NL8303254A

NL8303254A - Machine voor het granuleren en bekleden.

Info

Publication number: NL8303254A
Application number: NL8303254A
Authority: NL
Original assignee: Freunt Ind Co Ltd
Priority date: 1982-09-24
Filing date: 1983-09-22
Publication date: 1984-04-16
Also published as: US4556175A; FR2533459B1; KR840005977A; IT8349007A0; ES525783A0; KR870000861B1; CH659195A5; SE8305141L; CA1209791A; FR2533459A1; GB2130504B; DK429583A; AU1933783A; SE8305141D0; DE3334543C2; IT1167649B; GB2130504A; DK429583D0; AU566889B2; DE3334543A1

Description

* i

V

Machine voor het granuleren en bekleden.

De uitvinding heeft betrekking op een machine voor het granuleren en bekleden, en meer in het bijzonder op een machine voor het granuleren en bekleden, die met een grote produktiviteit korrelvormige en poedervormige uitgangsmaterialen kan granuleren, bekleden, mengen 15 en drogen.

Het granuleren is een van de gebruikelijkste manieren voor het behandelen van de produkten van de farmaceutische industrie en ook van enkele andere. Het is echter lang de moeilijkste behandeling geweest.

Ten einde te granuleren, zijn vele proeven gedaan jsn gebruikelijke 20 werkwijzen ontwikkeld. Elke eenheidsbehandeling vereist echter een andere eenheidsuitrusting. Ook zijn voor elke eenheidsbehandeling deskundigen nodig. Het gebruikelijke granuleren heeft dus een zeer kleine produktiviteit, een moeilijke technologie en is niet geschikt voor toepassing bij de vervaardiging van goederen.

25 Enkele tientallen jaren geleden werd de werkwijze van het granuleren met behulp van een gefluïdiseerd bed als een betrekkelijk nieuwe behandeling ontwikkeld. Meer in het bijzonder sluit deze werkwijze het bevochtigen/kneden, het scheiden en het trommelen uit, hoewel de werkwijze het mengen en drogen omvat. Een nieuwe enkelvoudige uit-30 rusting, te weten een machine voor het granuleren met behulp van een gefluïdiseerd bed, is nodig, maar niets meer. De uitrusting is geschikt voor toepassing bij de vervaardiging van goederen.

Terwijl uitgangspoeders in deze nieuwe uitrusting door een luchtstroom worden gefluïdiseerd, worden zij besproeid met een bind-35 middel oplossing. Dan agglomereren de deeltjes, die druppeltjes van de jr 2 « » t oplossing ontvangen met andere, en nemen zij in afmeting toe. Tegelijkertijd worden de geagglomereerde deeltjes gedroogd door de luchtstroom voor het fluldiseren. Aangezien de benodigde lucht voor het fluldiseren veel meer is dan de lucht voor het drogen, worden de ver-5 grote deeltjes nagenoeg onmiddelijk gedroogd.

Het met een gefluïdiseerd bed granuleren lijkt een uitstekende werkwijze. Deze werkwijze heeft echter grote nadelen voor wat betreft de techniek en de kwaliteit van het produkt. Het fluldiseren kan alleen worden uitgevoerd op grond van een moeilijk evenwicht tus-10 sen de hefkracht van de lucht, en de dwaartekracht van de deeltjes.

Het evenwicht heeft derhalve gemakkelijk de neiging losser te worden, waarbij in het bijzonder de grootte de vorm en het gewicht van de deeltjes tijdens het fluldiseren worden veranderd. Dit is de grootste moeilijkheid bij het met een gefluïdiseerd bed granuleren. Verder moet 15 de concentratie van de deeltjes worden verlaagd voor het voorkomen van een wisselwerking daartussen en het handhaven van een goede fluïdi-satie toestand. Het maakt echter de ruimte-opbrengst van het met fluïdissatie granuleren zeer laag. Voor wat betreft de kwaliteit zijn de met deze werkwijze verkregen vergrote deeltjes in het algemeen zeer 20 lijvig, grof en bros als gevolg van het tekort aan kneden en trommelen.

De stand van de techniek verschaft vele soorten machines voor het granuleren, bekleden, mengen en drogen van korrelvormige en poedervormige materialen voor gebruik op de gebieden van geneesmiddelen, voedingsmiddelen, poedervormige metalen, katalysatoren, ferriet, 25 keramische materialen, wasmiddelen, cosmetische middelen, organische kleurstoffen, pigmenten, toners, enz.

Een voorbeeld van de bekende machines is een machine, die aan de onderzijde van een granuleerhuis plaatgaas heeft, en daarboven gemonteerde draaibladen. Deze bekende machine is echter niet geschikt 30 voor het granuleren en bekleden, omdat de gegranuleerde materialen door de draaibladen en het plaatgaas worden gedesintegreerd, zodat het ónmogelijk wordt gemaakt bolvormige produkten te verkrijgen, en de bekledingsfilm gebrekkig is.

In de openbaar gemaakte Japanse octrooi-aanvragen 54-62978 en 35 56-133024 is een andere bekende machine geopenbaard, voorzien van een -w ï - ·* ~ r Λ - t t

V

* ft 3 draaiplaat of -schijf boven een plaatgaas, voorzien aan de onderzijde van een granuleerhuis. Deze bekende machine kan worden gebruikt voor het granuleren en bekleden, maar heeft als tekortkoming, dat de gegranuleerde materialen worden gevangen tussen de draaischijf en het plaat-5 gaas om zodoende te worden gedesintegreerd door het wrijven tegen het plaatgaas wanneer de draaischijf draait. Bij deze bekende inrichting moet nog een andere tekortkoming worden vermeld, te weten dat poedervormige materialen door het plaatgaas lekken. Behalve deze tekortkomingen, kan de massadichtheid van de gegranuleerde materialen niet 10 worden gestuurd, als gevolg waarvan alleen zware produkten met een onregelmatige korrelgrootte kunnen worden gegranuleerd. Verder heeft deze bekende machine nog het gebrek, dat de produktiviteit klein is.

In de Japanse octrooien 46-22544 en 47-47794 is een bekledings-machine geopenbaard, waarbij de bodemwand van het huis wordt gevormd 15 door een draaischijf, en het bekleden wordt uitgevoerd door het centrifugaal trommelen, verkregen door het draaien van de draaischijf en lucht, ingevoerd door de sleuf, gevormd tussen de buitenomtrek van de draaischijf en de binnenwand van het huis. Deze bekende machine is echter in hoofdzaak uitgevoerd voor het bekleden, en bij gebruikt voor 20 het granuleren is de produktiviteit klein als gevolg van minder droog-vermogen en het blokkeren van gegranuleerd materiaal. Deze bekende machine is derhalve niet geschikt voor het in massa granuleren. Verder produceert deze bekende machine alleen zware bolvormige produkten, maar geen lichte produkten.

25 Het is een doel van de uitvinding een machine te verschaffen voor het granuleren en bekleden, die de massadichtheid, de hardheid en de korrelgrootte, enz. van de gegranuleerde produkten kan sturen, en met grote produktiviteit de gegranuleerde produkten kan verkrijgen met een hoge kwaliteit zonder scheiding, welke produkten niet gemakke-30 lijk zijn te desintegreren.

Het is een ander doel een dergelijke machine te verschaffen, die de breedte van de sleuf kan sturen door een eenvoudige en goedkope constructie, die gemakkelijk kan worden bedreven.

Voor het bereiken van de bovenstaande doeleinden is de machine 35 voor het granuleren en bekleden volgen de uitvinding voorzien van i 4 9 4 middelen voor het sturen van de stromingssnelheid van een gas, welke middelen de gasstroming door het ventilatiegedeelte, gevormd in een rotor voor het granuleren en bekleden onafhankelijk sturen van de gasstroming door de sleuf, gevormd tussen de buitenomtrek van de rotor en 5 de binnenwand van het granuleerhuis, welke machine het granuleren, bekleden, mengen, drogen, enz. altijd in optimale omstandigheden kan uitvoeren door het onafhankelijk sturen van deze twee gasstromingen.

Volgens een ander kenmerk kan de breedte van de sleuf worden versteld door een vertikale op- en neerwaartse beweging van de rotor 10 of een ringvormig middel voor het vormen van de sleuf. De vertikale beweging van het middel voor het vormen van de sleuf kan gemakkelijk worden uitgevoerd door slechts het bedrijf van de middelen voor het sturen van de sleuf.

Verder kan de machine zijn voorzien van een roerder boven de 15 rotor voor het zodoende voeren van de te granuleren of bekleden materialen door het draaien van de roerder in een richting en met een snelheid onafhankelijk van die van de rotor. Verder kan boven de rotor een desintegratie-orgaan zijn voorzien voor het verbreken van groot korrelige, gegranuleerde of beklede materialen.

20 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een doorsnede is van een uitvoeringsvorm van de machine, fig. 2 een doorsnede is van het hoofdgedeelte van de machine 25 volgens conclusie 1, fig. 3 een ruimtelijk aanzicht is van een uitvoeringsvorm van de draaiplaat of -schijf, fig. 4 een ruimtelijk aanzicht is van een uitvoeringsvorm van de roerder, 30 fig. 5 een doorsnede is van het hoofdgedeelte van een andere uitvoeringsvorm van de machine, de fig. 6-9 ruimtelijke aanzichten zijn van andere uitvoeringsvormen van de roerder, fig. 10 een doorsnede is van een andere uitvoeringsvorm van 35 de machine, «“X ’ ' ..« « * 5 fig. 11 een doorsnede is van het hoofdgedeelte van de machine volgens conclusie 10, fig. 12 een verduidelijkend aanzicht is van een uitvoeringsvorm van het mechanisme voor het verstellen van de sleuf, 5 fig. 13 een ruimtelijk aanzicht is van een uitvoeringsvorm van het desintegratie-orgaan, fig. 14 een vertikale doorsnede is voor het verduidelijken van de granulerende en bekledende werking van de machine volgens conclusie 10, 10 fig. 15 een horizontale doorsnede is voor het verduidelijken van de granulerende en bekledende werking van de machine volgens fig. 10, fig. 16 een verduidelijkend aanzicht is van een andere uitvoeringsvorm van het mechanisme voor het verstellen van de sleuf, en 15 fig. 17 een verduidelijkend aanzicht is van nog een andere uitvoeringsvorm van het mechanisme voor het verstellen van de sleuf.

Fig. 1 van de tekening toont een doorsnede van een uitvoeringsvorm van de machine voor het granuleren en bekleden, die een granuleer-kamer of -huis 1 heeft voor het fluïdiseren of granuleren of bekleden 20 van het in het huis 1 geladen, poedervormige of korrelvormige uitgangsmateriaal. Het huis 1 is rechtop geplaatst en heeft een in hoofdzaak cilindrische gedaante. De zijwand van het huis 1 is voorzien van een stortgoot 2, die op een tussenliggende hoogte van de zijwand naar buiten helt voor het toevoeren van te granuleren of bekleden materialen.

25 De zijwand van het bodemgedeelte van het huis 1 heeft een afvoer stortgoot 3 voor het afvoeren van de gegranuleerde of bekleden produkten, en een afvoerklep 4 voor het openen en sluiten van de afvoerstortgoot.

Aan de binnenzijde van het bodemgedeelte van het huis 1 op in hoofdzaak dezelfde hoogte als de afvoerstortgoot 3, is een rotor of 30 draaischijf 5 aangebracht voor het trommelen en naar buiten bewegen van de poedervormige of korrelvormige uitgangsmaterialen door het in hoofdzaak horizontaal draaien in het huis 1. Een roerder 6 voor het mengen en versnellen van de beweging van de poedervormige of korrelvormige materialen, die worden gegranuleerd of bekleed, is aangebracht 35 boven de draaischijf 5 om te worden gedraaid in een in hoofdzaak * ik 6 horizontaal vlak.

De draaischijf 5 kan in de gewenste richting via een ring 9 vanaf een drijfmotor 8 met regelbare snelheid worden gedreven door een holle draai-as 7, die vertikaal in het midden van de granuleerkamer 1 5 is aangebracht.

De roerder 6 kan via een riem 13 van een andere drijfmotor 12 met regelbare snelheid worden gedraaid in een richting en met een snelheid onafhankelijk van die van de draaischijf 5 door het draaien van een draaias 11, co-axiaal geplaatst in de holle draaias 7.

10 De draaischijf 5 en de roerder 6 kunnen in de vertikale richting en onafhankelijk worden bewogen door respectievelijk een hef-mechanisme 14 en 15. Deze hefmechanismen 14, 15 kunnen bij voorbeeld bestaan uit een wormwiel en een heugel.

Het hefmechanisme 14 kan de speling of breedte verstellen 15 van een ringvormige spleet 16 tussen de buitenomtrek van de draaischijf 5 en de binnenwand van het huis 1 in bij voorbeeld het bereik van 0 tot rond 10 mm door het naar boven of naar beneden bewegen van de draaischijf 5 om het zodoende mogelijk te maken de stromingssnelheid te sturen van het gas, bij voorbeeld verwarmde of gekoelde lucht, in het 20 inwendige van het huis 1 geblazen door de sleuf 16 vanaf de onderzijde van de draaischijf 5, voor het altijd in de optimale toestand houden van elk der stappen van het granuleren of bekleden.

Voor het verstellen van de stromingssnelheid van het gas door de sleuf is, zoals het duidelijkst weergegeven in fig. 2, een 25 gesloten ring 17 met een driehoekige doorsnedegedaante, aangebracht aan de binnenwand van het huis 1 op de plaats nabij de buitenomtrek van de draaischijf 5. De breedte van de sleuf 16, gevormd tussen het naar boven wijder wordende, sleuf vormende oppervlak 17a van de gesloten, sleuf vormende ring 17, en de buitenomtrek van de draaischijf 30 5 wordt versteld door het naar boven of naar beneden bewegen van de draaischijf 5 door middel van het hefmechanisme 14. Op een andere wijze kan de treedte van de sleuf 16 worden versteld door het veranderen van de vertikale stand van de gesloten ring 17 zelf.

Zoals weergegeven in fig. 3, heeft de draaischijf 15 van deze 35 uitvoeringsvorm een ventilatiegedeelte 18, bestaande uit een van *> -1·**-»1 ♦ r -1» < » * 7 openingen voorziene plaatring, die zich in de radiale richting iets buiten het midden van de draaischijf bevindt. Dit ventilatiegedeelte 18 kan bestaan uit een gesinterde plaat, voorzien van een klein gat, dat kan voorkomen dat poedervormig of korrelvormig materiaal daar door-5 heen valt, of een plaatgaas, enz. De stand van het ventilatiegedeelte 18 is bij voorkeur aan de buitenzijde van het midden van de radiale afmeting van de draaischijf 5 ten einde een voldoende centrifugale trommelwerking van het poedervormige of korrelvormige materiaal op de draaischijf 5 te bevorderen. Het ventilatiegedeelte 18 kan op andere 10 wijze dan volgens de omtrek zijn voorzien, en kan bij voorbeeld zijn voorzien als radiale inkepingen op willekeurige plaatsen van de draaischijf.

Het doel waarvoor het ventilatiegedeelte 18 is aangebracht, is het produceren van een stromingspatroon van het poedervormige of 15 korrelvormige materiaal in het huis, verschillend van het stromingspatroon, geproduceerd door het gas, toegevoerd door de sleuf 16, ten einde doeltreffend de gegranuleerde of beklede produkten te vervaardigen met een hoge kwaliteit, die bij voorbeeld een lage scheiding hebben en een massadichtheid in een wijd bereik, door het blazen van gas, 20 bij voorbeeld verwarmde of gekoelde lucht, in het huis 1 door het ventilatiegedeelte 18 vanaf de onderzijde van de draaischijf 5. Deze gasstroming door het ventilatiegedeelte 18 is onafhankelijk van de gasstroming door de sleuf 16.

Voor het verkrijgen van deze twee verschillende gasstromingen, 25 zijn ringvormige tussenwanden 19, 20 voorzien aan een bodemwand 23. Elk dezer tussenwanden 19, 20 heeft aan het bovenste einde een afdichtring 21, 22 van de labyrint soort, welke afdichtringen 21, 22 zijn geplaatst in groeven, gevormd in het onderoppervlak van de draaischijf 5. Door middel van deze ringvormige tussenwanden 19 en 20, worden twee 30 gasdoorgangen 24 en 25 gevormd voor het gas, dat in het huis 1 wordt geblazen door de sleuf 16, en het gas, dat in het huis 1 wordt geblazen door het ventilatiegedeelte 18, welke gasdoorgangen 24, 25 van elkaar zijn gescheiden voor het vormen van verschillende gastoevoer leidingen.

Het gas door de sleuf 16 en het gas door het ventilatiegedeel-35 te 18 worden eerst gezamenlijk toegevoerd vanuit een toevoer ventilator 4 * 8 26, weergegeven in fig. 1, dan gereinigd door het gaan door een filter 28 in een toevoerkanaal 27 en na te zijn verwarmd of gekoeld tot de gewenste temperatuur door een warmtewisselaar 29, toegevoerd aan het bodemgedeelte van het toevoerkanaal 27. De gastoevoerleiding vanaf het 5 bodemgedeelte 27 naar het bodemgedeelte van het huis 1 is door middel van een tussenwand 30, verbonden met de ringvormige tussenwand 20 van de gasdoorgangen 24 en 25, gescheiden voor het vormen van een gasdoorgang 31 en een gasdoorgang 32 naar het ventilatiegedeelte 18. De gasdoorgangen 31 en 32 staan in verbinding met de gasdoorgangen 24 en 25 10 voor het vormen van twee onafhankelijke gastoevoerleidingen, waarvan er een voert naar de sleuf 16 en de andere naar het ventilatiegedeelte 18 Nabij de ingang van elke gasdoorgang 31, 32, zijn een stuur-klep of -schuif 33 voor het regelen van de stromingssnelheid van het naar de sleuf 16 gevoerde gas, en een stuurklep 34 voor het regelen van 15 de stromingssnelheid van het naar het ventilatiegedeelte 18 gevoerde gas, voorzien. Door het onafhankelijk verstellen van een stuurkleppen 33 en 34 is het mogelijk verschillende door deze twee gasstromingen, geblazen in het huis 1 door de spleet 16 of het ventilatiegedeelte 18, gevormde stromingspatronen te verkrijgen.

20 De roerder 6 van deze uitvoeringsvorm heeft, zoals weergegeven in fig. 4 drie roerbladen 36 aan de zijde van een naaf 35, waarbij elk der bladen 36 in gedaante lijkt op een gebogen nagel en zich uitstrekt onder een hoek van 120° ten opzichte van de andere bladen voor het zodoende versterken van het mengen en granuleren. Zoals in fig. 2 met een 25 streeplijn is weergegeven, is de roerder 6 ontworpen voor het vanuit de onderzijde van de naaf 35 blazen van het spoelgas, toegevoerd door een gasdoorgang 37, gevormd in de draai-as 11, voor het voorkomen van het in de tussen de draai-as 11 en de draaischijf 5 gevormde spleet komen van poedervormig of korrelvormig materiaal.

30 In de zijwand van het huis 1 nabij het bodemgedeelte vlak boven de roerder 6, en ongeveer in het midden van het huis 1 boven de roerder 6 is respectievelijk een sproeimondstuk 45, 46 aangebracht, elk voor twee vloeistoffen voor het versproeien van een bekledings- of bindingsoplossing, toegevoerd uit een vloeistofhouder 42 door een bij-35 behorende pomp 43, 44.

O ' é * 9

Verder is in de zijwand van het huis 1 vlak boven het sproei-mondstuk 45, een mondstuk 47 aangebracht voor het in het gefluïdiseer-de of gegranuleerde bed in het huis 1 voeren van het poedervormige of korrelvormige materiaal.

5 In het bovenste gedeelte van het inwendige van het granuleer- huis 1, zijn verder een zakfilter 53 en straalmondstukken 54 aangebracht voor het met tussenpozen afblazen van de materialen en het stof, enz., verzameld door het zakfilter 53 door het toepassen van een straal-stoot van een persgas. Een uitlaatkanaal 48 voor het afvoeren van de 10 uitlaatlucht uit de kamer en uit het stelsel via het zakfilter 53, is verbonden met de zijde van het bovenste gedeelte van het huis 1. Deksels 49 voor ontploffingsontluchting zijn scharnierbaar aan de bovenwand van het huis 1.

Het zakfilter 53 en de straalmondstukken 54 kunnen ook worden 15 weggelaten, of vervangen door een cycloon.

Thans wordt het bedrijf van deze uitvoeringsvorm beschreven.

Eerst wordt het poedervormige of korrelvormige, te granuleren of bekleden materiaal in een vooraf bepaald volume via de stortgoot 2 in het huis 1 gevoerd. -* 20 De stuurklep 34 voor de gasstroming wordt geopend voor het on afhankelijk verstellen van de gasstromingssnelheid om het mogelijk te maken het gas van de toevoerventilator 26 in het huis 1 te blazen door het ventilatiegedeelte 18 van de draaischijf 5.

De vertikale stand van de draaischijf 5 wordt ingesteld op een 25 vooraf bepaalde hoogte door het verstellen of sturen van het hefmecha-nisme 14 ten einde de spleet 16, gevormd tussen de buitenomtrek van de draaischijf 5, aangebracht in het bodemgedeelte van de kamer 1, en het schuine oppervlak 17a van de gesloten ring 17, gemonteerd aan de binnenwand van het huis 1, te openen. Ten tweede wordt de vertikale stand 30 van de roerder 6 versteld tot op een vooraf bepaalde hoogte door het sturen van het hefmechanisme 15. In deze toestand wordt de draaischijf 5 gedraaid door het drijven van de motor 8, en wordt de roerder gedraaid door het drijven van de motor 12.

Vervolgens wordt de roerder 6 via de riem 13 gedraaid door de 35 drijfmotor 12, en de draai-as 11 in dezelfde of omgekeerde richting

4 V

10 ten opzichte van die van de draaischijf 5 ten einde het materiaal, dat wordt gegranuleerd of bekleed, te roeren. Direkt na het toevoeren van het poedervormige of korrelvormige materiaal, wordt een bindmiddel- of bekledingsoplossing, toegevoerd uit de vloeistofhouder 42 5 door de pomp 43 of 44, op het te granuleren of bekleden materiaal gesproeid door het sproeimondstuk 45 en/of 46. Indien gewenst kunnen de vaste of poedervormige granuleer- of bekledingsmaterialen worden toegevoerd op het te granuleren of bekleden materiaal uit het mondstuk 47. Het uitlaatgas uit het huis 1 wordt uit het stelsel afgevoerd via het 10 zakfilter 53 door het uitlaatkanaal 48. Voor het helpen afvoeren van gas, kan een andere ventilator stroomafwaarts zijn opgesteld.

In deze uitvoeringsvorm van de machine wordt het materiaal, dat wordt gegranuleerd of bekleed, als gevolg van de gecombineerde werking van het gas door de spleet 16 en het gas door het ventilatiegedeelte 18 15 naast de gecombineerde draaibeweging van de draaischijf 5 en de roerder 6, onderworpen aan het centrifugaal trommelen en roeren, en wordt het gefluïdiseerd volgens het circulerende stromingspatroon, waarin het materiaal door de gasstroming naar boven wordt geblazen en door de zwaartekracht naar beneden komt. In deze uitvoeringsvorm bewegen de 20 deeltjes dus goed en maken zij geen dode ruimte, waardoor kanaalvorming en borrelen kunnen worden voorkomen voor het granuleren of bekleden van produkten, die een optimale massadichtheid, hardheid en korrel-grootte enz. hebben overeenkomstig het gebruik en het doel, enz. van de produkten. Met deze uitvoeringsvorm is het met andere woorden moge-25 lijk een verscheidenheid aan produkten te granuleren of bekleden, te weten van zachte en lichte produkten tot harde en zware produkten, en met weinig kosten en een grote produktiviteit, en niet alleen be-bredigend het bekleden uit te voeren van bolvormige korrels, maar ook van vormstukjes en kristallijne poeders, enz.

30 De gegranuleerde of beklede produkten worden snel en gemakkelijk afgevoerd uit de afvoerstortgoot 3 door middel van de gecombineerde draaibeweging van de draaischijf 5 en de roerder 6.

Omdat de draairichting en snelheid van de draaischijf 5 en de roerder 6, en de stromingssnelheid van de twee gasstromingen regelbaar 35 kunnen worden gestuurd, is het bij deze uitvoeringsvorm naast het 11 verkrijgen van een grote produktiviteit, in het bijzonder mogelijk de eigenschappen van de produkten, zoals massadichtheid, korrelgrootte, vorm, enz., naar keuze in een wijd bereik te veranderen.

Als een eerste voorbeeld worden de te granuleren of bekleden 5 materialen in het geval dat de draaisnelheid van de draaischijf 5 laag is en de draaischijf 5 en de roerder 6 in dezelfde richting worden gedraaid, en de stromingssnelheid van het gas door het ventilatiege-deelte18 van de draaischijf 5 hoog is en de stromingssnelheid van het gas door de spleet 16 laag, gefluldiseerd in het stromingspatroon, 10 waarin de materialen vanuit het midden van het huis 1 omhoog worden geblazen en door zwaartekracht naar de radiale buitenzijde vallen voor het verkrijgen van zacht gegranuleerde produkten met een lage massadichtheid.

Als een tweede voorbeeld wordt het te granuleren of bekleden 15 materiaal in het geval dat de roerder 6 wordt gedraaid in dezelfde richting als de draaischijf 5, maar de draaisnelheid van de roerder hoger ligt dan die van de draaischijf, en de stromingssnelheid van het gas door het ventilatiegedeelte 18 laag is en de stromingssnelheid van het gas door de spleet hoog, gefluïdiseerd in het stromingspatroon, 20 waarin het materiaal langs de binnenwand van het huis 1 omhoog wordt geblazen en door de grote centrifugaalkracht van de roerder 6 naar het midden van het huis 1 valt voor het produceren van bolvormige en harde produkten met een grote massadichtheid, voor het verkrijgen van een hoge granuleersnelheid of een grote produktiviteit.

25 Als een derde voorbeeld is het in het geval dat de draaisnel heid van de draaischijf 5 en de roerder 6, de stromingssnelheid van het gas door het ventilatiegedeelte 18 en de stromingssnelheid van het gas door de spleet, zijn gekozen tussen die van de voorgaande eerste en tweede voorbeelden, mogelijk de produkten te verkrijgen, die een massa-30 dichtheid en hardheid hebben tussen die van de eerste en tweede voorbeelden.

Als een vierde voorbeeld wordt het te granuleren of bekleden materiaal in het geval dat de draaischijf 5 en de roerder 6 worden gedraaid in tegengestelde richtingen, en de stromingssnelheid van het gas 35 door de spleet hoog is en die van het gas door het ventilatiegedeelte 12 18 laag, gefluïdiseerd in het centrifugaal fluldisatiepatroon, waarin het materiaal tegen de binnenwand van het huis 1 wordt gedrukt voor het verkrijgen van harde en bolvormige gegranuleerde produkten met een grote massadichtheid.

5 Hoewel het volgens deze uitvoeringsvorm mogelijk is in andere omstandigheden dan die, gekozen voor de voorgaande voorbeelden, te granuleren en te bekleden, kan deze uitvoeringsvorm verder worden toege. past bij een verscheidenheid van granuleer- of bekledingsbehandelingen, zoals het aggregatie-granuleren, het centrifugaal trommel granuleren en 10 het mengen, enz.

Bovendien is het bij deze uitvoeringsvorm mogelijk het korrelvormige of poedervormige materiaal te bevochtigen en te mengen voorafgaande aan de granuleer- of bekledingsbehandelingen daarvan. Dit bevochtigen en mengen wordt uitgevoerd door het versproeien van een bind-15 middel- of bekledingsvloeistof uit het sproeimondstuk 46 boven het granuleer- en bekledingsbed voorafgaande aan het granuleren of bekleden, in een hoeveelheid, die overeenkomt met enkele volume procenten van het te granuleren of te bekleden materiaal. Gelijktijdig wordt de draaischijf 5 naar beneden bewogen voor het sluiten van de spleet 16, en 20 niet gedraaid, en wordt de roerder 6 met hoge snelheid gedraaid. Door dit bevochtigen en mengen wordt het oppervlak van het poedervormige of korrelvormige materiaal vochtig, waardoor de snelheid van het granuleren of bekleden daarna wordt versneld. Aangezien het mogelijk wordt de hoeveelheid fijn poeder, die uit het gegranuleerde of beklede bed 25 wordt verspreid en verloren gaat, te verkleinen, worden de bestanddelen van de gegranuleerde produkten regelmatiger. Derhalve behoeft het niet nodig te zijn een zakfilter aan te brengen in het huis, en kan een machine voor het met lage kosten en een grote produktiviteit granuleren en bekleden worden verkregen door het aanbrengen van een eenvoudige 30 cycloon (niet weergegeven) buiten het huis 1 in plaats van een zakfilter voor het hercirculeren van poedervormige of korrelvormige materialen, verzameld in de cycloon.

In het geval van een poedervormig of korrelvormig materiaal met een hoog soortelijk gewicht bij voorbeeld keramisch materiaal, 35 poedervormig metaal of ferriet, enz., is het verder onmogelijk een be- 13 kende machine weer aan te zetten wanneer de gefluldiseerde toestand om een of andere reden is verbroken. Daarentegen is het met de beschreven uitvoeringsvorm mogelijk het fluïdiseren in een dergelijk geval gemakkelijk weer aan te zetten door het slechts samen met de draai-5 schijf 5 draaien van de roerder 6.

Fig. 5 is een doorsnede van een gedeelte van een andere uitvoeringsvorm van de machine voor het granuleren en bekleden.

Bij deze uitvoeringsvorm is de zijwand van het huis 1 nabij de omtrek van de draaischijf 5b uitgevoerd met een schuin oppervlak 1a, 10 dat naar boven wijder wordt. Derhalve kan de breedte van de spleet 16 regelbaar naar wens worden versteld door het vertikaal bewegen van de draaischijf 5b door middel van het hefmechanisme 14. De roerder 6a van deze uitvoeringsvorm heeft een kleinere diameter dan de draaischijf 5b.

Bij de in fig. 5 weergegeven uitvoeringsvorm is het mogelijk 15 de produkten te granuleren of bekleden met een uitstekende kwaliteit en een grote produktiviteit door middel van de gecombineerde draaibeweging van de draaischijf 5b en de roerder 6a, en het gas, toegevoerd door de spleet 16 en het gas, toegevoerd door het ventilatiegedeelte 18.

De zijwand van het huis 1, die de spleet 16 vormt tussen de 20 buitenomtrek van de draaischijf 5b en de zijwand zelf, kan naar boven wijder worden in een richting, tegengesteld aan die van het schuine oppervlak 1a. Dit is hetzelfde als in het geval van de gesloten ring 17 in de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm.

De fig. 6-9 zijn ruimtelijke aanzichten van een aantal uit-25 voeringsvormen van de roerder.

Bij de in fig. 6 weergegeven uitvoeringsvorm heeft de roerder 6a twee roerbladen 36a, die zich uitstrekken vanaf de zijde van een naaf 35a in onderling over 180° gescheiden richtingen. De roerbladen 36a hebben een aantal ontluchtingsgaten 55 en roerplaten 56, aange-30 bracht in zijdelingse richting ten opzichte van de lengte van de bladen 36a tussen de ontluchtingsgaten 55. De in fig. 6 weergegeven uitvoeringsvorm is geschikt wanneer het gewenst is de stromingssnelheid van het gas, toegevoerd door het ventilatiegedeelte 18 te verhogen, voor het granuleren wanneer de dichtheid van het poedervormige of 35 korrelvormige materiaal groot is en de hoeveelheid bindmiddeloplossing 14 groot, enz., en kan een uitstekend ontwateren en drogen tot stand brengen van de gegranuleerde of beklede produkten.

De in fig. 7 afgeheelde uitvoeringsvorm vertoont een roerblad 6b, op het bovenoppervlak waarvan drie rechtlijnige uitsteeksels of 5 keerplaten 57 zijn voorzien, radiaal aangebracht met onderlinge hoeken van 120°. Het roerblad 6b kan een kleinere diameter hebben dan de draaischijf 5, in fig. 7 weergegeven met streep stippellijnen, of kan een diameter hebben, die in hoofdzaak gelijk is aan die van de draaischijf 5. Deze uitvoeringsvorm is geschikt wanneer poedervormig materi-10 aan en bindemiddeloplossing als kernstoffen worden toegevoegd aan ent-korrels voor het produceren van bolvormige korrels, en kan doeltreffend het trommelen granuleren uitvoeren.

Bij de in fig. 8 weergegeven uitvoeringsvorm bevat een roerblad 6c een schijfgedeelte 58, voorzien van een iets kleinere diameter, en 15 schrapers 59 met een in hoofdzaak L-vormige gedaante. De schrapers 59 zijn op onderlinge hoekafstanden van 120° aangebracht voor het door de opstaande gedeelten daarvan afschrapen van het poedervormige of korrel- vormige materiaal, geplakt op het binnenoppervlak van de zijwand van het huis 1. Deze uitvoeringsvorm is derhalve geschikt voor het trommel-20 end granuleren van materialen, die de neiging hebben aan de wand te plakken. Op een andere manier kunnen, zoals bij een in fig. 9 weergegeven roerder 6d, alleen de schrapers 59 zijn bevestigd aan de zijde van een naaf 35b zonder de schijf.

In plaats van de draaischijf kan een veelhoekige rotor worden 25 gebruikt, en de roerder kan een andere constructie hebben en zijn be-bestigd aan het onderste einde van een draai-as, die zich neerwaarts uitstrekt vanaf het bovenste gedeelte van het granuleerhuis, co-axiaal ten opzichte van de draai-as van de draaischijf.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een voor-30 beeld van het bedrijf van de machine in vergelijking met vergelijkings-voorbeelden.

Voorbeeld.

Een totaal van 15 kg van een materiaal, dat 12 kg acetamino-feen bevatte, alsmede 2,3 kg microkristallijn cellulose en 0,7 kg ,ais-35 meel, werd geleverd in de machine, waarbij de diameter van het huis 15 400 mm was, en de hoogte van het huis 2000 mm. De draaischijf werd ge-draaid met een draaisnelheid van 200 toeren, de roerder werd gedraaid met een snelheid van 300 toeren, en de lucht of het gas door de spleet, verwarmd tot 80°C, werd toegevoerd met een stromingssnelheid van 3 NnfV 5 min. waarbij de lucht door het ventilatiegedeelte, eveneens verwarmd tot 80°C, werd toegevoerd met een stromingssnelheid van 5,5 Nm^/min, en 4,5 1 van een 8% oplossing in water van hydroxypropyl cellulose, werd als bindmiddel versproeid. In dit voorbeeld werd een goede kwaliteit van de gegranuleerde produkten verkregen, die een goede korrel-10 grootte verdeling hadden en weinig scheiding, en werd het granuleren en drogen in niet meer dan 35 min. beëindigd.

Vergelijkingsvoorbeeld I

Ter vergelijking werd een andere proef uitgevoerd onder gebruikmaking van een bekende machine, waarin een plaatgaas was aangebracht 15 onder de draaischijf over het gehele gebied met uitzondering van het doordringingsgebied van de draai-as. Bij dit vergelijkingsvoorbeeld werd de draaischijf gedraaid met een draaisnelheid van 200 toeren, en werd lucht, verwarmd tot 80°C, door alle gebieden van het plaatgaas 3 gevoerd met een stromingssnelheid van 8,5 Nm /min. In dit voorbeeld 20 kon echter geen goed gegranuleerd produkt worden verkregen toen het totale volume uitgangsmateriaal 15 kg was, omdat ongewenst grote deel tjes werden geproduceerd. In dezelfde omstandigheden werd vervolgens het totale volume van hetzelfde materiaal verkleind tot 12 kg. Toen in dit voorbeeld 3,6 1 van een 8% oplossing van hydroxypropyl cellulose 25 van dezelfde kwaliteit als gebruikt in het hiervoor beschreven voorbeeld I, werd versproeid, konden goed gegranuleerde produkten worden verkregen, en was de tijd nodig voor het granuleren en drogen 42 min.: met 7 min. langer dan van het voorbeeld I.

Vergelijkingsvoorbeeld II.

30 Verder werd ter vergelijking een andere bekende machine ge bruikt voor het granuleren, waarbij de bodem bestond uit een draaischijf, zonder ventilatiegedeelte en met een ringspleet voor lucht tussen de buitenomtrek daarvan en de binnenwand van het huis. De draaischijf werd gedraaid met een draaisnelheid van 200 toeren. De lucht door de sleuf 35 werd verwarmd tot 80°C en in stromingssnelheid veranderd in het bereik ♦ i

t V

3 16 van 3-8,5 Nm / min. Toen het totale volume materiaal 15 kg was, konden echter geen bevredigende produkten worden gegranuleerd bij welke stromingssnelheid van de lucht door de spleet dan ook tussen 3 en 8,5 3

Nm /min., omdat ongewenst grote deeltjes werden geproduceerd. Het 5 totale volume van het materiaal werd vervolgens verkleind tot 10 kg, de draaischijf werd gedraaid met een draaisnelheid van 200 toeren en de lucht door de spleet werd verwarmd tot een temperatuur van 80°C en 3 toegevoerd met een stromingssnelheid van 4,5 Nm /min. Toen bij dit ver-gelijkingsvoorbeeld 3 1 van een 8% oplossing in water van hydroxypro-10 pyl cellulose van dezelfde kwaliteit als in het voorbeeld I werd ver-sproeid, konden goed gegranuleerde produkten, die een goede korrel-grootte verdeling hadden en weinig scheiding, worden verkregen, en werd het granuleren en drogen in 50 min. voltooid.

De bij deze proeven verkregen resultaten zijn vergelijkender-15 wijs weergegeven in de tabellen I en II.

17

O CD O <t> O

0 3 0 3 0 3 CR 3 CR 3 σ cd cr cd σ'

CD I-1 CD M CD

(D F- CD F- CD

H> C_i. I-1 C-h M

Cl X Cl ?T CL

F- F- M 3 M 3

H 0*3 OP

C0 01

I I

* o CD 3-03 1—1 Cf

CD

Q3 —i —i —1 1 1 Γ" o o ιό en £! g /λ OP Οχ. i_I H* m 3

§ OP

F· 3

O

Ό 3·

CD

3 ui -o ω C1 o do 0Π 3 F* i—i f· o.

55 sa 1—1

U

tl $ e > ® öj gj CD C+ *

Cf F- M M

Ub Μ T3 “ MO ® 3 03· 3 2 3" CD _ 9· m Cr \-i

5 0 O O S

s* 03 * *· ^ ζ-j. c*" 03 03 ro DO * S· 03 3 O cO CO g ® f a cd c §*® 3 3 3· 3

X CD O

” F· OP

a cd o 3 o N > * _1 -1 -i CD S F· Ω

ro ΙΌ o CD CO 3 CD

Mj ro 3* OP 03 CD I—1 ?? cf

N CO M CD

-i -> —* CD ro 03 -1 O O CD £. M 03

O ^ O fj ΟΊ MO

UI CD CD

CD Cf 1—' 3 03 •ss a 3 N σ> 1—1 CD F* CD UI 3 00 O O CD ς JT o 00 4> O 3) -1 O Ό

cn 3 0T

O 3 CD

CD CD

H' 3

OP

N —1 3

00 -0 vO CD UI O

00 UI vO CD O O

*3 0 Cf C Cf

x CD

18 <; < < < <

O CD O (D O

o t o -s o t oq t oq s σ cd σ <o σ'

CD M CD I—1 CD

CD H· CD H· CD

I— C-J. I—1 C_i. J—1 a k a ?r a μ. μ.

H D Η 3

Η ff) CR

ω ca

I I

ο ο ο Γ7 a s: - (?) μ· pi co co ^ o ca oo —3 o o σ ca 3 ct ¢) co or i

I—) (D

H· α -P- CO N <s

m v· ·* CD CO

CO ON CTI CD PO 1-3

Mj >

CD

KI

r

N CO H

no —a oo cd rv) m - ^ » CD e PO UI O "D £- co ρς o "3

T

N 4> CD

CO -» CSN CD 00 M

Ό O J> CD e* <5

%* ^ *-13 Q\ CD

Ό On NO CD T

O.

CD

N ON I—1 co co —» CD en μ· -N on w CD f* 3 v. V. ·. Hj i 55 -p- on —a o

O

1—1 N -» —' ro cd o O CO ON CD O,

4 >« <« £jT

un co j> ui o _Λ N —1 .p- co o cd cn

v· V# ^ CD O

-0 4> cn ^ ^ * 19

Fig. 10 is een doorsnede van een andere uitvoeringsvorm van de machine.

Omdat de grondconstructie van deze uitvoeringsvorm gelijk is aan die van de voorgaande, in de fig. 1 en 2 weergegeven uitvoerings-5 vorm, zijn overeenkomstige onderdelen voorzien van dezelfde verwijzings-cijfers.

De vertikale standen van de draaischijf 5 en de roerder 6 zijn vast, zodat de schijf 5 en de roerder 6 niet naar boven en beneden kunnen worden bewogen.

10 Aan de binnenwand van het huis 1 is verder op een plaats iets lager dan de buitenomtrek van de draaischijf 5, de ring 17 aangebracht voor het vormen van de spleet 16 voor het toevoeren van gas tussen de ring en de buitenomtrek van de draaischijf 5. De ring 17 heeft, zoals blijkt uit fig. 11, het sleufvorraige oppervlak 17a in de vorm van een 15 hellend of naar boven wijder wordend oppervlak. Dit oppervlak 17a helt in dezelfde richting als het oppervlak 5a aan de buitenomtrek van de draaischijf 5·, welk oppervlak 5a naar beneden naar het midden van het huis 1 helt. De twee oppervlakken 5a en 17a zijn derhalve in hoofdzaak onderling evenwijdig voor het vormen van de spleet 16 tussen de opper-20 vlakken 5a en 17a naar boven en naar buiten.

Bij deze uitvoeringsvorm kan de ring 17 de breedte van de spleet 16 verstellen in bij voorbeeld het bereik van 0 tot rond 10 mm door het veranderen van de vertikale stand van de ring ten opzichte van de draaischijf 5. Bij deze uitvoeringsvorm is namenlijk de ring 17 zelf 25 naar boven en naar beneden beweegbaar door middel van een verstelmechanisme 60. Het verstelmechanisme 60 bestaat uit een sleuf 61 (fig. 12), in schuine richting gevormd door de wand van het huis 1 op de plaats waar de ring 17 is aangebracht, uit een schuifas 62, die radiaal door de sleuf 61 is gestoken en waarvan het binneneinde is geschroefd in de 30 ring 17 en die in de lengterichting van de sleuf 61 kan verschuiven over de slaglengte S, zoals weergegeven in fig. 12 vanuit de met een streep stippellijn weergegeven stand via de met een getrokken lijn weergegeven stand naar een andere met een streep stippellijn weergegeven stand, en uit een vastzetmiddel of -handgreep 63, die kan zijn 35 geschroefd in het buiteneinde van de schuifas 62, en aan het binneneinde 20 in aanraking kan zijn met het buitenoppervlak van het huis 1 na het vastschroeven daarvan voor het zodoende op een gewenste plaats langs de lengte van de sleuf 61 vastzetten van de schuifas 62.

Bij deze uitvoeringsvorm is de sleuf 61 schuin gevormd met het 5 rechter einde naar boven, zoals weergegeven in fig. 12. Wanneer de schuifas 62 zich derhalve in de stand 62a in fig. 12 bevindt, is de ring 17 in de onderste stand geplaatst, waarbij de breedte van de spleet 16 dan het grootst is. De breedte is daarentegen het kleinst (bij deze uitvoeringsvorm 0) wanneer de schuifas 62 naar de stand 62b 10 in fig. 12 is bewogen, waarin de ring 17 naar de bovenste stand is gebracht, die de gasstroming minimaal maakt (bij deze uitvoeringsvorm is de gasstroming 0 of stilgezet).

Zoals hiervoor beschreven kan de stromingssnelheid van het gas, bij voorbeeld verwarmde of gekoelde lucht, door de spleet naar boven 15 geblazen in het huis 1, altijd op de optimale snelheid overeenkomstig de bedrijfsstap van het granuleren of bekleden enz., worden gestuurd door het verstellen van de breedte van de spleet 16.

Verder duiden in fig. 11 de verwijzingscijfers 64, 65 sleuf vormende ringen aan voor het voorkomen van het in het huis 1 blazen 20 van buitenlucht door de spleet 16 en de ruimte tussen het binnenwand-oppervlak van het huis 1 en de buitenomtrek van de ring 17.

Bij deze uitvoeringsvorm is verder op een plaats boven het buitengebied van de roerder 6 een breekmiddel of desintegratie-orgaan 38 van buiten horizontaal aangebracht in het huis 1.

25 Zoals weergegeven in fig. 13 bestaat het desintegratie-orgaan 38 uit een desintegratie-as 40, die kan worden gedraaid door een electro- of luchtmotor 39, en uit een aantal desintegratiebladen 71, radiaal naar buiten uitstekende vanaf het buitenoppervlak van de as 40. Deze desintegratiebladen 41 worden gedraaid in het bed met materiaal, 30 dat wordt gegranuleerd of bekleed, en spiraalvormig wordt getrommeld langs de binnenwand van het huis 1 door middel van de draaiingen van de draaischijf 5 en de roerder 6, waarbij de draaisnelheid van de bladen 41 of de as 40 hoog is, bij voorbeeld hoger dan die van de draaischijf 5 en de roerder 6. Het bed met poedervormig of korrelvormig 35 materiaal, dat wordt gegranuleerd of bekleed, wordt dus voorzien van _ - ·. '3 - 1 η 21 versterkingen voor het regelen van de korrelgrootte, menging en disper-sie en brekende granulatie naast een trommelende granulatie en bekleding door de draaischijf 5, en roering, menging en kneding door de roerder 6. Als gevolg wordt het mogelijk regelmatig gegranuleerde of 5 beklede produkten te verkrijgen met een grote produktiviteit. Door het verschaffen van de desintegratiebladen 41 is het met andere woorden mogelijk het granuleren of bekleden uit te voeren onder het verbreken van de ongewenst grote deeltjes, gevormd in het bed met poedervormig of korrelvormig materiaal, dat wordt gegranuleerd of bekleed, tot een 10 gewenste korrelgrootte door de schuifkracht van de desintegratiebladen 41.

Verder kan een stofverzamelaar, zoals een zakfilter of een cycloon, enz., zijn voorzien in het bovenste gebied van het huis 1. Bij deze uitvoeringsvorm kan het granuleren of bekleden door het verschaf-15 fen van het desintegratie-orgaan 38 echter worden uitgevoerd nadat het poedervormige of korrelvormige te granuleren of bekleden materiaal in het huis 1 is geladen, en bindmiddel of bekledingsmateriaal in voldoende mate is geleverd voor het voorkomen van het ontsnappen van vrij fijn poeder. Deze uitvoeringsvorm heefit dus het verdere voordeel, dat 20 een dergelijke stofverzamelaar niet noodzakelijkerwijze behoeft te zijn voorzien.

Thans wordt het bedrijf van deze uitvoeringsvorm beschreven.

Eerst wordt het poedervormige of korrelvormige, te granuleren of bekleden materiaal via de stortgoot 2 in het vooraf bepaalde volume 25 in het huis 1 gevoerd.

Vervolgens wordt de klep 34 voor het sturen van de gasstroming geopend voor het onafhankelijk verstellen van de gasstromingssnelheid door het kanaal 32 om het mogelijk te maken het door de toevoer ventilator 26 toegevoerde gas in het huis 1 te blazen door het ventilatie-30 gedeelte 18 van de draaischijf 5.

Daarna wordt de breedte van de spleet 16 op de gewenste breedte ingesteld. Dat wil zeggen dat voor het op een vooraf bepaalde afstand instellen van de breedte van de spleet 16, gevormd tussen het oppervlak 5a van de buitenomtrek van de draaischijf' 5, voorzien in het bodemge-35 deelte van het granuleerhuis 1, en het oppervlak 17a van de ring 17,

r V

22 a r* gemonteerd aan de binnenwand van het huis 1, de bevestigingshandgreep 63 van het mechanisme 60 wordt losgedraaid om zodoende de schuifas 62 naar een gewenste stand naar rechts of naar links langs de lengte van de sleuf 61 te kunnen schuiven. Zodoende wordt de ring 17 langs de 5 binnenwand van het huis 1 verschoven samen met de schuifas 62 voor het verstellen of veranderen van de breedte van de spleet 16. Door het draaien van de bevestigingshandgreep 63 aan de schuifas 62 voor het naar binnen schroeven van de handgreep wanneer de breedte van de spleet 16 op de gewenste breedte is ingesteld, komt derhalve het binneneind-10 oppervlak van de bevestigingshandgreep 63 aan te liggen tegen het buitenoppervlak van het huis 1 voor het op de gewenste hoogte vastzetten van de ring 17.

Nadat de breedte van de spleet 16 op deze wijze is ingesteld op de gewenste afstand, wordt de draaischijf 5 in gewenste richting met de 15 gewenste snelheid gedraaid door het draaien van de draai-as 7 via de riem 9 door middel van de motor 8. Wanneer de granuleerbehandeling is aangezet, worden de stuurschuif of -klep 34 voor de gasstroming en de stuurschuif of -klep 33 voor de gasstroming door de spleet geopend voor het verkrijgen van een vooraf bepaalde gasstromingssnelheid ten 20 einde het gas vanuit de toevoerventilator 26 naar boven te blazen in het huis 1 door de spleet 16 en het ventilatiegedeelte 18 voor het voorkomen van het naar beneden vallen van het uitgangsmateriaal in het huis 1.

Daarna wordt de roerder 6 via de riem 13 en de draai-as 11 door 25 de motor 12 gedraaid in dezelfde of tegengestelde richting ten opzichte van de draaischijf 5 en met de gewenste snelheid. Terwijl het poedervormige of korrelvormige materiaal door de toevoerstortgoot 2 in een vooraf bepaald volume wordt toegevoerd in het huis 1, wordt dan de bindmiddel- of bekledingsoplossing voor het granuleren van het materi-30 aal uit de houder 42 door de pompen 43, 44 verpompt en in of op het bed van het materiaal gesproeid door een van de of beide sproeimondstuk-r ken 45 en 46.

Indien gewenst kan het poedervormige of korrelvormige materiaal vanuit het mondstuk 47 in het vereiste volume in het materiaalbed 35 worden gevoerd. Het uitlaatgas, naar boven geblazen door het materiaal- ·· -3 i 23 wordt uit het stelsel afgevoerd door het uitlaatkanaal 48.

Volgens deze uitvoeringsvorm wordt tijdens het voorgaande bedrijf het poedervormige of korrelvormige materiaal gedraaid en opgeheven door middel van de gecombineerde draaibeweging van de draaischijf 5 5 en de roerder 6, en de combinatie van de twee gasstromingen, bestaande uit de gasstroming door de spleet 16 en de gasstroming door het ventilatiegedeelte 18 van de draaischijf 5. Als gevolg wordt het uitgangsmateriaal geroerd, gemengd, getrommeld door centrifugaalkracht en gefluïdiseerd in het circulerende stromingspatroon, waarin het materi-10 aal naar boven wordt geblazen door de gasstromingen, en door de zwaartekracht valt. Zoals weergegeven in de fig. 14 en 15 vormt het poedervormige of korrelvormige materiaal zodoende een trommelend bed 50 van het materiaal, dat een spiraalvormige trommelende beweging maakt nabij de binnenwand van het huis 1. Door het draaien van de desintegratie-15 blazen 41 van het desintegratie-orgaan 38 in het bed 50, bij voorbeeld in dezelfde richting als de draairichting van het materiaal van het bed 50 (draairichting van de draaischijf 5) op een hogere draaisnelheid dan de draaischijf 5, dat wil zeggen de trommelsnelheid van het bed 50, worden grote materiaaldeeltjes van het bed 50 verbroken door de draai-20 schuifkracht van de desintegratiebladen 41 voor het bevorderen van het granuleren, en wordt het materiaal, zoals aangeduid door met een streeplijn weergegeven pijlen 51 in de fig. 14 en 15, verspreid naar het midden van het huis 1 ten einde een beter verbreken en mengen te verkrijgen.

25 Derhalve is het bij deze uitvoeringsvorm mogelijk om door het verbreken, mengen, verspreiden en regelen van de korrelgrootte, enz., verkregen door middel van de desintegratiebladen 41 van het desinte-gratie-orgaan 38, samen met de gecombineerde draaibewegingen van de draaischijf 5 en de roerder 6 en de combinatie van de twee gasstroming-30 en, bestaande uit het gas, toegevoerd door de spleet 16, en het gas, toegevoerd door het ventilatiegdeelte 18, regelmatig gegranuleerde of beklede deeltjes te verkrijgen met klein verdeelde deeltjesgrootte en een zeer grote produktiviteit.

Aangezien de vertikale stand van de ring 17 geraakkelijk kan 35 worden versteld voor het sturen van de breedte van de spleet 16 op de r» » * 24 gewenste afstand, zoals hiervoor beschreven, kan de stromingssnelheid van het gas, in het huis 1 geblazen door de spleet 16 altijd worden gestuurd op de optimale stromingssnelheid overeenkomstig een stap of een tussenstap van het granuleren en/of bekleden voor het door middel 5 van de optimale stromingssnelheid van het gas door de spleet uitvoeren van het granuleren of bekleden.

Omdat bij deze uitvoeringsvorm van de constructie, waarbij de niet draaibare ring 17 in plaats van de draaischijf 5 vertikaal wordt bewogen voor het verstellen van de breedte van de spleet 16, in verge-10 gelijking met een bekende machine, waarbij de rotor voor hetzelfde doel vertikaal wordt bewogen, is het verstelmechanisme 60 veel eenvoudiger van constructie, veel goedkoper in de vervaardiging en veel eenvoudiger en gemakkelijker te bedrijven dan een soortgelijk mechanisme, wanneer de rotor vertikaal moet worden bewogen.

15 Volgens deze uitvoeringsvorm is het bovendien door het verschaf fen van het desintegratie-orgaan 38 mogelijk het granuleren of bekleden uit te voeren door middel van het mengen en kneden, verkregen door het draaien van de draaischijf 5, de roerder 6 en de desinte-gratiebladen 41 in de toestand, dat de bindmiddel- of bekledingsoplos-20 sing in of op het in het huis 1 geladen poedervormige of korrelvormige materiaal wordt gevoerd. Als gevolg komt de snelheid van het granuleren of bekleden hoger te liggen, en wordt het verspreiden van fijn poeder in het huis 1 voorkomen voor het verkrijgen van homogene produkten zonder scheiding van bestanddelen.

25 Als gevolg van het voorkomen van het spreiden van fijn poeder, behoeft het derhalve niet nodig te zijn een zakfilter aan te brengen in het huis 1. Indien nodig kan natuurlijk een eenvoudige cycloon (niet weergegeven) buiten het huis 1 zijn voorzien. Zodoende kan een machine worden verkregen voor het met lage kosten en grote doematig-30 heid en gemakkelijke behandeling granuleren of bekleden als gevolg van de afwezigheid van het zakfilter, waarvan het volledig reinigen moeilijk is.

In het geval van een poedervormig of korrelvormig materiaal met een groot soortelijk gewicht, bij voorbeeld keramisch materiaal, 35 poedervormig metaal of ferriet, enz., is het verder volgens de stand 25 van de techniek vrijwel onmogelijk het fluïdiseren weer aan te zetten wanneer de fluidisatie toestand eenmaal om een of andere reden is verbroken. Daarentegen is het mogelijk het fluïdiseren in een dergelijk geval bij de onderhavige uitvoeringsvormen weer aan te zetten door de 5 hulp van het draaien van de roerder 6 en de desintegratiebladen 41 en de draaischijf 5, en de lucht, stromende door de spleet 16 en het ven-tilatiegedeelte 18 van de schijf 5.

Volgens deze uitvoeringsvorm kunnen verder door het verschaffen van het desintegratie-orgaan 38, kleinere deeltjes worden verkregen, en 10 kan door het veranderen van de draaisnelheid van de desintegratiebladen 41, de korrelgrootte van de produkten gemakkelijk worden gestuurd. Wanneer nl. de draaisnelheid van de bladen 41 voor het breken van klonten laag is, is het mogelijk produkten te verkrijgen met een betrekkelijk grote diameter, en wanneer de draaisnelheid hoog is, is het mogelijk 15 fijne produkten te verkrijgen.

De gegranuleerde of beklede produkten worden snel afgevoerd uit de stortgoot 3 door de gecombineerde werking van de draaiingen van de draaischijf 5 en de roerder 6.

Zoals weergegeven in fig. 16, kan verder de sleuf 61 van het 20 verstelmechanisme 60 in een andere uitvoeringsvorm naar rechts hellen in de linker richting, weergegeven in bovenaanzicht ten opzichte van de omtreksrichting van het huis 1, gelijk aan die van de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm. Wanneer dan de schuifas 62 zich in de met een streep stippellijn in fig. 16 weergegeven stand 62a bevindt, is de ring 25 17 bewogen naar de onderste stand, en is de spleet tussen de oppervlakken 5a en 17a minimaal geworden (aangezien deze oppervlakken met elkaar in aanraking komen bij deze uitvoeringsvorm, is de breedte van de spleet 16 dan 0) voor het tot een minimum beperken (bij deze uitvoeringsvorm stilzetten) van de stroming van het gas door de spleet 16 in het 30 huis 1. Wanneer de schuifas 62 zich in de met een streep stippellijn weergegeven stand 62b bevindt, is de ring 17 naar de bovenste stand bewogen voor het maximaal maken van de breedte van de spleet 16. De richting van de helling van de sleuf 61 kan natuurlijk in tegengestelde richting ten opzichte van die, weergegeven in de fig. 12 en 16, worden 35 veranderd.

t* 26

In het geval van deze uitvoeringsvorm kan de breedte van de spleet 16 eenvoudig en gemakkelijk altijd worden versteld naar de optimale afstand door het stuurmechanisme 60.

Bij de in fig. 17 weergegeven uitvoeringsvorm, bestaat de sleuf 5 van het verstelmechanisme 60, zoals afgebeeld door het verwijzings-cijfer 61a, uit een vertikale sleuf, die zich recht in de vertikale richting van het granuleerhuis 1 uitstrekt.

Bij deze uitvoeringsvorm is derhalve de grootte van de spleet 16 kleiner naarmate de stand van de schuifas 62 langs de sleuf 61a 10 lager is voor het verlagen van de stromingssnelheid van het gas in het huis 1. Hoe hoger daarentegen de stand van de schuifas 62 is, hoe groter de afmeting van de spleet 16 voor het verhogen van de stromingssnelheid van het gas. De schuifas 62 kan gemakkelijk vertikaal worden bewogen binnen het slagbereik S vanuit een met een streep stippellijn in fig.

15 17 weergegeven stand 62a via een met een getrokken lijn weergegeven stand 62 naar een andere met een streep stippellijn weergegeven stand 62b, waarbij de as 62 in de gewenste stand kan worden vastgezet door de vastzethandgreep 63 van het verstelmechanisme.

De spleet vormende ring en het verstelmechanisme, enz., kunnen 20 bij voorbeeld andere constructies hebben dan hiervoor beschreven, en kunnen volledig of gedeeltelijk zijn geautomatiseerd. In plaats van de draaischijf kan een draaiplaat met een schijfvormige gedaante, zoals een veelhoekige plaat, worden gebruikt. Verder kan een aantal verstelme-chanismen zijn voorzien. Ook kan de spleet vormende ring zijn uitge-25 voerd als een plaatvormige ring.

Het is duidelijk, dat veranderingen en verbeteringen kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

1. Machine voor het granuleren, bekleden, mengen, drogen, enz. van poedervormige of korrelvormige materialen, gekenmerkt door een huis voor het laden van te granuleren of bekleden, poedervormig of 5 korrelvormig materiaal, door een rotor, die in hoofdzaak horizontaal in het huis draaibaar is, door althans een in de rotor gevormd venti-latiegedeelte, door een ringspleet voor het toevoeren van gas in het huis, welke spleet is gevormd tussen het huis en de buitenomtrek van de rotor, en door een verstelmechanisme voor het onafhankelijk sturen 10 van de stromingssnelheid van gas, toegevoerd door het ventilatiegedeel-te, en gas, toegevoerd door de spleet.

2. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verstelmechanisme bestaat uit een gasdoorgang voor het toevoeren van het gas door het ventilatiegedeelte, uit een gasdoorgang voor het toevoer- 15 en van het gas door de spleet, uit tussenwandmiddelen voor het van elkaar scheiden van de gasdoorgangen, en uit een in elk der gasdoorgangen aangebracht middel voor het verstellen van de gasstroming.

3. Machine volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de gasdoorgangen ringvormig zijn, en zijn gescheiden door ringvormige tussen- 20 wanden onder de rotor.

4. Machine volgens conclusie 1, gekenmerkt door een roerder, aangebracht boven de rotor en in hoofdzaak horizontaal draaibaar in een richting en met een snelheid onafhankelijk van de draairichting en snelheid van de rotor.

5. Machine volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de rotor en/of de roerder in de vertikale richting kan worden bewogen.

6. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de rotor beweegbaar is in de vertikale richting, waarbij de binnenwand van het huis nabij de buitenomtrek van de rotor is voorzien van een ringvormig 30 spleet vormend middel voor het veranderen van de breedte van de spleet door een vertikale beweging van de rotor.

7. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de rotor beweegbaar is in de vertikale richting, waarbij de wand van het huis nabij de buitenomtrek van de rotor naar boven of naar beneden wijder 35 wordt voor het veranderen van de breedte van de spleet door de vertikale L.\ beweging van de rotor.

8. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ver-tikale stand van de rotor vast is, waarbij de wand van het huis nabij de buitenomtrek van de rotor is voorzien van een ringvormig spleet 5 vormend middel voor het vormen van de spleet samen met de buitenomtrek van de rotor, en verstelmiddelen zijnvoorzien voor het bewegen van het spleet vormende middel in de richting voor het veranderen van de breedte van de spleet.

9. Machine volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het spleet 10 vormende middel op nagenoeg dezelfde hoogte als of boven of onder de plaats van de rotor is geplaatst, en een spleet vormend oppervlak heeft voor het vormen van de spleet samen met een spleet vormend oppervlak van de rotor.

10. Machine volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het 15 middel voor het verstellen van de spleet bestaat uit althans een sleuf, gevormd in de wand van het huis, uit een as, die door de sleuf is gestoken voor het bewegen daar langs en een binneneinde heeft, waaraan het spleet vormende middel is bevestigd, en uit vastzetmiddelen, gemonteerd aan het buiteneinde van de as voor hét in een vooraf bepaalde 20 stand vastzetten van het spleet vormende middel.

11. Machine volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de sleuf helt ten opzichte van de wand van het huis.

12. Machine volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de sleuf is gevormd in de vertikale richting ten opzichte van de wand van 25 het huis.

13. Machine volgens conclusie 1, gekenmerkt door een desinte-gratie-orgaan voor het breken van grote deeltjes van het poedervormige of korrelvormige materiaal boven de rotor.

14. Machine volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de roerder 30 is bevestigd aan het onderste einde van een draai-as, die zich vanuit het bovenste gedeelte van het huis neerwaarts uitstrekt co-axiaal ten opzichte van een draai-as van de rotor.

15. Machine in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven.