NL8300708A - Deegconditioneringsinrichting met in het bijzonder een geoptimaliseerde temperatuurregeling in de conditioneerkamer gedurende het tempereren en rijzen. - Google Patents

Deegconditioneringsinrichting met in het bijzonder een geoptimaliseerde temperatuurregeling in de conditioneerkamer gedurende het tempereren en rijzen. Download PDF

Info

Publication number
NL8300708A
NL8300708A NL8300708A NL8300708A NL8300708A NL 8300708 A NL8300708 A NL 8300708A NL 8300708 A NL8300708 A NL 8300708A NL 8300708 A NL8300708 A NL 8300708A NL 8300708 A NL8300708 A NL 8300708A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
temperature
time
dough
conditioning
tempering
Prior art date
Application number
NL8300708A
Other languages
English (en)
Other versions
NL191047C (nl
NL191047B (nl
Original Assignee
Majo Finanz Holding Societe An
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Majo Finanz Holding Societe An filed Critical Majo Finanz Holding Societe An
Priority to NL8300708A priority Critical patent/NL191047C/nl
Priority to EP84101846A priority patent/EP0117521B1/en
Priority to AT84101846T priority patent/ATE27890T1/de
Priority to DE8484101846T priority patent/DE3464318D1/de
Priority to JP59035091A priority patent/JPS59220147A/ja
Publication of NL8300708A publication Critical patent/NL8300708A/nl
Publication of NL191047B publication Critical patent/NL191047B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL191047C publication Critical patent/NL191047C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21DTREATMENT, e.g. PRESERVATION, OF FLOUR OR DOUGH, e.g. BY ADDITION OF MATERIALS; BAKING; BAKERY PRODUCTS; PRESERVATION THEREOF
    • A21D6/00Other treatment of flour or dough before baking, e.g. cooling, irradiating, heating
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21CMACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
    • A21C13/00Provers, i.e. apparatus permitting dough to rise

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Manufacturing And Processing Devices For Dough (AREA)
  • Bakery Products And Manufacturing Methods Therefor (AREA)

Description

-1- 23063/JF/ts % *
Korte aanduiding: Deegconditioneringsinrichting met in het bijzonder een geoptimaliseerde temperatuurregeling in de conditioneer-kamer gedurende het tempereren en rijzen.
5 De uitvinding heeft betrekking op een deegconditioneringsinrichting met een conditioneerkamer voor te conditioneren deegstukken, waarbij het conditioneren ten minste achtereenvolgens het relatief snel afkoelen van in de conditioneerkamer gebrachte deegstukken omvat, teneinde de rijs ervan stop te zetten, het gedurende een bepaalde tijd bij een bepaalde tenperatuur con-10 serveren vande deegstukken, en het tempereren en doen rijzen van de deegstukken, om daarna te kunnen worden afgebakken, welke deegconditioneringsinrichting verder is voorzién van een met de conditioneerkamer geassocieerd koel- en verwarmingsorgaan, een bedieningsinrichting met ten minste een eerste en tweede temperatuurinstelorgaan voor het instellen van respectievelijk 15 dé'conserveer temperatuur en de eindtemperatuur van het rijzen, een met de conditioneerkamer geassocieerd temperatuursensororgaan voor ten minste het aftasten van de luchttemperatuur in de conditioneerkamer, en een stuurinrichting voor het ten minste in responsie pp een uitgangssignaal van het temperatuursensororgaan besturen van ten minste het koel- en verwarmings-20 orgaan.
Voor een toelichting op de in de aanhef beschreven bekende inrichting, alsmede de werking ervan, zal nu reeds worden verwezen naar fig. 1 en 2 van de tekening, die respectievelijk een blokschema van een deegconditioneringsinrichting, alsmede grafieken van de temperatuur in de tijd van zowel 25 de deegstukken als de de deegstukken omgevende lucht in een conditioneerkamer gedurende het conditioneren tonen.
In fig. 1 is met het verwijzingscijfer 1 een koelorgaan aangegeven, en met het verwijzingscijfer 2 een verwarmingsorgaan, welke beide organen zijn geassocieerd met een conditioneerkamer voor het conditioneren van deeg-30 stukken, hetgeen schematisch is aangegeven door de met het verwijzingscijfer 10 aangeduide streeplijn. Met het verwijzingscijfer 5 is een eveneens met de conditioneerkamer 10 geassocieerd temperatuuraftastorgaan aangegeven.
Met het verwijzingscijfer 4 is een stuurinrichting aangegeven, die onder andere het koelorgaan 1 en het verwarmingsorgaan 2 stuurt,teneinde in de con-35 ditioneerkamer een bepaalde temperatuur tot stand te brengen en wel onder invloed van een bedieningsorgaan 3, dat onder andere verschillende tijden temperatuurinstelsignalen toevoert naar de stuurinrichting 4. De luchttemperatuur of de temperatuur van de deegstukken in de conditioneerkamer of beide, wordt, respectievelijk worden, afgetast door het temperatuuraf- 3300708 % i * -2- 23063/JF/ts tastorgaan 5, dat een overeenkomstig terugkoppelsignaal verschaft aan de stuurinrichting 4, opdat de ingestelde temperaturen op de ingestelde tijdstippen worden gerealiseerd.
Verder kan ook geassocieerd met de conditioneerkamer voorzien zijn 5 in een be-/ontvochtigingsorgaan 6, voor het regelen van de relatieve luchtvochtigheid in de conditioneerkamer, welk be-/ontvochtigingsorgaan 6 ook door middel van de bedieningsinrichting 3 en de stuurinrichting 4 wordt gestuurd, conform de besturing van het koelorgaan 1 en het verwarmingsorgaar.
2. In dit geval is verder voorzien in een aftastorgaan 7 voor de relatieve 10 luchtvochtigheid binnen de conditioneerkamer, welk aftastorgaan op gelijksoortige wijze een terugkoppelsignaal aan de stuurinrichting 4 verschaft, opdat de ingestelde relatieve luchtvochtigheid op de gewenste tijdstippen in de conditioneerkamer wordt gerealiseerd.
Overigens geldt het blokschema van fig. 1 voor zowel de bekende in-15 richting als die volgens de uitvinding.
Bij de genoemde bekende inrichting omvat de bedieningsinrichting 3 meerdere tijd- en temperatuurinstelorganen in de vorm van potentiometers voor temperatuurinstelling,een tijdsgetrouwe moeder- en schakelklok en twee tijdrelais voor tijdinstelling. In het bijzonder is er voorzien in 20 potentiometers voor het instellen van de (snel)koeltemperatuur, de conserveer-temperatuur, de tempereertemperatuur, een tussentemperatuur voor de rijs, een eindtemperatuur van de rijs en de relatieve vochtigheid.
Met een eerste tijdrelais wordt de tijdsduur van het tempereren ingesteld en met een tweede tijdrelais de totale tijdsduur van het rijzen. De 25 tijdsgetrouwe moeder- en schakelklok heeft een speciale functie en dient te worden afgestemd op radiotijd. Met de tijdsgetrouue moeder- en schakelklok wordt het aantal uren koeling ingesteld en wel gerelateerd aan het werkelijke afbaktijdstip, namelijk het afbaktijdstip minus de som van de tempereertijdsduur en de rijstijdsduur, die zijn ingesteld door de respec-30 tieve tijdrelais.
Aan de hand van de hiervoor gegeven toelichting, kan reeds worden ingezien, dat het instellen, dat wil zeggen de bediening van de bedieningsinrichting 3 tamelijk omslachtig is en dit is door de praktijk bevestigd.
In gedachte dient te worden gehouden, dat de bedieningsinrichting in de praktijk 35 wordt bediend door een bakker, die vijf verschillende temperaturen dient in te stellen, eventueel de relatieve luchtvochtigheid, in het bijzonder gedurende de rijs, de tijdsgetrouwe moeder- en schakelklok eerst op radiotijd dient in te stellen en daarna het schakelprogramma dient te realiseren, waarbij wordt opgemerkt, dat dit schakelprogramma weer afhankelijk is van 8300708 I i -3- 23063/JF/ts de instelling van de twee tijdrelais, waarvan de instelling naast de persoonlijke voorkeur van de bakker wordt bepaald door de te conditioneren hoeveel heid deegstukken, het temperatuurverschil tussen respectievelijk de conditioneer- en tempereertemperatuur en tussen tempereer- en rijstemperatuur, 5 en de temperatuur béiten de conditioneerkamer. Deze ingewikkelde procedure heeft in de praktijk tot gevolg, dat de bakker de instelorganen van de bedieningsinrichting 3 eenmalig laat instellen door een vakman, waarbij de maximale door het verwarmingsorgaan 2 afgegeven hoeveelheid vermogen afhankelijk van de maximaal af te bakken hoeveelheid deegstukken vast wordt 10 ingesteld. Dit heeft natuurlijk consequenties voor de gevallen, waarin een bakker minder dan de maximale hoeveelheid deegstukken heeft te conditioneren. Hierop zal worden teruggekomen aan het einde tfan de hierna volgende bespreking van de werking van de inrichting volgens het blokschema van fig. 1 aan de hand van fig. 2.
15 In fig. 2 is met een doorgetrokken lijn het temperatuurverloop van de deegstukken in de contioneerkamer in de tijd weergegeven, terwijl met de streep-stiplijn het verloop in de tijd van de luchttemperatuur in de conditioneerkamer is aangegeven. Zoals te zien in fig. 2 is het afbaktijd-stip 5.00 uur in de morgen volgend op de start van de deegconditionering op 20 14.00 uurin de middag van de dag daarvoor. Afhankelijk van de ingestelde conser·^ veertemperatuur wordt, teneinde de deegstukken snel af te koelen met het temperatuurinstelorgaan voor snel koelen een lage temperatuur van bijvoorbeeld -10 °C ingesteld.
Na het snel koelen wordt geconserveerd op een temperatuur,ingeeteld 25met behulp van het temperatuurinstelorgaan voor het conserveren op bijvoorbeeld - 2°C. Het tijdstip van het begin en de totale tijdsduur van het koelen en bewaren wordt ingesteld met de tijdsgetrouwe moeder- en schakelklok. Na het verlopen van de conserveerperiode,dient het koelorgaan 1 te worden afgeschakeld en het verwarmingsorgaan 2 te worden ingeschakeld om in eerste instantie de 3Qdeegstukken te tempereren. De eindtemperatuur van het tempereren wordt ingesteld door het temperatuurinstelorgaan voor het tempereren en het tijdsduur van het tempereren wordt ingesteld door het tijdsrelais van het tempereren.
Na het tempereren dient te worden gerezen, en welk gedurende de door middel van het tijdrelais voor het rijzen ingestelde tijdsduur en 35 totdat de eindtemperatuur van het rijzen, welke is ingesteld door middel van het temperatuurinstelorgaan voor het ijzen, is bereikt.
Bij de bekende inrichting kan verder door middel van het temperatuurinstelorgaan voor een tussenrijstemperatuur het rijstraject in tweeën worden gedeeld, waarbij in het eerste traject niet wordt be-/ontvochtigd, en 8300708 i > -4_ 23063/JF/ts het verwarmingsorgaan een bepaalde warmteafgifte heeft en een tweede, eind-traject, waarin wordt be-/ontvochtigd, afhankelijk van het instelorgaan voor de relatieve luchtvochtigheid en het verwarmingsorgaan een grotere warm-teafgifte heeft dan de hiervoor genoemde.
5 Zoals hiervoor besproken is het door het verwarmingsorgaan af te geven hoeveelheid vermogen in de praktijk ingesteld met het oog op de maximale hoeveelheid te conditioneren deegstukken.
De consequentie hiervan bij het conditioneren van een geringe hoeveelheid deegstukken is in fig. 2 aangegeven met een streeplijn. Het is 10 eenvoudig in te zien, dat onder andere de eindtemperatuur van de rijs en het afbak-tijdstip eerder zullen worden bereikt,terwijl de vermogênsafgifte daardoor niet verandert, hetgeen leidt tot een grove deegstuctuur en onregelmatigheden in de afbaktijdstippen. Ook is duidelijk dat niet alleen de mindere hoeveelheid deegstukken invloed op het verloop van de kromme kan hebben, 15maar ook de omgevingstemperatuur van de conditioneerkamer. Dit laatste geldt vooral voor de tempereerperiode.
De uitvinding beoogt het hierboven genoemde nadeel van de bekende inrichting op te heffen en voorziet daartoe in een inrichting van de in de aanhef genoemde soort, uie het kenmerk heeft, dat de stuurinrichting een 20 reken- en tempeerorgaan omvat, teneinde het koel- en verwarmingsorgaan zodanig te besturen, dat de temperatuur in de conditioneerkamer gedurende het tempereren en rijzen in opeenvolgende tijdsintervallen telkens tot een hogere waarde stijgt.
Een verder oogmerk van de onderhavige uitvinding is de bediening 25 van de bedieningsinrichting te vereenvoudigen en de aansluiting van de conditioneringsinrichting op het bedrijfsgebeuren in de bakkerij te .verbeteren. De enige twee tijdscriteria in de bakkerij die van belang zijn, met betrekking tot de conditioneringsinrichting zijn de tijd, waarop, na het kneden, afwegen en de voorrijs, de deegstukken in de conditioneerkamer kun-30 nen worden gebracht, ofwel het inbrengtijdstip, alsmede het tijdstip, waarop de deegstukken voldoende gerezen zijn om vanuit de conditioneerkamer in de oven kunnen worden geplaatst, oftewel het afbaktijdstip. Hiertoe kan de conditioneringsinrichting volgens de uitvinding zijn voorzien van tijdin-stelorganen, voor het tijdsgetrouw vastleggen van het inbrengtijdstip en 35 het afbaktijdstip. De stuurinrichting is zodanig ingericht, dat het voorkoelen van de conditioneerkamer een bepaalde tijdsduur, voorafgaand aan het ingestelde inbrengtijdstip een aanvang neemt, terwijl de temperatuur-verhoging in zo klein mogelijke tijdsintervallen een bepaalde tijdsduur, voorafgaand aan hec ingestelde afbaktijdstip een aanvang neemt.
8300708 ? -5- 23063/JF/ts * «
Nog een ander oogmerk van de onderhevige uitvinding is het de bakker mogelijk te maken de deegconditionering voor de gehele week in te stellen, door instelling van één of meer inbreng- en afbaktijdstippen van iedere onderscheidende dag en wel op een eenvoudige en doelmatige wijze. De uitvinding-5 zal nu nader worden toegelicht aan de hand van énige uitvoeringsvormen, waartoe overigens de uitvinding niet is beperkt en onder verwijzing naar de tekening, waarin: fig. 1 een blokschema van een deegconditioneringsinrichting is; fig. 2 grafieken van de temperatuur in de tijd van zowel de deegstuk-10 ken als de de deegstukken omgevende lucht gedurende het conditioneren toont; fig. 3 een gedetailleerder blokschema is van de bedieningsinrichting 3 en de stuurinrichting 4 van fig. 1; fig. 4 een grafiek toont, die de temperatuur van de deegstukken als functie van de tijd gedurende het conditioneren laat zien; en 15 fig. 5 een micro-computer-implementatie van de uitvinding laat zien.
Allereerst wordt met betrekking tot fig. 1 opgemerkt, dat geassocieerd met de conditioneerkamer 10 nog kan zijn voorzien in een meng- en circulatieorgaan om klimaatverschillen in de conditioneerkamer op te heffen.
In fig. 3 zijn de bedieningsinrichting 3 en de stuurinrichting 4 20 van de deegconditioneringsinrichting van fig. 1 en volgens een eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding gedetailleerder weergegeven.
Met het verwijzingscijfer 31 is een elektronische moederklok weergegeven, die van een impulsgever 32 impulsen ontvangt en welke gelijk kan worden gezet met radiotijd. Met het verwijzingscijfer 33 is een tijdinstelorgaan 25 voor het instellen van de totale tijdsduur van het témpereren en het rijzen aangegeven, waarbij wordt opgemerkt, dat dit tijdinstelorgaan 33 niet noodzakelijk is, aangezien deze tijdsduur vast kan zijn ingesteld binnen het traject van 6-12 h, zodat het orgaan 33 gezien dient te worden als een verdere verfijning. Met het verwijzingscijfer 34 is een tijdinstelorgaan voor 30 de instelling van het bij voorkeur tijdsgetrouwe afbaktijdstip aangegeven, terwijl met het verwijzingscijfer 37 een tijdinstelorgaan voor de instelling van het bij voorkeur tijdsgetrouwe inbrengtijdstip is aangegeven. Zowel bij het tijdinstelorgaan 34 als 37 is tussen de elektronische moederklok en de hierna te bespreken tijdbasis een dagschakeling geplaatst om tijdsgetrouw 35 van de ene dag op de andere dag over te schakelen, zodat een geheel weekpro-gramma kan worden geprogrammeerd en het rechtstreeks afiezen van de tijdsgetrouwe inbreng- en afbaktijdstippen voor elke dag van de week mogelijkiis.
Bij een eenvoudige uitvoeringsvorm zal het weekprogramma 7 dagen beslaan met voor elke dag een inbreng- en afbaktijdstip en een tijdsduur voor het tempereren 8300708 4 * -6- 23063/JF/ts en rijzen samen. Bij uitgebreidere deegconditioneringsinrichtingen kunnen per dag bijvoorbeeld drie conditioneringsprocessen worden uitgevoetd met natuurlijk drie inbreng- en afbaktijdstippen per dag en waarbij er voor gewaakt dient te worden, dat er geen inconsistenties optreden, zoals 5 overlappende conditioneringsprocessen.
Bij voorkeur is er voorzien in een "override"-knop, om bijvoorbeeld op een vrije dag het tempereren en rijzen over te slaan, zodat er bijvoorbeeld die dag 24 h langer geconditioneerd wordt. Met het verwijzingscijfer 35 is een temperatuurinstelorgaan voor het instellen van de conserveertempera-10 tuur aangegeven, waarbij wordt opgemerkt, dat de snelkoeltemperatuur hiermede indirekt ook wordt ingesteld, aangezien deze temperatuur bij voorkeur een vooraf bepaald aantal graden lager ligt dan de conserveertemperatuur.terwijl met het verwijzingscijfer 36 een temperatuurinstelorgaan voor de eind-temperatuur van het rijzen is aangegeven. Tenslotte kan zijn voorzien in 15 een orgaan voor het instellen van de relatieve vochtigheid van de lucht in de conditioneerkamer, waarbij wordt opgemerkt, dat bij voorkeur alleen gedurende het tempereren en rijzen wordt be-/ontvochtigd.Zoals later te bespreken kan het tempereren in ruimere zin het ontdooien en tempereren in engere zin omvatten, wanneer de conserveertemperatuur beneden een bepaalde ne-20 gatieve temperatuur is ingesteld. Tijdens het snelkoelen wordt alleen het koelorgaan 1 door de stuurinrichting 4 bekrachtigd, terwijl tijdens het ontdooien alleen het verwarmingsorgaan 2 door de besturingsinrichting 4 wordt bekrachtigd. Verder, zoals later zal worden teegelicht, wordt gedurende het tempereren en rijzen voor zover noodzakelijk zowel het koelorgaan 1 als 25 het verwarmingsorgaan 2 door de stuurinrichting 4 bekrachtigd, in het bijzonder ter bescherming van het buitenoppervlak van de deegstukken.
Uit het voorafgaande is het duidelijk, dat de bedieningsinrichting 3 voor de gebruiker belangrijk is vereenvoudigd. Het enige dat de bakker behoeft te doen, vooropgesteld, dat de elektronische moederklok gelijk loopt, 30 is het eenmalig instellen van tijden, temperaturen en relatieve vochtigheid voor elke dag van de week, afgestemd op het produktieschema van zijn bedrijf.
Als extra voorziening is het nog mogelijk om afhankelijk van het afbaktijdstip de oven voor het afbakken van de gerezen deegstukken een be-35 paalde tijd voor het afbaktijdstip te doen ontsteken.
In fig. 3 is met het door het verwijzingscijfer 4 aangefluide streep-lijnkader de stuurinrichting aangegeven, die zoals getoond een tijdbasis 41 omvat, die is verbonden met de elektronische moederklok 31 van de bedieningsinrichting 3, alsmede met een tijdschakeling 42, die verder is ver- 8300708 * -7- 23063/JF/ts * t bonden net de tijdinstelorganen 37 en 34 voor het instellen van respectievelijk het tijdsgetrouwe inbreng- en afbaktijdstip.
Met het verwijzingscijfer 43 is een rekenorgaan aangegeven, voor het in bij voorkeur gelijke, kleine tijdsintervallen berekenen van de stijging 5 van de temperatuur van de lucht en/of de deegstukken in de conditioneerka-mer ten opzichte van de temperatuur daarvan in een voorafgaand tijdsinterval. Bij voorkeur geschiedt dit op basis van hierna te bespreken optimale formulesvoor het tempereren en rijzen. Verder ontvangt het rekenorgaan 43 het uitgangssignaal van het temperatuursensororgaan 5, dat de tempera-10 tuur van de lucht en/of de deegstukken weergeeft.
De ingangssignalen voor de door het rekenorgaan 43 uit te voeren berekening worden o.a. ontvangen van het temperatuurinstelorgaan'voor de conserveertemperatuur 35, met dien verstande, dat bij voorkeur dit ingangssignaal representatief is voor een temperatuur,die liet 15 boven het stollingspunt van de deegstukken, van het temperatuurinstelorgaan voor de eindtemperatuur van het rijzen 36, van het instelorgaan voor de tijdsduur van het tempereren en rijzen samen 33 en de tijdschakeling 42.
Uiteindelijk wordt het resultaat van de vergelijking doorgegeven aan een vermogenssturing 44, die op zijn beurt is verbonden met het koel- en 20 verwarmingsorgaan 1,2 en eventueel een meng- en circulatieorgaan.
Het rekenorgaan 43 en de vermogenssturing 44 zijn bij voorkeur ook voorzien van middelen om in afhankelijkheid van een vochtigheidsaftastorgaan en een instelorgaan voor de relatieve vochtigheid als resultaat van berekening en vergelijking het be-/ontvochtigingsorgaan 6 aan te sturen.
25 Terugkomend op het tempereren en rijzen, is gevonden dat het beste resultaat wordt verkregen, wanneer het temperatuurverloop gedurende deze periode de volgende formule zo dicht mogelijk benadert: T - T. + CI--T.). ~ M3 , (1)
----— 2 1 i VÏTJ
waarin: * 1 30 T de te benaderen temperatuur is; de ingestelde conserveertemperatuur is, die bij voorkeur minimaal 1 C boven het stollingspunt (circa -4 - -7 C) van de deegstukken ligt; T2 de ingestelde eindtemperatuur van het rijzen is; t de tijd is; 35 t^ het ingestelde afbaktijdstip is; en t^ het tijdstip is, dat de duur van het tempereren en=rijzen voor t2 ligt.
Voor een totale tijdsduur van tempereren en rijzen samen van 8 H is de grafiek van deze formule (1) weergegeven in fig. 4, in welke grafiek het 8300708 « * -8- 23063/JF/ts punt (tgjTg) het begin van het conditioneren aangeeft.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt deze grafiek opgeslagen in een vast geheugen van eer micro-computer en door middel van deze micro-computer wordt de vermogensafgifte naar het koel- en 5 verwarmingsorgaan 1,2 en bij voorkeur een meng- en circulatieorgaan min of meer continu gestuurd,waarbij zowel het verwarmingsorgaan 2 als het meng- en circulatieorgaan in drie vermogenstrappen schakel baar is. Hierdoor wordt met behulp van formu le (1) een vrijwel vloeiende temperatuurkromme in de tijd verkregen, waarbij tevens nog de relatieve luchtvochtigheid gedurende het gehele tempera-10 tuurbereik constant op de ingestelde waarde blijft. Door dit gedwongen tijds-temperatuurverloop, wordt de deegconditioneringsinrichting volkomen ongevoelig voor verminderde ihbreng-hoeveelheden.
In fig. 5 is de microrcomputer in een sterk vereenvoudigd blokschema weergegeven.
15 Met het ver*fijzingscijfer 101 is de centrale processor van de micro computer aangeduid, welke centrale processor het uitvoeren van de programma's, het rekenwerk en de verdere besturing van het gehele systeem verzorgt.
Voor de eenvoud zijn in het blokschema van fig. 5 de deels noodzakelijke koppelorganen weggelaten. Een voedingsorgaan 103 is door middel van 20een voedingstestorgaan 102 verbonden met de centrale processor 101. Het voedingsorgaan 103 is bij voorkeur een schakelende voeding, die zorgt voor alle benodigde voedingsspanningen voor de micro-computer. In een praktijkgeval is de tolerantie met betrekking tot de ingatjgsspanning van 200 V - 20 % tot 240 V + 10 %, zodat grote spanningsvariaties, welke men in een industriële 25 omgeving kan verwachten normaal gesproken geen invloed op de goede werking hebben. Voor een schakelende voeding wordt gekozen om ondanks het brede werkingsgebied van de voeding toch een zo min mogelijk warmteontwikkeling te veroorzaken, hetgeen voor de betrouwbaarheid en levensduur van de elektro-nika van groot belang is. Het voedingstestorgaan 102 tast de computer af 30 of er externe voedingsspanning aanwezig is, dan wel dreigt weg te vallen, zodat voor het werkelijke wegvallen van de spanning nog eventueel noodzakelijke acties kunnen worden uitgevoerd.
Een tempeer- en interumpeergenerator 104 levert alle klok- en andere tempeersignalen, terwijl ook op regelmatige tijdstippen de centrale 35 processor 101 wordt geïnterumpeerd. Een klok- en kalenderorgaan 105 houdt de tijd en datum bij. Een batterij 111 zorgt ervoor, dat het klok- er. kalenderorgaan 105 gewoon door blijft lopen, ook al wordt de netspanning afgeschakeld. Met de verwijzingscijfers 106 en 107 zijn twee variabele geheugenorganen aangegeven, waarin alle variabele gegevens voor korte of langere tijd worden 8300708 -9" 23063/JF/ts bewaard. Het variabele geheugenorgaan 106 is aangesloten op de batterij 111, welke ook het klok- en kalenderorgaan 105 van spanning voorziet·, wanneer de netspanning is uitgeschakeld. Hierdoor blijven ook in het geval van netstoring alle belangrijke gegevens van de deegprccesbesturing behouden.
5 Het programma in het programma(vast) geheugenorgaan 108 bevat alle instructies voor de centrale processor 101. Een "waakhond"-orgaan 109 bewaakt, het goed functioneren van de computer. Wanneer de computer om welke reden dan ook de"waakhond"niet meer regelmatig "koest" houdt, zal het "waakhond"-orgaan dit signaleren, onderwel trachtend de computer weer op gang te bren-10 gen.
Een weergeeforgaan 110 verzorgt de aansluiting van weergeefinrichtingen de computer. In een praktijkuitvoering van de deegconditioneringsinrichting volgens-'de uitvinding, omvat de bedieningsinrichting 3 een bedienings-console, met een aantal alfanumerieke weergeefkarakterelementen en licht-15 emitterende dioden. Door middel van de alfanumerieke weergeefelementen zijn door de bakker de volgende gegevens af'te lezen. De ingestelde dag en tijd met betrekking tot het inbrengtijdstip, de ingestelde conserveertemperatuur, de tijdsduur van het tempereren (inclusief ontdooien) en rijzen te zamen, dag en tijd van het ingestelde afbaktijdstip, de ingestelde narijs-20 temperatuur, waarop hierna nog zal worden teruggekomen, de ingestelde relatieve luchtvochtigheid! > en de werkelijke dag en tijd, de werkelijke meettemperatuur (of zoals later te bespreken de gemid- ‘ delde meettemperatuur of gewogen meettemperatuur) en de werkeliik gemeten relatieve vochtigheid. Hiervoor worden op dit ogenblik Zesendertig affanume-25 rieke weergeefelementen gebruikt. De genoemde licht-emitterende dioden zijn bij voorkeur in de vorm van de grafiek of kromme van fig. 4 te zamen met een afbeelding daarvan bij voorkeur centraal op de bedieningsconsole aangebracht, waarbij de licht-emitterende dioden selectief in overeenstemming met het deegconditioneringsproces worden ontstoken en gedoofd. In het genoemde prak-30 tijkgeval worden eenentwintig licht-emitterende dioden toegepast. Overigens worden er naast de genoemde weergeefelementen nog andere indicatieelementen, in het bijzonder lampen toegepast, welke lampen zijn aangebracht in functie-schakelaars, die hier niet nader worden beschreven, maar als voorbeeld kunnen de schakelaars " STARl" en "STOF1 worden genoemd, waarbij de eerste 35 kan worden gebruikt om na het inbrengen het snel koelen te doen beginnen en de laatste voor het beëindigen van het afbakken.
8300708 „ · τΙΟ- 23063/JF/ts *
Terugkomend op de narijstemperatuur wordt opgemerkt, dat op het afbaktijdstip de gerezen, af te bakken deegstukken van de conditioneerkamer worden overgebracht naar de bij voorkeur reeds op temperatuur zijnde oven.
De conditioneerkamer kan dan worden gebruikt voor het narijzen van verse 5 deegstukken bij bijvoorbeeld een temperatuur van ca. 30 °C en een relatieve vochtigheid van 80 %. De laatstgenoemde deegstukken zijn derhalve geen geconditioneerde deegstukken.
Door middel van een relaisorgaan 112 wordt het deegconditioneren bestuurd, terwijl een relaistestorgaan 113 de computer in staat stelt de goede inwerking van het relaisorgaan te controleren.
Door middel van een analoog/digitaal-omzetterorgaan Ί14 worden analoge meetwaarden in binaire getallen omgezet, zodat deze door de computer kunnen worden verwerkt. Door middel van dit analoog/digitaal-omzetterorgaan 114 zijn achtereenvolgens met de centrale processor 101 verbonden een voedings-15 spanningsorgaan 115, een lichtsensororgaan 116 een motortemperatuurbevei-liging sorgaan 117 en een temperatuursensororgaan 118. Door middel van het voedingsorgaan controleert en registreert de computer regelmatig de minimale en maximale waarde van de voedingsspanning. Deze gegevens kunnen bij serviceproblemen van belang zijn. Het lichtsensororgaan zorgt, dat 20 de computer gegevensbinnenkrijgt omtrent de lichtintensiteit in de ruimte, waarin de bedieningsconsole van de bedieningsinrichting 3 is geplaatst, zodat de helderheid van de alfanumerieke weergeefelementen, lichtemitteren-de dioden en gloeilampen aan de intensiteit van het omgevingslicht kan worden aangepast. Het motortemperatuurbeveiligingsorgaan zorgt ervoor dat 25 de computer gegevens binnen krijgt over eventuele oververhitting van de motoren van de koelaggregaten van het koelorgaan 1, zodat deze dan afgeschakeld kunnen worden, hetgeen via een lamp wordt gemeld.
Het temperatuursensororgaan tenslotte zorgt ervoor dat de computer de waarden van een aantal temperaturen binnenkrijgt, waarvan er een klein 50 aantal dienen voor de regeling van het conditioneerproces en andere voor verschillende beveiligingsfuncties. Zoals later wordt besproken is er in een voorkeursuitvoeringsvorm zowel een temperatuursensor voor de luchttemperatuur in de conditioneerkamer als die van de deegstukken die in de conditioneerkamer zijn gebracht. Het lichtsensororgaan 116 kan bijvoorbeeld 35 een lichtafhankelijke weerstand omvatten en het motortemperatuurbeveili-gingsorgaan 117 weerstanden met een positieve temperatuurcoëfficiënt.
Een vochtsensororgaan 121 zorgt ervoor dat de computer gegevens binr.en-krijgt met betrekking tot de vochtigheid in de conditioneerkamer. Het vocht- 8300708 » '« -11- 23063/JF/ts sensororgaan 121 kan bijvoorbeeld zijn voorzien van een vochtsensor en een capaciteit/frequentie-orazetter om Het zwakke signaal van de vochtsensor, dat via een lange kabel van de conditioneerkamer naar de bedieningsinrich-ter wordt getransporteerd, eerst om te zetten in een gemakkelijk te traHS$>or-5 teren signaal.
Met het verwijzingscijfer 123 tenslotte is een serieel koppelorgaan aangegeven voor in- en uitgaande signalen, welk serieel koppelorgaan in een huidige uitvoeringsvorm van de onderhavige inrichting is voorzien van een printer en wordt gebruikt om voor servicedoeleinden gegevens betreffende 10 de werking van de procesregelaar op een drukker te kunnen registreren.
De micro-computer staat onder programmabesturing, welk programma is opgeslagen in het programmageheugen 108.
De automatische deegconditionering omvat het automatisch afwerken van een cyclus, bestaande uit het koelen van deegstukken gedurende enige uren 15 tot enige dagen, en het aansluitend daarop ontdooien, tempereren en doen rijzen van de deegstukken. Tijdens het tempereren en rijzen wordt naast de temperatuur tevens de relatieve vochtigheid geregeld. Tijdens koeling wordt alleen de luchttemperatuur als maat voor de te regelen temperatuur genomen; tijdens het ontdooien, tempereren en rijzen wordt hiervoor een combinatie 20 van de luchttemperatuur en de deegtemperatuur genomen.
De programmering door middel van bedieningsorganen op de bedienings-console van de bedieningsinrichting 3 van de in te stellen parameters, geschiedt voor een gehele week. Het gehele verloop van opeenvolgende cycli herhaalt zich eenmaal geprogrammeerd elke week automatisch. Het aantal 25 te programmeren cycli per week kan 21 bedragen, met maximaal drie afbak-tijdstippen per dag. Het programmeren van de cycli geschiedt op een wijze, die inconsistente cyclusprogrammering (bijvoorbeeld overlappende cycli) volledig ónmogelijk maakt.
Van de deegconditioneringscyclus zijn we al enige fasen tegengekomen, 30 namelijk het voorkoelen, inbrengen, snelkoelen, conditioneren, ontdooien en tempereren en rijzen. In de geprogrammeerde cyclus worden echter nog een waarschuwingsfase voorafgaand aar het voorkoelen en een rustfase volgend op de (na)rijsfase beschouwd.
De per cyclus in te stellen parameters zijn de volgende: het inbreng-35 tijdstip, de conserveertemperatuur,de totale tijdsduur van het ontdooien,terr-pereren en rijzen,hetafbakrijdstip, eventueel de narijstemperatuur en de relatieve vochtigheid. In de waarschuwingsfase wordt, indien het proces zich daarvoor in de narijsfase van de vorige cyclus bevond, de bakker gewaarschuwd, dat de 8300708 -12- 23063/JF/ts deegconditio"pringsinrichting de narijsfase-functies zal gaan uitschakelen, om over te gaan tot voorkoelen. In de voorkoelfase wordt de conditioneer-kamer afgekoeld tot 7 °C lager dan de voor het conserveren ingestelde temperatuur. Op het daarvoor ingestelde tijdstip vervolgt de cyclus met de in-5 brengfase. De bakker kan nu de te koelen-deegstukken in de conditioneer-kamer brengen. Na het indrukken van de "START"-knop komt de deegcondi-tioneringsinrichting in de snelkoelfase, waarin de luchttemperatuur van de conditioneerkamer nog eenmaal doorkoelt tot een temperatuur van bijvoorbeeld 7 °C lager dan de voor het bewaren ingestelde temperatuur. Hier-10 door wordt bereikt, dat de deegstukken snel op een lage temperatuur komen.
Zodra dit is bereikt vervolgt de cyclus met de conserveerfase,waarin de temperatuur op de voor het conserveren ingestelde waarde wordt gehouden. In deze uitvoeringsvorm wordt in de fase van het voorkoelen tot en met het conserveren verwarming, bevochtiging of droging niet toegepast.Temperatuurregeling wordt 15 dus alleen door middel van koeling bereikt. Verder wordt alleen de luchttemperatuur geregeld. De ontdooi/tempereer/rijsfase gaat in op het daarvoor ingestelde aantal uren voor het tijdstip van het eind van het rijzen. De temperatuur wordt eerst zo snel mogelijk boven een bepaalde negatieve temperatuur van 20 -3 °c gebracht. Hierdoor wordt bereikt, dat de deegstukken, indien bevroren, nu zo snel mogelijk worden ontdooid. Vervolgens wordt de temperatuur eerst langzaam, dan steeds sneller opgevoerd tot de gewenste afbaktemperatuur.
De relatieve vochtigheid wordt vanaf 0 °C geregeld. . Tussen bijvoorbeeld 0 °C en 5 °C wordt alleen de droogfunctie hier-voor gebruikt; vanaf 5 C ook.de bevochtigingsfunctie.
Het temperatuurverloop dat in de ontdooi-tempereer/rijs-fase wordt gevolgd is in principe een zo dicht mogelijk benadering van formule (1), waarbij wordt opgemerkt, dat hierna een verdere optimalisering van deze temperatuurregeling zal worden besproken. Op het daarvoor ingestelde tijdstip vervolgt de cyclus eventueel met de narijs fase voor verse deegstukken. In deze fase wordt de temperatuur en de vochtigheid op de daarvoor ingestelde waarde gehouden. In de ontdooi/tempereer/rijs-fase en narijsfase worden,met de aangegeven beperkingen, naar behoefte verwarming, koeling, bevochtiging of droging toegepast.
Als maatstaf voor de temperatuur wordt in deze fasen bij voorkeur een 55 combinatie van de lucht- en deegtempedatuur genomen. Op deze wijze wordt het mogelijkkervoor zorg te dragen, dat de deegstukken ook van binnen op de juiste temperatuur komen.
Nu zullen de genoemde fasen gedetailleerder worden besproken.
8300708 -13- 23063/JF/ts
De waarschuwingsfase gaat een aantal minuten voor het als begin-tijdstip voor de inbrengfase geprogrammeerde tijdstip £η> terwijl naar de voorkoelfase wordt overgegaan wanneer de vorige fase niet de narijsfase is en wanneer de vorige fase wel de narijsfase is bij het optreden van een 5 van de volgende zaken: aantal minuten voor het als begintijdstip voor de inbrengfase geprogrammeerde tijdstip of het indrukken van de MSTOPM-knop.
De temperatuur- en vochtigheidsregeling in deze fase is zoals in de nariis-fase van de cyclus, voorafgaand aan de onderhavige cyclus.
Het ingangstijdstip van de voorkoelfase is het aflooptijdstip van 10 de waarschuwingsfase, terwijl naar de inbrengfase wordt overgegaan op het als begintijdstip voor de inbrengfase geprogrammeerde tijdstip. In de voorkoelfase wordt snel gekoeld naar een temperatuur die bijvoorbeeld 7 °C lager is dan de voor de conserveerfase geprogrammeerde temperatuur. De meettemperatuur is de luchttemperatuur in de conditioneerkamer.
15 De inbrengfase gaat in op het begintijdstip, dat voor de inbrengfase is geprogrammeerd, terwijl naar de snelkoelfase wordt overgegaan bij het optreden van één van de volgende toestanden: aantal minuten na het als begintijdstip voor de inbrengfase geprogrammeerde tijdstip of het indrukken van de "START"-knop. In de inbrengfase geschiedt het snelkoelen op dezelfde 20 manier als in de voorkoelfase en wederom is de meettemperatuur de luchttemperatuur. De ingangsfase van de snelkoelfase is het aflooptijdstip van de inbrengfase, terwijl naar de conserveerfase wordt overgegaan bij het optreden van één van de volgende toestanden: aantal minuten na het als begintijdstip voor de conserveerfase geprogrammeerde tijdstip of het bereiken van de snelkoel-25 temperatuur, die 7 °C lager is dan de conserveertemperatuur. Ook hier is de meettemperatuur de luchttemperatuur.
Het ingangstijdstip van de conserveerfase is het aflooptijdstip van de snelkoelfase, terwijl naar de ontdooi/tempereer/rijs-fase wordt overgegaan op het als de tijdsduur van de laatstgenoemde fase geprogrammeerde 30 aantal uren voor het begintijdstip van de narijsfase geprogrammeerde tijdstip. In deze fase wordt gekoeld naar de ingestelde conserveertemperatuur, terwijl de meettemperatuur de luchttemperatuur is.
De ontdooi/tempereer/rijsfase gaat in op het als lengte van de genoemde fase geprogrammeerde aantal uren voor het als begintijdstip van de na-35 rijsfase geprogrammeerde tijdstip, terwijl naar de narijsfase wordt overgegaan op het als begintijdstip voor de narijsfase geprogrammeerde tijdstip.
De temperatuur- en vochtigheidsregeling, alsmede de meettemperatuur in deze fase zullen hierna nader worden toegelicht.
8300708 « -14- 23063/JF/ts
De narijsfasengaat in op het als begintijdstip voor de narijsfase geprogrammeerde tijdstip. Naar de rustfase wordt overgegaan na het indrukken van de knop "STOP ", terwijl overgegaan wordt naar de waarschuwingsfase van de volgende cyclus, op een aantal minuten voor het als begintijdstip 5 voor de inbrengfase van de volgende cyclus geprogrammeerde tijdstip. De temperatuur wordt in deze fase geregeld naar de voor de narijsfase geprogrammeerde temperatuur. Terwijl de vochtigheidsregeling geschiedt naar de voor de narijsfase geprogrammeerde relatieve vochtigheid. Ook de meettemp-eratuur van deze fase zal hierna nader worden toegelicht. De rustfase 10 tenslotte gaat in vanuit de narijsfase door het indrukken van de "STOP"-krop, terwijl wordt overgegaan naar de waarschuwingsfase op een aantal minuten voor het als begintijdstip voor de inbrengfase van de volgende cyclus geprogrammeerde tijdstip. De rustfase wordt aangegeven door een brandende licht-emitterende diode.
1-* Hoewel in de beschrijving van de fase wordt gesproken over de over- gangen van de ene fase naar de volgende fase, geschiedt dit in werkelijkheid op andere wijze. In werkelijkheid wordt aan de hand van het ingestelde programma, het tijdstip en de registratie van bepaalde gebeurtenissen (indrukken "STOP"-knop of indrukken "START"-knop en het bereiken van de 20 referentietemperatuur) elke keer volledig opnieuw bepaald in welke Case van welke cyclus het proces zou moeten verkeren. Deze fase en cyclus wordt dan geselecteerd. Hierdoor wordt bereikt, dat onafhankelijk van tijdelijke storingen (spanningsuitval, computerstoring etc.) of van tussentijdse pro-grammawijziging of veranderingen van de dag/tijd-klok op elk moment de 25 fase, behorend bij de op dat moment ingesteldd gegevens wordt geselecteerd.
De instelling van de cyclusparameters geschiedt b.v. in de volgende volgorde: afbaktijdstip, narijstemperatuur,relatieve vochtigheid, inbreng-tijdstip, conserveertemperatuur, tijdsduur van de ontdooi/tempereer/rijs-fase, terwijl instelling van de parameters buiten de daarvoor bepaalde gren-30 zen door de computer wordt geblokkeerd, dan wel gecorrigeerd.
In de ontdooi/tempereer/rijs-fase worden eerst de deegstukken ontdooid en vervolgens dient te temperatuur eerst langzaam en vervolgens steeds sneller toe te nemen. Bij voorkeur wordt het temperatuurverloop door formule (1) bepaald.
35 Wanneer echter de ingestelde bewaartemperatuur kleiner is dan of gelijk aan een bepaalde negatieve temperatuur,in het bijzonder -3 °C,wordt in plaats van formule (l) de volgende formule toegepast: 8300708 -15- 23063/JF/ts τ = -k + (τ2 + k) · \3 (2)
VV
waarbij k een constante, in dit geval 3 is.
In alle gevallen wordt het koel- en verwarmingsorgaan 1,2 inge-5 schakeld om de gemeten temperatuur telkens de temperatuur volgens de formules 1, 2 zo dicht mogelijk te laten naderen. In alle gevallen, behalve de ontdooi/tempereer/rijs-fase en de narijsfase wordt de gemeten luchttemperatuur als meettemperatuur genomen. In de genoemde fase echter wordt de meettemperatuur bij voorkeur bepaald uit een combinatie van de gemeten 10 luchttemperatuur en de gemeten deegtemperatuur.
Dit kan door als meettemperatuur een temperatuur te nemen, waarin de lucht- en deegtemperatuur zijn gewogen, volgens de volgende formule: T = aT, + (l-a)T,, (3) w I α waarbij a een constante is; bij voorkeur Hierdoor wordt bereikt 15 dat naarmate de deegstukken inwendig kouder zijn, de luchttemperatuur zal worden opgevoerd.
Om nu te voorkomen, dat de luchttemperatuur te hoog oploopt, waardoor de buitenkant van het deeg te lijden zou krijgen, dienen maatregelen te worden getroffen om de luchttemperatuur tot slechts maximaal een bepaald 20 aantal graden Celsius b.v .5 C ,hetgeen een gemiddelde is, dat in de praktijk goed voldoet,boven de temperatuur volgens de formules (1), (2)“wórdt opgevoerd.
Derhalve wordt voor de meettemperatuur bij voorkeur onder verschillende condities verschillende waarden gekozen, in overeenstemming met de volgende formules: 25 T = T, + c voor T > T, + c ; (4) ml w' 1 T = T voor T, + c> T >. T -c; en (5) m w 1 ' w' 1 T - T,-c voor T <T -c, (6) ml Vs 1 waarbij: c een constante is en bijvoorbeeld de waarde 5 heeft.
30 In de formules (3)- (6) is : de temperatuur van de lucht in de conditioneerkamer;
Tj de temperatuur van de deegstukken in de conditioneerkamer;
Tw de gewogen temperatuur; en de meettemperatuur.
35 Op het weergeeforgaan 110 wordt bij voorkeur de meettemperatuur (T ) aangegeven. Er kan echter zijn voorzien in een drukknop, waarbij na indrukking ervan afwisselend de deegtemperatuur en luchttemperatuur wordt aangegeven, waarbij in de drukknop een lamp kan zijn aangebracht, waarbij de conditie lamp aan de deegtemperatuur signaleert en de conditie lamp uit de luchttemperatuur. 8 300708

Claims (13)

1. Deegconditioneringsinrichting met een conditioneerkamer voor te conditioneren deegstukken, waarbij het conditioneren ten raitiste achtereen- 5 volgens het relatief snel afkoelen van in de conditioneerkamer gebrachte deegstukken omvat, teneinde de rijs ervan stop te zetten, het gedurende een bepaalde tijd bij een bepaalde temperatuur conserveren van de deegstukken, en het tempereren en doen rijzen van de deegstukken, om daarna te kunnen worden afgebakken, welke deegconditioneringsinrichting verder is voorzien van een met 10de conditioneerkamer geassocieerd koel- en verwarmingsorgaan, een bedieningsinrichting met ten minste een eerste en tweede temperatuurinstelorgaan voor het instellen van respectievelijk de fconserveertemperatuur en de eindtemperatuur van het rijzen, een met de conditioneerkamer geassocieerd temperatuursensor-orgaan voor ten minste het aftasten van de luchttemperatuur in de conditio-15 neerkamer, en een stuurinrichting voor het ten minste in response op een uitgangssignaal van het temperatuursensororgaan besturen van ten minste het koel- en verwarmingsorgaan, met het kenmerk, dat de stuurinrichting een reken- en tempeerorgaan omvat,teneinde het koel- en verwarmingsorgaan zodanig te besturen, dat de temperatuur in de conditioneerkamer gedurende het 20 temperen en rijzen in opeenvolgende tijdsintervallen telkens tot een hogere waarde stijgt.
2. Deegconditioneringsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bedieningsinrichting een tijdinstelorgaan omvat voor het instellen van ten minste één tijdstip, waarop de deegstukken geschikt dienen te zijn 25 om te kunnen worden afgebakken, alsmede een tijdorgaan, dat uitgaande van het ingestelde afbaktijdstip het tijdstip van het begin van het tempereren en rijzen bepaalt.
3. Peegconditioneringsinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het tijdorgaan instelbaar is, zodat de totale tijdsduur van het tempe- 30 reren en rijzen kan worden ingesceld.
4. Deegconditioneringsinrichting volgens één van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de bedieningsinrichting een tweede tijdinstelorgaan omvat voor het vooraf instellen van het tijdstip, waarop de deegstukken in de conditioneerkamer zullen worden gebracht, welk tweede tijdinstelorgaan 35 een uitgangssignaal een bepaalde tijdsduur voor het inferengtijdstip verschaft aan de stuurinrichting, die in responsie daarop het koel- en verwarmingsorgaan zodanig bestuurt,dat de conditioneerkamer wordt voorgekoeld en een bepaalde tijdsduur na het inbrengtijdstip de deegstukken in de conditioneerkamer snel worden afgekoeld. 3 ^ 0 0 7 0 8 -17- 23063/JF/ts
5 T = T voor T + c \ T ^ T,-c: en m w 1 ' w 1 T = T -c voor T /T - c, ml w ^ 1 afgeeft.
5. Deegconditioneringsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de stuurinrichting het koel- en verwarraingsorgaan zodanig in de tijd stuurt, dat gedurende het tempereren en rijzen in gelijke tijdsintervallen de temperatuur in de donditioneerkamer een zo nauwkeurig 3 mogelijk benadering van de volgende functie is: t - + (τ^). y ~ m3 , (i) 1 t2-tx J waarin: 10. de te benaderen temperatuur is; de ingestelde conserveertemperatuur is; T2 de ingestelde eindtemperatuur van het rijzen is; t de tijd is; 15 t2 het ingestelde afbaktijdstip is; en t^ het tijdstip is, dat de duur van het tempereren en> rijzen voor t2 ligt.
6. Deegconditioneringsinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het tempereren bij het conserveren beneden een bepaalde negatieve tempera-20 tuur C -k °C) het ontdooien en tempereren in engere zin inhoudt, en de functie voor de conditie T^-k als volgt is: T = -k + (T2 + k) · j —1 )3 . MlJ
7. Deegconditioneringsinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, 25 dat k - 3.
8. Deegconditioneringsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het temperatuursensororgaan een eerste en tweede temperatuursensor omvat voor respectievelijk het aftasten van de temperatuur van de lucht in de conditioneerkamer (T^) en die tfan de deeg- 00 stukken (T,) alsmede een weegorgaan dat als uitgangssignaal van de tempe-d ratuursensororgaan een signaal (T ) representatief voor: τ„ - *T1 + afgeeft, waarbij a een constante is.
9. Deegconditioneringsinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, 00 dat a ~
10. Deegconditioneringsinrichting volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat het temperatuursensororgaan verder is voorzien van een verge-lijkingsorgaan dat in elk tijdsinterval de luchttemperatuur vergelijkt 8300708 ** -18- 23063/JF/ts met de gewenste temperatuur en bij een te groot verschil ( c °C) het temperatuursensororgaan zodanig bestuurt, dat dit als uitgangssignaal een signaal (T ) representatief voor: τη T = Tn + c voor T \T,+ c ; ml w / 1 ’
11. Deegconditioneringsinrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat c = 5.
12. Deegconditioneringsinrichting volgens één van de voorgaande con clusies, met het kenmerk, dat de bedieningsinrichting is voorzien van een weekprogrammaorgaan, voor programmering van de stuurinrichting.
13. Deegconditioneringsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de stuurinrichting is voorzien van een micro-15 computer. Eindhoven, februari 1983. 8300708
NL8300708A 1983-02-25 1983-02-25 Deegconditioneringsinrichting met in het bijzonder een geoptimaliseerde temperatuurregeling in de conditioneerkamer gedurende het tempereren en rijzen. NL191047C (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8300708A NL191047C (nl) 1983-02-25 1983-02-25 Deegconditioneringsinrichting met in het bijzonder een geoptimaliseerde temperatuurregeling in de conditioneerkamer gedurende het tempereren en rijzen.
EP84101846A EP0117521B1 (en) 1983-02-25 1984-02-22 Dough conditioning apparatus, in particular comprising an optimised temperature control to the conditioning chamber during the warming-up and rising
AT84101846T ATE27890T1 (de) 1983-02-25 1984-02-22 Teigkonditioniervorrichtung, die insbesondere eine optimalisierte temperatursteuerung fuer den konditionierraum waehrend des anwaermens und des gaerens umfasst.
DE8484101846T DE3464318D1 (en) 1983-02-25 1984-02-22 Dough conditioning apparatus, in particular comprising an optimised temperature control to the conditioning chamber during the warming-up and rising
JP59035091A JPS59220147A (ja) 1983-02-25 1984-02-24 特に暖ため上げと起上りする間の調整室の最適温度制御を含んでいる、練り粉調整装置

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8300708A NL191047C (nl) 1983-02-25 1983-02-25 Deegconditioneringsinrichting met in het bijzonder een geoptimaliseerde temperatuurregeling in de conditioneerkamer gedurende het tempereren en rijzen.
NL8300708 1983-02-25

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8300708A true NL8300708A (nl) 1984-09-17
NL191047B NL191047B (nl) 1994-08-01
NL191047C NL191047C (nl) 1995-01-02

Family

ID=19841475

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8300708A NL191047C (nl) 1983-02-25 1983-02-25 Deegconditioneringsinrichting met in het bijzonder een geoptimaliseerde temperatuurregeling in de conditioneerkamer gedurende het tempereren en rijzen.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP0117521B1 (nl)
JP (1) JPS59220147A (nl)
AT (1) ATE27890T1 (nl)
DE (1) DE3464318D1 (nl)
NL (1) NL191047C (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS615740A (ja) * 1984-06-15 1986-01-11 株式会社 藤沢製作所 菓子、パン生地の焼成準備方法
IT1175702B (it) * 1984-09-11 1987-07-15 Castel Mac Spa Sistema elettronico di controllo per la gestione del ciclo di lacoro di una cella di lievitazione
FR2594297A1 (fr) * 1986-02-14 1987-08-21 Storione Grands Moulins Procedes et armoires climatisees de decongelation rapide et de fermentation de patons crus congeles
IT1215877B (it) * 1988-02-16 1990-02-22 Castel Mac Spa Sistema elettronico di controllo per cella di lievitazione.
KR100297931B1 (ko) * 1999-05-10 2001-09-13 김대인 도우 콘디셔너의 콘트롤 패널
KR100466412B1 (ko) * 2002-10-05 2005-01-14 주식회사 파리크라상 도우 컨디셔너의 컨트롤 패널
IT201600115186A1 (it) * 2016-11-15 2018-05-15 Esmach S P A Procedimento per la lievitazione di un impasto con lievito madre
IT201900013869A1 (it) * 2019-08-02 2021-02-02 Emmecibread S R L Apparato per la lievitazione di impasti

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1432975A1 (de) * 1963-07-18 1968-11-28 Werner Ratjen Verfahren und Vorrichtung zur Regulierung der Gaerung geformter Teige bis zur Vollreife
DE1432973A1 (de) * 1962-10-26 1970-07-02 Werner Ratjen Vorrichtung zur Regulierung der Gaerung geformter Teigstuecke bis zur Vollreife
FR2123788A5 (en) * 1971-02-01 1972-09-15 Bouton Michel Dough conditioning device - with temp control
FR2251158A5 (en) * 1973-11-14 1975-06-06 Pont P Holding and fermentation chamber for dough - with automatic temp and humidity control
FR2332709A2 (fr) * 1975-11-28 1977-06-24 Bouton Michel Dispositif de conditionnement pour armoire de boulangerie a fermentation controlee
DE2913109B1 (de) * 1979-04-02 1980-04-24 Voigtlaender Kg Eisvoigt L Aufbereitungs- und Vorbereitungsschrank zum Konservieren und Gaeren von Teiglingen
FR2501471A1 (fr) * 1981-03-16 1982-09-17 Pont P Dispositif de commande d'une chambre de fermentation pour boulangerie

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1432973A1 (de) * 1962-10-26 1970-07-02 Werner Ratjen Vorrichtung zur Regulierung der Gaerung geformter Teigstuecke bis zur Vollreife
DE1432975A1 (de) * 1963-07-18 1968-11-28 Werner Ratjen Verfahren und Vorrichtung zur Regulierung der Gaerung geformter Teige bis zur Vollreife
FR2123788A5 (en) * 1971-02-01 1972-09-15 Bouton Michel Dough conditioning device - with temp control
FR2251158A5 (en) * 1973-11-14 1975-06-06 Pont P Holding and fermentation chamber for dough - with automatic temp and humidity control
FR2332709A2 (fr) * 1975-11-28 1977-06-24 Bouton Michel Dispositif de conditionnement pour armoire de boulangerie a fermentation controlee
DE2913109B1 (de) * 1979-04-02 1980-04-24 Voigtlaender Kg Eisvoigt L Aufbereitungs- und Vorbereitungsschrank zum Konservieren und Gaeren von Teiglingen
FR2501471A1 (fr) * 1981-03-16 1982-09-17 Pont P Dispositif de commande d'une chambre de fermentation pour boulangerie

Also Published As

Publication number Publication date
JPS59220147A (ja) 1984-12-11
EP0117521A1 (en) 1984-09-05
EP0117521B1 (en) 1987-06-24
NL191047C (nl) 1995-01-02
DE3464318D1 (en) 1987-07-30
ATE27890T1 (de) 1987-07-15
NL191047B (nl) 1994-08-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5197375A (en) Conveyor oven control
EP0090758B1 (en) Timer speedup for servicing an air conditioning unit with an electronic control
EP0206165B1 (en) Clock thermostat
US4345714A (en) Control method and apparatus for air conditioners
US4449178A (en) Method and apparatus for controlled off peak load hot water heating
US4759498A (en) Thermostatic control without temperature droop using duty cycle control
CA1081798A (en) Temperature sensing circuit for microwave oven
NL8300708A (nl) Deegconditioneringsinrichting met in het bijzonder een geoptimaliseerde temperatuurregeling in de conditioneerkamer gedurende het tempereren en rijzen.
US4817705A (en) Thermostatic control without temperature droop using duty cycle control
KR0138035B1 (ko) 실내 온도 제어 시스템 및 실내 고정점 온도 제어 프로세스
US3046380A (en) Control apparatus
JPH0612133A (ja) 恒温庫の温度制御装置
DE69024395T2 (de) Kühlvorrichtung und Verfahren zu deren Steuerung
JPH04119384A (ja) 熱定着装置
GB2066519A (en) Automatic Control of Temperature
SU855630A2 (ru) Устройство дл регулировани температуры
SU1264151A1 (ru) Устройство дл регулировани температуры
SU1444730A2 (ru) Устройство дл регулировани температуры
SU842740A1 (ru) Термостатирующее устройство
SU623194A1 (ru) Устройство дл регулировани температуры
JP3083413B2 (ja) 自動販売機の庫内冷却・加熱制御装置
JPH0215891B2 (nl)
KR860003136Y1 (ko) 냉장고의 제어회로
JPH04295547A (ja) 温風暖房機のタイマー運転方法
RU2029348C1 (ru) Устройство для регулирования температуры

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BC A request for examination has been filed
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: TRAMAFI AG

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20010901