NL8204341A - Dienschotelstel. - Google Patents

Description

/1: 4 * N/3l.208-tM/f.

Dienschotelstel.

Pe ultvinding heeft betrekking op een voor meervoudiggebruik bedoeid dienschotelstel. Meer in het bij-zonder oanNit fietdienschbtelstel een voetstukvormige basis en twee barken, $ie afzonderlijk of in combinatie kunnen 5 worden gehpuikt Voor het opdienen, bewaren en transporteren van voedingsmiddelen. De bakken hebben dezelfde vorm en groott§.:#i|/bf|ben. ett :ee|i of'meer opneemmiddelen, die het mogelijk oaken de basis daaraan te bevestigen. Een van de bakken is voorzien van tegenoverges telde opneemmiddelen, 10 die het mogelijk maken, dat deze functioneert als schotel of basis met grotere diameter. Elke bak kan worden gebruikt als deksel voor de andere bak. Verder kan de voetstukvormige basis functioneren als bonder voor het opdienen, bewaren en transporteren van verschillende voedingsmiddelen. In combi-15 natie met een van de bakken vormt de basis een afgesloten houder, die kan worden gevuld voor verwarmings-, koel- of stabiliteitsdoeleinden.

De bekende stand van de techniek toont dien-stellen, die delen omvatten die op verschillende manieren 20 kunnen worden gebruikt. Bijvoorbeeld omvat de bekende stand van de techniek houder-, toon- en dienstellen, waarin een enkel deel als basis en ook als deksel en als dien- en hewaardeel functioneert. De bekende stand van de techniek omvat ook verschillende middelen om de delen aan elkaar te 25 bevestigen.

Een doe1 van de onderhavige ultvinding is het verbeteren van dienschotelstellen. Een verder doel is het verschaffen van een dienschotelstel, waarin de verschillende onderdelen afzonderlijk of In combinatie kunnen worden 30 gebruikt voor het opdieniin, bewaren en transporteren van voedingsmiddelen.

,Deze en andere doelen en voordelen van de ultvinding zullen duidelijk worden uit de volgende gedetail-leerde beachrijving van een voorkeursuitvoering van de uit-35 vinding aan de hand van de tekening, waarin: ' - - 'ysr v ; ii?· I i® een perspectivisch bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van het dienschotelstel; fig. 2 is een uiteengenomen perspectivisch 8204341 -2- * « aanzicht van het dienschotelstel van fig. 1; fig. 3 is een zijaanzicht van het dienschotelstel van fig. 1; fig. 4 is een doorsnede op grotere schaal 5 van het dienschotelstel van fig. 3 volgens de lijn 4-4; fig. 5 is een perspectivisch bovenaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van het dienschotelstel; fig. 6 is een zijaanzicht van het dienschotelstel van fig. 5; 10 fig. 7 is een doorsnede op grotere schaal van het dienschotelstel van fig. 6 volgens de lijn 7-7; fig. 8 is een doorsnede op grotere schaal van het omcirkelde segment 8 van fig. 4; fig. 9 is een doorsnede op grotere schaal 15 van het omcirkelde segment 9 van fig. 4; fig. 10 is een doorsnede op grotere schaal van het omcirkelde segment 10 van fig. 4; fig. 11 is een uiteengenomen perspectivisch aanzicht van de voetstukvormige basis, die is afgebeeld met 20 een deksel; fig. 12 is een gedeeltelijke doorsnede van de basis met een deksel aan elk eind.

Het dienschotelstel volgens de uitvinding, dat in het algemeen in fig. 1, 2 en 5 is aangegeven met het 25 verwijzingscijfer 10, omvat een eerste schotel of bak 12, een tweede schotel of bak 40 en een voetstukvormige basis 80, die op verschillende manieren kunnen worden samengesteld om een voor meervoudig gebruik bedoelde dienschotel-, bewaar- en transporthouder te verschaffen.

30 De eerste schotel of bak 12 omvat een wand- deel 14 en een zijwanddeel 16, dat eindigt in een rand 18.

De zijwand omvat een zich buitenwaarts uitstrekkende rand 20 met een eerste oppervlak 22 en een tweede oppervlak 24.

Het wanddeel 14 heeft een binnenoppervlak 26 en een buiten-35 oppervlak 28. Een flens 30, die zich buitenwaarts vanaf het buitenoppervlak 28 uitstrekt, eindigt in een rand 31. De flens 30 is cirkelvormig in bovenaanzicht, maar het zal dui-delijk zijn, dat andere vormen geschikt zijn voor bepaalde doelen. De flens 30 omvat een buitenoppervlak 32 en een bin-40 nenoppervlak 34. Zoals het best is afgebeeld in fig. 4 en 10, 8204341 ^1 -3- vormt het binnenoppervlak 34 een opneemmiddel, dat is voorzien :1- # -·=: : - r .

van eeii e^stjiS£»ctie 36 en een tweede sectie 38. Ten opzich-te van delangsasvan de flens 30 hellen de eerste en tweede sectiec 3$ en. 38 binnenwaarts naar het midden van de schotel.

5 De in fig* 10 afgebeelde uitvoering toont in het bijzonder een eerste sectie 36, die binnenwaarts helt volgens een hoek van 8° teft opsichte van de langsas van de flens 30 en een tweede sectie 38, die binnenwaarts helt volgens een hoek van 7° ten opsichte van de langsas van de flens 30.

10 De tweede schotelbak 40 omvat een wandeel

42 en een zijwand 44, die eindigt in een rand 47. De zijwand 44 omvat een'iiieh beitenwaarte uitstrekkende rand 46 met een eerste opj^rvialc 48 en een tweede oppervlak 50. De buitendia-meter vain de |ijwand 16 van de eerste schotel is kleiner dan 15 de binnendlameter van de zijwand 44 van de tweede schotel. Zoals het best is afgebeeld in fig. 4 passen de schotels op elkaar zodat deene schotel of de andere kan worden gebruikt ale deksei cw.de daarin opgenomen voedingsmiddelen te be-schermen. in dit opzicht wordt opgemerkt, dat de rand 47 van 20 de tweede bak 40 nauwkeorig past tegen het eerste oppervlak 22 van de bakrand 20. I

Zoals het best is afgebeeld in fig. 4 en 9 heeft het wanddeel 42 van de tweede bak 40 een binnenopper-vlak 48 en een buitenoppervlak 50. Een flens 52 strekt zich 25 buitenwaarts vanaf het buitenoppervlak 50 uit.De flens 52 heeft een eerste deel 54 en een tweede deel 56, die zijn gescheiden door een scheidingswand 58. De scheidingswand 58 is aan een eind in έέη geheel verbonden met het wanddeel 42 en aan het andere eind met de flens 52. De scheidingswand 30 58 en het eerste deel 54 van de flens 52 vormen dus een groef, die opent naar het binnenoppervlak 48 van de plaat 40. Het tweede deel 56 van de flens 52 strekt zich buitenwaarts vanaf het eerste deel 54 en de scheidingswand 58 uit en eindigt in een rand 60.

35 Op soortgelijke wijze als de flens 30 van de eerste schotel heeft het eerste deel 54 van de flens 52 een binnenoppervlak 62. Zoals het best is afgebeeld in fig. 7 en 9 vormt het binnenoppervlak een opneemmiddel, dat is yoorzien van een eerste sectie 64 en een tweede sectie 66.

40 Ten opzichte van de flens 52 hellen de eerste en tweede sec- 8204341 -4- 9 tie 64 en 66 binnenwaarts naar het midden van de schijf.

Het tweede deel 56 van de flens 52 heeft een binnenoppervlak 68 dat een opneemmiddel vormt met een derde sectie 70 en een vierde sectie 72. Ten opzichte van de flens 52 hellen de der-5 de en vierde sectie 70 en 72 ook binnenwaarts naar het midden van de schijf. De in fig. 9 afgebeelde uitvoering toont spe-ciaal een eerste flenssectie 64 en een vierde flenssectie, die binnenwaarts helt volgens een hoek van 8° ten opzichte van de langsas van de flens 52 en een tweede flenssectie 66 10 en een derde sectie 72, die binnenwaarts helt volgens een hoek van 7° ten opzichte van de langsas van de flens 52. De tweede schotel 40 heeft dus tegenovergestelde opneemmiddelen aan het wanddeel 42.

De voetstukvormige basis 80 omvat een 15 centrale wand 82 met twee einddelen 83, 85. Een zich in de dwarsrichting uitstrekkende verdeelwand 84 scheidt de basis 80 in twee compartimenten met verschillende afmetingen.

De buitenomtrek van elk einddeel 83, 85 van de basis is voorzien van een pasfUens 86, 94 met een buitenoppervlak 88, 20 96, die eindigt in een rand 90 respectievelijk 98. De compartimenten kunnen worden gebruikt voor het bewaren en trans-porteren van voedingsmiddelen, wanneer ze zijn afgesloten met een afsluitmiddel 99 zoals is afgebeeld in fig. 11 en 12.

Bij voorkeur zijn de schotels of bakken 25 12, 40 en de basis 80 gevormd uit stijve kunststofmaterialen, zoals polyethyleen of polypropyleen met hoge dichtheid. Opgemerkt wordt, dat een deksel (niet afgebeeld) uit polyethyleen of polypropyleen met lage dichtheid ook kan worden gebruikt als afsluitmiddel.

30 Nu verwijzend naar fig. 1-4 is een uit- voeringsvorm van het schotelstel afgebeeld, waarin de basis 80 is geplaatst onder de eerste bak 12. Zoals het best is afgebeeld in fig. 4 en 10 is de pasflens 86 met snapwerking passend aangebracht in de flens 30. De helling van de eerste 35 sectie 35 maakt het mogelijk, dat de pasflens 86 aanvankelijk gemakkelijk past in de flens 30. De helling van de tweede sectie 38 is aangebracht aan de pasflens 86,zodat een snappassing wordt verkregen. In de gemonteerde stand grijpt het buitenoppervlak van de pasflens 86 dus aanliggend aan op de 40 tweede sectie 38 en grijpt de pasflensrand 90 aanliggend aan 8204341 ; -5- op het buitenoppervlak 28 van de dienschotel 12. De tweede schotel 40 kan warden gel|rulkt als deksel om de voedingsmid-delen te b^cn#rs)en voorafgaand aan het opdienen.

*< Hoewe| dit niet is afgebeeld in een afzon- . ./ \ |fr. : - - i:.

5 derlijket|kenin^/ zal hat duidelijk zijn, dat de tweede bak 40 kan worden gebruikt ipplaats van de eerste bak 12, daar het biimen^pejrvlak van het eerste deel van de flens 52 iden-tiek is aaar het binnenoppervlak van de flens 30. Opgemerkt wordt, dat ^ aijwand 16 lager is dan de zijwand 44,zodat de 10 eerste in tweede bak verschillende inhouden hebben. Voor sommigetoepaesingen kan het dus handiger zijn om de bak 40 - V '''"V Ϊ met hogere jzi jwand en grotere inhoud te bevestigen op de basis 80 en de ef3TSt& bak 12 ta gebruiken als deksel.

-I;.: '· & t. Ook w$rdt opgemerkt/ dat wanneer de basis 15 80 is bpve^bl^t op de schotel 12 of :40 zoals is afgebeeld in fig. 4 een afgesloten coppartiment wordt gevormd. Deze hou-der kan wogdengdbruikt pm een verwarmings- of koelmiddel op te nemen vborhet verwanten of koelen van de voedingsmiddelen die worden opgediend. Andere substanties zouden kunnen worden 20 geplaatst in het con$>artiment om het gewicht te verhogen, het-geen de basis stabieler zou maken.

Pig. 5,6 en 7 tonen het schotelstel met de tweede schotel 40 geplaatst onder de basis 80, zodat een dien-stel met dubbel niveau wordt gevormd. De eerste schotel 12 is 25 geplaatst op de basis 80, zoals eerder is besproken. De pas-flens 94 is met een pers- of snapwerking passend aangebracht in de groef, die is gevormd door de scheidingswand 58 en de flens 52. In de gemonteerde stand grijpt het buitenoppervlak 96 van de flens 94 aanliggend aan op de tweede sectie 66 van 30 de flens 52 en grijpt de flensrand 98 aanliggend aan op de scheidingswand 58. In soimnige gevallen kan het wenselijk zijn een basis met grote diameter te hebben om te verzekeren, dat het stel niet kantelt tijdens gebruik. In een dergelijke si-tuatie is het mogelijk de tweede schotel met de rand 46 omlaag 35 gekeerd t* plaatsen. De pasflens 94 grijpt aan op de derde sectie van de flens 52 met een snappassing, zoals eerder in detail is besproken.

Nog ehh andere uitvoeringsvorm van het dienschotelstel bestaat hierin, dat de basis 80 is geplaatst £}i . ; <?i>:,-- : ES--.

40 in de grpef aanhet binn#ioppervlak 48 van de tweede schotel.

• i -6- < zoals is afgebeeld in fig. 7. Inplaats van bevestiging van de eerste schotel 12 wordt de basis 80 onbedekt gelaten.

De basis vormt aldus een geschikt onderdeel voor het opdienen van dipsaus of dergelijke. De verdeelwand 84 scheidt de basis 5 in twee compartimenten van verschillende afmetingen, die elk kunnen worden gebruikt daar de pasflenzen 86 en 94 identiek zijn.

De uitvinding is niet beperkt tot de be-schreven uitvoeringsvormen, die binnen het kader van de uit-10 vinding gewijzigd kunnen worden.

8204341

Claims (9)

1. Dienstel, gekenmerkt door een bak met een wanddeel en omtreks zi jwanden, een basis met ten minste δέη pasflens en tegengestelde eerste en tweede opneem-middelen op het wanddeel, die zijn geplaatst om de pasflens 5 op te nemen, zodat de bak op loaneembare wljze in meerdere standen kan worden bevestigd op de basis.

2. Dienstel volgens conclusie 1, m e t het " ft’1'" """ 4 " k'enmerk* dat het wanddeel een binnenoppervlak en een buitenoppervlak heeft en het eerste en tweede opneemmiddel 10 zijn geplaatst op het buitenoppervlak.

3. Dienstel volgens conclusie 2, m e t het k e n m e r k, dat het eerste en tweede opneemmiddel een gemeenschappelijke flens hebben, die is gescheiden door een scheidingswand.

4. Dienstel volgens conclusie 3, m e t het k e n m e r k, dat de gemeenschappelijke flens is voorzien van een bij de scheidingswand liggende sectie, die aanliggend aah^rijpt op de pasflens.

5. Dienstel volgens conclusie 4, m e t 20. e t ken m e r k, dat de basis is voorzien van een centra le wand# die een houder vormt, waarbij de centrale wand twee einddeXen heeft, die elk zijn voorzien van een daarmee verbonden ^isflens.

6. Dienstel volgens conclusie 5, m e t 25. e t k e n m e r k, dat het dienstel is voorzien van nog een bak me^ een wanddeel met een opneemmiddel daaraan, waarbij het eerste opneemmiddel van de ene bak losneembaar kan worden verl^ondiui met een vein de pasflenzen en op het opneemmiddel van de andere bak losneembaar kan worden verbonden 30 met de andere pasflens, zodat een dienstel met dubbel niveau wordt gevormd.

7. Dienstel, gekenmerkt door een bak met een wanddeel en omtreks zi jwanden, ten minste den op-neemmiddel op hetwanddeSl, een basis met een centrale wand 35 en een dwarse scheidingswand, die een houder vormt, waarbij de central^ wand twee eiqddelen heeft, waarvan ten minste den een deusrme^ verbonden pasflens heeft, waarbij het opneemmiddel is geplaatStomdS pasflens op zodanige wijze op te nemen, 82iAA 4 vV.i-v· % . .-.1¾ -v. Jt , -8- « · dat de bak op losneembare wijze kan worden bevestigd aan de basis en in de gemonteerde stand het wanddeel en de basis een gesloten houder vormen.

8. Dienstel volgens conclusie 7, m e t 5 het kenmerk, dat elk van de einddelen van de cen-trale wand een pasflens heeft en de dwarse verdeelwand de basis in twee compartimenten scheidt.

9. Dienstel volgens conclusie 8, m e t het kenmerk, dat de dwarse scheidingswand zo is ge- 10 plaatst, dat de compartimenten verschillende inhouden hebben. 8204341