NL8203638A - Scheidingsfilter voor toepassing bij een kleurentelevisieontvanger. - Google Patents

Description

I C/Ca/ar/1469 — ~ %

Scheidingsfilter voor toepassing bij een kleurentelevisieont-vanger

De uitvinding heeft betrekking op een scheidingsfilter voor toepassing bij een kleurentelevisieontvanger, | en raeer in het bijzonder op een dergelijk filter voor afschei- ding van de luminantiecomponent en de chrominantiecomponent 5 uit een samengesteld kleurenvideosignaal? nog raeer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een dergelijk filter, dat in staat is om de genoemde coraponenten zelfs in geval van ontbreken van verticale correlatie in het samengestelde kleurenvideosignaal zonder aanzienlijk kwaliteitsverlies af te schei-10 den.

Voor de afscheiding van de luminantiecomponent en de chrominantiecomponent uit een samengesteld kleurenvideosignaal van bijvoorbeeld het NTSC- type wordt tot nog toe meestal. een bandfilter toegepast. Bij de daardoor verkregen 15 signaalcomponent-afscheiding worden alle luminantiesignaalcom-ponenten binnen een frequentieband van bijvoorbeeld 3,58 MHz + 500 kHz beschouwd als tot de chrominantiesignaalcomponent te behoren, zodat de bij een plotselinge verandering van de lumi-! nantiesignaalcomponent optredende, hogere frequenties daarvan 20 met de chrominantiesignaalcomponent.gemengd worden, hetgeen tot een beeldkwaliteitsvermindering leidt, welke wel wordt aan-geduid als "cross-color”.

Daarnaast kent men een zogenaamd "kamfilter", dat gebruik -maakt van de verticale correlatie op het beeld-25 scherm en voorts van het feit, dat de fase van het hulpdraag-golfsignaal van de chrominantiecomponent bij iedere beeldregel-aftastperiode omkeert.

Fig. 1 van de bijbehorende tekening toont het principeblokschema van een dergelijk kamfilter. Daarbij 30 wordt een via een ingangsaansluiting 101 ontvangen ingangs- videosignaal zowel rechtstreeks als via een vertragingsscha- keling 104 met een aan de beeldregelaftastperiodeduur (1H) gelijke vertragingsduur toegevoerd aan een optelschakeling 102 en een aftrekschakeling 103. De uitgangssignalen van de beide 35 laatstgenoemde schakelingen komen via resoectieve verzwakkers

BAD ORIGINAL

8203638 -2- 105 en 106, welke ieder het niveau van een,ontvangen signaal tot de helft terugbrengen, ter beschikking aan respectieve uitgangsaansluitingen 107 en 108.

Bij een op dergelijke wijze uitgevoerde 5 kamfilterschakeling eliraineert de optelschakeling 102 de chrominantiecomponent en levert aan de uitgangsaansluiting 107 de luminantiecomponent, terwijl de aftrekschakeling 103 de luminantiecomponent- elimineert en aan de uitgangsaansluiting 108 de chrominantiesignaalcomponent doet verschijnen.

10 Indien een dergelijke kamfilterschakeling echter een signaal krijgt toegevoerd, waarin, zoals Fig. 2A laat zien, het niveau van de luminantiecomponent constant is en halverwege een chrominantiecomponent is toegevoegd (derde aftastbeeldregel k; in Fig. 2 vertegenwoordigt de peil steeds 15 het niveau van de luminantiecomponent en vertegenwoordigt de kromme steeds de chrominantiecomponent), zal de chrominantiecomponent van de derde aftastbeeldregel k geen verticale corre-latie vertonen, zodat het signaal kwaliteitsverlies ondergaat.

; Dit wil zeggen, dat. hoewel aan de uitgangsaansluiting 107 de 20 luminantiecomponent volgens Fig. 2B verschijnt, de chrominantiecomponent op de derde aftastbeeldregel k blijft, waardoor een stippen interferentiepatroon wordt veroorzaakt. Aan de uitgangsaansluiting 108 verschijnt de .chrominantiecomponent volgens Fig. 2C, doch het.niveau van de chrominantiecomponent op 25 de derde aftastbeeldregel k is afgenomen, zodat de verticale resolutie van de chrominantiecomponent is verminderd.

De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel, een scheidingsfilter te verschaffen, dat deze nadelen | van de werking van een kamfilter kan wegnemen.

30 Voorts stelt de uitvinding zich ten doel, een scheidingsfilter te verschaffen, dat in het bijzonder ge-schikt is voor .toepassing bij een kleurentelevisieontvanger.

Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een scheidingsfilter, dat een vermindering van 35 de verticale resolutie van een chrominantiesignaalcomponent kan verhinderen.

| Nog een ander doel van de uitvinding is het BAD ORIGWAEcka:i^en van een scheidingsfilter, waarmee de extractie van | 8203638 -3- een luminantiesignaalcomponent zonder vorming van een stippen interferentiepatroon mogelijk is.

Weer een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een scheidingsfilter, dat zowel bij de 5 werking van analoge als van gedigitaliseerde signalen kan worden toegepast.

Daartoe verschaft de uitvinding een scheidingsfilter met de .volgende componenten: a. een bandfilter voor ontvangst van een 10 samengesteld kleurenvideosignaal, van welk bandfilter een reso-nantiefrequentie de waarde van de chrominantiehulpdraaggolf-signaalfrequentie heeft, b. met de uitgang van het bandfilter gekop-pelde, eerste middelen voor opwekking en afgifte van een eerste 15 en een tweede signaal van dezelfde fase doch verschillende tijd-relatie, en c. tweede middelen voor vergelijking van de niveau's van het eerste en het tweede signaal met het niveau van een referentiesignaal en voor afgifte van het vergeleken 20 eerste of tweede signaal waarvan het niveau het dichtst bij dcit van het referentiesignaal ligt. De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening van enige uitvoeringsvormen, waartoe de uitvinding zich echter niet beperkt. In de tekening tonen: 25 Fig. 1, een blokschema van een kamfilter- schakeling van gebruikelijk type,

Fig. 2A-2C, enige golfvormen ter verduide-| lijking van de werking van de kamfilterschakeling volgens Fig. 1,

Fig. 3-5,.enige schematische weergaven ter 30 verduidelijking van een eerder door de uitvinders van de onder-havige uitvinding voorgestelde filterschakeling,

Fig. 6, een schematische weergave ter ver-duidelijking van de uitvinding,

Fig. 7, een blokschema van een uitvoerings-35 vorm van een scheidingsfilter volgens de uitvinding,

Fig. 8-12, enige schematische weergaven ter verduidelijking van het scheidingsfilter volgens Fig. 7, BAD 0RIG'^ Q 3 6 3 8 -4-

Fig. 13, enige golfvormen ter verduidelij-king van de werking van het scheidingsfilter volgens de uit-vinding,

Fig. 14, een. schema van een praktische uit-5 voeringsvorm van de filterschakeling volgens Fig. 7,

Fig. 15, een blokschema van een andere uit-voeringsvorm van een scheidingsfilter volgens de uitvinding,

Fig. 16, een blokschema van een uitvoerings-vorm van een schakeling volgens de uitvinding voor afscheiding 10 van de chrominantiecomponent en de luminantiecomponent hit een samengesteld kleurenvideosignaal,

Fig. 17, een blokschema van een verdere uit-voeringsvorm van een scheidingsfilter volgens de uitvinding, waarbij een kamfilter wordt toegepast, 15 Fig. 18, een blokschema van een andere uit- voeringsvorm van een scheidingsfilter volgens de uitvinding, waarbij een vertragingsschakeling wordt toegepast,

Fig. 19A-19G, enige golfvormen ter verdui-delijking van de werking van het scheidingsfilter volgens Fig.18 20 en

Fig. 20, een blokschema van een verdere uit-.voeringsvorm van de uitvinding.

Eerst wordt opgemerkt, dat de werking van filters van gebruikelijk type kan wordt beschreven als de om-25 zetting door Fourier-transformatie van een met de tijd veran-derend signaal in een met de frequentie veranderend signaal voor uitfiltering van een frequentiecomponent. De bij de onder-havige uitvinding betrokken uitvinders hebben reeds een filter voorgesteld (zie de aanvrage 82.02998), waarbij een met de'tijd 30 veranderend signaal wordt omgezet in een ruimte met een bepaald verdelings- of spreidingspatroon, waarbij afwijkingen van dit patroon de beoogde filterwerking mogelijk maken. De onderhavige uitvinding is gebaseerd op een dergelijke benadering.

In verband daarmede zal voorafgaande aan een 35 gedetailleerde beschrijving van de onderhavige uitvinding eerst aan de hand van de figuren 3-5 een uitvoeringsvoorbeeld van een filter volgens het eerder door de uitvinders voorgestelde type BAD ORKSRtfife11 beschreven. Daartoe wordt eerst een zogenaamde "patroon- | 8203638 -5- ruimte" (pattern space) beschreven.

Indien een bijvoorbeeld een volledig video-beeld (twee beeldrasters) oravattend televisiesignaal wordt ge-dacht te bestaan uit m beeldelementen in de horizontale of 5 beeldregelaftastrichting en .n beeldelementen in de verticale richting en indien de amplitude van ieder dergelijk beeldele-ment wordt beschreven als f r waarin i groter dan of i gelijk aan 1 doch kleiner dan m is (l^i^m) en j groter dan of gelijk aan 1 doch kleiner dan n is (l^j^n), kan een der-10 gelijk televisiesignaal worden beschouwd als een verzameling van k (m.n) opeenvolgend gerangschikte elementen f .

Dit kan worden weergegeven als: F = (f±rf2'* * **fk>' waarin fl = f(xi^i) 15 m £k = f(xm'yn!

Een dergelijk 66n videobeeld omvattend televisiesignaal kan worden beschouwd als een k-dimensionale vector F.

Een meer-dimensionale ruimte, waarin de 20 signaalniveau's op verschillende tijdstippen door vectoriele weergave op basis van de aan de verschillende dimensies toe-gevoegde assen worden. uitgedrukt, vormt de hiervoor genoemde "patroon ruimte".

25 Zo kan een drie-dimensionale patroonruimte * Ί worden gedefinieerd op basis van de signaalniveau's ft_^, ft, ^t+i t 2-^t^k-l) in drie bi jeengeiegen pun ten.

Fig. 3 toont in perspectief een dergelijke driedimensionale patroonruimte, waarin de respectieve vectoren 30 worden weergegeven door gewenste punten binnen ruimten, welke zijn omsloten door de maximale signaalniveau's.

In deze driedimensionale patroonruimte vormt een lijn, welke de oorsprong O van het assenstelsel met een punt P van maximale vectorlengte verbindt, een aanwijzing, dat 35 ft-l= ft = ft+l* j Het in Fig. 4A gearceerd getekende vlak ver- tegenwoordigt f 1 = Φ f +^. Het in Fig. 4B gearceerd gete-BAD ORIGlKft£e vlak vertegenwoordigt f ^ f ffc = ft+1· Deze weergaven 8203638 -6- vertegenwoordigen discontinue, stapsgewijze signaalniveauveran-deringen.

Het in Fig. 4C gearceerd getekende vlak ver-tegenwoordigt ft-1 = ffc+1 ^ ft en vormt een aanwijzing, dat 5 het signaal een plotselinge niveauverandering ondergaat.

Indien deze driedimensionale patroonruimte wordt beschouwd vanuit de richting, waarin de lijn 0-P zich uitstrekt, krijgt men het beeld volgens Fig. 5, waarin de binnen de verschillende deelruimten gelegen signalen aan hun buiten-10 rand op de in deze figuur weergegeven wijze verandearenr Ίή Fig.5 is de genoemde lijn O-P volgens Fig. 3 afgebeeld als de oor-sprong (van de afbeelding volgens Fig. 5); het in Fig. 4A gearceerd getekende vlak wordt afgebeeld door een as A? het in Fig. 4B gearceerd getekende vlak wordt afgebeeld door een as 15 B en het in Fig. 4C gearceerd getekende vlak wordt afgebeeld door een as C.

Opgemerkt wordt, dat bij een kleurenvideo-signaal van het NTSC-type de chrominantiecomponent wordt ge-vormd door een met een chrominantiesignaal gemoduleerd chro-20 minantiehulpdraaggolfsignaal met een frequentie van 3,58Mhz.

In verband daarmee worden signaalwaarden in drie punten met intervallen van 140n sec. gekozen, overeenkomende met de helft van de golflengte van het chrominantiehulpdraaggolfsignaal; de signaalwaarden of -niveau's in deze drie punten worden ge-25 bruikt voor het vormen van een patroonruimte.

Bij het hier beschreven geval keert de chrominantiesignaalcomponent bij iedere 140n sec., van fase om. Als gevolg daarvan, en als met kruistekens (X) in Fig. 6, is de chrominantiecomponentenverdeling geconcentreerd nabij een 30 lijn c-f binnen de patroonruimte.

Daarentegen ondergaat de luminantiesignaal-component bij .ieder interval van ongeveer 140n sec; nauwelijks ; enige verandering; de luminantiesignaalcomponent vertoont een zeer sterke correlatie, hetgeen tot gevolg heeft, dat de lumi-35 nantiesignaalcomponentenverdeling binnen de patroonruimte is geconcentreerd nabij een lijn a-h, zoals met cirkels (O) in Fig. 6 is aangeduid.

! Dit heeft tot gevolg, dat "afzonderlijke"

I BAD ORIGINAL

8203638

Iafscheiding van de chrominantiesignaalcomponent mogelijk is door "onderdrukking" van de niet onmiddellijk nabij de lijn c-f gelegen deelruimten van de patroonruimte. De onderhavige uit-vinding is in het bijzonder. gericht op de afscheiding van de 5 chrominantiesignaalcomponent op deze wijze. Dit zal nu aan de I hand van de bijbehorende tekening voor enige uitvoeringsvormen worden verduidelijkt.

Fig. 7 toont een principeblokschema van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding van een dergelijk schei-10 dingsfilter. Daarbij wordt een via een ingangsaansluiting 1 ontvangen, samengesteld kleurenvideosignaal toegevoerd aan een bandfliter 2, dat een signaal met een frequentieband van 3,58mHz ώ + 500 kHz doorlaat. Het aldus doorgelaten signaal wordt toege- voerd aan een serieketen van twee vertragingsschakelingen 3 en4, I 15 ieder met een vertragingsduur van 14On sec. Bovendien worden het door het bandfiIter 2 doorgelaten signaal en het door de vertragingsschakeling 4 afgegeven signaal aan respectieve om- keerschakelingen 5 en 6 toegevoerd.

*1 De toepassing van deze omkeerschakelingen 120 5 en 6 heeft tot gevolg, dat de assen A en C van de patroon ruimte volgens Fig. 6 van rol verwisselen, zoals Fig. 8 laat zien, waarbij de chrominantiesignaalcomponentenverdeling nabij de lijn a-h terecht komt, terwijl de luminantiesignaalcompo-nentenverdeling nabij de lijn c-f terecht komt.

25 De uitgangssignalen van de omkeerschakelingen 5 en 6 en van de vertragingsschakeling 3 worden enerzijds toegevoerd aan logische berekenings- of bewerkingsschakelingen 7,8 en 9, welke hierna eenvoudigweg zullen worden aangeduid als MAX-schakelingen en ieder uit de aangeboden signalen het 30 signaal van maximale waarde uitkiezen, respectievelijk door-laten, en anderzijds aan logische berekenings- of bewerkingsschakelingen 10,11 en 12, welke hierna eenvoudigheidshalve als MIN-schakelingen zullen worden aangeduid en ieder uit de aangeboden signalen het signaal van minimale waarde uitkiezen, 35 respectievelijk doorlaten. Aan de verschillende logische be-~ werkingsschakelingen 7-12 wordt via een aansluiting 13 een re-ferentiespanning van 0 volt toegevoerd.

De MAX-schakelingen 7-9 leveren de delen

BAD ORIGINAL

8203638 -8- van positieve polariteit van de ontvangen signalen, terwijl de MIN-schakelingen 10-12 delen van negatieve polariteit van de ontvangen signalen afgeven. Daardoor worden de patroonruim-ten volgens de Fig. 9A,9B en de Fig. 10Ά,10B gevormd.

5 De van de MAX-schakelingen 7-9 afkomstige signalen worden toegevoerd. aan een MIN-schakeling 14, terwijl de van de MIN-schakelingen 10-12 afkomstige signalen worden toegevoerd aan een MAX-schakeling 15.

Door deze logische bewerkingen worden deel-10 ruimten van de.patroonruimteir onderdrukt, zoals de Fig. 9C, 9D en 10C, 10D laten zien. Daarbij bevatten de onderdrukte deel-ruimten een aanzienlijk aantal luminantiesignaalcomponenten, zodat onderdrukking van luminantiecomponenten plaats vindt en afgifte van chrominantiecomponenten volgt. Deze laatstgenoem-15 den van positieve en negatieve polariteit worden door middel van een optelschakeling 16 bij elkaar opgeteld en komen in die vorm ter beschikking aan een uitgangsaansluiting 17.

Vervolgens zal de werking van de uitvoerings-vorm volgens Fig. 7 worden beschreven. Eerst zal aan de hand 20 van de Fig. 11A-11G de situatie worden beschreven, waarin aan de ingangsaansluiting 1 een zuivere chrominantiecomponent wordb toegevoerd. Aangezien bij een samengesteld kleurentelevisie-signaal van het NTSC-type de chrominantiehulpdraaggolfsignaal-frequentie gewoonlijk 3,58MHz bedraagt, waarbij een golflengte 25 overeenkomt met 280n sec., zullen het aan de ingangszijde van de vertragingsschakeling 3 verschijnende signaal a, het aan de uitgangszijde van de vertragingsschakeling 3 verschijnende sig- naal b en het aan de uitgangszijde van de vertragingsschakeling 4 verschijnende signaal c de respectieve gedaanten volgens Fig. 30 11A vertonen. De signalen a en c van het drietal worden toege voerd aan de respectieve omkeerschakelingen 5 en 6, zodat de respectieve signalen a, b en c resulteren, zoals Fig. 11B laat zien. Wanneer deze signalen a, b en c aan de respectieve MAX-schakelingen 7-9 worden toegevoerd, zullen deze laatstgenoem-35 den de respectieve signalen a', b' en c' volgens Fig. 11C afgeven, terwijl de gelijktijdige toevoer van de signalen a,b en c aan de respectieve MIN-schakelingen 10-12 tot gevolg heeft BADOR'§'n 3 6 3 8 i -9- dat deze laatstgenoemden de respectieve signalen a", b" en c" volgens Fig. 11D afgeven.

De van de MAX-schakelingen 7-9 afkomstige signalen a',b' en c' worden toegevoerd aan de MIN-schakeling 5 14, welke het signaal e volgens Fig. HE afgeeft. De van de MIN-schakelingen 10-12 afkomstige signalen a",b" en c" worden toegevoerd aan de MAX-schakeling 15, welke het signaal f volgens Fig. 11F afgeeft. De signalen e en f worden door de op-telschakeling 16 bij elkaar opgeteld tot het uitgangssignaal 10 g volgens Fig. 11G, dat aan de uitgangsaansluiting 17 ter be-schikking komt.

Het voorgaande wil zeggen, dat een chromi-nantiesignaalcomponent zonder enige kwaliteitsvermindering aan de uitgangsaansluiting 17 ter beschikking komt.

15 Vervolgens zal de werking van de uitvoerings- vorm volgens Fig. 7 worden beschreven voor het geval, waarin het aan de ingangsaansluiting 1 verschijnende, samengestelde kleurentelevisiesignaal uitsluitend uit een zuivere luminantie-component bestaat; dit geval zal worden beschreven aan de hand 20 van de Fig. 12A-12G. Daarbij vertonen het aan de ingangszijde van de vertragingsschakeling 3 verschijnende signaal a, het aan de uitgangszijde van de vertragingsschakeling 3 verschijnen-de signaal b en het aan de uitgangszijde van de vertragingsschakeling 4 verschijnende signaal b en het aan de uitgangs-25 zijde van de vertragingsschakeling 4 verschijnende signaal c de respectieve gedaanten volgens Fig. 12A, terwijl de aan de respectieve MAX-schakelingen 7-9 en MIN-schakelingen 10-12 toe te voeren signalen a,b en c de respectieve gedaanten volgens Fig. 12B zullen hebben. De uitgangssignalen a',b' en c' 30 van de respectieve MAX-schakelingen 7-9 krijgen de gedaanten volgens Fig. 12C, terwijl de uitgangssignalen a",b" en c" van de respectieve MIN-schakelingen 10-12 de gedaanten volgens Fig. 12D aannemen. Het uitgangssignaal e van de MIN-schakeling 14 heeft derhalve de waarde 0, zoals Fig. 12E laat zien, ter-35 wijl het uitgangssignaal f van de MAX-schakeling 15 eveneens de waarde 0 heeft, zoals Fig. 12F laat zien, zodat het aan de uitgangsaansluiting 17 verschijnende uitgangssignaal g van de BADORIGWOtt^lschakeling 16 eveneens de waarde 0 heeft, zoals Fig. 12G laat zien. 8 2 0 3 6 3 8 -10-

Dit wil zeggen, dat in de beschreven scha-keling onderdrukking van de luiainantiesignaalcomponent plaats vindt, zodat deze niet.aan de uitgangsaansluiting 17 verschijnt.

Vervolgens zal de werking van de uitvoerings-5 vorm volgens Fig. 7 worden beschreven voor het geval van een samengesteld kleurenvideosignaal met een met elkaar gemengde luminantiecomponent en chrominantiecomponent? daartoe wordt ver-wezen naar de Fig, 13A-13G. Het aan de ingangszijde van de ver-tragingsschakeling 3 verschijnende signaal a, het aan de uit-10 gangszijde van de vertragingsschakeling 3 verschijnende signaal b en het aan de uitgangszijde van de vertragingsschakeling 4 verschijnende signaal c krijgen daarbij de respectieve gedaanten volgens Fig. 13A, zodat de aan de respectieve MAX-schakelingen 7-9 en MIN-schakelingen 10-12 toe te voeren signalen a,b en c 15 de respectieve gedaanten volgens Fig. 13B krijgen.

De uitgangssignalen a’,b’ en c1 van de respectieve MAX-schakelingen 7-9 krijgen de gedaanten volgens I Fig. 13C, terwijl de uitgangssignalen a",b" en c" van de res pectieve MIN-schakelingen 10-12 de gedaanten volgens Fig. 13D 20 krijgen. Het uitgangssignaal e van de MIN-schakeling 14 krijgt j dan de gedaante volgens Fig. 13E, terwijl het uitgangssignaal f van de MAX-schakeling 15 de gedaante volgens Fig. 13F krijgt, zodat het uitgangssignaal g van de optelschakeling 16 de gedaante volgens Fig. 13G aanneemt; dit wil zeggen, dat aan de 25 uitgangsaansluiting 17 de zuivere chrominantiesignaalcomponent zonder enige luiainantiesignaalcomponent sverschijnt.

Op de hier beschreven wijze vindt onderdrukking of uitfiltering van de luiainantiesignaalcomponent plaats, dat wil zeggen afscheiding van de chrominantiesignaal-| 30 component. Aangezien bij toepassing van de uitvinding de signaal- uitfiltering plaats vindt op basis van eventuele vervorming van de genoemde patroonruimten, wordt de luminantiecomponentelimina-tie verkregen zonder enige nadelige belnvloeding van de chrominantiecomponent,. zodat een zeer bevredigende afscheiding van 35 de chrominantiecomponent wordt verkregen.

Bij de toepassing van een kamfilterschakeling van gebruikelijk type vormt de vertragingsschakeling met een BAD ORWMN/SE31 beeldregelaftastperiodeduur gelijke vertragingsduur van j 8203638 I Η -11- 1H een betrekkelijk grote en kostbare component. Volgens de uitvinding behoeft een dergelijke vertragingsschakeling met een vertragingsduur van 1H echter niet te worden toegepast, zodat een schakeling van aanzienlijk compactere vorm en aan-5 zienlijk geringere kosten wordt verkregen.

I Fig. 14 toont het schema van een practische uitvoeringsvorm van een scheidingsfilter volgens de uitvinding.

Deze practische uitvoeringsvorm bevat drie schakelingen met ieder een paar transistoren 21a,22a;21b,22b; 10 en 21c,22c van het pnp-type. De collectors van de transistoren zijn gemeenschappelijk geaard, terwijl de emitters van ieder paar transistoren met elkaar zijn doorverbonden en voorts via IB respectieve weerstanden 23a,23b en ,23c zijn gekoppeld met een B voedingsspanningsaansluiting 24 van de potentiaal V ; boven-

CC

B 15 dien zijn de emitter paren van de genoemde schakelingen met de B bases van de respectieve transistoren 25a,25b en 25c van het npn B type verbonden. De collectors van deze transistoren zijn ver- IB bonden met de voedingsspanningsaansluiting 24, terwijl de emitte.

B met elkaar zijn doorverbonden, via een weerstand 26 zijn geaard B 20 en via een weerstand 27 met een uitgangsaansluiting 17 zijn ge- B koppeld.

B Voorts bevat deze uitvoeringsvorm drie B schakelingen met respectieve paren transistoren 31a, 32a;31b, B 32b; en 31c,32c van het npn-type. De collectors van de verschil- W 25 lende transistoren zijn met de voedingsspanningsaansluiting 24 verbonden, terwijl de paarsgewijze met elkaar doorverbonden I emitters van de schakelingen via respectieve weerstanden 33a, 33b en 33c zijn geaard en voorts met de bases van respectieve transistoren 35a, 35b en 35c zijn verbonden. De collectors van 30 deze transistoren 35a-35c zijn geaard, terwijl de met elkaar doorverbonden emitters van de transistoren via een weerstand 36 met de voedingsspanningsaansluiting 24 zijn gekoppeld en via een weerstand 37 eveneens met de uitgangsaansluiting 17 zijn gekoppeld.

r 35 De bases van de transistoren 21a, 31a;21b, 131b; en 21c,31c zijn via respectieve capaciteiten 4la,41b en 41c gekoppeld met respectievelijk de ingangszijde van de omkeer- BAD ORIGII^^^g 5, de uitgangszijde van de vertragingsschakeling 3 -12- en de ingangszijde van de omkeerschakeling 6 (zie de aandui-dingen a, b en c onderaan in Fig. 14) en voorts via respectie-ve weerstanden 42a,42b en 42c . paarsgewijze gekoppeld met een voedingsspanningsaansluiting 34 van de potentiaal 1/2V . De 5 bases van de transistoren 22a,22b,22c,32a,32b en 32c zijn voorts gemeenschappelijk met de voedingsspanningsaansluiting 34 ver-bonden.

Bij de practische uitvoeringsvorm volgens Fig. 14 vormen de respectieve transistorparen 21a,22a; 21b,22b; 10 en 21c,22c de respectieve MIN-schakelingen 10-12 volgens Fig. 7, terwijl de transistorparen 31a,32a;31b,32b;31c,32c de respectieve MAX-schakelingen 7-9 volgens Fig. 7 vormen. In de ver-schillende schakelingen 7-12 wordt derhalve het ingangssignaal steeds vergeleken met een referentiespanning. ter waarde 1/2V , 15 waarbij hetzij het kleinste, hetzij het grootste signaal wordt ! doorgelaten. De transistoren’25a-25c.vormen de MAX.-schakeling 15 volgens Fig. 7, terwijl de transistoren 35a-35c de MIN-scha-keling .14 vormen. Bovendien vormen de reeds genoemde weerstanden 26,27,36 en 37 de optelschakeling 16, waarin de signalen 20 met een hogere waarde dan 1/2V en een lagere dan deze waarde

CC

bij elkaar worden opgeteld, zodat zij in opgetelde vorm ter beschikking komen aan de uitgangsaansluiting 17.

Fig. 15 toont een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij voor dezelfde componenten als in 25 de Fig. 7 en 14 de respectieve zelfde verwijzingssymbolen zijn gebruikt. Bij de uitvoeringsvorm volgens Fig. 15 worden de van de.omkeerschakeling 5,.de vertragingsschakeling 3 en de omkeerschakeling 6 afkomstige signalen toegevoerd aan de MIN-schakeling 14 en de MAX-schakeling 15, waarna de uitgangssig-30 nalen van de.beide laatstgenoemde schakelingen in respectie-velijk de MAX-schakeling 7 en de MIN-schakeling 10 aan verge- ! lijking met de via de aansluiting 13 beschikbare referentie- ! ! spanning worden onderworpen. De uit deze respectieve vergelij- ; kingen resulterende uitgangssignalen worden opgeteld door de 35 optelschakeling 16.

Duidelijk zal zijn, dat de uitvoeringsvorm volg^ens Fig. 15 eenzelfde resultaat als did volgens Fig. 7 le- bad oRiGum 8 2 0 3 6 3 8 -13-

Fig. 16 toont het blokschema van een uit-voeringsvorm volgens de uitvinding van een scheidingsfilter voor afscheiding van zowel de chrominantiecomponent als de luminantiecomponent uit een samengesteld kleurentelevisiesig-5 naal. Daarbij wordt het via de ingangsaansluiting 1 ontvangen, samengestelde kleurenvideosignaal via een vertragingsschakeling 51 met een vertragingsduur van 140n sec. toegevoerd aan een af-trekschakeling 52,.terwijl de aan de uitgangsaansluiting 17 van een uitvoeringsvorm van het.type volgens Fig. 15 verschijnen-10 de chrominantiecomponent eveneens aan de aftrekschakeling 52 ' wordt toegevoerd, zodat aan de uitgangsaansluiting 53 slechts de luminantiecomponent resteert.

Aangezien bij de schakeling volgens Fig, 16 een zonder enige kwaliteitsvermindering gevormde chrominantie-15 component van het samengestelde videosignaal wordt afgetrokken, wordt op deze wijze een (resterende) luminantiecomponent ver-kregen, respectievelijk afgescheiden, welke vrij is van door een residu aan chrominantiecomponenten veroorzaakte stippen-| patrooninterverentie.

i 20 Fig. 17 toont nog een andere uitvoerings vorm van een scheidingsfilter voor afscheiding van de chrominantiecomponent tezamen met de luminantiecomponent, waarbij aanvullend een kamfilter wordt toegepast. Bij deze uitvoeringsvorm wordt het via de ingangsaansluxting 1 verschijnende, samen-25 gestelde kleurenvideosignaal toegevoerd aan de vertragingsscha-kelingen 61 en 62 met ieder een vertragingsduur van 1H, terwijl de aan de in'gangszijde van de vertragingsschakeling 61 en de uitgangszijde van de beide vertragingsschakelingen 61 en 62 verschijnende signalen met respectieve vermenigvuldigingsfacto-30 ren van -1/4, 1/2 en -1/4 aan een optelschakeling 63 worden toegevoerd, waardoor een kamfilter voor afscheiding van de chrorainantiesignaalcomponent wordt verkregen. Indien het uit-gangssignaal van een dergelijk kamfilter aan het scheidingsfilter volgens. de uitvinding wordt toegevoerd, is het mogelijk 35 tot afscheiding van een chrominantiesignaalcomponent van zeer bevredigende kwaliteit te komen.

Het scheidingsfilter volgens de uitvinding BAD ORIGigA^ 0 3 6 3 8 -14- kan bovendien worden uitgevoerd met behulp van een vertragings-schakeling met een vertragingsduur van 280n sec. Aangezien in dat geval de chrominantiesignaalcomponent in originele fase wordt herwonnen, behoeven de omkeerschakelingen 5 en 6 niet 5 te worden gebruikt.

Volgens de uitvinding kunnen voorts e§n of meer dan drie vertragingsschakelingen worden gebruikt voor ver-deling. van signaalcomponenten over tweedimensionale patroon-ruimten of meer- dan vier-dimensionale patroonruimten ter ver-10 krijging van filterwerking.

Fig. 18 toont een uitvoeringsvorm van een dergelijk scheidingsfilter met een vertragingsschakeling. Aangezien het schema volgens Fig.. 18 met d&t volgens Fig. 7 over-eenstemt met uitzondering van de vertragingsschakeling 4 en de 15 omkeerschakeling 6, wordt geen gedetailleerde beschirijving van de uitvoeringsvorm volgens Fig. 18 gegeven. Door middel van deze schakeling kan eveneens een zuivere chrominantiesignaalcomponent worden afgeleid.

De werking van de uitvoeringsvorm volgens 20 Fig. 18, waarbij aan een ingangsaansluiting 1 een samengesteld kleurenvideosignaal met een met elkaar gemengde luminantie-component en chrominantiecomponent wordt toegevoerd, zal nu | worden beschreven aan de hand van de Fig. 19A-19G.

i .

| In het hier.veronderstelde geval zullen 25 het signaal a aan de ingangszijde van de vertragingsschakeling 3 en het signaal b aan de uitgangszijde van de vertragingsschakeling 3 de respectieve' gedaanten volgens Fig. 19A hebben. Het aan de MAX-schakeling 7 en de MIN-schakeling 10 toe te voeren signaal a en het aan de MAX-schakeling 8 en de MIN-scha-30 keling 11 toe te voeren signaal b krijgen respectievelijk de gedaanten volgens Fig. 19B.

De -uitgangssignalen a' en b' van de beide schakelingen 7 en 8 krijgen dan de gedaanten volgens Fig. 19C, terwijl de uitgangssignalen a" en b" van de schakelingen 10 en 35 11 de gedaanten volgens Fig. 19D krijgen.

Als gevolg van het voorgaande zal het uit-gangssignaal e van de MIN-schakeling 14 de gedaante volgens BAD ORl€ftHAL19E hebben, terwijl het uitgangssignaal f van de MAX- I. 820 3 6 3 8 -15- schakeling 15 de gedaante volgens Fig. 19F heeft. Het uitgangs-signaal van de· optelschakeling 16 krijgt dan de gedaante volgens Fig. 19G, hetgeen wil zeggen, dat aan de uitgangsaanslui-ting 17 de zuivere chrominantiesignaalcomponent zonder enige I 5 luminantiesignaalcomponent verschijnt.

Fig. 20 toont nog een verdere uitvoerings-vorm van de uitvinding. Aangezien de schakeling van deze uit-voeringsvorm grotendeels met die volgens Fig. 15 overeenkomt, dat wil zeggen slechts met uitzondering van de vertragings-10 schakeling 4 en de omkeerschakeling 6, zal deze uitvoerings-vorm niet in details worden beschreven; volstaan wordt met op te merken, dat de schakeling volgens Fig. 20 hetzelfde resul-taat als die volgens Fig. 18 heeft.

Tenslotte wordt nog opgemerkt, dat de uit-15 vinding kan worden toegepast bij signaalbewerking van zowel analoge als digitale signalen.

De uitvinding beperkt zich niet tot de in het voorgaande beschreven en in de tekening weergegeven uit-| voeringsvormen. Verschillende wijzigingen kunnen in de beschre- 20 ven details en in hun onderlinge samenhang worden aangebracht, ! zonder dat daarbij het kader van de uitvinding wordt overschre- den.

.

BADOR.G"^2 0 3 6 3 8

Claims (6)

1. Scheidingsfilter, gekenmerkt door: a. een bandfilter voor ontvangst van een samengesteld kleurenvideosignaal, van welk bandfilter een re-sonantiefrequentie dezelfde waarde als de chrominantiehulp- 5 draaggolffrequentie heeft, b. met de uitgang van het bandfilter gekoppelde, eerste middelen voor opwekking en afgifte van een eerste en een tweede signaal van onderling gelijke fase doch versch.il-lende tijdrelatie, en door 10 c. tweede middelen voor niveauvergelijking van het eerste en het tweede signaal met het niveau van. een re-ferentiesignaal en voor afgifte van ddt van beide vergeleken signalen, waarvan het niveau het dichtst bij het niveau van het referentiesignaal ligt.

2. Scheidingsfliter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste middelen bestaan uit: a. een met de uitgang van het bandfilter gekoppelde vertragingsschakeling met een vertragingsduur van 1/f .1/2.(2N+1), waarin f de chrominantiehulpdraaggolfsig- SO so 20 naalfrequentie is en N een geheel getal met inbegrip van 0 is, en uit b. een met de-ingangs- of de uitgangszijde van de vertragingsschakeling gekoppelde omkeerschakeling, waarbij het eerste signaal aan de ingangs-25 zijde van de vertragingsschakeling via de omkeerschakeling of rechtstreeks ter beschikking komt en het tweede signaal aan de uitgangszijde van de vertragingsschakeling rechtstreeks of via de omkeerschakeling ter beschikking komt.

3. Scheidingsfilter volgens conclusie 1, met 30 het kenmerk, dat de eerste middelen bestaan uit: a. een met de uitgang van het bandfilter gekoppelde vertragingsschakeling met een vertragingsduur van 1/f .(N+l), waarbij het eerste signaal aan de ingangszijde van s o de vertragingsschakeling ter beschikking komt en het tweede 35 signaal aan de uitgangszijde van de vertragingsschakeling ter BADORI(S9prt?i.kkln9komt· 820 3 6 3 8 -17-

4. Scheidingsfilter volgens conclusie 1/ met het kenmerk, dat de tweede middelen bestaan uit: a. ten minste een eerste en een tweede MAX-schakeling en tenminste een eerste en een tweede MIN-schakeling 5 met ieder een eerste en een tweede ingangsaansluiting, waarbij de eerste ingangsaansluitingen van. de eerste en de tweede MAX-schakeling en van de eerste en de tweede MIN-schakeling het referentiesignaal krijgen toegevoerd, de tweede .ingangsaansluitingen van de eerste MAX-schakeling en van de eerste MIN-scha- 10 keling via de eerste middelen het eerste signaal krijgen toegevoerd en de tweede ingangsaansluitingen van de tweede MAX-schakeling en van de tweede MIN-schakeling via de eerste middelen het tweede signaal krijgen toegevoerd; b. een derde MIN-schakeling, waaraan de uit- 15 gangssignalen van de eerste en de tweede MAX-schakeling worden toegevoerd, c. een derde MAX-schakeling, waaraan de uit-gangssignalen van de eerste en de tweede MIN-schakeling worden toegevoerd, en uit 20 d. optelmiddelen voor optelling van het uit- gangssignaal van de derde MIN-schakeling bij het uitgangssig-naal van de derde MAX-schakeling tot een zuivere chrominantie-signaalcomponent.

5. Scheidingsfilter volgens conclusie 1, met 25 het kenmerk, dat de tweede middelen bestaan uit: a. een eerste MIN-schakeling en een eerste MAX-schakelrng met ieder tenminste een eerste en een tweede ingangsaansluiting, waarbij de eerste en de tweede ingangsaansluiting van de eerste MIN-schakeling en de eerste MAX-scha- 30 keling via de eerste middelen respectievelijk het eerste en het tweede signaal krijgen toegevoerd, b. een tweede MAX-schakeling en een tweede MIN-schakeling met ieder een eerste ingangsaansluiting, waaraan het referentiesignaal wordt toegevoerd, en een tweede in- 35 gangsaansluiting, waaraan het uitgangssignaal van respectievelijk de eerste MIN-schakeling en het uitgangssignaal van respectievelijk de eerste MAX-schakeling worden toegevoerd, en uit DAnnoiriMAi c. optelmiddelen voor optelling van het BAD OnlulNAI. Λ 8203638 -18- uitgangssignaal van de tweede MAX-schakeling en het uitgangs-signaal van de tweede MIN-schakeling tot een zuivere chromi-nantiesignaalcomponent.

6. Schakeling voor afscheiding van de lumi-5 nantiesignaalcomponent uit een samengesteld kleurenvideosig-, naal, gekenmerkt door een aftrekschakeling, welke aan zijn ene ingangsaansluiting het samengestelde kleurenvideosignaal en aan zijn andere ingangsaansluiting de door een scheidingsfilter volgens een of meer daar voorafgaande conclusies uit het samen-10 gestelde kleurenvideosignaal afgescheiden chrominantiesignaal-component krijgt toegevoerd. bad οφ(3ιφι3 6 3 8