de laag aan de achterzijde.
Onderzoek van de resultaten.
De oppervlakteruwheid van de videobanden, verkregen 30 volgens voorbeeld I, werd onderzocht. Fig. 1 geeft de S/N-verhoudingen (relatieve waarden) weer voor de videobanden die werden aangedreven met een snelheid van 3,8 m/sec en de registratie en reproduktie werden uitgevoerd met een hoofdfrequentie van 4,5 MHz. De numerieke waarden, aangegeven bij de curven, geven de oppervlakteruwheid aan. Zoals duidelijk 35 zal zijn uit de figuur kan de S/N-verhouding op een hoge waarde worden gehandhaafd wanneer de oppervlakteruwheid van de magnetische laag ten hoogste 0,08 ym is en de oppervlakteruwheid van de laag.aan de achter- 8402069
S> I
-10- 24031/Vk/mvl zijde ten hoogste 0,6 ym is. Hetzelfde kan worden gesteld ten aanzien van het produkt uit voorbeeld II.
Daarna bleek uit onderzoek naar de loopweerstand dat de weerstand groot was wanneer de oppervlakteruwheid van de laag aan 5 de achterzijde minder was dan 0,05 ym.
In voorbeeld I werd het verband onderzocht tussen het BET-specifiek oppervlak van het legeringspoeder en de S/N-verhouding van de videobanden waarbij de oppervlakteruwheid van de magnetische laag ten hoogste 0,08 ym was en de oppervlakteruwheid van de laag aan 10 de achterzijde was gelegen tussen 0,05 en 0,6 ym, waarbij de resultaten worden verkregen zoals aangegeven in fig. 2. Daarbij werd echter 55 dB toegepast ter vergelijking. Uit fig. 2 blijkt dat het duidelijk is dat voortreffelijke karakteristieken kunnen worden verkregen wanneer de . p BET-waarde ten minste 48 m/g bedraagt. Hetzelfde kan worden gesteld 15 ten aanzien van het produkt uit voorbeeld II.
Andere karakteristieken zijn weergegeven in de volgende tabel.
Het is gebleken dat het verschijnsel met betrekking tot het loskomen van de wikkeling van de band wanneer de band plotseling 20 wordt gestopt, de hechting en de afslijting kunnen worden verlaagd wanneer de oppervlakteruwheid is gelegen binnen het bovenvermelde gebied. Met name was in voorbeeld II de hechting en de afslijting laag.
Anderzijds werd in voorbeeld II een polymeer bindmiddel toegepast dat kan worden gehard met behulp van elektronenstralen voor 25 de magnetische laag, waarbij het afgekeurde produkt minder was en de invloed op de elektromagnetische karakteristieken voor de legering was beter dan die waarbij de laag aan de achterzijde van voorbeeld II werd gebruikt als magnetische laag voor voorbeeld I.
__' TABEL____ 2q . . . loskomen , af slijten van hechting met coëfficiënt van de de laag aan de de raaSnetische band achterzijde laag voorbeeld I 0,35 voortreffelijk voortreffelijk goed voorbeeld II 0,30 voortreffelijk voortreffelijk voortreffelijk voorbeeld01 0,50 niet s°ed niet s°ed redelijk
De verschillende karakteristieken werden als volgt bepaald.
8402069 -Π- 24031/Vk/mvl ** i 1. Wrijvingscoëfficient.
Een magnetische band werd aangebracht rond een cilinder van aluminium die was gepolijst met een diameter van 4 mm onder een hoek van 180° zodat de laag aan de achterzijde aan de binnenzijde was ge-5 plaatst en deze werd afgespeeld met een snelheid van 2 cm/sec, waarbij de spanning bij het uiteinde van afgifte en aan de zijde voor het opwinden werden gemeten en de wrijvingscoëfficient werd verkregen door berekening.
2. Loskomen van de bandwikkeling wanneer de band plotseling wordt gestopt.
10 Met behulp van een in de handel verkrijgbaar VHS-systeem, VTR, werd een band snel naar voren gespoeld over de totale lengte, daarna snel opnieuw opgespoeld, gestopt op een punt zodat 50 meter resteerde en daarna opnieuw naar het andere uiteinde gespoeld. Vervolgens werd het opwinden van de band visueel onderzocht. Het goed opwinden werd waarge-15 nomen wanneer geen ruimte werd gevonden in de wikkeling van de band en deze werd aangegeven als zijnde goed, terwijl het slecht opwikkelen werd waargenomen wanneer een ruimte werd gevonden bij het wikkelen van de band en dit werd aangegeven met "niet goed".
3. Afslijten van de laag aan de achterzijde.
20 Met behulp van een band die in de handel verkrijgbaar is voor het VHS-systeem* VTR, werd de band 100 keer gebruikt bij 40 °C bij een relatieve vochtigheid van 80%, waarna vlekken werden gezocht in de cassette. Wanneer een vlek werd waargenomen werd dit aangegeven met "niet goed" en wanneer geen vlekken werden waargenomen werd dit aan-25 gegeven met "goed".
4. De hechting van de magnetische laag aan de laag aan de achterzijde.
Een band werd opgewonden op een VHS-spoel en gedurende 5 dagen bij 60 °C bewaard, waarna de hechting visueel werd onderzocht.
30 Wanneer geen hechting werd waargenomen werd dit aangegeven met "goed" en wanneer hechting werd waargenomen werd dit aangege.ven met "niet goed".
5. Oppervlakteruwheid.
De oppervlakteruwheid werd verkregen volgens de 20 punt gemiddelde methode (R2Q) van de kaart verkregen met Tallistep (vervaardigd 35 door Taylor-Hobson Co.). Daarbij werden een afsnijding van 0,17 mm, een naalddruk van 2 mg en een naald van 0,1 x 2,5 pm toegepast.
Φ k 0 9 Π 6 9
J

Claims (2)

1. Magnetisch registreermedium bestaande uit een basisfilm van kunststof en een magnetische laag gevormd op een zijde van de basis-5 film, samengesteld uit een ferromagnetisch legeringspoeder, gedisper-geerd in een harsvormig bindmiddel, met het kenmerk, dat het ferro- 2 magnetische legeringspoeder een oppervlakte heeft van ten minste 48 m /g gemeten volgens de BET-methode, de magnetische laag een coërcitiekracht heeft van ten minste 1000 0e en een oppervlakteruwheid van ten hoogste 10 0,08 ym en een thermogeharde laag aan de achterzijde met een oppervlakte ruwheid van 0,05 tot o,6 ym wordt gevormd op de andere kant van de basisfilm, waarbij de laag aan de achterzijde is vervaardigd uit een thermo-hardende harssamenstelling die een vinylchloride-vinylacetaat-vinylalcohol-copolymeer, een polyuret'hanhars en een polyisocyanaat bevat. 15
2. Magnetisch registreermedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het thermohardende hars verder nitrocellulose bevat. Eindhoven, juni 1984 8402069
NL8402069A 1983-07-26 1984-06-29 Magnetisch registreermedium. NL191422C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP58135126A JPS6028023A (ja) 1983-07-26 1983-07-26 磁気記録媒体
JP13512683 1983-07-26

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8402069A true NL8402069A (nl) 1985-02-18
NL191422B NL191422B (nl) 1995-02-16
NL191422C NL191422C (nl) 1995-07-17

Family

ID=15144423

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8402069A NL191422C (nl) 1983-07-26 1984-06-29 Magnetisch registreermedium.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US4614687A (nl)
JP (1) JPS6028023A (nl)
DE (1) DE3426676C2 (nl)
GB (1) GB2143749B (nl)
NL (1) NL191422C (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS63239904A (ja) * 1987-03-27 1988-10-05 Nippon Seiko Kk 光硬化型磁性流体
JPH0782633B2 (ja) * 1987-10-16 1995-09-06 コニカ株式会社 磁気記録媒体
JP2584271B2 (ja) * 1988-03-04 1997-02-26 富士写真フイルム株式会社 磁気記録媒体
US5178953A (en) * 1990-01-12 1993-01-12 Ampex Media Corporation Magnetic recording media having a binder comprising a low molecular weight high glass transition temperature vinyl polymer
US5143637A (en) * 1990-02-20 1992-09-01 Nippon Seiko Kabushiki Kaisha Magnetic fluid composition
JPH04146518A (ja) * 1990-10-08 1992-05-20 Fuji Photo Film Co Ltd 磁気記録媒体
JPH04265514A (ja) * 1991-02-21 1992-09-21 Teijin Ltd 磁気テープ
JPH06176345A (ja) * 1992-12-07 1994-06-24 Konica Corp 磁気記録媒体及び磁気記録方法
JP2943909B2 (ja) * 1996-06-17 1999-08-30 富士写真フイルム株式会社 磁気記録媒体

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS54159203A (en) * 1978-06-07 1979-12-15 Fuji Photo Film Co Ltd Audio magnetic recording tape
JPS57150129A (en) * 1981-03-12 1982-09-16 Fuji Photo Film Co Ltd Magnetic recording medium
JPS57195322A (en) * 1981-05-22 1982-12-01 Sony Corp Magnetic recording medium
JPS57208637A (en) * 1981-06-19 1982-12-21 Tdk Corp Magnetic recording medium
US4423115A (en) * 1981-10-23 1983-12-27 Tdk Electronics Co., Ltd. Magnetic recording medium
JPS58119609A (ja) * 1982-01-11 1983-07-16 Fuji Photo Film Co Ltd 磁気記録媒体
JPH0654536B2 (ja) * 1983-02-04 1994-07-20 富士写真フイルム株式会社 磁気記録媒体
JPS59177727A (ja) * 1983-03-25 1984-10-08 Tdk Corp 磁気記録媒体
JPS59203224A (ja) * 1983-05-02 1984-11-17 Fuji Photo Film Co Ltd 磁気記録媒体
JPS6043224A (ja) * 1983-08-18 1985-03-07 Tdk Corp 磁気記録媒体
US4567083A (en) * 1983-10-17 1986-01-28 Tdk Corporation Magnetic recording medium

Also Published As

Publication number Publication date
US4614687A (en) 1986-09-30
DE3426676C2 (de) 1995-12-07
NL191422C (nl) 1995-07-17
GB2143749A (en) 1985-02-20
JPS6028023A (ja) 1985-02-13
NL191422B (nl) 1995-02-16
DE3426676A1 (de) 1985-02-07
GB8417558D0 (en) 1984-08-15
GB2143749B (en) 1986-12-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4442159A (en) Magnetic recording medium
US8124256B2 (en) Magnetic recording medium
US4857388A (en) Magnetic recording medium
EP0623918B1 (en) Magnetic recording medium
EP0175339B2 (en) Magnetic recording medium
US4652500A (en) Magnetic recording medium
NL8402069A (nl) Magnetisch registreermedium.
US4701364A (en) Tape for cleaning magnetic head
US4741954A (en) Magnetic recording medium
KR940006848B1 (ko) 자기기록매체
US5114801A (en) Magnetic recording medium having a magnetic layer comprising hexagonal barium ferrite magnetic particles containing tin and magnesium in specified proportions
US5028483A (en) Magnetic recording medium comprising acicular dendrite free iron oxide magnetic pigment particles
JPS6129417A (ja) 画像記録用磁気記録媒体
JP2744114B2 (ja) 多周波重畳磁気記録方式および多周波重畳磁気ヘッド記録用磁気記録媒体
US4759979A (en) Magnetic recording medium
JPS6292128A (ja) 磁気記録媒体
US4735844A (en) Magnetic recording medium
JP2549163B2 (ja) スレーブ用磁気記録媒体およびその製造方法
US4740418A (en) Magnetic recording medium
JP2888488B2 (ja) 磁気記録媒体
JPH07114015B2 (ja) 磁気記録媒体
JP3297480B2 (ja) 磁気記録媒体およびその製造方法
JP2651749B2 (ja) 磁気記録媒体
JP3872112B2 (ja) 磁気テ―プ
EP0949607A2 (en) Magnetic recording medium

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19960101