NL8401747A - Werkwijze om wasmiddelen te bereiden en een werkwijze om een wasverzachter te bereiden. - Google Patents

Werkwijze om wasmiddelen te bereiden en een werkwijze om een wasverzachter te bereiden. Download PDF

Info

Publication number
NL8401747A
NL8401747A NL8401747A NL8401747A NL8401747A NL 8401747 A NL8401747 A NL 8401747A NL 8401747 A NL8401747 A NL 8401747A NL 8401747 A NL8401747 A NL 8401747A NL 8401747 A NL8401747 A NL 8401747A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
particles
detergent
softening
cationic compound
weight
Prior art date
Application number
NL8401747A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Colgate Palmolive Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Colgate Palmolive Co filed Critical Colgate Palmolive Co
Publication of NL8401747A publication Critical patent/NL8401747A/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C11ANIMAL OR VEGETABLE OILS, FATS, FATTY SUBSTANCES OR WAXES; FATTY ACIDS THEREFROM; DETERGENTS; CANDLES
    • C11DDETERGENT COMPOSITIONS; USE OF SINGLE SUBSTANCES AS DETERGENTS; SOAP OR SOAP-MAKING; RESIN SOAPS; RECOVERY OF GLYCEROL
    • C11D1/00Detergent compositions based essentially on surface-active compounds; Use of these compounds as a detergent
    • C11D1/38Cationic compounds
    • C11D1/60Sulfonium or phosphonium compounds
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C11ANIMAL OR VEGETABLE OILS, FATS, FATTY SUBSTANCES OR WAXES; FATTY ACIDS THEREFROM; DETERGENTS; CANDLES
    • C11DDETERGENT COMPOSITIONS; USE OF SINGLE SUBSTANCES AS DETERGENTS; SOAP OR SOAP-MAKING; RESIN SOAPS; RECOVERY OF GLYCEROL
    • C11D1/00Detergent compositions based essentially on surface-active compounds; Use of these compounds as a detergent
    • C11D1/38Cationic compounds
    • C11D1/40Monoamines or polyamines; Salts thereof
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C11ANIMAL OR VEGETABLE OILS, FATS, FATTY SUBSTANCES OR WAXES; FATTY ACIDS THEREFROM; DETERGENTS; CANDLES
    • C11DDETERGENT COMPOSITIONS; USE OF SINGLE SUBSTANCES AS DETERGENTS; SOAP OR SOAP-MAKING; RESIN SOAPS; RECOVERY OF GLYCEROL
    • C11D1/00Detergent compositions based essentially on surface-active compounds; Use of these compounds as a detergent
    • C11D1/38Cationic compounds
    • C11D1/62Quaternary ammonium compounds
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C11ANIMAL OR VEGETABLE OILS, FATS, FATTY SUBSTANCES OR WAXES; FATTY ACIDS THEREFROM; DETERGENTS; CANDLES
    • C11DDETERGENT COMPOSITIONS; USE OF SINGLE SUBSTANCES AS DETERGENTS; SOAP OR SOAP-MAKING; RESIN SOAPS; RECOVERY OF GLYCEROL
    • C11D3/00Other compounding ingredients of detergent compositions covered in group C11D1/00
    • C11D3/0005Other compounding ingredients characterised by their effect
    • C11D3/001Softening compositions
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C11ANIMAL OR VEGETABLE OILS, FATS, FATTY SUBSTANCES OR WAXES; FATTY ACIDS THEREFROM; DETERGENTS; CANDLES
    • C11DDETERGENT COMPOSITIONS; USE OF SINGLE SUBSTANCES AS DETERGENTS; SOAP OR SOAP-MAKING; RESIN SOAPS; RECOVERY OF GLYCEROL
    • C11D3/00Other compounding ingredients of detergent compositions covered in group C11D1/00
    • C11D3/02Inorganic compounds ; Elemental compounds
    • C11D3/12Water-insoluble compounds
    • C11D3/124Silicon containing, e.g. silica, silex, quartz or glass beads
    • C11D3/1246Silicates, e.g. diatomaceous earth
    • C11D3/1253Layer silicates, e.g. talcum, kaolin, clay, bentonite, smectite, montmorillonite, hectorite or attapulgite
    • C11D3/126Layer silicates, e.g. talcum, kaolin, clay, bentonite, smectite, montmorillonite, hectorite or attapulgite in solid compositions

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Inorganic Chemistry (AREA)
  • Detergent Compositions (AREA)
  • Treatments For Attaching Organic Compounds To Fibrous Goods (AREA)

Description

> * -1- VO 6354
Werkwijze om wasmiddelen te bereiden en een werkwijze om een wasver-zachter te bereiden.
De uitvinding heeft betrekking op wasverzachtende mengsels.
In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een verbeterde wasverzachtend mengsel, dat een smectiet-klei bevat en een kwater-naire ammoniumverbinding, die de verzachtende werking verschaft.
5 De toepassing van kleisoorten in combinatie met kwatemaire ammoniumverbindingen (in deze beschrijving ook aangeduid als "QA"-verbindingen) is in de techniek uitgebreid beschreven. Zo beschrijft het Amerikaanse octrooischrift 3.886.075 een mengsel, dat een smectiet-klei, een in water niet oplosbaar QA-verbinding en een "verenigbaar 10 makende aminocomponent" bevat, van welke laatste wordt gezegd, dat die weefsel verzachtende en anti-statische werking heeft. De Amerikaanse openbaar gemaakte aanvrage No.B305.417 beschrijft een korrelvormig wasmiddel, dat granules op basis van zeep, een smectiet-klei en een kwatemair ammoniumverbinding als anti-statisch middel bevat. In het 15 Amerikaanse octrooischrift 3.862.058 worden een klei en een kwatemaire ammoniumverbinding gevoegd bij een synthetisch detergens, dat niet een zeep is, onder vorming van een korrelvormig wasmiddel. De Amerikaanse octrooien 3.993.573 en 3.954.632 beschrijven weefsel verzachtende mengsels, welke de bovengenoemde klei en QA-verbindingen bevatten in 20 combinatie met een zogenaamd "middel, dat het met zuur verenigbaar maakt". Het Amerikaanse octrooischrift 4.292.035 beschrijft een verzachtings-middel, dat smectiet-klei bevat; een amine of kwatemaire ammoniumverbinding als verzachtingsmiddel en een anionogene oppervlakteactieve stof, waarbij het verzachtingsmiddel wordt omgezet met de klei tot een 25 organo-kleicomplex, voordat het anionogene middel wordt toegevoegd.
Een gemeenschappelijk nadeel vein de bovengenoemde bekende ver-zachtingsmiddelen is, dat ze onnodig grote concentraties aan QA-verbindingen nodig hebben, om het gewenste verzachtingseffekt te verkrijgen.
Zo is bijv. in de wasmiddelen beschreven in de voorbeelden van de 30 Amerikaanse octrooischriften 3.862.058; 3.954.632 en 3.993.573 de gewichtsverhouding van klei tot QA-verbinding ongeveer 5:1. In het Amerikaanse octrooischrift 3.948.790 en in de openbaar gemaakte aanvrage B305.471 beschrijven de voorbeelden wasmiddelen, welke 5 gew.% QA-verbinding bevatten. De toepassing van dergelijke betrekkelijk grote 35 84 0 1 7 4 7 " * -2- concentraties aan QA-verbinding in de bovengenoemde wasmiddelen heeft twee duidelijke nadelen: in de eerste plaats, omdat de QA-verbindingen betrekkelijk dure verzachtingsmiddelen zijn in vergelijking met klei, is het economisch gewenst de gewenste verzachtingseigenschappen te 5 verkrijgen met een zo klein mogelijke hoeveelheid QA-verbinding in verhouding tot de klei in het wasmiddel en in de tweede plaats, omdat de QA-verbindingen kationogeen zijn en in staat om te reageren met anionogene detergentia en met optische bleekmiddelen in de wasmiddelen, moet men dergelijke reakties bij voorkeur vermijden, omdat zij de 10 weefselverzachter onwerkzaam kunnen maken en het was vermogen van het wasmiddel kunnen verminderen. Er bestaat daarom een behoefte aan was-verzachtende mengsels, welke zo klein mogelijke hoeveelheden QA-ver-bindingen bevatten, maar toch in staat zijn de gewenste mate van weefsel-verzachting te verschaffen.
15 Bereiken van het bovengenoemde doel is bijzonder gewenst voor wasmiddelen, die bedoeld zijn voor toepassing bij een wasoperatie, die omvat weken plus wassen met de hand en in vergelijking met wassen in een wasmachine. Bij deze laatste bewerking is klei essentieel minder werkzaam als verzachtingsmiddel, omdat het in contact komt met en afge-20 zet wordt op het oppervlak van het gewassen weefsel tijdens de wascyclus van de machine wanneer de wasvloeistof mechanisch door het weefsel wordt afgevoerd. Bij wassen met de hand echter is de mechanische werking niet voldoende om een soortgelijk contact tussen het weefsel en de klei tot stand te brengen, en daarom moeten dan aanzienlijk grotere hoeveel-25 heden klei en QA-verbinding. aworden gebruikt, om een vergelijkbare verweking van het gewassen weefsel te verkrijgen.
De tot nu toe beschreven middelen om de bovengenoemde was-verzachtende mengsels te verkrijgen verschillen nogal. Een gemeenschappelijk kenmerk van deze processen is echter de moeilijkheid om een 30 mengsel te verkrijgen, dat in staat is de gewenste mate van was verzachting te verkrijgen met kleine hoeveelheden klei en QA-verbinding. De bekende bereidingstechnieken zijn dus gekenmerkt door ofwel afzetten van een QA-verbinding op granules, die bestaan uit een gelijkwaardig mengsel uit klei met detergens en andere bestanddelen (en dus niet een afzetting 35 op deze kleigranules bij voorkeur) ofwel de QA-verbinding wordt omgezet met de klei, onder vorming van een gemodificeerde klei, waarin bij voor- 840174? '4 · -3- keur 10-60 mol% van. de uitwisselbare kationen bestaan uit met alkyl gesubstitueerde ammoniumionen. Zo beschrijven bij-voorbeeld het Amerikaanse octrooischrift 3.862.058 en 3.886.075 een bereidingswijze waarbij de klei aanvankelijk in een crutcher wordt gemengd met het 5 detergens, de builders en andere bestanddelen van het wasmiddel, waarna het verkregen mengsel onder versproeien wordt gedroogd tot granules. Tenslotte wordt dan de QA-verbinding uit een smelt op de granules gesproeid en dus is een kritisch punt van deze bereidingsmethode, dat men moet vend.j den de detergensgranules te besproeien met een waterige 10 oplossing of suspensie van de QA-verbinding. De openbaar gemaakte Amerikaanse octrooiaanvrage B305.417 beschrijft een bereidingswijze, waarin klei wordt gemengd met granules op basis van zeep in een trommel-menger. Daarna wordt de QA-verbinding aan het verkregen mengsel toegevoegd door het vanuit een smelt te versproeien. Het Amerikaanse oc-15 trooischrift 3.594.212 beschrijft een methode om vezelige materialen te verzachten, waarbij dergelijke materialen achtereenvolgens worden geïmpregneerd met een waterige dispersie van klei en een waterige oplossing van QA-verbinding, waarbij de hoeveelheid QA-verbinding in de oplossing voldoende is om tenminste een gedeeltelijke kationuitwisse-20 ling te verkrijgen met de klei op het vezelige materiaal. In het Amerikaanse octrooischrift 3.948.790 wordt een werkwijze beschreven om "kwatemaire ammoniumkleien" te bereiden, waarbij men een QA-verbinding laat reageren met klei, door de niet behandelde klei op te slibben in een oplossing, welke de gewenste hoeveelheid QA-verbinding bevat. Van 25 de QA-verbindingen, welke op deze manier kunnen worden toegepast, wordt gezegd, dat ze beperkt zijn tot verbindingen met korte keten, met ten hoogste 4 koolstofatomen per keten, waarin het totale aantal koolstof-atomen in de verbinding niet groter is dan 8. De hoeveelheid van dergelijke QA-verbindingen, welke aan de oplossing worden toegevoegd, 30 wordt zo beheerst, dat de gewenste mate van ionenuitwisseling met de klei wordt verkregen. De voorbeelden van het octrooi, beschrijven verschillende behandelde kleisoorten, waarin 5-40% van de uitwisselbare kationen zijn vervangen door kwatemaire ammoniumkationen, zodat de hoeveelheid QA-verbinding in de oplossing noodzakelijk beperkt blijft tot 35 die welke nodig is om een gedeeltelijke uitwisselreaktie met de klei te krijgen. De stand der techniek beschrijft dus niet de mogelijkheid, van 8401747
» V
-4- de vorming van een alleen aan het oppervlak gemodificeerde klei, zoals thans wordt voorgesteld.
De uitvinding verschaft een verbeterd weefselverzachtend middel, dat omvat (i) discrete verzachtende deeltjes, welke tenminste 5 75% en bij voorkeur tenminste 90 gew.% van een smectiet-klei bevatten en minder dan ongeveer 5 gew.% oppervlakte actieve stoffen, gekozen uit de groep, bestaande uit anionogene, niet-ionogene, amfolytische en zwitter-ionische detergentia, en (ii) een kationogene verbinding, gekozen uit de groep bestaande uit primaire, secondaire en tertiaire 10 aminen en hun in water oplosbare zouten en diamine en diammoniumzouten en kwatemaire ammonium-,, fosfonium- en sulfoniumverbindingen, terwijl praktisch al deze kationogene verbinding . geadsorbeerd is op het oppervlak van deze verzachtende deeltjes.
De uitdrukking "verzachtende deeltjes" betekent in deze be-15 schrijving en in de conclusies een grote variatie van deeltjesvormig materiaal van uiteenlopende vorm, chemische samenstelling, deeltjesgrootte en fysische eigenschappen, waarbij de essentiele gemeenschappelijke kenmerken zijn, dat dergelijke verzachtende deeltjes tenminste 75% en liefst tenminste 90 gew.% bevatten van een smectiet-klei, het voor-.20 naamste verzachtende bestanddeel in de verzachtingsmengsels volgens de uitvinding. Het gewichtspercentage van de smectiet-klei heeft betrekking op het gewicht van de smectiet-kleimineralen (bijv. montmorilloniet) en op het water en de verontreinigingen, verbonden met de gebruikte klei. De verzachtende desLtjes kunnen de vorm hebben van fijn verdeelde poeders 25 of betrekkelijk grote granules, korrels of geagglomereerde deeltjes en zij kunnen geproduceerd zijn met verschillende methoden, zoals sproei-drogen, droog mengen of agglomereren van individuele componenten. Bijzonder bij voorkeur gebruikte verzachtende deeltjes voor toepassing volgens de uitvinding zijn de bentonietagglomeraten, verkregen volgens de 30 methode, beschreven in USSN 366.857 van 8 april 1982, welke beschrijving hier door verwijzing is opgenomen. De verzachtende deeltjes kunnen daarom desgewenst naast de smectiet-klei materialen bevatten, die de gewenste weefselverzachting of het wassen niet storen; voorbeelden van geschikte materialen omvatten bindmiddelen of agglomeermiddelen, zoals natrium-35 silicaat, dispergeermiddelen, builderzouten, vulstofzouten en gebruikelijke hulpmaterialen, die men in wasmiddelen aantreft, zoals kleurstoffen, 8401747 Q * “5- optische bleekmiddelen/ vuildragers en dergelijke. Voor toepassing volgens de uitvinding bevatten de verzachtende deeltjes bij voorkeur minder dan ongeveer 5 gew.% van een oppervlakteactieve stof, die geen kationo-geen detergens is en liefst minder dan 3 gew.% en met de grootste voor-5 keur geen anionogene, niet-ionogene amfolytische en zwitterionische detergentia.
De uitdrukking "afzonderlijk" met betrekking tot de verzachtende deeltjes slaat op het feit, dat dergelijke deeltjes volgens de uitvinding gebruikt worden als individueel afzonderlijke deeltjes, 10 en zodat bijv. uitgesloten zijn verzachtende deeltjes, die opgesloten zitten in een matrix van andere materialen, of.welke met andere materialen zijn gemengd, zodat de deeltjes een bestanddeel worden van een groter aggregaatmateriaal en niet langer in de vorm van individuele en afzonderlijke deeltjes.
15 De kationogene verbindingen, die geschikt zijn voor toepassing volgens de uitvinding omvatten de bovengenoemde materialen, welke alle in staat zijn een kationogeen oppervlak te vormen op deeltjes van een smectiet-klei, wanneer dergelijke verbindingen worden geadsorbeerd aan het oppervlak van de hierin beschreven kleideeltjes. Bij voorkeur 20 gebruikt men voor dit doel kwatemare ammoniumverbindingen.
Volgens de uitvinding wnrdtuhet bovengenoemde weefselverzach-tende mengsel bereid door een proces, dat omvat de stappen van a) verzachtende deeltjes te vormen, welke tenminste ongeveer 75 gew.% van een smectietklei en minder dan ongeveer 5 gew.% oppervlakteactieve 25 detergentia bevatten, die geen kationogene detergentia zijn en b) deze deeltjes in aanraking brengen met een kationogene verbinding, zodat praktisch al deze kationogene verbinding wordt geadsorbeerd op het oppervlak van de deeltjes en daarop tenminste een gedeeltelijke bekledingslaag vormt.
30 Het in aanraking brengen van de verzachtende deeltjes in de bovenbeschreven werkwijze is gericht op methoden om een kationogene verbinding af te zetten op het oppervlak van de kleibevattende deeltjes, en niet op methoden om een reaktie teweeg te brengen tussen deze kationogene verbinding en de klei. Doel van de werkwijze is daarom 35 vermijden van de omzetting van een aanmerkelijk gedeelte van de klei in een complex door een ionenuitwisselreaktie, zodat vermeden worden 8401747 « ΐ -6- bijv. de methoden om een "QA-klei" en een "organo-klei-complex" worden gevormd, waarnaar verwezen wordt in het Amerikaanse octrooischrift 3.948.790 en 4.292.035. Om de adsorptie van een kationogene verbinding op de klei van de verzachtende deeltjes te bevorderen, vermijdt men 5 in het algemeen de werkomstandigheden, die zwellen van de smectiet-klei bevorderen, zodat de waarschijnlijkheid van een ongewenste uit-wisselreaktie tussen de klei en de kationogene verbinding zo klein mogelijk wordt gehouden. Het zwellen van de klei wordt bijzonder begunstigd in een waterige opslibbing en daarom wordt de waarschijnlijk-10 heid van deze kationuitwisselreaktie kleiner naarmate de klei minder water bevat. Daarom wordt het gewicht van de waterige oplossing, die in aanraking komt met de verzachtende deeltjes bij de werkwijze volgens de uitvinding meestal beperkt tot een hoeveelheid, minder dan het gewicht van de verzachtende deeltjes zelf, bij voorkeur minder dan 15 50% daarvan en het liefst minder dan 25 gew.% van dergelijke deeltjes.
Een bij voorkeur gebruikte bereidingsmethode omvat, besproeien van het oppervlak van de verzachtende deeltjes met een praktisch niet waterige oplossing of-suspensie, welke de kationogene verbinding bevat, terwijl de concentratie aan water in een dergelijke oplossing of sus-20 pensie gewoonlijk wordt gehouden op minder dan 50 gew.% en liefst op minder dan 10 gew.%. Dit wordt in de praktijk uitgevoerd door versproeien van de oplossing of suspensie van de kationogene verbinding onder druk uit een mondstuk, onder vorming van druppeltjes of van fijne mist, die in aanraking komen met het oppervlak van de deeltjes, welke laatste 25 zich doelmatig kunnen bevinden op een bewegende band, zoals een transportband. Het gebied van druppelgrootte kan variëren van 10-250 microns in middellijn, maar bij voorkeur zijn- de druppeltjes zo klein als maar mogelijk is in verhouding tot de middellijn van de besproeide deeltjes. Het besproeien wordt bij voorkeur uitgevoerd bij kamertemperatuur en 30 meestal beneden 37°C. Bij temperaturen boven 37°C, en in het bijzonder boven 60°C kunnen de kationogene verbindingen ongewenst worden geabsorbeerd in de verzachtende deeltjes in plaats van aanwezig te blijven als een bekledingslaag op het dssLtjesoppervlak, omdat aangenomen wordt, dat dan het optimale verzachtende effekt wordt verkregen.· Een organisch 35 oplosmiddel, waarin de kationogene verbinding kan worden gedispergeerd, kan doelmatig worden gebruikt om een oplossing of suspensie te vormen 8401747 ί » -7- voor contact met de verzachtende deeltjes. Bruikbare oplosmiddelen omvatten propyleenglycol, hexyleenglycol, ethanol en isopropanol.
De uitvinding wordt gekenmerkt door werkzame verzachtende mengsels, welke zo klein.mogelijke hoeveelheden van QA-verbinding be-5 vatten in verhouding tot klei.
De uitvinding is gebaseerd op een werkwijze, waarbij praktisch al de kationogene verbinding, die gebruikt wordt voor het verzachten, in aanraking wordt gébracht met de verzachtende deeltjes, zoals ze hieronder zijn beschreven, en niet, zoals in de stand der techniek, 10 op deeltjes van een wasmiddel, waarin de Mei slechts een betrekkelijk onbelangrijke component vormt, gewoonlijk minder dan 12% van het de-tergensgranule. Zo verschaft de uitvinding de preferentiele afzetting van de QA-verbinding op klei. Verder verschilt de werkwijze van de stand der techniek, waarbij een opslibbing van klei wordt gevormd in 15 een oplossing van een QA-verbinding om ionenuitwisseling te verkrijgen, doordat de uitvinding een., aan de oppervlakte gemodificeerd verzachtings-deeltje verschaft door een werkwijze, waarbij de waarschijnlijke ionenuitwisseling tussen de klei en de kationogene verbinding zo klein mogelijk wordt gemaakt, terwijl in plaats daarvan tenminste een gedeelte-20 lijke oppervlakkige bekledingslaag wordt gevormd van de kationogene verbinding op de kleideeltjes door absorptie. Dit heeft tot gevolg, dat de verzachtingseigenschappen, die verkregen kunnen worden met een gegeven hoeveelheid klei en een·.* gegeven hoeveelheid kationogene verbinding zo groot mogelijk worden. De deeltjes met gemodificeerd oppervlak zijn in 25 het algemeen hydrofoob van aard, terwijl de klei zelf hydrofiel is.
De hydrofobe aard van de deeltjes is bijzonder gunstig bij wassen met de hand, omdat de hydrofobe deeltjes niet zo gemakkelijk dispergeerbaar zijn in de waterige wasoplossing als niet behandelde klei en daarom de neiging hebben een langere tijd op het oppervlak van de wasoplossing te blijven.
30 Dit heeft tot resultaat., dat de beschikbaarheid van deze deeltjes voor contact met en afzetting op de gewassen weefsels groter wordt. Daardoor zijn de nieuwe mengsels in staat een verbeterd verzachtingseffekt te geven, in het bijzonder bij bewerkingen, waarbij de was eerst wordt geweekt en daarna met de hand wordt gewassen, maar dan wel bij verminderde 35 concentratie van de kationogene verbindingen in het verzachtingsmengsel.
Hoewel aanvrager zich niet wenst te binden aan enige theorie, 8401747 ’ I 5 -8- wordt aangenomen, dat de verbeterde verzachting van de weefsels, die thans wordt verkregen, vooral moet worden toegeschreven aan de opper-vlaktemodificatie van de kleibevattende deeltjes. In het bijzonder de afzetting van een kationogene verbinding op het oppervlak van de deel-5 tjes geeft aan die deeltjes een positieve lading, welke de drijfkracht vormt voor de hechting van de positief geladen kleideeltjes aan de negatief geladen oppervlakken van de gewassen weefsels en in het bijzonder aan weefsels, welke een aanmerkelijke hoeveelheid katoen bevatten. De hoeveelheid kationogene verbinding, welke nodig is om een dergelijke 10 oppervlaktelading te geven, is betrekkelijk klein, terwijl de desLtjes met gemodificeerd oppervlak geen noemenswaardige antistatische werking hebben, die wel werd toegeschreven bij de hierboven beschreven mengsels van klei en QA-verbindingen, welke bekend waren. Daarom wordt geloofd, dat de kationogene verbindingen in de mengsels volgens de uitvinding 15 vooral dienen om een positieve oppervlaktelading te geven aan de kleideeltjes, zodat slechts betrekkelijk kleine hoeveelheden kationogene verbindingen nodig zijn voor de nieuwe mengsels, in vergelijking met de bekende verzachtingsmengsels.
De weefselverzachtende mengsels volgens de uitvinding bevatten 20 twee essentiele bestanddelen: verzachtende deeltjes en een kationogene verbinding. De gewichtsverhouding van de verzachtende deeltjes tot de kationogene verbinding in het mengsel ligt gewoonlijk tussen ongeveer 500/1 en 10/1 en bij voorkeur tussen 200/1 en 25/1. Dergelijke mengsels kunnen doelmatig worden gebruikt tijdens de huiswas als toevoegsels 25 aan een wasmiddel. Ook heeft de uitvinding betrekking op verwerking van de hierboven beschreven verzachtende mengsels in een gebruikelijk wasmiddel onder vorming van een volledig geformuleerd wasmiddel, dat als component een verzachtend mengsel bevat, zoals hierboven is beschreven in combinatie met een organisch detergens, een detergensbuilder-30 zout en andere componenten, die gewoonlijk in de wasmiddelen aanwezig zijn. De toevoeging van een dergelijk volledig geformuleerd wasmiddel aan water levert een wasbad, dat in staat is om de gewenste reinigings-graad te geven en tegelijk de gewenste verzachtingsgraad.
De weefselverzachtende middelen volgens cfeuitvinding zijn ge-35 schikt als toevoegsel aan of als component van een korrelvormig wasmiddel ofwel men kan een extra verzachting verkrijgen door de verzachtende 8401747 s * -9- mengsels toe te voegen aan de wasoplossing apart van het detergens-mengsel, bijv. tijdens de spoelcyclus van een wasmachine. De verzachtende mengsels omvatten a) discrete verzachtende deeltjes, welke tenminste 75 gew.% bevatten van het smectiet-klei en b) een kationogene 5 verbinding, terwijl de verhouding tussen a) en b) gewoonlijk ligt tussen 500/1 en 10/1, bij voorkeur tussen 200/1 en 25/1 en het liefst tussen 100/1 en 40/1.
Het volledig geformuleerde wasmiddel volgens de uitvinding omvat als component daarvan een weefselverzachtend mengsel, zoals 10 hierboven beschreven in combinatie met een organische detergensverbinding, een detergensbuilderzout en andere componenten, zoals bindmiddelen, vulstoffen, optische bleekmiddelen, reukstoffen, kleurstoffen, schuimstabilisatoren, vuildragende middelen en dergelijke, zoals gewoonlijk gebruikt worden in wasmiddelen. Daardoor bevatten dergelijke 15 wasmiddelen in het algemeen a) 3-50 gew.% van een weefselverzachtend mengsel, dat zelf bevat i) discrete verzachtingsdeeltjes, met tenminste ongeveer 75 gew.% smectiet-klei en minder dan 5 gew.% oppervlakteactieve stoffen, die geen kationogene detergentia zijn en 20 ii) een kationogene verbinding, gekozen uit de groep van primaire, secondaire en tertiaire aminen en r. in water oplosbare zouten, diamine en diammoniumzouten en kwatemaire ammonium-, fosfonium- en sulfonium-verbindingen, terwijl praktisch alle kationogene verbinding, geadsorbeerd is aan het oppervlak van de deeltjes en tenminste een gedeeltelijke 25 bekledingslaag daarop vormt; b) 2-50 gew.% en bij voorkeur 5-30 gew.% van een oppervlakteactieve stof, gekozen uit'de groep, bestaande uit anionogene, niet-ionogene, kationogene, amfolytische en zwitterionische detergentia en c) 1-70 gew.% van een detergensbuilderzout.
30 De smectiet-kleien, - die .yolgens de uitvinding worden gebruikt, zijn kleien, bestaande uit drie lagen, welke gekenmerkt worden door een vermogen van de lagenstructuur om bij aanwezigheid van water te zwellen of te expanderen tot meermalen zijn oorspronkelijk volume onder vorming van een thixotrope, gelatineuse stof. Er zijn twee verschillende typen 35 van smectiet-kleien: in het eerste type is in het silicaatkristalrooster aluminiumoxyde aanwezig; bij het tweede type is in het silicaatkristal- 8401747
j. V
-10- rooster magnesiumoxyde aanwezig. Binnen het kristalrooster van de smectiet-kleien kunnen atomen worden vervangen door ijzer, magnesium, natrium, kalium, calcium en dergelijke. Het is gebruikelijk om tussen kleien onderscheid te maken op basis van het voornaamste aanwezige 5 kation. Zo is een natriumklei er een, waarin het kation in hoofdzaak natrium is. Door toepassing volgens de uitvinding gebruikt men bij voorkeur aluminiumsilicaten, waarin natrium het voornaamste kation is, zoals de bentoniet-kleisoorten. Van deze bentoniet-kleien worden bij voorkeur die uit Wyoming gebruikt, (welke gewoonlijk worden aangeduid 10 als westerlijk of Wyoming bentoniet).
Bij voorkeur gebruikte bentonieten worden verkocht onder het merk Mineral Colloid, als industriële bentonieten, door de Benton Clay Company, een dochtermaatschappij van Georgia Kaolin Co. Deze materialen, welke dezelfde zijn als die, welke vroeger werden gekocht onder het 15 handelsmerk Thixo-jel, zijn speciaal uitgegraven en verbeterde bentonieten en die welke het meest waardevol zijn, worden verkocht onder de naam Mineral Collid Nos. 101 enz., en komen overeen met Tfiixo-jel no.1, 2, 3 en 4. Dergelijke materialen hebben, bij een concentratie ±η.\ water van 6%) een pH tussen 8 en 9,4 ,een maximaal gehalte aan vrij water van 20 ongeveer 8% en een specifiek - soortelijk gewicht van ongeveer 2,6 en voor de fijn gemalen kwaliteit wordt tenminste - ongeveer 85% (en liefst 100%) doorgelaten door een zeef met mazen van 0,074 mm. Bij voorkeur is het bentoniet er een, waarin praktisch al de deeltjes (d.w.z. tenminste 90% en liefst 95% of meer) worden doorgelaten door een zeef met 25 mazen van 0,044 mm en het liefst worden alle deeltjes door een dergelijke zeef doorgelaten. Het zwelvermogen van de bentonieten in water is meestal 3-15 ml/g en zijn viscositeit (bij 6% in water) is gewoonlijk 8-30 centipoises.
Bij een bij voorkeur.gebruikte uitvoeringsvorm van de uitvin-30 ding omvatten de verzachtende deeltjes agglomeraten van fijn verdeeld bentoniet met een deeltjesgrootte kleiner dan 0,074, geagglomereerd tot deeltjes met een grootte van 0,149 mm tot 2,00 mm en met een vul-gewicht van 0,7-0,9 g/ml en een vochtgehalte van 8-13%. Dergelijke agglomeraten omvatten 1-5% van een bindmiddel of agglomereermiddel om 35 de agglomeraten in takt te houden tot zij aan water worden toegevoegd, terwijl het de bedoeling is, dat zij in water uiteenvallen en dispergeren.
8401747
3 C
-11-
Een gedetailleerde beschrijving van de bereidingsmethode van dergelijke agglomeraten is uiteengezet in de reeds genoemde Amerikaanse octrooiaanvrage 366.587, van 8 april 1982, welke hierdoor verwijzing is opgenomen.
5 In plaats van Thixo-jel of bentonieten van Mineral Colloid kan men ook produkten gebruiken, die geleverd worden door American Colloid Company, Industrial Division onder de naam General Purpose Bentonite Powder, met een deeltjesgrootte van 0,044 of minder, waarbij tenminste 95% kleiner is dan 0,044 mm (natte deeltjes) en tenminste 10 96% kleiner is dan 0,074 mm (droge deeltjes). Een dergelijk gehydra- teerd aluminiumsilicaat bestaat in hoofdzaak uit montmorilloniet (tenminste 90%) met kleinere hoeveelheden veldspaat, biotiet en seleniet.
Een typische analyse, op watervrga basis, is 63,0% Si02, 21,5% Al202, 3,3% Fe2°3' ^/4% Fe0' 2,7% magnesium, 2,6% natrium en kalium (berekend 15 als Na20), 0,7% CaO, 5,6% ^0 en 0,7% sporenelementen.
Hoewel de voorkeur wordt gegeven aan de westerlijke bentonieten is het ook mogelijk, andere bentonieten te gebruiken, zoals die,'welke kunnen worden verkregen door Italiaanse of andere bentonieten met een kleine hoeveelheid uitwisselbare eenwaardige metalen (natrium en kalium) 20 te behandelen met alkalimetalen, zoals natriumcarbonaat, om het kation-uitwisselingsvermogen van dergelijke produkten te vergroten. Aangenomen wordt, dat het Na^O - gehalte van het bentoniet tenminste ongeveer 0,5 % moet zijn en bij voorkeur tenminste 1% en het liefst tenminste 2%, zodat de klei een bevredigend zwelvermogen heeft, met goede ver-25 zachtingseigenschappen en dispergeereigenschappen in waterige suspensie.
Bij voorkeur gebruikt men zwellende bentonieten van de beschreven typen, die in de handel zijn onder de namen Laviosa en Winkelmann, bijv.
Laviosa AGB en Winkelmann G13,
Het silicaat, dat men als bindmiddel kan gebruiken om de fijn 30 verdeelde bentonietdeeltjes in geagglomereerde vorm te houden, is bij voorkeur een natriumsilicaat met verhouding Na^O/SiC^ van bijv.1:2,4.
Dit silicaat is in water oplosbaar en oplossingen daarvan met een concentratie tot aan ongeveer 50 gew.% kunnen worden gebruikt bij de bereiding van de bovengenoemde bentonietagglomeraten, terwijl deze oplossingen vrij 35 vloeiend zijn, in het bijzonder bij de verhoogde temperaturen, waarop de silicaatoplossing bij voorkeur wordt verhit tijdens de bereiding.
8401747 -12-
De kationogene verbindingen worden gebruikt in de weefsel-verzachtende middelen volgens de uitvinding in een hoeveelheid van ongeveer 0,2-16% en bij voorkeur 1-5 gew.%. In de detergensmengsels volgens de uitvinding zijn de kationogene verbindingen aanwezig in een hoe-5 veelheid van 0,01 tot 10 gew.%, meestal van 0,05 tot 2 gew.% en liefst van 0,1-1 gew.%. Een uniek kenmerk van de uitvinding is het vermogen om een werkzame verzachting van het weefsel te verkrijgen met detergensmengsels, waarin de concentratie aan de kationogene verbinding slechts 0,05 gew.% is en soms minder. De verbeterde verzachtingseffek-10 ten, verkregen met de mengsels volgens de uitvinding zijn het meest uitgesproken bij een wasvloeistof, welke een betrekkelijk kleine concentratie aan wasmiddel bevat, dat wil zeggen, een concentratie van 0,ΙΟ, 7 gew.%. In het algemeen is een concentratie aan kationogene verbinding in de wasvloeistof van 10-200 delen per miljoen geschikt voor 15 de meeste wasbewerkingen.
De bruikbare primaire, secondaire en tertiaire aminen en hun 12 3 in water oplosbare zouten hebben in het algemeen de formule RSEN, waarin R een alkyl- of alkenylgroep voorstelt met 8-22 koolstofatomen en 8401747 -13- cocos-1.3-diaminopropaan, N-talk-1.3-diaminopropaan, N-oleyl-1.3-diaminopropaan, N-talk-1.3-diaminopropaandioleaat en N-talk-1.3-diaminopropaandiacetaat.
Eveneens geschikt voor toepassing volgens de uitvinding zijn 5 de geethoxyleerde amine en diaminezouten waarin de alkylgroepen zijn afgeleid van cocosolie, talk of stearylgroepen zijn en daarnaast 2-50 mol ethyleenoxyde bevatten.
De kwatemaire ammoniumverbindingen hebben gewoonlijk de formule 1234+- 1 2 3 [R R R R N] X , waarin R , R , R en Xde bovengenoemde betekenis hebben, 4 1 10 en R eenorganische groep is, gekozen uit die, gedefinieerd voor R , 2 3 R en R . Hoewel dat in de bovengenoemde formule niet is aangegeven, kunnen R* en/of R^ aan het kwatemaire stikstofatoom zijn gebonden via een ether,alkoxy, ester of amidebinding. Van de kwatemaire ammoniumverbindingen, waarvan bekend is, dat zij rechtstreeks aan weefsels wor-15 den gebonden, in het bijzonder weefsels, die aanmerkelijke hoeveelheden katoen bevatten, zijn drie grondtypen bijzonder nuttig volgens de uitvinding: 1) alkyldimethylammoniumverbindingen, 2) amido ge alkoxylee rde ammoniumverbindingen en 20 3) alkylamidoimidazoliniumverbindingen.
Een gedetailleerde beschrijving van deze drie typen verbindingen is beschreven door R.Egan in Journal American Oil Chemists' Society, januari 1978, vol.55, blz.118-121, welke beschrijving hier door verwijzing is opgenomen, 25 Voor toepassing volgens de uitvinding wordt de voorkeur ge geven aan kwatemaire ammoniumverbindingen met lange keten, welke meer dan 8 koolstofatomen bevatten. Van deze groep zijn bij voorkeur gebruikte voorbeelden de dihydrotalkdimethylammoniummethylsulfaat, dihydrotalk-dimethylammoniumchloride en l-methyl-l-alkylamidoethyl-2-alkylimidazo-30 liniummethylsulfaat, waarin de alkylgroepen oleylgroepen of verzadigde hydrocarbylgroepen zijn, die afgeleid zijn van talk of gehydrogeneerde talk. Dimethylalkylbenzyl kwatemaire verbindingen, die bruikbaar zijn, omvatten bijv. die, waarin de alkylgroep een mengsel is van alkylgroepen met 10-18 koolstofatomen of met 12-16 koolstofatomen, bijv. lauryl, 35 myristyi en palmityl. De verschillende bovengenoemde materialen worden door verschillende fabrikanten in de handel gebracht, waarbij die van de 8401747 m 4 * -14-
Sherex Chemical Company handelsnamen dragen zoals Adogen; Arosurf; Variquat en Varisoft.
De volgens de uitvinding gebruikte kwaternaire ammoniumzouten zijn bij voorkeur praktisch vrij van een geleidend zout; onder de uit-5 drukking "geleidend zout" worden hier verstaan, zouten, welke in waterige oplossing de stroom geleiden. De geleidende zouten hebben meestal een kation-anionbinding met een voor tenminste 50% ionogeen karakter, berekend volgens de methode beschreven in Pauling, "The Nature of the Chemical Bond", derde editie, 1960. Onder de term "praktisch vrij" 10 wordt verstaan een concentratie aan geleidend zout, kleiner dan die welke aanwezig is als normale verontreiniging in de kwaternaire ammonium-verbinding. Gewoonlijk is de concentratie aan geleidend zout minder dan 1 gew.%.
Volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding worden 15 firjnei ' . verzachtende deeltjes van het bovenbeschren type verbonden aan het oppervlak van een korrelig wasmiddel, dat vrij is van zeep, zodat ge-agglomereerde deeltjes worden gevormd, welke bestaan uit granules op basis van detergens, ingekapseld door een oppervlaktebekleding van smectiet-klei. De agglomeraatdeeltjes worden gekenmerkt door een 20 inwendig gedeelte, dat bestaat uit de detergensgranules en een oppervlak-gedeelte, dat met dit inwendige gedeelte in aanraking is en het omhult, en dat in hoofdzaak bestaat uit verzachtende deeltjes, welke tenminste ongeveer 75 gew.% en liefst tenminste 90% bevatten van een smectiet-klei en minder dan ongeveer 5 gew.% oppervlakteactieve de te rgensverbin-25 dingen, en liefst praktisch vrij is van dergelijke oppervlakteactieve stoffen. Een kationogene verbinding van het beschreven type is geadsorbeerd op het oppervlaktegedeelte van de agglomeraatdeeltjes.
Om een vrijwel continu uitwendig oppervlak van klei te verkrijgen op het agglomeraatdeeltje houdt men de verzachtende deeltjes zo 30 klein als mogelijk is in verhouding tot de korrels op basis van detergens, zodat de verzachtende deeltjes dichtgepakt kunnen worden rondom die granules. Bij voorkeur zijn deze granules detergens door sproeidrogen verkregen deeltjes met een grootte van 0,150-2,38 mm. De verzachtende deeltjes zijn bij voorkeur klein genoeg om doorgelaten te worden door een 35 zeef met mazen van 0,044 mm. De gewichtsverhouding van de granulesdeter-gensmengsels tot de kleibevattende deeltjes kan variëren van 10/1 tot ongeveer 1/2 en ligt liefst tussen 5/1 en 1/1. Het aanbrengen van de 8401747 -15- verzachtende deeltjes op de granules kan worden uitgevoerd door stan-daardagglomeratietechnieken en met bekende inrichtingen. Een methode, die bijzonder nuttig is gebleken, is, de gewenste hoeveelheden van de detergensgranules en fijn verdeeld kleipoeder te mengen en onder het 5 mengen water te sproeien op de bewegende oppervlakken daarvan en bij voorkeur een verdunde oplossing van natriumsilicaat te versproeien.
Dit versproeien kan worden uitgevoerd bij kamertemperatuur en dient geleidelijk genoeg te gebeuren, om ongewenst klonteren van het mengsel te vermijden- Op deze manier wordt het mengen voortgezet, tot de klei-10 deeltjes alle hechten aan de granules met detergens, waarna het mengen kan worden gestopt en het produkt kan worden gezeefd of anders geklas-sificeerd tot in de gewenste korrelgrootte. De silicaatoplossing heeft gewoonlijk een concentratie van 0,05-10 gew.% en typisch 1-6 gew.%.
De hoeveelheid silicaatoplossing, die op de detergensgranules wordt aan-15 gebracht, maakt gewoonlijk 0,01-2 gew.%.uit. Een bevredigende agglomeratie en bekleding van het oppervlak worden verkregen bij een dergelijke concentratie, wanneer een geschikte agglomereerinrichting wordt gebruikt, zoals een O'Brien agglomerator of een gebruikelijke scheefstaande trommel, die is voorzien van sproeiopeningen, beerschotten 20 en dergelijke. De silicaatconcentratie is bij voorkeur niet zo groot, dat dispergeren van de verzachtende deeltjes in de wasvloeistof wordt verhinderd, wanneer het produkt wordt gebruikt tijdens wassen. Hoewel bij voorkeur silicaat wordt gebruikt in de agglomereervloeistcf, is een bruikbaar produkt ook verkrijgbaar met alleen water als agglomereer-25 middel of bindmiddel of door een waterige oplossing te gebruiken.van andere bindmiddelen, zoals gommen, harsen en oppervlakteactieve stoffen.
De adsorptie van de kationogene verbinding op het oppervlak van het agglomeraatdeeltje wordt uitgevoerd met dezelfde methoden,die hierin zijn beschreven voor het verschaffen van een kationogeen oppervlak 30 aan de verzachtende deeltjes. De verkregen agglomeraatdeeltjes zijn waardevolle wasmiddelen, waarin de granules op basis van detergens oplossen en op de gebruikelijke manier funktioneren in de wasvloeistof, terwijl de verzachtende deeltjes worden gedispergeerd in die wasvloeistof, waar zij dienst doen als weefselverzachters volgens de uitvinding.
35 Zoals gezegd, worden de verzachtende mengsels volgens de uit vinding verkregen volgens een methode, waarbij praktisch al de kationogene 8401747 -16- verbinding in het verzachtende mengsel wordt geadsorbeerd aan het oppervlak van de verzachtende deeltjes. De werkwijze wordt bij voorkeur uitgevoerd door een niet-waterige oplossing van een kationogene verbinding uit een mondstuk te versproeien op de kleideeltjes, die zich be-5 vinden in een roterende trommel of in een hellend opgestelde buis, zoals onder een hoek van 5-15°, terwijl de rotatiesnelheid doelmatig varieert tussen 5 en 100 toeren per minuut. Ook kan men het versproeien uitvoeren, terwijl de deeltjes worden getransporteerd op een bewegende band, zoals een transportband. Volgens een andere uitvoering van de 10 bereiding worden de deeltjes geplaatst op een trillende transportband, die doorlopend wordt bevochtigd met een oplossing of suspensie van de kationogene verbinding, waarbij het resultaat van de vibratie is, tenminste een gedeeltelijke bekledingslaag van de kationogene oplossing of suspensie aan te brengen op het oppervlak van de deeltjes.
15 De wasmiddelen, waarin de verzachtende mengsels kunnen worden verrijkt, of waarmee het zelf kan worden gebruikt, kunnen een of meer oppervlakteactieve stoffen bevatten, welke gekozen zijn uit de groep die bestaat uit anionogene, niet-ionogene, kationogene, amfolytische en zwitterionische detergentia. Het synthetische organische dètergens, 20 dat wordt gebruikt volgens de uitvinding kan elk van een lange reeks verbindingen zijn, die alle op zichzelf bekend, en welke uitvoerig zijn beschreven in de tekst "Surface Active Agents and Detergents", vol.11, door Schwartz, Perry and Berch, (1958) Interscience Publishers, wélke beschrijving hier door verwijzing is opgenomen.
25 De detergensmengsels volgens de uitvinding gebruiken bij voor keur een of meer anionogene detergensverbindingen als primaire oppervlakteactieve stoffen. Het anionogene dètergens kan desgewenst worden aangevuld met een ander type oppervlakteactieve stof, bij voorkeur een amfo-lytisch .detergens. De toepassing van een niet-ionogeen detergens volgens 30 de uitvinding heeft in het algemeen minder voorkeur, maar wanneer deze worden gebruikt in een combinatie met een detergensbuilderzout kunnen ook de niet-ionogene detergentia met voordeel worden gebruikt.
Van de anionogene oppervlakteactieve stoffen, die volgens de uitvinding worden gebruikt, zijn diegene, welke een organische hydrofobe 35 groep met 8-26 koolstofatomen en liefst 10-18 koolstofatomen in de mole-cuulstructuur en daarnaast tenminste een in water oplosbaar makende groep 8401747 -17- gekozen tilt de sulfonaat, sulfaat, carboxylaat, fosfonaat en fosfaat-grcroen zeer geschikt.
Voorbeelden van geschikte anionogene detergentia omvatten zepen, zoals de in water oplosbare zouten (bijv. natrium, kalium, ammonium 5 en alkanolammoniumzouten) van vetzuren of harszouten met 8-20 en bij voorkeur 10-18 koolstof atomen. Geschikte vetzuren kunnen worden verkregen uit oliën en wassen van plantaardige of dierlijke oorsprong, zoals talk, vet, cocosolie en mengsels daarvan. Zeer waardevol zijn de natrium- en kaliumzouten van de vetzuurmengsels, afgeleid van cocos-10 olie en talk, zoals natriumcocoszeep en kaliumtalkzeep.
De anionogene groep detergentia omvatten eveneens de in water oplosbare gesulfateerde en gesulfoneerde detergentia met een alifatische en bij voorkeur een alkylgroep, met 8-26 en bij voorkeur 12-25 kool-stofatomen (onder alkyl wordt tevens verstaan het alkylgedeelte van 15 de hogere acylgroepen). Voorbeelden van gesulfonateerde anionogene detergentia zijn de hogere alkylsulfonaten van aromaten met een kern, zoals de alkylbenzeensulfonaten met 10-16 koolstofatomen in een rechte of vertakte alkylgroep, bijv. de natrium, kalium en ammoniumzouten van de hogere alkylbenzeensulfonaten, de hogere alkyltolueensulfonaten en 20 de hogere alkylfenolsulf onaten.
Andere geschikte anionogene detergentia zijn de olefinsulfonaten met inbegrip van de alkeensulfonaten, de hydroxyalkaansulfonaten of mengsels daarvan, voor zover die lange ketens hebben. De alkeensulf onaat-detergentia kunnen op gebruikelijke wijze worden bereid door omzetten 25 van SO^ met alkenen met lange ketens, welke 8-25 en bij voorkeur 12-21 koolstofatomen bevatten, welke alkenen de formule hebben RCH=CHR^, waarin R een alkylgroep is met 6-23 koolstofatomen en R^ een alkylgroep met 1-17 koolstofatomen of waterstof, bij welke reaktie een mengsel wordt gevormd van sul tonen en alkeensulfonzuren, dat daarna wordt behan-30 deld om de sultonen om te zetten in sulfonaten. Andere voorbeelden van sulfaat of sulfonaatdetergentia zijn de paraffinesulfonaten, welke 10-20 koolstofatomen bevatten en bij voorkeur 15-20 koolstofatomen.
De primaire paraffinesulf onaten worden bereid door alpha-alkenen met lange keten te laten reageren met bisulfieten. Paraffinesulf onaten 35 waarin de sulfonaatgroep is verdeeld langs de paraffineketen zijn vermeld in de Amerikaanse octrooischriften 2.503.280, 2.507.088, 3.260.741, 8401747 -18- f 3.372.188 en uit het Duitse octrooischrift 735.096.
Andere geschikte anionogene detergentia zijn de gesulfateerde en geethoxyleerde vetalkoholen met de formule RO (C^H^O) ^SO^M, waarin R een alkylgroep is met 10-18 koolstofatomen en m gelijk is aan 2-6 en 5 bij voorkeur aan ongeveer 1/5-1/2 maal het aantal koolstofatomen in R) en M is een oplosbaarmakend, zoutvormend kation, zoals een alkali-metaalion, ammonium, lager alkylamino of lager alkanolaminogroep of een alkylbenzeensulfonaat, waarin de alkylgroep 10-15 koolstofatomen heeft. De hoeveelheid ethyleenoxyde in de gepolyethoxyleerde alkanol-10 sulfaten is bij voorkeur 2-5 mol ethyleenoxydegroepen per mol anionogeen detergens, en bij voorkeur 3 mol, in het bijzonder wanneer de alkanol 11-15 koolstofatomen heeft. Om de gewenste hydrofiel/lipofiel balans te behouden, wanneer het aantal koolstofatomen in de alkylketen ΙΟΙ 8 is, dan kan het gehalte aan ethyleenoxyde in de detergens verminderd 15 worden tot ongeveer twee mol per mol, en wanneer de alkanol 16-18 koolstofatomen bevat, kan het aantal ethyleenoxydegroepen worden vergroot tot 4 of 5 en in sommige gevallen zelfs tot 8. of 9. Evenzo kan het zoutvormende kation worden vervangen om de beste oplosbaarheid te verkrijgen. Het kan ieder willekeurig oplosbaarmakend metaal of groep 20 zijn, maar meestal zal men een alkalimetaal gebruiken zoals natrium of ammonium. Wanneer .... lage alkylamine of alkanolaminegroepen worden gebruikt, zullen de alkyl en alkanolgroepen gewoonlijk 1-4 koolstofatomen bevatten en de aminen en alkanolaminen kunnen mono-, di- en tri-gesubstitueerd zijn, zoals in monoethanolamine, diisopropanolamine en 25 trimethylamine. Een bij voorkeur gebruikte gepolyethoxyleerde alkohol-sulfaat wordt geleverd door Shell Chemical Company onder de naam Neodol 25-3S.
De met de meeste voorkeur gebruikte in water oplosbare anionogene detergensverbindingen zijn de ammonium en gesubstitueerde ammonium (zoals 30 mono-, di- en triethanolamine), alkalimetaal (zoals natrium en kalium) en aardalkalimetaal (zoals calcium en magnesium) zouten van de hogere alkylbenzeensulfonaten, alkeensulfonaten en de hogere alkylsulfaten.
Van de boven opgesomde anionogene detergentia zijn de meest bij voorkeur gebruikte de natriumbenzeensulfonaten met rechte alkylketens en in het 35 bijzonder die groepen, waarin de alkylgroep een rechte alkylgroep is met 12 of 13 koolstofatomen.
8401747 -19-
De niet-ionogene synthetische organische detergentia zijn gekenmerkt door de aanwezigheid van een organische hydrofobe groep en een organische hydrofiele groep en zij worden typisch gevormd door condensatie van een organische alifatische of alkylaromatische hydrofobe 5 verbinding met ethjfeenoxyde (die hydrofiel van aard is). Vrijwel elke hydrofobe verbinding, welke een carboxy, hydroxy, amido of amino-groep is, waarin een vrij waterstofatoom is gehecht aan stikstof, kan worden gecondenseerd met ethyleenoxyde of met het polyhydratieprodukt daarvan, polyethyleenglycol, onder vorming van een niet-ionogeen deter-10 gens. De lengte van de hydrofiele groep of polyoxyethyleenketen kan gemakkelijk worden aangepast om de gewenste balans tussen de hydrofobe en hydrofiele groepen te verkrijgen.
Het gebruikte niet-ionogene detergens is bij voorkeur een poly (laag-alkoxyl)alkanol, waarin de alkanol 10-18 koolstofatomen heeft 15 en waarin het aantal molen laag alkyleenoxyde (met 2 of 3 koolstofatomen) 3-12 bedraagt. Van dergelijke materialen gebruikt men bij voorkeur die, welke in de alkanol 11-15 koolstofatomen heeft en gebonden is aan 5-9 lage alkoxygroepen per mol. Bij voorkeur is de lage alkoxygroep een ethoxygroep, maar in sommige gevallen kan die doelmatig worden gemengd 20 met propoxygroepen, welke laatste gewoonlijk minder dan 50% van de alkoxy-groepen uitmaakt. Voorbeelden van dergelijke verbindingen zijn die, waarin de alkanol 12-15 koolstofatomen heeft naast 7 ethyleenoxydegroepen. per mol, bijv. Neodol 25-7 en Neodol 23-6.5, beide van Shell Chemical Company, Inc. Daarvan is de eerste een condensatieprodukt van een mengsel 25 van alkoholen met gemiddeld 12-15 koolstofatomen met ongeveer 7 mol ethyleenoxyde en de laatste is een soortgelijk mengsel, waarin de alkohol 12-13 koolstofatomen heeft, gebonden aan gemiddeld 6,5 ethyleenoxydegroepen. De alkanolen zijn in beide gevallen primair. Andere voorbeelden van dergelijke detergentia zijn Tergitol 15-S-7 en Tergitol 15-S-9, beide zijn 30 afgeleid van secondaire alkoholen. De eerste is het produkt, verkregen door een lineaire secondaire alkanol met 11-15 koolstofatomen, geethoxy-leerd met 7 mol ethyleenoxyde en de laatste is een soortgelijk produkt, maar het is geethoxyleerd met 9 mol ethyleenoxyde.
Eveneens bruikbaar in de mengsels volgens de aanvrage zijn de niet-35 ionogene verbindingen, zoals Neodol 45-11, dat een condensatieprodukt is van alkoholen met 14-15 koolstofatomen met ongeveer 11 ethyleenoxyde- 8401747 -20- groepen per mol.
Zwitterionische detergentia, zoals betalnen en sulfobetalnen zijn eveneens bruikbaar. Zij hebben de formule 1 van het formuleblad, waarin R een alkylgroep is met 8-18 koolstof atomen, R^ en zijn elk 5 een alkyl of hydroxyalkylgroep met 1-4 koolstofatomen, R^ is een alkyleen of hydroxyalkyleengroep met 1-4 koolstofatomen en X is een C atoom of een S:0 groep. De alkylgroep kan een of meer tussengroepen bevatten, zoals amido, ether of polyetherbindingen of niet-funktionele substituen-ten, zoals hydroxyl of halogeen, die de hydrofobe aard van de groep niet 10 belangrijk veranderen. Wanneer X een C atoom is, wordt het detergens een betaine genoemd, en wanneer X een S:0 groep is wordt het een sulfo-betalne of sultaïne genoemd.
Ook kationogene oppervlakteactieve stoffen kunnen worden gebruikt, deze omvatten oppervlakteactieve stoffen, welke een organische 15 hydrofobe groep bevat, die onderdeel is van een kation, wanneer de verbinding opgelost is in water en daarnaast een groep, die een anion vormt. Typische kationogene oppervlakteactieve stoffen zijn aminen en kwaternaire ammoniumverbindingen.
Voorbeelden van dergelijke synthetische kationogene detergentia 20 zijn normale primaire aminen met de formule RN^ · waarin R een alkylgroep is met 12-15 koolstofatomen, diaminen met de formule RNHC^^NH^, waarin R een alkylgroep is met 12-22 koolstofatomen, zoals N-2-aminoethyl-stearylamine en N-2-aminoethylmyristylamine, aminen met amidebindingen, zoals die met de formule R^CONIK^H^N^, waarin R^ een alkylgroep is met 25 8-20 koolstofatomen, zoals N-2-aminoethylstearylamide en N-aminoethyl- myristylamide; kwaternaire ammoniumverbindingen, waarin typisch een van de aan stikstof gebonden groepen een alkylgroep is met 8-22 koolstofatomen en drie van de aan stikstof gebonden groepen alkylgroepen zijn met 1-3 koolstofatomen, met inbegrip van alkylgroepen, welke inerte substi-30 tuenten bevatten, zoals fenylgroepen, terwijl tegelijk een anion aanwezig is, zoals een halogeen, acetaat, methylsulfaat enz. De alkylgroep kan tussengroepen bevatten, zoals amidegroepen, welke de hydrofobe aard van de groep niet belangrijk veranderen, bijv. stearylamidopropyl kwatemair ammoniumchloride. Typische kwaternaire ammoniumdetergentia zijn ethyl-35 dimethylstearylammoniumchloride, benzyldimethylstearylammoniumchloride, trimethylstearylammoniumchloride, trimethylcetylammoniumbromide, dimethyl-ethyllaurylammoniumchloride, dimethylpropylmyristylammoniumchloride en 8401747 -21- de overeenkomstige methylsulfaten en acetaten.
Amfolytische detergentia zijn eveneens geschikt voor toepassing volgens de uitvinding. Amfolytische detergentia zijn algemeen bekend en vele bruikbare detergentia van deze groep zijn beschreven door 5 Schwartz, Perry en Berch, in hun bovengenoemde boek "Surface Active Agents and Detergents". Voorbeelden van geschikte amfotere detergentia omvatten: alkylbetalminodipropionaten, BN (C^H^OOM) ^> alkylbeta-amino-propionaten, RNO^H^COOM en imidazoolderivaten met de algemene formule 2 van het formuleblad, waarbij in elk van de bovengenoemde formules R 10 een acyclische hydrofobe groep is met 8-18 koolstofatomen en M een kation is om de lading van het anion te neutraliseren. Specifieke bruikbare amfotere detergentia omvatten het dinatriumzout van undecyl-cycloimidinium-ethoxyethionzuur-2-ethionzuur, dodecylbeta-alanine en het inwendige zout van 2-trimethylaminolaurinezuur.
15 De bleek- en wasmiddelen volgens de uitvinding kunnen desge wenst ook een detergensbuilder bevatten van een gebruikelijk type. Bruikbare builders omvatten elk van de gebruikelijke anorganische in water oplosbare builderzouten, zoals de in water oplosbare fosfaten, pyrofosfaten, orthofosfaten, polyfosfaten, silicaten, carbonaten en 20 dergelijke. Organische builders omvatten de in water oplosbare fosfona-ten, polyfosfonaten, polyhydroxysulfonaten, polyacetaten, carboxylaten, polycarboxylaten, succinaten en dergelijke.
Specifieke voorbeelden van anorganische fosfaatbuilders omvatten natrium en kaliumtripolyfosfaten, pyrofosfaten en hexametafosfaten. De 25 organische polyfosfonaten omvatten in het bijzonder de natrium en kaliumzouten van ethaan-1-hydroxy-1.1-dif osf onzuur en de natrium en kaliumzouten van ethaan-1.1.2-trifosfonzuur. Voorbeelden van deze en andere fosforbevattende builderverbindingen zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3.213.030, 3.422.021, 3.422.137 en 3.400.176.
30 Pentanatriumtripolyfosfaat en tetranatriumpyrofosfaat hebben bijzonder de voorkeur.
Specifieke voorbeelden van anorganische builders, die geen fosfor bevatten zijn de in water oplosbare anorganische carbonaten, bicarbonaten en silicaten. In het bijzonder de alkalizouten zijn bijzonder 35 waardevol. In water oplosbare organische builders zijn eveneens waarde-vol. Bijv. de acetaten, carboxylaten, polycarboxylaten en polyhydroxy- 8401747 4 -22- sulfonaten van alkalimetal en ammonium;, en gesubstitueerde ammoniumionen zijn bruikbaar. Specifieke voorbeelden van acetaten en polycarboxylaten als builders omvatten de natrium, kalium, lithium, ammonium en gesubstitueerde ammoniumzouten van ethyleendiaminetetraazijnzuur, nitrilo-5 triazijnzuur, benzeenpolycarbonzuur,(carboxymethoxybarnsteenzuur en citroenzuur.
Ook in water niet oplosbare builders kunnen worden gebruikt, in het bijzonder de complexe silicaten en in het bijzonder de complexe natriumaluminiumsilicaten, zoals de zeolieten, bijv. zeoliet 4A, een 10 type zeolietmolecuul, waarin het eenwaardige kation natrium is en de poriegrootte ongeveer 4 £. De bereiding van een dergelijk zeoliet is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.114.603. Het zeoliet kan amorf zijn of kristallijn en het kan hydratiewater bevatten, zoals bekend is.
15 De toepassing van een inert in water oplosbaar zout als vulstof is gewenst in wasmiddelen volgens de uitvinding. Een bij voorkeur als vulstof gebruikt zout is een alkalimetaalsulfaat, zoals kalium of natriumsulfaat; bij voorkeur het laatste.
Verschillende hulpstoffen kunnen worden toegevoegd aan de 20 wasmiddelen volgens de uitvinding. In het algemeen omvatten deze reukstoffen, kleurstoffen, zoals pigmenten en verfstoffen, bleekmiddelen, zoals natriumperboraat, vuildragende middelen, zoals de alkalizouten van carboxymethylcellulose, optische bleekmiddelen, zoals de anionogene kationogene of niet-ionogene optische bleekmiddelen, schuimstabilisatoren, 25 zoals alkanolamiden en dergelijke, welke alle op wasmiddelgebied zeer bekend zijn. Ook vloeibevorderende middelen kunnen worden gebruikt om de deeltjesvormige mengsels in vrij vloeiende vorm te houden. Zetmeel-derivaten en in het bijzonder kleisoorten zijn in de handel als hulpmiddel om de vloeibaarheid van anders kleverige of pastavormige deeltjes-30 mengsels te vergroten, waarbij twee van dergelijke kleien als toevoegsel in de handel zijn onder de namen "Satintone" en "Microsil".
De weefselverzachtende mengsels volgens de uitvinding worden doelmatig verwerkt in wasmiddelen, die speciaal bedoeld zijn voor wassen met de hand. Er zijn drie algemene typen van dergelijke detergentia voor 35 wassen met de hand, die volgens de uitvinding bijzonder nuttig zijn.
Het eerste type omvat a) 5-50 gew.% van een alkylbenzeensulfonaat, 8401747 Μ
+ V
-23- fa) 0-20 gew.% van een niet-ionogeen detergens, c) 0-20 gew.% van een zeep, d) 5-50 gew.% pentanatriumtripolyfosfaat, e) 5-25 gew.% natriumsilicaat, 5 f) 0-1 gew.% carboxymethylcellulose en g) verder water, natriumsulfaat en eventueel geringe hoeveelheden van andere componenten, zoals reukstof en optische bleekmiddelen.
Het tweede type handwasmiddel omvat a) 5-25 gew.% niet-ionogeen detergens, 10 fa) 5-80 gew.% van een fauiiderzout, c) 0-10 gew.% natriumsilicaat, d) 0-5 gew.% zeep en e) verder water en eventueel geringe hoeveelheden van andere bestanddelen, zoals een reukstof en een optisch bleekmiddel.
15 Het derde type handwasmiddel omvat a) tenminste 90 gew.% van een zeep, fa) 0-1 gew.% carboxymethylcellulose en c) verder water en desgewenst geringe hoeveelheden van andere componenten, zoals een reukstof en optische bleekmiddelen.
20 De uitvinding wordt verder toegelicht door de volgende voor beelden, welke echter uitsluitend ter illustratie zijn bedoeld en niet als begrenzing van de uitvinding.
Voorbeeld I
Agglomeraten van Thixojel no.1 (een handelsnaam voor een 25 Wyoming bentonietklei, geleverd door Georgia Kaolin Co., Elizabeth,
Mew Jersey) werden in deze voorbeelden gebruikt en ze werden bereid volgens de onderstaande procedure, waarin de volgende componenten werden gebruikt: Thixojel no.1 klei (kleiner dan 0,044 mm) en een waterige agglomereeroplossing, welke 7% natriumsilicaat bevatte met een verhou-30 ding Na20:SiC>2 van ongeveer 1:2,4.
De agglomeraten werden bereid in een roterende trommel, met een middellijn van ongeveer 50 cm, een lengte van 60 cm en een rotatie-as, die instelbaar was tussen 10 en 90° ten opzichte van de vertikaal.
In deze trommel werd 9,1 kg Thixojel no.1 klei geladen, terwijl 35 de trommel was opgesteld onder een hoek van 20° met de vertikaal. Bij 43°C werd 3,2 kg van een waterige silicaatoplossing op de klei gesproeid, terwijl de trommel werd geroteerd met 6 omwentelingen per minuut. Daarna 8401747 -24- werd de as van de trommel ingesteld op een hoek van 70° met de vertikaal en nog eens 3,2 g van de silicaatoplossing werd op de klei gesproeid. De verkregen natte kleiagglomeraten werden in porties van 2 kg overgebracht naar een Aeromatic ST-5 droger, die met een vloeiend bed werkte, 5 en daar gedroogd tot ongeveer 10 gew.% vocht bij een luchtstroom van ongeveer 6000 1/minuut bij een luchtinlaattemperatuur van 71°C. Het drogen was voltooid na ongeveer 15 minuten. Het gedroogde materiaal werd daarna door een Stokes granulator gevoerd, die voorzien was van een zeef met openingen van 0,42 mm, zodat de deeltjesgrootte van het produkt lag 10 tussen 0,42 en 0,15 mm. De fijne deeltjes, kleiner dan 0,15 mm, werden teruggevoerd naar de roterende trommel.
Kleideeltjes met een gemodificeerd oppervlak volgens de uitvinding werden in de onderstaande voorbeelden gebruikt en werden op de volgende manier bereid: 15 100 g van de hierboven beschreven bentonietagglomeraten werden overgebracht in een laboratoriumtrommel van 1 1, die werd rondgedraaid door een motor met ongeveer 10 toeren per minuut. Twee gram Varisoft 3690 (methyl-l-oleylamidoethyl-2-oleyl-imidazolinium-methylsulfaat (75% actieve stof in 25% isopropanol), geleverd door Sherex Chemical 20 Company), werden gedruppeld bij de klei, terwijl de trommel roteerde, om in deze laboratoriumtrommel het effekt te simuleren van versproeien van de QA-verbinding op de klei. De hoeveelheid QA-verbinding, berekend op de klei (als actieve stof in Varisoft 3690) is 0,15 g/ΙΌ g klei.
De verkregen deeltjes worden verder in deze voorbeelden aangeduid als 25 "beklede" deeltjes geagglomereerde klei.
Bij de onderstaande proeven werd een korrelvormig detergensmeng-sel "A" gebruikt met de volgende samenstelling:
Mengsel A
Component A gew.% 30 natriumtridecylbenzeensulfonaat 15 niet-ionogene oppervlakte actieve stof (C.-^^s geethoxyleerde 0,5 primaire alkohol, 6,5 mol EO/mol alkoholj pentanatriumtripolyfosfaat (TPP) 33 natriumsilicaat (lNa20:2,4Si02) 7 22 natriumsulfaat 35 H20 9 optisch bleekmiddel (Tinopal 5BM) 0,2 carboxymethylcellulose 0,25 8401747 a -25-
Vergelijkende proeven werden uitgevoerd met lappen badstof, waarbij in een proef een wasoplossing werd gebruikt, die alleen mengsel A bevatte, in de tweede proef een wasoplossing, die behalve mengsel A ook de bovenbeschreven geagglomereerde kleideeltjes bevatte en in de 5 derde proef werd mengsel A gebruikt voor de beklede deeltjes geagglomereerde klei. Het wassen werd uitgevoerd in 1 1 van de oplossing bij 37°C. - De wasomstandigheden omvatten 10 minuten weken, gevolgd door 1 minuut wassen met de hand. De gewassen en gedroogde lappen werden beoordeeld op zachtheid op grond van de greep en er werd een geheel 10 getal van 1-10 toegekend op een lineaire schaal, waarbij de hogere cijfers overeenkwamen met de zachtere materialen. De resultaten van deze zachtheidsproeven zijn samengevat in tabel A.
TABEL· A
Proef Samenstelling van de wasoplossing zachtheidsordeel 15 1 3,5 g/1 mengsel A 1 2 3,5 g/1 mengsel A + 6 0,7 g/1 Thixojel agglomeraten 3 3,5 g/1 mengsel A + 8 0,7 g/1 beklede Thixojel agglomeraten 20 Zoals blijkt uit de gegevens in tabel A leverde de toepassing van de weefselverzachtende mengsels volgens de uitvinding (proef 3) een duidelijke verbetering van de zachtheid in vergelijking tot het gebruik van de Thixojel agglomeraten zonder oppervlaktébekleding met QA-verbinding (proef 2}.
25 Voorbeeld II
Biixojel No.1 klei werd geagglomereerd zoals in voorbeeld I en bekleed met Varisoft 475 (methyl-l-talk-amidoethyl-2-talk-imidazo-linium-methylsulfaat (75% actieve stof in 75% propyleenglycol)), op de manier, die beschreven is in voorbeeld I. De vergelijkende proeven 30 4-7 werden uitgevoerd op lappen badstof, onder dezelfde wasomstandigheden en met dezelfde zachtheidsbeoordeling als in voorbeeld I. In proef 4 bevatte de wasoplossing een detergensmengsel, maar geen klei of QA-verbinding. Bij proef 5 werden aan de detergensoplossing niet-beklede kleiagglomeraten toegevoegd. Bij proef 6 werden beklede agglomeraten 35 met de QA-verbinding afzonderlijk aan de wasoplossing toegevoegd. De resultaten van deze verzachtingsproeven werden samengevat in de onder- 8401747 4 * d -26- staande tabel B.
TABEL B
Proef Samenstelling van de wasoplossing zachtheidsoofdeel 4 3,5 g/1 mengsel A 1 55 3,5 g/1 mengsel A 5 0,7 g/1 Thixojel agglomeraten 6 3,5 g/1 mengsel A 8 0/7 g/1 beklede Thixojel agglomeraten (met 0,014 g Varisoft 475) 10 7 3,5 g/1 mengsel A 6 0,7 g/1 Thixojel + 0,014 g/1 Varisoft 475
Zoals uit tabel B blijkt, leverde de wasoplossing, welke het verzachtende mengsel volgens de uitvinding (proef 6) bevatte, aanzienlijk 15 betere verzachting dan de niet-beklede klei (proef 5) en/of dan de toepassing van Thixojel en de QA-verbindlng als onafhankelijke componenten van de wasoplossing (proef 7). Daardoor toont proef 7, dat de verrassend verbeterde verzachtende werking van de verzachtende middelen volgens de uitvinding (proef 6) niet gedupliceerd kunnen worden door 20 eenvoudig de individuele componenten van de onderhavige mengsels bij de wasoplossing te voegen.
Een verbetering van de verzachtende werking wordt ook volgens de uitvinding verkregen door de Thixojel agglomeraten uit voorbeeld I te bekleden met een van de volgende aminen, diaminen en diaminezouten: 25 primair talkamine, secondair talk-methylamine, tritalk-amine, N-cocos-1.3-diaminopropaan, N-talk-1.3-diaminopropaan en N-talk-1.3-diaxalno-propaandi ace taat.
30 8401747

Claims (33)

1. Weefselverzachtend middel voor toepassing als mengsel met een deeltjesvormig wasmiddel, dat omvat: i) discrete verzachtende deeltjes, welke tenminste 75 gew.% bevatten 5 van een smectiet-klei en minder dan 5 gew.% oppervlakteactieve stoffen, gekozen uit de groep, bestaande uit anionogene, niet-ionogene, amfoly-tische en zwitterionische detergentia, en ii) een kationogene verbinding, gekozen uit de groep, bestaande uit primaire, secondaire en tertiaire aminen en hun in water oplosbare zou- 10 ten, diaminen en diammoniumzouten en kwatemaire ammonium-, fosfonium-en sulfoniumverbindingen, waarbij praktisch al degevule kationogene verbindingen zijn geadsorbeerd op het oppervlak van de deeltjes, terwijl de gewichtsverhouding van de verzachtende deeltjes tot de kationogene verbinding ligt tussen 500/1 en 10/1.
2. Mengsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de smec tiet-klei een bentoniet klei is.
3. Mengsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de gewichtsverhouding van de verzachtende deeltjes tot de kationogene verbinding ligt tussen 200/1 en 25/1.
4. Mengsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hoe veelheid kationogene verbinding 1-5 gew.% uitmaakt van het verzachtings-middel.
5. Mengsel volgens conclusie 1, met hetkenmerk, dat de verzachtende deeltjes tenminste 90 gew.% van de smectiet-klei bevatten.
6. Mengsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kationo gene verbinding een kwatemaire ammoniumverbinding is.
7. Mengsel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de kwater-naire ammoniumverbinding meer dan 8 koolstof atomen bevat.
8. Mengsel volgens conclusie 1, met het kenmerk", dat het prak- 30 tisch vrij is van anionogene, niet-ionogene, amfolytische en zwitterionische detergentia.
9. Wasmiddel, dat een weefselverzachtend mengsel bevat volgens conclusie 1, in combinatie met een of meer oppervlakteactieve detergentia.
10. Deeltjesvormig wasmiddel, dat omvat 35 a) 3-50 gew.% van een weefselverzachtingsmiddel, dat omvat i) discrete verzachtende deeltjes, welke tenminste 75 gew.% bevatten van het smectiet-klei en ten hoogste 5 gew.% oppervlakteactieve stoffen, 340174? A -28- S *- geko2en uit de groep, bestaande uit anionogene, niet-ionogene en kationo-gene en zwitterionische detergentia en ii) een kationogene verbinding, gekozen uit de groep, bestaande uit primaire, secondaire en tertiaire aminen en hun in water oplosbare 5 zouten, diaminen en diammoniumzouten en kwatemaire ammonium-, fosfonium-en sulfoniumverbindingen, terwijl praktisch al deze kationogene verbinding .is geadsorbeerd op het oppervlak van de genoemde deeltjes, en de gewichtsverhouding van de verzachtende deeltjes tot de kationogene verbinding ligt tussen 500/1 en 10/1? 10 b) 2-50 gew.%, met uitzondering van alle detergentia in de verzachtende deeltjes, van een of meer oppervlakteactieve detergentia, gekozen uit de groep, bestaande uit anionogene, niet-ionogene, kationogene, amfolytische en zwitterionische detergentia; c) 1-70 gew.% van een huilderzout en 15 d) verder water en eventueel een zout als vulstof.
11. Wasmiddel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de gewichtsverhouding van de verzachtende deeltjes tot de kationogene verbinding ligt tussen 200/1 en 25/1.
12. Wasmiddel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de 20 hoeveelheid kationogene verbinding 0,05-2 gew.% is van het wasmiddel.
13. Wasmiddel volgens conclusie 10, met het kenmerk,, dat de verzachtende deeltjes tenminste 90 gew.% bevatten van de smectietklei.
14. Wasmiddel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de smectiet-klei een bentonietklei is.
15. Wasmiddel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het weefselverzachtende middel is gecombineerd met een detergensmengsel, dat bevat: a) 5-50 gew.% van een alkylbenzeensulfonaat, b) 0-20 gew.% van een niet-ionogeen detergens, 30 c) 0-20 gew.% van een zeep, d) 5-50 gew.% pentanatriumtripolyfosfaat, e) 5-25 gew.% natriumsilicaat, f) 0-1 gew.% carboxymethylcellulose, en g) verder water, natriumsulfaat en desgewenst een reukstof en optische 35 bleekmiddelen.
16.Wasmiddel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het 8401747 f -*· *? » -29- weefselverzachtende mengsel is gecombineerd met een wasmiddel, dat omvat a) 5-25 gew.% niet-ionogeen detergens, b) 5-80 gew.% van een builderzout, 5 c) 0-10 gew.% natriumsilicaat, d) 0-5 gew.% zeep en e) verder water en desgewenst een reukstof en optische bleekmiddelen.
17. Wasmiddel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het weefselverzachtende mengsel is gecombineerd met een wasmiddel, dat omvat: 10 a) tenminste 90 gew.% zeep, b) 0-1 gew.% carboxymethylcellulose en c) verder water en desgewenst reukstof en optische bleekmiddelen.
18. Wasmiddel, dat omvat: a) agglomeraatdeeltjes, welke als individuele componenten daarvan be-15 vatten i) verzachtende deeltjes met tenminste ongeveer 75 gew.% van de smec-tiet-klei en ii) granules van een zeepvrij wasmiddel, waarbij elk van de agglomeraatdeeltjes bestaat uit een inwendig gedeelte en een uitwendig gedeelte, 20 terwijl het inwendige gedeelte van het agglomeraatdeeltje in aanraking is met en praktisch omringd door het oppervlakgedeelte, en het inwendige gedeelte in hoofdzaak bestaat uit het granulaire detergensmengsel en het oppervlaktegedeelte praktisch bestaat uit de versachtende deeltjes en 25 b} een kationogene verbinding, gekozen uit de groep, die bestaat uit primaire, secondaire en tertiaire aminen en hun in water oplosbare zouten, diaminen en diammoniumzouten en kwatemaire ammonium-, fosfonium-en sulfoniumverbindingen, waarbij praktisch al deze kationogene verbinding is geadsorbeerd op het oppervlaktegedeelte van de agglomeraat-30 deeltjes.
19. Wasmiddel volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de verzachtende deeltjes minder dan 5 gew.% bevatten van oppervlakte-actieve detergensverbindingen, gekozen uit de groep, bestaande uit anionogene, niet-ionogene, amfolytische en zwitterionische detergentia.
20. Wasmiddel volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de verzachtende deeltjes tenminste 90 gew.% van een smectiet-klei bevatten. 8401747 ft -30- Ψ
21. Wasmiddel volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de kationogene verbinding een kwatemaire ammoniumverbinding is.
22. Werkwijze om een mengsel te bereiden om weefsels te verzachten, dat bevat 5 i) discrete verzachtende deeltjes met tenminste 75 gew.% van een smectietklei en minder dan 5 gew.% oppervlakteactieve stoffen, gekozen uit de groep, bestaande uit anionogene, niet-ionogene en amfolytische zwitterionische detergentia, en ii) een kationogene verbinding, gekozen uit de groep, bestaande uit 10 primaire, secondaire en tertiaire aminen en hun in water oplosbare zouten, diaminen en diammoniumzouten en kwatemaire ammonium-, fosfoniurnen sulfoniumverbindingen, met het kenmerk, dat deze werkwijze omvat de trap van: a) verschaffen van discrete verzachtende deeltjes als in i), en 15 b) deze deeltjes in aanraking brengen met de kationogene verbinding onder zulke omstandigheden, dat praktisch al de kationogene verbinding wordt geadsorbeerd op het oppervlak van die deeltjes, waarbij de gewichtsverhouding van de verzachtende deeltjes op de kationogene verbinding ligt tussen 500:1 en 10:1.
23. Werkwijze volgens conclusie 22, met het kenmerk,, dat de gewichtsverhouding van de verzachtende deeltjes tot de kationogene verbinding ligt tussen 200/1 en 25/1.
24. Werkwijze volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de hoeveelheid van de kationogene verbinding ligt tussen 1 en 5 gew.% van 25 het verzachtende mengsel.
25. Werkwijze volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de smectiet-klei een bentonietklei is.
26. Werkwijze volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de kationogene verbinding een kwatemaire ammoniumverbinding is.
27. Werkwijze volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat de verzachtende deeltjes in aanraking worden gebracht met em niet-waterige oplossing of suspensie, welke de kwatemaire -ammoniumverbinding bevat.
28. Werkwijze volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat de oplossing of suspensie wordt gesproeid op het oppervlak van de deeltjes.
29. Werkwijze om weefsels zacht te maken, waarbij die weefsels in aanraking worden gebracht met een waterige dispersie van een weefsel-verzachtend middel, waarbij dit verzachtende middel omvat: 8401747 * * : r -31- i) discrete verzachtende deeltjes met tenminste 75 gew.% smectiet-klei en minder dan 5 gew.% oppervlakteactieve stoffen, gekozen uit de groep, bestaande uit anionogene, niet-ionogene, amfolytische en zwitterionische detergentia en 5 ii) een kationogene verbinding, gekozen uit de groep, bestaande uit primaire, secondaire en tertiaire aminen en hun in water oplosbare zouten, diaminen en diammoniumzouten, en kwaternaire ammonium, fosfonium-en sulfoniumverbindingen, waarbij praktisch alle kationogene verbinding is geadsorbeerd op het oppervlak van deze deeltjes.
30. Werkwijze volgens conclusie 29, waarbij deze verzachtende deeltjes tenminste 90 gew.% bevatten van een smectiet-klei.
31. Werkwijze volgens conclusie 29, met het kenmerk, dat de kationogene verbinding een kwaternaire ammoniumverbinding is.
32. Werkwijze volgens conclusie 29, met het kenmerk, dat de 15 smectiet-klei een bentonietklei is.
33. Werkwijze volgens conclusie 29, met het kenmerk, dat de hoeveelheid kationogene verbinding 1-5 gew.% uitmaakt van het ver- z achtingsmiddel. 20 8401747 * Λ X * *2 R-^N— R.-X=0 RX I κ3 L-O 2 CH2 I (2 R -C-N - CH2CH20CH2C00M OR CH2COOM 8401747 _ _ N ^ ;-.Λ O £ * *» 'J
NL8401747A 1983-06-01 1984-05-30 Werkwijze om wasmiddelen te bereiden en een werkwijze om een wasverzachter te bereiden. NL8401747A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/499,928 US4536316A (en) 1983-06-01 1983-06-01 Fabric softening composition containing surface modified clay
US49992883 1983-06-01

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8401747A true NL8401747A (nl) 1985-01-02

Family

ID=23987323

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8401747A NL8401747A (nl) 1983-06-01 1984-05-30 Werkwijze om wasmiddelen te bereiden en een werkwijze om een wasverzachter te bereiden.

Country Status (23)

Country Link
US (1) US4536316A (nl)
AT (1) AT396112B (nl)
AU (1) AU558574B2 (nl)
BE (1) BE899799A (nl)
CA (1) CA1222356A (nl)
CH (1) CH659273A5 (nl)
DE (1) DE3419571A1 (nl)
DK (1) DK160054C (nl)
ES (1) ES8506789A1 (nl)
FR (1) FR2546921B1 (nl)
GB (1) GB2141152B (nl)
GR (1) GR82184B (nl)
IE (1) IE58063B1 (nl)
IT (1) IT1179379B (nl)
LU (1) LU85396A1 (nl)
MX (2) MX162797A (nl)
MY (1) MY100812A (nl)
NL (1) NL8401747A (nl)
NO (1) NO161271C (nl)
PH (1) PH21919A (nl)
PT (1) PT78669B (nl)
SE (1) SE458613B (nl)
ZA (1) ZA843908B (nl)

Families Citing this family (24)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3416472A1 (de) * 1984-05-04 1985-11-07 Hoechst Ag, 6230 Frankfurt Weichmacher enthaltende waschmittel
DE3416669A1 (de) * 1984-05-05 1985-11-07 Hoechst Ag, 6230 Frankfurt Weichmachendes waschmittel
GB8414877D0 (en) * 1984-06-11 1984-07-18 Procter & Gamble Fabric softener agglomerates
US4886615A (en) * 1985-08-05 1989-12-12 Colgate-Palmolive Company Hydroxy polycarboxylic acid built non-aqueous liquid cleaning composition and method for use, and package therefor
US4643919A (en) * 1986-02-06 1987-02-17 The Procter & Gamble Company Textile treating compositions and methods
US4764292A (en) * 1986-04-11 1988-08-16 Lever Brothers Company Fabric-softening particles
AU603115B2 (en) * 1986-06-17 1990-11-08 J.M. Huber Corporation Synthetic alkali metal alumino-silicates, methods and uses, compositions and their methods of preparation
US4941989A (en) * 1986-07-16 1990-07-17 Ridgely Products Co., Inc. Cleansing and disinfecting compositions
EP0258923B1 (en) * 1986-09-02 1993-10-06 Akzo Nobel N.V. Fabric softening composition and detergent-composition comprising the same
EP0258500A1 (en) * 1986-09-02 1988-03-09 Akzo N.V. Fabric softening composition and detergent-composition comprising the same
DE3702111A1 (de) * 1987-01-24 1988-08-04 Henkel Kgaa Poroeses schichtsilikat/natriumsulfat-agglomerat
DE3702968A1 (de) * 1987-02-02 1988-08-11 Henkel Kgaa Weichmachendes waschmittel
NZ223480A (en) * 1987-02-20 1990-04-26 Colgate Palmolive Co Solid, phosphate-free laundry softener/detergent containing diammonium softener
US5004556A (en) * 1987-06-17 1991-04-02 Colgate-Palmolive Company Built thickened stable non-aqueous cleaning composition and method of use
US4828721A (en) * 1988-04-28 1989-05-09 Colgate-Palmolive Co. Particulate detergent compositions and manufacturing processes
US4968443A (en) * 1988-07-22 1990-11-06 Colgate-Palmolive Company Antistatic laundry detergent composition and processes therefor
CA2004165C (en) * 1988-12-21 1997-12-16 The Procter & Gamble Company Fabric conditioning compositions
DE19538029A1 (de) * 1995-10-12 1997-04-17 Sued Chemie Ag Waschmittelzusatz
DE19721885A1 (de) 1997-05-26 1998-12-03 Henkel Kgaa Verfahren zur Herstellung kationtensidhaltiger Granulate
US6528475B1 (en) 1999-10-19 2003-03-04 Cognis Corporation Use and preparation of primary amines to improve oily soil detergency of cleaning compositions
US7781379B2 (en) * 2005-01-25 2010-08-24 Halliburton Energy Services, Inc. Drilling fluids containing biodegradable organophilic clay treated with an amide-containing quaternary ammonium surfactant
US7521399B2 (en) * 2005-01-25 2009-04-21 Halliburton Energy Services, Inc. Drilling fluids containing biodegradable organophilic clay
US7867953B2 (en) * 2005-01-25 2011-01-11 Halliburton Energy Services Inc. Methods of using drilling fluids containing biodegradable organophilic clay
DE102005022075A1 (de) * 2005-05-12 2006-11-16 Süd-Chemie AG Schnell zerfallende Betonitgranulate

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3681241A (en) * 1968-03-04 1972-08-01 Lever Brothers Ltd Fabric softening
US3594212A (en) * 1968-03-25 1971-07-20 Gen Mills Inc Treatment of fibrous materials with montmorillonite clays and polyamines and polyquaternary ammonium compounds
ZA734721B (en) * 1972-07-14 1974-03-27 Procter & Gamble Detergent compositions
US3915882A (en) * 1972-11-10 1975-10-28 Procter & Gamble Soap compositions
US3862058A (en) * 1972-11-10 1975-01-21 Procter & Gamble Detergent compositions containing a smectite-type clay softening agent
US3993573A (en) * 1973-02-16 1976-11-23 The Procter & Gamble Company Softening additive and detergent composition
US3954632A (en) * 1973-02-16 1976-05-04 The Procter & Gamble Company Softening additive and detergent composition
US3959155A (en) * 1973-10-01 1976-05-25 The Procter & Gamble Company Detergent composition
GB1462484A (en) * 1974-01-31 1977-01-26 Procter & Gamble Ltd Detergent compositions
US4203851A (en) * 1978-06-16 1980-05-20 Colgate-Palmolive Company Fabric softening compositions and methods for manufacture thereof
US4292035A (en) * 1978-11-13 1981-09-29 The Procter & Gamble Company Fabric softening compositions

Also Published As

Publication number Publication date
IT8448293A0 (it) 1984-05-31
DK160054C (da) 1991-06-10
FR2546921A1 (fr) 1984-12-07
ZA843908B (en) 1986-01-29
CH659273A5 (de) 1987-01-15
SE8402868D0 (sv) 1984-05-28
AU2879184A (en) 1984-12-06
DK271684A (da) 1984-12-02
AT396112B (de) 1993-06-25
PT78669B (en) 1986-06-26
ES532995A0 (es) 1985-08-01
GB8413894D0 (en) 1984-07-04
DE3419571A1 (de) 1984-12-06
CA1222356A (en) 1987-06-02
IE841369L (en) 1984-12-01
MX171256B (es) 1993-10-14
PT78669A (en) 1984-06-01
MX162797A (es) 1991-06-26
AU558574B2 (en) 1987-02-05
GB2141152B (en) 1987-01-21
DK160054B (da) 1991-01-21
PH21919A (en) 1988-04-08
DK271684D0 (da) 1984-06-01
US4536316A (en) 1985-08-20
NO161271B (no) 1989-04-17
NO842167L (no) 1984-12-03
FR2546921B1 (fr) 1987-06-26
LU85396A1 (fr) 1985-03-26
MY100812A (en) 1991-02-28
NO161271C (no) 1989-07-26
SE8402868L (sv) 1984-12-02
IT1179379B (it) 1987-09-16
BE899799A (fr) 1984-11-30
GB2141152A (en) 1984-12-12
IE58063B1 (en) 1993-06-30
ATA178784A (de) 1992-10-15
GR82184B (nl) 1984-12-13
ES8506789A1 (es) 1985-08-01
SE458613B (sv) 1989-04-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8401747A (nl) Werkwijze om wasmiddelen te bereiden en een werkwijze om een wasverzachter te bereiden.
NL8401746A (nl) Wasmiddel en reukstofpreparaat daarvoor.
US4539135A (en) Perfume-containing carrier for laundry compositions
EP0340872B1 (en) Wash cycle fabric conditioning compositions
US4664817A (en) Free flowing high bulk density particulate detergent-softener
JPH0258319B2 (nl)
US4339335A (en) Free flowing high bulk density particulate detergent-softener
AU595639B2 (en) Fabric softening and antistatic particulate wash cycle laundry additive containing cationic/anionic surfactant complex on bentonite
US4184970A (en) Antistatic, fabric-softening detergent additive
JPS61176699A (ja) 布帛柔軟化帯電防止性洗剤組成物
GB1591515A (en) Detergent-fabric softener compositions
SE462045B (sv) Mjukgoerande, partikelformig detergentkomposition och tygmjukgoerande, partikelformig komposition foer inblandning i detergentkompositioner
EP0011333B1 (en) Particulate detergent additive comprising insoluble, anionic-cationic softener complex and detergent compositions containing the same
NL8400808A (nl) Compositie voor het bleken en wassen, die vrij is van in water oplosbare silicaten.
US4882076A (en) Fabric softening and antistatic particulate wash cycle laundry additive containing cationic/anionic surfactant complex on bentonite
CA1226503A (en) Bleaching and laundering composition free of water- soluble silicates
JPS6071700A (ja) 洗濯用洗剤組成物に使用される自由流動性粉粒体状の織物柔軟化剤含有助剤およびその製法
NL8501796A (nl) Bleek- en wasmiddelsamenstelling vrij van water-oplosbare silicaten.

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed