NL8301449A - Aan draaggestellen ophangbare buigzame silo. - Google Patents

Description

r m % «

Aan draaggestellen ophangfaare buigzame silo.

De uitvinding betreft een uit buigzaam materiaal bestaande buidelvormig uitgevoerde en aan draaggestellen ophangbare houder of silo voor stortgoed, in het bijzonder voor meel, die tenminste een bovenste voorraadgedeelte en een daarop aansluitend 5 onderste trechtervormig afvoergedeelte bezit, waarbij de lengte van het bovenste voorraadgedeelte ongeveer met de bouwhoogte van het draaggestel of de hoogte van de rrüïmte in overeenstemming is.

Bij een bekende silo van dit type is een hef-inrichting aanwezig, die tussen het onderste en bovenste voorraad-10 gedeelte aangrijpt op de silo en het mogelijk maakt tijdens het afvoeren het bovenste voorraadgedeelte samen te schuiven, zodat onderste trechtervormige afvoergedeelten kunnen ontvouwen. Bij deze bekende uitvoering wordt het aldus mogelijk ondanks het gebruik van een trechtervormig afvoergedeelte in de gevulde toestand de volle-15 dige doorsnede van de silo over de gehele bouwhoogte te gebruiken.

Het is bij deze uitvoering nadelig dat de daar gebruikte hefinrichting extra mechanische middelen nodig heeft, die aan slijtage zijn onderworpen en omslachtig en kostbaar zijn. In het bijzonder dan wanneer een silo van het voorgenoemd type gebruikt 20 wordt als transporthouder, wordt ook het gewicht van een dergelijke inrichting nadelig, omdat het steeds meegetransporteerd moet worden.

De uitvinding beoogt daarom een silo van het voorgenoemd type zo uit te voeren, dat een hefinrichting wordt ver-25 kregen, die uitkomt met zo gering mogelijke bouwkosten en met een zo klein mogelijk gewicht.

Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding hierdoor bereikt, doordat de wand van de silo verregaand lucht on-doorlaatbaar is en dat de silo bij het leegmaken tot op de afvoer-30 opening aan alle kanten gesloten is en doordat het leegmaken van de silo plaatsvindt met behulp van onderdruk.

Met deze opstelling wordt bereikt dat het leegmaken van de silo als gevolg van de lucht-ondoorlaatbaarheid van de 8301449 - 2 ,, ? »► t

Wand en van het aan een onderdruk onderwerpen, van het inwendige van de silo sneller plaatsvindt dan mogelijk is door het leegmaken onder invloed van het eigen gewicht, zodat tijdens het leegmaken het bovenste voorraadgedeelte samentrekt en zodoende over zijn lengte 5 samentrekt,, terwijl tegelijkertijd het onderste trechtervormig af-voergedeelte wordt ontvouwen.

Op deze manier wordt dus een silo verkregen, waarbij op verrassenderwijze een mechanische hefinrichting, in welke vorm dan ook, kan ontbreken, daar het optillen gelijkmatig automa-10 tisch verkregen wordt door de als gevolg van de luchtondoorlaatbaar-heid van de silowand opgebouwde onderdruk. Aldus heeft de onderhavige silo geen extra inrichtingen nodig en neemt aldus de bovengenoemde nadelen van de bekende uitvoering weg. Deze kan veel goedkoper en ongevoelig voor storingen vervaardigd en gebruikt worden 15 dan de bekende silo.

Bij voorkeur is een op het onderste trechtervormig afvoergedeelte aangesloten transportbuis met een stuurbaar kanaal voor extra lucht aanwezig om het begin van het transport in te leiden, echter ook om het verdere transport te kunnen sturen.

20 De onderhavige opstelling kan in verschillende bouwhoogten en geometrische vormen van de silo gebruikt worden. Het is evenwel doelmatig dat de verhouding van de lengte van het trechtervormig onderste afvoergedeelte ten opzichte van de lengte, van het bovenste voorraadgedeelte in- de vervaardigde toestand ongeveer 1 : 3 25 tot 1 : 5 bedraagt.

Bij voorkeur is bij een rechthoekige of vierkante doorsnede van de silo de lengte van het bovenste voorraadgedeelte niet groter dan het. 3,5-voudige van de breedte van de smalste zijde van de silo. Bij een cirkelvormige doorsnede van de silo is dan de 30 lengte van het bovenste voorraadgedeelte bij voorkeur niet groter dan het 3,5-voudige van de diameter van de silo.

De te gebruiken onderdruk is zowel van het af te voeren materiaal als ook van het materiaal -van de silowand, dat wil zeggen van de luchtdoorlaatbaarheid hiervan afhankelijk.

35 Deze moet in elk geval voldoende zijn om de silo volledig te ledigen.

8301449 è é 3

Het is bijzonder verrassend dat de onderhavige silo ook gebruikt kan worden in de vorm van een silo, waarbij een trechtervormig afvoergedeelte niet aanwezig is·. De onderhavige uitvoering werkt namelijk ook dan, wanneer de silo in de uitgangstoe-5 stand een vlakke bodem bezit, daar als gevolg van de toegepas te onderdruk tijdens het naar buiten brengen, van het materiaal deze bodem door het opheffen van de gehele silo, die hier over zijn gehele lengte het voorraadgedeelte vormt, vervormd wordt tot een conisch afvoergedeelte, dat het naar buiten brengen van het materiaal 10 begunstigt.

Om de door het samentrekken van het bovenste voorraadgedeelte tijdens het naar buiten brengen van het materiaal teweeg gebrachte hefbeweging bij voorkeur tegen het eind van het leegmaken te ondersteunen is overeenkomstig de uitvinding het boven-15 ste voorraadgedeelte voorzien van een in de uitgangstoestand vlak gelegen op zijn bovenvlak ongeveer horizontaal lopende rondgaande strookvormige luchtondoorlatende afdekking, die luchtondoorlatend verbonden is met de luchtondoorlaatbare wand van de silo, waarbij de lucht kan worden ingeblazen tussen de wand van de silo en de af-20 dekking.

Met deze uitvoering wordt bereikt dat door het inblazen van lucht de afdekking zich naar buiten welft, terwijl de wand van de silo onder de afdekking naar binnen wordt gewelfd,-zodat een ongeveer cirkelvormige doorsnede ontstaat, die de lengte 25 van het bovenste voorraadgedeelte van de silo verkleint over het verschil tussen de gestrekte en de gewelfde silowand. Deze verkorting bedraagt ongeveer een derde van de oorspronkelijk gestrekte wand.

Op deze manier wordt voor een beter ontvouwen van het onderste voorraadgedeelte de wand van het bovenste voorraad-30 gedeelte verkort en zodoende het naar buiten brengen van het materiaal begunstigd.

Bij voorkeur is de afdekking ter plaatse van het boveneind van het bovenste voorraadgedeelte op de silowand aangebracht, omdat het samentrekken van de silo bij een uitvoering van 35 de afdekking in het middelste gedeelte van het bovenste voorraad- 8301449 4 - ί * gedeelte zou worden gehinderd, omdat de opgeblazen kraag bedoeld is voor het wederom uit elkaar trekken van de silo.

De afdekking wordt natuurlijk zo aangebracht, dat de doorsnedevorm van de silo niet veranderd wordt, dat wil 5 zeggen dat bij een silo met een cirkelvormige doorsnede de afdekking continu rondloopt, terwijl bij een silo met een driehoekvormige, rechthoekige of vierkante doorsnede de afdekking hoeken op de wijze van een verstek bezit.

Weliswaar is het in zich mogelijk een afdekking 10 met een grotere breedte te gebruiken, die zodoende reikt boven een grotere hoogte van het bovenste voorraadgedeelte van de silo om een grotere hefbeweging van het gedeelte van de silo te verkrijgen, echter hierbij kan het nadelig zijn dat de hierdoor gevormde grote kraag enerzijds in de opgeblaze^ioestand te ver naar buiten steekt 15 en door het draaggestel gehinderd wordt of op andere wijze geen plaatsvindt en dat anderzijds het naar buiten brengen van het zich in de silo bevindend materiaal gehinderd wordt door een grotere · naar binnen stekende kraag.

Daarom is het doelmatig wanneer meerdere afdek-20 kingen voor het vormen van meerdere kragen.van een kleinere diameter boven elkaar op de wand van het bovenste voorraadgedeelte van de silo zijn aangebracht, die tegelijkertijd of eventueel ook na elkaar onafhankelijk van elkaar met lucht gevuld kunnen worden. Met een dergeliike uitvoering kan een grotere slag verkregen en indien nodig 25 in kleine stappen gestuurd worden.

Ter voorkoming van een grotere uitzetting van de met lucht gevulde kraag naar het inwendige van de silo kan het bovendien gunstig zijn wanneer een aan de binnenzijde gelegen steun ter Dlaatse van de afdekkinc aanwezig is. zodat de kraac niet of 30 niet te ver kan uitzetten naar het inwendioe van de silo, zodat bii de hefbeweainc de silowand oo deze nlaats in de vorm vein vouwen wordt samenaetrokken. Een derceliik in de vorm van vouwen samentrekken kan door een dienovereenkomstice eerder cenoemde vouwvorminc in de silowand door stikken of derceliike becrunsticd worden.

35 De onderhaviae uitvoerina is bijzonder aunstia 8301449 « m 5 bij een silo, die in verhouding tot zijn lengte een betrekkelijk kleine diameter of horizontale doorsnede bezit. Bij een silo van dit type is namelijk het samentrekken van het bovenste voorraad-gedeelte door de onderdruk op grond van de geometrische verhouding 5 niet zo sterk als bij een betrekkelijk korte silo, zodat de ondersteuning door een extra hefbeweging met de onderhavige uitvoering doelmatig is.

Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving en 10 bijgevoegde tekeningen, waarbij: figuur 1 perspectivisch een uitvoeringsvorm van de onderhavige silo toont; figuur 2 een aanzicht is van de silo volgens figuur 1 in de gevulde toestand volgens de lijn IX - II; 15 figuur 3 een aanzicht is als in figuur 2 van de silo tijdens het leegmaken hiervan; figuur 4 een aanzicht is als figuur 2, waarbij de silo getoond wordt aan het eind van het leegmaken; figuur 5 schematisch de afmetingen van de silo 20 in de vervaardigde toestand verduidelijkt; figuur 6 perspectivisch een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige silo toont; figuur 7 een doorsnede is volgens de lijn VII - VII in figuur 6; 25 figuur 8 een zelfde doorsnede is als in figuur 7 bij een opgeblazen afdekking; figuur 9 een doorsnede is als in figuur 7 bij een gewijzigde uitvoeringsvorm; figuur 10 een doorsnede is als in figuur 7 bij 30 een andere uitvoeringsvorm.

Overeenkomstig figuur 1 is voorzien in een aan een draaggestel 1 aan zijn bovenkanten 3 opgehangen sillo 2, die bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld een rechthoekige of vierkante doorsnede heeft. Het draaggestel 1 is bij de weergegeven uit-35 voeringsvorm voorzien van een bodem 4, waarop de silo in de gevulde 8301449 6 toestand staat. De silo heeft een wand, die verregaand lucht on-doorlaatfaaar is, waarbij deze in de toestand van het ledigen tot aan ' een onderste afvoeropening naar alle kanten gesloten is. Hiertoe is deze aan zijn bovenzijde op in zich bekende wijze voorzien van een 5 ,hier niet weergegeven afsluitbare vulopening.

Onder de bodem 4 is een met onderdruk vulbare transportbuis 5 aangebracht, die aangesloten is op de centrale afvoeropening van de silo 2. De transportbuis 5 kan voorzien zijn van een stuurbaar invoerkanaal 6 voor het toevoeren van extra lucht.

10 De silo 2 bestaat uit een bovenste voorraad- gedeelte 2a (zie figuur 5), waarvan de lengte ongeveer in overeenstemming is met de bouw van het draaggestel of met de hoogte van de ruimte, waarin de silo moet worden ondergebracht. Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld komt de lengte overeen met de afstand 15 A tussen de bodem 4 van het draaggestel en de bovenste ophanging 3.

Op het bovenste voorraadgedeelte 2a sluit een onderste trechtervormig afvoergedeelte 2b (zie figuur 5) aan, dat voor het volledig leegmaken van de silo 2 ontvouwd moet zijn. Het trechtervormig afvoergedeelte 2b heeft een onderste afvoeropening 7, 20 die aangesloten wordt op de transportbuis 6, die in het aansluit-gedeelte gaat door de bodem 4.

Figuur 2 toont de silo 2 in de gevulde toestand, waarbij het onderste trechtervormig afvoergedeelte 2b is samengevouwen, zodat over de gehele ter beschikking staande hoogte van het 25 draaggestel 1 de volledige doorsnede van de silo voor het vullen is gebruikt.

Figuur 3 toont de silo aan het begin van het leegmaken. Zoals blijkt uit figuur 3, worden door de zich in de silo 2 opbouwende onderdruk de zijwanden 2c van de silo tezamen ge-30 trokken, waardoor de door het bovenste voorraadgedeelte 2a ingenomen lengte wordt verkort, zodat de verbinding 2d tussen het bovenste voorraadgedeelte 2a en het onderste trechtervormig afvoergedeelte 2b wordt opgetild, zodat het afvoergedeelte 2b zoals weergegeven zich ontvouwt. Door de trechtervormige uitvoering van het afvoergedeelte 35 2b is een naar buiten brengen van het materiaal ook uit de oor- 8301449 7 spronkelijk aanwezig zijnde bodemhoeken verzekerd.

Figuur 4 toont de silo aan het eind van het leegmaken. Zoals uit figuur 4 blijkt/ trekt de silo verder samen, zodat nu ook het verbindingsgedeelte 2d tussen het bovenste voorraadge-5 deelte 2a en het afvoergedeelte 2b wordt samengetrokken, waarbij de silo volledig wordt geledigd.

Figuur 5 toont de silo 2 in de vervaardigde toestand en verduidelijkt de doelmatige afmetingsverhoudingen tussen het bovenste voorraadgedeelte 2a en het onderste afvoergedeelte 2b.

10 De verhouding van de lengte I>2 van het trechtervormig onderste afwoer-gedeelte 2b ten opzichte van de lengte L·^ van het bovenste voorraadgedeelte bedraagt in de vervaardigde toestand bij voorkeur ongeveer 1:5. Voorts is bij een rechthoekige of vierkante doorsnede van de silo de lengte L·^ van het bovenste voorraadgedeelte 2a bij voor-15 keur niet groter dan het 3,5-voudige van de breedte B van de smalste zijde van de silo, respectievelijk van de silodiameter bij een cirkelvormige doorsnede.

Ter verbetering en voor een volledig naar buiten brengen van het materiaal kan op in zich bekende wijze het trechter-20 vormig onderste afvoergedeelte 2b of de vlakke bodem pulserend lucht toegevoerd krijgen door middel van het afvoergedeelte of de bodem van tenminste gedeeltelijk overgrijpende luchtondoorlaatbare afdekkingen.

Overeenkomstig figuur 6 bestaat de overeenkomstig ' 25 de uitvinding uitgevoerde silo 10 uit een bovenste voorraadgedeelte 10a en een onderste trechtervormig afvoergedeelte 10b, waarbij de silo bij de weergegeven uitvoeringsvorm een rechthoekige of vierkante doorsnede heeft.

Het bovenste voorraadgedeelte 10a is voorzien 30 van een in de uitgangstoestand vlak gelegen (zie figuur 6) rondgaande strookvormige afdekking 11, die luchtondoorlatend verbonden is met de luchtondoorlaatbare wand van de silo 10, waarbij lucht ingeblazen kan worden tussen de wand van de silo 10 en de afdekking 11.

De silo 10 is voorzien van ophangorganen 12, waarmee deze kan worden 35 opgehangen aan draaggestellen. De luchttoevoer tussen de silowand 8301449 - 8 en de afdekking 11 kan zoals weergegeven plaatsvinden via een slang 13.

Figuur 7 is de doorsnede VII - VII volgens figuur 6 en toont de afdekking 11 in de niet opgeblazen toestand, 5 waarin dus het door de afdekking 11 afgedekt bijbehorend wandgedeelte 10c van de silo zich in de gestrekte stand bevindt. Hierdoor ligt het onderste afvoergedeelte 10b verregaand vlak.

Zoals weergegeven is het onderste afvoergedeelte 10b voorzien van een afvoerkanaal 14, via welke de silo 10 bij voorkeur onder toepassing van onderdruk geledigd kan worden.

Figuur 8 is een doorsnede in overeenstemming met figuur 7 en toont de afdekking 11 in de opgeblazen toestand, waardoor het bijbehorend wandgedeelte 10c zich naar binnen welft, waardoor de lengte van het bovenste voorraadgedeelte 10a van de silo 15 verkort wordt met ongeveer een derde van de lengte van het wandgedeelte 10c in de gestrekte toestand. Het overgangsgedeelte tussen het bovenste voorraadgedeelte 10a en het onderste trechtervormig afvoergedeelte 10b beweegt aldus in de richting van de pijl 15 over dit bedrag naar boven, zodat het trechtervormig afvoergedeelte 10b 20 verder uit elkaar getrokken, respectievelijk ontvouwd wordt.

Ofschoon in zich de afdekking 11 op elke willekeurige hoogte aangebracht kan worden op het bovenste voorraadgedeelte 10a van de silo, kan het echter doelmatig zijn, zoals weergegeven is in figuur 7 en 8, deze afdekking aan te brengen op het 25 boveneind van de silo om te voorkomen dat de afdekking het naar buiten brengen van het zich in de silo bevindend materiaal verhindert.

Daarnaast is het echter mogelijk te voorzien in meerdere afdekkingen van dit type, waarbij bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 9 een andere rondgaande afdekking 11 ter plaatse van 30 de overgang tussen het bovenste voorraadgedeelte 10a en het onderste trechtervormig afvoergedeelte 10b is aangebracht. Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 9 is aan de op het boveneind van de silo aangebrachte afdekking 11 een aan de binnenzijde gelegen en met de silowand verbonden steun 17 toegevoegd, die verhindert dat het bij-35 behorend wandgedeelte 10c van de silo te ver naar binnen welft.

8301449 ij ~ 9

Zoals weergegeven wordt door deze steun dit wandgedeelte in de vorm van vouwen samengedrukt.

Figuur 10 toont een andere uitvoeringsvorm, waarbij drie afdekkingen 18 boven elkaar op het bovenste voorraad-5 gedeelte 10a van de silo 10 zijn aangebracht. Met deze uitvoeringsvorm kan een grotere hefbeweging verkregen worden en bovendien is een besturing in kleine trappen van de hefbeweging mogelijk.

In plaats van de rondgaande afdekking 16 overeenkomstig figuur 9 kan op de overgangsplaats ook voorzien zijn in 10 een star afstandsfreem.

8301449

Claims (19)

1. Uit buigzaam materiaal bestaande buidelvormig uitgevoerde en aan draaggestellen ophangbare houder of silo voor stortgoed, in het bijzonder voor meel, die tenminste een 5 bovenste voorraadgedeelte en een daarop aansluitend onderste trechtervormig afvoergedeelte bezit,, waarbij de lengte van het bovenste voorraadgedeelte ongeveer in overeenstemming is met de bouwhoogte van het draaggestel of met de hoogte van de ruimte, met het kenmerk, dat de wand van de silo (2) verregaand luchtondoorlatend is, dat 10 de silo (2) bij het leegmaken tot aan de afvoeropening (7) naar alle kanten gesloten is en dat het leegmaken van de silo (2) plaatsvindt met behulp van onderdruk.

2. Silo volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een op het onderste trechtervormig afvoergedeelte (2b) aange- 15 sloten transportbuis (5) voorzien is van een stuurbaar kanaal (6) voor extra lucht.

3. Silo volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de verhouding van de lengte (L2) van het trechtervormig onderste afvoergedeelte (2b) ten opzichte van de 20 lengte (L^) van het bovenste voorraadgedeelte (2a) in de vervaardigde toestand ongeveer 1:3 tot 1:5 bedraagt.

4. Silo volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat bij een rechthoekige of vierkante doorsnede van de silo (2) de lengte (L^) van het bovenste voorraadgedeelte 25 (2a) niet groter is dan het 3,5-voudige van de breedte (B) van de smalste zijde van de silo (2).

5. Silo volgens één der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat bij een cirkelvormige doorsnede van de silo (2) de lengte (L·^) van het bovenste voorraadgedeelte (2a) niet 30 groter is dan het 3,5-voudige van de diameter van de silo (2).

6. Silo volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de te gebruiken onderdruk afhankelijk van het naar buiten te brengen materiaal en van het materiaal van de silo-wand instelbaar is.

7. Toepassing van de kenmerken van de silo vol- 8301449 gens één der voorgaande conclusies bij een silo, die over zijn gehele hoogte dezelfde doorsnede bij een vlakke bodem en geen trechtervormig afvoergedeelte bezit.

8. Silo volgens één der voorgaande conclusies, 5 met het kenmerk, dat het trechtervormig onderste afvoergedeelte (2b) of de vlakke bodem op een zich bekende wijze bij voorkeur door middel van het afvoergedeelte of de bodem van tenminste gedeeltelijk overgrijpende luchtondoorlatende afdekkingen ter verbetering en voor een volledig naar buiten brengen van het materiaal in pulsen 10 lucht krijgt toegevoerd.

9. Silo volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bovenste voorraadgedeelte (10a) voorzien is van een in de uitgangstoestand plat liggende op zijn bovenvlak ongeveer horizontaal lopende rondgaande strookvormige luchtondoor- 15 latende afdekking (11), die luchtondoorlatend verbonden is met de eveneens luchtondoorlaatbare wand van de silo (10), waarbij lucht kan worden ingeblazen tussen de wand (10c) van de silo (10) en de afdekking (11).

10. Silo volgens conclusie 9, met het kenmerk, 20 dat het inblazen van lucht plaatsvindt aan het eind van het ledigen van de silo (10).

11. Silo volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de afdekking (11) ter plaatse van het boveneind van het bovenste voorraadgedeelte (10a) is aangebracht op de * 25 silowand.

12. Silo volgens één der conclusies 9 tot 11, met het kenmerk, dat bij een silo met een cirkelvormige doorsnede de afdekking (11) continu rondloopt.

13. Silo volgens één der conclusies 9 tot 11, 30 met het kenmerk, dat bij een silo met een driehoekvormige, rechthoekige of vierkante doorsnede hoeken op de wijze van een verstek zijn aangebracht in de afdekking (11).

14. Silo volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat meerdere afdekkingen (11, 16, 18) boven elkaar 35 op de wand van het bovenste voorraadgedeelte (10a) van de silo (10) 8301449 ..... 12 - zijn aangebracht.

15. Silo volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de afdekking (11, 16, 18) gelijktijdig of achter elkaar onafhankelijk van elkaar met lucht gevuld, kunnen worden.

16. Silo volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een aan de binnenzijde gelegen steun (17) ter plaatse van de afdekking (11) voor het bijbehorend wandgedeelte (10c) van de silo aanwezig is.

17. Silo volgens conclusie 16, met het kenmerk, 10 dat het bij de afdekking (11) behorend wandgedeelte (10c) van de silo voor het vormen van vouwen door stikken of dergelijke is voorbereid.

18. Toepassing van de kenmerken volgens één der conclusies 9 tot 17 bij een silo, die in verhouding tot zijn lengte 15 een betrekkelijk geringe diameter of horizontale doorsnede bezit.

19. Silo volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op de overgangsplaats tussen het voorraadge-deelte (10a) en het trechtervormig afvoergedeelte (10b) voorzien is in een star afstandsfreem. ♦ 8301449