NL8302190A - Inspaninrichting voor een sluitplaat van een schuifsluiting voor de afvoer van een gesmolten metaal bevattend reservoir. - Google Patents

Inspaninrichting voor een sluitplaat van een schuifsluiting voor de afvoer van een gesmolten metaal bevattend reservoir. Download PDF

Info

Publication number
NL8302190A
NL8302190A NL8302190A NL8302190A NL8302190A NL 8302190 A NL8302190 A NL 8302190A NL 8302190 A NL8302190 A NL 8302190A NL 8302190 A NL8302190 A NL 8302190A NL 8302190 A NL8302190 A NL 8302190A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
clamping device
clamping
closing plate
plate
outer circumference
Prior art date
Application number
NL8302190A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Didier Werke Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Didier Werke Ag filed Critical Didier Werke Ag
Publication of NL8302190A publication Critical patent/NL8302190A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B22CASTING; POWDER METALLURGY
    • B22DCASTING OF METALS; CASTING OF OTHER SUBSTANCES BY THE SAME PROCESSES OR DEVICES
    • B22D41/00Casting melt-holding vessels, e.g. ladles, tundishes, cups or the like
    • B22D41/14Closures
    • B22D41/22Closures sliding-gate type, i.e. having a fixed plate and a movable plate in sliding contact with each other for selective registry of their openings
    • B22D41/28Plates therefor
    • B22D41/34Supporting, fixing or centering means therefor
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B22CASTING; POWDER METALLURGY
    • B22DCASTING OF METALS; CASTING OF OTHER SUBSTANCES BY THE SAME PROCESSES OR DEVICES
    • B22D41/00Casting melt-holding vessels, e.g. ladles, tundishes, cups or the like
    • B22D41/08Casting melt-holding vessels, e.g. ladles, tundishes, cups or the like for bottom pouring
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B22CASTING; POWDER METALLURGY
    • B22DCASTING OF METALS; CASTING OF OTHER SUBSTANCES BY THE SAME PROCESSES OR DEVICES
    • B22D37/00Controlling or regulating the pouring of molten metal from a casting melt-holding vessel
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/49Method of mechanical manufacture
    • Y10T29/49826Assembling or joining
    • Y10T29/49863Assembling or joining with prestressing of part
    • Y10T29/49865Assembling or joining with prestressing of part by temperature differential [e.g., shrink fit]
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/49Method of mechanical manufacture
    • Y10T29/49826Assembling or joining
    • Y10T29/49885Assembling or joining with coating before or during assembling
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/49Method of mechanical manufacture
    • Y10T29/49826Assembling or joining
    • Y10T29/49908Joining by deforming
    • Y10T29/49925Inward deformation of aperture or hollow body wall
    • Y10T29/49927Hollow body is axially joined cup or tube
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/49Method of mechanical manufacture
    • Y10T29/49826Assembling or joining
    • Y10T29/49908Joining by deforming
    • Y10T29/49925Inward deformation of aperture or hollow body wall
    • Y10T29/49927Hollow body is axially joined cup or tube
    • Y10T29/49929Joined to rod

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Casting Support Devices, Ladles, And Melt Control Thereby (AREA)
  • Clamps And Clips (AREA)
  • Sliding Valves (AREA)
  • Continuous Casting (AREA)

Description

* # _ i T/Didier-83 1
Inspaninrichting voor een sluitplaat van een schuifsluiting voor de afvoer van een gesmolten metaal bevattend reservoir.
De uitvinding heeft betrekking op een inspaninrichting voor een sluitplaat, bijvoorbeeld een keramische sluitplaat, van een schuifsluiting voor de afvoer van een gesmolten metaal bevattend reservoir, waarbij de sluitplaat door de wer-5 king van aan een draagraam aangebrachte, losneembare inspan-middelen op een de sluitplaat ten minste aan zijn omtrek omgevende metalen mantel, op het draagraam vastgezet kan worden.
Sluitplaten van vuurvast materiaal voor schuifsluitin-10 gen voor de afvoer van gesmolten metaal bevattende reservoirs worden tot nu toe in een draagraam ingemetseld. Het inmetselen is bij de inbouw en het verwisselen van sluitplaten zeer arbeidsintensief. Bij een inspaninrichting van de onderhavige soort is uit DE-AS 28 21 839 bekend, om de sluitplaat in 15 plaats van het inmetselen met een plaatmantel te omgeven en met behulp van een op de plaatmantel werkend losneembaar ex-center op het draagraam vast te zetten. De bijvoorbeeld op de plaat gekrompen plaatmantel dient voor het samenhouden van het plaatmateriaal, wanneer dit in bedrijf door de aanzienlij-20 fce temperatuurwisselbelasting materiaalscheuren optreden. Vanwege het voor een deel aanzienlijke krimpen van het materiaal van de sluitplaat, bijvoorbeeld van ZrC^-platen, is het opkrimpen van de plaatmantel voor een doelmatige inspanning van het plaatmateriaal niet in alle gevallen voldoende. Het ge-25 vaar bestaat dat de plaatmantel ofwel te los zit of bij'te sterk opkrimpen van de plaatmantel de plaat doorbuigt, hetgeen het naslijpen van de sluit- en afdichtingsvlakken noodzakelijk maakt. De keuze van wat betreft hun oratrek nauwkeurig samenpassende plaatmantels en sluitplaten is te omslachtig, 30 een bewerking van de sluitplaten op maat is te duur.
Het doel van de uitvinding is derhalve een inspaninrichting van de in de aanhef genoemde soort zodanig uit te voeren, dat ook voor grotere maatverschillen van platen en plaatmantels een meer eenvoudige wijze van zonder mortel in-35 spannen van de sluitplaat en het vastleggen daarvan en de man- 8302190 ί· ζ 2 tel op het draagraam zonder tolerantiemoeilijkheden mogelijk is.
Dit doel wordt in hoofdzaak bereikt/ doordat de sluitplaat aan zijn buitenomtrek ten minste één verdieping omvat, 5 waar de mantel onder vervorming door de inspanmiddelen ingedrukt kan worden.
Bijzondere voordelen van de inrichting volgens de uitvinding bestaan daaruit, dat plaat- en/of manteltoleranties voor het inspannen van de plaat onbelangrijk zijn, de inspan-10 krachten op de sluitplaat ook bij verschillende materiaal-krimp van de platen onder vermijding van verschillende krimp-krachten constant gehouden kunnen worden en het inbouwen en uitbouwen van de sluitplaat of de uit sluitplaat en plaatman-tel bestaande eenheid buitengewoon zeker en eenvoudig is. De 15 plaatmantel kan eerst relatief los om de omtrek van de sluitplaat worden gelegd of de sluitplaat kan in de reeds aan het draagraam aangebrachte metalen mantel los worden geplaatst. Door het bedienen van de inspanfrniddelen wordt de mantel dan onder vervorming in de verdieping resp. verdiepingen van de 20 sluitplaat gedrukt. Daardoor treedt niet alleen een fixering van de sluitplaat op het draagraam op, maar ook tegelijkertijd een centrering, zodat de doorlaatopening van de sluitplaat vanzelf de juiste stand ten opzichte van het draagraam verkrijgt. Het nabewerken van de plaatomtrek kan vervallen.
25 Wanneer de plaatmantel nu de vorm van een de omtrek van de plaat omgevende spanband heeft, kan de plaat gemakkelijk in zijn draagraam worden gekeerd.
Bij voorkeur is de ten minste ene verdieping als een ten opzichte van het plaatvlak loodrechte groef uitgevoerd.
30 Daardoor kunnen zonder meer dezelfde inspanmiddelen gebruikt worden voor verschillende plaatdiktes.
Wanneer de buitenomtrek van de sluitplaat voor een lineaire schuifsluiting twee in hoofdzaak evenwijdige langszij-den heeft, is de ten minste ene verdieping aan één van de 35 langszijden, bijvoorbeeld van het midden van de ene langszijde aangebracht.
Aan elke langszijde kan echter ook ten minste één verdieping zijn aangebracht.
De verdiepingen liggen op doelmatige wijze spiegelsym- . 8302190 - ^ Jr 3 metrisch ten opzichte van het verticale middellangsvlak van de sluitplaat*
Een bijzonder eenvoudige uitvoering van de inspanmid-delen verkrijgt men wanneer deze als met hun vooreinde op de 5 mantel werkende, draaibaar aan het draagraam bevestigde schroefdraadpennen zijn uitgevoerd.
Wanneer de betreffende schroefdraadpen een voor aan-grijping van een verdraaiingswerktuig, bijvoorbeeld een mo-mentsleutel uitgevoerde kop heeft, is bij een gemakkelijke 10 montage een nauwkeurige instelling van de inspankracht mogelijk.
Indien noodzakelijk omvat de ten minste ene verdieping ten.minste ter plaatse van zijn inloopradii een glijdmiddel, bijvoorbeeld in de vorm van een grafietfolie of van kera-15 mische vezels. Daardoor wordt de doorleiding van de kracht van de inspanmiddelen, bijvoorbeeld de schroefdraadpennen op de mantel verbeterd.
Wanneer het inspannen door de de vervorming van de mantel veroorzakende inspanmiddelen, bijvoorbeeld schroefdraad-20 pennen, niet zou voldoen, kan tussen en het draagraam ten minste één wig worden geslagen.
Wanneer de buitenomtrek van de sluitplaat voor een lineaire schuifsluiting twee in hoofdzaak halfcirkelvormig afgeronde kopzijden heeft, is op doelmatige wijze telkens ter 25 plaatse van één kopzijde een op overeenkomstige wijze afgeronde arreteringswig aangebracht.
In plaats van of in toevoeging op de bijvoorbeeld als schroefdraadpennen uitgevoerde inspanmiddelen kan bij een op hetzelfde principe van de oplos-sing berustende alternatieve 30 uitvoering van de uitvinding bij een inspaninrichting van de onderhavige soort de mantel als smalle spanband slechts de buitenomtrek van de sluitplaat omgeven en een aan het draagraam te bevestigen spanslot omvatten. Met behulp van het spanslot kan dus zowel de gewenste voorspanning van de mantel wor-35 den bereikt alsook het bevestigen van de sluitplaat en de mantel aan het draagraam.
Het spanslot kan bijvoorbeeld telkens aan een spanband bevestigde, voor het uitoefenen van een bepaalde kracht op de spanband uit een geopende stand in een gespannen stand over 8302190 4 te brengen spanblok omvatten.
Bij een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvindings-gedachte passen de spanblokken slechts in hun gespannen stand in overeenkomstige uitsparingen van het draagraam, en bij 5 voorkeur wat de vorm betreft passend en/of krachtoverbren-gend. Daardoor wordt tegelijkertijd een eenvoudige en betrouwbare bevestiging van de sluitplaat op het draagraam in de juiste positie bereikt. Daarbij zijn de spanblokken, bijvoorbeeld na het samenvoegen daarvan in de gespannen stand bij 10 voorkeur voor het in de uitsparing inpassen daarvan in het bijzonder aan hun zijdelingse buitenvlakken nabewerkt, bijvoorbeeld nageslepen. Op deze wijze kunnen maatverschillen van de plaatomtrek, die tot spleten van verschillende grootte tussen de spanblokken in hun gespannen stand leiden, worden 15 vereffend.
Voor een lichte bediening van het spanslot zijn de spanblokken van een spanslot door middel van een schroefdraad-pen in afstand verstelbaar met elkaar verbonden.
Het is echter bijzonder gunstig, wanneer de spanblok-20 ken na het samenvoegen daarvan in de gespannen stand aan elkaar zijn gelast. In tegenstelling tot het gebruik van schroefdraadpennen kunnen namelijk bij deze uitvoering de spankrachten beter in de omtreksrichting worden opgebracht, aangezien de aangrijpingspunten van de krachten in tegenstel-25 ling tot die van de schroefdraadpennen direkt aan de plaatomtrek kunnen liggen.
Tussen de spanband en de buitenomtrek van de sluitplaat kan voor het doorleiden van de inspankrachten een glijd-middel, bijvoorbeeld in de vorm van een grafietfolie of kera-30 mische vezels, zijn aangebracht.
Sluitplaten van lineaire schuifsluitingen hebben in de regel twee in hoofdzaak halfcirkelvormig afgeronde kopzijden en twee in hoofdzaak evenwijdige langszijden. Wanneer echter volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de span-35 band behalve aan de afgeronde kopzijden aan niet aan elkaar evenwijdige naar buiten uitstekende, bijvoorbeeld conisch ten opzichte van elkaar verlopende langszijden resp. langszijde-len van de buitenomtrek tegen de sluitplaat aanligt, kan de inspanwerking nog worden verbeterd.
8302190 *“ » 5
Ook sluitplaten met spanband kunnen bovendien in de langsrichting in draagramen worden gespannen, bijvoorbeeld door middel van excenters, spanbouten, een wig, compensator of dergelijke.
5 Andere doeleinde, kenmerken, voordelen en toepassings mogelijkheden van de onderhavige uitvinding blijken uit de volgende beschrijving van uitvoeringsvoorbeelden aan de hand van de bijgevoegde tekeningen. Daarbij vormen alle beschreven en/of in de tekeningen weergegeven kenmerken op zichzelf of 10 in een willekeurige zinvolle combinatie het onderwerp van de onderhavige uitvinding ook onafhankelijk van de samenvatting daarvan in de conclusies.
Fig. 1 toont schematisch in bovenaanzicht een draag-raam met schuifplaat van een lineaire schuifsluiting volgens 15 een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Fig. 2a toont gedeeltelijk een draagraam en sluitplaat ter plaatse van een met een schroefdraadpen uitgevoerd inspan-element.
Fig. 2b toont een doorsnede volgens de lijn Ilb-IIb in 20 fig. 2a.
Fig. 3 toont in bovenaanzicht een draagraam met schuifplaat van een lineaire schuifsluiting van een andere op hetzelfde principe berustende uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Fig. 4a t/m 4c tonen verscheidene soorten van een span-25 slot voor een spanband volgens fig. 3.
In fig. 1 is op een voor een lineaire schuifsluiting bestemd draagraam 2 een schuifplaat 1 met een doorlaatopening 11 aangebracht. De schuifplaat 1 heeft aan zijn langszijde op gelijke afstanden en spiegelsymmetrisch ten opzichte van het 30 verticale middellangsvlak E telkens twee groefvormige uitsparingen 4. De schuifplaat 1 wordt ten minste aan zijn buitenomtrek omgeven door een mantel 3 van plaatmetaal, die eerst de met streep-stippellijnen getekende vorm heeft. Na het in het draagraam 2 plaatsen van de uit schuifplaat 1 en mantel 3 be-25 staande eenheid worden telkens ter plaatse van de verdiepingen 4 aangebrachte als schroefdraadpennen 18 uitgevoerde in-spanmiddelen 5 aangehaald. Het aanhalen van de schroefdraadpennen 18 geschiedt bijvoorbeeld door middel van een moment-sleutel, welke op de geschikt uitgevoerde kop 10 van de 8302190 6 schroefdraadpen 18 aan kan grijpen. De schroefdraadpennen 18 werken bij het indraaien daarvan met hun vooreinde op de mantel 3 in. De mantel 3 wordt op deze wijze vervormd en zo gedeeltelijk in. de uitsparingen 4 gedrukt. De mantel neemt dan 5 de met getrokken lijnen weergegeven eindstand in·, waarin de schuifplaat 1 zowel op het draagraam 2 is gecentreerd als ook gefixeerd ingespannen is. De mantel 3 spant zich namelijk bij de vervorming over de gehele omtrek van de schuifplaat 1. De inspankracht is instelbaar met het op de schroefdraadpennen 10 18 uitgeoefende draaimoment. De schuifplaat 1 heeft, zoals bij lineaire schuifsluitingen gebruikelijk is, een langwerpige vorm met twee in hoofdzaak evenwijdige langszijden, waarin de uitsparingen 4 zijn aangebracht, en twee halfcirkelvormige afgeronde kopdelen. Wanneer de fixering van de schuifplaat 1 15 met de als schroefdraadpennen 18 uitgevoerde inspanmiddelen niet voldoende is, dan kunnen ter plaatse van de kopzijde van de schuifplaat 1 tussen de mantel 3 en het draagraam 2 geschikt afgeronde arreteerwiggen 7 worden ingeslagen. Voor het doorleiden van de spankracht van de schroefdraadpennen 18 kan 20 het doelmatig zijn wanneer ten minste ter plaatse van de in-loopstralen van de uitsparingen 4 een glijdmiddel 6 wordt aangebracht, dat de vorm van een grafietfolie of van keramische vezels kan hebben.
Bij het uitvoeringsvoorbeeld van fig. 3 wordt de 25 schuifplaat 1 uitsluitend door een tweedelige spanband 14 omgeven. Het inspannen van de schuifplaat 1 geschiedt met twee aan de kopzijde van de schuifplaat 1 aangebrachte spansloten 8. Deze hebben aan elk einde van een spanbandhelft spanblokken 15 rèsp. 16. De spanblokken 15, 16 worden bijvoorbeeld op 30 de wijze van fig. 4a naar elkaar getrokken met een bout 9 met binnenzeskant en op de wijze van fig. 4b met een bout 20 met linkse en rechtse schroefdraad, die bewogen kan worden door middel van een gedeelte met buitenzeskant 21. Bij het uitvoering svoorbeeld van het spanslot 8 van fig. 4c worden de span-35 blokken 15, 16 in een afzonderlijke spaninrichting samengetrokken en dan aan elkaar gelast. De spanblokken 15, 16 passen door het vastleggen van de maten L^, L^ en in de gesloten toestand in overeenkomende uitsparingen 17 van het draagraam 2. Aangezien de spleet tussen de beide spanblokken 15, 8302190 7 16 bij dezelfde spankracht afhangt van de verschillende om-trekslengte van de buitenomtrek van de sluitplaat 1, en de spanblokken 15/ 16 dus in hun gespannen toestand verschillende buitenafmetingen kunnen hebben, wordt na het spannen het 5 buitenvlak van de spanblokken 15, 16 nabewerkt, zoals in fig. 4a t/m 4c met stippellijnen is aangegeven, tot het spanslot 8 in de overeenkomende uitsparing 17 past.
De uitvoeringsvorm van de uitvinding volgens fig. 1 en 2 is geschikt voor het inspannen van de platen in de staal-10 fabriek, bij de uitvoeringsvorm van fig. 3 en 4 kan de plaat-mantel reeds in de fabriek waar de vuurvaste delen worden vervaardigd, worden opgespannen.
Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet alleen geschikt is voor lineaire schuifsluitingen, maar ook voor 15 draaischuiven.
8302190

Claims (18)

1. Inspaninrichting voor een sluitplaat, bijvoorbeeld een keramische schuifplaat van een schuifsluiting voor de afvoer van een gesmolten metaal bevattend reservoir, waarbij de sluitplaat door de werking van losneembare inspanmiddelen op 5 het draagraam, op een de sluitplaat ten minste aan zijn omtrek omgevende metalen mantel bevestigd kan worden, met het kenmerk, dat de sluitplaat (1) aan zijn buitenomtrek ten minste één uitsparing (4) omvat, waarin de mantel (3) onder vervorming door de inspanmiddelen (5) ingedrukt kan 10 worden Cfig. 1 t/m 2b).
2. Inspaninrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de ten minste ene uitsparing (4) als een zich loodrecht op het plaatvlak uitstrekkende groef is uitgevoerd.
3. Inspaninrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de buitenomtrek van de sluitplaat voor een lineaire schuifsluiting twee in hoofdzaak evenwijdige langszijden heeft, met het kenmerk, dat de ten minste ene uitsparing (4) in één van de langszijden is aangebracht.
4. inspaninrichting volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat in elke langszijde ten minste één uitsparing (4) is aangebracht.
5. Inspaninrichting volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat de uitsparingen (4) spiegelsymmetrisch ten 25 opzichte van het verticale middellangsvlak (E) van de sluitplaat (1) liggen.
6. Inspaninrichting volgens één van de conclusies 1 t/m 5, met het kenmerk, dat de inspanmiddelen (5) als met hun vooreinde op de mantel (3) inwerkende, draaibaar 50 met het draagraam (2) verbonden schroefdraadpennen zijn uitgevoerd.
7. Inspaninrichting volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat de betreffende schroefdraadpen een voor aangrijping van een verdraaiingsgereedschap, bijvoorbeeld een 35 momentsleutel, geschikt uitgevoerde kop (10) heeft.
8. Inspaninrichting volgens één van de conclusies 1 8302190 * 9 t/m 7, m e t het kenmerk, dat de ten minste ene uitsparing (4) ten minste nabij zijn inloopradii een glijdmiddel (6), bijvoorbeeld in de vorm van een grafietfolie of van keramische vezels omvat.
9. Inspaninriehting volgens één van de conclusies 1 t/m 8, met het kenmerk, dat tussen de mantel (3) en het draagraam (2) ten minste één arreteringswig (7) is ingeslagen.
10. Inspaninriehting volgens conclusie 9, waarbij de 10 buitenomtrek van de sluitplaat voor een lineaire schuifslui-ting twee in hoofdzaak halfcirkelvormig afgeronde kopzijden heeft, met het kenmerk, dat telkens nabij een kop-zijde een geschikt afgeronde arreteringswig (7) is aangebracht.
11. Inspaninriehting voor een sluitplaat, bijvoorbeeld een keramische schuifplaat, op een schuifsluiting voor de afvoer van een gesmolten metaal bevattend reservoir, waarbij een sluitplaat met een ten minste zijn omtrek omgevende metalen mantel in een draagraam gespannen kan worden, met 20 het kenmerk, dat de mantel (3) als een smalle spanband (14) slechts de buitenomtrek van de sluitplaat (1) omgeeft en ten minste één ten opzichte van het draagraam gefixeerde spanslot (8) omvat.
12. Inspaninriehting volgens conclusie 11, met 25 het kenmerk, dat het spanslot (8) twee telkens aan één spanbandeinde bevestigde, voor het uitoefenen van een bepaalde kracht op de spanband (14) uit een geopende stand in een gespannen stand naar elkaar toe beweegbare spanblokken (15, 16) omvat.
13. Inspaninriehting volgens conclusie 12, m e t het kenmerk, dat de spanblokken (15, 16) slechts in hun gespannen toestand en bij voorkeur wat de vorm betreft passend en/of krachtoverbrengend in overeenkomende uitsparingen (17) van het draagraam (2) passen.
14. Inspaninriehting volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat de spanblokken (15, 16) bijvoorbeeld na het naar elkaar toe bewegen daarvan tot in de gespannen toestand, voor het inpassen in de uitsparingen (17) in het bijzonder aan hun zijdelingse buitenvlakken nabewerkt, 8302190 φ ' bijvoorbeeld nageslepen zijn.
15. Inspaninrichting volgens één van de conclusies 12 t/m 14, met het kenmerk, dat de spanblokken (15, 16. van een spanslot (8) door middel van een schroefdraadpen 5 (19, 20) in afstand verstelbaar met elkaar zijn verbonden.
16. Xnspaninrichting volgens één van de conclusies 11 t/m 15, met het kenmerk, dat de spanblokken (15, 16) na het naar elkaar toe bewegen daarvan tot in de gespannen stand aan elkaar zijn gelast.
17. Inspaninrichting volgens één van de conclusies 11 t/m 16, met het kenmerk, dat tussen de spanband (14) en de buitenomtrek van de sluitplaat (1) een glijdmid-del, bijvoorbeeld in de vorm van een grafietfolie of van keramische vezels, is aangebracht.
18. Inspaninrichting volgens één van de conclusies 1 t/m 17, waarbij de buitenomtrek van de sluitplaat voor een lineaire schuifsluiting twee in hoofdzaak halfcirkelvormig afgeronde kopzijden heeft, met het kenmerk, dat de spanband (14) behalve tegen de afgeronde kopzijden tegen niet 20 evenwijdig aan elkaar verlopende langszijden van de buitenomtrek van de sluitplaat (1) aanligt. 8 302 1 9 0
NL8302190A 1982-06-22 1983-06-20 Inspaninrichting voor een sluitplaat van een schuifsluiting voor de afvoer van een gesmolten metaal bevattend reservoir. NL8302190A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3223181A DE3223181C2 (de) 1982-06-22 1982-06-22 Einspannvorrichtung für eine Verschlußplatte an einem Schiebeverschluß für den Ausguß an einem Metallschmelze enthaltenden Behälter
DE3223181 1982-06-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8302190A true NL8302190A (nl) 1984-01-16

Family

ID=6166508

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8302190A NL8302190A (nl) 1982-06-22 1983-06-20 Inspaninrichting voor een sluitplaat van een schuifsluiting voor de afvoer van een gesmolten metaal bevattend reservoir.

Country Status (23)

Country Link
US (1) US4508324A (nl)
JP (1) JPS597474A (nl)
KR (1) KR910009053B1 (nl)
AR (1) AR229646A1 (nl)
AU (1) AU1611783A (nl)
BE (1) BE897065A (nl)
BR (1) BR8303258A (nl)
CA (1) CA1224031A (nl)
CH (1) CH662761A5 (nl)
CS (1) CS269383A2 (nl)
DD (1) DD209990A5 (nl)
DE (1) DE3223181C2 (nl)
ES (1) ES281171Y (nl)
FI (1) FI74224C (nl)
FR (1) FR2528741B1 (nl)
GB (1) GB2122317B (nl)
IT (1) IT1171824B (nl)
LU (1) LU84868A1 (nl)
MX (1) MX157515A (nl)
NL (1) NL8302190A (nl)
SE (1) SE450819B (nl)
YU (1) YU120583A (nl)
ZA (1) ZA834569B (nl)

Families Citing this family (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH660313A5 (de) * 1984-04-24 1987-04-15 Stopinc Ag Verfahren zur herstellung einer verschlussplatteneinheit fuer einen schiebeverschluss.
DE3421205C2 (de) * 1984-06-07 1986-10-30 Metacon AG, Zürich Einrichtung zum Festlegen einer feuerfesten Verschlußplatte eines Schieberverschlusses
BE901948A (fr) * 1985-03-15 1985-09-16 Vesuvius Internat Corp Dispositif de serrage d'un element d'usure d'une fermeture coulissante de conteneur metallurgique.
US4615471A (en) * 1985-06-19 1986-10-07 M. H. Detrich Refractory plate and method for reinforcing
US4919397A (en) * 1986-07-15 1990-04-24 Flo-Con Systems, Inc. Stationary injection block and injection slide plate for use with an injection valve
DE3712698C1 (en) * 1987-04-14 1988-01-21 Stopinc Ag Apparatus for clamping metal hoops around refractory plates for sliding gate nozzles
CH675976A5 (nl) * 1988-01-15 1990-11-30 Stopinc Ag
US5139237A (en) * 1988-01-15 1992-08-18 Stopinc Ag Metal member with annular centering surface
JPH02211973A (ja) * 1989-02-13 1990-08-23 Toshiba Ceramics Co Ltd スライディングノズル装置
FR2652022B1 (fr) * 1989-06-26 1994-04-08 Irsid Cassette destinee a former une face de fermeture frontale d'un dispositif de coulee continue de metal liquide.
US5020703A (en) * 1990-01-26 1991-06-04 Serusteel, Inc. Stationary top plate for a sliding gate valve and method of manufacture thereof
DE4002611A1 (de) * 1990-01-30 1991-08-01 Cerafer Sarl Schieberplatte fuer schieberverschluesse von metallurgischen gefaessen
TR24929A (tr) * 1991-03-11 1992-07-01 Cerafer Sarl METALURJIK KAPLARA AIT SüRGüLü KAPAKLARIN SüRGü PLAKASI
DE4109659A1 (de) * 1991-03-23 1992-09-24 Radex Heraklith Platte fuer einen schieberverschluss sowie verfahren zu ihrer herstellung
US5280878A (en) * 1991-12-31 1994-01-25 Shinagawa Refractories Co., Ltd. Plate brick for sliding gate valve
DE4304621C2 (de) * 1993-02-16 1995-05-04 Bruehl Aluminiumtechnik Ausgußverschluß
FR2713525A1 (fr) * 1993-12-07 1995-06-16 Detalle Anne Procédé de serrage isostatique pour plaques de fermeture à tiroir et autres éléments.
DE4415551A1 (de) * 1994-05-03 1995-11-09 Didier Werke Ag Einspannvorrichtung für eine keramische Verschlußplatte
US6092701A (en) * 1996-08-05 2000-07-25 Stopinc Ag Fireproof plate and a clamping device for a sliding gate at the outlet of a vessel containing molten metal
DE10301049A1 (de) * 2003-01-13 2004-07-22 Pa-Ha-Ge Feuerfeste Erzeugnisse Gmbh & Co. Kg Feuerfeste Verschlussplatte für Schieberverschlüsse an metallurgischen Gefäßen und Verfahren zu ihrer Herstellung
CN102248343B (zh) * 2011-05-25 2014-01-01 施世伟 一种蓄电池过桥焊接夹具
CN105806687B (zh) * 2016-03-04 2020-02-18 中国石油大学(华东) 一种制作可调角度与宽度裂隙面岩块的模具

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5653973Y2 (nl) * 1973-02-12 1981-12-16
DE2620487A1 (de) * 1976-05-08 1977-11-24 Bayer Ag Verfahren zur herstellung vernetzter kunststoffe
GB1593371A (en) * 1976-06-25 1981-07-15 Didier Werke Ag Refractory structures
DE2736817C2 (de) * 1977-08-16 1980-09-18 Martin & Pagenstecher Gmbh, 5000 Koeln Schieberverschluß für ein Gießgefäß
DE2821839B2 (de) * 1978-05-19 1981-04-16 Stopine AG, Zug Schiebeverschluß für den Ausguß an Metallschmelze enthaltenden Behältern
IT1123960B (it) * 1979-01-15 1986-05-07 Sanac Spa Refrattari Argille & Mattone refrattario perfezionato con rivestimento metallico
JPS5827029B2 (ja) * 1979-08-16 1983-06-07 大阪電気株式会社 溶接ガン

Also Published As

Publication number Publication date
SE8303462L (sv) 1983-12-23
BR8303258A (pt) 1984-02-07
CA1224031A (en) 1987-07-14
SE8303462D0 (sv) 1983-06-16
LU84868A1 (de) 1983-11-17
IT1171824B (it) 1987-06-10
DE3223181C2 (de) 1984-07-12
US4508324A (en) 1985-04-02
ES281171Y (es) 1986-05-01
GB2122317A (en) 1984-01-11
ZA834569B (en) 1984-03-28
GB2122317B (en) 1985-08-07
GB8316996D0 (en) 1983-07-27
FI74224B (fi) 1987-09-30
YU120583A (en) 1985-12-31
FI831462A0 (fi) 1983-04-28
DE3223181A1 (de) 1983-12-22
DD209990A5 (de) 1984-05-30
CH662761A5 (de) 1987-10-30
FI831462L (fi) 1983-12-23
MX157515A (es) 1988-11-28
ES281171U (es) 1985-09-16
KR910009053B1 (ko) 1991-10-28
AR229646A1 (es) 1983-09-30
JPS597474A (ja) 1984-01-14
CS269383A2 (en) 1984-06-18
BE897065A (fr) 1983-10-17
FI74224C (fi) 1988-01-11
KR840005033A (ko) 1984-11-03
IT8348436A0 (it) 1983-06-07
AU1611783A (en) 1984-01-05
JPH0156863B2 (nl) 1989-12-01
FR2528741B1 (fr) 1986-03-21
SE450819B (sv) 1987-08-03
FR2528741A1 (fr) 1983-12-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8302190A (nl) Inspaninrichting voor een sluitplaat van een schuifsluiting voor de afvoer van een gesmolten metaal bevattend reservoir.
US4360286A (en) Coupling element for supports having an undercut longitudinal groove
CA1264829A (en) Tap connector
GB2059820A (en) Clamping device for a sliding mount
CA1175652A (en) Slidable closure element for slide closures of metallurgical vessels
US4867428A (en) Device for clamping fireproof plates in metal frames of slide-valve shutters
US4536921A (en) Cable clamp
NL8500165A (nl) Werkwijze en inrichting voor het bevestigen en justeren van een drukplaat op een plaatcilinder van een rotatiedrukpers.
CA1265335A (en) Arrangement for mounting a refractory plate in a frame
US4009659A (en) Mechanism for securing printing plate clamping devices on forme cylinders
US4195934A (en) Plasticizing cylinder for a plastics moulding machine
US6050560A (en) Clamping apparatus for holding a motor vehicle window pane
JPH0749220B2 (ja) 版板を平行に締め付ける装置
FI76940C (fi) Inspaenningsanordning foer en slutskiva.
SU1087719A1 (ru) Канатный зажим
US2613964A (en) Clamp
IT201800006063A1 (it) Assieme di bloccaggio per il bloccaggio di un tirante e assieme di tirante
HUT68847A (en) Connector clamp for a conveyor belt
RU2086830C1 (ru) Канатный зажим
GB2049144A (en) Plate heat exchangers
SU721321A1 (ru) Ст гивающее устройство
KR910009054B1 (ko) 야금용기의 슬라이딩 게이트 밸브용 밸브판 조립체.
SU1090516A1 (ru) Сварочна головка дл сварки давлением встык
ES281455U (es) Tensor para alambre metalico o analogo.
NL8204506A (nl) Bevestigingsinrichting.

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed